80.
F3
w
Waarom
Nederlandsch
geen
Rusland
vee
naar
FT*
333
1
•M
V
i.
i
ïll
H&3
I t
f
Li
0
ö-
4
ft
fes
wl
muT
Plaats dan een „Omroeper”
geziiinen
tAMSTER
Bö
X‘»r 4r».
I
voor
1
B
o,
r
DE ONDERHANDELINGEN
TE MOSKOU
wJflH
v:
Dinsdag 30 April 1935
z
O
m-
z’
Sra
betreedt in gezelschep
van
i
TT
1
4-1
m
Hernieuwde poging
Van het kastje naar den
s.
Het officieels struikelblok
.v
i
S.
1
I>1
K. XVII1 uit Kaapstad vertrokken
i'iX
Lente in Zuid-Duitse Mand
w
t
I
6
Wat de Russen gebruiken
kunnen
*4
Ongemerkte biggen
Bittere ontgoocheling
ZUIDCPZEt
Zoo wordt het ondeskundige pu
bliek zand in de oogen
gestrooid
Ss
7,
r/ A
k 1
K-
Zil4
t -V
De „Arend” naar Suez
Leerlingen der zesde klasse van een aantal Amsterdamsche scholen zijn Maandag
naar de vacantiekinderhuizen te Nunspeet, Renkum en Valkpveen vertrokken
iniiiiiniiiiiiinniiniiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiiniinininniniiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiuiuuiiimnm
Noordwijk, den haar J, B. V. M. J. van da Mortel
Het bezoek van het Belgische vorstenpaar aan Nederland. - Z. M. Koning Leopold
freule Gevers de woning van den burgemeester van
e
1
S
M
L.
J:?
"I
#E
aks
.X
1
1*4
l
4
t
het
woord
3Ë
*-l
I
*Wlf. S5
1
V
Van den commandant van de K XVIII is een
<e>egram ontvangen, dat de K. XVIII Maandag
te 3 uur uit Kaapstad is vertrokken.
Alles wel aan boord Oeen bijzonders.
waarvoor wjj hem hier weer aan
laten.
„Na een uitvoerige bespreking in ons dage-
lljksch bestuur, ztjn de heer van Meerveld en
ik naar het kantoor van de Nederlandsche Vee
houderij-Centrale getrokken, om een onderhoud
te hebben met den heer D E. C. Hartog."
wil
gezegd
-
Zoekt plone™wbaaH fotoreportage
ninada» An.ll 1Q1E Sl
X’
De Nederlandsche Veehouderüoentrale maakt
bekend, dat na 11 Mei as. door haar geen on»
gemerkte biggen meer sullen worden Inponnmee,
De sluiting vee het Triduüm te Loerde*.
De zegen met het Allerheiligste wordt ge
geven tijdens de Indrukwekkende slotplech-
tlgheid, die naar schatting door ongeveer
150.000 personen word bijgewoond
„Ik heb in mijn leven, zooals alle menachen.
al heel wat teleurstelling moeten ondervinden,”
vervolgde de heer Wolmerstett zijn verhaal,
maar zoo n bittere ontgoocheling als ons bij den
heer Hartog te beurt viel, was nog wel het erg
ste van hetgeen ik ooit ervaren heb. Deze leider
was in het geheel niet enthousiast over hetgeen
wü gedaan hadden. Hjj was aelfs merkbaar ont
stemd! Op zijn, voor ons al heel onverwachte
wij dan ook.
Maar.... niet, zooals de heer Hartog ons had
toegezegd. Ons werden géén prijzen opgegeven,
maar in een kort briefje werd gezegd, dat....
de regeering van onze diensten geen gebruik
wenachte te maken. Nu kan ik er nog bij ver
tellen, dat vóór ik naar Moskou ging, al onge-
x >wt-
OPl’OöNtyc rNl. 0»*. Cf.
naar Mbskou, heen en terug, gevlogen. In 18
uren van Berlijn naar Moskouof eigenlijk
naar Wellkje Luki, een vliegterrein op ander
half uur vliegen van Moskou gelegen. De mar
conist kreeg nJ. bericht, dat het slecht weer
was boven Moskou, en daarom hebben wij in
het vorengenoemde dorpje overnacht. Het wa»
prachtig weer, toen wü tenslotte boven Moskou
vlogen, en toen ik naging, wat mü daar boven
dat Russische gebied gebracht had, was er maar
één wensch, één vurige begeerte in mij. dat ik
toch zou mogen slagen, om aan dat wanbedrijf
van afslachten van drachtig vee een eind te
maken.”
Toen kwam, naar onze gastheer verder ver
telde. het gewichtige oogen blik, waarop de con
ferentie plaats had met den Russlschen func
tionaris van de „Exportcheb”
Tenslotte wees de heer Wolmerstett er met
nadruk op, dat de regeering heel goed weet, dat
Rusland van officieel Nederlandsch interme
diair niet gediend is, omdat immers Rusland
hier niet officieel erkend wordt. „Déérom was
juist onze tusschenkomst zoo'n prachtig trait
d’unlon geweest, maar.... men wil eenvoudig
dien kant niet uit, en dat is voor den geheelen
Ncderlandschen boerenstand diep te betreu-
rep.” besloot de heer WolmerZeët verontwaar
digd.
-..•O’
„Nog wilden wfl het niet opgeven. Door een
bevriende relatie, welke in den Haag machti
gen Invloed heeft, werd ons aangeraden, ons in
verbinding te stellen met den secretaris-gene-
raal van Economische Zaken, mr. dr. A. A. van
RhUn. Maar deze schreef ons tenslotte, dat, als
allerlei bonden zich met den uitvoer van veo
gingen bemoeien, de eenheid van optreden van
Nederland zou worden geschaad!” Ik vrAAg
toch! Wü wilden juist niet als bond optreden,
maar hadden ons tot de regeering gewend. De
heer Zwanenberg moest advlseeren, werd ons
verzekerd, maar ik kan heel goed begrijpen, dat
een groot-industrieel als de heer Zwanenberg,
er de voorkeur aan geeft, dat wekelijks 10.000
koebeesten worden ingeblikt. inplaats van groo
te partijen vee naar Rusland te exporteeren,
maar.... dan is, volgens ons, de heer Zwanen
berg niet op ztjn plaats als regeertngs-advi-
seur.”
Toen kwam de heer .Wolmerstett nog even
terug op de argumenten van den heer Hartog,
die os. ook directeur is van het „Nederlandsch
Rundveestamboek”. Deze had nJ. betoogd, dat
air. Nederlandsch vee naar Rusland gezonden
werd, men de kans lien, later op de internatio
nale markt de producten van den Russlschen
veestapel als gevaarlijke concurrenten te ont
moeten. Daartegenover had de heer Wolmer
stett geantwoord: „Dan hebt u als directeur
van het „Nederlandsch Rundveestamboek" het
land ook geen goeden dienst bewezen, door uw
stamboekvee over de geheele wereld te versprei
den door ultgebreiden export,” op welke uit
lating de heer Hertog niet had gereageerd.
„Maar zoo ziet u” aldus de heer Wolmerstett
tegen ons „op welke wijze het ondeskundig
publiek zand in de oogen wordt gestrooid.”
veer 30 personen (dat was ik in Berlijn te we
ten gekomen) getracht hadden, voor dezelfde
aangelegenheid in Rusland te komen, maar zij
hadden géén pasvisum kunnen krijgen. Wjj
hadden het dus al een heel eind verder ge
bracht.”
„Maar beft u toen niet geprobeerd, het oor
deel van den minister persoonlijk te vragen?”
luidde onze~*olgende vraag.
De heer Wolmerstett glimlachte even. „Wat
wjj nog geprobeerd hebben, zult u dadelijk ver
nemen. Ik heb toen allereerst den regeerlngs-
conunlssaris Ir. Louwes opgebeld, en hem een
onderhoud gevraagd, dat mij toegestaan werd.
Daar was het van hetzelfde laken een pak. Al
lerlei bezwaren tegen verkoop aan Rusland, en
er mocht ook niet op crediet geleverd worden.”
„Maar vond u dat zelf dan ook geen bezwaar,
em aan Rusland op crediet te leveren?" onder
braken wij even den verteller.
Val* bekend* zweefvlieger* hebben deelgenomen aan don zweef vliegdag, die op het vliegveld te Trebbin in DuK*chlend
werd gehouden Teven* werd hei eerste zweefvliegtuig van het Dultsehe leger, .Pionier* gedoopt
I
wr- “.V
■-
vraag, of wjj persoonlijk koeien wilden koopen,
moesten we natuurlijk ontkennend antwoorden.
Wjj vroegen hem. na ons geheele wedervaren
in Moskou verteld te hebben, voor welken prijs
Rusland ons vee zou kunnen koopen. Eerst wil
de de heer Hartog nergens van hooren. en na
gerulmen tijd discussieeren, beloofde hij ons
dan ten slotte, de prijzen te zullen opgeven
Een week lang hoorden wjj niets. Toen belde ik
den heer Hartog eens op, die mij mededeelde:
„De stukken zijn naar den minister; over eeni-
ge dagen krijgt u uitsluitsel.”
„Nu, dat uitsluitsel kregen
„I* het juist, dat Rusland tot een ongeltmi-
toerd kwantwm ons vee wil koopen?" wilden wij
weten, waarop de heer Wolmerstett antwoord
de: „Daarop kan Ik volmondig „ja” «eggen. Mij
werd bij dat onderhoud verzekerd, dat Rusland
koeien, hoofdzakelljk fokvee. fokvarkens en
spek, vooral het dikke spek van 7 c.M.. dat bij
ons niet gewild is. graag koopen wil Oeen
Cheese and butter" werd er bij gezegd Nu
meet u weten, dat ik aanvankelijk bezwaar had
tegen uitvoer van levende varkens, omdat die
altjjd onderhevig zijn aan besmettelUke ziekten,
en het heel riskant is. om ze goed en wel en in
gezonden toestand in het land van bestemming
te krijgen. BIJ ons geheele dagelljksch bestuur
zat de gedachte voor, dat de veezendlngen voor
100 pet. moesten slagen Daarom was ik ook
voornemens, persoonlijk het vee naar Rusland
te brengen, mat onze Hollandsche boerenjon
gens. Eerst dachten we. ze per trein te zenden,
maar later gaven we de voorkeur aan scheeps
gelegenheid.”
„En in welke hoeveelheden zou dat transport
dan moeten geschieden?” vroegen we verder.
„Dat wisten we toer nog niet, en dat zou la
ter wel afgesproken zijn. Maar nu moei u zich
mjjn verrassing voorstellen, toen die meneer
m<j daar vertelde, dat hij het transport van
Nederland naar Rusland voor z U n rekening
nam. want.... hjj wilde koopen: boordvrij
Rotterdam! Ik wist niet wat ik hoorde! Dat viel
al buitengewoon mé>! Dan konden wU de bees
ten tot op een gulden nauwkeurig calculeeren
„And I send my own boys,” verklaarde die Rus
nog vender. Nu, wij hadden er niets op tegen,
dat kunt ge begrijpen. Dan was alle verantwoor
delijkheid voor het transport van ons af. Maar
toen kwam de groote vraag van den Rus wat
zU zouden moeten betalen. Daarop heb Ik ge
antwoord: „Dat zullen wij u laten weten, zoo-
dra we met onze regeering gesproken hebben,
maar eerst wilde ik weten, of u reflectant bent.”
Aan dat laatste behoefde niet meer getwijfeld
te worden. Kort daarop vloog ik terug naar
Berlijn, spoorde weer naar Holland, en toen...”
Er viel een stilte. De heer Wolmerstett frons
te zijn wenkbrauwen, toen hjj weer terugdacht
aan hetgeen hem in den Haag gewacht had. en
Hr. Ms. „Arend”, onder bevel van den lui
tenant ter zeer der le klasse. J. H. Solkesz, la
Maandagmorgen te Port Said aangekomen en
vertrekt heden vandaar naar Suez.
E«« album d*c afsluiting a* g*d«*ltol<jk*
drooglegging van da Zuiderzon, dat door
Nederlandsch* ingenieurs, die een excursie
naar de drooggelegde Pontsjesche moeraa
sen maken, aan Mussoliel zei worden eesa-,
geboden
Een medewerker schrijfrims:
Naar aanleiding van onlangs gepubliceer
de berichten betreffendd^lnlslukte pogingen van
het bestuur van den Algemeene Nederlandsche
Melkveehouders-Bond. om op groote schaal ons
vee naar Rusland te doen exporteeren. en het
daarop verstrekte communiqué van Regeerings-
wege, hebben wjj den heer C. Wolmerstett,
secretaris van voomoemden bond, om nadere
bijzonderheden gevraagd, welke een helderder
licht konden werpen op de gevoerde ondefhan-
delingen, daar uit hetgeen daaromtrent bericht
was, voor de onlngewljden nog maar weinig viel
op te maken.
- WU vroegen den heer Wolmerstett dan aller
eerst, wat hem genoopt had, zich met Rusland
in verbinding te stellen.
„Kijk eens, u weet wel, dat de heer van Meer
veld, die onze voorzitter is. en ik beiden in hart
en ziel boeren zijn, al is het lang geleden, dat
ik mijn veehouderij had. Maar dan gaat het je
toch zoo aan het hart, als je zien moet, hoe
daar 130000 koelen afgealacht worden, zooals
dat in het najaar van 1933 gebeurde, en In 1934
zouden 150.000 drachtige vaarzen denk eens
even, wat dat zeggen wil! afgeslacht wor
den! Daarop hebben wfj de zaak in het bestuur
besproken, en de verzuchting werd geslaakt
„Konden we de beesten toch maar naar Rus
land kwijt, want daar hebben «e er zoo'n ge
brek aan!” Nu. na wat iften en weer gepraat,
werd dan besloten, dat Ik maar eens naar Rus
land zou gaan.”
..Maar was het toen misschien niet tactischer
geweest, eerst overleg met den Haag te ple
gen?" merkten wjj op. maar onmiddellijk maak
te de heer Wolmerstett een afwerend handge
baar en zelde: „Juist niet! Dan zou ons ge
vraagd zijn, óf Rusland wel koopen wilde, an
met welke voorstellen wij konden komen. Neen,
we wilden bU onze regeering goed beslagen ten
Us komen, om te kunnen zeggen: „Nu is het
zoover; nu kan er eea eind komen aan dat
ellendige afslachten en tnbllkken van drachtig
vee.'
Daarop vertelde de afgevaardigde van de Ne-
derlandsche boeren ons, hoe hij naar Berlijn
was b-gaan, omdat in Nederland geen pasvisum
goor Rusland is te krijgen. ..En omdat ik spoed
achter ds zaak wilde zetten, heb ik van Berlijn
„Daar was toch over te praten geweest. Als
wjj nu eerst maar met een offerte bjj Rusland
konden komen, dan hadden wü toch gezien
het gebrek aan vee in Rusland onze beta-
lingscondities nader kuiX>en stipuleeren. Maar
men heeft niet eens de moeite genomen, ons
een calculatie voor te leggen. Men zond ons
eenvoudig van het kastje naar den muur! Men
wilde blijkbaar geen uitvoer. Ik werd afge-
scheept met de toezegging van Ir. Louwes, dat
hij nog eens met den minister zou spreken. En
na een paar weken wachten kwam een briefje
met een afwijzende beschikking. Altijd weer de
vraag, of wij persoonlijk een bod wilden doen.
Maar daar ging het natuurlijk niet om. Toen
hebben we geschreven aan bet Dagelljksch Be
stuur van de Veehouderjj-Centrale en om een
onderhoud gevraagd. Het antwoord kwam in;
men zou ons ontvangen. Een dert%eétu«rsleden
van onzen bond, de heer H. Brinkman, van
Zaandam, ging met mij mee, en toen wU dach
ten, een onderhoud met voomoemd dagelljksch
bestuur te hebben, werden wjjop de trap
ontvangen door den heer Hartog, die noodig
naar het Departement van Economische Zaken
moest. Als wjj wilden, mochten wü wel met'
hem meegaan! Wü hebben dat toen maar ge
daan en op het Departement«opnieuw geconfe
reerd met den heer Hartog, In tegenwoordig
heid van den heer Kielstra, den vroegeren
secretaris van de Zeeuwsche Maatsehappü van
Landbouw. Toen deed de heer Hartog een ver
rassende ontdekking. Toen pas bemerkte hü
naar zün zeggen dat wü niet kwamen om
vee te verkoopen, maar als tusschenpersonen
dienst wilden doen. (Wat was ik blü, dat de
heer Brinkman getuige was van dit onderhoud!)
De heer Hartog verklaarde nota bene, dat hü
mü den vorlgen keer niet goed begrepen had...
Maar nu konden we op hem rekenen. Nu zou
de zaak gauw In orde komen. Nu zouden we
spoedig prüzen opkrügen, waarvoor de regee-
rtng koeien wilde afstaan aan Rusland
Weer pauzeerde de heer Wolmerttett even,
om op andere wüze uiting te geven aan zijn
ergernis, welke uitlatingen wü maar bulten dit
interview laten.
„Twaalf dagen later Intusschen werden we-
kelüks ongeveer 10.000 drachtige koebeesten af
geslacht kreeg Ik bericht, dat men van tus-
schenhandelaren geen diensten kon aanvaar
den. Precies het tegenovergestelde das van het
geen de heer Hartog on* had toegesegd! Is het
niet diep treurig? Wü kwamen toch niet als
baantjeegasten. niet voor onze persoonlüke be
langen; wü wilden er geen oent aan verdienen,
maar wü kwamen in het belang van den ge
heelen boerenstand, van ons geheele land! Alle
Insiders vinden het dan ook een schandelüke
bejegenlng.”