den dag <Keivetfiaal UM Met twee kameraadjes op avonturenreis ANECDOTEN OVER NAPOLEON Jcokut-VJbejuQdLs 4ei bedenkt het telkens weer... O I ook uit zijwegen komt verkeer KAPITEINS VAN HOUT Beloonde moed edryf Het juiste oogenblik ienit tWIJS Het einde van de J eugdmisdaad Een beroemde papegaai ten Fransche steden in Amerika Poincaré*» testament bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door zün om KMB BBBI i Overdreven bezorgde ouders „De grootste vrouw is degene, die haar man de meeste kinderen schenkt” DOOR BERTHA RUCK 2M 2H 2*4 2«4 7* 0 :<ten 21 17«4 '2V 6 s „Mauretania” MAANDAG 13 MEI 1935 u. - ATT TT* A T*T AT M F* op tut blad zijn mgevolge de verze gerings voorwaarden tegen E* levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f TTEd bij een ongeval met E* OKfï bij verlies van een bant» -CA I si iTi V/l v I’l Es O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen 1 cJ\Ja“ verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen E OVJe“ doodeUjken afloop 1 ^tOtze" een voet of een oo® AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL en L. MIS een jie het .vorig jaar in Britsch-Indlë vertoefde. 1 0 HOOFDSTUK Vin EEN AMUSANTE WEDDENSCHAP (Wordt vervolgd.) Daar lag hü nu, heel ver van huis. Maar plots bedacht hij, dat hü daar midden op den weg erg gevaarlijk lag. Hij kon wel eens overreden worden! Heel kalmpjes aan wist hij kruipend den wegkant te bereiken, want loopen kon hij niet. Zoo lag Pietje dan al leen langs den stikdonkeren weg. hulpeloos en huilend van pijn.... i i die opstond om haar mopperde lachend: op slot van rekening kunnen vliegen, dacht zeekaste.'l Londensche herinne- heb- :h 1040 Jr 1835 1730— 20.50— V 23.20 uit de een inini- op- hoe toe. ..Dat '5 e week loor de Rltae- 11-20; —1420; IS 30; —1840; Parijs Weenen Een Engelsche dame te Londen bezit een pa pegaai die 105 jaar oud is, en bijzonder praat ziek. Het dier spreekt drie verschillende talen en heeft met zijn meesteres reeds drie maal gen reis om de wereld gemaakt. De eigenares. 1 Ko- s <on Ultps- voorts Am- r op >nver- actio- el tot P »X. Het was doodstil om hem heen, geen geluid drong tot hem door. HU keek eens rond: allemaal bosch wat hü zag, hoornen en nog eens boomen. Zou hij hier den heelen nacht moeten blUven? De nachten Indië waren immers zoo koel. Moeder!, snikte hü. maar moeder hoorde he niet en zijn vwakke jon gensstem stierf weg in de oerbosschen rond om hem. de bracht ze uit: „Ik ik verondelstel. dat dit aeer natuurlijk is!“ .Maar," ging hjj voort, „zooals het dikwijls het geval is met de keuze van een jongeman, niemand kan anders iets in haar zien." Gwenna, geheel uit bet veld geslagen, keek ondervond van de Indiërs bijzonder veel gene genheid. Men overlaadde haar en haar pape gaai met allerlei geschenken en heerlükheden en toen zü eens naar de oorzaak van die aan- iiankelükheld informeerde, bleek bet, dat de Britsch-Indiërs van meenlng waren, dat haar papegaai een god was, die, wanneer men hem boos maakte, wraak over de menschen kon uit roepen in den vorm van ziekte, geldverlies en andere narigheid. ver alle groote mannen zijn legio anec doten in omloop die hun karakter tUus- treeren, maar de meeste anecdoten vertelt men van den keizer die eens Europa aan zich onderwierp en een overwinning behaalde waar zUn adelaren maar verschenen. Napoleon is de legendarische figuur bij uitstek, geen wonder dat hü ook de held is van tallooze kleine voor- vbUch. Een paar nog niet bekende anecdoten over Bonaparte vertelt Hans Bethge in het „Neues Wiener Journal”. Op een soirée bU Talleyrand ontmoette Na poleon, toen nog generaal Bonaparte, voor het eerst Madame de Staël, de muze van veel voor, aanstaande geesten in dien tijd. Lang al had zü gehoopt den met roem overdekten veroveraar van Italië te leeren kennen. Zij probeerde hem in het geselschap te naderen, wat haar spoedig gelukte en begon hem levendig toe te spreken, waarbij zü niet nallet haar gees', te laten spran kelen. ZU Het zich gaan in de meest gevatte aphorismen en overlaadde den veldheer met vleierijen over zün succes. Bonaparte, die een hekel had aan vrouwen, die persé geestig wilden praten, hield zich gereserveerd. Tenslotte vroeg Madame de Staël, in de stoutmoedige en Udele verwachting dat -de generaal wel verrukt zou wezen over haar geestesgave, welke vrouw in zün oogen het grootst was. .Mevrouw", zei de generaal rustig, haar met zjjn koele oogen aankUkend. „de grootste vrouw Is degene, die haar man de meeste kinderen schenkt.” Ineens was het gesprek afgeloopen en een van dc. meest verbitterde vüandschappen was ont staan. Toen de keizer na den slag bU Jena naar Ber lijn kwam, nam hü zün Intrek in een vleugel van het koninklük slot. Graaf Hatzfeld, de toen malige gouverneur van Berlün, van wien de be roemde uitroep „Rust is de eerste burgerplicht!" bekend is gebleven, conspireerde tegen Napoleon, in de hoop hem ten val te brengen. Een zeer bezwarende brief van zün hand werd door de Franschen onderschept en Hatzfeld werd voor den krijgsraad gebracht en ter dood veroordeeld. Zün echtgenoote vroeg echter bü den keizer een audiëntie aan, die haar werd toegestaan. Be wogen trad de ongelukkige gravin in de kamer van Napoleon, deed een knieval en smeekte om genade voor haar man. Knievallen maakten echter geen indruk op den keizer, hü zag er te veel. .Moe kan Ik een man gratie geven," zei hU banch, „die zulke brieven schrüft." Hü reikte de gravin onwillig het onderschepte epistel en liep daarop door de kamer, verstrooid de nagels van zün rechterhand bekijkend. Met tranen in de oogen las de gravin den brief. On- dertusschen was de keizer voor den haard gaan staan en staarde in de vlammen. Zacht trad de gravin aan zün züde. liet in een snelle Ingeving den brief In de vlammen vallen en lachte den keizer toe, de oogen nog nat van tranen. De keizer zag rustig toe, hoe de omineuze brief In de vlammen tot asch werd. Alle snelle besluiten maakten indrufc op hem, want hü was zelf een man van rappe beslissingen. Hü keek de gravin aan. beantwoordde plotseling haar lachen, nam zwügend haar hand en kuste die. Toen de gravin de kamer van den keizer ver liet. wist zü dat haar man gratie had gekregen. Na een gevecht, dat een gunstig resultaat had opgeleverd, liet Napoleon eens het regiment, dat het meest tot de overwinning had bügedragen, voor zich defileeren. Een compagnie, die geen verliezen had te boe ken, liet hü halt maken. „Wie commandeert deze compagnie?" vroeg de keizer. •Jk, Sire,” antwoordde een officier, terwül hü Uit het gelid trad en front maakte. „Bent u kapitein?" vroeg de keizer. „Neen, Sire, maar ik ben van het hout waaruit men kapiteins snüdt.” „Daar ben ik blü om” zei Napoleon, „zoo gauw ik kapiteins van hout noodjg heb zal ik aan u denken." Napoleon hield eens revue over een van zün gardereglmenten en liet daaraan ook deelnemen door een afdeellng cadetten van Saint-Cyr, de militaire opvoedingschool. Deze school was ver maard wegens de correcte excerceeroefeningen, welke men daar leerde. Onder de cadetten be merkte Napoleon een jongen sergeant, wiens wezen en ulterlük hem büzonder bevielen. Im pulsief als de keizer was, vroeg hü den sergeant uit de rü te treden en eenige commando’s te geven om de garde op de proef te stellen. De jongeman trad in zün beste houding naar voren, stelde zich aan het hoofd van het- garde- reglment en commandeerde: „Geeft acht! Ge weer op schouder!” De gardisten voerden het bevel uit, maar niet büzonder correct, want de garde voelde er meer voor in stoutmoedig vech ten de wereld te veroveren dan dienstjes te kloppen. „Dat leek nergens op!” riep het ser geant je, „nog eens!” En wederom commandeerde hü met energie. Maar weer was het gehoor zamen treurig. De gardisten vonden het geval belachelijk en begonnen te mopperen. „Groen- snavel," riepen eenige van de oudste soldaten. Napoleon lachte. Hü nam den sergeant het ge— Ter gelegenheid van de eerste reis van het 79.000 ton metende Fransche stoomschip ..Nor mandie", heeft het Fransch-Amerikaansche comité aan alle Amerikaansche steden met gelükluidende namen van Fransche steden ver zocht enkele producten van haar industrie te zenden. Het comité ontving meer dan het verwachtte. Onder de bekendste steden noemen we: Calais en Macon tn Georgia. Montpellier bü New- York, St. Raphael in Califomië, St. Louis en St. Paul in Dakota en Nteuw-Orleans. zlnwekkend en spookachtig al dit gepraat over een machine, die hooger geschat werd’ dan een vrouw!! Een machine, die den man. die haar bezat, in haar greep had. juist als een jaloersche verloofde, die haar beminde niet uit het gezicht wil verliezen! En veronderstel eens. dat de wedstrüd. waarop Gwenna’s vriendin en Paul Damplers neef gezet hadden, werkelük zou aanvanggn? De wedstrüd tus- schen de geliefde van hard en koud staal en de geliefde van vleesch «n bloed? In één helder oogenblik voorzag Gwenna, dat deze weostrüd zou, ja moest komen. Ze naderde al! Zü keerde zich van het venster af en vergat haar voorgevoelens, om zich weer in den tegenwoordigen tüd te verplaatsen. Zü sloeg Leslie gade, die in gesprek gewikkeld was met den jongen Franschman; deze had zijn don kerbruine, ernstige oogen op mademoiselle Longue (zooals hü haar noemde) gericht, ter wül zü in hoogdravenden stül een verhaal ten beste gaf. Een korte pause trad in. Toen was de kamer eensklaps vol van het welluidend gelach van den vreemdeling. „Ha! Ja! Verduiveld, ik begrüp het! Amu sant. werkelük!" riep hü met uitgelaten vroo- Ujkheid en een geschitter van zün hagelwltten tanden en zün donkere oogen. „Wat aardige passages komen er in voor! Ah trés spirituel!” en weer barstte hü uit in vroolükheld over da mop, die Leslie hem juist verteld had. verlaat dan de kamer, haalt twee duizend francs uit zün vaders schrijfbureau, en gaat op stap. Hü werpt zün revolver in de Marne, gaat de stad in om zich op de groote boulevards in een nieuw pak te steken, neemt een taxi naar het station, waar hü copieus dineert en telefonisch te Charleville in het beste hotel de beste kamer laat reserveeren. Daar aangekomen gedraagt hü zich geheel als een toerist, interesseert zich voor de bezienswaardigheden der stad, maar kan het piet laten met een smoesje het politiebureau binnen te loopen. waar hü zonder blikken of blozen zün naam zegt. Ofschoon deze, met zün signalement, reeds aan alle politieposten Is doorgegeven, wordt hü niet aangehouden een zoo beleefde, beschaafde en ietwat schuchtere Jongeman immers! en hü zet zün reis voort. Tot het geld opraakt. Gelukkig woont een za kenvriend van zün vader in de buurt, en leent hem wat. Tenslotte bezoekt hü zün oom in 8t. Dié; maar intusschen is de mare van zün mis daad al tot hier doorgedrongen, en zün oom waarschuwt de politie. Barthélémy gaat gewillig mee, glimlacht te gen de fotografen die hem te Parüs op het sta tion afwachten, en doet den jeugdrechter, die hem ondervraagt, het verhaal van den moord zonder eenige gevoelsuiting, geheel laconiek en alsof het maar een bagatel is, waarover hü ver veeld büzonderheden heeft mede te deelen. De rechter vraagt hem of zün gevoelens voor Madame Jean van dien aard waren, dat hü de afwüzing niet kon verdragen. „Welneen," zegt de keurige jongeman, „ik wou haar maar een beetje paaien.” Dit antwoord bevestigt de heele houding van den jongen moordenaar, en veroordeelt hem moreel a priori. Men is In Frankrijk gewend de heethoofden te verontschuldigen, maar men heeft hier met het tegendeel te doen. De foto’s van Barthélémy toonen een regelmatig, knap jongensgezicht, koud, nogal zelfbewust en een beetje geblaseerd. Niet al te intelligent, dat is zoo; maar met die zorgelooze charme, die wel eenige intelligentie vervangen kan. Een gezicht uit de gegoede klasse, dat de sporen draagt van de grootste verzorging, van een toegewüde op voeding, van een gezonde omgeving, van sport en lichaamscultuur. En het is ongetwüfeld dit ulterlük, dat den jongen misdadiger de meewa righeid en de sympathie van het publiek heeft doen winnen. Was het een „rowdle” geweest, dien de politie uit St. Dié had meegebracht, een linksch type met afgedragen plunje, men zou hem hebben uitgekreten. Zoo groot is de sug gestie van schoonheid en beschaving! Men kan er benieuwd naar zün, hoe de zaak van Barthélémy eindigt. De Fransche jeugd rechters zün niet beroemd om hun menschelük inzicht of paedagogisch begrip. Zooeven stond voor eenzelfden jeugdrechter een zeventien jarige terecht, doofstom, voor een oogenblik ontsnapt aan zün moeder en wegens bedelarü opgebracht. Deze jongen is door de doktoren geheel achterlük verklaard en geestelük op het niveau van een vüfjarig kind. De rechter heeft hem echter veroordeeld, en hü zal zün gevan genisstraf In Fresnes moeten ondergaan. Kort geleden is een minderjarige tot het bagno ver oordeeld, omdat hü een brood had gestolen. De wet is in Frankrijk voor kinderen strenger dan voor volwassenen. Met des te meer spanning kan men de uit spraak over Barthélémy tegemoet zien, den ver wenden knaap, die, waarschünlük voor het eerst in zün leven gedwarsboomd, uit gekrenkte üdel- held een moord, op zün best een doodslag beging. Het „Journal” publiceert het testament vau wülen Raymond Poincaré, gedateerd Septem ber 1933, waarbü de oud-president al zün roe rende en onroerende goederen vermaakt aan het departement de la Meuse, op voorwaarde, dat het departement Polncaré’s landgoed te Slse (Campigny) inricht tot een jongenswees- huis. De beschikkingen van het testament worden pas uitvoerbaar na den dood van mevrouw Poincaré, de vruchtgebruikster is van het .qe- heele fortuin van den oud-president. Moe van al het doorstane leed viel hü In slaap. Hoe lang hü zoo gelegen had wist hü niet, maar opeens schrok hü wakker en meende iets te hooren. Daar heel in de verte, tusschen de boomen, flitste een klein rood lichtpuntje, dat telkens verdween en weer te voorachün kwam. Wat zou het zün? jonge Dampier, aan te nemen, „Denkt u nu. dat de tegenwoordige meisjes iets van een man willen weten, die niet al zün tüd besteedt om haar achterna te loopen even als Jü. Hugo, dit kunt doen, of dat ik mün salaris van een heel jaar aan een engage- mentsrlng besteden kan?” ..Maar, beste kerel, geen meisje ter wereld eischt zooveel tüd en geld van een man, als „Hoe karakteristiek! Zelf koestert hü geen bepaalde bewondering voor Taffv, maar toch Js hü gepikeerd, als hü ziet, dat zü een ander type bewondert, dan hü zelf is!" Leslie was snel tot deze overtuiging gekomen. Een kwaad karakter heeft hü niet, want hü handelde zeer sympathiek bü die overrompeling van zün kamer. Maar hü is juist als al die andere rüke “lannen. die de winkels van antiquairs plat loopen, In plaats van aan gezonde sport te doen. Er klonk een onmiskenbaar spütige onder toon in de stem van den jongeman, toen hü de volgende opmerking tot zün neef richtte; een opmerking, die zelfs Leslie een oogenblik verbaasde en die Gwenna als lood op het hart Viel. Want Hugo stelde vrijmoedig deze vraag aan den vliegenier, die tegenover hem aan de theetafel zat: „Wel, Paul, en hoe gaat het met Je verloofde?" „Zün verloofde! Daar heb je het nu! Ik had het eigenlük al moeten weten of althans moeten veronderstellen! Natuurlük gaat het mü per soonlijk niets aan!.... Zü zou het niet willen hebben: Ik bedoel eigenlük, hü zou altüd haar als passagier moeten meenemen! En ik weet wel, wie het is. Het zal zeker die Muriel wel zün, dat meisje met de roode haren en de wiuvende sjaal, dat ik met hem zag vliegen in Hendon. Ik geloof, dat ik toen al eenig ver moeden had, dat bet zün verloofde moest zUn!" En onderwül, ofschoon zü naar het zilveren voetstuk van den splritusketel scheen ue staren, bestudeerde zü het gelaat van den vjegenier. die wel wat schaamachtig keek. Zü luisterde met Ingehouden adem, om zün antwoord op te vangen. Heel kortaf zei Paul, aan een koekje knabbelend: „Wie? O ja! Wel, zooals gewoon lük! Ik dank je voor de belangstelling!” „Nu kan ik u wel vertellen, dat dit maar een aangenomen pose Is, om zün toewüdlng aan haar te verbergen.” lachte zün neef, zich tot Gwenna richtend. „Juist alsof hü niet elke minuut tracht te beknibbelen, om deze met haar te kunnen doorbrengen!" „Zoo,” stamelde het jonge meisje met een glimlach om den mond, maar met een brok tn keel; en met een zuiver Engelsch accent hü kan dat alles toch niet ernstig meenen?” „Ik ben overtuigd van wel.” „Wat zeg je daar? En toch ben je gekomen? Je kwam, terwül je wist dat, als hü je hier vond, hü Je neer zou slaan?" „Ja, Cissy, want als ik niet gekomen was. zou ik me zelf geschaamd en als een lafaard beschouwd hebben. Nü kan het me niets sche len en riskeer ik alles. Ik heb je lief. Cissy, en- als je me geen onmogelüken stumper vindt en denkt met een salaris van 4 pond per week te kunnen rondkomen Voordat hü wist of zeggen kon hoe het ge beurde. voelde hü twee zachte ar men om z’n hals en hoorde Cissy hem fluisterden had je al maan den geleden kun- Het is waar, dat moord en doodslag in Frank rijk wat nonchalant behandeld warden. De re volvers zitten los en de rechters zün voor ver zachtende omstandigheden van temperament zeer ontvgnkelük Vandaar, dat de boulevardpers nooit^Jfn stof verlegen is: onbesuisde zielen zorgen wel dat zü dag aan dag een hors d'oeu vre van crimes passionnelles opdienen kan. De misdaad, die thans kolommen plaatsruim te eischt in de dagbladen.- kan evenwel niet on der de crimes passionnelles gerangschikt worden, en heeft weinig of geen precedenten. Ofschoon zü werkelük weerzinwekkend Is, krügt de hoofd persoon. een zeer jonge man van zeer goeden huize, een welwillende pers. De daad was. om zoo te zeggen, zonder motief. André Barthélémy, een bengel van zestien jaar, uit de kluiten gewassen, door ouders en omgeving verwend, schiet de huishoudster neer. Op een middag, dat zün ouders afwezig wa ren, is hü. met een revolver van zün vader ge wapend, naar huis gegaan, heeft, naar hü zelf bekent. Madame Jean enkele avances gemaakt, waarom zü hem uitlachte en haar om het mid del gevat, waarop zü hem een paar oorvügen gaf. Daarna heeft hü haar koelbloedig doodge schoten. „Ik heb op de halsslagader gemikt,” verklaarde hü kalm en zaakkundig aan den rechter. Het is altüd teekenend voor den gemoedstoe stand van een moordenaar, wat hij na de daad begint. De jonge Barthélémy schiet zün slacht offer, dat reeds dood is, nog eens in den rug, koker, stelde het oudere meisje luchthartig een vraag, die de toeluisterende Gwenna zich later levendig zou herinneren. „Wat zou er gebeuren.” vroeg Leslie droog weg, „indien er een echte fiancée in .evenden lüve, van vleesch en bloed, zou opdagen als mededingster van de machine-verloofde?” „Niets büzonders zou er geb',euren’ verzekerde Hugo, terwül hü naar een vlammetje aan reikte. ..Daarom zou het zoo interessant zün toe te zien. Titel van het schouwsoei: „De complicatie van vliegtuig en aangebedene.” Of: ,.De Inwendige strijd van den uitvinder." Hoe vind je het? Of de uitgeloofde lucifer ter züde werpend en naar het ernstig cherubs- gezichtje onder Gwenna’s hoed kükend: „Het meisje versus de vllegmnchine. Ik voor mü zou vütlg tegen één ten gunste van de vliegmachine willen zetten. Juffrouw Long!” „Aangenomen!" rei Leslie snel. „Ja, natuurlük neemt u’fcet voor uw eigen sexe op,” plaagde Hugo vroolük. En de jonge Franschman mompelde- „Doch de machine Ja de machine is toch vun de sexe van mademoiselle.” Hier overviel Gwenna plotseling een lichte huivering. Zü wierp met ruk het hoofd naar de open ramen, waardoor zü Je statig stappende duiven en de zeilende women in de verte kon zien. Het scheen haar toe. alsof zü in die keurige kamer, nu in sigaretten rook gehuld, temidden van dit zorgelooze ge zelschap van twee meisjes en drie Jonge man nen, een andere geheimzinnige tegenwoordig heid gevoelde. Het was wel een beetje weer- ••«•ssaaMSssssassssssassssssssvasassaas nen zeggen, lieve Tom. Waarom deed Je het niet? Maar dat hindert nu niet meer. Wacht even.” Ze liep naar het venster en kwam weldra terug. „Phil Hatton steekt juist de straat over kan in drie seconden hier zün. Vlug, verberg je ergens. Tom.” „Me verbergen?” herhaalde fier de jonge man. „Waarom me verbergen? Ik denk er niet aan. Laat hem komen." Ze kwam naar hem toe en legde haar han den op z’n schouders. ,Je bent dapper, lieveling!” zei ze. „De zal Je iets vertellen, wat ik Je al eerder had wil len zeggen. Phil kwam vanmorgen bü me en sprak me over jou en over wat hü je gezegd had. HU ging er groot op dat je X nooit zou durven wagen zoo beweerde hü naar tnc toe te komen, want dat hü Je mores geleerd had. Hü zei verder dat ik beter deed te wach ten tot er een flinke kerel om me kwam. Hü heeft het eehter mis gehad.” „Laat hü doen wat hü niet laten kan.” lachte Tom. .Als JU het niet erg vindt, kan het mij niet schelen. Het eenige moedige dat ik ooit in m'n leven gedaan heb, is dat ik jou heb durven vragen en Je m n liefde heb bekend. Dat is alles Maar wat heeft dat met Phil Hat ton te maken? Hü heeft me gezegd dat je hem eens geweigerd hebt. Heeft hü je soms weer gevraagd?” Cissy schudde haar hoofd. „Neen, en dat is het juist, waarom z’n handelwüze me zoo be vreemdt, want hü Is nu verliefd op.... Maar o.daar is hü-” Toen staarde weer af, stelde zich op voor de afdeellng cadet ten van Saint-Cyr, die tegenover de garde was opgesteld, en gaf de jongelui eenige comman dos, die met de uiterste correctheid werden uitgevoerd. Toen draaide de keizer zich om naar zün garde en riep: „Dat was niet slecht, is het niet kameraden, dat moeten we toegeven?” De ouwe snorrebaarden mopperden. Daarop richtte zich de keizer weer tot den jongen sergeant, gaf hem zün geweer terug en riep met strenge en luide stem, zoodat de heele garde het hoorde: „En toch, mijnheer, hebben wü het nog beter gedaan, toen wü jong waren.” Toen sloeg de stemming bü de gardisten in eens om, de doorgewinterde soldaten lachten, hun oogen begonnen te glanzen en eerst riepen enkelen, toen allen: „Leve de kelze? Bü den aanval op een stad in Italië legde de latere hertog van Abrantes, den van zün carrière. Dit geschiedde grondslag aldus. Napoleon wilde aan een afgelegen post een commando doen toekomen, riep daarom Junot bü zich en dicteerde hem. Deze knielde neer en schreef op een stuk papier dat hü over zün knieën legde wat de keizer hem voorzegde. Nauwelüks was hü gereed, of daar kwam een kanonskogel aan, die dicht naast hem in de aarde sloeg en zand over zün schrijven wierp. Junot stond koelbloedig op. maakte een bui ging voor den kogel en sprak: ,J41ets gaat boven de beleefdheid! Ik dank u, geachte kogel, dat gü mü de moeite van het zandstrooien bespaard hebt!” Zulke kerels had Napoleon noodlg, hü lachte, en Junot's toekomst was verzekerd. BU een parade op het Carousselplein. dicht bü het Louvre, steigerde op een ochtend het paard van Napoleon. Het sprong een paar maal hoog op en de keizer verloor zün driekanten steek. Een jong officier liep toe, beurde den hoed op en reikte hem aan den keizer. „Dank u wel, kapitein,” zei Napoleon. „In welk regiment?” vroeg de jonge officier. De keizer schrok op, keek het jongmensch aan en zag. dat hü pas luitenant was. .Ach uitstekend,” zei hü lachend „In de garde dan maar!” Eenige dagen later ontving de jonge officier zün aanstelling als kapitein. HU had het aan zün tegenwoordigheid van geest te danken. Napoleon was nergens zoozeer mee ingenomen als met de schrandere gebruikmaking van het juiste oogenblik. Vóórdat bet antwoord kwam, rezen er bü Owenna smartelüke gedachten op. Agenten van het departement van Justitie te Santa Monica hebben de vingerafdrukken genomen van John Clinton, een knaap van 4 maanden. Hoewel het jochie natuurlük nog geen enkele misdaad heeft begaan, heeft de justitie de vingerafdrukken genomen op ver zoek van de ouders, die zoo zeer met hun spruit zün ingenomen, dat zü de mogelükhsid vreezen, dat het ventje wel eens zou kunnen worden ontvoerd. Zü meenen nu alle onheil te hebben afgewend. De afdruk is geregistreerd in de afdeellng van het departement van Justitie te Washing ton. die vlam van Jou doet,” antwoordde Hugo hem gemoedelük. En zich tot Leslie wendend, legde hü haar uit: „Wat Ik Paul's verloofde noem, is die eeuwige machine van hem, waaraan hü werkzaam is." .Ah!” riep Gwenna onwillekeurig en meteen bloosde ze hevig, gedeeltelük, omdat zü niet bedoeld had iets te zeggen en tevens omdat haar uitroep de blauwe oogen van den vliege nier op haar gevestigd had. „Ja, dat eeuwige vliegtuig van hem,” her haalde Hugo, gemakkelük In zün stoel leunend en de vergadering toesprekend. „ZU ik ge loof, dat het correct is, om een machine vrouwelük te noemen zü is een grootere lastpost dan alle flangées, die ik ooit gekend heb! Zü steekt voortdurend een spaak in het wiel. Vraag: hem, of hü mee wil gaan naar de opera of naar een of ander vroolük stuk en zün onveranderlük antwoord is steeeds: „Ik ben druk aan het werk met den cylinder, of de spiraal, of de vierde dimensie” of hoe die dingen ook mogen heeten, waaraan hü zich verbeeldt te werken. En wanneer hü van haar vandaan is, neemt zü nog practlsch al zün tüd in beslag, door hem te laten oproepen aan de telefoon. Zü verslindt ook al zü° be spaard geld...." „Besteed aan staal. In plaats van aan bon bons, veronderstel Ik.” onderbrak Leslie glim lachend. „En moet zü altüd bevredigd worden? ZU schünt alle gebreken te heben van een echte fiancée met een diamanten engagements- ring! Is zü jaloersch ook?” En toen, een sigaret nemend uit Hugos Phil Hatton de kamer btnnentrad, hü Tom Hopson In de hoogste ver bazing aan. „Voor den drommel!” riep hü- .JU hier? Wat hebben jullie met elkaar besproken?” „Tom heeft me ten huwelük gevraagd en ik heb z’n aanzoek aangenomen," zei Cissy kalm maar beslist. „En wat heb JU daarop te zeg gen?” „Alleen dit," antwoordde Phil Hatton, en de ruwe, harde uitdrukking verdween uit z'n ge zicht: ,Jk heb me zooeven met Maud Staple verloofd, ze zal direct wel hier zün. We had den gisteren een gesprek met elkaar en ze deelde me mee dat Cissy van Iemand hield, maar dat deze den moed niet had haar te vra gen. Ik gaf haar als m'n meenlng te kennen dat die iemand dan een lafaard moest zün. Daarom verzond Ik dat dreigement. Was hü niet gekomen, dan was hü je ook niet waard geweest, Cissy, en kon je beter een ander zoe ken. Nu is me echter gebleken dat hü zen ke rel is waar pit in zit en waar men respect voor moet ’hébben.” Hü stak een hand uit naar Tom en een an dere naar Cisay en-terwUl ae batafaa de hun I toegestoken hand hartelük schudden, keken ze ieder toch naar iemand anders dan naar Phil Hatton. opson, er Is iemand om Je te spreken.” zei de chef van het groote warenhuis Brad- cock en Guerney, tot den bediende, die achter in de zaak bezig was. „Hü wacht vóór in den winkel, doch maak het niet te lang; zeg maar dat je geen tüd hebt, want dat we aan de balans zün.” „Zoo?” vroeg Tom Hopson verbaasd. .Heeft hü ook gezegd, wie hü was, mijnheer?" „Neen, maar het Is een groote kerel met een grof gezicht. Hü heeft veel weg van den be roemden bokskampioen Phil Hatton.” Eenige oogenbllkken later stond de Jongeman In den winkel tegenover een reus van een vent waartegen hü moest opzien. Deze keek de kleine gestalte vóór hem onderzoekend aan en z’n blik was allesbehalve vriendelük. „Bent u Tom Hopson?" vroeg de reus en toen Tom knikte van ja. vervolgde hü: .Mooi, ik heet Phil Hatton, en wat voor beroep ik uit oefen, zul Je zeker wel weten." „Ja, nog geen vüf minuten geleden, heb Ik Juist over u hooren spreken, maar vóór dien tüd wist ik niets van uw bestaan.” .Haat ik je dan even zeggen.” hernam de bokskampioen, „dat ik nog geen uur geleden over Je gesproken heb.” Tom trachtte zich te herinneren, waar hü den naam van Phil Hatton eerder gehoord had. Juist, daar had hü het. Hü had dien naam hooren noemen door Cissy Barklay tegen haar vriendin Maud Staple. In welk verband wist hü echter niet me»r. „En luister nu eens goed," zei Hatton. „Ik heb haast en niet veel tüd voor veel gepraat. Als Je wel eens van me gehoord hebt, weet je ook wat voor tikken deze twee handen kunnen ultdeelen.” ,4a.... ja.... dat geloof ik graag," antwoord de Tom; „ik weet het niet, maar ik heb zoon idee, dat u me op de een of andere manier slecht gezind bent. U wilt zeggen, dat als u me onder, handen zou nemen, er van mü niet veel meer zou overschieten dan. „Gehakt, jongmensch. Ik ben juist uit Australië terug gekomen. Ik ben een oud vriend van Cissy Barklsy en ben haar gaan opzo<*ken. Twee Jaar geleden, dat was lang vóór je haar ontmoette, vroeg ik haar ten huwelük. Ze wei gerde. Ik zei haar, dat, als ze mü niet hebben wilde, ik niet wilde, dat ze een ander nam. als hü niet beter was dan ik. Nu ik je heb gezien, geloof ik niet dat je beter bent. Je bent een nietig onnoozel kereltje, en Ik wil niet dat je haar nog ontmoet, anders zal ik je gebeente overal verspreiden waar het niet thuis hoort." Tom schudde het hoofd, maar alleen van verbazing en woede. Hü beheerschte zich ech ter. „Ik zie niet in," sprak hü kalm, ..met welk recht u dit alles zegt. Weet Cissy, dat u m-it mü een onderhoud hebt?” „Neen, dat weet ze niet. Ze vertelde me al leen waar Je was en hoe Je heette. Ik weet ook dat je van plan bent morgen bü haar te gaan thee drinken en dat je lederen Zondag met elkaar uitgaat. Van af heden is dat uit, be grepen?" „En als Ik weiger?” „Dan lig je in elk geval heel gauw in ziekenhuis. Ik zal omstreeks half vier een be zoek aan Cissy brengen; ik raad je dus aan naar een der andere meisjes om te zien." Tom was buiten zich zelve, maar antwoord de slechts: ,Jk heb haar nooit ten huwelük gevraagd." „Zooveel te beter. En nu, gegroet. Ik. geloof niet dat we elkaar nog zullen ontmoeten.” Hij draaide zich om en verliet den winkel. 1 T°^O Tprq, yeer aan ’t werk gegaan was, con- fllng sta teerde 'hu tot z’n groote verbazing dat hü vroolük gestemd was en zelfs een liedje peu- rlëde.' Hü had zich zelf nooft als een held be schouwd, maar nu scheen het alsof het drei gement van dien Phil Hatton hem wakker had geschud. Hü hield heel veel van Cissy Barklay. maar had tot nu toe nog nooit van z'n groote liefde doen blüken. Altüd had hü een zekeren schroom bü zich geconstateerd haar die te be kennen en stil had hü het geheim in zich rond gedragen. Maar nu. wat zou hü nu doen?” ,Als die kerel me niet gedreigd had. zou ik waarschijnlijk nog steeds niet den moed ge vonden hebben haar te vragen.” mompelde hü in zich zelf. „En wat zal me nu gebeuren, als ik haar morgen toch ga opzoeken? Ja, ik zal gaan en haar de waarheid zeggen.” Bü dat besluit bleef hü. Hij trof Cissy in de huiskamer en ofschoon hü een beetje zenuwachtig was. bemerkte hü toch dat ook zü, niet een beetje, maar in een zeer nerveuzen toestand verkeerde. Z'n bezoek scheen haar te verrassen, hoewel ze hem toch verwachtte. „Is Maud uit?" vroeg hü na z'n tweeden kop thee. „O ja. natuurlük is ze uit, als ze niet liier is.” Cissy keek hem verbaasd aan. ,4a. Maud is even een boodschap doen, maar komt direct weer terug. Maar wat scheelt jou? Als je je niet goed gevoelt, doe je beter direct naar huls te gaan.” „Wil je hebben dat ik weg ga?” vroeg Tom. en keek haar angstig-vragend aan. „Dat niet, maar het komt me voor dat Je niet bent zooals gewoonlük. Hapert er Iets aan?" „Ja. er hapert iets aan!” barstte hü los. „Ik heb den moed gevonden je iets te vertellet', wat Ik anders nooit zou hebben gedurfd. Vóór alles moet Ik je echter mededeelen, dat er gis teren een man bü me aan de zaak geweest is. die me wilde spreken. Het was een man...." Voor hü verder kon spreken, riep Cissy, die tusschen hem en het venster stond: „Tom, Ik weet alles van Phil Hatton. Maar Een der oude zeekasteelen der Londensché haven, de Mauretania”, die 22 Jaar lang den zeedienst in den Noord-Atlantischen Oceaan heeft onderhouden, is afgedankt. Het prachtige schip, de trots der Britten, zal» binnen enkele weken onder sloopershanden komen, maar voor het zoover is, zal men op de „Mauretania” een veiling houden van alle inboedels en toestellen, welke in het zeekasteel aanwezig zün. In de Engelsche dagbladen stond onlangs onder „Zeevaart-berichten” een simpele mede- deellng over de „Mauretania”, die op 14 Mei as. voor een ieder toegankelük zal zün. omdat op dien dag de veiling begint van alle inboe dels op en In het schip aanwezig. Drie dagen zal de meubelverkoop van de „Mauretania" duren; de volgende dagen (de geheele veiling zal ongeveer 10 dagen duren) komen de zec- vaartkundlgen, omdat dan de verkoop plaats vindt van alle conwassen. telescopen. enz„ terwül op de drie laatste dagen de verkoop plaats vindt van kleine voorwerpen, zooals wandspiegels, fün tafelzilver, enz., welke voor werpen hoofdzakelük zullen worden gekocht door de passagiers die een prettige ring aan de oude „Mauretania” willen ben. De zware mahoniehouten meubels rookzalen en eetvertrekken, zullen mumprüs van 25 pond sterling moeten brengen. Wanneer een deel dezer meubelen, welke in vroeger jaren honderden ponden ster ling hebben gekost, den vastgestelden prils niet opbrengt, dan zullen de meubelen - land worden gebracht en opnieuw In vel komen bü een der bekendste meubelhandem- ren van Londen. Wanneer de geheele verkoop achter den rug Is, zullen de sloopers dadelük hun werk be ginnen en de oude .Mauretania”, de „Queen of the sea", zooals zü door de Britten woidc genoemd, leeft nog slechts in de herinnering der Engelschen, die het machtige zoovele jaren achtereen aan de haven hebben bewonderd. fluks naar den jongen Dampier, die bezig was die groote wigvormige stukken cake af te snüden, die mannen sneedjes noemen. Hoe zou hü het opnemen, dat niemand iets In zün verloofde zag? Hü lachte even en zei met een knikje van het blonde hoofd: ..Dat komt later wel, zooals gewoonlük!” „Die zotte jeugd!” was Hugo Swayne’s com mentaar, terwül hü weer gelaten achterover leunde. „En nu probeert hü weer zün ware ge voelens onder nonchalance te verbergen!” „Zeg eens,” onderbrak Paul met longensachtlge luchthartigheld, nadat nü nog een mondvol cake verorberd had, .zou Je nu elndelük niet eens uitleggen, dat je aan het schertsen bent! Een verloofde nog wel! ’t Mocht wat! Neen hoor, die bezit ik op de heele wereld niet!” BU deze woorden voelde Gwenna een zwaar drukkenden last van haar hart vallen. Haar teleurstelling was verdwenen! Ik gevoel me zooveel lichter, dat Ik toch nog met hem zal ze. De kopje

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 13