w
G
V
I
1
Mei
ri
sir
3
een elegante, geborduurde
PEIGNOIR
DE MODEKLEUR
Nieuwig-
Uit de kinderkamer
heden
voor
de
Een mooi bloembed
huisvrouw
MATROZENPAK
Gebreid jongens vest
Nuttige wenken
J
1
■■■■iMMiiiiiHiniiiinigiiiuiiiM
I
Film
Sport
8
>mxt«n
9
'sedryf
IN HUIS EN HOF
Eenige nieuwe
modellen
Blouses
lienat
OP VERZOEK
Voor jongens van zes jaar
0TEL5
Lumber Jacket")
$6
ii
I
Een schitterend exemplaar van de
Iris, dat veel op een orchidee gelijkt
O 07
'j
DE WOUW E1V HAAR IfflUHSHOlUlttlMG
X
f
3
6
7
’erwijk l
1O
ETA TANGELDER
n
IIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIHIIIIinillll
MATER FAMILIA8
alias
de
CL. »U
onderstaande
ANEMOON
BOTANICUS
A
sa-
oei»
gevoerd
L Staats,
i de hee-
Broer héét spruit jea
Als hU uit school komt en de niet te vermijden
koollucht door bet huls vaart, komt htf al met
een sterk ópgetrokken wipneus da kinderkamer
tflnnengestonnd:
optce-
bultengewoon
den
men
ien per
uk van
er stuk
f 1»—
Lam*
a f io
5—10,
antipathie uit je kinderjaren vergeet je nooit.
Toen ik in de kliniek kwam voor mijn oudste
baby, was mijn eerste vraag:
„Zuster, alles mag je me Ingeven, maar beloof
me, gaan havermout, het liefst beetemaal geen
pap.
Natuurlijk kreeg Ik pap, maar de havermout is
me tenminste bespaard gebleven I
Broer sou het liefste van erwten en boonen
leven. Spinasie, andijvie, stoofsla, alle groenten.
wereld”.
7 30 uur.
l-t.
„Oh mama, we eten toch geen....
Nu wil het geval, dat paps Juist van varkens-
rollade en spruitjes s’n lievelingsgerecht beeft
genumkt, en hoewel we dit de eeuw van het kind
noemen, gaat vader hier altijd vóór!
Hier in huis geldt dseelfde regel als vroeger
bij ons: Van alles moet gegeten worden, al is
het maar één lepel. Ik zie me nog met mijn bord
H. O. in de gang zitten! t Is gek, maar zoo’n
le week
•n door
Wanna.
gnrtar.
Bont»
BtJJJ
ir 100
f*-
rose ziji
leveren, Tnaar dan
kleurencombinatie.
kan een droom zijn voor een blonde vrouw,
kinderen zoo goed Hjn, worden door de meeaten
niet geapprecieerd.
„Ais we dan toch „vitamlnaas” moeten eten”
■egt Lies je altijd: „waarom dan geen gewone
sla?” Het is niet aan haar verstand te brengen,
dat er ook afwisseling In de menu’s moet zijn.
Oejukklg hebben se nogal goeden eetlust en gaar
de porties, ook als ae niet lekk^ bevonden wor
den, er tamelijk vlug In. Maar lang niet ieder
een kan van s’n kinderen hetselfde zeggen. Er is
heel wat vltamlnengetob op de diverge kinder
kamers!
Mijn indruk is altijd geweest, dat aflelden nog
het beste was. Ben sprookje, een gezellig mopje
op de gramophoon deden soms wonderen, vooral
In den tijd, dat se nog gevoerd werden.
Broer zit nu In de eerste klas en hjj hoorde In
bet godedlenstuurtje de juffrouw vertellen over
kleine verstervingen, die ook kindertjes van zijn
leeftijd gemakkeltjk konden doen.
Ik was in dien tijd in het gasthuis, dus at
paps met de klnders alleen. Het meisje had zijn
lievelingsgerecht klaargemaakt.
Broer zei niets.
In een record-tempo at hij zijn lepel spruitjes
op. schoof s’n bord bU en zei: „Geef mij nog
maar wat pappie”.
’s Avonds kwamen se mij nog even goeden
nacht zeggen. „Nu heb Ik toch een goed nieuw
tje voor je. moeder”, zei paps. „Broer houdt
Ineens van spruitjes!”
Broer, met een kleur als vuur, legde s’n bol
letje naast me op *t kussen en fluisterde in m’n
oor:
„Ik vind ze vrééeelljk naar, mammie, maar
Ik deed het voor jou, dat je weer gauw beter
mag worden!
Weet ge ook, wanneer een appel of peer
goed is om geplukt te wórden? Moeten ze
voor den handel dienen, dan moeten de
pitten ietwat beginnen te breinen. Wil men
ze zelf bewaren, dan probeert mert een
deukje te drukken dicht bij den steel. Ge
lukt dit, dan ia de vrucht plukrljp.
anvocr
IJL
7 run-
ukena.
>nt per
BO.OÖ—
e
t. »o-
soo—
oo per
icht«r»
I 10 00
itnersa
-30X0.
Goud-
II 00—
LS.OO—
Igndd
Kro-
Wllt ge uw bloemperkjes In het voorjaar
vol bloeiende bloemen hebben, voordat Be
gonia’s, Geraniums e.a. er in gezet moeten
worden? Zaai dan spoedig Muurbloemen,
Vergeet-mij-nietjes, Violen, Silenen en
Violieren. Verspeen ze nog einde Septem
ber en plaats ze op het bestemde perkje
1.00, 30
6X0—
.00. cl
ip XS,
io»t»rd-
«nzaad
en» gr-
100 kg.
veiling,
sn 10—
stuks,
ikooi I
stuks.
7DO,
rei S OO
nt per
1-00,
00 ba».
28 00.
—leso
den hals geeft ge knipjes Uit aan het
stiksel, waarna ge het oinkeert, de
naad goed op den kant neemt en het
tweede onderkantje tegen elkaar innaait.
In den schouder maakt ge twee knoops-
gaatjes, waarna ge aan den anderen kant
de knoopjes aanzet. Onderaan maakt g«
twee lusjes van band, terwijl ge aan den
anderen kant twee lange banden aanzet.
Deze worden door de lussen gehaald en op
den rug gestrikt. Zoowel op den voorkant
als op den achterkant van het frontje zet
ge een ankertje, zoodat ge dit bij eventueel
vuil worden om kunt keeren. Nogmaals
wijs ik U er op btj het aanvragen van een
patroon een enkele maat, zooals boven
wijdte, heupwijdte en lengte op te geven,
daar dit voor eenzelfden leeftijd zoo ver
schillend kan zijn.
euntjes voor sigaretten. De lucifers
sn^ilt den dop getrokken en ontvlam-
'dan meteen door het strijken langs
Nieuwe
fel-blauw enz. De kleuren door mij
geven zijn bij zwarte zijde t
mooi en geven een Oostersch effect. En dit
is juist wat ik beoogd heb; ik wil mijn
lezeressen eens zoo’n enkelen keer in een
Oostersche bloem om too veren; dat geeft
weer eens een pikante noot aan hun ver
schijning. Maar dat wil niet zeggen, dat
U nu uitsluitend zwarte zijde moet kiezen,
neen ook verschillende kleuren blauwe of
kan een prachtig resultaat op
wel met een andere
Een blauwe peignoir
mits men hem met licht- en goudgele zijde
bewerkt en een enkelen toets lichtroee aan-
brengt. Een rose peignoir wordt iets bij
zonders met zwarte en lichtblauwe bloe
men. Wilt U een artistiek Iets vervaardi
gen, neemt dan cltroen-gele zijde en houdt
al het borduurwerk in donkerblauw; *t is
seer mooi, maar ook zeer besmettelijk, maar
wellicht zijn er ook dames, voor wie dit
geen beswaar is. Maar ik geef de voorkeur
aan ons zwarte prachtstuk met zijn bonte
exotische fleur; hij brengt een stukje ro
mantiek uit een andere wereld en dat kan
misschien het evenwicht herstellen in onze
dagen van koude nuchtere zakelijkheid.
tii
Modekleuren zijn eigenlijk uit den booae.
Zoo gezellig als een bruin-met-oranje toi
letje zou opvallen tusschen twintig zwarte of
donkerblauwe dito's, zoo afgezaagd sn ver
velend wordt zoo’n zelfde jurk, als de heel»
dames-biidge at meisjesclub in bat oranje
bruin verschijnt.
Nog erger is bet met de huidige modekleur
paan. Paan la vooreerst een kleur die maar
weinig vrouwen goed staat. Zie je van nature
nog al rood, dan geeft paan gauw aan je ge
zicht iets vlammerigs, iets opgeblazens. Zie je
daarentegen bleek, dan aal paan Je nog valer
maken. Is je huidskleur tamelijk bruin, iets
wat bij groen bijvoorbeeld leuk zal staan, dan
aal je door de paarse kleur iets goors krijgen.
Wat nu te doen, als je een stoffen-wtnkel
betreedt, en de juffrouw komt, op je vraag
naar goed voor een aardig mlddagjurkje, met
„nur* paan aandragen. Je hartstochteltfk op
het hart drukkend dat paars nu eenmaal mode
is, en je verder aankijkend met een gezicht
van: „waag het niet een andere kleur te kie
zen!”
Vóór je op den lappenkoop uitgaat, moet je
eerst goed met jezelf uitmaken, welke kleur
je dit selaoen bet beste zal passen. Onder een
groene jas zou een paarse jurk afschuwelijk
staan, onder een grijze of zwarte daarentegen
heel goed. Je weet dus precies welke hoed, jas,
shawl, kousen, schoenen, taach en handschoe
nen je japonnetje sullen moeten completeeren.
en je gaat met een vast gevormd plan op weg.
Je laat je dan beslist niet zoo gauw uit het
veld slaan, wanneer de juffrouw je persé een
kleur wil opdringen.
Weet je precies wat je hebben wilt, zwarte
craquelé, groene afghalalne, grijs flowed, dan
is de keus natuurlijk heel gemakkelijk. Maar,
getuige de zoo dikwijls gedane vraag: „laat o
me maar eens iets zien," hebben de meeste
vrouwen geen vast plan in haar hoofd. Zij
vallen als eerste slachtoffers van een kleur
die haar niet staat, of een stof, die eigenlijk
al een beetje démodé is. maar door de ver
koopster handig wordt aangepraat Het beste
is dus niet luk-raak op een voordeelige coupon
of een „alleen deze week f 1B0 per meter” toe
te springen, maar van te voren allee ruim
schoots te wikken en te wegen.
Dan is ar een andere kans. Je hebt een
zwarte jas en zwart dopje, je bent in bet bezit
van grijs» slangen en zwarte glacé-leer schoen
tjes. je hebt een swarte, een grijze en een roode
tasch, je kunt dus iedere kleur kiezen die je
lijkt en staat.
Dan is er maar alleen sprake van de kwestie
„wat staat me”?
Je voelt in principe wd voor pasuz. Da mode
kleurt trekt toch altijd. Maarsou
paars je staan? Vraag aan de verkoopster even
een paarse lap, loop er mee naar den spiegel,
en houd de lap vlak onder je oogen. Bij een
kleur die werkelijk flatteert, gaan je oogen
schitteren, ae worden donkerder, er komt iets
tintelend» in de pupillen.
Neem deze proef bij daglicht als je op een
middag Juist uit bent, bij Phlllps-llcht als je
goed voor een avondjapon zoekt.
Er sjjn vooral bij blsuiwe oogen zooved kleu
ren die bepaald vloeken. Gebruik dit trucje, en
je neemt zeker niet de kleur die je misstaat.
RENÊE RENESSE
en laat de overige 18 voorloopig op
naald staan of men rijgt ze in ’n draad
Men breit op de 20 st. 1 toer aver. In den
volgenden toer op het eind van de naald
2 st. samenbr. Deze beide toeren 3 keer
herhalen en nog 1 toer r. breien. In den
daaropvolgenden toer laat men 8 st. op de
naald voor het afschuinen van den schou
der. De naald terugbrelen en den schouder
afkanten.
Het rechter voorpand wordt op dezelfde
wijze gebreid, hieraan tegenovergesteld
Men breit nu dus het randje van 1 r. 1 aver,
aan het begin van de r. toeren en men
kant af en «mindert voor het armsgat aan
het begin van de aver, toeren. In ’t rechter-
voorpand breit men geen knoopsgaten en
geen zakje.
De rug. 72 st. opzetten en 30 toeren 1 r.
1 aver, breien. Na den boord in eiken
8sten st. 1 st. meerderen tot de laatste 8
st. Er zijn dan 80 st. op de naald. Men breit
recht door in tricotst. tot aan de arms
gaten, waarvoor men aan weerskanten van
de naald 4 st. afkant en verder 1 st. min
dert om den anderen toer tot men nog 60
st. op de naald heeft. Dan breit men nog
23 toeren tot aan de schouders. Nu breit
men als volgt: 18 r., omkeeren en aver,
terugbreien. 2e toer: 15 r.. 2 samenbr., 1 r.
3e toer: 1 r., 8 aver., omkeeren. 4e toer:
8 r., 2 samenbr., 1 r. Afkanten.
Nu rijgt men van de overgebleven st. 24
st. op ’n draad voor het boordje en op de
overige 18 st. breit men den 2den schouder
als den eersten (tegenovergesteld).
Men naait de schoudernaden dicht en
neemt dan de steken langs de halsopening
op een naald, met den rechterkant van *t
werk naar zich toe; eerst de at. van het 1
rechter voorpand, 15 st. langs den schouder, 1
24 zt. van den rug, 15 st. langs den twee-
den schouder en de 16 st. van het linker-
voorpand Men breit hierop 8 toeren 1 r.
1 aver. In den 5den toer daarvan breit men
het laatste knoopgat. Stevig afkanten.
De mouwen. 18 st. opzetten en in tricot
st. breien. Aan *t einde van eiken toer zet
men 2 st. bij op tot men 58 st. op de naald
heeft. In den 9den toer daarna en in ei
ken volgenden 8sten toer mindert men 1
st. aan weerskanten van de naald tot men 1
44 st. overhoudt. Dan breit men 27 toeren
recht door. In den daaropvolgenden toer
na elke 8 at. 2 st. samenbr. en vervolgens
10 cM. 1 r. 1 aver, breien voor de manchet.
Men strijkt het breiwerk onder “n voch-
tigen doek, naait de mouwen in en de zij
naden dicht, 'zoomt den achterkant van t
borstzakje vast en nasüt de knoopen aan. i
DORA
olgens onderstaande beschrijving
wordt dit vest van den schouder ge
meten 36 cM. lang en onder de ar
men 65 c.M. wijd, wanneer men zóó breit,
dat men 6% steek krijgt van het uitgerekte
breiwerk op 2M cM.
Linker voorpand 42 st. opzetten en eerst
’n koord breien van 30 toeren 1 r. 1 aver.
In den 5den toer daarvan breit men het
eerste knoopsgat. Daarvoor breit men de
naald uit tot op 5 st. na. Dan slaat men
den draad om de naald, breit 2 st. samen
en breit de overige 3 st. Na 11 toeren
breit men weer 'n knoopsgat op dezelfde
manier.
Na de 30 toeren 1 r. 1 aver, breit men
verder in tricotst., dus r. aan den rechter
en aver, aan den linkerkant. Den eersten
en laatsten st. van de naald breit men
steeds r. Aan den knoopsgatenkant breit
men ’n randje van 10 st. 1 r. 1 aver.
In den Isten toer tricotst. meerdert
men in eiken 8sten st. tot aan de
laatste 10 st. Men heeft dan 46 st. op de
nagld. In den 7den toer na den boord breit
men weer *n knoopsgat. Men breit dan
recht door met *n knoopsgat in eiken 12den
toer tot men in het geheel 7 knoopsgaten
heeft gebreid. Dan breit men nog 3 toeren
en in den daaropvolgenden r. toer kant
men 4 st. af voor t armsgat. Om den an
deren toer breit men nu bij het armsgat
nog 2 st. samen tot men daar aldus 3 keer
heeft geminderd. Dan breit men in den
daaropvolgenden r. toer aldus: 1 r., 2
menbr., 6 r„ 7 keer: 1 r„ 1 aver., 7 r., 2 keer:
1 aver., 1 r., draad om de nasdd, 2 r. samen
br., 1 aver.. 2 r.
Volgende toer: 5 keer: 1 r., 1 aver., 6
aver.; 7 keer: 1 r., 1 aver., 7 aver. 1 r. Vol
gende toer: 1 r., 2 samenbr., 5 r., 14 st. af
kanten voor het zakje, verder r. en 1 r. 1
aver, voor *t randje.
Voor den achterkant van *t zakje 14 zt.
opaetten en 6H c.M. in tricotsteek breien.
Dan breit men weer verder op het voor
pand met de st. van t zakje Inplaats van
de 14 afgekante st. Men mindert nog 1 keer
voor het armsgat en breit verder recht door.
In den Men toer breit men weer *n knoops
gat. Daarna breit men nog 7 toeren. In
den daaropvolgenden toer breit man 30 st.
Ihei
het met phosfor bestreken papier,
vullingen zijn los verkrijgbaar en door het
losmaken van den schroefdop kan de oude
vulling van i>apler gemakkeljjk verwijderd
worden om de nieuwe er tusschen te zetten.
No. 10. een spateltje van stevig rubber
voor het verwijderen van etensresten uit
pannen en van borden, zonder dat men
deze kan beschadigen.
Tenslotte een nieuwe vinding om ver
stopping van afvoerbuizen in waschtafels
te voorkomen. Het zeefje kan gemakkelijk
schoongehouden worden.
rettig is het, als men naast enkele
L/ eenvoudige ochtendjaponnen één
A apart, elegant exemplaar bezit, want
•r zijn van die dagen, die wij, zonder elgen-
Jljk ziek te zijn, toch graag eens echt
jul in onzen gemakkelijken stoel of op
onze couch willen doorbrengen. Het klee-
(jen is ons te veel, Mies is te veel, daarom
maar onze ochtendjapon en.... belet ge
ven als er soms onverwacht visite zou ko
men opdagen. En zegt U nu zelf, komt die
juist dkn niet altijd? Belet geven? Ik
boud er niet van! Niet alleen dat ons be
zoek het soms allerongenadlgst opneemt,
maar wij doen ons zelf scha. Want juist
in onze vervelende of zorgenvolle uurtjes
kan een prettig babbeltje wonderen doen.
Pijntjes en kwaaltjes worden vergeten,
geestelijke moeheid wordt weggevaagd en
wij zien duizenden lichtpuntjes, daar waar
voorheen alles donker was. En nu kijkt
natuurlijk boos: „Maar kan ik dan ont
vangen in een afgedragen ochtendjapon?”
Neen, niet in een afgedragen, maar wel in
een ochtendjapon, mits.... het zoo’n ju
weeltje is als ohze teekening brengt. U bent
dan keurig netjes en ongetwijfeld zal uw
bezoekster U vleien: „Wat ben je beeldig,
zeg!” En een enkelen keer, na een bijzon
der vermoeienden dag of na een lange
wandeling, kunnen wij in dit prachtstuk
glippen en genieten van zijn gracieuze sier
lijkheid en zijn prettige, makkelijk zit
tende snit. Als wij er wat werk aan wil
len besteden, kunnen wij er iets heel aparts
van maken, zoodat onze peignoir meer be
wonderd zal worden dan onze kostbaarste
avondjapon en de charme die hij ons zal
verleenen is de moeite van het werken ten
volle waard. Kunnen wij voor onze gewone
ochtendjaponnen elke gewenschte stof ge
bruiken, voor dit bijzonder mooie model
kiezen wij zijde of fluweel. We hebben voor
het borduren onze zijde verwerkt en wel
diepzwart.
Het patroon bestaat uit twee, ver over
elkaar vallende voorpanden, rugpand en de
■eer wijde, doffende raglanmouwen. De
laatste hebben nog eens twee apart aan
gezette slippen. Deu sluiting vormen twee
dubbelgestlkte banden, welke naar de on
derkanten iets breeder uitloopen. Voor iet
wat geoefende handen is het al een heel
gemakkelijk model en zij die totaal onbe
dreven zijn in de schoone en nuttige kunst
van het „knippen", wel, laten zij voor een
luttel bedrag de onderdeden door hun
naaister laten knippen en het model dan
■elf verder in elkaar werken. Maar ook on
ze mevrouwtjes die zoo dolgraag dazen
peignoir zouden willen bezitten en dft dier
kunnen of willen met schaar en naald om
gaan, kunnen het knip- en naaiwerk aan
andere handen toevertrouwen en er dan ’t
borduurwerk zelf opbréngen. Makkelijker
is bet natuurlijk als men het borduurwerk
kan maken, als de onderdeden nog niet
in elkaar zitten, maar het gaat ook in het
andere geval. We hebben dan nu alle dee-
len geknipt voor ons liggen en zullen dan
maar beginnen bij het rechter voorpand
We teekenen een schuinen hoek met een
rijgdraad en werken hierlangs een ketting-
steek met goudgele, glanzende zijde. In
dezen hoek nu borduren wij bloemen in al
len vorm en grootte en in verschillende
kleuren: lichtblauw, diepblauw, lichtgeel
en goudgeel, zachtrose en diep-rose, een
enkele toets fel rood en oranje. De blade
ren worden heel zacht groen. Men werkt
met den plat-, steel-, feston- en ingrijp
steek. De vorm der bloemen is zeer een
voudig en daarom gemakkelijk zelf op te
teekenen. Ik heb ze op onze teekening nog
•ens apart duidelijk bljgegeven. Als de punt
geheel gevuld is, wordt het borduurwerk
van den verkeerden kant gestreken en het
voorpand terzijde gelegd. We krijgen nu de
•Uppen van de sluiting, die wij evenals het
volband met ’n hoek versieren, natuurlijk
hier een mmiatuurhoek. De slippen wor
den na het borduren gedubbela, zoodat de
achterkant mooi afgewerkt is. En nu komt
het grootste stuk werk; de mouwen. Ook
hier weer dezelfde bloemen, dezelfde kleu-
>en. Heel gemakkelijk is het, als men met
•en wit potlood de bloemen even teekent
en dan met een rijgdraad den omtrek na
tut En als dan de geheele mouw op deze
wijze Ingevuld is, kan men met het bor
duren beginnen. U moet er wel om denken,
om niet twee dezelfde kleuren naast elkaar
te werken; wel mag een bloem in twee
opeenvolgende tinten houden, b.v. licht- en
Wie eens voor de aardigheid heel mooie
vruchten wil oogsten, moet om de vol
groeide exemplaren papieren zakjes bin
den. Het papier moet tegen water bestand
zijn. Men moet de vrucht natuurlijk aan
den tak laten zitten.
■w t o. 1 toont U een volkomen opvouw-
rxl baren ligstoel; door de nog nimmer
A toegepaste staalconstructie is on
verwachts dichtklappen onmogelijk.
Uitgevoerd is deze stoel in gelakt beuken
hout met buizen van metaal en kleurechte
zitting. Voor automobiel, boot, kampeer-
tochten en uitnemend geschikt voor ge
bruik aan strand of bosch, door de uiterst
gemakkelijke manier waarop deze stoel
medegenomen kan worden!
No. 2 toont U den stoel geheel gevouwen;
no. 3 het smalle lederen koffertje waarin
hij medegenomen kan worden. No. 4 toont
U een antl-mot-box, waarin de kleeren,
wol en bont, gedurende de zomermaanden
veilig geborgen kunnen worden. Men kan
ze verkrijgen in practlsche kastmodellen,
waarin de kleeren kunnen hangen zooals
in de teekening te zien is. zoodat van kreu-»
ken geen sprake kan zijn.
Deze box met speciale anti-mot-vulllng
kan luchtdicht afgesloten worden.
No. 5. De allernieuwste schoenschraper
voor bemodderde schoenen, waarbij tevens
de zijkanten schoongemaakt worden.
No. 6, alumlnium-koffiefllter, welke past
op lederen pot.
No. 7, practlsche panboender met rubber-
stukje voor het losschrapen van etens
resten. De puntige vorm is zeer practisch
om overal tusschen te komen.
No. 8, een handig bakje vah bakelite, met
een klem om vast te zetten aan tafel, toon
bank, vensterbank of waar U maar wilt.
Het kan door den zakenman gebruikt wor
den voor berging van inpakelastiekjes en
voor de huisvrouw is het geschikt voor ver
schillende gebruiken, zooals voor brelbakje,
bloemenbakje enz.
s^No. 9, een luciferhouder met aschbakje
eff
ie In het gelukkige bezit van een
tuintje is, heeft meestal ook een
of meer heesters of bloemen te
verzorgen. Bloemen kweeken is een aan
trekkelijke bezigheid die den mensch steeds
vroolljk stemt, want men ziet zijn arbeid
steeds beloond met een mln of meer rijken
bloemenschat.
Onder de zaaibloemen heeft men een
groote keuze wat kleur, geur en grootte be
treft. Doch, bij de vaste planten heeft men
ook prachtige exemplaren, die, eenmaal
geplant, slechts om de twee of drie Jaren
moeten verplant worden en bemest. Het ia
dan ook aan te radeif naast zaaibloemen.
Indien men die niet wil missen, zich eenige
vaste planten te verschaffen.
Een der noodzakelijkste voorwaarden is.
dat voldoende licht en warmte aanwezig
Ï^Tn,^lfe*v^^^r\^nW-lfet
zijn slechts enkele bladplanten, die er zich
mede tevreden stellen. Evenzoo bestaat er
haast geen enkele plant of heester, die het
niet beter doet op het Zuiden of Westen
dan op het Noorden. Is de ligging van het
terrein zoo goed mogelijk, dan moet een
goede bewerking van den grond niet ach
terwege blijven. Deze moet men voos de
beplanting uitvoeren. Den bodem spit men
minstens twee spit diep om, doch de com
post of korte mest brengt men in de bo
venste laag. Is de grond zware klei, dan
moet hij lichter gemaakt worden door mest,
evenals lichte grond daarmee verbeterd
wordt. Voor hen, die een stadstuin hebben
is het niet altijd even gemakkelijk over
stalmest te beschikken. Dezen kunnen heel
goed turfmolm met kunstmest gebruiken;
de resultaten zijn ook bevredigend. Als
men vóór den winter de grondbewerking
reeds heeft uitgevoerd, dan kan men ge-
woonljjk met Maart al beginnen te planten.
Bij het uitplanten moet er wel om ge-,
dacht worden, dat men die planten, welke
het hoogst groeien in de achterste rijen
van het border plaatst, daarvoor minder
hooge en ten slotte de dwergplanten.
Wenscht men, dat de beplanting alles zal
vullen, dan zal men van sommige soorten
meerdere exemplaren moeten zetten om
straks als de planten tegen elkaar begin
nen op te groeien, een redelijke dunning
aan te brengen. Het voordeel van een bor
der, samengesteld uit vaste planten en
zaaibloemen, komt hierbij duidelijk uit.
Hoogopschietenden planten moet men ’n
steuntje geven, door ze te binden met een
raffia-bandje.
Ten slotte waarschuw ik nog tegen de
hooge verwachtingen, die men het eerste
jaar mocht koesteren van de bloemen
Deze moet men niet te hoog spannen, want
voor een krachtige ontwikkeling is meer
tijd noodig.
enomen maten: Heupwijdte 72 c.M.
broeklengte 32 cM. Men teekent
patroon op de aangegeven maten,
waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt.
Wanneer ge het op de stof legt moet ge af
voor zorgen, dat ge boven- en onderaan h.
broekje nog 4 c.M extra bijrekent voor
zoom. Verder wordt een gewone naad biF
geknipt. In het broekje maakt ge eerst de
zakken; voor eiken zak knipt ge twee als
op de teekening aangegeven stukken voe
ring. Ter hoogte van de accolade stikt men
aan weerskanten van de voering van den
zak een stukje stof op, zóó, dat de goede
kanten der stof op elkaar komen te liggen.
Dan kan de zak dichtgestlkt worden. Aan
den voorkant stikt ge de stof van de broek
en de stof van den zak tegen elkaar in. Dan
kunt ge den zijnaad opstikken, den voorkant
op den achterkant, uitgezonderd de 10 c.M.
voor den ingang van den zak. Van den voor-
naad stikt ge 7 c M dicht. Voor het splltje
wordt rechts een dubbel stukje aangezet,
stof en voering, in den vorm als op de
teekening is aangegeven, terwijl ge links
eerst een stukje voering tegenstikt en later
nog een stukje stof en voering, waar de
knoopsgaten Ingewerkt worden. Dan stikt
men den achtemaad, heupnaadje en ook
den kruisnaad dicht. Onderaan rijgt men
de breedte van den zoom in, bovenaan h
Inslag. De voertngbroek wordt in elkaar
gestikt. Alvorens de voerlngbroek in te
naaien, perst men eerst alle naden goed
uit; daarna worden de naden op elkaar ge
legd, rafels op elkaar. De bovenkant, de
onderkant der pijpjes en de voorkant van
het splltje worden tegengezoomd, waarna
ge bovenaan de groote knoopen aanzet
voor de bretelles, aan het splltje de kleine
knoopjes.
Voor het frontje knipt ge
vier van deze stukken uit ’t
flanel. De schouder is links
één c.M. hooger voor
overslag. Eerst stikt
aan één kant de belde schou-
demaadjes dicht. Dan wor
den de stukken met de goe
de kanten op elkaar gelegd,
waarna ge de zijkanten,
overslag, schoudertjes, halsje
en één der onderkanten
dicht kunt stikken. Langs