w G V I 1 Mei ri sir 3 een elegante, geborduurde PEIGNOIR DE MODEKLEUR Nieuwig- Uit de kinderkamer heden voor de Een mooi bloembed huisvrouw MATROZENPAK Gebreid jongens vest Nuttige wenken J 1 ■■■■iMMiiiiiHiniiiinigiiiuiiiM I Film Sport 8 >mxt«n 9 'sedryf IN HUIS EN HOF Eenige nieuwe modellen Blouses lienat OP VERZOEK Voor jongens van zes jaar 0TEL5 Lumber Jacket") $6 ii I Een schitterend exemplaar van de Iris, dat veel op een orchidee gelijkt O 07 'j DE WOUW E1V HAAR IfflUHSHOlUlttlMG X f 3 6 7 ’erwijk l 1O ETA TANGELDER n IIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIHIIIIinillll MATER FAMILIA8 alias de CL. »U onderstaande ANEMOON BOTANICUS A sa- oei» gevoerd L Staats, i de hee- Broer héét spruit jea Als hU uit school komt en de niet te vermijden koollucht door bet huls vaart, komt htf al met een sterk ópgetrokken wipneus da kinderkamer tflnnengestonnd: optce- bultengewoon den men ien per uk van er stuk f 1»— Lam* a f io 5—10, antipathie uit je kinderjaren vergeet je nooit. Toen ik in de kliniek kwam voor mijn oudste baby, was mijn eerste vraag: „Zuster, alles mag je me Ingeven, maar beloof me, gaan havermout, het liefst beetemaal geen pap. Natuurlijk kreeg Ik pap, maar de havermout is me tenminste bespaard gebleven I Broer sou het liefste van erwten en boonen leven. Spinasie, andijvie, stoofsla, alle groenten. wereld”. 7 30 uur. l-t. „Oh mama, we eten toch geen.... Nu wil het geval, dat paps Juist van varkens- rollade en spruitjes s’n lievelingsgerecht beeft genumkt, en hoewel we dit de eeuw van het kind noemen, gaat vader hier altijd vóór! Hier in huis geldt dseelfde regel als vroeger bij ons: Van alles moet gegeten worden, al is het maar één lepel. Ik zie me nog met mijn bord H. O. in de gang zitten! t Is gek, maar zoo’n le week •n door Wanna. gnrtar. Bont» BtJJJ ir 100 f*- rose ziji leveren, Tnaar dan kleurencombinatie. kan een droom zijn voor een blonde vrouw, kinderen zoo goed Hjn, worden door de meeaten niet geapprecieerd. „Ais we dan toch „vitamlnaas” moeten eten” ■egt Lies je altijd: „waarom dan geen gewone sla?” Het is niet aan haar verstand te brengen, dat er ook afwisseling In de menu’s moet zijn. Oejukklg hebben se nogal goeden eetlust en gaar de porties, ook als ae niet lekk^ bevonden wor den, er tamelijk vlug In. Maar lang niet ieder een kan van s’n kinderen hetselfde zeggen. Er is heel wat vltamlnengetob op de diverge kinder kamers! Mijn indruk is altijd geweest, dat aflelden nog het beste was. Ben sprookje, een gezellig mopje op de gramophoon deden soms wonderen, vooral In den tijd, dat se nog gevoerd werden. Broer zit nu In de eerste klas en hjj hoorde In bet godedlenstuurtje de juffrouw vertellen over kleine verstervingen, die ook kindertjes van zijn leeftijd gemakkeltjk konden doen. Ik was in dien tijd in het gasthuis, dus at paps met de klnders alleen. Het meisje had zijn lievelingsgerecht klaargemaakt. Broer zei niets. In een record-tempo at hij zijn lepel spruitjes op. schoof s’n bord bU en zei: „Geef mij nog maar wat pappie”. ’s Avonds kwamen se mij nog even goeden nacht zeggen. „Nu heb Ik toch een goed nieuw tje voor je. moeder”, zei paps. „Broer houdt Ineens van spruitjes!” Broer, met een kleur als vuur, legde s’n bol letje naast me op *t kussen en fluisterde in m’n oor: „Ik vind ze vrééeelljk naar, mammie, maar Ik deed het voor jou, dat je weer gauw beter mag worden! Weet ge ook, wanneer een appel of peer goed is om geplukt te wórden? Moeten ze voor den handel dienen, dan moeten de pitten ietwat beginnen te breinen. Wil men ze zelf bewaren, dan probeert mert een deukje te drukken dicht bij den steel. Ge lukt dit, dan ia de vrucht plukrljp. anvocr IJL 7 run- ukena. >nt per BO.OÖ— e t. »o- soo— oo per icht«r» I 10 00 itnersa -30X0. Goud- II 00— LS.OO— Igndd Kro- Wllt ge uw bloemperkjes In het voorjaar vol bloeiende bloemen hebben, voordat Be gonia’s, Geraniums e.a. er in gezet moeten worden? Zaai dan spoedig Muurbloemen, Vergeet-mij-nietjes, Violen, Silenen en Violieren. Verspeen ze nog einde Septem ber en plaats ze op het bestemde perkje 1.00, 30 6X0— .00. cl ip XS, io»t»rd- «nzaad en» gr- 100 kg. veiling, sn 10— stuks, ikooi I stuks. 7DO, rei S OO nt per 1-00, 00 ba». 28 00. —leso den hals geeft ge knipjes Uit aan het stiksel, waarna ge het oinkeert, de naad goed op den kant neemt en het tweede onderkantje tegen elkaar innaait. In den schouder maakt ge twee knoops- gaatjes, waarna ge aan den anderen kant de knoopjes aanzet. Onderaan maakt g« twee lusjes van band, terwijl ge aan den anderen kant twee lange banden aanzet. Deze worden door de lussen gehaald en op den rug gestrikt. Zoowel op den voorkant als op den achterkant van het frontje zet ge een ankertje, zoodat ge dit bij eventueel vuil worden om kunt keeren. Nogmaals wijs ik U er op btj het aanvragen van een patroon een enkele maat, zooals boven wijdte, heupwijdte en lengte op te geven, daar dit voor eenzelfden leeftijd zoo ver schillend kan zijn. euntjes voor sigaretten. De lucifers sn^ilt den dop getrokken en ontvlam- 'dan meteen door het strijken langs Nieuwe fel-blauw enz. De kleuren door mij geven zijn bij zwarte zijde t mooi en geven een Oostersch effect. En dit is juist wat ik beoogd heb; ik wil mijn lezeressen eens zoo’n enkelen keer in een Oostersche bloem om too veren; dat geeft weer eens een pikante noot aan hun ver schijning. Maar dat wil niet zeggen, dat U nu uitsluitend zwarte zijde moet kiezen, neen ook verschillende kleuren blauwe of kan een prachtig resultaat op wel met een andere Een blauwe peignoir mits men hem met licht- en goudgele zijde bewerkt en een enkelen toets lichtroee aan- brengt. Een rose peignoir wordt iets bij zonders met zwarte en lichtblauwe bloe men. Wilt U een artistiek Iets vervaardi gen, neemt dan cltroen-gele zijde en houdt al het borduurwerk in donkerblauw; *t is seer mooi, maar ook zeer besmettelijk, maar wellicht zijn er ook dames, voor wie dit geen beswaar is. Maar ik geef de voorkeur aan ons zwarte prachtstuk met zijn bonte exotische fleur; hij brengt een stukje ro mantiek uit een andere wereld en dat kan misschien het evenwicht herstellen in onze dagen van koude nuchtere zakelijkheid. tii Modekleuren zijn eigenlijk uit den booae. Zoo gezellig als een bruin-met-oranje toi letje zou opvallen tusschen twintig zwarte of donkerblauwe dito's, zoo afgezaagd sn ver velend wordt zoo’n zelfde jurk, als de heel» dames-biidge at meisjesclub in bat oranje bruin verschijnt. Nog erger is bet met de huidige modekleur paan. Paan la vooreerst een kleur die maar weinig vrouwen goed staat. Zie je van nature nog al rood, dan geeft paan gauw aan je ge zicht iets vlammerigs, iets opgeblazens. Zie je daarentegen bleek, dan aal paan Je nog valer maken. Is je huidskleur tamelijk bruin, iets wat bij groen bijvoorbeeld leuk zal staan, dan aal je door de paarse kleur iets goors krijgen. Wat nu te doen, als je een stoffen-wtnkel betreedt, en de juffrouw komt, op je vraag naar goed voor een aardig mlddagjurkje, met „nur* paan aandragen. Je hartstochteltfk op het hart drukkend dat paars nu eenmaal mode is, en je verder aankijkend met een gezicht van: „waag het niet een andere kleur te kie zen!” Vóór je op den lappenkoop uitgaat, moet je eerst goed met jezelf uitmaken, welke kleur je dit selaoen bet beste zal passen. Onder een groene jas zou een paarse jurk afschuwelijk staan, onder een grijze of zwarte daarentegen heel goed. Je weet dus precies welke hoed, jas, shawl, kousen, schoenen, taach en handschoe nen je japonnetje sullen moeten completeeren. en je gaat met een vast gevormd plan op weg. Je laat je dan beslist niet zoo gauw uit het veld slaan, wanneer de juffrouw je persé een kleur wil opdringen. Weet je precies wat je hebben wilt, zwarte craquelé, groene afghalalne, grijs flowed, dan is de keus natuurlijk heel gemakkelijk. Maar, getuige de zoo dikwijls gedane vraag: „laat o me maar eens iets zien," hebben de meeste vrouwen geen vast plan in haar hoofd. Zij vallen als eerste slachtoffers van een kleur die haar niet staat, of een stof, die eigenlijk al een beetje démodé is. maar door de ver koopster handig wordt aangepraat Het beste is dus niet luk-raak op een voordeelige coupon of een „alleen deze week f 1B0 per meter” toe te springen, maar van te voren allee ruim schoots te wikken en te wegen. Dan is ar een andere kans. Je hebt een zwarte jas en zwart dopje, je bent in bet bezit van grijs» slangen en zwarte glacé-leer schoen tjes. je hebt een swarte, een grijze en een roode tasch, je kunt dus iedere kleur kiezen die je lijkt en staat. Dan is er maar alleen sprake van de kwestie „wat staat me”? Je voelt in principe wd voor pasuz. Da mode kleurt trekt toch altijd. Maarsou paars je staan? Vraag aan de verkoopster even een paarse lap, loop er mee naar den spiegel, en houd de lap vlak onder je oogen. Bij een kleur die werkelijk flatteert, gaan je oogen schitteren, ae worden donkerder, er komt iets tintelend» in de pupillen. Neem deze proef bij daglicht als je op een middag Juist uit bent, bij Phlllps-llcht als je goed voor een avondjapon zoekt. Er sjjn vooral bij blsuiwe oogen zooved kleu ren die bepaald vloeken. Gebruik dit trucje, en je neemt zeker niet de kleur die je misstaat. RENÊE RENESSE en laat de overige 18 voorloopig op naald staan of men rijgt ze in ’n draad Men breit op de 20 st. 1 toer aver. In den volgenden toer op het eind van de naald 2 st. samenbr. Deze beide toeren 3 keer herhalen en nog 1 toer r. breien. In den daaropvolgenden toer laat men 8 st. op de naald voor het afschuinen van den schou der. De naald terugbrelen en den schouder afkanten. Het rechter voorpand wordt op dezelfde wijze gebreid, hieraan tegenovergesteld Men breit nu dus het randje van 1 r. 1 aver, aan het begin van de r. toeren en men kant af en «mindert voor het armsgat aan het begin van de aver, toeren. In ’t rechter- voorpand breit men geen knoopsgaten en geen zakje. De rug. 72 st. opzetten en 30 toeren 1 r. 1 aver, breien. Na den boord in eiken 8sten st. 1 st. meerderen tot de laatste 8 st. Er zijn dan 80 st. op de naald. Men breit recht door in tricotst. tot aan de arms gaten, waarvoor men aan weerskanten van de naald 4 st. afkant en verder 1 st. min dert om den anderen toer tot men nog 60 st. op de naald heeft. Dan breit men nog 23 toeren tot aan de schouders. Nu breit men als volgt: 18 r., omkeeren en aver, terugbreien. 2e toer: 15 r.. 2 samenbr., 1 r. 3e toer: 1 r., 8 aver., omkeeren. 4e toer: 8 r., 2 samenbr., 1 r. Afkanten. Nu rijgt men van de overgebleven st. 24 st. op ’n draad voor het boordje en op de overige 18 st. breit men den 2den schouder als den eersten (tegenovergesteld). Men naait de schoudernaden dicht en neemt dan de steken langs de halsopening op een naald, met den rechterkant van *t werk naar zich toe; eerst de at. van het 1 rechter voorpand, 15 st. langs den schouder, 1 24 zt. van den rug, 15 st. langs den twee- den schouder en de 16 st. van het linker- voorpand Men breit hierop 8 toeren 1 r. 1 aver. In den 5den toer daarvan breit men het laatste knoopgat. Stevig afkanten. De mouwen. 18 st. opzetten en in tricot st. breien. Aan *t einde van eiken toer zet men 2 st. bij op tot men 58 st. op de naald heeft. In den 9den toer daarna en in ei ken volgenden 8sten toer mindert men 1 st. aan weerskanten van de naald tot men 1 44 st. overhoudt. Dan breit men 27 toeren recht door. In den daaropvolgenden toer na elke 8 at. 2 st. samenbr. en vervolgens 10 cM. 1 r. 1 aver, breien voor de manchet. Men strijkt het breiwerk onder “n voch- tigen doek, naait de mouwen in en de zij naden dicht, 'zoomt den achterkant van t borstzakje vast en nasüt de knoopen aan. i DORA olgens onderstaande beschrijving wordt dit vest van den schouder ge meten 36 cM. lang en onder de ar men 65 c.M. wijd, wanneer men zóó breit, dat men 6% steek krijgt van het uitgerekte breiwerk op 2M cM. Linker voorpand 42 st. opzetten en eerst ’n koord breien van 30 toeren 1 r. 1 aver. In den 5den toer daarvan breit men het eerste knoopsgat. Daarvoor breit men de naald uit tot op 5 st. na. Dan slaat men den draad om de naald, breit 2 st. samen en breit de overige 3 st. Na 11 toeren breit men weer 'n knoopsgat op dezelfde manier. Na de 30 toeren 1 r. 1 aver, breit men verder in tricotst., dus r. aan den rechter en aver, aan den linkerkant. Den eersten en laatsten st. van de naald breit men steeds r. Aan den knoopsgatenkant breit men ’n randje van 10 st. 1 r. 1 aver. In den Isten toer tricotst. meerdert men in eiken 8sten st. tot aan de laatste 10 st. Men heeft dan 46 st. op de nagld. In den 7den toer na den boord breit men weer *n knoopsgat. Men breit dan recht door met *n knoopsgat in eiken 12den toer tot men in het geheel 7 knoopsgaten heeft gebreid. Dan breit men nog 3 toeren en in den daaropvolgenden r. toer kant men 4 st. af voor t armsgat. Om den an deren toer breit men nu bij het armsgat nog 2 st. samen tot men daar aldus 3 keer heeft geminderd. Dan breit men in den daaropvolgenden r. toer aldus: 1 r., 2 menbr., 6 r„ 7 keer: 1 r„ 1 aver., 7 r., 2 keer: 1 aver., 1 r., draad om de nasdd, 2 r. samen br., 1 aver.. 2 r. Volgende toer: 5 keer: 1 r., 1 aver., 6 aver.; 7 keer: 1 r., 1 aver., 7 aver. 1 r. Vol gende toer: 1 r., 2 samenbr., 5 r., 14 st. af kanten voor het zakje, verder r. en 1 r. 1 aver, voor *t randje. Voor den achterkant van *t zakje 14 zt. opaetten en 6H c.M. in tricotsteek breien. Dan breit men weer verder op het voor pand met de st. van t zakje Inplaats van de 14 afgekante st. Men mindert nog 1 keer voor het armsgat en breit verder recht door. In den Men toer breit men weer *n knoops gat. Daarna breit men nog 7 toeren. In den daaropvolgenden toer breit man 30 st. Ihei het met phosfor bestreken papier, vullingen zijn los verkrijgbaar en door het losmaken van den schroefdop kan de oude vulling van i>apler gemakkeljjk verwijderd worden om de nieuwe er tusschen te zetten. No. 10. een spateltje van stevig rubber voor het verwijderen van etensresten uit pannen en van borden, zonder dat men deze kan beschadigen. Tenslotte een nieuwe vinding om ver stopping van afvoerbuizen in waschtafels te voorkomen. Het zeefje kan gemakkelijk schoongehouden worden. rettig is het, als men naast enkele L/ eenvoudige ochtendjaponnen één A apart, elegant exemplaar bezit, want •r zijn van die dagen, die wij, zonder elgen- Jljk ziek te zijn, toch graag eens echt jul in onzen gemakkelijken stoel of op onze couch willen doorbrengen. Het klee- (jen is ons te veel, Mies is te veel, daarom maar onze ochtendjapon en.... belet ge ven als er soms onverwacht visite zou ko men opdagen. En zegt U nu zelf, komt die juist dkn niet altijd? Belet geven? Ik boud er niet van! Niet alleen dat ons be zoek het soms allerongenadlgst opneemt, maar wij doen ons zelf scha. Want juist in onze vervelende of zorgenvolle uurtjes kan een prettig babbeltje wonderen doen. Pijntjes en kwaaltjes worden vergeten, geestelijke moeheid wordt weggevaagd en wij zien duizenden lichtpuntjes, daar waar voorheen alles donker was. En nu kijkt natuurlijk boos: „Maar kan ik dan ont vangen in een afgedragen ochtendjapon?” Neen, niet in een afgedragen, maar wel in een ochtendjapon, mits.... het zoo’n ju weeltje is als ohze teekening brengt. U bent dan keurig netjes en ongetwijfeld zal uw bezoekster U vleien: „Wat ben je beeldig, zeg!” En een enkelen keer, na een bijzon der vermoeienden dag of na een lange wandeling, kunnen wij in dit prachtstuk glippen en genieten van zijn gracieuze sier lijkheid en zijn prettige, makkelijk zit tende snit. Als wij er wat werk aan wil len besteden, kunnen wij er iets heel aparts van maken, zoodat onze peignoir meer be wonderd zal worden dan onze kostbaarste avondjapon en de charme die hij ons zal verleenen is de moeite van het werken ten volle waard. Kunnen wij voor onze gewone ochtendjaponnen elke gewenschte stof ge bruiken, voor dit bijzonder mooie model kiezen wij zijde of fluweel. We hebben voor het borduren onze zijde verwerkt en wel diepzwart. Het patroon bestaat uit twee, ver over elkaar vallende voorpanden, rugpand en de ■eer wijde, doffende raglanmouwen. De laatste hebben nog eens twee apart aan gezette slippen. Deu sluiting vormen twee dubbelgestlkte banden, welke naar de on derkanten iets breeder uitloopen. Voor iet wat geoefende handen is het al een heel gemakkelijk model en zij die totaal onbe dreven zijn in de schoone en nuttige kunst van het „knippen", wel, laten zij voor een luttel bedrag de onderdeden door hun naaister laten knippen en het model dan ■elf verder in elkaar werken. Maar ook on ze mevrouwtjes die zoo dolgraag dazen peignoir zouden willen bezitten en dft dier kunnen of willen met schaar en naald om gaan, kunnen het knip- en naaiwerk aan andere handen toevertrouwen en er dan ’t borduurwerk zelf opbréngen. Makkelijker is bet natuurlijk als men het borduurwerk kan maken, als de onderdeden nog niet in elkaar zitten, maar het gaat ook in het andere geval. We hebben dan nu alle dee- len geknipt voor ons liggen en zullen dan maar beginnen bij het rechter voorpand We teekenen een schuinen hoek met een rijgdraad en werken hierlangs een ketting- steek met goudgele, glanzende zijde. In dezen hoek nu borduren wij bloemen in al len vorm en grootte en in verschillende kleuren: lichtblauw, diepblauw, lichtgeel en goudgeel, zachtrose en diep-rose, een enkele toets fel rood en oranje. De blade ren worden heel zacht groen. Men werkt met den plat-, steel-, feston- en ingrijp steek. De vorm der bloemen is zeer een voudig en daarom gemakkelijk zelf op te teekenen. Ik heb ze op onze teekening nog •ens apart duidelijk bljgegeven. Als de punt geheel gevuld is, wordt het borduurwerk van den verkeerden kant gestreken en het voorpand terzijde gelegd. We krijgen nu de •Uppen van de sluiting, die wij evenals het volband met ’n hoek versieren, natuurlijk hier een mmiatuurhoek. De slippen wor den na het borduren gedubbela, zoodat de achterkant mooi afgewerkt is. En nu komt het grootste stuk werk; de mouwen. Ook hier weer dezelfde bloemen, dezelfde kleu- >en. Heel gemakkelijk is het, als men met •en wit potlood de bloemen even teekent en dan met een rijgdraad den omtrek na tut En als dan de geheele mouw op deze wijze Ingevuld is, kan men met het bor duren beginnen. U moet er wel om denken, om niet twee dezelfde kleuren naast elkaar te werken; wel mag een bloem in twee opeenvolgende tinten houden, b.v. licht- en Wie eens voor de aardigheid heel mooie vruchten wil oogsten, moet om de vol groeide exemplaren papieren zakjes bin den. Het papier moet tegen water bestand zijn. Men moet de vrucht natuurlijk aan den tak laten zitten. ■w t o. 1 toont U een volkomen opvouw- rxl baren ligstoel; door de nog nimmer A toegepaste staalconstructie is on verwachts dichtklappen onmogelijk. Uitgevoerd is deze stoel in gelakt beuken hout met buizen van metaal en kleurechte zitting. Voor automobiel, boot, kampeer- tochten en uitnemend geschikt voor ge bruik aan strand of bosch, door de uiterst gemakkelijke manier waarop deze stoel medegenomen kan worden! No. 2 toont U den stoel geheel gevouwen; no. 3 het smalle lederen koffertje waarin hij medegenomen kan worden. No. 4 toont U een antl-mot-box, waarin de kleeren, wol en bont, gedurende de zomermaanden veilig geborgen kunnen worden. Men kan ze verkrijgen in practlsche kastmodellen, waarin de kleeren kunnen hangen zooals in de teekening te zien is. zoodat van kreu-» ken geen sprake kan zijn. Deze box met speciale anti-mot-vulllng kan luchtdicht afgesloten worden. No. 5. De allernieuwste schoenschraper voor bemodderde schoenen, waarbij tevens de zijkanten schoongemaakt worden. No. 6, alumlnium-koffiefllter, welke past op lederen pot. No. 7, practlsche panboender met rubber- stukje voor het losschrapen van etens resten. De puntige vorm is zeer practisch om overal tusschen te komen. No. 8, een handig bakje vah bakelite, met een klem om vast te zetten aan tafel, toon bank, vensterbank of waar U maar wilt. Het kan door den zakenman gebruikt wor den voor berging van inpakelastiekjes en voor de huisvrouw is het geschikt voor ver schillende gebruiken, zooals voor brelbakje, bloemenbakje enz. s^No. 9, een luciferhouder met aschbakje eff ie In het gelukkige bezit van een tuintje is, heeft meestal ook een of meer heesters of bloemen te verzorgen. Bloemen kweeken is een aan trekkelijke bezigheid die den mensch steeds vroolljk stemt, want men ziet zijn arbeid steeds beloond met een mln of meer rijken bloemenschat. Onder de zaaibloemen heeft men een groote keuze wat kleur, geur en grootte be treft. Doch, bij de vaste planten heeft men ook prachtige exemplaren, die, eenmaal geplant, slechts om de twee of drie Jaren moeten verplant worden en bemest. Het ia dan ook aan te radeif naast zaaibloemen. Indien men die niet wil missen, zich eenige vaste planten te verschaffen. Een der noodzakelijkste voorwaarden is. dat voldoende licht en warmte aanwezig Ï^Tn,^lfe*v^^^r\^nW-lfet zijn slechts enkele bladplanten, die er zich mede tevreden stellen. Evenzoo bestaat er haast geen enkele plant of heester, die het niet beter doet op het Zuiden of Westen dan op het Noorden. Is de ligging van het terrein zoo goed mogelijk, dan moet een goede bewerking van den grond niet ach terwege blijven. Deze moet men voos de beplanting uitvoeren. Den bodem spit men minstens twee spit diep om, doch de com post of korte mest brengt men in de bo venste laag. Is de grond zware klei, dan moet hij lichter gemaakt worden door mest, evenals lichte grond daarmee verbeterd wordt. Voor hen, die een stadstuin hebben is het niet altijd even gemakkelijk over stalmest te beschikken. Dezen kunnen heel goed turfmolm met kunstmest gebruiken; de resultaten zijn ook bevredigend. Als men vóór den winter de grondbewerking reeds heeft uitgevoerd, dan kan men ge- woonljjk met Maart al beginnen te planten. Bij het uitplanten moet er wel om ge-, dacht worden, dat men die planten, welke het hoogst groeien in de achterste rijen van het border plaatst, daarvoor minder hooge en ten slotte de dwergplanten. Wenscht men, dat de beplanting alles zal vullen, dan zal men van sommige soorten meerdere exemplaren moeten zetten om straks als de planten tegen elkaar begin nen op te groeien, een redelijke dunning aan te brengen. Het voordeel van een bor der, samengesteld uit vaste planten en zaaibloemen, komt hierbij duidelijk uit. Hoogopschietenden planten moet men ’n steuntje geven, door ze te binden met een raffia-bandje. Ten slotte waarschuw ik nog tegen de hooge verwachtingen, die men het eerste jaar mocht koesteren van de bloemen Deze moet men niet te hoog spannen, want voor een krachtige ontwikkeling is meer tijd noodig. enomen maten: Heupwijdte 72 c.M. broeklengte 32 cM. Men teekent patroon op de aangegeven maten, waarna ge het op de vaste lijnen uitknipt. Wanneer ge het op de stof legt moet ge af voor zorgen, dat ge boven- en onderaan h. broekje nog 4 c.M extra bijrekent voor zoom. Verder wordt een gewone naad biF geknipt. In het broekje maakt ge eerst de zakken; voor eiken zak knipt ge twee als op de teekening aangegeven stukken voe ring. Ter hoogte van de accolade stikt men aan weerskanten van de voering van den zak een stukje stof op, zóó, dat de goede kanten der stof op elkaar komen te liggen. Dan kan de zak dichtgestlkt worden. Aan den voorkant stikt ge de stof van de broek en de stof van den zak tegen elkaar in. Dan kunt ge den zijnaad opstikken, den voorkant op den achterkant, uitgezonderd de 10 c.M. voor den ingang van den zak. Van den voor- naad stikt ge 7 c M dicht. Voor het splltje wordt rechts een dubbel stukje aangezet, stof en voering, in den vorm als op de teekening is aangegeven, terwijl ge links eerst een stukje voering tegenstikt en later nog een stukje stof en voering, waar de knoopsgaten Ingewerkt worden. Dan stikt men den achtemaad, heupnaadje en ook den kruisnaad dicht. Onderaan rijgt men de breedte van den zoom in, bovenaan h Inslag. De voertngbroek wordt in elkaar gestikt. Alvorens de voerlngbroek in te naaien, perst men eerst alle naden goed uit; daarna worden de naden op elkaar ge legd, rafels op elkaar. De bovenkant, de onderkant der pijpjes en de voorkant van het splltje worden tegengezoomd, waarna ge bovenaan de groote knoopen aanzet voor de bretelles, aan het splltje de kleine knoopjes. Voor het frontje knipt ge vier van deze stukken uit ’t flanel. De schouder is links één c.M. hooger voor overslag. Eerst stikt aan één kant de belde schou- demaadjes dicht. Dan wor den de stukken met de goe de kanten op elkaar gelegd, waarna ge de zijkanten, overslag, schoudertjes, halsje en één der onderkanten dicht kunt stikken. Langs

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 13