den dag aeïAaal aan Met twee kameraadjes op avonturenreis I Gidsen van Rome het Vaticaan en H I F 250. F 750. H den telefoon-abonné's zoo prettig mogelijk te maken, hierbij de verfijndste methodes toepas send van de vindingrijkste „raadsel-ooms" der volksbladen. I De inbreker moeoer. euiur,. wat ik zegge wil, zorg maar, dat DONDERDAG 6 JUNI 1935 Buchan Gouden'stem Laatste tocht der Do-X Een witte Sahara Nieuwe autobussen 3 Mysterieuze inscripties in de Sahara De koningin van Tristan da Cunha Van tyd tot tyd deelt zy klappen uit GEEN DORRE, DROGE OPSOMMINGEN I tot werken door beenen of beide oogen MJ verüea wan een bana mz voet at een mk „Glazen millionnair” U» het vaderlijk huis” DOOR BERTHA RUCK Een by zond er goed geplaagd werkje van Mgr. J. O. Smit en dr. R. R. Poet AT T U A P ANNÜ’Q mt bl*d 0111 m&e*olge.<le verzekeringsvoorwaarden tegen E* MJ levenslange geheels ongeschiktheid /Al sl «r« rLDV/li 1 w X-4 O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen 1 f o** verlies van belde armen, belde beenei AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL I. als je nog. In Zacht fluisterde ae: Ais je ui onder water (Wordt vervolgd). I kombuis en daar moest Pietje voor straf een heele bak bol uien schoon maken. het boek bü bruikbaarheid De kok kwam het eerst weer boven. Direct ging hü op soek naar Pietje dien hü ervan verdacht, de hand in het spel te hebben ge- gehad Hij vond hem over de reeling staan kijken. „Haaaa, schavuit.” bulderde de woe dende man. ..Daar heb ik je. Ga maar eens gauw mee dan zal ik je leeren om bananen schillen op dek' neer te gooien." Hoe Pietje ook betoogde dat de kok het zelf gezegd had, bet gaf niets. De kok nam hem mee naar de et bestuur der Engelsche posterijen waaronder ook de telefoon ressorteert is er sinds 'n jaar of twee op uit het Het waren er wel zestig! Al heel gauw be gonnen zijn oogen te tranen alsof hij groot verdriet had. Juist dacht hij er over om er maar mee op te houden toen de deur op een kiertje open ging en Wletje met' een kom metje water voorzichtig binnenkwam. Ryan kleine engeltje en deze ty- In New York overleed dezer dagen de million- naii Kendal, bekend onder den naam van den „glazen MUlionnair". Kendal had op twlntigjarigen leeftijd bij een sportoefening twee ribben gebroken; nauwelijks hersteld viel hij van het paard en brak zijn lin kerhand. Door deze snel op elkaar volgende on gelukken raakten de hersenen van Kendal in de war; hij werd bezeten door het idee fixe, dat zijn lichaam zoo broos was als glas. Sinds 1911 nam deze waanideee voortdurend krasser vormen aan. Om zich voor de gevaren, die hem van'wege zün broosheid dreigden, te beschermen, liet Kendal een huis bouwen, waar van de wanden en vloeren met gummi bekleed waren. Op alle meubelstukken en op de kanten daarvan waren luchtkusaens bevestigd. Wanneer hij uitging, moest hij n’importe welk jaargetijde het was, door zijn kamerdienaar in een gewatteerde jas gehuld worden, die hij al leen thuis uittrok. Kendal at uitsluitend van gummiborden ook zijn auto was van binnen met een dikke laag watten bekleed. zijn, aangezien Hollywood voor gouden stemmen meer betaalt dan de Postmaster General. En de „Volmaakte Telefoon Abonné" zal weldra ..binnen" zijn door al de artikelen die hjj voor Zondagsbladen schrijven mag over den gouden standaard. Indië, een luchtconventie, Wimble don, Latijn of geen Latijn op de openbare scho len. Engeland als toeristenland, godsdienst en wetenschap. v Ik weet niet wat gjj in Holland denkt, wan neer het weer in Mei Is zooals wij het nu een paar weken lang gehad hebben, aldus verzucht onze Londensche correspondent. Maar wij, in Engeland, denken aan Buchan Alexander Buchan. Beginnen wij in de eerste helft van Mei te rillen, stoken wij dag in dag uit onze haardvuren ofschoon het om negen uur in den avond nog lléht is. zien wij het jonge groen weer inkrimpen, en de bladen van de heesters bruin worden, vermoord door de nachtvorst dan zeggen wij Buchan”, en schikken ons fa talistisch in het onvermijdelijke. Wij beschouwen Buchan bijna als den „uit vinder” van de koude periodes, waarop Mei ons pleegt te onthalen. Dit is overdreven. Maar hij is er dan toch de ontdekker van. En hij beeft het nooit zoo kwaad bedoeld. Deze Schot was geen weer-profeet. Maar in meteorologische kringen was hij bekend door de vergelijkingen die hij maakte tusschen de feite lijke weersverschijnselen en de oude ..lore” van het weer. Het was een soort wetenschappelijke knutselarij, maar de resultaten waren belang- rijker dan men vermoedde toen hij In 1907 (ge durende een van zijn eigen „koude periodes") tamelijk onbekend stierf. Het zou twintig jaren duren alvorens zijn naam bekend werd bij het publiek. In 1927 en 1928 werden in het Parle ment debatten gehouden over het vaststellen van een „vasten datum voor Paschen". Een der voornaamste bezwaren welke, ook door de re- geering. te berde gebracht werden was dat tus schen 9 en 15 April (de periode welke voor den „vasten datum” genoemd werd) meestal Bu chan's „Tweede Koudeperiode" woedde. De wet werd ten slotte aangenomen, doch zal niet in werking komen alvorens Rome en de andere Christelijke kerken tot het instellen van een vasten datum besluiten. mate aan de gezicht In de laatste dagen der maand Mei heeft het in de onmetelijke Sahara nogal gespookt. Ontzettend waren de sneeuwstormen, welke over de zandvlakten woedden, hetgeen iets wonderbaarlijks is, als men weet, dat de maand Mei in de Sahara meestal ondraaglijke hitte brengt. De bjjgeloovige Arabieren zagen in den sneeuwval een onheilspellend voorteeken van groote dingen, welke zouden gebeuren. Talrijke schapen zijn in de koude nachten doodgevro ren, ook hun herders werden dood gevonden. Lang bleef de Saharasneeuw echter niet lig-, gen, want nauwelijks wierp de zon haar eerste stralen over de zandwoestijn, of de sneeuw smolt in enkele minuten tijds. terwijl het sneeuw water al spoedig door den drogen grond werd opgezogen. keek toe en kon niet nalaten, den losbol en zijn werk met bewondering te slaan. Zóó zien vrouwen mannen aan het werkeen harde karwei, ze in zweet of stof verrichten, en die tegelijkertijd hun hersens en spieren op de Het is thans op zoek naar het „Meisje met de gouden stem” dj. de telefoonjuffrouw, wier klankrijke stem het duidelijkst en wellui- dendst aan 't andere eind van den draad waar neembaar is. Tegelijkertijd zal de „volmaakte telefoonabonné” opgespoord worden. Aan elk telefoonbureau met meer dan 50 en hoogstens 250 abonné's zullen de beambten één „volmaakten abonné" uitkiezen, en verder: aan bureaux met hoogstens 1000 abonné's 2 „VA.’s”; aan bureaux met hoogstens 2000 abonné’s 3 „VA.’s”; aan bureaux met hoogstens 5000 abonné's 4 „VA.’s”: aan bureaux met meer dan 5000 abonné's ‘5 „V.A.’s". De namen der uitverkorenen zullen opgezon den worden naar het hoofdbureau der Poste rijen te Londen, dat vervolgens een .all-Eng- land" wedkamp zal houden. De held of heldin die de zegepraal behaalt zal uitgenoodigd wor den om in Juni aanwezig te zijn bij de .finale” van den Gouden Stem wedstrijd te. Londen met vergoeding van eerste klasse reis en volledige verblijfkosten. Hij (of zij) zal zitting hebben in een „jury” van vijf personen, samengesteld uit bekende personen uit de wereld der letteren, der too- neelspelers en den handel. Ondertusschen hebben provincie-gewijs de wedstrijden 'van de „Meisjes met Gouden stemmen” plaats gehad; de „seml-finaUsten" komen in de King George V-Hall van het Londensche hoofdpostkantoor bijeen om ten overstaan van bovengenoemde jury den eindstrijd te leveren. De elnd-over- winnares (met de gouden stem) en de „vol maakte abonné" (die voornamelijk beoordeeld wordt naar zijn toeschietelijke hoffelijke tele- foonmanieren) worden ten slotte gehuldigd, en krijgen eereprijzen. In een communiqué deelt het bestuur der Posterijen mede, dat deze groote wedkamp ge houden wordt omdat het voor den goeden gang van den dienst vooral noodlg is dat samen werking heerscht tusschen telefoonbeanabten en publiek. Een duidelijke goed verzorgde stem voorkomt veel prikkelbaarheid bij den abonné; aan den anderen kant werkt hoffelijkheid der abonné’s zeer gunstig op de stemmen der telefoonjuffrouwen. Wij nemen gaarne aan dat dit waar is. Alleen vreezen wij dat de telefoondienst zijn .Juf frouw met de gouden stem” weldra kwijt zal houden, veel beter gaan. Dan geen traantjes komen! Dikke man mij niet mogen zien. Daag! En weg was ze weer. Pietje volgde haar raad op en ja, het was een heel goed middel. In 'n wip was Pietje met den heelen bak klaar en bracht hem naar den kok, die hem plagerig vroeg: Heb je lekker gesjimpt, joggle? Maar Pietje gaf geen antwoord en rende de kombuis uit, naar Wletje toe, die hjj bjj den hofmeester vond. „Hier, pak an,.... nee. nou geen gezanik dat ken ik voor een arreme drommel nog wel missen.nee. leg nou niet te klessen. je houdt Sinds gerulmen tijd verwekten merkwaardige rotsteekenlngen van dieren en menschen. raad selachtige figuren, cirkels, kwadraten, kruisen, strepen en punten, die men in de Sahara ge vonden heeft, de belangstelling van reizigers en onderzoekers. Men deed deze ontdekking op verschillende plaatsen over een afstand van dui zenden kilometers. Er waren 500 van dergelijke rotsteekenlngen gepubliceerd en de Italiaansche expeditie van het vorige jaar beef ter nog 220 stuks aan toegevoegd, zooals „Die Umschau" mededeelt. Ieder was t er over eens, dat het hier om een teeken-taal ging, doch men kon het ge heim niet onRaadaelen. De oplossing was daar om zoo moeilijk, omdat de steenen. waarop de teekeningen aangebracht waren, in ouderdom zeer van elkander afweken Sommige konden naar den graad van verwering ongeveer 2000 jaar oud zijn, terwijl het bij andere scheen alsof ze pas ingegrift waren. Er leeft in de Sahara een Berberstam, de Toearegs. Dat zijn nakomelingen van de oude Normldiërs; zü spreken naast de algemeen» Arabische omgangstaal ook nog de oude, oor spronkelijke Berbertaal. die zij zelf nog kunnen schrijven. Met een harden steen of de punt van een dolk worden de teekens van deze oude taal op dezelfde manier in de rotsen gegrift als hun-^ voervaderen dit voor 2000 jaar deden. „Tifinagh" heet dit schrift bij hende vertaling van dit woord luidt: letter. De vrouwen zijn de schrijfkunst het beet machtig, en de taalvorschers zijn dan ook bij het vervaardigen van woordenboeken en gram matica’s het meest door haar geholpen. Ten slotte is men er na veel pogingen in geslaagd de telkens terugkeerende teekens als letters van een alfabet te ontraadselen. Uit de vertaling van de inscripties bleek, dat het grafopschriften waren, verder aanteekenin- gen van den stamboom van een stamvorst ot soms ook een soort wegwijzer voor de volgende karavaan. Zelfs verhalen deze steenen van ■s menschen persoonlijke wederwaardigheden. er ook wei van houden. En wat ze met andere mannen bedoelde, was eigenlijk: alle mannen samengevat in één man, Paul Dampier. De anderen bestonden slechts vaag en ze gaf zich ook geen rekenschap, dat, als ze hem niet ont moet had, zij mogelijk wel op den jongen Pieter Ryan verliefd zou zijn geworden. Na eenigen tijd had hij haar gezegd, hem gewoon weg Pieter te noemen. Zij weigerde. Hij drong aan: „Ik zou alles voor u willen doen. Indien u mij deze gunst zou willen bewijzen.” En Gwenna had geantwoord: „Goed dan. als ik ooit heel erg uw diensten noodlg heb, dan zal ik er aan denken." „En kan ik werkelijk nu niets voor u doen?” was zijn verwijt op den toon van een echten flirt, die soms meer verteederend kan klinken, dan de welgemeende uiting van een verliefde. Een zweem van dien fllrtklank was ook in Gwenna’s toon gekomen dezer dagen. Ja. half onbewust had zij veel geleerd van Pieter Ryan. „Zeg. juffrouw Gwenna, hoor eens!” Het roest-kleurige hoofd van Ryan piepte om de deur der vleugelafdeellng waar Gwenna. alleen zijnde, bezig was, om uit een groot blik haar pannetje met gom te vullen. „Kom eens, eventjes maar." „Te druk. Geen tijd!” zei Gwenna kortaf. ..Niet heel, heel eventjes, om te kijken, hoe behendig ik het zal klaar spelen, om Dam pier's machine van den vrachtwagen af te laden?” In een wip zette Gwenna pan en blik neer, en kwam met haar .schort voor, in den frisschen vind en den zonneschijn ran da binnenplaats, De bemanning van de K XVm heeft op haar wereldreis heel wat gezien. Vooral op ’t eiland Tristan da Cunha, gelegen in den Zuidelijken Atlantischen Oceaan, zijn voor de vreemdelin gen nog een massa rariteiten. De ongekroonde koningin van dit land is de 24-jarige Prances Repetto. voor wie iedereen op het eiland het grootste ontzag heeft. Frances Repetto is een vrouw, die altijd op het eiland heeft gewoond. Toen zij zeven Jaar oud was. stierf haar vader en werd zij tot ko ningin van Tristan da Cunha uitgeroepen, of juister gezegd: als zoodanig beschouwd. Zij huwde het vorig jaar. doch reeds enkele maan den na haar huwelijk verdronk haar echtge noot in een rivier, tijdens een vischvangst. Sedert dien regeert Prances Repetto geheel alleen over het eiland en zelfs de meest woeste bewoners zouden haar niet durven tegenspre ken of beleedlgen. Zoo een van haar stafbe- dienden het waagt, brutaal tegen de vorstin te zfjn. dan geeft zij hem eenvoudig een draai om de ooren, ofwel zij stampt zoo kwaadaardig met haar kleine voetjes op den grond, dat de ruzie al spoedig wordt bijgelegd. De Noorsche woudjager Lars Christensen heeft nog niet lang geleden een onderhoud met koningin Repetto mogen hebben. De typische bijzonderheden, welke de koningin over zich zelf en haar eiland vertelde, heeft de reiziger opgeschreven in een interessante reisbeschrij ving. stoelen of banken te steken. Hij bepaalde zich niet tot bewonderende blikken. Voordat er een week voorbij was. had hjj Gwenna ingelicht, dat zij een groote weldoenster was, om zoo iets heerlijks als haarzelf'te brengen in die smerige, olieachtige, nare werkplaatsen; en dat hU het eeuwig Jammer vond, dat een meisje met sulke mooie, lieve vingertjes die vieze vernis'' han teerde; en dat hij zich grootelijks verbaasde, dst zij niet aan het tooneel gegaan was. .,Ik ben niet aan het tooneel gegaan, om dat üt niet kan tooneelspelen.” antwoordde Gwenna eenvoudig. „Maar dat heeft er heelemaal niets mee uit te •taan.” riep de Jongeman vrooliJk uit ,,A1 wat die actrices te doen hebben, is slechts: mooi te *ün. En daarin spant u de kroon I" „O. wat een nonsens, mijnheer Ryan!" zei het meisje, meer in haar schik dan ze zelf wilde bekennen, terwijl ze het gekrulde kopje fier ophief als een goudbruine tulp op haar stevigen ■tengel. „Neen, ik dank u wel, ik wil niet aan het tooneel.’* Maar het is ook een genoegen, zoo schrijft onze Romeinse he correspondent. Want een gids oogst een weerslag van de vreugde, die de door hem gegidste reizigers smaken. Hü oogst soms ook een ietwat ongeproportioneerde dankbaar heid. alsof hjj den Palatün en het Colosseum expresselijk zelf gemaakt heeft. En dat is ten slotte toch goed. Want wat is een monument zonder toeschouwer ot een toeschouwer zon der monument? Zij zijn op elkander aange wezen en het is de gids, die hun bestemming verwerkelijkt. Men kan hem dan ook, wanneer hü zün kudde langs een verborgen weg on verwachts voor een verrassend schouwspel zet, even quasi-bescheiden zien glimlachen als een beeldhouwer bü de onthulling van zün werk. Ik heb daarom altüd gedacht, dat het een genot moet zün een reisgids te schrüven. De schrüver van een reisgids vermenigvuldigt zich; hü kan honderden tegeHjk onder den arm ne men en dan een naar de grotten van Sint Pieter brengen, terwül hü met den ander langs de Via Appia wandelt. En als de gids goed is. zügen hun zegeningen voortdurend als een wel dadige regen over hem neer. Baedeker, de her der der volken, verdient ongetwüfeld een stand beeld op elk spoorwegknooppunt. Rome is natuurlük. ook de bakermat van de geschreven reisgidsen. De eerste dateert van omstreeks het Jaar 800 en is kort en weten- schappelük, maar dan volgen spoedig de gid sen vol wonderbaarlükheden. die dan ook de „wonderen van Rome" heeten. Zü vertellen vaak meer legenden dan geschiedenis. Het ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius, dat nog altüd op het kapitool stond, wordt het beeld van een boer, die den koning bü zün „be hoefte" verraste en gevangen nam. In den gouden kogel boven op de Vaticaansche obelisk, zoo zeggen zü, rust de asch van Caesar, die van daaruit nog de wereld beheerscht. En zü ver tellen van de zeventig standbeelden der vol keren, die op het kapitool stonden, elk met een balletje om den hals, dat begon te rinkelen als het volk in opstand kwam.. Van een modernen reisgids verlangt men op de eerste plaats, dat hü precies is. De jaar tallen, die hü vermeldt, de hoogte van de torens en de lengte van de wegen, de prüs van de huurkoetsjes en de openingsuren van de musea moeten sluiten als een bus. De mo derne reisgidsen gaan dan ook meer en meer op een spoorboek gelijken; zü bieden dorre op sommingen van zakelüke gegevens en uiten hun geestdrift, of de geestdrift die zü van de lezers verwachten, op zün hoogst nog door één of twee sterretjes tusschen den tekst. En dit is mJ. een gebrek. Het geluk van het reizen bestaat niet in een vermeerderde zaak kennis. maar in de verwondering en de be wondering. De reiziger heeft daar recht op en de gids moet hem daartoe helpen, door niet enkel een mechanische opsomming te geven van de wetenswaardigheden, maar althans met een enkel woord ook zün gemoed te openen voor het wonder. Ik vind dat de gids van Rome, die door mgr. J. O. Smit en dr. R. R. Post is geschre ven, in dit opzicht büzonder goed geslaagd is. De schrüvers hebben, trots de dichtopeenge- drongen stof en bü alle volledigheid en precisi- teit. toch den toon van het spoorboekje weten te vermüden en er iets menschelüks. iets har- telüks in gehouden. De illustraties werken daartoe mee en door deze beide factoren vormt het boekje ook een reisherinnering, waarin men thuis nog eens kan nabladeren wat men heeft beleefd. MJ. is dit een waardevolle eigenschap, die een evenwaardige practische en betrouwbaarheid gunstig van andere gidsen onderscheidt. Ik meen dan ook, dat de schrüvers goed zouden doen, bü "n nieuwen druk dit karakter nog sterker tot uit drukking te brengen. Een andere gids, die allang op mün schrüf- tafel ligt om een reisgids te recenseeren moet men hem niet lezen, maar beproeven gaat -van een gansch ander gezichtspunt uit. Het is een gids van het Vaticaan, geschreven door den secretaris van bet Govematoraat (men zou kunnen zeggen den gemeentesecretaris Maar sinds 1929 kent men Buchan, en het is merkwaardig dat vóór men aan dezen weten- schappelüken ploeteraar dacht. Met veel min der gekenmerkt scheen te worden door die koudeperiodes, welke als „laatste stuiptrekkin gen" van den winter zün. Ze zullen er de meeste jaren wel geweest zün. maar men schonk er niet al te veel aandacht aan. Maar wanneer er sinds 1929 in Mei een gure dag aanbrak, dan jammerden wü: „O, daar is Buchan! Wü zün er voor minstens een week bü-’’ En wü waren er voor minstens een week bü Suggestie speelt ook hierbü een belangrüke roL Wü kunnen het weer niet anders maken dan het is. Maar veel hangt toch af van de manier waarop wü op het weer mooi of leelük reageeren. In de groote steden van Italië heeft men proeven genomen met zeer moderne en tevens zeer omvangrüke autobussen, welke de .D-trein der automobielen" worden genoemd. Deze bus- sen bestaan uit twee wagens, een tractor en een aanhangwagen, welke ongeveer even groot zün en vlak achter elkaar zün gekoppeld. De belde wagens kunnen 120 passagiers tezamen bergen. De deuren der wagens worden auto matisch geopend en gesloten, zoodra de motor zich in beweging zet. De bussen kunnen een snelheid van 100 kilometer bereiken. Wanneer de proeven met deze machtige autobussen succes hebben, dan zal men ook eet- en slaapwagens in deze automobielen bü- voegen. der Vaticaansche Stad) Leone Gessi en geti teld ,J4ella Casa del Padre", dl. „In het Vader - lük huis." Het is bet omstandig verhaal van een bezoek, dat twee kinderen aan het Vati caan brengen, gegidst door hun vader en door diens vrienden, die zü er ontmoeten. Hier zün het werkelijk de wonderbaarlükheden van het Vaticaan, door klnderoogen gezien. Maar het origineele van dit boek is. dat Aet tegelük een heelen cursus vormt in kunstgeschiedenis, kerkgeschiedenis en apologie. De vrienden, die papa ontmoet en de familie, bü wie zü logeeren, vóeren voor de ooren van de twee kleinen lange en wijze gesprekken. Een .monseigneur”, een „commandeur" en een „ridder” in Italië noemt men dengene. die een lintje heeft, ook in het dagelüksche leven „ridder" geven hun kennis en hun persoon - lÜke opinies en herinneringen ten beste aan de jeugdige toeschouwers, zoodat om de monu menten en kunstwerken heen de heele betee- kenis zich afteekent. In zün typisch Itallaan- schen trant heeft dit boek de verdienste, dat het zich geheel los gemaakt heeft van het dorre gidstype en een nieuwen weg bewandelt, die ons de heerlüke verwondering der eerste reizigers en der eerste gidsen weer nabü brengt. secretaresse of wat ze ook mocht zün. toch niet voortdurend bü zich. Hü zou alleen maar naar de afdeellng geleld werden, waar de PDQ. werd samengesteld uit haar verschillende be- standdeelen. ’t Kleine ding zal wel ergens in haar kantoortje aan ’t typen zün. denk ik." Maar, wat hü niet verwacht had. was het tooneeltje vóór hem: het kleine ding, hier buitenstaande zonder werk, zonder hoed, 'n schort voor, frisch en mooi, zich volkomen thuis voelend, pratend met dien kerel met m gele haren, die zün motor aan het afladen was, alsof hü haar grootste kameraad was! Ja waarachtig, ze zag hem glimlachend aan en scheen een verbazend belang te stellen in wat die vent deed. En dat nog wel, ofschoon ze vroeger gezegd had. dat zü zich niet interes seerde voor machines, dacht Dampier nader komend, onredelük boos. Hü vergat de uren en uren, die Gwenna had doorgebracht met naar hem te luisteren, als hü praatte, meestal over zün machine, en dacht alleen aan wat ze gezegd had op het diner bü de familie Smith, toen sa hem bekende, geen Interesse voor dit onder werp te hebben. En hier stond zü. de grootste belangstelling aan den dag leggend! Hü was vlak bü haar en dien kerel, vóórdat Bü hem zagenZe keerde zich snel om bü t hooren van zün vrü stüf: „Goeden middag.” je niet in ons vak verzeild raakt. Maf ze....! Toen hü de deur achter zich dicht deed, werd edere bewoner van Rome is op zün tüd gids. Vrienden, familieleden, vrienden van familieleden, familieleden van vrienden en zoo voorts tot in de derde macht, klimmen met stüve beenen uit den trein en leveren zich willoos aan hem over, om ondergedompeld te worden in het geestelük bad van de Eeuwige Stad. De inwoners van andere steden kunnen hun vaste bezigheden hebben als wethouder, bakker of zielzorger; maar een Romein is op de eerste plaats gids. Het is een belasting in natura, die men aan de menschheid betalen moet voor het voorrecht, op de Zeven Heuvelen te wonen. het Harry zoo raar in zün hoofd, dat hü eenige oogenblikken achterover op zün bed moest gaan liggen, om wker op verhaal te komen. En dan. terwül hü sich het klamme zweet van het voorhoofd veegde, greep hü naar de zware lederen portefeuille onder zün hoofdkus sen, die gevuld was met zeer veel bankpapier en stopte haar diep onder zün matras. „Pffff, door het oog van een naald." zuchtte hü. „Zou de directeur me geloofd hebben, wan neer ik morgen zonder het geld op kantoor was gekomen, en ik had hem verteld, dat een in breker het gestolen had? Waarschünlük niet- Enfin, maar niet aan denken Zoo zie je. het kan toch geen k’ aan Hef hebber ü-tooneel doet. En wat dien rijksdaalder betreft. ja hü zal hem wel hebben kunnen missen, anders had hü er niet zoo makkelük vanaf kunnen stappen. En ik kon toch niet meer zeggen, dat ik hem niet noodlg had." De laatste reis van de 12-motorige Domier- vliegboot Do X naar een Berlünsch museum, vormt wel een schril contrast met de snelle vluchten, die zü vroeger over oceanen en we- relddeelen heeft gemaakt. Het duurde acht uren voordat de machine den afstand van anderhalve kilometer van een Berlünsche gracht naar het museum had af gelegd. Een speciale vrachtwagen was gebouwd om den zwaren romp van de machine te vervoe ren. Het straatverkeer was stopgezet en de bovenleiding van de electrische tram was met het oog op het gevaar van kortsluiting, stroom loos gemaakt. In den af te leggen weg bevond zich een lichte helling en daar de remmen van den vrachtwagen niet pakten, moest aan de achter- züde een kleine vrachtauto worden aangekop peld, die In tegengestelde richting trok. In het gezicht van de haven strandde het transport nog. doordat de wielen van den vrachtwagen wegzakten. Met een takel werd het gevaarte weder in het goede spoor ge bracht en thans bevindt zich de Do X cinde- lük in veilige haven. proef stelt. Zü bleef toeküken; de bries speelde met haar krullen en spreidde de banen van haar schort uit als een zeil. Toen keerde ze zich met een zeer vriendelüken, innemenden glim lach naar den jongen Ryan. Het was op dat oogenblik. dat Paul Dampier achter hen de werkplaats betrad en het meisje ontwaarde, dat hü zich voorgenomen had. niet meer te zien. Hü wist reeds, dat zün kleine vriendin, zooals Hugo haar hardnekkig bleef noemen, een betrekking had aangenomen op de vllegtuigen- fabrlek. Dit wist hü van zün neef, die hierover natuurlük door Leslie was Ingelicht. En aan gezien hü besloten had. dat het in alle opzich ten beter was. geen verdere relatie met haar te houden, was Dampier natuurlük zeer tevre den, dat zü Londen verlaten had. Het maakte de situatie gemakkelüker. Het zou den schün niet hebben, of hü haar vermeed en terzelfder tüd behoefde hü haar niet meer te ontmoeten. Natuurlük was hü blü. Hü had er geen be hoefte aan gehad, haar weer te zien, had hü zichzelf wüs gemaakt. Toen had hü, na zün ge slaagde besprekingen met kolonel Coyners, de noodzakelijkheid Ingezien, om de vliegtuig- dame te begoeken, en temidden van zün ge spannen verwachtingen, had hü er aan ge dacht, dat Gwenna daar werkzaam wis. En voor een oogenblik aarzelde hü- Hü zou dan het kleine ding weer moeten zien. Maar hü dacht: ..Wat zou het? Ik wil den schün niet op me laden, alsof ik haar vermüd en daaren boven is het heelemaal niet aeker, dat ür haar zal ontmoeten. De vUegtulg-damo draagt haar werken mün boterham verdienen. Ik ben aoo slecht niet, als je wel denkt, hoorEn dat zal ik je bewüzen ook." viel hü plotseling drif tig uit. Hü greep in zün zak en smeet een blinkenden rijksdaalder op de tafel. a L hemkoop der maar brood voorDenk je, dat ik dat ken anzien, asder iemand honger heb? En nou.... ajusies kameraad, het beste. Mag lüe. dat je m werk vind.... de zege. En stuur die knaak nou eres niet naar je i moeder. Enne.... Het was natuurlük niet zoozeer om de behen digheid van den jongeman te bewonderen, dan wel, om iets te zien van haar mededingster, de fiancée van haar vliegenier. Gwenna merkte op. dat Ryan's handen en armen tot de ellebogen met een dikke laag zeep besmeerd waren. Hü was bezig eenige planken, die uit den vrachtwagen hellend den grond bereikten, met zeep in te smeren, om een glü- baan te maken voor de kist met kostbaren Inhoud. De planken waren van afstand tot afstand voorzien met vastgespükerde dwars- latten, om te snelle glüding te voorkomen. De hoek van de glooiing werd zorgvuldig met een waterpas nagemeten door een tweeden man. terwül een derde gereed stond met een üzeren stang, om de kist op den vrachtwagen te ver schuiven, de kostbare kist, die het hart van Paul Dampier bevatte. .Xük nu eens, of ze niet als een veer naar beneden komt en precies hier blüft staan," zei Ryan met zelfvoldoening, zün hak in een hoopje afval draaiend. ,,Leg die andere planken klaar, om ze naar binnen te schuiven. André!” Hü veegde zün voorhoofd af met het stukje arm, waar geen zeep zat en ging een weinig op zü. om den man in hemdsmouwen met het waterpas te contro- leeren. Gwenna jongen gade gaarne die M In ruime mate schonk bewondering aan de nieuwe, piste met het gezicht van een het keurig geronde figuurtje. HU zag bet nut er niet van in, om zün bewondering onder arry Randall ging rechtovereind in zün bed zitten en trachtte zich te realiseeren waarvan hü wakker was geworden. Het geen hem echter niet lukte. „Vreemd.” sprak hü tot zichzelf, „dat gebeurt me nu nooit, dat ik midden in den nacht wak ker word. Wat kon daar nu de oorzaak van zün? 1 Stormt niet, t onweert niet, Kom. het zal wel de schuld zün van die geldgeschie- denis; ik was er den geheelen dag al wat on rustig van. Inbrekers sullen hier op mün ka mertje wel niets komen zoeken, denk ik." En juist wilde hü zich weer behaaglük in de dekens rollen, toen zün oor getroffen werd door het geluid van een krakende traptreoe Ingespannen luisterde hü- „Dus.... toch." Het deed hem een oogenblik onaangenaam aan. Bang was Harry niet; maar, wat moest hü alleen beginnen tegen een of 'meer .zware Jongens"? Om hulp roepen? Aan wien? Zün oude hospita was de eenige. die zich in het huls bevond en die sou hem immers toch met kunnen helpen. Er uit gaan? De deur openen? Dank je wel. Wanneer er werkelük een in breker was, dan zou die de man behoefde heelemaal niet met moordplannen rond te loo- pen in zün angst een klap kunnen geven, die aankwam. Net doen, of hü niets merkte, slch slapende houden? Zeker toet die.... neen, dat ging niet. In 's hemelsnaam maar afwach ten, wat of er ging gebeuren en dan maar op sün goed gesternte vertrouwen Daar had je het al. Duldelük hoorde hü schuifelende voetstappen bü de deur van zijn kamertje. De knop bewoog, zachtjes werd de deur geopend. Harry voelde zich het koude angstzweet uitbreken, toen hü een vrü onguur gezicht om den hoek zag gluren. Desondanks wist hü zün kalmte te bewaren en gaf geen geluid, voor de Inbreker in de kamer stond en de deur zachtjes achter zich gesloten had. „Wie is daar?” vroeg hü toen luid. De man greep zich aan een stoel vast van schrik. Een oogenblik keek hü met groote oogen in de richting van het bed. Toen hü ech ter zag. dat hü te doen had met een onge- wapenden jongeman, herkreeg hü sün brutali teit. Uit zün jaszak greep hü een <rroot pistool, dat hü dreigend vooruit hield. „Hou je gemak.” bromde hü. „je blüft. waar je bent, terwül ik me gang ga. begrepen!" Ondanks den ernst van de situatie kroop Harry een zenuwachtig lachje naar de keel, van wege het ouderweteche pistool. „Wat kom Je doen?” wist hü ’uch’ig te zeg gen; „kom je naar geld zoeken? Oan wil ik je wel komen helpen en als we wat vinden, dan deelen we het samen. Dat Is het me wel waard.” Even keek de inbreker hem onaangerwem getroffen aan. Dat gaf Harry zün moed vol ledig terug „Kom man. wees toch wüser. wat denk je hier te vinden? Wanneer je een goeden slag wilt slaan, dan moet je in een andere buurt wezen, niet hier, waar huis aan huis werklooeen wonen Dat begrüp je toch zeker wel. Maar als Je denkt wat te vinden, ga dan gerust Je gang hoor.” „Ik zal allicht wel wat vinden, niet?" ant woordde de man eenigszins verbouwereerd. .Als dat waar was. dan lag ik op het oogen- blik niet wakker van den honger, vrind." sprak Harry cynisch en sprong uit zün bed. „Hé daar, liggen blüven!” schrok de inbre ker en dreigend manoeuvreerde hü met zün pistool. „Schel maar uit niet die flauwigheid,” brom de Harry, „een oud model, ongeladen, goed voor tan museum. Kun je tnü niet bang mei maken^feuitendlen. Ik zal je niet lastig val len. hoor, wanneer je met alle geweld mün boel overhoop wilt gooien. Als Je lets van waarde „Daar ben ik blü om,” zei Ryan zacht, ,,want ik zou u erg missen.” In waarheid was hü slechts een flirt die in deze omgeving geen ander meisje had, waarmee hü zich kon ver maken. Hü behoorde tot het type Jongelui, voor wie het woord „meisje” synoniem is met „prooi” en voor wie een meisje de verpersoonlijking is van al wat mooi, zacht en llefelük is. HU vond er plelzier in. zich te oefenen in het flirten met dit nieuw exemplaar van ’n meisje, dat volgens zün meening een aardig kind was, maar te veel terughoudend. Wat Gwenna betreft, ze leerde er vee! door en kreeg meer zelfbeheersching. Zü leerde een compliment in ontvangst nemen als een bouquet, In plaats van het te ontwüken als een geworpen steen, zooals vele zeer jonge meisjes doen. Zü vond ook uit, dat. zoo bet aannemen van complimentjes, door den ver keerden man gemaakt, gelük was aan het aan trekken van den rechterhandschoen aan de linkerhand, dit toch beter was. dan heelemaal geen handschoenen te hebben. Die attenties van den jongen Ryan, zooals zün enthousiasme over haar nieuwe zomerjurk en de roos, die hü eiken morgen op haar lessenaar legde, bleven niet zonder uitwerking, ofschodn ver schillend van die, welke hü bedoelde. Want de roodharige jongeling gaf haar aldus menlgen nuttigen wenk. Büv.: hü kijkt mü niet zoo dtkwüls aan, als ik dien of dien hoed op heb. of die blouse met schelle kleur draag. Die schünen niet In den smaak der mannen te val len. Of ook omgekeerd: Als hü dit of dat coetuum zoo mooi vindt, sullen andere mannen Mj een ongeval met doodelljken afloop vindt, wil Je wel zou vrlendélük zün om mü wat te geven, om brood voor te koopen, niet? Kan ik eens rustig slapen. Hier kerel, wees wüs, steek een sigaret op." Hü hield den man een doosje voor. ^Je boft erbü, heb ik gekregen van een vent, wiens koffe#lk heb gedragen, van het station naar de tram. Hü had me ook beter een kwartje kunnen geven." De inbreker scheen overrompeld door Harry's woordenvloed. Hü stak zün pistool bü zich, nam de aangeboden sigaret aan en vroeg: „Heb je geen werk?" „Werk?" was het antwoord, „wat is dat? geen vier jaar heb ik een poot uitgestoken. Pakjes dragen, bü het station, daarmee ver dien ik mün brood en dan kan je wel nagaan wat voor brood of dat is. En. wanneer ik dan nog eens wat meer verdien dan gewoonlük. stuur ik het naar mün moeder, voor wie ik niet wil weten, dat ik hier armoe lüd.” „Dat ziet er anders nog goed uit.” en de in breker wees argwanend op Harry's coatuum, dat over een stoel hing. „Ja zeker, maar daar moet ik dan ook verdu veld zuinig op zün: ’t is me Zondagsche pakkie dat ik afdraag, omdat m’n daagsche niet meer te verstellen was. Maar als het op is. dan is het ook op." De man keek eenige oogenblikken peinzend voor zich heen. ..Rottüd hè?" zuchtte hü, en op het onge schoren gezicht meende Harry iets te bespeu ren. dat er op wees, dat de man nog zoo slecht niet was. „Daar zal JU toch zooveel tast niet van heb ben," meende Harry. .Ach kom. bü ons is het ook. wat je zou kunnen noemen concurrentie. hè. Hoeveel werkloozen zün er niet, die ook eens probeeren hun slaggie te slaan. Affün. ik zal maar óp schieten. ik zie wel. dat het hier heelemaal niks is. Nog minder as bü mün thuis. Alweer een verloren nacht. Nou ja. het is mün vak ook niet. hoor. Ik zou ook liever met hard

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 9