ucïAaal
WUi
Met twee kameraadjes op avonturenreis
JeaKus-VJteju^ti
Allerergste moderne slavernij i
den daq
DIENSTZAKEN
1
ZATERDAG 8 JUNI 1935
Robert Schumann
Genie en onbeholpenheid
Zwarte valsche munters
Televisie
Nieuwe Meuren-eyeteem
Electrische stroom
Belangrijke vondsten
-I
POLITIE-STOPTEEKENS
si-
Een valsche
erfgenaam
Een bijna-carrière
gemaakt
DOUBLE VAN EEN
FILMDIVA
DOOR BERTHA RUCK
bij verlies van een hanw
een voet cf een ook
De aanbeveling van een oom,
wiena vriend de Jupiter-
lampen in ’t filmatelier
bedient
„verduisterd”
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
„Juist!" glimlachte notaris
hem danig
H. K.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiHiiii
Jaar
o
j
Schumann;
F. A. BRUNKLAUS
die de
van het proces
op
bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
HOOFDSTUK XIX
DE VERZEGELDE KIST
31
(Wordt vervolgd.)
En in ernstige spanning, alsof hU om iets
Voor vorkoor,
dat doa agent
ven achteren
nadert.
Robert Schumann, pianist, dirigent en
componist
tollet
meer
Thuis zet ik de rosen in een glas water. ZU
ruiken nog dagenlang. Het was werkelijk een
groot succes!
Daarop vertelde de kapitein dat hU rich
te Muntok met de politie in verbinding had
gesteld. Men had daar onmlddellUk Soera-
baja opgebeld en toen had men vernomen
dat de familie van Leeuwen juist den vo-
rigen dag met de „Christiaan Huygens” naar
Holland was vertrokken. De tranen sprongen
Piet in de oogen bij het hooren van deze
tijding. De kapitein troostte hem
gemaskerd
schoentjes
„Het
gegeven.
en
an-
„O.
enkelen
dat?”
Voor verkeer, dat
doa agent van
voren en achteren
nadart.
Voor verkeer,
dat dan agam
van voren
nadert.
Heden is het hdnderd-vUf-en-twintlg
geleden dat hij werd geboren en het geldt hier
een tè interessante en tè groote figuur, dan dat
men deze gelegenheid niet te baat nemen zou
om in breeder .kring over leven en werk van
Robert Schumann, den genlalen componist,
het een en ander mee te deelen, dat er kenmer
kend voor is.
De dagen en nachten gingen zonder ver
der nieuws voorbij. Toen kwam eindelijk
Muntok in zicht. Aan boord was het erg
druk, want er moest geladen en gelost wor
den. Een bootje kwam langszij, om den ka
pitein en den Isten stuurman aan wal te
brengen. Pietje en Wietje genoten van bet
gewirwar van Inlandsche, Chlneesche en
Europeesche vrachtdragers daar beneden in
het ruim.
Een Belgisch radio-amateur uit Charleroi,
Léon Damas, heeft mededeeling gedaan, dat hjj
er in geslaagd is een nieuw televlsle-systeem uit
te vinden, waarbij geluld en beeld op dezelfde
golflengte en volmaakt synchroon worden uit
gezonden, terwijl de natuurlijke kleuren van
het uitgezonden object volkomen natuurge
trouw en duidelijk op het scherm van den ont
vanger worden gereproduceerd.
Damas verklaart bjj de voltooiing van zijn
uitvinding te rijn geholpen door prof. Baethel-
mans van het H. Hart College te Charleroi en
door een technisch deskundige. Meer dan een
jaar zou hij reeds met zijn uitvinding geëxpe
rimenteerd hebben.
Tegen den avond kwam de kapitein terug
aan boord. Achter hem liep *n inlandsche
jongen met een groote kist, die hij naar de
kaartenkamer bracht. Wat zou daar in rit
ten, dacht Pietje. Toen wenkte de kapitein
naar ben en nam ze mee naar de kaarten-
kamer, waar Pietje op zijn linker- en Wietje
op zijn rechterknie moesten ritten, wat
Pietje wel wat kinderachtig vond, maar de
kapitein scheen het gezellig te vinden.
knippen,
vervolgde hij verlegen.
over zjjn geliefde
die fiancée!
voelens, wiens gedichten hij in
„veronsterfelUken” zou. X,
Er was evenwel van liederen voorlbopig nog
geen sprake. Vader Schumann, die koopman
was, wilde van zjjn zoon Robert een meester
In de rechten maken, wat niet kon wegnemen,
dat deze naast het recht ook nog de muziek
met vljjt en liefde bestudeerde.
Bij deze muziekstudie liet hij zjqh lijden
door een delen en noódlottigen droom. HIJ
wilde namelijk een ideaal piano-virtuoog wor.
den, een pianist, die de muziek innerlijk vol
komen doorvoelen en begrijpen zou en die bo
vendien over al de techniek beschikte om de
aldus begrepen muziek in de perfectie uit te
voeren, te herscheppen.
Dit was inderdaad een mooie droom. Doch
het ontwaken uit dien droom was wreed
Om den balsturlgen pink en vierden vinger
van belde handen, de vingers, die door hun
Ome kabinetsministers
Gingen vliegen voor de pret,
Hebben in de Douglas-Sperwer
Dapper voet aan boord gezet. -
Afaar waarom, o Excellenties,
Moest dat met zoo’n reuzenhaast?
Waarom is toen toch uw auto
Met zoo’n snelheid voortgeraasd
Dat hij met z’n kostb’ren inhoud
Drie ministers in getal
Snelheidswetten overtredend
Liep in de politievel?
Wet ts wet en de justitie
Ie er heusch niet voor de grap,
Maakte even korte metten,
Ving drie vliegers in één klapt
Drie ministers, zeer beteuterd,
Zochten fluks een argument,
Wierpen, als een toovermiddel,
't Wachtwoord „DIENST” naar den
agent.
Ja, dat woord doet werkelijk wonderen,
‘t Bracht den diender van de wijs
En de drie regeering sleden
Gingen verder op hun reis.
Even later was 't gezelschap
Met de Sperwer op de vlucht.
En zoo kon men het beleven:
‘t Kabinet vloog in de lucht!
Ja, toen ging het nog veel sneller,
Voor geen booze wet bevreesd.
Men kan denken, dat toen ’t drietal
In de wolken is geweest!
voren? Had hij dan vergeten, hoe ze er vroe
ger uitzag? Ze scheen, ja ze scheen thans
meer vrouwelijk, dan hij haar ooit gezien had.
Hjj vergat heelemaal, dat hij iets ging zeggen.
Zij herinnerde er hem aan met een lachje
waarvoor hij haar had kunnen omhelzen
„Vertel u nu eens wat voor vrijpostigs u
wilde zeggen.’’
„O, alleen maar dit: ditmaal moet u geen
tulen shawl of zooiets om uw hals dragen; u is
veel mooier zonder die dingen.”
Het meisje antwoordde met speelsche veront
waardiging: ..Hoe vreemd, die manier, waarop
mannen kunnen praten over wat wij dragen l
„O. all right!” zei de jongeman, op zijn
beurt den schijn van gepikeerd te zjjn aan
nemend. Toch lachte hij weer en zei: „Ik heb
nog iets van u in mijn bezit, om u de waar
heid te zeggen.”
„Van mij?”
..Ja, van u; ik heb u dat verloren hangertje
nog niet teruggegeven."
geschiedden systematisch
onklaar te ma
uw oogen niet zoo dicht. U kunt straks uitrus
ten. Staat u toch niet zoo als een stok, Frau
lein, schitterend wordt deze scène, de lui zullen
razen van enthousiasme. Genoeg, Frituleln,
dank u.... de gn&dlge Frau kan nu komen. ,.l"
En dan komt de gnkdige Frau, groote, ver
wonderde klnderoogen. De menschen razen van
enthousiasme. En ik spoel met boorwater mijn
brandende oogen en masseer mijn beenen en
voeten, die me afbranden.
Dan de première. De diva'zit naast den pro
ductieleider en den regisseur in de loge. Prach
tige rozen liggen op het fluweel van den loge
rend. ZIJ glimlacht naar links, naar rechte
en is grenzenloos gelukkig. Alle menschen sta
ren haar aan, haar, de mooie, begaafde vrouw.
Ik heb ook een plaats voor de première gekre
gen. Niet in een loge, onder in het parket. Dan
begint de film. Close up. Glimlach mjjner diva.
En dan de scène in de bar, zU danst de cancan
op een tafel, men riet haar gericht slechte on
duidelijk, men riet slechte de heftig-dansende
beenen, mooie beenen, begaafde beenen, beenen
met temperament. Het publiek applaudisseert
na deze scène, aller oogen richten zich op de
diva in de loge, het is donker, maar ik weet, zij
glimlacht vol overwinnlngsbewustzUn en dankt
buigend. Op dit moment weet slechte ik alléén,
dat die dansende beenen van mij zijn. ZU zelf
heeft het vanavond vergeten.
En dan het licht gaat aan ijlt men op
haar toe en overlaadt haar met gelukwenschen.
ZU geeft autogrammen, schudt duizenden han
den. Zij kan de vele bloemen niet meer houdt n
en aldoor komen er nog meer.
En dan ga ook ik naar haar loge en geef haar
de hand: „Ik wensch u hartelijk geluk.” Zij ziet
mij nauwelijks, maar drukt mechanisch mijn
hand en zegt: „Het was een zwaar stuk werk.”
Neemt dan een paar rozen uit een boeket:
„Hier," zegt zij met volmaakte grandezza, „ter
herinnering aan vanavond.”
Ongeveer een uur later waren Raymond en
Ducrois weer bui
ten. De eerste op
gelucht omdat
zijn plan goed
geslaagd was.
Maar het feit dat
Ducrois tegen zjjn
Instructies in,
aan bet raden was geslagen, zat
dwars.
„Nu in t vervolg er niet meer een slag naar
slaan met Je antwoorden, Ducrois”, vermaande
hij. „Anders komt er misschien nog een kink
in den kabel.”
Ducrois keek nijdig.
„Zag eens,” begon hj). „Nu moet het maar
eens uit zijn met dat geleuter van je. Al een
jaar of drie heb je me nu asm een lijntje ge
houden, maar nu bedank ik er langer voor. De
heb genoeg van je vuile zaakjes."
Raymond's oogen puilden uit zijn hoofd.
„Wat zeg je?” schreeuwde hij stom-verbaasd.
„WH je de erfenis laten loopen?"
..Waarachtig niet!” antwoordde Ducrois. ,Jk
zal jóu laten loopen. Sinds ik gefortuneerd ben,
heb ik een eerlijk advocaat noodlg en geen op
lichter. Alleen moet ik je m’n compliment ma
ken over je fijnen neus. Je hebt Inderdaad den
goeden erfgenaam gevonden. Ik ben namelijk
werkelijk Jean Forgeron. Maardat wist je
niet, hè?"
2BU de uftbfeidingswerkzaamheden.
Hongaarse he toeristenbond in de druipsteen
grotten van Baradka heeft laten verrichten,
zijn zeer belangwekkende vondsten uit voor
historische tijden voor den dag gekomen.
Onder andere vond men dierlijke overblijfse
len tilt den ijstijd, vooral van beren.
Bovendien heeft men een menscheijjken
schedel opgegraven, die volgens anthropologen
verscheidene duizenden jaren oud moet zijn.
De herkomst van een hoeveelheid valsch
geld, dat te Panama sedert eenige maanden in
omloop was, is thans ontdekt.
De politie heeft namelijk op het eiland Mlndl
gelegen aan de Atlantische zijde van het Pa-
namakanaal, twee Inboorlingen van Costa Rica
op heeterdaad bjj het maken van valsche mun
ten betrapt.
Y n het volgende stuk is ’n anonyma aan het
I woord, de double van een filmdiva. Een
A beeld van de allerergste moderne slavernij
rijst voor ons op. De filmslavin teekende zelf
het beeld in het N. Wlen. Journ.:
Men heeft de beroemde filmdiva, op wie ik
Hjk, honderden malen geïnterviewd. Nu moet
ik spreken. Dit wil zeggen niet ik, Agatha M.,
zooals mijn burgerlijke naam is maar ik in
mijn beroep als double der beroemde diva. Mijn
carrière als dubbelgangster begon reeds een
paar jaar geleden. De star speelde toen haar
eerste groote film (als ik haar naam thans
noem, sta ik morgen bulten de studio op de
kelen). Op school zei men reeds, dat ik een goed
fllmfiguur had. Oom Victor had ook tegen mijn
moeder gezegd, dat ik naar de film moest Ik
dacht, dat oom Victor veel verstand van filmen
had, want hij heeft een vriend, die de Jupiter
lampen in het atelier bedient. Toen ik van
school kwam, ging Ik dan naar de studio met
een aanbeveling van oom Victor aan den man
der Jupiterlampen in mijn zak. De man bekeek
me en zei toen: „We hebben hier mooleren” en
riep den chef van zijn afdeellng. Deze bekeek
mi) ook en zeide tot den Jupiterman: „Dat kind
lijkt toch op de nieuwe blonde, die de hoofdrol
moet spelen. Ik was er bij, toen ze gisteren
proefopnamen van haar hebben gemaakt.” En
toen nam de chef mij bij den arm en steide mij
voor aan den asslstent-régisseur. Deze bracht
mij in een kamer, deed heel gewichtig en zeide:
„Wacht u 'n oogenblik”. Ik wachtte twee en
half uur. Toen werd de deur opengerukt. Een
man in witte jas stormde naar binnen en hijgde:
„Ach, bent u hier, gnkdige Frau, wij hebben u
overal gezocht Hier komt nooit een mensch.
Dan kunnen we u niet vinden.” Ik deed zoo
moedig als ik kon en ael; „Pardon”.
„Pardon.zei de man in de witte Jas. ,Jk heb
u verwisseld” en wilde wegloopen. Ik versperde
hem den weg en vroeg: „Weet u ook waar de
regisseur is?" De man in de witte jas was de
regisseur. Hij zocht de nieuwe diva. Hij bad mij
met haar verwisseld. Opeens werd ik woedend
en schreeuwde: ..Heb ik een filmgezlcht of
niet?" „Neen,” brulde hU. En vóór ik kon be
ginnen te hullen, duwde hij mij uit de deur, gaf
mij over atn een anderen man in witte jas,
schreeuwde: „Comparserie” en rende weg. In
een garderobe gaf men mij een zijden kleed in
Biedermeier-stUl en honderd andere meisjes
kregen er ook een» wij moesten een Bleder-
melerpartijscène opvoeren. Zoo werd ik film-
speelster.
Een paar dagen daarna kwam bijna het
groote geluk. De „pikante scène” werd gedraaid.
De blonde diva moest over een beekje huppelen
en daarbij guiUg-verisgen haar Bledermeier-
rokje een beetje optffien. ZU huppelde, maar
het ging niet. Da regisseur liet ophouden „Üw
beenen zUn niet geschikt voor het witte doek, ze
zijn te dun.” De regisseur keek rond. Plotseling
wees hjj naar mij: „Kom eens hier, kleintje.”
zeide hU en het klonk niet eens onvriendelijk.
„Laat je beenen eens zien!” Mijn beenen waren
goed voor het witte doek, dat wist ik. „Huppel
eens.” Ik huppelde. Ik huppelde als de diva over
het beekje. Na haar gehuppel had de diva haar
blonde haren kinderlijk van haar voorhoofd
weggeschud. Ik huppelde en schudde met mUn
haar als de diva. Het was een groot succes. Ik
trok het kleed der diva aan. Het licht werd in
geschakeld. Ik huppelde nog eens. MUn dag-
gage werd met 10 shilling verhoogd. MUn car
rière begon. Bijna..,.
Dat is zoo gebleven. Ik heb een bijna-carrière
gemaakt. Ik werk in elke film der diva mee. Of
die film in Weenen, Parijs, Berlijn of waar ter
wereld ook wordt gedraaid, wU hooren bU el
kaar. Ik word altUd met haar meegeëfigageerd.
Mijn beenen zUn haar beenen. Haar talent is
helaas niet mUn talent. Dat heb ik ook al ont
dekt. Ik ben er nu niet meer bedroefd om. Je
raakt er aan gewoon door een hotel te gaan,
alle oogen op je te voelen en te hooren fluiste
ren: „Dat is toch...." Soms geloof ik het zelf
even. Dan ben ik haar. WU kleeden ons het
zelfde. WU zUn ook goede vriendinnen. .Je zal
vast rijk trouwen,” zegt zU dikwijls in den D-
trein, als we op weg zUn naar een of ander ate
lier. v
■s Avonds -doen mUn oogen pUn. Ik sta name-
Ufk voor de Jupiterlampen. wanneer ze worden
ingesteld. ZU, de diva, rust ondertusschen in
haar garderobe, want ik heb haar gestalte, men
kan dus de belichtlngseffecten van haar aan
mU probeeren. Dit duurt soms urenlang. Mijn
beenen doen pUn, mijn oogen branden ontzet
tend. De groote scène van mijn groote dubbel
gangster wordt voorbereid. JTftulein, een beetje
naar vorcu buigen.... zoo, zoo. prachtig, ’t zal
verrukkelijk worden, als de Gnadige Frau zóó
buigt en haar groote, verwonderde klnderoogen
opzet.... asjeblieft nog eens, Früuleln, knijpt u
onderlinge afhankelijkheid den pianist den
meesten last veroorzaken, wat beter naar zUn
wil te zetten, gebruikte hU ’n toestelletje van
eigen vinding, een klein martelbankje. waar
op hU jSUn vingers net zoo lang martelde, tot
dat er één volkomen verlamd was.
En zoo eindigde Schumann’s droom, eens dè
ideale pianist, de Ueber-pianist te worden.
ZUn plotseling zoo volkomen overbodig ge
worden pianoleeraar was Herr Wieck. tot wiens
bUzondere verdiensten het behoorde de vader
van een zeer knappe dochter te zUn, die bet in
de kunst van het pianospel verder bracht dan
baars vaders beste leerling.
Op deze Clara Wieck werd Schumann op on
stuimige wUze verUefd, hetgeen haar vader
volstrekt niet naar den zin was. daar hU vrees
de, een vrees, die maar al te gegrond wan,
dat llobert Schumann langzaam maar zeker op
weg was om geestesziek te worden.
Om zijn Clara te kunnen trouwen moest
Schumann den jarenlangen folter van een
proces ondergaan. De rechtbank zou uitmaken.
oi hU met Juffrouw Wieck bruiloft mocht vie
ren of niet. In 1840 is de strijd beslist en vindt
het huwelUk plaats. Een stroom van liederen
vertolkt de vreugde van den elndelUk gelukki
gen bruidegom.
HU was reeds toen een belangrijk compo
nist, had een reeks voortreffelUke pianower-
ken geschreven en rich ook als schrijver over
muziek een strijdbare natuur getoond. In 1834
stichtte hU het „Neue Zeltschrift für Muslk”
dat hU onder aantrekkelüke schuilnamen zoo
ongeveer heelemaal alleen vol schreef. ZUn
medewerkers, meest gefingeerde gestalten
van eigen vinding, waren vereenlgd in den
.Davidbund" en werden geacht evenals de
Oud-Testamentlsche David, tegen de Filistij
nen „die Phllister” te strijden. Dese muzikale
Filistijnen droegen in de muziekgeschiedenis
de doorluchte namen van Rossini, Meyerbeer
eu telden hun verachte aanhangers ook onder
de brillante en vlotte virtuozen op de viool en
de plano, innerlUk leege praters met uiter-
Hjke vaardigheid.
Schrijvend heeft Schumann in Duitschland
den weg gebaand voor de kunst van Chopin en
Berlioz. In zUn eigen kunst was hU even strijd
baar en heldhaftig. In een matelooeen drang
naar vrUheid brak hU de overgeleverde vor
men stuk en vierde in de muziek een onbloe
dige, Fransche revolutie, waarvan het geweld
voor onze ooren een zeer hulselUken klank
draagt. Schumann heeft namelük nooit ver
geten, dat ook de muziek haar huiselUke plich
ten heeft. En tot zijn beste werken behooren
dan ook zUn kamermuziek, zUn liederen, zUn
piano-composltles.
In 1850 werd -Schumann benoemd tot diri
gent te Düsseldorf en het onbeholpen genie
ontketende een stortvloed van kleine rampen
en onaangenaamheden. In den ban van den
averechtschen humor werd hU steeds nader tot
waapzln en dood gevoerd.
ZUn laatste symphonleèn, de meeste zUner
liederen, de „geisterhafte” passages in zUn
verrukkelijk piano-concert worden door deze
wrange levenshouding beheerscht en van een
bitterzoete stemming doorstroomd. Schubert Is
zelfs in zijn weemoed nog mild. Schumann is
in zUn vreugde zelfs nog weemoedig en wrang.
Dinsdag 29 Juni 1859 stief hU in het ge
sticht „Endenich” bU Bonn. BU hem was de
romantiek ultgegroeid tot een soort demonie.
Doch boven allen waan en waanzin klinkt zijn
muziek, smartelUk, maar nooit aangrijpender
dan juist in haar gesmoorde vreugde.
ené Ducrois beklom de gore trap, waarlangs
M een yettlg touw bungelde en belandde op
AX. de eerste verdieping in het kantoor van
Lucien Raymond. Temidden van veel gewichtlg-
uitziende paperassen zetelde de advocaat zelf,
een schrale veertiger met sluwe oogen en een
nog sluwer brein.
„Zoo, ben je daar elndelUk?” begon Ray
mond. toen Ducrois nonchalant op een stoel was
neergevallen. „Ik had Je al veel vroeger ver
wacht. Denk je dat ik je voor niets heb laten
roepen?”
Met een onverschillig gebaar goochelde Du-
CTOis een sigaret te voorschijn.
„Weer één van je bekende vuile karweitjes op
til”, zei hU langzaam. „Heb je mU natuurlijk
weer noodlg om het smerige werk op te knap
pen. Ja, ik begrijp het best.”
.Je begrijpt niet,” viel Raymond ruw uit.
,JUs je wist wat Ik nu op het oog had.
„Man, blaf niet zoo! Ik zal immers wel luiste
ren. Dr zit voor mU toch niets anders op. Hoe
veel honderdste procent kan ik nu weer van de
winst opstrUken?”
Raymond negeerde deze laatste opmerking.
„Hoe oud ben je?” vroeg hU-
„Zes-en-twlntlg. Op dien teeftUd was JU al
een volleerd knoeier."
Even fronste Raymond de wenkbrauwen, maar
bU bedacht rich. Het was op het oogenblik ver
standiger niet op de hatelUke opmerkingen van
Ducrois in te gaan.
.Mooi! Zes-en-twintig! Da’s juist de goeie
leeftUd!” zei hU-
„Waarvoor?" vroeg Ducrois.
„Om voor den verloren erfgenaam te speten I”
zei Raymond triomfanteUJk.
„Ik begrijp Je niet”, antwoordde René mat.
„Geen wonder! Het is weer eens iets nieuws.
Luister Ducrois, we gaan een grooten slag slaan.
Je zult voor erfgenaam speten. Er is ergens een
oude heer gestorven die al zUn bezittingen heeft
nagelaten aan een neef die zijn kinderjaren bU
hem heeft doorgebracht. De executeur-testa-
mentalr heeft in de bladen oproepingen ge
plaatst om dien verloren geraakten neef terug
te vinden. Dat is natuurlijk een lastig werkje
en daarom ben ik zoo vrij geweest hem daarmee
te helpen. Begint het Je al een beetje duideUjk
te worden?"
Ducrois gromde.
^a, ik zie zelfs al precies hoe het zal afloo-
pen. Ik treed op als erfgenaam en word onder
worpen aan duizend vragen, die ik niet kan
beantwoorden. Daarna draai ik de gevangenis
in, terwUl JU. oudergewoonte, buiten schot blijft.
Ik bedank er voor.”
Raymond greep een aantal getypte vellen.
„Hier heb je alle vragen, die je gesteld kunnen
warden. Je hebt niets anders te doen dan de
antwoorden uit je hoofd te leeren. Werkelijk
Ducrois. ik heb aan alles gedacht. Van misluk
ken is geen sprake. En het voornaamste is. dat
geen antwoord moet geven op vragen, waarop
je geen antwoord wéét. Dat zUn strikvragen,
begrijp Je. En het is heelemaal niet zoo zon
derling, dat de verloren geraakte neef zich niet
alles precies meer herinnert. Jongen, doe je
best, er is geld te verdienen. En zóó eenvoudig,
dat je wel gek moet zijn om de kans niet aan
te grijpen Je raakt in het bezit van enkele
tienduizenden, die je gewoon door mU laat be-
heeren. Daar steekt niets achter. En vergeet
vooral niet dat je met veel eerbied over je over
leden oom Jozef moet spreken. We zullen meteen
beginnen. Je heet van nu af aan Jean Forgeron
enJa, ik zie al aan je gezicht dat je er schik
in krijgt. Goed zoo!”
Inderdaad, René Ducrois had zijn onverschil
lige houding laten varen en luisterde nu oplet
tend naar alle inlichtingen die Raymond hem
gaf. Tezamen studeerden ze de vragen en ant
woorden in. waarna Raymond rijn medewerker
geld gaf om nieuwe kieren te koopen.
Een week later begaven zU zich naar den heer
Valette. notaris te Nlmes, die door Jozef Forge
ron was aai^ewezen als rijn executeur-testa-
mentair. De beide mannen werden vrlendelUk
ontvangen.
„En nu zult u me zeker wel toestaan uw
cliënt enkele vragen te stellen, meneer Ray
mond? U begrijpt, ik moet zekerheid hebben
dat uw cliënt werkelijk Jean Forgeron is.”
Raymond boog beminnelijk, waarna de notaris
zUn verhoor begon. De zoekgeraakte erfgenaam
was tot zijn elfde jaar door zUn oom opgevoed,
waarna de Jongen door zijn vader, die weduw
naar was, bij zich in huis genomen was. Tus-
schen de beide broers was oneenigheld ont
staan, de relaties werden verbroken en de thans
overleden Jozef Forgeron had zUn neefje nooit
meer teruggezien. Uit den aard van de zaak
handelden de vragen dus alleen over de jeugd
van Jean Forgeron.
Gedurende het verhoor begon Ducrois hoe
langer hoe meer bewondering te voelen voor
Raymond, die alle vragen had voorzien. De ant
woorden klopten dan ook prachtig. Raymond
haalde in gedachte de erfenis reeds binnen.
Opeens stelde de notaris echter ten vraag,
waarop Raymond niet had gerekend.
„Ken je mU nog?” vroeg hU plotseling aan
Ducrois.
Ducrois aarzelde.
Raymond wachtte gespannen op het ant
woord. Nu moest de erfgenaam de afgesproken
tactiek volgen en doen alsof hU het zich niet
meer herinnerde.
Maar Ducrois bekommerde zich blijkbaar niet
om de afspraak.
„U komt me wel bekend voor", gaf hU ten
antwoord. ..Laat me even nadenkenJa, nu
weet ik het. U is de man die Zondags altUd
met oom kwam schaken!”
Raymond had het gevoel alsof alle grond
hem onder de voeten wegzonk. HU herstelde
zich pas. toen hU bemerkte dat Ducrois bij toé
val den spUker op den kop had geslagen. Ge
voel kostbaardere gevraagd had dan een nietig
veertje, vroeg hU: „Wilt u het mjj geven?"
„O, met alle plelzier."
,,U neemt het me toch niet kwaïUk?"
„Kwalijk nemen? Maar ik geef het u wer-
kelUk van harte,” zei Gwenna.
En over dien reusachtlgen witte vleugel
van het vliegtuig keek het meisje met zachte
dulvenoogen haar vliegenier aan, die zoo’n
klein wit vleugeltje als souvenir gevraagd bad.
zooals de ridder van weleer de lievelingskleur
van zUn uitverkoren dame droeg.
Het was op dit oogenblik. dat de vllegtulg-
dame, een energieke figuur in donkerblauw,
het vertrek binnentrad, waar een Jongeman
en een meisje onbezorgd met elkaar hadden
ritten praten, terwijl de eene sigaretten rookte
en de andere aan den arbeid was, met de
breedte van dien grooten vleugel tusschen
hen in.
Robert Schumann heeft een gelukkige Jeugd
gehad. Men hoort het aan zijn bemlnnriUke,
muziloale jeugdherinnerirwen, de „Klndersze-
nen”, die ons met hun blijde en dartele klan
ken het spelende kind voortooveren in al de
phasen van zUn spel, in de lichte schaduw
van zttn kleine zorgen, in het blUde licht van
zijn groote vreugden of stil voor zich heen droo-
mend onder het wolkenspel zUner prille ver
beelding.
Een kleine droomer was Schumann; een
groote droomer zou hU worden. HU las reeds
vroeg de romantische schrijvers, Jean Paul en
E. Th. A. Hoffmann en leerde het leven al
spoedig op romantische, dus averechtsche wUte
bezien. HU droomde van de maan op klaar
lichten dag en van den dood, als het leven het
rijkst was en schoonst. En dan was er Heine,
de gevoelige spotter met eigen en anderer ge-
zUn liederen
we naar het diner gaan
Juffrouw Gwenna."
HU boog zich weer voorover, als bet meisje
langs hem heenging, om het houten patroontje
te halen, waarnaar zU het einde van de Jln-
nenstrook moest 1 “‘7
„Ik zou zoo graag.'
„als u er niets op tegen hebt, een souvenirtje
van u bezitten, als ik u dat parelmoeren han1
gertje teruggeef!’’
Een huivering doortrilde haar. Ze zou niet
willen, dat hU nu vroeg om hetgeen Ryan
misschien wel zou gevraagd hebben.
Tot haar geruststelling was het echter geen
kus.
„U weet nog wel, dat u dien avond van het
bal. die witte vleugeltjes aan uw
deed? Nu. ik zou zoo graag één
daarvan als souvenir willen hebben!" HU had
er zelfs niet aan gedacht, om dit te verlangen,
vóór hü dien jongeman ontmoet had. die af
spraakjes met haar maakte en dien wilde hU nu
toch vóór zUn. want het was best mogeJUk,
dat die onbeschaamde kerel ook een souve
nirtje zou durven vragen en dan was nUzelf
toch fUn de eerstel
en ook zU zelf had er niet meer aan gedacht
En al dien tüd had hU. wat haar persoomdk
toebehoorde, zoo dicht bij rich gehouden!
„O Ja. mUn hartje," bracht ze er elndelUk
uit. „Heeft u het nog?"
„Niet hier, in m(jn andere jas. ik bedoel op
mUn kamer. Ik zal het voor u meebrengen,
als we naar het diner gaan En, nog wat.
De vliegtuig-dame een echte vrouw, was
terstond gevoelig voor de heeraebende atmos
feer, die niet veroorzaakt werd door spiritus
en rubber, maar van anderen, meer onstoffe-
Ujken aard was. ZU overzag oogenbllkkelUk de
situatie, die haar de gedachte Ingaf: Wat heb
ben we nu aan de hand? Ik wist zelfs niet
dat deze twee elkaar kenden. ZU mogen mis
schien niet geëngageerd zUn, maar dan zal dit
toch spoedig gebeuren I
Dit alles strekte tot bewUs, dat de afwerige
Leslie bet niet zoo ver mis had, toen ae be
weerde, dat huismiddeltjes voorzichtig toege
diend. hun uitwerking niet zullen miasen.
lukkigl Dat was goed afgeloopen. Maar hU
hoopte dat Ducrois zich niet voor een tweeden
keer op glad Us zou vragen.
„juist!" glimlachte notaris Valette. ,Je
schijnt een goed geheugen te hebben. Ik wt\
wedden dat Je Je ook nog het verjarings-ge-
schenk herinnert, dat ik Je eens gegeven heb."
Raymond zweefde weer in angstige verwach
ting!
.Kom, denk eens goed na", vervolgde de no
taris vrlendelUk. -Ik weet nog dat Je er dolblU
mee was. Je had het al zoo lang willen hebben."
„Warempel! Da’s waar ook!" antwoordde
Ducrois. „Een zakmes was tl"
ZU haalde diep adem en keek met haar hel
dere, groen-bruine oogen ter sUde. vol verlan-
8en om met Leslie een verstandhoudenden blik
*zn triomf te wisselen. Doch haar mooie
rijkere ontmoetten slechts de diepe, wUze oogen
Tan den grooten Deen, die in den hoek van de
rieugelafdeellng naast zUn hok lag; hU knipte
*net de oogen en kwispelde met M’n staart.
Aievellng.” fluisterde Gwenna zacht. terwUl
den bruln-gelen hond voorbU ging. ZU
„O!” riep ze uit, bestormd door verschil
lende gevoelens. Dat hangertje een parel
moeren hartje had zU <Jt> den eersten avond
van hun kennismaking gedragen! Ze had net
verloren in den auto, toen ze naast hem zat!
Zóóveel was er na dien tUd gebeurd, dat ze
zich niet meer dezelfde Gwenna voelde, als
het jonge meisje, dat het dunne zilveren ket
tinkje om den hals had vastgeknipt, toen ze
zich gereed maakte voor het feestdiner
ZU had reeds lang opgehouden met over
peinzingen, of de vliegenier het vergeten was
Welke gedachten de vliegtuig-dame koesterde
aangaande het paar, dat ze in de vleugel-
afdeellng aantrof, verried zU niet met het
minste gebaar, zelfs niet bU haar begroeting
van Paul Dampier.
„Ik hoop, dat ik u niet te lang op mU heb
laten wachten,” zei ae. „Ik ben nu geneel en
al tot uw beschikking.”
Toen keerde zU zich tot haar assistente, die
bezig was. de kleverige strooken linnen over
de naden van het zeildoek te plakken, „Goed
zoo.” zei ze. ,*a maar door met uw werk, u
zult nog wel een poosje vooruit kunnen. Dit is
een der vleugels van uw machine. mUnheer
Dampier.' voegde ze er bU. zich tot den vlie
genier wendend. „Ik ben nu tot uw dienst."
De vliegtuig-dame en de jongeman verlieten
samen de afdeellng en traden het belendend
kantoor binnen, waarvan zU de deur achter
zich dicht trokken.
Alleen gelaten, ging Gwenna gelaten met
haar arbeid door, terwUl ze even gestadig zich
met haar gedachten bezig hield. Vlug en be
hendig, doch tevens zorgvuldig, beplakte zU
naad na naad over de heele lengte; en het
scheen, of de vlugheid van haar vingers de
snelheid van haar droomen bevorderde.
.Dat zou ik wel heerüjk vinden,” zei ze
Doch opeens bedacht zU, dat hU hierin een toe
speling op hun picknick in het open veld sou
zien en haastig vervolgde zU: „Ik was zoo blU,
teen ik hoorde, dat de motor zou komen en dat
kolonel Coyers de bestelling deed. om de
machine hier te bouwen. Ik ik wensch u
van harte geluk, mijnheer Dampier! Vertel er
me eens iets meer van, zoo u wilt?’
HU antwoordde: „O, dat kan wachten; ver
tel me eerst eens iets over uzelf.”
Gwenna kon haar ooren haast niet gelooven.
maar ja. het waswaar
Voor de eerste maal gaf hU er de voorkeur
jmn. jets over haar te hooren. in plaats van
rijn geliefde machine te pralen de
Ze vroeg (alsof het haar iets kon schelen,
waarheen ze ging, als ze maar in zUn gezel
schap was)„Wat soort diner Is bet?”
Wllburdiner? O, dat wordt Jaarlijks
’Met is een soort reünie van belang
stellenden in het vliegweren. Ik dacht, dat u
misschien
„Wie zullen er zUn?”
alleen kennissen, niet velen, slechts
met hun dames. Waarom vraagt u
„Alleen maar, omdat ik geen geschikt avond-
heb,’’ antwoordde Gwenna, echter met
zelfvertrouwen dan vóór den tUd. dat
Ryan haar om haar schoonheid had geprezen
„Ik heb alleen dat zelfde eeuwige witte
costume met de blauwe sjerp, dat ik bU de
familie Smith droeg.”
„Maar dat stond u almachtig aardig! Alleen
maar.
„Welnu?”
„Mag ik iets vrijpostigs zeggen?"
..Nu. wat is het?”
,.Het klinkt werkelUk wat onbeleefd, zei
Paul, achterover wiegelend op den stoel en naar
over bet wolkje sigarettenrook aankUkend ZU
was inderdaad het aankUken volkomen waard
Waarom scheen ze hem nog mooier toe dan te
Acht leden van een bende, welke op groot^
schaal de Calcutta Electric Supply Corpora
tion heeft opgelicht zUn veroordeeld tot gevan
genisstraffen, varieerend tusschen 3 maanden
en 2 jaar.
De oplichtingen
door de electrlciteitsmeters
ken.
Men heeft geconstateerd, dat het gewone ver
lies van een half millioen stroomeenheden jaar
lijks was gestegen tot vier mihoen eenheden.
De werkwijze van de bende was zeer een
voudig; men opende den meter en draaide de
cUfers, welke den verbruikten stroom aanwU-
ren, terug, waarna de meter weer werd
gesloten en verzegeld met een valsch loodje,
gelUk aan dat, wat de maatschappU gebruikte.
Hierdoor is de maatschappU voor aanzien
lijke sommen benadeeld, gedurende een lange
periode.
Sedert het begin van het proces is het
stroomverües gedaald tot beneden het gewone
half procent van den geleverden stroom.
Vooraanstaande figuren in het proces waren
Abdul Azim, een Invloedrijk lid van de Mo-
hammedaansche gemeente van Calcutta
eigenaar van een bioscoop, die met drie
deren was aangeklaagd en Chowkhanl en
Mukherjee, die respecttevelUk tot twee en een
Jaar gevangenisstraf werden veroordeeld.
Vier beklaagden werden vrijgesproken.
A I 17 A op blad 81)11 “gevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen E* *7KA MJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 1? een ongeel met E* OE/1
Ml al Lu UZ ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen 4 f OVe" verlies van belde armea, belde beenen of beide oogen T OUe“ doodeUjken afloop T ^OVFe"
moest dit woord op dit oogenblik op de een of
andere manier uitbrengen.
Paul, nog met zUn ellebogen op den rug van
den stoel leunend, vervolgde:
,,U heeft nog niet gezegd, of u morgenavond
wilt komen?”