ucïAaal WUi Met twee kameraadjes op avonturenreis JeaKus-VJteju^ti Allerergste moderne slavernij i den daq DIENSTZAKEN 1 ZATERDAG 8 JUNI 1935 Robert Schumann Genie en onbeholpenheid Zwarte valsche munters Televisie Nieuwe Meuren-eyeteem Electrische stroom Belangrijke vondsten -I POLITIE-STOPTEEKENS si- Een valsche erfgenaam Een bijna-carrière gemaakt DOUBLE VAN EEN FILMDIVA DOOR BERTHA RUCK bij verlies van een hanw een voet cf een ook De aanbeveling van een oom, wiena vriend de Jupiter- lampen in ’t filmatelier bedient „verduisterd” AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL „Juist!" glimlachte notaris hem danig H. K. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiHiiii Jaar o j Schumann; F. A. BRUNKLAUS die de van het proces op bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door HOOFDSTUK XIX DE VERZEGELDE KIST 31 (Wordt vervolgd.) En in ernstige spanning, alsof hU om iets Voor vorkoor, dat doa agent ven achteren nadert. Robert Schumann, pianist, dirigent en componist tollet meer Thuis zet ik de rosen in een glas water. ZU ruiken nog dagenlang. Het was werkelijk een groot succes! Daarop vertelde de kapitein dat hU rich te Muntok met de politie in verbinding had gesteld. Men had daar onmlddellUk Soera- baja opgebeld en toen had men vernomen dat de familie van Leeuwen juist den vo- rigen dag met de „Christiaan Huygens” naar Holland was vertrokken. De tranen sprongen Piet in de oogen bij het hooren van deze tijding. De kapitein troostte hem gemaskerd schoentjes „Het gegeven. en an- „O. enkelen dat?” Voor verkeer, dat doa agent van voren en achteren nadart. Voor verkeer, dat dan agam van voren nadert. Heden is het hdnderd-vUf-en-twintlg geleden dat hij werd geboren en het geldt hier een tè interessante en tè groote figuur, dan dat men deze gelegenheid niet te baat nemen zou om in breeder .kring over leven en werk van Robert Schumann, den genlalen componist, het een en ander mee te deelen, dat er kenmer kend voor is. De dagen en nachten gingen zonder ver der nieuws voorbij. Toen kwam eindelijk Muntok in zicht. Aan boord was het erg druk, want er moest geladen en gelost wor den. Een bootje kwam langszij, om den ka pitein en den Isten stuurman aan wal te brengen. Pietje en Wietje genoten van bet gewirwar van Inlandsche, Chlneesche en Europeesche vrachtdragers daar beneden in het ruim. Een Belgisch radio-amateur uit Charleroi, Léon Damas, heeft mededeeling gedaan, dat hjj er in geslaagd is een nieuw televlsle-systeem uit te vinden, waarbij geluld en beeld op dezelfde golflengte en volmaakt synchroon worden uit gezonden, terwijl de natuurlijke kleuren van het uitgezonden object volkomen natuurge trouw en duidelijk op het scherm van den ont vanger worden gereproduceerd. Damas verklaart bjj de voltooiing van zijn uitvinding te rijn geholpen door prof. Baethel- mans van het H. Hart College te Charleroi en door een technisch deskundige. Meer dan een jaar zou hij reeds met zijn uitvinding geëxpe rimenteerd hebben. Tegen den avond kwam de kapitein terug aan boord. Achter hem liep *n inlandsche jongen met een groote kist, die hij naar de kaartenkamer bracht. Wat zou daar in rit ten, dacht Pietje. Toen wenkte de kapitein naar ben en nam ze mee naar de kaarten- kamer, waar Pietje op zijn linker- en Wietje op zijn rechterknie moesten ritten, wat Pietje wel wat kinderachtig vond, maar de kapitein scheen het gezellig te vinden. knippen, vervolgde hij verlegen. over zjjn geliefde die fiancée! voelens, wiens gedichten hij in „veronsterfelUken” zou. X, Er was evenwel van liederen voorlbopig nog geen sprake. Vader Schumann, die koopman was, wilde van zjjn zoon Robert een meester In de rechten maken, wat niet kon wegnemen, dat deze naast het recht ook nog de muziek met vljjt en liefde bestudeerde. Bij deze muziekstudie liet hij zjqh lijden door een delen en noódlottigen droom. HIJ wilde namelijk een ideaal piano-virtuoog wor. den, een pianist, die de muziek innerlijk vol komen doorvoelen en begrijpen zou en die bo vendien over al de techniek beschikte om de aldus begrepen muziek in de perfectie uit te voeren, te herscheppen. Dit was inderdaad een mooie droom. Doch het ontwaken uit dien droom was wreed Om den balsturlgen pink en vierden vinger van belde handen, de vingers, die door hun Ome kabinetsministers Gingen vliegen voor de pret, Hebben in de Douglas-Sperwer Dapper voet aan boord gezet. - Afaar waarom, o Excellenties, Moest dat met zoo’n reuzenhaast? Waarom is toen toch uw auto Met zoo’n snelheid voortgeraasd Dat hij met z’n kostb’ren inhoud Drie ministers in getal Snelheidswetten overtredend Liep in de politievel? Wet ts wet en de justitie Ie er heusch niet voor de grap, Maakte even korte metten, Ving drie vliegers in één klapt Drie ministers, zeer beteuterd, Zochten fluks een argument, Wierpen, als een toovermiddel, 't Wachtwoord „DIENST” naar den agent. Ja, dat woord doet werkelijk wonderen, ‘t Bracht den diender van de wijs En de drie regeering sleden Gingen verder op hun reis. Even later was 't gezelschap Met de Sperwer op de vlucht. En zoo kon men het beleven: ‘t Kabinet vloog in de lucht! Ja, toen ging het nog veel sneller, Voor geen booze wet bevreesd. Men kan denken, dat toen ’t drietal In de wolken is geweest! voren? Had hij dan vergeten, hoe ze er vroe ger uitzag? Ze scheen, ja ze scheen thans meer vrouwelijk, dan hij haar ooit gezien had. Hjj vergat heelemaal, dat hij iets ging zeggen. Zij herinnerde er hem aan met een lachje waarvoor hij haar had kunnen omhelzen „Vertel u nu eens wat voor vrijpostigs u wilde zeggen.’’ „O, alleen maar dit: ditmaal moet u geen tulen shawl of zooiets om uw hals dragen; u is veel mooier zonder die dingen.” Het meisje antwoordde met speelsche veront waardiging: ..Hoe vreemd, die manier, waarop mannen kunnen praten over wat wij dragen l „O. all right!” zei de jongeman, op zijn beurt den schijn van gepikeerd te zjjn aan nemend. Toch lachte hij weer en zei: „Ik heb nog iets van u in mijn bezit, om u de waar heid te zeggen.” „Van mij?” ..Ja, van u; ik heb u dat verloren hangertje nog niet teruggegeven." geschiedden systematisch onklaar te ma uw oogen niet zoo dicht. U kunt straks uitrus ten. Staat u toch niet zoo als een stok, Frau lein, schitterend wordt deze scène, de lui zullen razen van enthousiasme. Genoeg, Frituleln, dank u.... de gn&dlge Frau kan nu komen. ,.l" En dan komt de gnkdige Frau, groote, ver wonderde klnderoogen. De menschen razen van enthousiasme. En ik spoel met boorwater mijn brandende oogen en masseer mijn beenen en voeten, die me afbranden. Dan de première. De diva'zit naast den pro ductieleider en den regisseur in de loge. Prach tige rozen liggen op het fluweel van den loge rend. ZIJ glimlacht naar links, naar rechte en is grenzenloos gelukkig. Alle menschen sta ren haar aan, haar, de mooie, begaafde vrouw. Ik heb ook een plaats voor de première gekre gen. Niet in een loge, onder in het parket. Dan begint de film. Close up. Glimlach mjjner diva. En dan de scène in de bar, zU danst de cancan op een tafel, men riet haar gericht slechte on duidelijk, men riet slechte de heftig-dansende beenen, mooie beenen, begaafde beenen, beenen met temperament. Het publiek applaudisseert na deze scène, aller oogen richten zich op de diva in de loge, het is donker, maar ik weet, zij glimlacht vol overwinnlngsbewustzUn en dankt buigend. Op dit moment weet slechte ik alléén, dat die dansende beenen van mij zijn. ZU zelf heeft het vanavond vergeten. En dan het licht gaat aan ijlt men op haar toe en overlaadt haar met gelukwenschen. ZU geeft autogrammen, schudt duizenden han den. Zij kan de vele bloemen niet meer houdt n en aldoor komen er nog meer. En dan ga ook ik naar haar loge en geef haar de hand: „Ik wensch u hartelijk geluk.” Zij ziet mij nauwelijks, maar drukt mechanisch mijn hand en zegt: „Het was een zwaar stuk werk.” Neemt dan een paar rozen uit een boeket: „Hier," zegt zij met volmaakte grandezza, „ter herinnering aan vanavond.” Ongeveer een uur later waren Raymond en Ducrois weer bui ten. De eerste op gelucht omdat zijn plan goed geslaagd was. Maar het feit dat Ducrois tegen zjjn Instructies in, aan bet raden was geslagen, zat dwars. „Nu in t vervolg er niet meer een slag naar slaan met Je antwoorden, Ducrois”, vermaande hij. „Anders komt er misschien nog een kink in den kabel.” Ducrois keek nijdig. „Zag eens,” begon hj). „Nu moet het maar eens uit zijn met dat geleuter van je. Al een jaar of drie heb je me nu asm een lijntje ge houden, maar nu bedank ik er langer voor. De heb genoeg van je vuile zaakjes." Raymond's oogen puilden uit zijn hoofd. „Wat zeg je?” schreeuwde hij stom-verbaasd. „WH je de erfenis laten loopen?" ..Waarachtig niet!” antwoordde Ducrois. ,Jk zal jóu laten loopen. Sinds ik gefortuneerd ben, heb ik een eerlijk advocaat noodlg en geen op lichter. Alleen moet ik je m’n compliment ma ken over je fijnen neus. Je hebt Inderdaad den goeden erfgenaam gevonden. Ik ben namelijk werkelijk Jean Forgeron. Maardat wist je niet, hè?" 2BU de uftbfeidingswerkzaamheden. Hongaarse he toeristenbond in de druipsteen grotten van Baradka heeft laten verrichten, zijn zeer belangwekkende vondsten uit voor historische tijden voor den dag gekomen. Onder andere vond men dierlijke overblijfse len tilt den ijstijd, vooral van beren. Bovendien heeft men een menscheijjken schedel opgegraven, die volgens anthropologen verscheidene duizenden jaren oud moet zijn. De herkomst van een hoeveelheid valsch geld, dat te Panama sedert eenige maanden in omloop was, is thans ontdekt. De politie heeft namelijk op het eiland Mlndl gelegen aan de Atlantische zijde van het Pa- namakanaal, twee Inboorlingen van Costa Rica op heeterdaad bjj het maken van valsche mun ten betrapt. Y n het volgende stuk is ’n anonyma aan het I woord, de double van een filmdiva. Een A beeld van de allerergste moderne slavernij rijst voor ons op. De filmslavin teekende zelf het beeld in het N. Wlen. Journ.: Men heeft de beroemde filmdiva, op wie ik Hjk, honderden malen geïnterviewd. Nu moet ik spreken. Dit wil zeggen niet ik, Agatha M., zooals mijn burgerlijke naam is maar ik in mijn beroep als double der beroemde diva. Mijn carrière als dubbelgangster begon reeds een paar jaar geleden. De star speelde toen haar eerste groote film (als ik haar naam thans noem, sta ik morgen bulten de studio op de kelen). Op school zei men reeds, dat ik een goed fllmfiguur had. Oom Victor had ook tegen mijn moeder gezegd, dat ik naar de film moest Ik dacht, dat oom Victor veel verstand van filmen had, want hij heeft een vriend, die de Jupiter lampen in het atelier bedient. Toen ik van school kwam, ging Ik dan naar de studio met een aanbeveling van oom Victor aan den man der Jupiterlampen in mijn zak. De man bekeek me en zei toen: „We hebben hier mooleren” en riep den chef van zijn afdeellng. Deze bekeek mi) ook en zeide tot den Jupiterman: „Dat kind lijkt toch op de nieuwe blonde, die de hoofdrol moet spelen. Ik was er bij, toen ze gisteren proefopnamen van haar hebben gemaakt.” En toen nam de chef mij bij den arm en steide mij voor aan den asslstent-régisseur. Deze bracht mij in een kamer, deed heel gewichtig en zeide: „Wacht u 'n oogenblik”. Ik wachtte twee en half uur. Toen werd de deur opengerukt. Een man in witte jas stormde naar binnen en hijgde: „Ach, bent u hier, gnkdige Frau, wij hebben u overal gezocht Hier komt nooit een mensch. Dan kunnen we u niet vinden.” Ik deed zoo moedig als ik kon en ael; „Pardon”. „Pardon.zei de man in de witte Jas. ,Jk heb u verwisseld” en wilde wegloopen. Ik versperde hem den weg en vroeg: „Weet u ook waar de regisseur is?" De man in de witte jas was de regisseur. Hij zocht de nieuwe diva. Hij bad mij met haar verwisseld. Opeens werd ik woedend en schreeuwde: ..Heb ik een filmgezlcht of niet?" „Neen,” brulde hU. En vóór ik kon be ginnen te hullen, duwde hij mij uit de deur, gaf mij over atn een anderen man in witte jas, schreeuwde: „Comparserie” en rende weg. In een garderobe gaf men mij een zijden kleed in Biedermeier-stUl en honderd andere meisjes kregen er ook een» wij moesten een Bleder- melerpartijscène opvoeren. Zoo werd ik film- speelster. Een paar dagen daarna kwam bijna het groote geluk. De „pikante scène” werd gedraaid. De blonde diva moest over een beekje huppelen en daarbij guiUg-verisgen haar Bledermeier- rokje een beetje optffien. ZU huppelde, maar het ging niet. Da regisseur liet ophouden „Üw beenen zUn niet geschikt voor het witte doek, ze zijn te dun.” De regisseur keek rond. Plotseling wees hjj naar mij: „Kom eens hier, kleintje.” zeide hU en het klonk niet eens onvriendelijk. „Laat je beenen eens zien!” Mijn beenen waren goed voor het witte doek, dat wist ik. „Huppel eens.” Ik huppelde. Ik huppelde als de diva over het beekje. Na haar gehuppel had de diva haar blonde haren kinderlijk van haar voorhoofd weggeschud. Ik huppelde en schudde met mUn haar als de diva. Het was een groot succes. Ik trok het kleed der diva aan. Het licht werd in geschakeld. Ik huppelde nog eens. MUn dag- gage werd met 10 shilling verhoogd. MUn car rière begon. Bijna..,. Dat is zoo gebleven. Ik heb een bijna-carrière gemaakt. Ik werk in elke film der diva mee. Of die film in Weenen, Parijs, Berlijn of waar ter wereld ook wordt gedraaid, wU hooren bU el kaar. Ik word altUd met haar meegeëfigageerd. Mijn beenen zUn haar beenen. Haar talent is helaas niet mUn talent. Dat heb ik ook al ont dekt. Ik ben er nu niet meer bedroefd om. Je raakt er aan gewoon door een hotel te gaan, alle oogen op je te voelen en te hooren fluiste ren: „Dat is toch...." Soms geloof ik het zelf even. Dan ben ik haar. WU kleeden ons het zelfde. WU zUn ook goede vriendinnen. .Je zal vast rijk trouwen,” zegt zU dikwijls in den D- trein, als we op weg zUn naar een of ander ate lier. v ■s Avonds -doen mUn oogen pUn. Ik sta name- Ufk voor de Jupiterlampen. wanneer ze worden ingesteld. ZU, de diva, rust ondertusschen in haar garderobe, want ik heb haar gestalte, men kan dus de belichtlngseffecten van haar aan mU probeeren. Dit duurt soms urenlang. Mijn beenen doen pUn, mijn oogen branden ontzet tend. De groote scène van mijn groote dubbel gangster wordt voorbereid. JTftulein, een beetje naar vorcu buigen.... zoo, zoo. prachtig, ’t zal verrukkelijk worden, als de Gnadige Frau zóó buigt en haar groote, verwonderde klnderoogen opzet.... asjeblieft nog eens, Früuleln, knijpt u onderlinge afhankelijkheid den pianist den meesten last veroorzaken, wat beter naar zUn wil te zetten, gebruikte hU ’n toestelletje van eigen vinding, een klein martelbankje. waar op hU jSUn vingers net zoo lang martelde, tot dat er één volkomen verlamd was. En zoo eindigde Schumann’s droom, eens dè ideale pianist, de Ueber-pianist te worden. ZUn plotseling zoo volkomen overbodig ge worden pianoleeraar was Herr Wieck. tot wiens bUzondere verdiensten het behoorde de vader van een zeer knappe dochter te zUn, die bet in de kunst van het pianospel verder bracht dan baars vaders beste leerling. Op deze Clara Wieck werd Schumann op on stuimige wUze verUefd, hetgeen haar vader volstrekt niet naar den zin was. daar hU vrees de, een vrees, die maar al te gegrond wan, dat llobert Schumann langzaam maar zeker op weg was om geestesziek te worden. Om zijn Clara te kunnen trouwen moest Schumann den jarenlangen folter van een proces ondergaan. De rechtbank zou uitmaken. oi hU met Juffrouw Wieck bruiloft mocht vie ren of niet. In 1840 is de strijd beslist en vindt het huwelUk plaats. Een stroom van liederen vertolkt de vreugde van den elndelUk gelukki gen bruidegom. HU was reeds toen een belangrijk compo nist, had een reeks voortreffelUke pianower- ken geschreven en rich ook als schrijver over muziek een strijdbare natuur getoond. In 1834 stichtte hU het „Neue Zeltschrift für Muslk” dat hU onder aantrekkelüke schuilnamen zoo ongeveer heelemaal alleen vol schreef. ZUn medewerkers, meest gefingeerde gestalten van eigen vinding, waren vereenlgd in den .Davidbund" en werden geacht evenals de Oud-Testamentlsche David, tegen de Filistij nen „die Phllister” te strijden. Dese muzikale Filistijnen droegen in de muziekgeschiedenis de doorluchte namen van Rossini, Meyerbeer eu telden hun verachte aanhangers ook onder de brillante en vlotte virtuozen op de viool en de plano, innerlUk leege praters met uiter- Hjke vaardigheid. Schrijvend heeft Schumann in Duitschland den weg gebaand voor de kunst van Chopin en Berlioz. In zUn eigen kunst was hU even strijd baar en heldhaftig. In een matelooeen drang naar vrUheid brak hU de overgeleverde vor men stuk en vierde in de muziek een onbloe dige, Fransche revolutie, waarvan het geweld voor onze ooren een zeer hulselUken klank draagt. Schumann heeft namelük nooit ver geten, dat ook de muziek haar huiselUke plich ten heeft. En tot zijn beste werken behooren dan ook zUn kamermuziek, zUn liederen, zUn piano-composltles. In 1850 werd -Schumann benoemd tot diri gent te Düsseldorf en het onbeholpen genie ontketende een stortvloed van kleine rampen en onaangenaamheden. In den ban van den averechtschen humor werd hU steeds nader tot waapzln en dood gevoerd. ZUn laatste symphonleèn, de meeste zUner liederen, de „geisterhafte” passages in zUn verrukkelijk piano-concert worden door deze wrange levenshouding beheerscht en van een bitterzoete stemming doorstroomd. Schubert Is zelfs in zijn weemoed nog mild. Schumann is in zUn vreugde zelfs nog weemoedig en wrang. Dinsdag 29 Juni 1859 stief hU in het ge sticht „Endenich” bU Bonn. BU hem was de romantiek ultgegroeid tot een soort demonie. Doch boven allen waan en waanzin klinkt zijn muziek, smartelUk, maar nooit aangrijpender dan juist in haar gesmoorde vreugde. ené Ducrois beklom de gore trap, waarlangs M een yettlg touw bungelde en belandde op AX. de eerste verdieping in het kantoor van Lucien Raymond. Temidden van veel gewichtlg- uitziende paperassen zetelde de advocaat zelf, een schrale veertiger met sluwe oogen en een nog sluwer brein. „Zoo, ben je daar elndelUk?” begon Ray mond. toen Ducrois nonchalant op een stoel was neergevallen. „Ik had Je al veel vroeger ver wacht. Denk je dat ik je voor niets heb laten roepen?” Met een onverschillig gebaar goochelde Du- CTOis een sigaret te voorschijn. „Weer één van je bekende vuile karweitjes op til”, zei hU langzaam. „Heb je mU natuurlijk weer noodlg om het smerige werk op te knap pen. Ja, ik begrijp het best.” .Je begrijpt niet,” viel Raymond ruw uit. ,JUs je wist wat Ik nu op het oog had. „Man, blaf niet zoo! Ik zal immers wel luiste ren. Dr zit voor mU toch niets anders op. Hoe veel honderdste procent kan ik nu weer van de winst opstrUken?” Raymond negeerde deze laatste opmerking. „Hoe oud ben je?” vroeg hU- „Zes-en-twlntlg. Op dien teeftUd was JU al een volleerd knoeier." Even fronste Raymond de wenkbrauwen, maar bU bedacht rich. Het was op het oogenblik ver standiger niet op de hatelUke opmerkingen van Ducrois in te gaan. .Mooi! Zes-en-twintig! Da’s juist de goeie leeftUd!” zei hU- „Waarvoor?" vroeg Ducrois. „Om voor den verloren erfgenaam te speten I” zei Raymond triomfanteUJk. „Ik begrijp Je niet”, antwoordde René mat. „Geen wonder! Het is weer eens iets nieuws. Luister Ducrois, we gaan een grooten slag slaan. Je zult voor erfgenaam speten. Er is ergens een oude heer gestorven die al zUn bezittingen heeft nagelaten aan een neef die zijn kinderjaren bU hem heeft doorgebracht. De executeur-testa- mentalr heeft in de bladen oproepingen ge plaatst om dien verloren geraakten neef terug te vinden. Dat is natuurlijk een lastig werkje en daarom ben ik zoo vrij geweest hem daarmee te helpen. Begint het Je al een beetje duideUjk te worden?" Ducrois gromde. ^a, ik zie zelfs al precies hoe het zal afloo- pen. Ik treed op als erfgenaam en word onder worpen aan duizend vragen, die ik niet kan beantwoorden. Daarna draai ik de gevangenis in, terwUl JU. oudergewoonte, buiten schot blijft. Ik bedank er voor.” Raymond greep een aantal getypte vellen. „Hier heb je alle vragen, die je gesteld kunnen warden. Je hebt niets anders te doen dan de antwoorden uit je hoofd te leeren. Werkelijk Ducrois. ik heb aan alles gedacht. Van misluk ken is geen sprake. En het voornaamste is. dat geen antwoord moet geven op vragen, waarop je geen antwoord wéét. Dat zUn strikvragen, begrijp Je. En het is heelemaal niet zoo zon derling, dat de verloren geraakte neef zich niet alles precies meer herinnert. Jongen, doe je best, er is geld te verdienen. En zóó eenvoudig, dat je wel gek moet zijn om de kans niet aan te grijpen Je raakt in het bezit van enkele tienduizenden, die je gewoon door mU laat be- heeren. Daar steekt niets achter. En vergeet vooral niet dat je met veel eerbied over je over leden oom Jozef moet spreken. We zullen meteen beginnen. Je heet van nu af aan Jean Forgeron enJa, ik zie al aan je gezicht dat je er schik in krijgt. Goed zoo!” Inderdaad, René Ducrois had zijn onverschil lige houding laten varen en luisterde nu oplet tend naar alle inlichtingen die Raymond hem gaf. Tezamen studeerden ze de vragen en ant woorden in. waarna Raymond rijn medewerker geld gaf om nieuwe kieren te koopen. Een week later begaven zU zich naar den heer Valette. notaris te Nlmes, die door Jozef Forge ron was aai^ewezen als rijn executeur-testa- mentair. De beide mannen werden vrlendelUk ontvangen. „En nu zult u me zeker wel toestaan uw cliënt enkele vragen te stellen, meneer Ray mond? U begrijpt, ik moet zekerheid hebben dat uw cliënt werkelijk Jean Forgeron is.” Raymond boog beminnelijk, waarna de notaris zUn verhoor begon. De zoekgeraakte erfgenaam was tot zijn elfde jaar door zUn oom opgevoed, waarna de Jongen door zijn vader, die weduw naar was, bij zich in huis genomen was. Tus- schen de beide broers was oneenigheld ont staan, de relaties werden verbroken en de thans overleden Jozef Forgeron had zUn neefje nooit meer teruggezien. Uit den aard van de zaak handelden de vragen dus alleen over de jeugd van Jean Forgeron. Gedurende het verhoor begon Ducrois hoe langer hoe meer bewondering te voelen voor Raymond, die alle vragen had voorzien. De ant woorden klopten dan ook prachtig. Raymond haalde in gedachte de erfenis reeds binnen. Opeens stelde de notaris echter ten vraag, waarop Raymond niet had gerekend. „Ken je mU nog?” vroeg hU plotseling aan Ducrois. Ducrois aarzelde. Raymond wachtte gespannen op het ant woord. Nu moest de erfgenaam de afgesproken tactiek volgen en doen alsof hU het zich niet meer herinnerde. Maar Ducrois bekommerde zich blijkbaar niet om de afspraak. „U komt me wel bekend voor", gaf hU ten antwoord. ..Laat me even nadenkenJa, nu weet ik het. U is de man die Zondags altUd met oom kwam schaken!” Raymond had het gevoel alsof alle grond hem onder de voeten wegzonk. HU herstelde zich pas. toen hU bemerkte dat Ducrois bij toé val den spUker op den kop had geslagen. Ge voel kostbaardere gevraagd had dan een nietig veertje, vroeg hU: „Wilt u het mjj geven?" „O, met alle plelzier." ,,U neemt het me toch niet kwaïUk?" „Kwalijk nemen? Maar ik geef het u wer- kelUk van harte,” zei Gwenna. En over dien reusachtlgen witte vleugel van het vliegtuig keek het meisje met zachte dulvenoogen haar vliegenier aan, die zoo’n klein wit vleugeltje als souvenir gevraagd bad. zooals de ridder van weleer de lievelingskleur van zUn uitverkoren dame droeg. Het was op dit oogenblik. dat de vllegtulg- dame, een energieke figuur in donkerblauw, het vertrek binnentrad, waar een Jongeman en een meisje onbezorgd met elkaar hadden ritten praten, terwijl de eene sigaretten rookte en de andere aan den arbeid was, met de breedte van dien grooten vleugel tusschen hen in. Robert Schumann heeft een gelukkige Jeugd gehad. Men hoort het aan zijn bemlnnriUke, muziloale jeugdherinnerirwen, de „Klndersze- nen”, die ons met hun blijde en dartele klan ken het spelende kind voortooveren in al de phasen van zUn spel, in de lichte schaduw van zttn kleine zorgen, in het blUde licht van zijn groote vreugden of stil voor zich heen droo- mend onder het wolkenspel zUner prille ver beelding. Een kleine droomer was Schumann; een groote droomer zou hU worden. HU las reeds vroeg de romantische schrijvers, Jean Paul en E. Th. A. Hoffmann en leerde het leven al spoedig op romantische, dus averechtsche wUte bezien. HU droomde van de maan op klaar lichten dag en van den dood, als het leven het rijkst was en schoonst. En dan was er Heine, de gevoelige spotter met eigen en anderer ge- zUn liederen we naar het diner gaan Juffrouw Gwenna." HU boog zich weer voorover, als bet meisje langs hem heenging, om het houten patroontje te halen, waarnaar zU het einde van de Jln- nenstrook moest 1 “‘7 „Ik zou zoo graag.' „als u er niets op tegen hebt, een souvenirtje van u bezitten, als ik u dat parelmoeren han1 gertje teruggeef!’’ Een huivering doortrilde haar. Ze zou niet willen, dat hU nu vroeg om hetgeen Ryan misschien wel zou gevraagd hebben. Tot haar geruststelling was het echter geen kus. „U weet nog wel, dat u dien avond van het bal. die witte vleugeltjes aan uw deed? Nu. ik zou zoo graag één daarvan als souvenir willen hebben!" HU had er zelfs niet aan gedacht, om dit te verlangen, vóór hü dien jongeman ontmoet had. die af spraakjes met haar maakte en dien wilde hU nu toch vóór zUn. want het was best mogeJUk, dat die onbeschaamde kerel ook een souve nirtje zou durven vragen en dan was nUzelf toch fUn de eerstel en ook zU zelf had er niet meer aan gedacht En al dien tüd had hU. wat haar persoomdk toebehoorde, zoo dicht bij rich gehouden! „O Ja. mUn hartje," bracht ze er elndelUk uit. „Heeft u het nog?" „Niet hier, in m(jn andere jas. ik bedoel op mUn kamer. Ik zal het voor u meebrengen, als we naar het diner gaan En, nog wat. De vliegtuig-dame een echte vrouw, was terstond gevoelig voor de heeraebende atmos feer, die niet veroorzaakt werd door spiritus en rubber, maar van anderen, meer onstoffe- Ujken aard was. ZU overzag oogenbllkkelUk de situatie, die haar de gedachte Ingaf: Wat heb ben we nu aan de hand? Ik wist zelfs niet dat deze twee elkaar kenden. ZU mogen mis schien niet geëngageerd zUn, maar dan zal dit toch spoedig gebeuren I Dit alles strekte tot bewUs, dat de afwerige Leslie bet niet zoo ver mis had, toen ae be weerde, dat huismiddeltjes voorzichtig toege diend. hun uitwerking niet zullen miasen. lukkigl Dat was goed afgeloopen. Maar hU hoopte dat Ducrois zich niet voor een tweeden keer op glad Us zou vragen. „juist!" glimlachte notaris Valette. ,Je schijnt een goed geheugen te hebben. Ik wt\ wedden dat Je Je ook nog het verjarings-ge- schenk herinnert, dat ik Je eens gegeven heb." Raymond zweefde weer in angstige verwach ting! .Kom, denk eens goed na", vervolgde de no taris vrlendelUk. -Ik weet nog dat Je er dolblU mee was. Je had het al zoo lang willen hebben." „Warempel! Da’s waar ook!" antwoordde Ducrois. „Een zakmes was tl" ZU haalde diep adem en keek met haar hel dere, groen-bruine oogen ter sUde. vol verlan- 8en om met Leslie een verstandhoudenden blik *zn triomf te wisselen. Doch haar mooie rijkere ontmoetten slechts de diepe, wUze oogen Tan den grooten Deen, die in den hoek van de rieugelafdeellng naast zUn hok lag; hU knipte *net de oogen en kwispelde met M’n staart. Aievellng.” fluisterde Gwenna zacht. terwUl den bruln-gelen hond voorbU ging. ZU „O!” riep ze uit, bestormd door verschil lende gevoelens. Dat hangertje een parel moeren hartje had zU <Jt> den eersten avond van hun kennismaking gedragen! Ze had net verloren in den auto, toen ze naast hem zat! Zóóveel was er na dien tUd gebeurd, dat ze zich niet meer dezelfde Gwenna voelde, als het jonge meisje, dat het dunne zilveren ket tinkje om den hals had vastgeknipt, toen ze zich gereed maakte voor het feestdiner ZU had reeds lang opgehouden met over peinzingen, of de vliegenier het vergeten was Welke gedachten de vliegtuig-dame koesterde aangaande het paar, dat ze in de vleugel- afdeellng aantrof, verried zU niet met het minste gebaar, zelfs niet bU haar begroeting van Paul Dampier. „Ik hoop, dat ik u niet te lang op mU heb laten wachten,” zei ae. „Ik ben nu geneel en al tot uw beschikking.” Toen keerde zU zich tot haar assistente, die bezig was. de kleverige strooken linnen over de naden van het zeildoek te plakken, „Goed zoo.” zei ze. ,*a maar door met uw werk, u zult nog wel een poosje vooruit kunnen. Dit is een der vleugels van uw machine. mUnheer Dampier.' voegde ze er bU. zich tot den vlie genier wendend. „Ik ben nu tot uw dienst." De vliegtuig-dame en de jongeman verlieten samen de afdeellng en traden het belendend kantoor binnen, waarvan zU de deur achter zich dicht trokken. Alleen gelaten, ging Gwenna gelaten met haar arbeid door, terwUl ze even gestadig zich met haar gedachten bezig hield. Vlug en be hendig, doch tevens zorgvuldig, beplakte zU naad na naad over de heele lengte; en het scheen, of de vlugheid van haar vingers de snelheid van haar droomen bevorderde. .Dat zou ik wel heerüjk vinden,” zei ze Doch opeens bedacht zU, dat hU hierin een toe speling op hun picknick in het open veld sou zien en haastig vervolgde zU: „Ik was zoo blU, teen ik hoorde, dat de motor zou komen en dat kolonel Coyers de bestelling deed. om de machine hier te bouwen. Ik ik wensch u van harte geluk, mijnheer Dampier! Vertel er me eens iets meer van, zoo u wilt?’ HU antwoordde: „O, dat kan wachten; ver tel me eerst eens iets over uzelf.” Gwenna kon haar ooren haast niet gelooven. maar ja. het waswaar Voor de eerste maal gaf hU er de voorkeur jmn. jets over haar te hooren. in plaats van rijn geliefde machine te pralen de Ze vroeg (alsof het haar iets kon schelen, waarheen ze ging, als ze maar in zUn gezel schap was)„Wat soort diner Is bet?” Wllburdiner? O, dat wordt Jaarlijks ’Met is een soort reünie van belang stellenden in het vliegweren. Ik dacht, dat u misschien „Wie zullen er zUn?” alleen kennissen, niet velen, slechts met hun dames. Waarom vraagt u „Alleen maar, omdat ik geen geschikt avond- heb,’’ antwoordde Gwenna, echter met zelfvertrouwen dan vóór den tUd. dat Ryan haar om haar schoonheid had geprezen „Ik heb alleen dat zelfde eeuwige witte costume met de blauwe sjerp, dat ik bU de familie Smith droeg.” „Maar dat stond u almachtig aardig! Alleen maar. „Welnu?” „Mag ik iets vrijpostigs zeggen?" ..Nu. wat is het?” ,.Het klinkt werkelUk wat onbeleefd, zei Paul, achterover wiegelend op den stoel en naar over bet wolkje sigarettenrook aankUkend ZU was inderdaad het aankUken volkomen waard Waarom scheen ze hem nog mooier toe dan te Acht leden van een bende, welke op groot^ schaal de Calcutta Electric Supply Corpora tion heeft opgelicht zUn veroordeeld tot gevan genisstraffen, varieerend tusschen 3 maanden en 2 jaar. De oplichtingen door de electrlciteitsmeters ken. Men heeft geconstateerd, dat het gewone ver lies van een half millioen stroomeenheden jaar lijks was gestegen tot vier mihoen eenheden. De werkwijze van de bende was zeer een voudig; men opende den meter en draaide de cUfers, welke den verbruikten stroom aanwU- ren, terug, waarna de meter weer werd gesloten en verzegeld met een valsch loodje, gelUk aan dat, wat de maatschappU gebruikte. Hierdoor is de maatschappU voor aanzien lijke sommen benadeeld, gedurende een lange periode. Sedert het begin van het proces is het stroomverües gedaald tot beneden het gewone half procent van den geleverden stroom. Vooraanstaande figuren in het proces waren Abdul Azim, een Invloedrijk lid van de Mo- hammedaansche gemeente van Calcutta eigenaar van een bioscoop, die met drie deren was aangeklaagd en Chowkhanl en Mukherjee, die respecttevelUk tot twee en een Jaar gevangenisstraf werden veroordeeld. Vier beklaagden werden vrijgesproken. A I 17 A op blad 81)11 “gevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen E* *7KA MJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 1? een ongeel met E* OE/1 Ml al Lu UZ ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen 4 f OVe" verlies van belde armea, belde beenen of beide oogen T OUe“ doodeUjken afloop T ^OVFe" moest dit woord op dit oogenblik op de een of andere manier uitbrengen. Paul, nog met zUn ellebogen op den rug van den stoel leunend, vervolgde: ,,U heeft nog niet gezegd, of u morgenavond wilt komen?”

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 3