GODSDIENST EN POLITIEK
Heutsz
Onthulling J. B
monument
van
Critiek op het Bezuinigingsontwerp
Het bedrijfsleven
PERSSTEMMEN 0 VER HET
VOORLOOPLG VERSLAG
WAARLIJK NA TIONALE
FIGUUR GEËERD
IDEEËN
Slechte prijzen
Een conflict
De evenknie van Coen
Den weg gewezen
iaoo
Jacht op een berucht
misdadiger
Korte vreugde voor
vrijgelatene
W. Sch. uit Om opnieuw
gearresteerd
Vorderingen op Duitsche
debiteuren
Prachtig werk
KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE
EDELMETAAL BEDRIJVEN
VAN KEMPEN. BEGEER A VOS
noodtgt vrienden en belangstellenden uit tot
een bezoek aan de
JUBILEUMSTENTOONSTELLIRG
1835-1935
DEN HAAG - PULCHR1 STUDIO
Zyn beteekenis als pacificator
en grondlegger van vrede
en welvaart
Wegens gecontracteerde lever in
gen van niet-Nederland-
sche goederen
- „Vernietigend”
Landvoogd van Indië
De aanpassing gaat langzaam en
veroorzaakt groote moeilijk
heden
Een pleidooi
Medeplichtige aan den roofoverval
te Geleen en aan tal van kerk
diefstallen in Limburg
ZATERDAG 15 JUNI 1935
LIBRA
re-
niet
i
5S
scheep
de
bet
tot
van
een geordenden staat,
gemeenschap,
lander, wiens beteekente verder reikt dan de
zen tijd, de eer die hem toekomt.
De gemeentepolitie te Oaa heeft den onlangs
op vrije voeten gestelden W 8ch opnieuw ge
arresteerd. Uit de bekentenissen van den ouden
Toon de Soep zou namelijk gebleken zijn, dat
ook hij 25 heeft ontvangen voor de voorbe
reidende werkzaamheden aan den brand In het
paviljoen.
De „Volkskrant” wijst op het conflict, dat
tusschen Regeering en Kamer dreigt te ont
staan:
In den Berltjnschen Dierentuin hebben destruitvogelt een nieuw verblijf gekregen.
Zij uitten hun blijdschap door een vreugde-dans
Indische
verschil
de
als
het
Hu
Nu de politie door de arrestatie van V.. ge
boortig uit Beek (L.), te Maastricht en van S
te Lutterade, die beiden zijn opgesloten in de
strafgevangenis te Roermond, volkomen zeker
heid heeft gekregen, dat de 36-jartge J. H. te
Beek, de dader Is van talrijke diefstallen, welke
gedurende den laatsten tijd zün gepleegd m
Zuid- en Midden-Limburg, maakt zij In samen
werking met de marechaussee sedert eenige da
gen ijverig jacht op dit gevaarlijke sujet.
De gearresteerden hebben als medeplichtigen
van J. H. een bekentenis afgelegd.
Langzamerhand echter begonnen de ziens
wijze en denkbeelden van Van Heutss omtrent
het in Atjeh te volgen beleid bij de
regeering ingang te vinden en toen
inzicht tusschen de Indische regeering erf
den Gouverneur van Atjeh leidde tot altreden
van laatstgenoemde, werd van Heutsz in 1808
Van Heutss liet zich kennen als een be
leidvol aanvoerder, maar ook als een be
zadigd en rechtvaardig bestuurder.
De werkleesbeM was wederom greeter dan
een jaar geleden. Dit heeft weer een ea>-
ganaUgen Invloed op de koopkracht, die eek
halten de arbeidersklasse sterk gedaald te.
Voor de nijverheid leidt dh er oa. toe. dat
de vraag zich steeds richt naar de goed
koopste artikelen.
Ook het feit, dat H M. de Koningin, in ge
zelschap van H. K. H. Prinses Juliana per
soonlijk het Van Heutss-monument heeft wil
len onthullen, geeft aan dezen grooten Nedar-
Naar aanleiding van het Vrijdagmorgen ge
publiceerde Voorlooplg Verslag der Tweede Ka
mer over het Bezuinigingsontwerp. schrijft de
..Maasbode' o.m
De C.-H, „Nederlander” brengt hulde aan de
de
gouveraeur-gene-
over plaatsing
commandant
INZENDINGEN OP DE PRIJSVRAGEN VOO»:
GESCHILDERD DAMESPORTRET
GEDENKPENNING
ZILVERWERK SIERADEN
JS—£2 JUNI. 18 4 n.m. ZONDAG 2—*
an-
Tweede Kamer voor het stuk werk, dat hier is
verzet:
J. H die een zwerver is, is den laatsten tijd
’n gevaarlijk individu geworden. HU wordt door
de politie tevens verdacht van den enkele maan
den geleden te Geleen gepleegden overval met
berooving en van de te Beek en in tal van
andere Llmburgsche plaatsen gepleegde kerk
diefstallen.
J. H., die nog slechts enkele maanden geleden
wegens zün actieven smokkelhandel het ver
bluf te Beek Is ontzegd, wordt thans, in de ver
onderstelling, dat hü om deze redenen gezocht
wordt, door tal van gezinnen in bescherming
genomen, bü welke hü in schuren, stallen enz.
nachtverblUf krUgt.
De uitvoer van fabrikaten bleef in het af-
geloopen kwartaal op een laag peil, dat geen
noemenswaardig verschil toonde met een jaar
geleden, al blUkt uit eenige stUging van het
indexcUfer van den uitvoer van eenige belang
rijke nUverheldsvoortbrengselen. dat hier en
daar nog wel vergrooting van bultenlandschen
afaet mogelük was. De invoer van fabrikaten,
hoewel. gedeeltelUk als gevolg van de ooutin-
genteering. minder dan verleden jaar. werd toch
nog veelal als een ernstige concurrentie van
onze btnnenlandsche nUverheid gevoeld. De in
voer van grondstoffen voor de nUverheid. in
het bijzonder voor zoover zU de vervaardiging
van productiemiddelen betrof, was zeer gering.
De devaluatie van de Belga op het eind van
het kwartaal schiep voor het Nederlandsche
bedrijfsleven weer tal van moellükheden.
Wanneer men de lust van desiderata door
de katholieke fractie naar voren gebracht,
overziet, dan krUgt men toch wel den sterken
Indruk, dat hier een grondslag wordt gebo
den, voor voortgezette samenwerking ook met
dit kabinet. Een kabinet, dat nog slechts eeni
ge dagen geleden. Iemand als Ir. Gelissen In
s’n midden opnam, kan tegen het geheel van
het hier ontvouwde program afgezien van
nuanceering In uitvoering of tempo met
geen mogelUkheid bezwaar maken Ware dit
wel het geval, dan ware het optreden van ir.
Gelissen van de zUde van den formateur niets
meer dan een camouflage, van de zUde van
den minister zelf een loutere vergissing. Dat
Is niet aan te nemen.
Indien er wederzUds een geest van sa
menwerking aanwezig Is, In deze hachelüke
tijden zoo broodnoodig. dan laat dit scherp
maar opbouwend voorlooplg verslag, ook voor
jle katholieke fractie, voldoende grond om
met dit Kabinet in 's lands belang zegenrUk
werkzaam te zUn.
BlUkens mededeellng van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek, treedt uit de resultaten
van het ondersoek naar den algemeenen be-
drUfstoestand en den stand der arbeidsmarkt
over het ie kwartaal van 1935 wel heel duide
lük naar voren, dat de In het algemeen nog
Ingewikkelder geworden toestanden in de we-
reldhulshouding op het bedrüfsleven hier te
lande een funesten invloed bleven uitoefenen.
In 1010 keerde van Heutss naar Nederland
terug en vestigde zich metterwoon te Amster
dam en later te Bussum. Voor herstel van sUn
geschokte gezondheid vertrok hü in 1033 naar
Montreux en Meran en in eerstgenoemde plaats
overleed hü op 10 Juli 1934. Op het stille kerk
hof van Clarens bü Montreux vond sUn stof-
felük overschot een voorloopige rustplaats tot
het In 1037 naar het vaderland werd overge
bracht en op grooteche wUze in Amsterdam ter
denen, wat strekt tot het stoffelUk, verstande-
lük en zedelük heil der burgers. Of, zooals Leo
XIII het uitdrukte: alles wat in de belangen
van de menschen op een of andere wijze heilig
Is, alles wat betrekking heeft op het heil der
zielen of derf dienst van God, hetzü zulks het
geval is uit den aard der zaak, hetzij om het
doel, waartoe het wordt teruggebracht, behoort
tot de macht en de bevoegdheid der Kerk; al
het overige echter wat behoort tot de burgerlijke
en politieke aangelegenheden, is rechtens on
derworpen aan het Staatsgezag
Uit dit alles volgt, dat de twee machten. Kerk
en Staat, teel onafhankelük van elkander zün
en leder een eigen autonoom gebied hebben,
maar toch niet onverschillig naast nog minder
tegen elkaar in mogen gaan. Dit volgt ook al
hieruit, omdat belde machten over dezelfde In
dividuen heerschen: het zün dezelfde menachen.
die lidmaat van de kerk en 'burger van den
staat zljh. Beide, kerk en staat, moeten dien
zelfden mehsch tot zün einddoel brengen: de
kerk door de zorg voor de ziel. waarbü intus-
schen zün lichamelük heil en stoffelüke wel
vaart als middelen om tot het einddoel te ge
raken niet verwaarloosd worden; de Staat door
de zorg voor zün tüdelük geluk, zün wereldlijke
belangen, waarbij zün zedelük heil Intusschen
niet uit het oog verloren mag worden. En daar
al het geschapene ultelndelük er is tot Gods
meerdere glorie en al wat ziel heeft voor de
eeuwige zaligheld is bestemd, moet alles wat
leiding heeft in deze wereld, hetzij direct of in
direct meewerken om het schepsel tot zün laat
ste bestemming, dat is, tot God te brengen.
Wanneer men zóó de burgerlijke maatschappij
beschouwt en de vele en zware plichten over
denkt, die leder Individu, maar ook de menschen
te zamen, dat is de gemeenschap tegenover den
Schepper hebben te vervullen, dan begrüpt men.
dat „aan politiek doen” zoo maar niet iets is,
wat men minachtend en met een schouderop
halen voorbü kan gaan. Het wil zeggen, dat
eenieder al naar de omstandigheden, waarin
hij is geplaatst, of in de functie waarin hü ge
roepen Is, te zorgen heeft, dat aan God In het
openbare leven de hulde wordt gebracht, welke
Hem toekomt. Dit zal somtüds direct moeten
geschieden door hen, die een openbare gezags
positie bekleeden; Indirect door hen, die invloed
hebben op de wetgeving en nog meer indirect
door allen, die door de uitoefening hunner bur
gerlüke rechten de volksvertegenwoordigers in
de bestuurscolleges aanwüsen.
Al ging het bü onze industrie in de eere
branche minder slecht dan In de andere, al
hadden ook gelüksoortlge ondernemingen Let
geenszins alle even zwaar te verduren en al
mag men zelfs ten aanzien van een aantal Be
drijven nog wel van een voor dezen benardcn
tüd in zekere mate bevredigenden toestand
spreken, dit neemt niet weg. dat een büzonder
ongunstig totaalbeeld voor oogen valt te stellen.
De aanpassing aan In menig opzicht aoo
geheel andere verhoudingen gaat langzaam en
veroorzaakt groote moellükheden. Wel brengt
de onvermüdelüke herziening In de orienteering
onzer nUverheid die voor het verlies van
buitenlandsche markten gedeeltelijke compen
satie moet zoeken In het binnenland (voor
zoover niet soms nieuwe afzetgebieden word*n
gerond) hier en daar wat bedrijvigheid.
Maar de prüzen der producten laten dlkwl'ls
büna geen winstmarge, indien al niet met ver
lies moet worden gewerkt.
Nog niet geheel hersteld stond van Heutss
al weer te velde en dank zü zün juiste inzich
ten, zün energie en zelfvertrouwen werden
door de Nederlandsch-Indlsche troepen schit
terende resultaten bereikt. Spoedig volgde dan
ook zün bevordering tot majoor, terwül hem
de Eeresabei met het opschrift „Voor betoonde
dapperheid” werd toegekend.
Aangezien de man. zooals gezegd, aan tal var.
andere delicten debet is. rekenen de politie
autoriteiten op de medewerking van de bevol
king.
J. H. slaapt geregeld in de open lucht In de
veldgewassen. Overal ziet men hem opduiken,
doch in zün schuwheid weer even snel verdwij
nen. Alle huiszoekingen bü nacht en ontü bleven
tot heden vruchteloos. De opsporingen worden
echter met kracht voortgeZet.
Te bevoegder plaatse worden gaarne monde
linge of schriftelüke aanwüzlngen omtrent den
gezochte Ingewacht. a
En dan kan men kwalük beweren, dat bet
bezuinigingsontwerp met gejuich begroet te.
Maar een voorstel, dat, gedwongen door
wreede. harde noodzaak, besparingen op den
Staatsdienst moet aanbrengen van 77 mil-
lloen, dat verder geen enkel Departement
ongemoeid laat en dat tenslotte van de Ka
mer zeer ruime machtigingen verlangt, moet
automatisch tot tegenstand prikkelen. De ver
scheidenheid der critiek maakt het moellük
na te gaan welke compacte „blokken” de re
geering tegen zich zal vinden. Natuurrijk zou
het ook kunnen gebeuren, dat de geenszins
„gelük-gestemde" tegenstanders, uit geheel
verschillende oorzaken toch gelükelük hun
stem tegen de Regeering uitbrengen. Zü
zouden dan echter een verantwoordelükheM
op zich laden, die ons niet benüdenswaardlg
achünt.
Terwül hü met krachtige hand ons ge
zag vestigde in dp buitengewesten, tot In
de uiterste schuilhoeken van den archipel,
zorgde hü er voor, dat geregelde toestan
den, orde rust en veiligheid den opbioel van
die streken verzekerden. HU kon daarbü
slechts over beperkte middelen beschikken,
maar door zün verstandig beheer werden
niet alleen de financiën gezond gemaakt,
maar behield hü zelfs een overschot op den
gewonen dienst. Het Grootkruis van de
orde van den Nederlandschen Leeuw was
een passende beloonlng voor hem. die met
recht de evenknie kan worden genoemd van
den grooten Coen.
meerderheid in de Kamer aanwezig te. die
zeer belangrijke gedeelten van de voorgestelde
bezuinigingen hetzü onaanvaardbaar acht,
hetzü daartegen zoodanige sterke bezwaren
heeft, dat tegemoetkoming daaraan van
geerlngsstandpunt welhaast uitgesloten is
De soclaal-democratische en katholieke
partuen en de partü der ..sommigen", maken
tezamen een Kamermeerderheid uit. die het
roer gewend wil zien en een regeering met een
geheel anderen koers dan den huldigen voor
staat
Het 8oc -Dem „Volk" meent in het Voorloo
plg Verslag opnieuw een aanleiding te zien, om
In 1802 gaf van Heutsz een brochure uit,
waarin hü de herbaalde bestuursveranderingen
erf voortdurend wüzlgende bestuurslnzichten
scherp hekelde. Daarnaast gaf hü duidelük en
logisch den weg aan, die moest worden gevolgd
om de pacificatie van Atjeh te verkrügen.
Na den afval van Ttoekoe Oema, waarbü
positie van het Nederlandsch gezag ernstig
werd bedreigd vertrok generaal Vetter als le
gercommandant naar Atjeh om orde te stA-
len op den gang van zaken. De tot lultenant-
kotonel bevorderde van Heutss werd te züner
beschikking gesteld. Hü heeft toen als colonne-
commandant en leider van verschillende oor
logshandelingen een belangrüke rol gespeeld,
daar hem steeds de gewichtigste moellükste en
meest gevaarvolle ondernemingen werden op
gedragen.
Dikwüls was hü het daarbü met bet beleid
van zün chefs niet eens en dezen spaarden hem
niet hun vaak onbillüke qritlek. Dit moest, in
verband met zün karaktertrekken vaak
conflicten leiden, waarbü meer dan eens zün
loopbasn gevaar liep.
staatkundig doel te vereenlgen. maar dat zulk
een saamhoorigheid. gezien het natuurlük ver
band tusschen godsdienst en politiek, ook in de
lün der rede ligt;
2. dat geen ernstig mensch. die de tüdelüke
dingen onder het licht der eeuwigheid be
schouwt. kan beweren, dat hü met politiek niets
te maken beeft. Zün plichten tegenover de ge
meenschap zün onloochenbaar. W^r dit vast
staat moet bet bestaan van een ..staatkundige
vereeniging der katholieke Nederlanders" als
een zegen worden beschouwd, omdat zü te mid
den van de gemengde bevolking, waarin wV
hier te lande leven, lederen katholiek afzonder-
lük van veel gewetenszorgen ontlast.
Laten wü boven al het kleins dagelüksche ge
doe uit het bestaan van een katholieke staats-
partü eens van dien kant beküken!
Amsterdam is arm aan monu
menten en daarom alleen reeds is
de onthulling, hedenmiddag, van
het gedenkteeken, gewijd aan
de nagedachtenis van gouverneur-
generaal J. B. van Heutsx, een bij
zonder gebeuren. Er is om de figuur
van Van Heutsz nog al eens gestre
den, omdat men in zekere kringen
in het bijzonder zjjn militaire betee
kenis in een ander licht wilde zien.
De erkenning echter, dat deze land
voogd door zün karaktereigen
schappen allereerst, en daarnaast
door zün groote verdiensten, niet
alleen als pacificator van Atjeh en
buitenbezittingen, maar vooral
bestuursman, als grondlegger
van den opbloei dier streken, een
waarlük nationale figuur is, heeft
geleid tot de blüvende hulde, welke
hem thans wordt gebracht.
Inmiddels wisselde echter t civiel bestuur en
met den nieuwen gouverneur verschilde v. Heutsz
zoozeer van meenlng, dat hü
verzocht en werd benoemd tot
In de dagelüksche practük mogen er aan „de
politiek” vele menschelüke fouten kleven; op
het terrein der politiek mogen meer dan ergens
anders de verkeefSe menschelüke hartstochten
tot uiting komen; dat alles Is bükomstlg en
heeft met het wezen der zaak zelf niets te ma
ken. In den tempel van Jeruzalem hadden zich
kooplieden en woekeraars genesteld, die
heiligdom onteerden. Wat deed Christus?
vervloekte niet het godshuis en beval niet dat
af te breken. Neen, hü joeg er de venters en
wisselaars uit en nam het huls des gebeds te
gen de schenders in bescherming. Wanneer de
politiek ontwüd wordt door verkeerde practü-
ken, dan moeten wü trachten haar te ontdoen
van menschelüke onvolmaaktheden en haar
herstellen in baar hoogen en voornamen staat
Bezien wü na deze overweging nogmaals de
definitie van de R. K. Staatspartü als „zuiver
staatkundige vereeniging der katholieke Neder
landers" dan zullen wü moeten erkennen:
1. dat het niet alleen mogelük is om zich
als belüders van eenzelfde geloof tot een sulver
Geen gejuich
Ook het liberale „Handelsblad” te bevreesd
voor de Regeering:
Van dat oogenblik af kreeg van Heutss
gelegenheid zün groote militaire Ixkwaam-
held te toonen. Door zün Invloed traden
onze troepen weer actief en aanvallend op.
zoodat in Groot Atjeh het verzet spoedig
afnam. In deze periode werd van Heutsz
levensgevaarlük gewond. Bü bet terug
trekken uit de stelling bü de Inlandache
bentlng Koet* Raja op 9 Februari
doorboorde een geweerkogel zün linkerarm
en linkerborst.
Tal van onderscheidingen vielen hem than*
ten deel, w.o. het Grootkruis der Militaire
Willemsorde terwül zün groote promotie na
de benoeming tot lultenant-generaal volgde in
1004, toen hü werd benoemd tot gouvemeur-
freneraal. Vüf jaren lang tot 1000 heeft
van Heutsz deze functie bekleed.
Eenmaal de macht in handen,
trok van Heutsz rusteloos op, over
al ageerend, waar men zich tegen
het gezag bleef verzetten. Na zoo
vele jaren van tegenslag en verne
dering kreeg het Indische leger het
geloof terug in eigen kracht en kun
nen. Spoedig legden de voornaam
ste verzetleiders het hoofd in den
schoot en in de jaren 1898—1904
werd Atjeh volkomen gepacificeerd
en de weg bereid tot economische
ontwikkeling.
Gelük bekend te. heeft de Regeering enkele
maanden geleden een onderzoek doen instellen
naar den omvang van de bedragen, welke Ned*-
landeche schuldetechers nog op Dultacbe schul
denaren hebben te vorderen, op grond van vóóe
24 September 1934 gecontracteerde leveringen
van niet-Nederl*ndsche en nlet-Nederlandseh-
kokmlale goederen, waarvan de koopsom na
den genoemden datum verviel. Dese goederen
*Un gedeeltelUk vastgehouden, gedeeltelük ook
aan derden verkocht, waarn* de oorspronke-
lüke Duitsche kooper voor het prüsvenchil ia
gedebiteerd.
Met de Duitsche Regeering Is omtrent dese
vorderingen het volgende overeengekomen:
De koopsommen voor parijen, geleverd vóór
24 September 1934 kunnen op het TreuhAnder-
konto N led er lande worden gestort.
Indien partijen, te leveren na 24 October 1934
op grond van vóór dien datum afgesloten con
tracten vóór 24 October 1934 zün geleverd, kun
nen de bedragen op het TreuhAnderkonto wor
den gestort, nadat hiertoe vóór 1 Augustus
1935 een vergunning aan de Devteenstelle is ge
vraagd.
De levering van partijen, gecontracteerd vóór
24 September 1934, doch op grond van betalings-
moeilükheden vastgehouden dient in het alge
meen achterwege te blüven. aangezien er geen
mogelUkheid bestaat, de koopsommen daarvan
over het TreuhAnderkonto te doen vereffenen.
Voor partijen, gecontracteerd vóór 34 Sep
tember 1934. welke inmiddels aan derden zün
verkocht, geiden eveneens bovenstaande bepa
lingen.
Voor partijen, gecontracteerd vóór 34 Septem
ber 1934. waarvan de leveringsdatum nog niet
is verschenen, aal geen mogelUkheid tot beta-
Nu het voorlooplg verslag der Tweede Ka
mer Is verschenen, moet men, daargelaten of
omtrent de bezuinigingen overeenstemming
tusechen redering en Kamer mogelük te
dat bezuiniging noodig te, of om de woorden
van het voorlooplg verslag te bezigen, „ver
laging van de openbare uitgaven niet kan
worden gemist", erkennen allen vaststel
len, dat voor het beleid der regeering, zooals
het tot dusver werd gevoerd, geen meerder
heid In de Kamer aanwezig Is.
Er Is derhalve In wezen een conflict.
De regeering heeft het In haar macht bet
af te wenden door haar koers te wüzlgen.
door den weg op te gaan, dien de katholieke
Kamerfractie heeft uitgestippeld is een te
zwak woord, heeft getraceerd.
De „Telegraaf neemt de regeering tegen de
uitgeoefende crlttek in bescherming:
Tot nu toe heeft ons land de harde slagen,
die de crisis ons toebrengt, met koelbloedig
heid en gelatenheid gedragen Vergeleken met
de meeste andere landen ter wereld was ons
volk een voorbeeld van discipline. Wü hand
haafden een regeering. die impopulair werk
deed. Moet daaraan een einde komen? Moeten
wü ons storten in een politiek avontuur?
Zoowel, omdat politieke stabiliteit in deze
bewogen jaren een onschatbaar voordeel te.
als ook omdat devaluatie voor ons land een
zwaar euvel zal beteekenen. meenen wü, dat
de Tweede Kamer goed zal doen haar be
zwaren tegen het bezuinigingsontwerp
al te breed uit te meten.
de katholieken tot samenwerking U kunnen
uitnoodigen:
Het Voorlooplg Verslag van de Tweede Ka
mer over t wetsontwerp tot verlaging van de
openbare uitgaven, te vernietigend voor de
regeering Er blükt duidelük uit. dat er een
U opschrift te niet origineel. Ontelbaar
IJ zün de redevoeringen, die gehouden en
de artikelen, die geschreven zün over het
onderwerp: godsdienst en politiek. Het pro
bleem te er dan ook belangwekkend genoeg
voor. Nu er in de afgeloopen week een proeve
van een nieuw beglnsel-program van de R. K.
Staatspartü verschenen is, gevoelen wü ons ge
noopt nog eens op het bovenbedoelde oude the
ma terug te komen. Want, al Is het onderwerp
godsdienst en politiek” al herhaaldelük van
alle kanten belicht, de bezwaren, welke men
ook in onzen tüd en juist In dezen tüd tegen
•en vermenging van godsdienst en politiek ol
tegen een invloed van den eerste op de laatste
aanvoert zün zóó groot en menigvuldig, dat het
zün nut kan hebben dit schünbaar dood ge
prate probleem nogmaals te beküken.
Het is natuurlük onze bedoeling niet ook
maar één woord aan den inhoud van het pas
verschenen concept-program te wüden; daar
voor Is het hier de plaats niet. Wü willen
slechte naar aanleiding van één daarin voor
komenden en naar onze meenlng zeer goed ge-
formuleerden zin eenige nog steeds opgang
doende valsche loeweringen weerleggen. De be
doelde zin luidt: „de R. K. Staatspartü wil zün
en blüven de zuiver staatkundige vereeniging
der katholieke Nederlanders
De grootste politieke partü van ons land was
een der weinige, welke tot nu toe geen elgenlük
beginselprogram bezat, zooals verschillende
dere partüen er wel een bezitten. Vandaar
er tot nu toe voor zoover ons bekend nog
nooit een scherpe definitie van de R. K. Staats
partü gegeven. Thans is er een. Wü noemden
den nieuw ontworpen tekst daarvan een geluk
kige formuleerlng. Immers zoo categorisch mo
gelük („wil zün en blüven!") noemt zü zich
zelf een sulver staatkundige vereeniging, hier
mee opnieuw afwüzend alle bewust of onbewust
vklsche beweringen, volgens welke de R. K
Staatspartü een godsdienstige vereeniging zou
zün. Van niets heeft de katholieke emancipa
tie zooveel last gehad, in niets ook zün onze
politieke leiders, selfs door vele eigen partüge-
nooten, zoo verkeerd loegrepen als op dit punt
Bü iedere gelegenheid Is er in parlement, in
vergaderzaal, In de pers op gehamerd, dat de
katholieke partü geen godsdienstige, maar een
sulver staatkundige partü is; dat, evenals vrü-
zlnnigen, protestanten, liberalen, socialisten een
politieke partü hebben gevormd op de basis van
hun beginselen, zoo ook de katholieke burgers
van Nederland zich In een staatkundige veree
niging hebben georganiseerd op hun princiepen
Gelük zoovele vooroordeelen tegen de katho
lieken begint deze valsche opvatting langza
merhand te verdwünen. Uitgestorven Is zü ech
ter nog lang niet; iedere gelegenheid, welke een
schün van kans biedt voor een aannemelüke
tewerlng, wordt aangegrepen om te betoogen:
ziet ge wel: de roomschen laten zich In de po
litiek Wcft door hun godsdienst en niet door
staatkundige beginselen lelden! Die bewering Is
niet altijd, laten we aannemen zelfs meestal niet
bewust misleidend. Ze komt doorgaans voort
uit een misvatting omtrent het verloand tus-
achen godsdienstig en staatkundig beginsel,
een misverstand, dat helaas ook nog veelvuldig
onder eigen partügenooten te vinden Is. Wie de
onjuistheid van deze misvatting helder inziet,
begrüpt ook de dwaling, gelegen in die andere
foutieve beweringen, dat politiek een onverschil
lige zaak te, waarmee men zich kan bemoeien of
waarvan men zich kan onthouden; dat gods
dienst en politiek niets met elkaar te maken
hebben; dat iedereen vrü is zich politiek te or-
ganiseeren naar eigen staatkundig Inzicht enz.
Laten wü daarom die misvatting omtrent het
verband van godsdienst en politiek nogmaals
ander het mes nemen.
Tot goed begrip moet men onderscheid ma
ken tusschen Staatkunde In het algemeen en
politiek naar de gangbare opvatting. Politiek
en staatkunde zün begrippen, welke elkaar dek
ken; staatkunde is een ander woord voor jx>-
litlek (het bestuur van de „polis” dat is stad
et staat). In de practük echter is het zóó ge
worden dat, wie over bestuursdaden van groote
leiders der volkeren spreekt het woord staat
kunde en wie over parlementswerk of over ver-
klezlngsactles en dcrgelüke spreekt het woord
politiek gebruikt.
laten wü onder staatkunde verstaan alles
wat behoort tot de kunst om de burgerlüke ge-
meenschap te besturen. Niemand zal beweren,
dat hü daar niets mee te maken heeft; heel
ons tüdelük welzijn hangt van de staatkunde
voor een niet gering deel af. Immers, voor de
vraag, of Wü veilig kunnen leven, of er open
bare orde heerscht of en hoeveel belasting wü
moeten betalen en voor duizend andere vragen
meer moeten wü om een antwoord bü de staat
kunde terecht komen.
Er is meer. In
ta een burgerlüke gemeenschap, heeft
leder lid zün burgerplichten. Men kan deze in
woord aldus samenvatten: eenieder te ver
plicht het algemeen welzün van zün land te
•lenen. Die plichten tegenover het algemeen
•eteün worden maar al te dikwüls te licht op-
penomen. Niettemin zün het zware gewetens
plichten. Welnu, dit dienen van het algemeen
welzün behoort ook tot de staatkunde, te ook
politiek en wel In den besten zin van bet woord
Wle dus beweert: „ik doe niet aan politiek"
weet doorgaans niet atet hü zegt.
Hoe staat nu de godsdienst tegenover de po
litiek, zóó opgevat, als wü ze daar juist om-
•chreven? Al dadelük voelt men. dat het wel
•er moellük te naar dit begrip godsdienst en
Politiek van elkaar te scheiden. Kerk en Staat
•treven beide naar een doel; belde zün van
•Ikander onafhankelüke maatschappijenbel
li* streven met eigen middelen naar hun doei
Toch moeten belde, goed beschouwd ultelnde-
op hetzelfde punt uitkomen. Immers de
heeft direct tot doel Gods glorie te be
vorderen en het eeuwig geluk van den mensch
Ie behartigen. Het doel van den Sta^t te het
*l<emeen natuurlük en menschelük welzün der
•••neenschap te bevorderen; dat wil zeggen
ten algemeenen nutte te leiden en te or-
Gouverneur-Generaal Joannes Benedictus
van Heutsz werd op 3 Februari 1851 te Ooe-
vorden gebaren. Als volontair bü bet Instruc
tie Bataljon te Kampen In dienst getreden,
werd hü in 1872 benoemd tot tweeden luitenant
van het Nederlandsche leger. Een jaar later
brak de Atjeh-oorlog uit en In Juli 1873 werd
van Heutsz In rang en anciënniteit overgeplaatst
bü het Nederlandsch-Indische leger In Sep
tember van hetzelfde jaar ging hü
naar de Oost.
Snel maakte hü hier promotie en na zich
bü verschillende krügsverrichtlngen te hebben
onderscheiden verliet hü als le luitenant in
1878 tüdelük Atjeh, benoemd tot plaataelük
adjudant te Soerabaja.
Bevorderd tot kapitein sag hü zich medio
1887 geplaatst bü den Generalen Staf en twee
jaren later was hü chef van den staf van de
troepenmacht in Atjeh waar hü spoedig
rechterhand werd van den
raai, majoor van Teyn.
De Koninklüke boodschap, waarmede het
Wetsontwerp bü de Tweede Kamer werd inge
diend is gedateerd op 26 April De Kamer
heeft dus welgeteld zes en een halve week
noodig gehad voor de bestudeering en behan
deling van het wetsontwerp en Wor de op
stelling van haar verslag En dat bü een wets
ontwerp. dat betrekking heeft op alle Depar
tementen en de meest ulteenloopende onder
werpen behandelt.