<Kctu&fiaal van Met twee kameraadjes op avonturenreis den dag De riolen onder Frankrijks hoofdstad T I GR MC STOOi ».W. lUTTlg De sleutel dagelijks loert er DE DOOD ZATERDAG 15 JUNI 1955 fe Duur kopje thee Piccard weer naar de De schoen van Maria Stratosfeer Antoinette Tooneelanecdote Korte berichten Weerzien na 26 jaar Een onderscheid! Fortuna is grillig Di 15% der arbeiders verongelukt Tijdens den marsch overleden... DOOR BERTHA RUCK fe e kun Kenl te t R. tn een week werden onlange negen werklieden door brandwonden ernetig verwond ongeschiktheid tot werken door 17 *7 CA bij een ongeval met J7 OCA MJ verBee van een hant» i. belde beenen of belde oogen F O Ve" doodelljken afloop 1 een voet of een oog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL A I I 17 ARfïMMIT’Q op «ut blad zijn ingevolge de verzexerlngsvoorwaarden tegen I sl <r* /A.1J IT 11 1-d ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen r) derlük-onschuldlge I moe- 26 de „Verwik- M Prof. Piccard met zijn assistenten HOOFDSTUK IH DE LAATSTE ZONDAG IN VREDESTIJD 40. (Wordt vervolgd). l Hü begreep er niets van en wilde Aün hoofd weer terugtrekken. Dat was gemakkelüker ge- MÜNCHEN. 14 Juni (V.D.). Tijdena de ml- noeuvres In de Beiersche bergen van het te Regensburg gedetacheerde regiment Infanterie zijn vijf soldaten, tengevolge van een gefor ceerde marsch langs een der open wegen in groote hitte en met zware bepakking, overleden. zegd dan gedaan. HIJ zat onwrikbaar vaat in het nauwe raampje en kon niet voor, noch achteruit „Help! help" brulde Jansen, wien de zweetdroppels op bet gezicht begonnen te komen. Daar klonk een luid gelach achter hem. De kapitein, verscheidene matroeen en de kok hadden de grootste pret Het was ook een potsierlijk gezicht tegen dp spartelende beenen van den hofmeester op te kijken. In het district Belobeisk (Republiek Basjklr) zün groote verwoestingen aangericht door een orkaan welke 28 minuten asmhield. Juffrouw Llverkrön ging naar den solder en nadat twee huisknechts een half uur en 5 mi nuten lang met bijl, hamer en nijptang gewerkt Gei Boei De kapitein begreep dat Jansen daar zoo niet kon blijven zitten en op een wenk van hem probeerde een der matroeen den hof meester aan zijn beenen achteruit te trek ken. Het gaf echter nlete, de man zat onwrik baar vast en toen de matroos nog harder trok, begon Jansen te brullen van df PUn. sche riolen, waar zij straks weer In zullen ten, de dood dreigend In alle hoeken. Men heeft statistisch vast kunnen stellen, dat 15 procent van de rioolarbelders sterven door een ongeluk. Vaak verdrinken zij in het drab bij het voortbewegen van de booten met de schui ven. ofwel zij komen onder een plotseling neer vallende vracht vuil, als zij een dew monden van het riool schoon maken. Zij kunnen het slacht offer worden van een explosie In de gassen en dampen van het riool, wat ook vaak voorkomt, zij kunnen door het water worden meegesleurd op een onweersdag, gelijk hun verongelukte chef Worms onlangs. Het kan ook zijn, dat zij levend verbranden door het een of andere che mische product, dat met stroomen tn het water wordt gestort. En tenslotte kunnen zij sterven als gevolg van Infecties of door ziekten van de ademhalingsorganen. Wie geen zeer sterk ge stel heeft, kan er heelemaal niet aan denken zich ooit in de riolen te wagen. De gevaren der riolen zijn gevaren, die geen enkel uiterlijk prestige verleenen. Een vliege nier, die verongelukt in zijn neergevallen en brandende machine, heeft nog iets van heroïek om zich heen, maar wie stikt in de modder, gaat onder zonder dat iemand er aan denkt hem tot een held te verheffen. Daar is geen bravour meer bij. Het eenige wat gedaan kan worden om het lot van deze menschen een weinig te verlichten, is zooveel mogelijk mechaniseeren van het be drijf en het versterken der veiligheidsmaat regelen. „Weet bleekend. staande is?" .Wel, natuurlijk weten die lieeren er meer van dan ik; maar die laten sich er niet over uit. In alle geval gebeurt het nog niet op den dag van morgen Zondag, onze vrije lange stratosfeerrelziger. met zijn kin- geleerdengezlcht, vertoefde Het leven speelt soms een wreed, maar soms ook een gelukbrengend spel, een spel van on waarschijnlijkheden. Of is het geen toeval, wanneer een vader na 26 jaar zijn kinderen wedervlndt. die hij reeds lang dood waande, en wanneer hjj zijn zoon uit Messina tn Odessa terugvindt, in plaats van in de eeuwigheid? Tusschen deze scheiding en dit wederzien liggen de rampzalige dagen van Messina. jaien van ontbering, die vergeten waren, toen het gelukkig toeval alle hindernissen wegruimde Boven Messina schemerde de morgen van den 28en Dec. 1908, toen plotseling de aarde begon te wankelen. De zee rees.... de hulzen stortten in Menschen werden verpletterd of stikten Ongeveer 10 000 vonden den dood. Ook Angelo Inferreza werd uit den slaap op geschrikt Hjj zag de muren op zich toekomen... Zijn kinderen gilden van schrikHIJ kan nog tuist de deur bereikenToen stortte het huls boveh hem In. Het bloed liep hem van het hoofd over de armen. Een steen had hem zwaar gewond. HU zakte ineen. Toen hit tot zich zelf kwam, lag hij aan boord van een der schepen, die in de nabijheid ver toefden en direct met de reddingswerken be gonnen waren. Een Russisch schip, waarop men hem liefde rijk verpleegde. Toen het voor het schip tUd werd de ankers te lichten, vroeg men hem of hij naar huls wilde. Angelo keek naar Messina: een trooste- looze aanblik en pulnhoopen. niets dan puln- hoopen! Wat moet hü daar nog?.... Allen wa ren dood. HU had gezien, dat de muren bo ven zUn kinderen Instortten, hoe zUn vrouw door de steenen verpletterd werd. Neen, hü kon niet meer terug naar Messina. „Neem me mee naar Ruslandl" vroeg hü Daar op nam men hem mee. Langzamerhand her stelde hij. In Odessa ging hij aan land en begon een De beroemde Fransche tooneelspeelster Mile. Rachel was zeer hebzuchtig. Over dit gebrek had zij veel van haar confraters en confrate- ressen aan het ThéAtre Francais te lijden. On der hen, die zich daarover het scherpst uitlieten, was Mlle. Judith, die, evenals Rachel tot de Israëlitische gemeente behoorde „Ik kan me niet begrijpen. zoo zei een» Arsène Houssaye, de directeur, tot Mlle Judith, „dat U, die toch denzelfden godsdienst als Rachel belUdt. voortdurend zoo op haar smaalt." „Dat komt, antwoordde Judith, „omdat ik een Jodin ben, maar Rachel is een Jood!" OZOOTIT htesje met een voortuintje?” Geen ItRton zoo’n sleutel maken. Hoog- De holmester stak zUn hoofd door het raampje en speurde ijverig in de zee. Wat gek. de aap moest toch In het water zijn gevallen. Hij zag echter niets, en stak zün hoofd nog wat verder naar buiten. Neen, er wee geen aap te bekennen. Toen op den 18en October 1793. het hoofd van de ongelukkige Maria Antoinette onder de trijl der guillotine was gevallen, werd het door den beul Samson aan de woedende menigte ver toond. De soldaten, die opdracht hadden gekre gen de stellage na de terechtstelling op te rui men, vonden onder de planken, waarop het schavot rustte, twee kinderen. Een der kinderen had een zakdoek in het bloed van de koningin gedoopt. De ander had een schoen weten te bemachtigen, die het slachtoffer op het schavot was ontvallen en onder de stellage terecht was gekomen. Het kind met den bebloeden doek werd gegrepen en voor het „comité van veilig heid” gebracht en had het alleen aan zUn jeugd te danken, dat hü op zün beurt niet werd ver oordeeld om het getal der ongelukktgen te ver meerderen, die de Fransche omwenteling reeds had geëischt. Het gelukte het andere kind met zUn bult te ontsnappen. De familie van dit kind had van de arme koningin vele weldaden geno te; zü bewaarde den schoen als een reliquie. In 1860 ging een zoon van den man. die als kind den schoen van Maria Antoinette had we ten te bemachtigen, naar Graaf Horace de Vieil Castel, den beschermer van het Muséa des Souverains in het Louvre. De man had een zwart fluweelen zak in de hand, nam eerbie dig het souvenir er uit en schonk het aan deze verzameling. Als een merkwaardige herinnering aan een der vreeseUJkste gebeurtenissen tijdens het schrikbewind. r De schoen van Maria Antoinette heeft een vrij groote lengte, doch de grootte van de vor stin in aanmerking genomen, kan men niet zeg gen, dat zij een grooten voet had. De zeer smalle hak Is hoog en In het midden nauwe lijks twee centimeter In doorsnee. n een vorig artikel over de duistere onder wereld, waarin het afval van Parijs ver dwijnt, hebben we verteld van den tragi- schen dood van den chef-rioolwerker Worms, die In een nauwen koker werd verrast door het snelwassende water, bij een -plotselinge onweers bui. Zoo’n onweersbui is het theatrale gevaar, dat slechts bij uitzondering dreigt. Maar de dood ligt In de riolen dagelijks op de loer en verrast nog op verschillende andere manieren de som bere. zwijgende mannen, die zich voor de hy giëne der stad in haar Ingewanden uitsloven. Die dagelijksche gevaren zijn even ernstig. De arbeiders werken zich in het riool door een „regard", waaruit een lichte damp schijnt op te stijgen. Een smalle ijzeren ladder voert Vandaar recht naar beneden. Niemand mag een sigaar of sigaret rookend het riool betreden, want er |s altijd gevaar voor explosies. De lampen, die worden meegenomen, zijn lampen van het bekende type, dat ook de mijnwerkers gebruiken. De arbeiders dragen groote, zware en waterdichte laarzen met kap pen en een gumml-jas. De ijzeren ladder, die men voorzichtig moet afdalen, is reeds zoo danig besmeurd, dat de handen al volop smerig zijn als men in het riool aankomt. Daar een maal gearriveerd, moeten de arbeiders scherp toezien op den weg dien zij nemen, want als zij een weinig te veel naar rechts of naar links gaan, belanden zij in water, dat twee meter diep staat. Het water stroomt meestal snel, als een bergbeek. De lucht is door al de vuile dam pen verpest en die dampen kunnen zich at en toe zoodanig verdichten, dat het lijkt of men In een mist loopt, waarin de acetyleenlampen slechts flauwe schijnsels vermogen te werpen. Tranen krijgt men In de oogen en de walg lijks te stank dringt In de neusgaten, waarbij een soort van ammoniak-lucht schijnt te over- heerschen, De mannen werken In de slijmerige massa met schop en houweel. Zij laden net vuil, de smerige modder, waarin allerlei resten van het bovengrondsche leven en verkeer soms worden gevonden, op wagentjes, die zich op een plat form bevinden. Daarbij moeten zij oppassen, niet met het water in aanraking te komen, w%ht er zijn soms kokend heete stroomen in das huid en vleesch verbranden. Het eene riool is smeriger dan het andere, dat hangt af van het niveau waarop zij zich bevinden en van den aard van het stadsdeel, waarop zij corres- pondeeren. Hier en daar is het buizennet on derbroken door verzamelbassins. Die zijn dieper en daarin wordt het vuil, dat op den bodem van de riolen ligt, verzameld, met behulp van de beschreven booten of met groote schuiven. Een gedeelte daarvan is gemechaniseerd, een gedeelte moet In moeizamen arbeid door de rioolwerkers worden voortbewogen. In een bijzonder kwaden reuk, letterlijk en figuurlijk, staat het bassln-Macdonald. Dit ligt namelijk dicht bij de gasfabriek en alle afval daarvan verdwijnt er in. Soms laat de fabriek veel kokende vloeistoffen los, soms overlaadt deze het riool met zuren. Onlangs heeft men in één week, van een ploeg van twaalf arbei ders, er niet minder dan negen naar het hospi taal moeten brengen met ernstige brandwonden. Is het wonder, dat de rloolwerkers nuchter wor den bij al dat gevaar en er met een soort van onverschilligheid over spreken? Het is ’n onver schilligheid, die wellicht den diepaten wanhoop moet verbergen. Wie dit oord is Ingegaan, weet dat hij alle hoop moet laten varen om mensch- waardigen arbeid te vinden. HU werkt in de afgrijselijkste omgeving, die men zich denken kan, een arbeid, die meer deprimeerend en ver nederend is dan welke slavenarbeid ook. De ar beiders hebben tn hun uitlatingen iets van ma trozen op zeilschepen en gidsen In het hoog gebergte, zij krijgen een sombere apathie over zich. Zü hebben het slechter dan de bannelin gen in het bagno en de uren, die zü boven den grond doorbrengen, worden vergiftigd door de gedachte aan dien bedorven Styx In de Par Ij- Juffrouw Llverkrön logeert In Bornholm al tijd in de „Albatras”. We stuurden de deur dus naar hotel Albatros te Bornholm. Dat was een heel lastige en dure geschiedenis. Maar zoo zijn we nu eenmaal; als we ons Iets in t hoofd heb ben gehaald, willen we t ook doorzetten. Juffrouw Liverkrön kwam in het hotel. De portier, die haar kende, was zeer blü haar te zien en sprak: „Er is een groot pak voor u aangekomen. Juf frouw We hebben t naar den zolder gebracht, want 1 was nog al omvangrijk.” Nooit te voren was Gwenna zóó vroeg opge staan na een büna slapeioozen nacht. In de vroege ochtenduren was zü in haar kimono naar Leslie's veldbed geslopen en zat nu op oen rand beschenen door het licht van de straat lantaarn en praatte, praatte steeds maar door. Want dat „aan niemand iets er van zeggen gold natuurlük niet voor haar intieme vrien din, voor wie zü haar geluk niet verborgen kon houden. Leslie, luisterde ,,O, Je weet niet half,” zei h(j spijtig. „Je kunt niet beseffen hoezeer ik verlangd heb Je bü me te hebben. Ik ik heb aan niets anders meer kunnen denken. Je hebt het klaar ge speeld. om mü in zulk een korten tüd zooveel van Je te doen houden Hoe heb je dat aan gelegd? Maar wat is dat nu? Waarom stopt die esel van een chauffeur nu hier?” „Omdat ik hier moet uitstappen. We zün bü de Club,” legde Gwenna hem kwasl-ernatlg uit. terwül ze het portier zelf opende. „Goeden nacht!” „Neen, waarachtig niet. Zoo gauw kom je niet van mü af," protesteerde de Jongeman. „Kerst gaan we nog een ritje maken langs de Spaniard Road en de Whitestone Vijver en dan terug langs Hendon. Het Is nog niet zoo laat Ben Je mal. Dit korte tijdje is niet lang ge noeg om .Je te zien en...." Doch ze was reeds uit de taxi gesprongen, het verlichte asphalt overgestoken en stond nu op de bovenste trede van de stoep hem toe te knikken, nadat ze den sleutel in bet slot ge- stokefi had. „Ziezoo," dacht ae. Want zelfs 1* bet meest toegewijde hart schuilt een drang naar on schuldige wraakneming. „Laat hem nu tens voelen, dat hij me niet lang genoeg geslvn heeft, na nog wel een heelen avond met me doorgebracht te hebben. Zü had dit wel lan ger moeten voelen en verduren Nu was het zün beurt: een klein proefje er van! „Slaap wel!" riep sü haar verloofde sacht toe, vóór m verdween. jBlaap well Morgen aten we elkaar weerl" Frankrijk en Estland hebben laten weten, dat zü de op 15 Juni vervallende oorlogaschul- den aan Amerika niet zullen betalen. verkenningstochten en moderne wijze van oorlog voeren?” „Dat heb ik nlei gezegd!" riep hü met vuur ,Ja, dat heb je wel gezegd, weet je niet meer? Het was op den plcknlckdag In de bloe menweide, toen Je mü alles over Je machine uitlegde.” „O, toen! Maar dat is weken geledenI” .Jawel, maar waartoe dient dat alles, als je niet gemeend had, dat er oorlog zou komen Paul, nu herinner tk me duldelük: Je hebt zelf gezegd dat er oorlog moest komen „O ja. zoo praat iedereen.” stelde hü haar gerust. „We kunnen niet helpen dat we weten, dat Dultschland die kolossale vloot en die ge weldige Zeppelins gebouwd heeft en nog maar steeds verder bouwt. Dat doen ze toch niet voor hun gezondheid, daar wil ik alles order verwedden. Ja. een oorlog zal er wel eens uit barsten. vroeg of laat, dat geef ik toe „Ja, maar de vraag is, wanneer. Paul?” „Wel hoe kan ik dat weten, liet kind,” ver weerde de vlieger zich, „waarom heb je dat daareven op de Club den autoriteiten niet ge vraagd. zooals kolonel Coyners?" En lachend voegde hü er aan toe: „Dat was een verduiveld mooie speech van hem, niet?" hü het?” insisteerde Gwenna ver- „Ik bedoel, of er een oorlog aan handen zün armen omknellend „en juist nu. nu ik Je pas heb. Je weer zoo spoedig te moeten verliezen. O neen, neenl" ..Kom kom, lieveling, nu verstandig bUjven. hoor!” bemoedigde hü haar terstond, terwül hü de kleine handjes streelde. „We zullen dit onderwerp laten rusten en er niet meer over praten 1 Er valt niet over te praten, want er is niets aan de hand, kindjeI Begrepen?" „Ja," prevelde ze zacht, maar se dacht: ..Er over praten sullen we niet, maar voortdurend zal die gedachte tusschen ons blüvwn.” En langzamerhand werd dit schrikbeeld vager, totdat de UJnen ervan zich oplosten in het ge nieten van hun samenzün Zü kwamen Road, waar nachtlampjes beschenen venters schreeuwend Te Calcutta zün de prüswlnnaars van de Ju- blleumloterü bekend geworden en het blükt dat Vrouwe Fortuna ditmaal wel zeer grillig is ge weest. Zoo heeft een kaalhoofdige zakenman een prüs gewonnen, die hem recht geeft op een gratis „permanent wave”, terwül een arme koelie een cocktall-shaker heeft gewonnen. Een Indische kok is echter beter af. Hü heeft een kaartje ontvangen voor een gratis diner met een vriend in een der fünste hotels. met een draai in Hampstead tallooze kraampjes door hun i werden en de straat- hun waar aanpreren, temidden van een drom schamele koopers en koopsters, die op Zaterdagavond hun benoo- digdheden Insloegen. „En wat sullen we morgen doen?” beraam Paul het gesprek. „Ik was van plan met Leslie •Ja, dat heb Je al verteld, maar daar komt nlete van. hoor! Met Leslie! Dat kun Je be grijpen! Denk je. dat ik je ergens naar toe laat gaan zonder mü?” mompelde hü. zün arm om haar middel slaande. Hü hield haar even vast omklemd, aüs op dien gedenkwaar- dlgen middag op het stelgerwerk, denselfden middag, dat hü besloten bad. om „bet kleine ding” niet meer te zien. Innig gelukkig leunde «e in zün armen. nieuw leven. Hü liet zich niet al te zeer te neer drukken door dien rampnacht van het jaar 1908. HU was een werkzaam en doortastend man.... En nu komt het toeval. De kinderen van In ferreza waren niet gedood in dien onheilsnacht. ZU werden later gevonden en door anderen op gevoed. Maar zün vrouw was dood en ook den vader hield men voor dood. Andrea, de oudste van de overlevende kin deren. werd schipper. Hü zorgde, dat zün broertjes en zusjes naar school gingen, speelde aldus vader over hen. Op 'n transportreis kwam de zoon dezer dagen in Odessa Hü was verdwaald in de straten van deze stad. Toen hü naar den weg vroeg, werd hü door geen mensch verstaan. Alleen een jong meisje ant woordde hem in het ItaliaansCh. Het meisje vroeg hem, haar vader, die zeker heel blü zou zün weer eens met een landsman te kunnen spreken, een bezoek te brengen. Andrea komt op bezoek en treft als vader van het meisjezün eigen vader. Angelo was opnieuw getrouwd, na vele Jaren in Odessa gewoond te hebben. Het meisje was zün dochter. En het slot? Andrea Inferreza wist passen te krijgen voor zün vader, diens dochter en zün tweede vrou* Kort geleden nu zün ze allen naar Messina te ruggekeerd, waar de overige kinderen uit den rampnacht van December hun vader na Jaar wederzagen! schen wün mee. Die Juffrouw Llverkrön is een allemachtig aardige Jonge dame, die r leuke, royale invallen heeft. Nooit komt se met leege handen. Den avond van den eersten dag zei Balder: „U slaapt in 't zomerhuisje. We hebben een extra-zomerhuisje voor u gebuurd. Daar kunt u in een opklapbed slapen, dat maar een halve meter te kort is. Want u bent nog al lang, ge achte vriendin.” Juffrouw Llverkrön was erg in d"r schik met het huisje. Ze woonde er drie dagen. Toen ze vertrok, nam ze den sleutel van de deur mee. We namen geen van tweeën aan, dat se den sleutel gestolen had; t was natuurlük een abuis. Daar we geen sleutel hadden, konden we het huisje natuurlük niet sluiten, en hierdoor zaten we drie dagen in onrust. Er woonde wel niemand in, maar we hielden beiden van orde. We hadden tiouwens t huisje met sleutel gehuurd. Het zou een miserabelen Indruk maken, als we het zon der sleutel teruggaven. Den vierden dag zei Balder: .Je moet Selma eens opbellen over dien sleutel. Zóó gaat t niet. Wat moet de eigenaar wel denken? Ik houd van orde en regel. Selma moet dien sleutel sturen.” Juffrouw Llverkrön beweerde, dat ze den sleu tel niet had. Ze had de deur gesloten en den sleutel er uitgehaald en verder had ze er niet meer aan gedacht. In haar bagage kon ze geen sleutel vinden. We zouden ons wel vergissen. Ze nam nooit sleutels van anderen mee. De sleutel sou wel ergens liggen. De hartelüke groeten en se had een muggebeet op haar linkerbeen. We gingen nog eens aan 't zoeken. Zonder succes. We zetten alle meubels op hun kop, schudden ze doorelkaar en slingerden ze van ons af. We deden alles wat men doet als men iets zoekt en het niet vindt. Maar den sleutel vonden we niet. Drie dagen later schreven we naar Juffrouw Llverkrön; we schreven eenvoudig: als se den sleutel niet had. dan was het nog haar plichte een nieuwen aan te schaffen, want ze had den sleutel het laatst gehad. Juffrouw Llverkrön schreef terug, dat t geval baar zeer speet, maar een sleutel aanschaffen kon ze niet, want ze wist niet, waj ’t er voor een moest zün. Ze kon toch niet naar een smid gaan en zeggen: „Wilt u een sleutel voor me maken voor een rood h] smid ter werelc. achtend, enz. „Dat zün uitvluchten." zei Balder. Ze wil er af Maar ze moet ons een sleutel bezorgen." „Natuurlük," beaamde ik. „We sturen haar de deur om de maat te nemen. We zouden alleen het slot kunnen sturen, maar dat zou ze na- tuurlük ook wegmaken. We sturen de deur.” Den volgenden dag werd de deur afgezonden naar t adres van juffrouw Selma Llverkrön in de stad. We gaven den bode opdracht, de deur bü haar in huls te dragen. 's Avonds laat belde Juffrouw Llverkrön onzen gemeente-geneesheer op; hü mocht wel eens bü ons gaan kijken, of alles in ozde was, zei se. Maar er kwam geen sleutel. We schreven daarom een briefkaart en vroeger beleefd te mogen vernemen of er aan gewerkt werd, 's Avonds laat kwamen twee mannen van de stoomboot met de deur aansleepen. We zaten op de veranda de vraag te bespre ken of we zouden gaan visschen, toen de deur kwam. Ze was nbg precies als vroeger, maar in 1 sleutelgat zat een briefje waarop stond: „Houden Jullie maar iemand anders voor den gek. Ik heb geen tüd voor flauwe kul. Selma. PB. Ik vertrek trouwens over een paar da gen naar Bsrnholm De nieuw-ingestelde tweejaarlüksche prüs voor Biographle en Cultuurgeschiedenis is dit Jaar toegekend aan Dr. Japikse. Directeur van het Koninklük Huis-archief en van het bureau van 's Rijks Geschiedkundige Publlcatlën. Dr. Japikse, die te Joure (Pr.) geboren werd in 1872, studeerde te Lelden Ned letteren en behaalde in 1900 de doctorale waardigheid. Van zün hand verschenen verscheidene werken en studies, waarvan vooral bekend zün kellngen tusschen Engeland en de Republiek 16601665”, het werk waarop hü dlsserteerde, zün .Handboek tot de Staatk. Gesch. van Ne derland” (in samenwerking met Prof. Gosses), dat in 1919 verscheen, alsmede enkele beschrij vingen van staatslieden en correspondentie uit het verleden, van welke werkprf verschillende ook tn vertaling werden uitgegeven. De prüs werd hem toegekend voor zün nieuwste werk: Prins Willem III, waarin hü het leven en de verrichtingen van den Konlng Stadhouder be schrijft. oprecht verheugd over het nieuws, toe en knikte met haar verstandig zwart kopje op het hoofdkussen, terwül ze de ontboezemingen van haar vertrouwelinge ver brak met een: „Wel, wat heeft Leslie je voor speld? Ja, natuurlük deed hü dat. Goed zoo. O lieveling, hoe precies als alle andere mannen, neen, dat bedoelde ik niet; kük maar niet zoo verontwaardigd, er is natuurlük geen man. die bü hem in de schaduw kan staan. Ik be doel elgenlük: verbeeld je, zoo Iets buitenge woons! Ja, en wat zei Paul toen tot zü» Virginie?" heel voor ons zelf. Vertel me eens gauw, hoe laat ik je morgen aan de Damék-Club kan komen afhalen?” Ze was echter niet van haar stuk af te bren gen en herhaalde schuchter doch beslist: „Zeg me toch wat JU er van denkt. Zou het spoedig komen?” Ongeduldig lachend antwoordde hü: „Ik weet er niets van, maar In elk geval hoop ik, dat het vroeg genoeg zal komen om mee te doen.” .Maar....” haperde ze met een brok in haar keel. „Je bent toch geen soldaat?" Bedaard gaf hü haar ten antwoord: „Maar ik ben vlieger.' Een vlieger, ja. dat wist ze en daarin be rustte ze Hü behoorde tot hen, die bü de meest romantische, maar ook meest gevaarlijke beroe pen waren tngedeeld. Maar neen, niet dat ge vaar Een deel van zün tüd aan uitvindingen besteden; meerendeels te Hendon boven het vliegterrein en den khaktkleurtgen grond met die reusachtige kleurige palen en de bonte men geling van toeschouwers zweven, waar de man zün megafoon weergalmen deed. Ja, dat alles was het werk van den vlieger, van haar Jongen! Maar dat zou moeten betrekenen, dat hü naar het vüandelük land zou moeten vlie gen. om te schieten en zelf beschoten te wor den. Aan vuur van vriend en vüand blootge steld. Bidderend bracht zü met moeite uit: ,Je zou toch niet behoeven te vechten?” „Zeker wel, tenminste, dat hoop ik." „O Paul,” riep ze als verplet en met belde oen Juffrouw Selma Llverkrön uit de stad kwam om m'n vriend Balder en mü te bezoeken, waren we heel blü. want de goeie ziel bracht een pot Jam en een paar fles- hadden kwam de deur te voorschün. Juffrouw Llverkörn ging naar dr kamer. Ze allerlei schreide. Toen schreef ze een telegram: „Wat moet dat? Ik verbrand de deur. Selma.” We antwoordden omgaand: .Deur hoort aan Varsö. Beschadiging strafbaar. Stuur den sleuteL” Hierop kregen we geen antwoord. Wü wacht ten lang. Eln- delük kwam ons ter oore, dat Juffrouw Liver- krön doorgereisd was en de deur in hotel Albatroe had achtergelaten waar ze nog op zolder lag. We gingen toen naar den timmerman en be stelden een nieuwe deur met sleutel. Hü nam de maat en maakte een nette deur, maar wül t 's avonds donker was, vergiste hü zich en ge bruikte zwarte inplaats van roode verf om de deur te schilderen. Een zwarte deur past niet zoo goed bü een rood huls als een roode deur. We verfden daar om op een mooien ochtend, toen de zon scheen, het heete huisje zwart. Zoo had alles dezelfde kleur. Toen trokken we vroolük naar de stad en schreven aan den eigenaar van 't zomerhuisje: „De echte deur van het zwarte huisje is rood, omdat het huisje rood was. Maar nu is bet huisje zwart. Hoogachtend enz.” Bolder vond een dag later den oorspronke- lüken sleutel. 's Avonds, toen hü zich stond uit te kleeden, viel hü uit z'n broekzak. Zie eens. morgen is het Sag, een heerlüke dag, ge- 17 *7 C A blJ geheels c a <JVJe“ verlies van belde armen. Bü de eerste voorstelling van „Stockholm, Fontainebleau et Rome" van Alexander Dumas werd het heel laat. Het was des nachts ruim één uur, toen het vüfde bedrijf was beëindigd en het naspel nog moest volgen. Temidden van het lawaai, dat de studüiten in de parterre maakten, ging eindelük M* gordün op. Het was het moment, dat Christina, haar einde voe- 1 lende naderen, haar geneesheer ondervraagt, die daarop antwoordt: „II vous reste un quart i dheure”.... („U hebt nog een kwartier te le ven!”) Nauwelüks had hü deze woorden geuit, of een student ging op een bank staan en haal de zün horloge te voorschün: „Het is kwart over één, ben je om half twee nog niet dood, dan gaan we naar huis!”.... Het publiek werd daardoor in zoo n vroolüke stemming gebracht, dat men bet stuk onmogelük uit kon spelen. „O," antwoordde hü, opgelucht glimlachend, „er is altüd ergens oorlog Op de grenzen in Indië büvoorbeeld. En In Europa zün er ook •schermutselingen. Het achünt wel. dat Oos- tenrük sn Servië aan T bakkeleien gaan. Bedoel je dat?” „Noen, dat bedoel ik niet,” aei bet Welsche meisje beslist. Haar schenen die verwüderde plaatsen zoo onbeechrüfelük ver afgelegen en vaag toe. ,Jk bedoel een oorlog, waarin wü betrokken zün.” „Wü?” wJa, Engeland.** .Maar.” zei hü. de wenkbrauwen fronsend. „Maar dat klinkt ongeloofslük Een oorlog, waarin Engeland betrokken is? Wel.,., natuur lük niet. Hoe kom je er aan?" Ze kuchte even en stelde dan de ernstige vraag: ,A<aar waarom heb js dan dip mitrail leuse op Je vliegmachine?" „Die komt er niet op. althans niet op de PD.Q." zet hü. ontkennend het hoofd ichud- dend. „Dat vu slechte een experiment, dat f- tetM heeft." ,J4aar waarom die experimenten?" hernam •e weifelend, «ei toch: JDan moet hst een geweer zün." En dan al Je gesprekken over prof August Piccard. vertoefde voor eenlgen tijti in de Poolsche hoofdstad. De aan leiding tot deze Poolsche reis vormden zün nieuwe plannen voor een opstüging in nog hoo- gere, tot nu toe onbereikte gebieden in de ge heimzinnige, hoogere lagen van onzen damp kring Op het gebied van de ballonvaart is het op het oogenblik: Polonia docet. Poolsche bal lons hebben de laatste internationale hanen wedstrijden gewonnen en bovendien hebben Poolsche fabrikanten buitengewoon lichte en houdbare züde- en gumml-omhulsels vervaar digd. Zulk een ballonconstructie is juist wat Piccard noodlg heeft, als hü zün huidige hoogterecord wil verbeteren en een hoogte van meer dan 30 K M boven den aardbodem be reiken. Op een hoogte van 30500 M. boven den zee spiegel valt nog slechts te rekenen op een luchtdruk, die slechts één honderdste is van den luchtdruk hier op aarde. Het doordringen tot in deze regionen zou van groote beteekenis zün vooraamelük voor de onderzoekingen over de kosmische straling. Deze maal zou Piccard in de omgeving van Warschau of in die van Zürich willen opstügen. I Toen mademoiselle Georges, de bekende Fransche tooneelspeelster ten tüde van den I Tsaar aan den kelzerlüken schouwburg te St. Petersburg was verbonden, ontving zü eens een briefje van een grootvorstin, dat luidde: „Mejuffrouw, Ik kom hedenavond een kop thee bü U drinken.” Twee uur later ontving de grootvorstin op haar beurt een schrijven, dat van den volgenden Inhoud was: „Keizerlijke Hoogheid, het zal mü aangenaam zün U bü mü te zien; Gü zult wel indachtig zün. dat ik mün thee rechtstreeks uit Peking laat komen en een kop thee daarvan duizend roebels kost.” Een uur voor de opening van den schouwburg kwam weer een antwoord van de grootvorstin en bevatte slechts deze woorden: „De thee is te duur, ik kom né de thee."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 6