<Kctu&fiaal
van
Met twee kameraadjes op avonturenreis
den dag
De riolen onder Frankrijks hoofdstad
T
I
GR
MC
STOOi
».W.
lUTTlg
De sleutel
dagelijks loert er
DE DOOD
ZATERDAG 15 JUNI 1955
fe
Duur kopje thee
Piccard weer naar de
De schoen van Maria
Stratosfeer
Antoinette
Tooneelanecdote
Korte berichten
Weerzien na 26 jaar
Een onderscheid!
Fortuna is grillig
Di
15% der arbeiders
verongelukt
Tijdens den marsch
overleden...
DOOR BERTHA RUCK
fe
e
kun
Kenl
te t
R.
tn een week werden onlange negen
werklieden door brandwonden
ernetig verwond
ongeschiktheid tot werken door 17 *7 CA bij een ongeval met J7 OCA MJ verBee van een hant»
i. belde beenen of belde oogen F O Ve" doodelljken afloop 1 een voet of een oog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
A I I 17 ARfïMMIT’Q op «ut blad zijn ingevolge de verzexerlngsvoorwaarden tegen
I sl <r* /A.1J IT 11 1-d ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen
r) derlük-onschuldlge
I
moe-
26
de
„Verwik-
M
Prof. Piccard met zijn assistenten
HOOFDSTUK IH
DE LAATSTE ZONDAG IN VREDESTIJD
40.
(Wordt vervolgd).
l
Hü begreep er niets van en wilde Aün hoofd
weer terugtrekken. Dat was gemakkelüker ge-
MÜNCHEN. 14 Juni (V.D.). Tijdena de ml-
noeuvres In de Beiersche bergen van het te
Regensburg gedetacheerde regiment Infanterie
zijn vijf soldaten, tengevolge van een gefor
ceerde marsch langs een der open wegen in
groote hitte en met zware bepakking, overleden.
zegd dan gedaan. HIJ zat onwrikbaar vaat in
het nauwe raampje en kon niet voor, noch
achteruit „Help! help" brulde Jansen, wien
de zweetdroppels op bet gezicht begonnen te
komen. Daar klonk een luid gelach achter
hem. De kapitein, verscheidene matroeen en
de kok hadden de grootste pret Het was ook
een potsierlijk gezicht tegen dp spartelende
beenen van den hofmeester op te kijken.
In het district Belobeisk (Republiek Basjklr)
zün groote verwoestingen aangericht door een
orkaan welke 28 minuten asmhield.
Juffrouw Llverkrön ging naar den solder en
nadat twee huisknechts een half uur en 5 mi
nuten lang met bijl, hamer en nijptang gewerkt
Gei
Boei
De kapitein begreep dat Jansen daar zoo
niet kon blijven zitten en op een wenk van
hem probeerde een der matroeen den hof
meester aan zijn beenen achteruit te trek
ken. Het gaf echter nlete, de man zat onwrik
baar vast en toen de matroos nog harder
trok, begon Jansen te brullen van df PUn.
sche riolen, waar zij straks weer In zullen
ten, de dood dreigend In alle hoeken.
Men heeft statistisch vast kunnen stellen, dat
15 procent van de rioolarbelders sterven door
een ongeluk. Vaak verdrinken zij in het drab bij
het voortbewegen van de booten met de schui
ven. ofwel zij komen onder een plotseling neer
vallende vracht vuil, als zij een dew monden van
het riool schoon maken. Zij kunnen het slacht
offer worden van een explosie In de gassen en
dampen van het riool, wat ook vaak voorkomt,
zij kunnen door het water worden meegesleurd
op een onweersdag, gelijk hun verongelukte
chef Worms onlangs. Het kan ook zijn, dat zij
levend verbranden door het een of andere che
mische product, dat met stroomen tn het water
wordt gestort. En tenslotte kunnen zij sterven
als gevolg van Infecties of door ziekten van de
ademhalingsorganen. Wie geen zeer sterk ge
stel heeft, kan er heelemaal niet aan denken
zich ooit in de riolen te wagen.
De gevaren der riolen zijn gevaren, die geen
enkel uiterlijk prestige verleenen. Een vliege
nier, die verongelukt in zijn neergevallen en
brandende machine, heeft nog iets van heroïek
om zich heen, maar wie stikt in de modder,
gaat onder zonder dat iemand er aan denkt
hem tot een held te verheffen. Daar is geen
bravour meer bij.
Het eenige wat gedaan kan worden om het
lot van deze menschen een weinig te verlichten,
is zooveel mogelijk mechaniseeren van het be
drijf en het versterken der veiligheidsmaat
regelen.
„Weet
bleekend.
staande is?"
.Wel, natuurlijk weten die lieeren er meer
van dan ik; maar die laten sich er niet over
uit. In alle geval gebeurt het nog niet op den
dag van morgen
Zondag, onze vrije
lange stratosfeerrelziger. met zijn kin-
geleerdengezlcht,
vertoefde
Het leven speelt soms een wreed, maar soms
ook een gelukbrengend spel, een spel van on
waarschijnlijkheden. Of is het geen toeval,
wanneer een vader na 26 jaar zijn kinderen
wedervlndt. die hij reeds lang dood waande, en
wanneer hjj zijn zoon uit Messina tn Odessa
terugvindt, in plaats van in de eeuwigheid?
Tusschen deze scheiding en dit wederzien
liggen de rampzalige dagen van Messina. jaien
van ontbering, die vergeten waren, toen het
gelukkig toeval alle hindernissen wegruimde
Boven Messina schemerde de morgen van den
28en Dec. 1908, toen plotseling de aarde begon
te wankelen. De zee rees.... de hulzen stortten
in Menschen werden verpletterd of stikten
Ongeveer 10 000 vonden den dood.
Ook Angelo Inferreza werd uit den slaap op
geschrikt Hjj zag de muren op zich toekomen...
Zijn kinderen gilden van schrikHIJ kan nog
tuist de deur bereikenToen stortte het huls
boveh hem In. Het bloed liep hem van het
hoofd over de armen. Een steen had hem
zwaar gewond. HU zakte ineen.
Toen hit tot zich zelf kwam, lag hij aan boord
van een der schepen, die in de nabijheid ver
toefden en direct met de reddingswerken be
gonnen waren.
Een Russisch schip, waarop men hem liefde
rijk verpleegde.
Toen het voor het schip tUd werd de ankers
te lichten, vroeg men hem of hij naar huls
wilde. Angelo keek naar Messina: een trooste-
looze aanblik en pulnhoopen. niets dan puln-
hoopen! Wat moet hü daar nog?.... Allen wa
ren dood. HU had gezien, dat de muren bo
ven zUn kinderen Instortten, hoe zUn vrouw
door de steenen verpletterd werd.
Neen, hü kon niet meer terug naar Messina.
„Neem me mee naar Ruslandl" vroeg hü Daar
op nam men hem mee. Langzamerhand her
stelde hij.
In Odessa ging hij aan land en begon een
De beroemde Fransche tooneelspeelster Mile.
Rachel was zeer hebzuchtig. Over dit gebrek
had zij veel van haar confraters en confrate-
ressen aan het ThéAtre Francais te lijden. On
der hen, die zich daarover het scherpst uitlieten,
was Mlle. Judith, die, evenals Rachel tot de
Israëlitische gemeente behoorde
„Ik kan me niet begrijpen. zoo zei een»
Arsène Houssaye, de directeur, tot Mlle Judith,
„dat U, die toch denzelfden godsdienst als Rachel
belUdt. voortdurend zoo op haar smaalt." „Dat
komt, antwoordde Judith, „omdat ik een Jodin
ben, maar Rachel is een Jood!"
OZOOTIT
htesje met een voortuintje?” Geen
ItRton zoo’n sleutel maken. Hoog-
De holmester stak zUn hoofd door het
raampje en speurde ijverig in de zee. Wat gek.
de aap moest toch In het water zijn gevallen.
Hij zag echter niets, en stak zün hoofd nog
wat verder naar buiten. Neen, er wee geen
aap te bekennen.
Toen op den 18en October 1793. het hoofd van
de ongelukkige Maria Antoinette onder de trijl
der guillotine was gevallen, werd het door den
beul Samson aan de woedende menigte ver
toond. De soldaten, die opdracht hadden gekre
gen de stellage na de terechtstelling op te rui
men, vonden onder de planken, waarop het
schavot rustte, twee kinderen. Een der kinderen
had een zakdoek in het bloed van de koningin
gedoopt. De ander had een schoen weten te
bemachtigen, die het slachtoffer op het schavot
was ontvallen en onder de stellage terecht was
gekomen. Het kind met den bebloeden doek
werd gegrepen en voor het „comité van veilig
heid” gebracht en had het alleen aan zUn jeugd
te danken, dat hü op zün beurt niet werd ver
oordeeld om het getal der ongelukktgen te ver
meerderen, die de Fransche omwenteling reeds
had geëischt. Het gelukte het andere kind met
zUn bult te ontsnappen. De familie van dit kind
had van de arme koningin vele weldaden geno
te; zü bewaarde den schoen als een reliquie.
In 1860 ging een zoon van den man. die als
kind den schoen van Maria Antoinette had we
ten te bemachtigen, naar Graaf Horace de
Vieil Castel, den beschermer van het Muséa
des Souverains in het Louvre. De man had een
zwart fluweelen zak in de hand, nam eerbie
dig het souvenir er uit en schonk het aan deze
verzameling. Als een merkwaardige herinnering
aan een der vreeseUJkste gebeurtenissen tijdens
het schrikbewind. r
De schoen van Maria Antoinette heeft een
vrij groote lengte, doch de grootte van de vor
stin in aanmerking genomen, kan men niet zeg
gen, dat zij een grooten voet had. De zeer
smalle hak Is hoog en In het midden nauwe
lijks twee centimeter In doorsnee.
n een vorig artikel over de duistere onder
wereld, waarin het afval van Parijs ver
dwijnt, hebben we verteld van den tragi-
schen dood van den chef-rioolwerker Worms,
die In een nauwen koker werd verrast door het
snelwassende water, bij een -plotselinge onweers
bui.
Zoo’n onweersbui is het theatrale gevaar, dat
slechts bij uitzondering dreigt. Maar de dood
ligt In de riolen dagelijks op de loer en verrast
nog op verschillende andere manieren de som
bere. zwijgende mannen, die zich voor de hy
giëne der stad in haar Ingewanden uitsloven.
Die dagelijksche gevaren zijn even ernstig.
De arbeiders werken zich in het riool door
een „regard", waaruit een lichte damp schijnt
op te stijgen. Een smalle ijzeren ladder voert
Vandaar recht naar beneden.
Niemand mag een sigaar of sigaret rookend
het riool betreden, want er |s altijd gevaar voor
explosies. De lampen, die worden meegenomen,
zijn lampen van het bekende type, dat ook de
mijnwerkers gebruiken. De arbeiders dragen
groote, zware en waterdichte laarzen met kap
pen en een gumml-jas. De ijzeren ladder, die
men voorzichtig moet afdalen, is reeds zoo
danig besmeurd, dat de handen al volop smerig
zijn als men in het riool aankomt. Daar een
maal gearriveerd, moeten de arbeiders scherp
toezien op den weg dien zij nemen, want als zij
een weinig te veel naar rechts of naar links
gaan, belanden zij in water, dat twee meter
diep staat. Het water stroomt meestal snel, als
een bergbeek. De lucht is door al de vuile dam
pen verpest en die dampen kunnen zich at en
toe zoodanig verdichten, dat het lijkt of men In
een mist loopt, waarin de acetyleenlampen
slechts flauwe schijnsels vermogen te werpen.
Tranen krijgt men In de oogen en de walg
lijks te stank dringt In de neusgaten, waarbij
een soort van ammoniak-lucht schijnt te over-
heerschen,
De mannen werken In de slijmerige massa
met schop en houweel. Zij laden net vuil, de
smerige modder, waarin allerlei resten van het
bovengrondsche leven en verkeer soms worden
gevonden, op wagentjes, die zich op een plat
form bevinden. Daarbij moeten zij oppassen,
niet met het water in aanraking te komen,
w%ht er zijn soms kokend heete stroomen in
das huid en vleesch verbranden. Het eene riool
is smeriger dan het andere, dat hangt af van
het niveau waarop zij zich bevinden en van
den aard van het stadsdeel, waarop zij corres-
pondeeren. Hier en daar is het buizennet on
derbroken door verzamelbassins. Die zijn dieper
en daarin wordt het vuil, dat op den bodem
van de riolen ligt, verzameld, met behulp van
de beschreven booten of met groote schuiven.
Een gedeelte daarvan is gemechaniseerd, een
gedeelte moet In moeizamen arbeid door de
rioolwerkers worden voortbewogen.
In een bijzonder kwaden reuk, letterlijk en
figuurlijk, staat het bassln-Macdonald. Dit ligt
namelijk dicht bij de gasfabriek en alle afval
daarvan verdwijnt er in. Soms laat de fabriek
veel kokende vloeistoffen los, soms overlaadt
deze het riool met zuren. Onlangs heeft men
in één week, van een ploeg van twaalf arbei
ders, er niet minder dan negen naar het hospi
taal moeten brengen met ernstige brandwonden.
Is het wonder, dat de rloolwerkers nuchter wor
den bij al dat gevaar en er met een soort van
onverschilligheid over spreken? Het is ’n onver
schilligheid, die wellicht den diepaten wanhoop
moet verbergen. Wie dit oord is Ingegaan, weet
dat hij alle hoop moet laten varen om mensch-
waardigen arbeid te vinden. HU werkt in de
afgrijselijkste omgeving, die men zich denken
kan, een arbeid, die meer deprimeerend en ver
nederend is dan welke slavenarbeid ook. De ar
beiders hebben tn hun uitlatingen iets van ma
trozen op zeilschepen en gidsen In het hoog
gebergte, zij krijgen een sombere apathie over
zich. Zü hebben het slechter dan de bannelin
gen in het bagno en de uren, die zü boven den
grond doorbrengen, worden vergiftigd door de
gedachte aan dien bedorven Styx In de Par Ij-
Juffrouw Llverkrön logeert In Bornholm al
tijd in de „Albatras”. We stuurden de deur dus
naar hotel Albatros te Bornholm. Dat was een
heel lastige en dure geschiedenis. Maar zoo zijn
we nu eenmaal; als we ons Iets in t hoofd heb
ben gehaald, willen we t ook doorzetten.
Juffrouw Liverkrön kwam in het hotel.
De portier, die haar kende, was zeer blü haar
te zien en sprak:
„Er is een groot pak voor u aangekomen. Juf
frouw We hebben t naar den zolder gebracht,
want 1 was nog al omvangrijk.”
Nooit te voren was Gwenna zóó vroeg opge
staan na een büna slapeioozen nacht. In de
vroege ochtenduren was zü in haar kimono
naar Leslie's veldbed geslopen en zat nu op oen
rand beschenen door het licht van de straat
lantaarn en praatte, praatte steeds maar door.
Want dat „aan niemand iets er van zeggen
gold natuurlük niet voor haar intieme vrien
din, voor wie zü haar geluk niet verborgen kon
houden.
Leslie,
luisterde
,,O, Je weet niet half,” zei h(j spijtig. „Je
kunt niet beseffen hoezeer ik verlangd heb Je
bü me te hebben. Ik ik heb aan niets anders
meer kunnen denken. Je hebt het klaar ge
speeld. om mü in zulk een korten tüd zooveel
van Je te doen houden Hoe heb je dat aan
gelegd? Maar wat is dat nu? Waarom stopt
die esel van een chauffeur nu hier?”
„Omdat ik hier moet uitstappen. We zün bü
de Club,” legde Gwenna hem kwasl-ernatlg uit.
terwül ze het portier zelf opende. „Goeden
nacht!”
„Neen, waarachtig niet. Zoo gauw kom je
niet van mü af," protesteerde de Jongeman.
„Kerst gaan we nog een ritje maken langs de
Spaniard Road en de Whitestone Vijver en dan
terug langs Hendon. Het Is nog niet zoo laat
Ben Je mal. Dit korte tijdje is niet lang ge
noeg om .Je te zien en...."
Doch ze was reeds uit de taxi gesprongen,
het verlichte asphalt overgestoken en stond nu
op de bovenste trede van de stoep hem toe te
knikken, nadat ze den sleutel in bet slot ge-
stokefi had.
„Ziezoo," dacht ae. Want zelfs 1* bet meest
toegewijde hart schuilt een drang naar on
schuldige wraakneming. „Laat hem nu tens
voelen, dat hij me niet lang genoeg geslvn
heeft, na nog wel een heelen avond met me
doorgebracht te hebben. Zü had dit wel lan
ger moeten voelen en verduren Nu was het zün
beurt: een klein proefje er van!
„Slaap wel!" riep sü haar verloofde sacht
toe, vóór m verdween. jBlaap well Morgen aten
we elkaar weerl"
Frankrijk en Estland hebben laten weten,
dat zü de op 15 Juni vervallende oorlogaschul-
den aan Amerika niet zullen betalen.
verkenningstochten en moderne wijze van oorlog
voeren?”
„Dat heb ik nlei gezegd!" riep hü met vuur
,Ja, dat heb je wel gezegd, weet je niet
meer? Het was op den plcknlckdag In de bloe
menweide, toen Je mü alles over Je machine
uitlegde.”
„O, toen! Maar dat is weken geledenI”
.Jawel, maar waartoe dient dat alles, als je
niet gemeend had, dat er oorlog zou komen
Paul, nu herinner tk me duldelük: Je hebt zelf
gezegd dat er oorlog moest komen
„O ja. zoo praat iedereen.” stelde hü haar
gerust. „We kunnen niet helpen dat we weten,
dat Dultschland die kolossale vloot en die ge
weldige Zeppelins gebouwd heeft en nog maar
steeds verder bouwt. Dat doen ze toch niet
voor hun gezondheid, daar wil ik alles order
verwedden. Ja. een oorlog zal er wel eens uit
barsten. vroeg of laat, dat geef ik toe
„Ja, maar de vraag is, wanneer. Paul?”
„Wel hoe kan ik dat weten, liet kind,” ver
weerde de vlieger zich, „waarom heb je dat
daareven op de Club den autoriteiten niet ge
vraagd. zooals kolonel Coyners?" En lachend
voegde hü er aan toe: „Dat was een verduiveld
mooie speech van hem, niet?"
hü het?” insisteerde Gwenna ver-
„Ik bedoel, of er een oorlog aan
handen zün armen omknellend „en juist nu.
nu ik Je pas heb. Je weer zoo spoedig te moeten
verliezen. O neen, neenl"
..Kom kom, lieveling, nu verstandig bUjven.
hoor!” bemoedigde hü haar terstond, terwül
hü de kleine handjes streelde. „We zullen dit
onderwerp laten rusten en er niet meer over
praten 1 Er valt niet over te praten, want er
is niets aan de hand, kindjeI Begrepen?"
„Ja," prevelde ze zacht, maar se dacht: ..Er
over praten sullen we niet, maar voortdurend
zal die gedachte tusschen ons blüvwn.”
En langzamerhand werd dit schrikbeeld vager,
totdat de UJnen ervan zich oplosten in het ge
nieten van hun samenzün
Zü kwamen
Road, waar
nachtlampjes beschenen
venters schreeuwend
Te Calcutta zün de prüswlnnaars van de Ju-
blleumloterü bekend geworden en het blükt dat
Vrouwe Fortuna ditmaal wel zeer grillig is ge
weest.
Zoo heeft een kaalhoofdige zakenman een
prüs gewonnen, die hem recht geeft op een
gratis „permanent wave”, terwül een arme
koelie een cocktall-shaker heeft gewonnen.
Een Indische kok is echter beter af. Hü heeft
een kaartje ontvangen voor een gratis diner
met een vriend in een der fünste hotels.
met een draai in Hampstead
tallooze kraampjes door hun
i werden en de straat-
hun waar aanpreren,
temidden van een drom schamele koopers en
koopsters, die op Zaterdagavond hun benoo-
digdheden Insloegen.
„En wat sullen we morgen doen?” beraam
Paul het gesprek.
„Ik was van plan met Leslie
•Ja, dat heb Je al verteld, maar daar komt
nlete van. hoor! Met Leslie! Dat kun Je be
grijpen! Denk je. dat ik je ergens naar toe
laat gaan zonder mü?” mompelde hü. zün
arm om haar middel slaande. Hü hield haar
even vast omklemd, aüs op dien gedenkwaar-
dlgen middag op het stelgerwerk, denselfden
middag, dat hü besloten bad. om „bet kleine
ding” niet meer te zien.
Innig gelukkig leunde «e in zün armen.
nieuw leven. Hü liet zich niet al te zeer te neer
drukken door dien rampnacht van het jaar
1908. HU was een werkzaam en doortastend
man....
En nu komt het toeval. De kinderen van In
ferreza waren niet gedood in dien onheilsnacht.
ZU werden later gevonden en door anderen op
gevoed. Maar zün vrouw was dood en ook den
vader hield men voor dood.
Andrea, de oudste van de overlevende kin
deren. werd schipper. Hü zorgde, dat zün
broertjes en zusjes naar school gingen, speelde
aldus vader over hen. Op 'n transportreis
kwam de zoon dezer dagen in Odessa Hü was
verdwaald in de straten van deze stad. Toen
hü naar den weg vroeg, werd hü door geen
mensch verstaan. Alleen een jong meisje ant
woordde hem in het ItaliaansCh.
Het meisje vroeg hem, haar vader, die zeker
heel blü zou zün weer eens met een landsman
te kunnen spreken, een bezoek te brengen.
Andrea komt op bezoek en treft als vader van
het meisjezün eigen vader.
Angelo was opnieuw getrouwd, na vele Jaren
in Odessa gewoond te hebben.
Het meisje was zün dochter.
En het slot?
Andrea Inferreza wist passen te krijgen voor
zün vader, diens dochter en zün tweede vrou*
Kort geleden nu zün ze allen naar Messina te
ruggekeerd, waar de overige kinderen uit den
rampnacht van December hun vader na
Jaar wederzagen!
schen wün mee. Die Juffrouw Llverkrön is een
allemachtig aardige Jonge dame, die r
leuke, royale invallen heeft. Nooit komt se met
leege handen.
Den avond van den eersten dag zei Balder:
„U slaapt in 't zomerhuisje. We hebben een
extra-zomerhuisje voor u gebuurd. Daar kunt
u in een opklapbed slapen, dat maar een halve
meter te kort is. Want u bent nog al lang, ge
achte vriendin.”
Juffrouw Llverkrön was erg in d"r schik met
het huisje. Ze woonde er drie dagen. Toen ze
vertrok, nam ze den sleutel van de deur mee.
We namen geen van tweeën aan, dat se den
sleutel gestolen had; t was natuurlük een abuis.
Daar we geen sleutel hadden, konden we het
huisje natuurlük niet sluiten, en hierdoor zaten
we drie dagen in onrust. Er woonde wel niemand
in, maar we hielden beiden van orde. We hadden
tiouwens t huisje met sleutel gehuurd. Het zou
een miserabelen Indruk maken, als we het zon
der sleutel teruggaven.
Den vierden dag zei Balder: .Je moet Selma
eens opbellen over dien sleutel. Zóó gaat t niet.
Wat moet de eigenaar wel denken? Ik houd van
orde en regel. Selma moet dien sleutel sturen.”
Juffrouw Llverkrön beweerde, dat ze den sleu
tel niet had. Ze had de deur gesloten en den
sleutel er uitgehaald en verder had ze er niet
meer aan gedacht. In haar bagage kon ze geen
sleutel vinden. We zouden ons wel vergissen. Ze
nam nooit sleutels van anderen mee. De sleutel
sou wel ergens liggen. De hartelüke groeten en
se had een muggebeet op haar linkerbeen.
We gingen nog eens aan 't zoeken. Zonder
succes. We zetten alle meubels op hun kop,
schudden ze doorelkaar en slingerden ze van
ons af. We deden alles wat men doet als men
iets zoekt en het niet vindt. Maar den sleutel
vonden we niet.
Drie dagen later schreven we naar Juffrouw
Llverkrön; we schreven eenvoudig: als se den
sleutel niet had. dan was het nog haar plichte
een nieuwen aan te schaffen, want ze had den
sleutel het laatst gehad.
Juffrouw Llverkrön schreef terug, dat t geval
baar zeer speet, maar een sleutel aanschaffen
kon ze niet, want ze wist niet, waj ’t er voor een
moest zün. Ze kon toch niet naar een smid gaan
en zeggen: „Wilt u een sleutel voor me maken
voor een rood h]
smid ter werelc.
achtend, enz.
„Dat zün uitvluchten." zei Balder. Ze wil er
af Maar ze moet ons een sleutel bezorgen."
„Natuurlük," beaamde ik. „We sturen haar de
deur om de maat te nemen. We zouden alleen
het slot kunnen sturen, maar dat zou ze na-
tuurlük ook wegmaken. We sturen de deur.”
Den volgenden dag werd de deur afgezonden
naar t adres van juffrouw Selma Llverkrön in
de stad. We gaven den bode opdracht, de deur
bü haar in huls te dragen.
's Avonds laat belde Juffrouw Llverkrön onzen
gemeente-geneesheer op; hü mocht wel eens
bü ons gaan kijken, of alles in ozde was, zei se.
Maar er kwam geen sleutel. We schreven
daarom een briefkaart en vroeger beleefd te
mogen vernemen of er aan gewerkt werd,
's Avonds laat kwamen twee mannen van de
stoomboot met de deur aansleepen.
We zaten op de veranda de vraag te bespre
ken of we zouden gaan visschen, toen de deur
kwam. Ze was nbg precies als vroeger, maar in
1 sleutelgat zat een briefje waarop stond:
„Houden Jullie maar iemand anders voor den
gek. Ik heb geen tüd voor flauwe kul. Selma.
PB. Ik vertrek trouwens over een paar da
gen naar Bsrnholm
De nieuw-ingestelde tweejaarlüksche prüs voor
Biographle en Cultuurgeschiedenis is dit Jaar
toegekend aan Dr. Japikse. Directeur van het
Koninklük Huis-archief en van het bureau van
's Rijks Geschiedkundige Publlcatlën.
Dr. Japikse, die te Joure (Pr.) geboren werd
in 1872, studeerde te Lelden Ned letteren en
behaalde in 1900 de doctorale waardigheid. Van
zün hand verschenen verscheidene werken en
studies, waarvan vooral bekend zün
kellngen tusschen Engeland en de Republiek
16601665”, het werk waarop hü dlsserteerde,
zün .Handboek tot de Staatk. Gesch. van Ne
derland” (in samenwerking met Prof. Gosses),
dat in 1919 verscheen, alsmede enkele beschrij
vingen van staatslieden en correspondentie uit
het verleden, van welke werkprf verschillende
ook tn vertaling werden uitgegeven. De prüs
werd hem toegekend voor zün nieuwste werk:
Prins Willem III, waarin hü het leven en de
verrichtingen van den Konlng Stadhouder be
schrijft.
oprecht verheugd over het nieuws,
toe en knikte met haar verstandig
zwart kopje op het hoofdkussen, terwül ze de
ontboezemingen van haar vertrouwelinge ver
brak met een: „Wel, wat heeft Leslie je voor
speld? Ja, natuurlük deed hü dat. Goed zoo.
O lieveling, hoe precies als alle andere mannen,
neen, dat bedoelde ik niet; kük maar niet
zoo verontwaardigd, er is natuurlük geen man.
die bü hem in de schaduw kan staan. Ik be
doel elgenlük: verbeeld je, zoo Iets buitenge
woons! Ja, en wat zei Paul toen tot zü»
Virginie?"
heel voor ons zelf. Vertel me eens gauw, hoe
laat ik je morgen aan de Damék-Club kan
komen afhalen?”
Ze was echter niet van haar stuk af te bren
gen en herhaalde schuchter doch beslist:
„Zeg me toch wat JU er van denkt. Zou het
spoedig komen?”
Ongeduldig lachend antwoordde hü:
„Ik weet er niets van, maar In elk geval hoop
ik, dat het vroeg genoeg zal komen om mee
te doen.”
.Maar....” haperde ze met een brok in haar
keel. „Je bent toch geen soldaat?"
Bedaard gaf hü haar ten antwoord:
„Maar ik ben vlieger.'
Een vlieger, ja. dat wist ze en daarin be
rustte ze Hü behoorde tot hen, die bü de meest
romantische, maar ook meest gevaarlijke beroe
pen waren tngedeeld. Maar neen, niet dat ge
vaar Een deel van zün tüd aan uitvindingen
besteden; meerendeels te Hendon boven het
vliegterrein en den khaktkleurtgen grond met
die reusachtige kleurige palen en de bonte men
geling van toeschouwers zweven, waar de man
zün megafoon weergalmen deed. Ja, dat alles
was het werk van den vlieger, van haar
Jongen! Maar dat zou moeten betrekenen, dat
hü naar het vüandelük land zou moeten vlie
gen. om te schieten en zelf beschoten te wor
den. Aan vuur van vriend en vüand blootge
steld.
Bidderend bracht zü met moeite uit:
,Je zou toch niet behoeven te vechten?”
„Zeker wel, tenminste, dat hoop ik."
„O Paul,” riep ze als verplet en met belde
oen Juffrouw Selma Llverkrön uit de stad
kwam om m'n vriend Balder en mü te
bezoeken, waren we heel blü. want de
goeie ziel bracht een pot Jam en een paar fles- hadden kwam de deur te voorschün.
Juffrouw Llverkörn ging naar dr kamer. Ze
allerlei schreide.
Toen schreef ze een telegram: „Wat moet
dat? Ik verbrand de deur. Selma.”
We antwoordden omgaand: .Deur hoort aan
Varsö. Beschadiging strafbaar. Stuur den
sleuteL”
Hierop kregen we geen antwoord. Wü wacht
ten lang. Eln-
delük kwam ons
ter oore, dat
Juffrouw Liver-
krön doorgereisd
was en de deur
in hotel Albatroe
had achtergelaten
waar ze nog op zolder lag.
We gingen toen naar den timmerman en be
stelden een nieuwe deur met sleutel. Hü nam de
maat en maakte een nette deur, maar wül t
's avonds donker was, vergiste hü zich en ge
bruikte zwarte inplaats van roode verf om de
deur te schilderen.
Een zwarte deur past niet zoo goed bü een
rood huls als een roode deur. We verfden daar
om op een mooien ochtend, toen de zon scheen,
het heete huisje zwart. Zoo had alles dezelfde
kleur.
Toen trokken we vroolük naar de stad en
schreven aan den eigenaar van 't zomerhuisje:
„De echte deur van het zwarte huisje is rood,
omdat het huisje rood was. Maar nu is bet
huisje zwart. Hoogachtend enz.”
Bolder vond een dag later den oorspronke-
lüken sleutel.
's Avonds, toen hü zich stond uit te kleeden,
viel hü uit z'n broekzak.
Zie eens. morgen is het
Sag, een heerlüke dag, ge-
17 *7 C A blJ geheels c
a <JVJe“ verlies van belde armen.
Bü de eerste voorstelling van „Stockholm,
Fontainebleau et Rome" van Alexander Dumas
werd het heel laat. Het was des nachts ruim één
uur, toen het vüfde bedrijf was beëindigd en
het naspel nog moest volgen. Temidden van
het lawaai, dat de studüiten in de parterre
maakten, ging eindelük M* gordün op. Het
was het moment, dat Christina, haar einde voe-
1 lende naderen, haar geneesheer ondervraagt,
die daarop antwoordt: „II vous reste un quart
i dheure”.... („U hebt nog een kwartier te le
ven!”) Nauwelüks had hü deze woorden geuit,
of een student ging op een bank staan en haal
de zün horloge te voorschün: „Het is kwart over
één, ben je om half twee nog niet dood, dan
gaan we naar huis!”.... Het publiek werd
daardoor in zoo n vroolüke stemming gebracht,
dat men bet stuk onmogelük uit kon spelen.
„O," antwoordde hü, opgelucht glimlachend,
„er is altüd ergens oorlog Op de grenzen in
Indië büvoorbeeld. En In Europa zün er ook
•schermutselingen. Het achünt wel. dat Oos-
tenrük sn Servië aan T bakkeleien gaan. Bedoel
je dat?”
„Noen, dat bedoel ik niet,” aei bet Welsche
meisje beslist. Haar schenen die verwüderde
plaatsen zoo onbeechrüfelük ver afgelegen en
vaag toe. ,Jk bedoel een oorlog, waarin wü
betrokken zün.”
„Wü?”
wJa, Engeland.**
.Maar.” zei hü. de wenkbrauwen fronsend.
„Maar dat klinkt ongeloofslük Een oorlog,
waarin Engeland betrokken is? Wel.,., natuur
lük niet. Hoe kom je er aan?"
Ze kuchte even en stelde dan de ernstige
vraag: ,A<aar waarom heb js dan dip mitrail
leuse op Je vliegmachine?"
„Die komt er niet op. althans niet op de
PD.Q." zet hü. ontkennend het hoofd ichud-
dend. „Dat vu slechte een experiment, dat f-
tetM heeft."
,J4aar waarom die experimenten?" hernam
•e weifelend, «ei toch: JDan moet hst een
geweer zün." En dan al Je gesprekken over
prof August Piccard. vertoefde voor
eenlgen tijti in de Poolsche hoofdstad. De aan
leiding tot deze Poolsche reis vormden zün
nieuwe plannen voor een opstüging in nog hoo-
gere, tot nu toe onbereikte gebieden in de ge
heimzinnige, hoogere lagen van onzen damp
kring Op het gebied van de ballonvaart is het
op het oogenblik: Polonia docet. Poolsche bal
lons hebben de laatste internationale hanen
wedstrijden gewonnen en bovendien hebben
Poolsche fabrikanten buitengewoon lichte en
houdbare züde- en gumml-omhulsels vervaar
digd. Zulk een ballonconstructie is juist wat
Piccard noodlg heeft, als hü zün huidige
hoogterecord wil verbeteren en een hoogte van
meer dan 30 K M boven den aardbodem be
reiken.
Op een hoogte van 30500 M. boven den zee
spiegel valt nog slechts te rekenen op een
luchtdruk, die slechts één honderdste is van den
luchtdruk hier op aarde. Het doordringen tot
in deze regionen zou van groote beteekenis
zün vooraamelük voor de onderzoekingen over
de kosmische straling. Deze maal zou Piccard
in de omgeving van Warschau of in die van
Zürich willen opstügen.
I Toen mademoiselle Georges, de bekende
Fransche tooneelspeelster ten tüde van den
I Tsaar aan den kelzerlüken schouwburg te St.
Petersburg was verbonden, ontving zü eens een
briefje van een grootvorstin, dat luidde:
„Mejuffrouw, Ik kom hedenavond een kop thee
bü U drinken.” Twee uur later ontving de
grootvorstin op haar beurt een schrijven, dat
van den volgenden Inhoud was: „Keizerlijke
Hoogheid, het zal mü aangenaam zün U bü mü
te zien; Gü zult wel indachtig zün. dat ik mün
thee rechtstreeks uit Peking laat komen en een
kop thee daarvan duizend roebels kost.”
Een uur voor de opening van den schouwburg
kwam weer een antwoord van de grootvorstin
en bevatte slechts deze woorden: „De thee is
te duur, ik kom né de thee."