Zeitung den dag <KetwiïkaaL van VAN KEIZERSNOEK EN ZEEMEERMIN Met twee kameraadjes op avonturenreis De St. Petersburger E etende soorten onderscheiden, maar deze laat ste verkiezen sommige insecten boven andere en vermijden enkele Insecten geheel. Het is een nog onopgelost vraagstuk, of deze keuae berust op een aangeboren instinct, dan wel op de voedingswijze door de ouders of op de ervaring, die elk 'dier zelf moet opdoen. OUDSTE KRANT VAN RUSLAND van de van De valstrik visschen De waarde van mimicry ny DOOR BERTHA RUCK MAANDAG 17 JUNI 1935 Voedselkeaze by vogelt Niet alleen het orgaan Dmtech-Rueeen, maar ook de Nederlandtch-Rtueen Oad volksgeloof over In 1914 stil ingeslapen ATT TZ* A 1** KT AT op dit blad rijn mgerolge de verzekertngrvoorwaarden tegen levenslange gebeele «mgesehlktheld tot werken door TT een onKFral met E* OCA by verlfee I <1 /A t* WI b I x O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen aJlze" verllea van belde armen, belde beenen of belde oogen E VV«" doodeUjken afloop «MWV/a"* een voet AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN VlTERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL u kon 1 daar- lillllllllllllllllltlllllllllHIf iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmiiii Gwenna heeft poolt geweten, hoeveel groot kind, haast nog onnoozeler dan (Wordt vervoigdJ .5 Ike diersoort verkiest een bepaald voedsel. Deze regel geldt ook voor de vogels. Niet alleen moet men zaadetende en Insecten* es wijzen >lk steeds Een school vlie gende visschen van «en hu» of eea oog Nu noire, vrouwen V-.. Langzaam aan begonnen eenlge matrozen den hofmeester naar bulten te duwen. Dat ging niet erg gemakkeiyk. want de man zat zoo vast als een muur. Eindelijk.... floep, daar schoot Jansen naar bulten en met een slriyke boog zee In. Gelukkig kon hy goed zwemmen en de matrozen heschen hem wel dra aan boord van de reddingsboot. vervelend, extase is. Langs een touwladder werd Jansen met vereende krachten aan boord geheschen. Wat zag de man er uit. Het water droop hem uit zijn kleeren en sjjn haar zat tegen rijn hoofd geplakt. te ge- nummer i van z'n boeken gebogen. In het lamplicht 1 zat de oude Bastiaans. De avond in Maart was dit keer al heel vroeg gevallen en had hem eerder dan gewooniyk naar s'n boerderij ge dreven. HJJ woonde daar alleen, aan den kant van den heuvel, drie kilometer van het stadje, welks lichten men flauwtjes in de verte kon waarnemen. Buiten voor het raam sloeg een man hem nauwlettend gade. Bastiaans' gelaat was van hem afgewend, maar Wegger kende z'n man uit duizenden. Hü haatte lederen trek van 1 gelaat van den voorovergebogen man, maar het meest haatte hl) s’n lach, als de man geld opstreek. De inwoners van bet nabije stadje wisten, dat Bastiaans grof geld had verdiend; dat hij over al land had opgekocht, ook het stuk grond van Wegger, die op swart zaad sat. Iedereen had een hekel aan Bastiaans, doch zooals Wegger hem haatte, waren er maar weinigen. Zooals hij daar nu buiten het raam stond, gloeiden z'n oogen van een onveraoenlüken haat en afgunst, welke hem byna waanzinnig maakten ..Een pracht-doelpunt, die vette kop," grijns lachte hij in zich zelf. Hij richtte z’n revolver en trok af. De man in den stoel viel voorover, rolde ter zijde en daarna met een doffen slag op den grond. De misdadiger was zoo voorzichtig geweest handschoenen aan te doen, zoodat er geen vin gerafdrukken zouden te vinden zijn. „Zoo, dat is het lot van hen, die het Wegger lastig maken,” gromde hij, en liet zich op de knieën naast den gevallene, neervallen. Kalm onderzocht hij de schotwond. Juist boven het rechteroor had de kogel een klein wondje ge- maakt. De man was dood. Wegger stond op en ging naar de aangren zende kamer, waar hij de revolver neerlegde. Het was niet s'n eigen wapen. Hjj had het ge- t De kapitein krabte eens achter zijn oor. Jansen kon daar toch niet blijven zitten. Er zat niet anders op, dan te probeeren of men Jahsen naar buiten kon duwen. Achteruit kon hij niet, vanwege zijn armen. De kapi tein gaf bevel om te stoppen, en weldra lag de boot stil. Toen liet men een sloep zakken waarin zich een paar matrozen bevonden met haken en reddingsboeien. beschreven boe op den voorafgaanden dag bij bet plaatsje Drumhlrk een groot aantal kleine, roodachtige vischjes op een dak werd gevonden. Dit gebeurde na een heftig onweer met zwaren slagregen; de afstand tot het meest nabijgelegen water bedroeg in dit geval twee ml/l. Bekend zijn ook de oude verhalen over zee meerminnen: geheimzinnige dubbelwezens met het bovenlijf van een mensch, terwijl de romp In die van een vlsch overgaat. Het is mogeljjk, dat het zien van zeeleeuwen en zeekoeien deze verhalen heeft doen ontstaan. Nog niet lang geleden waren opgezette meerminnen nog op de kermis voor het publiek te zien; het schijnt, dat deze rariteiten reeds eeuwen geleden wer den vertoond. Zy bleken meestal te bestaan uit het bovenlijf van een aap. genaaid aan den staart van een grooten vlsch Vooral Egyptena- ren en Chlneezen hielden zich met die fabri cage van deze „meerminnen” bezig, en verkoch ten ze voor duur geld, samen met een certifi caat van echtheid, dat onderteekend was door allen die de „vangst” hadden bijgewoond. Het verhaal gaat, dat de groote plantkundige. Lin naeus. die van 17341738 in Holland woonde, eens een stad in ons dierbaar vaderland moest verlaten omdat hij de echtheid betwijfelde van zulk een zeemeermin, die het eigendom was van een der stadsnotabelen Terwijl de meerminnen reeds lang naar het rijk der fabelen werden verwezen, vormen zee slang en verwanten nog steeds een onderwerp van discussie en genieten weer een verhoogde belangstelling sinds de berichten over het mon ster van Loch Ness. De mogelijkheid is natuur» HJk niet geheel uitgesloten, dat In zeeën én me ren monsters huizen, die ons nog onbekend zijn, en juist die onbekendheid laat het niet toe om uit te maken of bet hier gaat om zoogdieren, reptielen of visschen. In elk geval mogen deze al of niet denkbeeldige monsters zich nog steeds verheugen In de publieke belangstelling. Wij willen daarom eindigen met den wensch, dat de zeeslang en consorten nog lang tot de mysteries mogen behooren; zjj kunnen dan nog vaak een dankbaar object van persberichten vormen keuae bepaalde en evenmin was de voedering door de ouders voldoende geweest om de jonge dieren aan bepaalde Insecten te doen gewen nen. Er bestaan nu onder de tallooze soorten van Insecten verschillende vormen, die op bijen, hommels en wespen gelijken, zonder echter tot deze groepen te behooren. De meest bekende voorbeelden vormen de zweefvliegen, waarvan sommige dezelfde geel-zwarte strepen op het lichaam vertoonen als de wespen. Een derge- Ujke gelijkenis voor het menschenoog behoeft natuurlijk daarom nog niet voor de vogels te bestaan. Maar hier komt het juist in de natuur op aan, wil de z.g. mimicry een diersoort voor vervolging behoeden. Hoewel nu de zweefvliegen enz. smakelijk voedsel voor de vogels zijn, worden zij door oudere vogels niet genomen. Hadden de jonge vogels eenlge wespen ge probeerd, dan vermeden zij soms 4 dagen lang ook die insecten, die op wespen gelijken. Hoe sterker dé gelijkenis voor het menschen oog was, des te meer bleek dit ook voor de vogels het geval te zijn. Daar de Insecten, die geen mimicry vertoonen tot voor 100 opgegeten werden, bleek uit deze proeven de groote be- teekenis yoor het behoud van Individu en soort, Voor «enigen tijd beeft O. Mostier een aan tal proeven verricht om deze vraag tot een oplossing te brengen. Er werden een aantal Insectenetende vogels in een groote volière ge bracht waarin zich bijen, wespen en hommels bevonden. Het bleek daarbij, dat de vogels (roodborstjes, nachtegaals, enz.) deze insecten niet oppikken. Waren er soorten bij die de vogels niet kenden, dan werden deae vermeden, na dat zij enkele exemplaren opgegeten of geproefd hadden. Werden Insecten, die de vogels gretig op pikken. met den Inhoud van wespen of bijen besmeerd, dan werden deze onder teekenen van afkeer genomen. Blijkbaar is het dus de smaak van bijen en wespen, waardoor deze Insecten voor den aanval van de vogels beschermd zijn. Bjj de hommels is het echter de taaiheid van de chitinehuld, die den vogel afschrikt. Een jonge vogel had zelfs 18 minuten noodig om een hommel naar binnen te werken. Na deze proefnemingen met volwassen vogels, werden jonge vogels, die uit het nest waren genomen, onderzocht. Nu bleek het, dat deze Jonge dieren door eigen ervaring moesten leeren hun voedselkeuze te bepalen. Eerst nadat eenlge bijen, wespen en hommels waren geproefd, ver meden de jonge vogels deae insecten. Er be stond dus geen aangeboren instinct, die hun die de gelijkenis met een wesp, b*j at hommel heeft. De waarde van de mimicry is dus op deze wijze experimenteel aangetoond. Uit de proeven van Mostier bleek bovendien dat de reukzin van de vogels by de voedselkeuze een zeer geringe rol speelt De vogels kiezen op grond van de gezichtswaarneming, onderschei den daarbij zeer nauwkeurig en leeren door in- dlvidueele ervaring. Deae feiten, thans voor insectenetende wilde vogels bewezen, waren voor de hoenders reeds lang bekend. Reeds Lloyd Morgan toonde aan, hoe kuikens beginnen met naar alles te pikken, dat een zekere grootte heeft en zich van de omgeving duidelijk onderscheidt. Zoo pikken zy naar draadjes, kralen, elkanders teenen en oogen. glanslichten op steenen, alle insecten, rupsen, enz. Langzamerhand leert het kuiken echter het eetbare van het oneetbare onderscheiden. Dit onderscheidingsvermogen en snel aanleeren is een soort eigenschap, die elk individu bezit. Specifieke voedsellnstincten schijnen echter zeldzaam te zijn. De voedingsgewoonten der die ren zijn niet geheel aangeboren, wr vormen zich eerst door ervaring. 'eglng, die wjj thans in verschillende lan- kennen. reeds voelden opkomen. Toen de toenadering tusschen Rusland en stand kwam en de verhouding a Is Antoon (tooien In zijn „Dorp aan de Rivier" ons verhaalt van een legenda- rlsch grooten snoek wiens gedragingen zorgvuldig worden opgeteekend, denkt de lezer aan soortgelijke verhalen uit ztfn eigen omge ving en ondergaat weer iets van de bekoring, die uitgaat van zulk een naïeve natuurbeschou wing. HU kan het dan zelfs betreuren, dat onze verlichte tUd niet iets meer bewaard heeft van de kinderiyke bewondering voor de levende na tuur, zooals wij die in het oude volksgeloof kun nen vinden. De bovenvermelde snoeken-hist reeds op de belangstelling, die het betoonde voor het dierenleven in zeeën en ri vieren, beken en plassen. Een aantal dezer ver halen is ongetwyfeld ontsproten aan\het brein van vlsschers en hengelaars, dat aan den ont snapten bult liefst een legendarische grootte toekende. Daarnaast echter vinden we meer be trouwbare verhalen over bUzonder groote exem plaren, die In de netten der vlsschers terecht kwamen. Reeds Juvenalis vertelt van een groo ten tarbot, die door een vlascher In de Adrlati- sche Zee werd gevangen en aangeboden aan keizer Nero. Deze liet de senatoren komen om het dier te bewonderen, dat nog met kop en staart bulten het blad van een groote tafel uitstak. Als grappig Incident wordt hierbU ver meld. dat de blinde Catullus Messalinus den vlsch ten zeerste bewonderde, ofschoon hU er met den rug naar toe stond! Het verhaal wordt geloof waardiger als men bedenkt, dat ook thans nog tarbot wordt gevangen van enkele meters lengte. Meestal sterk overdreven zijn de verhalen over den hoogen ouderdom dien sommige vis schen zouden bereiken. Schrijvers uit de 17e en 18e eeuw verhalen van karpers, die 150 jaar. en snoeken die 300 jaar oud werden. De karper wordt in het wild waarschijnlijk niet veel ouder dan 15 Jaar, terwijl de grootste gevangen snoe ken 8070 pond wogen en vermoedelljk ook 6070 jaar oud waren. Zeker verzonnen is het verhaal van den „Keizersnoek”, dat men het eerst aantreft In een werk van Gesner in 1553. Dit dier werd gevangen in een meer in Würtem- ten doode opgeschreven, zich nog steeds kron kelend beweegt....” Taffy, beste meld, kronkel JU maar weg,” zei Leslie, die dicht bij het raam zat, ..daar komt een decadent Oosterling aan, om zijn slavinnetje te halen I” Gwenna bloosde hevig bij het ópstaan en zei: ..Kom even mee, Leslie," en ze pakte haar vriendin bjj den arm en troonde haar mee naar de vestibule, waar de typisch Engelsche, rijzige figuur van haar vliegenier stond met zün strooien hoed in de hand. Toen hU rich omkeerde, viel er door het gekleurde glas van de deur een scharlakenroods vlek over zijn voorhoofd en wang. „Goeden morgen!" begroette Gwenna hem kalm, zonder hem aan te kijken. Want in Leslie's tegenwoordigheid wilde zU voor niets ter wereld uiting geven aan haar ware ge voelens. Dit Het ze over aan karakters ran koeler temperament, of aam hen, die minder voor hun minnaars voelden dan zU met baar warm Welsch hart. „Hallo!” zei Paul tot haar. En dan: ..Hallo, juffrouw Long, hoe maakt u het?" Leslie schudde hem de hand, gaf hem een vriende- lyken knik en vroeg ondeugend, hoe zijn machine het maakte. Paul Dampier lachte eens en antwoordde haar met eenzelfden blik. ZU was een flinke meld, dacht hU. en het ge heim was haar best toevertrouwd. Ze zou het niet verraden, zelfs niet om de weddenschap met zUn neef te winnen, die komische wed denschap van de machine en bet meisje l Had zij niet vyftien tegen één op het meisje ge- taxi verwonderd nastarend. „Wie kan die kerel toch zUn? Ik ken hem niet!" „Ik ook niet," zei Gwenna, „maar toch heb Ik hem ergens meer gezien!" „Nu je het zegt, geloof ik ook, dat ik hem reeds vroeger gezien heb,” zei Paul nadenkend. Toen zU ,,the Horse Shoe” in Tottenham Court Road passeerden en over een heel ander onderwerp bezig waren (nJ. het bal op den rivieroever), braken zU plotseling bun gesprek af. Gwenna sprong van de voorste bank op en zei: „Ik heb het!" juist toen Paul zei „Drom mels, nu weet ik hetl Ik herinner me. wie dh» knaap was. Die Duitacher van zoo even, hjj was een der kellners op het balmasqué!" Gwenna keerde zich ademloos om - en zei: „Ja. ik weet het. Het was de kellner, die ons op het wandelpad passeerde Maar ik heb ook aan iets anders gedacht. HU is ook dezelfde man, die zich aan onze fabriek als werkman kwam aanbieden.” ,Jn Westminster?" vroeg Paul snel. „Neen, aan de vllegtulgenfabriek. HU kwam op een namiddag en deed zich voor als een Zwitser, doch sprak buitengewoon goed Engelsch. En hU sprak ook vloeiend Pransch. want André je weet wel, die groote Fran- sche mécanlctan bleef een heele poos met hem praten, maar wilde hem op slot van rekening toch niet engageeren.” „Wilde hU hem niet hebben?” wed? Nu. ze had glansrijk gewonden. Hier was het meisje,, dat heel zün hart veroverd had en met wie hy nu den geheelen, prachtlgen Julidag als een eerste vacantledag in hun ver loving zou doorbrengen. „Zeg eens. ik ben toch niet te vroeg geko men?” vroeg hU haar, toen zU belden de stoep van de Club afgingen. ,,Ik ben hier van ochtend al geweest, maar het was nog zoo erg vroeg, en toen ben ik maar naar het cricketterrein gewandeld en heb daar wat rondgeloopen, tot het tUd werd, om terug te gaan. Het is erg beroerd, dat ik vandaag geen auto heb kunnen bemachtigen. We zullen ons vandaag dus, melsjellef, met treinen of taxi's tevreden moeten stellen. Vind je het erg? Waar zuilen we naar toe gaan?" leend van Leerman, ponder dat de eigenaar het wist. Niemand kon het schot gehoord hebben. Daarvoor had hy juist dezen nacht gekozen. Een stormwind met zware slagregens was het veiligste tUdstip voor zoo’n daad. Een duivelsche glimlach speelde om den mond van Wegger, toen hjj weer bulten in de duisternis stond. Toen hU door het bosch naar het stadje terugsloop, striemde de regen hem fel in 't gelaat. Z'n eerste werk sou wezen Leer man in een valstrik te lokken. Hoe kreeg hjj hem in t huis van Bastiaans? BU de gedachte aan Leerman knarsten z'n tan den op elkaar. Leerman was de man, aan wlen Sofie de voorkeur had gegeven bo ven hem; daarvoor zou hU boeten. Ook voor zou hü vanavond zorgen. HU wist dat een zekere boodschap den Jon gen man UUngs naar het huls op den heuvel ZOU voeren, het huls waar de doode Bastiaans lag. En het zou voor Leerman dan onmogeiyk zUn om te ontkennen dat hU in dat huls was geweest. Immers, ook z'n revolver lag daar ginds In de kamer; al zou hU ook het wapen vinden en meenemen, dan nog zou het tele gram een verpletterend bewijs zün; het tele gram dat Wegger nu ging opstellen, de bood schap die Leerman onmiddellyk naar het huis op den heuvel zou voeren. Wegger begon het telegram te schrijven; het stond in z'n geheugen gegrift, zoo dikwyis had hU den tekst al in z’n brein gehamerd. „Kom vanavond negen uur naar Veldheu- vel Betreft onderhandellngen W tlaans.” Die twee: Bastiaans en Leerman hadden sa men gekonkeld om hem z'n laatste stuk grond afhandig te maken Zouden het voor s'n best wil doen.... Ha! Getrapt en bestolen hadden ze hem. Naar armoedr en ellende hadden ze hem geholpen HU schreef het telegram in verdraaid hand schrift en vatte daarna post in een donkeren hoek. De storm scheen in hevigheid toe te ne men. HU zocht een schuilplaats. ElndelUk na derde hy het post- en telegraafkantoor. In een donkere portiek stelde hy zich verdekt op en wachtte af. De straat was geheel verlaten. Db kerkklok sloeg kwart voor zeven. Nog maar een kwar tier had hU den tyd. Om zeven uur sloot het kantoor. HU bewoog rich ongeduldig in z'n schuilplaats. Er werd een deur geopend en weer dicht geslagen. Een Jongen, met een kan In de hand, passeerde hem. zonder hem te den. Dat was precies wat hU noodig had. Snel liep hU achter den Jongen aan, z'n pet diep over de oogen. Och, vent, loop JU even vlug naar 't post kantoor en geef dit telegram af; Ik heb zelf geen tyd. Hier Is een gulden, de reet Is voor jou." De jongen nam blU het geldstuk en t tele gram aan en vervolgde z'n weg. Wegger keek schen, de correspondent In Parijs door Fran- schen bril. Maar de censor had slechts één bril; den Russlschen. Zoo was het voor den heer Von KUgelgen een voortdurend manoeu- vreeren tusschen zyn correspondenten en den censor. De „St. Petersburger Zeitung” was waar- schüniyk tot aan den oorlog het in het bui tenland meest gelezen Russische blad. Vooral aan de departementen van bultenlandsche za ken in verschillende landen bleef men het blad spellen. Zoo kwam het voor, dat verschillende bultenlandsche politici er af en toe belang bU hadden, dat In het blad een oordeel werd uit gesproken over een bepaalde Interne politieke aangelegenheid van dat land. Er werd in het blad b.v. eens aanmerking gemaakt op een be paalde handeling van den toenmallgen Prins Wilhelm van Pruisen, den lateren Keizer Wil helm n; dit artikel bleek geïnspireerd te zyn <Joor's prinsen grootmoeder van vaders- zyde! Maar het is niet uitgesloten, dat 's prin sen grootmoeder van moederszyde, Koningin Victoria, zich ook wel eens, wanneer zy tot Prins Wilhelm had te spreken, van dit merk waardige dagblad in St. Petersburg bediende. De „St. Petersburger Zeitung” was niet alleen het orgaan van de Dultsch-Russen, maar ook van de Nederlandsch-Russen, die trouwens grootendeels verdultscht waren. Het waren de- geiyke families, die groot aanzien genoten. Daardoor bestond tusschen de Nederlanders en de Duitschers in St. Petersburg een innige sa menwerking en de „St, Petersburger Zeitung” was voor de Hollandsche Protestanten het lUf- blad, aangezien dit blad toch ook het offici euze orgaan van de Nederlandsche Kerk was, waar de Nederlandsche predikanten overigens - “-‘..I-,j an dere week in het Dultsch spraken. De Neder landers stuurden hun kinderen naar de Dult- sche school, zy huwden later Dultsch-Russen en van hun Nederlanderschap waren na enkele generaties alleen nog over de Nederlandsche raam, het Nederlandsche conunercleele talent en het gave Nederlandsche karakter! Toen de oorlog uitbrak kwam een buitenge woon moeiiyw ^yd. Vele Dultsch-Russen stonden met hun hart aan de zijde van Dultsch- land, maar waren mln of meer verplicht, een soort antl-Dultsche stemming ts huichelen. Het waren verschrikkelUke gewetensconflicten, waarin talrijke Dultsch-Russen zich bevonden. Het afscheid tusschen de RUksdultscherz, die vóór den oorlog Rusland verlieten en de Dultsch-Russen. die In Rusland bleven, was bui tengewoon tragisch. In het begin van den oor log werden verschillende zaken van Dultsch- Russen geplunderd. Ook de Dultsche boekwin kel naast de ,Bt. Petersburger Zeitung" moest er aan gelooven en het heeft een haar ge scheeld, of ook de ,JSt. Petersburger Zeitung” zou geplunderd zyn. Tegen de verwachting in bleef het blad ver schijnen. Maar bet aantal abonné's verdween nu als sneeuw voor de zon. Immers, wie de „81. Petersburger Zeitung" las, laadde op zich de verdenking, dat hy een Dultsch spion was. Men stelde eindelyk den elsch, dat het blad In de Russische taal zou verschynen en toen daar aan geen gevolg werd gegeven, is het blad in December 1914 stil Ingeslapen. Of het blad voor altUd dood Is? Von KUgelgen betwUfelt het. HU heeft zeven revoluties meege maakt: 3 In Rusland, 1 In Finland, 1 in Tur- kye en 3 in Dultschland. Het Is dus heel goed mogelUk, dat ook weer eens in Rusland een revolutie uitbreekt, welke de herleving der ,JBt. Petersburger Zeitung" weer mogeiyk zal rikken. Natuuriyk gaan vliegen, was Gwenna's eerste gedachte. Ten laatste zal hU mU nu op een vliegtocht je meenemen. Maar dat wou eerst het program van den namiddag zUn. Den voormiddag stilden zU in de vrije velden met hun heerlUk gras doorbrengen en onder de boomen gaan zitten.... Neen, niet Hampstead; dit maal zou het Richmond Park zyn. „We zullen een taxi nemen tot Waterloo," zei de Jongeman met inwendige onrust en hy stak zUn lange bruine hand diep in den zak. om zyn geld te inspecteeren. terwUl hy den weg bewandelde, dien Gwenna vroeger eiken dag gevolgd was, om de omnibus naar West minster te nemen. HU was juist slecht by kas. nu hy wensebte er goed bU te zitten. Verduiveld ■pj aul Slgward von KUgelgen Is de laatste P ^tu^^nX?ou^JX"bX vóór den oorlog in de Dultsch-Russlsche nnli tiek een groote rol speelden. POU‘ Von KUgelgen, die onlangs sUn «Osten geboor tedag vierde, stamt uit een Pultsch-^LuX. adellijke familie, zyn .^taatsangehörlgkelt” was Russisch, maar zyn nationaliteit was Dultsch Ult 7^, °°k met ZUn vader en grootvader het geval, <Ue eveneens reeds de „St. Petersburger Zeitung” uitgaven. Een interessante krant, dit Russisch blad, het welk In de Dultsche taal verscheen, doch Jaren lang een der meest gelezen Russische kranten was en gedurende de 18e en de eerste helft der 19de eeuw ook t invloedrijkste Russische blad kon worden genoemd. Het was de oudste krant van Rusland en tevens een der oudste dagbla- - den, die überhaupt in de Dultsche taal versche- de eene week hot Nederlandse!) en de nen. In 1727, onder Czaar Peter den Grooten -- werd de krant al opgericht. Czaar Peter wilde’ Rusland ook door middel van de dagbladpers een Westersche beschaving bybrengen. Russi sche typografen waren toen nog niet te vinden. Er waren ook geen Russische lettergieterijen Russische journalisten waren ook niet uit den grond te stampen. Russische lezers zouden er waarschUnlUk ook niet zyn geweest. Het Intel lect bediende zich van de Dultsche of de Fran- sche taal. Nu had Czaar Peter uit Dultschland een apotheker laten komen, die den wellulden- den naam van Blumentrost had. Deze apothe ker was een man van vele markten thuis HU moest b.v. fungeeren als president van de pas opgerichte Russische Academie van Weten schappen. Czaar Peter zag In hem ook een ge- schikten hoofdredacteur voor het nieuwe blad Het blad floreerde en werd weldra In alle diplo matieke centra van Europa gelezen. De drukpers schUnt In 1737 niet al smeerd te zyn geweest. Uit het eerste van de krant biykt althans, dat de koers vzn den Nederlandschen gulden, die de belangrijkste mededeeling van de rubriek „Financiën en Eco nomie" vormde, er met een ganzenveer was in- vervelend! Dat had je er nu van. om een klok voor de machine te koopen, vóórdat het noodig was. Maar natuuriyk mocht „het kleine ding” hiervan niets weten. HU zou er zich wel uit redden. Een taxi kwam juist de Pond Street HUI uitgerateld, toen zU de halte der omnibus sen bereikt hadden en Paul hief zyn hand om hoog. ...Taxi!” Maar de chauffeur schudde net hoofd, en hield stil voor een klein. tamelUk poover uit stand huls, in de nabyheld der halte, waar Paul en Gwenna stonden te wachten. Een mah stapte uit het huls met een vaUes aan elke hand en een plaid over den arm. Het was en korte, stevig gebouwde jonge kerel, zóó tip top gekleed, dat hU een schrille tegenstelling vormde met den schamelen voorgevel van zyn pension. Dit trok de aandacht van Paul, die hem oplettend aanzag. Gwenna verwonderde er zich over, waar zy dtan blonden, ernstlgen kop reeds vroeger gezien had. Met een lichten sprong nam hy lp de taxi plaats; en indien Gwenna goed gekeken had, zou zy In het rose-wangige meisje naast hem haar West minister collega, OttlUa Baker herkend hebben. „Llverpoolstreetbeval Ottilias metgezel. zUn bagage neerzettend, en zyn hoofd ophef fend. bemerkte hU de hem aanstarende blik ken van Paul. HU salueerde met de hand aan zyn hoed, glimlachte vluchtig en leunde uit het raampje; terwyi de taxi zich in bewe ging zette, riep hU: ,Auf Wiedersehen!" „BUksem, wat zou die vent daarmee voor hebben?” riep de jonge Engelschman uit, de berg in 1407; het droeg achter de kieuwen een koperen ring met de Inscriptie, dat keizer Fre- derik II in 1230 dezen snoek In het meer had losgelaten. De lengte bedroeg 19 voet, het ge wicht 550 pond; een conterfeltsel In olieverf van dit natuurwonder wordt bewaard op het kasteel Lautern in Zwaben. Het skelet wordt nog bewaard In de kathedraal te Mannheim; een Dultsch geleerde, die het onderzocht telde hieraan echter veel meer ruggewervels dan een gewone snoek bezit! Alles wjjst er dus op, dat we hier te doen hebben met een aantal goed- georgardseerde falsificaties. Belangryk was ook de rol, die de visschen vroeger In de geneeskunde speelden; dit bUjkt reeds hieruit, dat Pllnlus (eerste eeuw na Chr.) meer dan 300 maal over de genezende kracht van verschillende visschen spreekt. Thans Is het vooral nog door het leveren der vitaminen- rijke levertraan, dat enkele soorten (kabeljauw, heilbot) een belangrijke rol in de geneeskunde spelen. Merkwaardig zyn verder de berichten over de zoogenaamde visschenregens. Het oudste be richt Is dat van een zekeren Athenaeus (pl.m. 200 na Chr.)„Ik weet ook dat het visschen heeft geregend. Phoenlas, in het tweede boek van zUn Ereslsche Magistraten, zegt, dat het in den Chersonesus eens drie dagen achtereen visschen regende." Daarna zUn nog meer dan 50 visschenregens vermeld, dia In verschillende landen plaats vonden. De verklaring van dit opzienbarend verschijnsel moet warden gezocht in de werking van wervelwinden, die waterhoo- zen met rich mee voeren. Visschenregens treden dan ook steeds op bü heftige onweersbuien met Hevigen wind. Het schynt, dat de viseh soms met het water waarin hy zich bevindt hoog wordt opgezogen; zoo vond men in Essen in 1896 een bevroren steenkarpertje van 4 c.M. lengte in een grooten hagelsteen, wat er op w(Jst, dat deze vlsch was omhooggevoerd tot In zone der Usvormtng. Een der laatste berichten over een visschen- regen, waarschUnlUk van stekelbaarsjes, vinden we in een lersch blad, de „Northern Wigand Belfast Poet”, van 30 Mei 1938. Hierin wordt hem zoo lang mogelyk na. De regen geeselde z'n gezicht Wat een vree- selUk weer; hü had zooiete nog nooit meege maakt Het kon hem echter niet schelen. De opeet was gelukt. Z'n twee vyanden kregen wat hun toekwam, dacht hy. Niets kon Leeman nu meer redden! Hy had nu den storm in den rug. die hem snel voortdreef. Een honderd meter verder waaide de wind z'n pet af. Die mocht hy nu niet verliezen I Je kon nooit weten, hoe aoo'n ding soms als bewijsstuk kon te voorechyn ge- bracht worden. „Waar la dat ding?” gromde hy, en tastte er in de duisternis naar rond. Wegger begon angstvallig te worden. HU grabbelde rond in de modder. Met Z'n schoenen trapte hü tegen leder voorwerp, dat zich op den weg bevond. Z’n handen en broek haalde hü aan de doornen open Enfin, morgen zou hU z'n pet wel vinden, heel in de vroegte. Vloe kend vervolgde hü z'n weg. Een verblindende bhksemfltts, gevolgd door een ritselenden don derslag. doorkllefde het luchtruim. HU remde als een bezetene voorwaarts; hü moest naar huis! Hoe schitterend had hy allee in elkaar gezet; thuis kon hy er van genieten; de wind loeide door de draden boven z'n hoofd. Ha! Langs die draden ging z’n telegram; de bood schap voor Leemans bederf! Maar nog nooit had hy zoo'n noodweer mee gemaakt. Eensklaps klonk boven het gehuil van den storm een snerpend geluld. Er viel lets vlak voor z'n voeten neer, raakte s'n rug aan. kronkelde zich om z’n lichaam, fluitend en gierend. Hy bleef staan en strekte z'n handen uit. Het raakte z'n linkerhand. Gelukkig had hü nog steeds z’n handschoenen aan. Maar er was niets om z'n gelaat te beveiligen. Snerpend □ewogen zich de draden in den stormwind langs z'n gezicht, staken hem in z'n oogen, scheur den het vel van voorhoofd en wangen. Lieve hemel! Hü kon niet meer zien, stapte ter züde. maar de draden volgden hem. snerpten en sisten. Z’n heele lichaam was er nu mee bedekt; een kronkelde zich om s'n nek. Kreunend van pün sloeg hy van zich af. Maar in dat verschrikkeiyke noodweer bleef hy alleen. Uitgeput viel hy neer in dezelfde draden, die s'n telegram n»»r een onschuldig man, op wlen hy zich had willen wreken, had den moeten voeren. Den volgenden morgen vond men het ont zielde lichaam van Wegger in een net van ge broken. door den stormwind afgerukte tele graafdraden. Ten laatste kwamen er herhaaldelük verrukte herhalingen met vrouweiyk pathos, als: „O. maar je weet niet, je beseft niet, wat hü is. O Leslie, je kunt je geen flauw denkbeeld van hem vormen! O. als je eens by benadering kon begrijpen, wat....” enz. enz. Eindelyk had leslle een zucht van verlangen geslaakt met *en zweempje jaloerschheid. En Gwenna, naar het hoofdeind van het bed trippelend, legde haar wang tegen die van het andere meisje en fluisterde ernstig: „O Leslie, als ik het in mUn macht had, weet Je dan, wat ik doen zou? Dan zou ik maken, dat hü een tweelingbroer had, in alles aan hem geiyk en dat die dan op jou verliefd zou worden!" „Taffy, je bent een lieve engel!" fluisterde het andere meisje terug met gesmoorde stem. Maar Gwenna beeft pooit geweten, hoeveel moeite Leslie zich moest aandoen, om het niet luid over dat idee uit te proesten. Denk eens aan; zy, Leslie, verliefd op een nan van Paul's type.... Een tweelingbroer van hem! Dok zoo'n eenvoudige, onnoozele. blonde Jongen, een groot kind, haast nog onnooaeler dan Monty Scott? O hemel....! Zoo beschouwt de eene vrouw als ondraaglUk wat voor de andere vrouw pure gekrabbeld De heer Von KUgelgen vertelde eens onder welke omstandigheden hy de leiding van bet blad van zün vader overnam. De Duitacher. d wz. de Dultsch sprekende Rus, die Dultsch voelde, zonder anti-Russisch te zyn, en die uit den aard der zaak een voorstander van de meest harteiyke betrekkingen tusschen Dultschland en Rusland was, bezette In dien tyd nog belang rijke posten in Rusland. Op de departementen, op de rechtbank, in het leger, en niet in het minst in de fabriek, hoorde men nog geregeld de Dultsche taal. Maar het Russische gevoel van eigenwaarde begon hiertegen in opstand te komen. De adel onder leiding van de grootvor sten ging hierin voor. Van dezen kant werd een Russisch nationalisme gepredikt, hetwelk een einde wou maken aan den Invloed van de Duitsch-Russen. Zeker, talrijke grootvorsten hadden Dultacbe vrouwen getrouwd, en spraken niet zelden het Dultsch gemakkeiyker dan het Russisch. Maar het was, alsof zU een volksche bewi den politieke Frankrijk tot tusschen Rusland en Dultschland met den dag koeler werd, werd de positie van de Dultsch- Russen steeds moeiiyker. Ook voor de „8t. Pe tersburger Zeitung" werd hét bestaan niet ge- makkeiyker. Hoewel de elgeniyke werkers in de ministeries nog veelal Duitschers waren, lag de leiding weldra in antl-Dultsche handen. Met het gevolg, dat men, om nu maar een voorbeeld te noemen, de „St. Petersburger Zeitung” voor de offlcieele mededeellngen, waarvoor de andere bladen een vergoeding kregen, een „pacht" liet betalen. De economische zorg was echter niet de hoofdzaak. Het moeiiykst waren de politieke kwesties. Er werd een buitengewoon strenge censuur uitgeoefend. De voor-censuur bevrijdde den redacteur niet van zUn verantwoordeiyk- heid. Wanneer deze preventieve censuur iets 'over het hoofd had gezien, werd niet alleen de censor, maar ook dc verantwoordelijke redac teur gestraft. De ,JBt. Petersburger Zeitung” had in de ge- heele wereld correspondenten. Als Beriynsche correspondent fungeerde b.v. Jaren lang Dr. Herold, die eveneens als correspondent van de „Nieuwe Rotterdamsche Courant” en van de „Neue Zürcher Deltung” fungeerde en die thans, nu hy een hoogen leeftijd heeft be reikt, nog wel eens enkele malen als oud-cor respondent een Beriynschen Brief in de „Nieu we Rotterdamsche Courant” publiceert en die zUn journalistieke vorming genoten had van den voor eenlge jaren in Nederland overleden Jhr. J. H. Schoren den oprichter van t thans verdwenen „Schorers Famlllenblatt” en het thans door het Hugenberg-Concern uitgegeven weekblad .Das Echo.” Dr. Herold trachtte zUn brieven aan de „Bt. Petersburger Zeitung” natuuriyk als Duitacher door Duitschen bril te bezien. De correspondent in Londen zag de gebeurtenissen door Engel- Het was Zondagmorgen en Gwenna, geheel in het wit gekleed, den hoed met hreede randen op, handschoenen en taschje in de hand, kwam naar beneden, om te ontbyten in de Dames-<31ub. Aan het hoofd van de tafel zat naar gewoonte de dominé's vrouw met haar dikken gouden ketting en broche, de eeuwige uitdrukking van gelaten afkeuring in de oogen. Juffrouw Armitage was met de andere suffra- getten in druk dispuut gewikkeld. Tegenover haar zat een van de studenten in de Schoone Kunsten aandachtig te luisteren en scheen niet ongenegen te zün, voor hun argumenten te be zweken.... De gewone tooneeltjes van vroeger werden ook nu weer af gespeeld begon Gwenna's tafelbuur, haar béte juffrouw Armitage, tegen de weinige uit te varen, die zich met by baar wilden aansluiten en zich nog met de oude Oostersche behandeling van vrouwen tevreden stelden en dus nog lyfelgenen, speelgoed of bezittingen wenschten te biyven. „Maar toch behoeven die niet te denken, dat ze nog meetellen." verklaarde de redenaarster beslist, onbeleefd vóór haar nevenbuur heen naar het zoutvaatje gr Upend Gwenna keek met weer zin naar haar roodgevlekt gezicht. „Behaagziek zün ze,” declameerde ze voort met edele verachting, „en haar streven ts. de mannen te behagen. Ze zyn de overbiyfselen van het slavinnentype, dat nu gelukkig gaat verdwünen.” „Applaus op alle banken!" riep Leslie. „Die slangenstaart." vervolgde de suffra gette, „die «Hngenstaart, die ofschoon reeds

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 3