A
i j
I
H
i
gezinnen
ons land.
r
Jasje voor jongens
Een practische gehaakte theemuts
van zes jaar
Voor Moeder
Zoon
en
i
te Laren. De Belgische vorstenkinderen in
Linnaeusherdenking te Harderwijk. St. Jansprocessie
Plaats dan een „Omroeper”
voor 80.
I Zoekt gij* betrouwbaar
I Personeel
n 1
»IÜ
ff
kt
1
i
wt
C
A
t
Pj
A
Fè
DE VROUW EN HAAR HUISHOUDING
ZOMERMODE
r
f
I
I
1
ff IK, I
kSUET
ff
n
ff-
r-
F
Br*
DINSDAG ZS JUNI 1935
Voedzame en smakelijke
gerechten
O O 1
O o
’p
L -
■j
a
7’
j
■ff
T:
boorieplaats
i
f
xj
•'y
w
DORA
I Op verzoek
DDCT
J
a:.f
.1.
«tof
i
Nassauplein 1. Haarlem, patronen besteld
voeden tegen den prijs van 50 ets. voer
complets, 35 ets. voor mantels en japon
nen, en 30 ets. voor rokken, kleine avond-
jasjes en klnderkleedlng. Voor toezending
per post, ook bij bestelling aan de agen
ten. IQ ets. extra.
.Van alle op deze bladzijde voorkomende
genummerde modellen, die aan het
mode-album „Zcmerpracht" ontleend zbn.
Als de tros werd*, losgesmeten. Hr. M*. pentserschip .Hertog Hendrik' Is Maandag uit de haven
trokken voor een oefenreis naar de Noorsche wateren
Het spreekt wel vanzelf, dat deze thee-
warmer ook gemakkelijk grooter of kleiner
is te maken. Men haakt dan eenvoudig
meer of minder toeren vóór den gaatjes
toer.
|F
De historische St Jansprocessie had Maandag te Laren plaats. Een kijkje op het
kerkhof tijdens de predicatie
•V.
-
van den Helder ver»';
FOTOREPORTAGE
De heer J. H. .Maenen, lid
van Gedep. Staten van Lim
burg, is benoemd tot op
volger van prof. Gelissen
als secretaris van den Raad
van Bestuur van het Econ.
Techn. Instituut in Limburg
Op het Waterlooplein te Amsterdam
heeft Maandagavond een zware brand
gewoed la een opslagplaats van meu
belen. De brandweer in actie tijdens
het blusschingswerk
Het ceintuurtje knipt ge 31 cM. lang en
IO4C.M. breed, waarna ge het dubbel stikt.
Ter hoogte van de taille wordt de zijnaad
4 cM. opengemaakt, waarna ge hier het
ceintuurtje stevig tusschen naait. Het voe-
ringjasje stikt ge in el
kaar, waarna ge het langs
hals, tegenbeleggen en
onderkant langs zoomt.
Het mouwtje wordt ook
onderaan tegengezoomd,
waarna ge de voerlng-
mouw bij het armsgat in
slaat en dan langs het
armsgat opzoomt. Hierna
kunt ge de knoopen op de
aangegeven plaatsen aan
zetten.
Te Harderwijk is Maandag het feit her
dacht, dat Carolus Linnaeus op 24 Juni
1735 aan de academie te Harderwijk
den graad van doctor behaalde. Dr. A.
Pulle, hoogleeraar aan de Rijksuniver
siteit te Utrecht, overhandigt den
burgemeester van Harderwijk (links)
de krans van laurierbladeren, dien
zelfden ochtend uit Upsala, de ge
boorteplaats van Linnaeus, per vliegtuig
aangevoerd
Fig 8. Mantel van zijde of dunne stof,
met platten kraag en schouderepauletten.
De mouwen zijn driekwart lang en versierd
met eenige platte plooitjes. De rug heeft *n
smal middenstuk. De sluiting is verborgen
onder een revers. Het patroon is verkrijg
baar in de maten 40, 42, 44 en 46. Benoo-
dlgde stof 3 M A 140 c.M. breed.
Fig. 208. Jongenspakje van effen
ijst met poulet. Bij ons kalfspoulet
rekent men J4 ons rijst, 14 afge
streken eetlepel boter, 5 druppels
Maggl’s aroma en K theelepeltje zout.
Men brengt 3 dX. water met *t zout aan
de kook,- doet er de gewasschen poulet in
en laat die, op een klein pitje, in goed ge
sloten pannetje, drie kwartier trekken. Dan
strooit men er de gewasschen rijst in en
laat die, in nog ongeveer drie kwartier, op
’n klein pitje mee gaar worden. Zoo noodig
voegt men nog *n weinig water bij. Het
gerecht moet *n dikke brij-achtige soep
worden. Vóór het opdoen roert men er de
boter en de aroma doorheen.
Boonenpurée. Bij 1 ons witte of bruine
boonen rekent men 14 eetlepel boter en 5
druppels Maggl’s aroma.
Men zet de gewasschen boonendaags te
voren in de week en kookt ze, op de ge
wone manier, goed gaar. Men brengt ze
dan over in een zeef en laat het vocht in
een kom uitlekken. Dan wrijft men de boo
nen door de zeef weer in het pannetje,
voegt van het uitgelekte vocht zooveel bij
de puree, als men er gemakkelijk in ver
werken kan zonder dat het geheel te nat
wordt, warmt de puree op en maakt ze af
met boter en aroma.
Boonensoep. Men weekt en kookt de
boonen als voor puree, echter met wat
meer water en nu kookt men bij de boo
nen nog ’n takje peterselie en selderij en
*n stukje ui mee en zoo men wil ’n paar
kruidnagelen.
Men voegt al het kooknat bij de gezeef
de boonen, laat de soep dan nog even
doorkoken, lost er de helft van *n Maggl’s
bouillonblokje in op en roert er vóór het
opdienen *n klontje boter door.
Men kan deze soep nog voedzamer maken
door er dobbelsteentjes of soldaatjes van
oudbakken brood bij te presenteeren. Deze
croutons kan men met boter bakken in de
koekepan. Men kan ze echter ook in fri
tuurvet goud-bruln bakken A. K.—F.
enomen maten: bovenwijdte piuu. 70
f cM., lengte 64 cM., mouwlengte 40
cM. Benoodigd: 1.35 M. stof van 130
cM. breedte, 130 c.M. voering, vier groote
en vier kleinere knoopen.
Van nevenstaand jas
je maakt ge het pa
troon op de aangege
ven maten. Aan den
voorkant legt ge op 17 cM. vanaf den kant
rechts een vouw, zoodat ge het tegenbeleg,
dat op het patroontje in het voorpand is
geteekend, na kunt radeeren. Met knippen
slaat ge het dan terug, zoodat het tegen
beleg meteen aan het voorpand wordt vast
geknipt en ge dan geen naad op den kant
krijgt. Alles wordt op de vaste lijnen uit
geknipt, waarna men het patroon op de
stof legt en alles met een naad uitknipt.
Onderaan het jasje knipt ge 5 cM., aan de
mouwtjes 3 cM. bij voor zoom. Hierna rijgt
ge schouder-, zij- en mouwnaden dicht en
past dan. even. Als het jasje goed zit, wor
den de naden gestikt en open geperst. Van
de voering knipt ge het voerlngjasje; aan
den voorkant behoeft het maar tot aan t
tegenbeleg geknipt te worden. De tegen
beleggen worden bovenaan dichtgestikt
tot aan het kruisje (plan. 7 c.M.) en ver
der op den kant omgeregen. De onderkant
der mouwtjes wordt op lengte naar binnen
geslagen en stevig opgezoomd. Bij het in-
zetten der mouwtjes neemt ge den mouw-
naad 4 cM. meer naar voren dan de naad
van de jas. De-zoom onderaan wordt op
lengte omgeregen en Ingezoomd; zoom en
terugslag tegen elkaar in voor dikte. De
kraag wordt op vorm geknipt en langs de
rechte kantjes gestikt, waarna ge dezen op
zet aan den goeden kant en aan den bin
nenkant overzoomt. Bij het tegenbeleg
worden kraag en tegenslag tegen elkaar
ingenaaid, zoodat de naden zoo plat mo
gelijk blijven. De knoopsgaten maakt ge in
de linkerhelft op 35 cM. en 23 c.M. vanaf
den onderkant en 2 cM. vanaf den kant.
Prins Boudewijn en Prinses Josephine Charlotte van BelgiS zijn Maandag te Noordwijk aangekomen
waar zij eenigen tijd ten huize van den burgemeester, den heer Van de Mortel zullen verblijf houden.
Bjj het verlaten van het station te den Haao. In het wit gekleed, het zoontje en dochtertje van den
met twee rijen knoopen en korte broek.
Verkrijgbaar in bovenwijdte 72, 76 en 80
cM. Benoodlgde stof 2 M. A 140 cM. breed.
Fig. 206. Geruit jongenspakje met één rjj
knoopen en opgestikte zakken met plooi
tjes. Ceintuur van dezelfde stof. Het pa
troon is te verkrijgen in bovenwijdte 72, 76
en 80. Benoodlgde stof 2 M. i 140 cJ4. breed.
-j—eze theewarmer wordt gehaakt in
I J twee tinten, bijv, oranje met licht-
geeL Br worden openingen In gela
ten voor tuit en oor van den theepot, zoo
dat de muts er niet telkens bij het schen
ken behoeft te worden afgenomen.
Men begint met de donkere wol en
haakt 10 losse steken. Men haakt dan 1
stokje in den 5den lossen st. van het ein
de gerekend, vervolgens op eiken lossen 2
stokjes tot den laatsten lossen st., waarop
men 1 stokje haakt. Dan breekt men de
donkere wol af en men haakt aldus den
2den toer:
Men hecht de lichte wol aan, haakt 4
losse st., 1 stokje op het le stokje en ver
der telkens: 2 stokjes op 1 stokje, 1 stokje
op het volgende stokje en 2 stokjee op het
3e stokje. Op het laatste stokje van den
toer 1 stokje.
3e toer: Men begint met de lichte wol:
4 losse, 1 stokje op elk der eerste 12 stok
jes. Dan haakt men (over den lichten draad
heen) met donkere wol 1 stokje op elk der
volgende *3 stokjes; met lichte wol: (over
den donkeren draad) 1 stokje op elk der
volgende 7 stokjes. Dan nog eens, op de
zelfde manier: 3 stokjes met donkere wol,
7 stokjes met lichte wol, 3 stokjes met
donkere wol en 12 stokjes met lichte wol.
4e toer: met lichte wol: 4 losse steken
en verder 1 stokje op elk stokje tot aan
het einde van den toer.
Dezen 4en toer haakt men nog eens met
donkere wol en nog eens met lichte wol.
Daarna herhaalt men nog eens den 3en
toer en twee keer den 4en toer.
De 13e toer met lichte wol wordt een
gaatjestoer voor *t doorhalen van *n koord.
Men begint met 5 losse steken, 2 losse st.
overslaan, 1 stokje. Verder telkens: 2 losse,
2 overslaan, 1 stokje.
13e toer: eveneens met lichte wol: 4
losse st. Verder 4 stokjes in elk gaatje en
1 stokje op elk stokje.
Men breekt dan de lichte wol af en haakt
met donkere wel den laatsten toer.
14e toer: 2 losse, 1 vaste st. op elk stokje.
De tweede helft van de theemuts wordt
precies eender gehaakt.
Dan worden belde deelen, onder een
vochtigen doek, gestreken en zóó aan el
kaar genaaid dat er openingen blijven
voor de tuit en het oor van den theepot.
Van de donkere wol haakt of draalt men
een koord van voldoende lengte, dat men
door den gaatjestoer rijgt en aan beide
kanten met een kwast afwerkt. Dit koord
wordt boven den theepot stevig aange
haald en vastgestrikt. -