DE TONDELDOOS Het huwelijk van Di Moorlag. Hendrik herdacht. Plaats dan een „Omroeper voor 80.' Zoekt gij betrouwbaar Personeel? 11 E«n kranig Haaltje te Aidershot VOOR ONZE JEUGD DE SLIMMERD r. D« zangeres Di Moorlag Is Woensdag te Amsterdam in het huwelijk getreden met den Heer Trudus Teves, directeur der Vereenigde Touwfabrieken L i Daar ontmoette hem een oude heke DONDERDAG 4 JULI 1935 i I Naar een Deensch sprookje door PIET ROOS Je bent een brave hond" weldra schrammen oom, „heb fa den tandart»? de op I m< eei En zU beiden leefden heel lang en bulten* gewoon gelukkig met elkaar. En toen de soldaat later koning en de prinses konln- gin geworden was lieten zU In hun wapen drie honden zetten en een tondeldoos. Op h standab aonden H. M. leden ai OB. dat bU zal we pn is. vlo dei ste no< opl en dai gee C Si aar pra uit, roej geei waa valt gew stof buit pen; het voor te t tact Ver oedrl] advle: drs 1 Amhi consu delde den i WU von 1 bü voor 1 neigd Men i bedrij' toener geheel te vin theore zal e betaal Lag< drijfsv dat vr In marge coöper de mii efficlei grond zelfsta Aan het vo Bede tracht te vc zorgvul over n juiste van 1 wordt Om haven, werkmi transpc Met voor o heel eii In d< denstai midden voering Wil i haven, daan lijke tx industr Mede ftlk: s(| de bed van he denatar Belde geanlmi Et ook er zi orde omst desb het En deelt bedri van Er konu deze crisei Xh De dat schot overg laatst men en zl sen. 1 zal e men stand „Dat vAs inderdaad een zonderlinge droom,” zei de koningin. De koning beval nu dat er een hofdame dag en nacht bij de prinses sou blijven om te onderzoeken of het een droom was of niet. De soldaat kreeg ’s avonds weer een he vig verlangen om de prinses te zien en de hond zorgde dat aan zijn verlangen vol daan werd. Maar de oude hofdame rende achter den hond aan en toen zij zag dat deze met de prinses in een groot huls verdween, zette zij met krijt een kruisje op de deur. „Ziezoo,” dacht zij, „nu weet ik waar het is”, en liep zoo hard zij kon naar het paleis terug. Maar de soldaat die naar buiten had gekeken, had gezien wat zij deed en liep .Wat wou Je met die tondeldoos?’ vroeg de soldaat. „Dat gaat Je niets aan." snauwde de heks, _>e hebt nu geld. Geef mij mi die doos!" .Nee," antwoordde de soldaat, „ik moet eerst weten wat Je er mee wilt doen en anders hou Ik haar.” „Geef op," zei de heks. f „Nee." riep de soldaat en trok zijn sabel. De heks vluchtte weg. HIJ deed nu al het geld tn de blauwe schort, nam den bundel op zijn rug, stak de tondeldoos in zijn zak en marcheerde naar de stad. Hij kocht nieuwe kleeren en In zijn flu- weelen kostuum en zijn glimmende gelakte laarzen ging hij naar het duurste hotel en bestelde daar een kamer. Men vertelde hem dan van al de heerlijkheden die in de stad te genieten waren en over den koning, die zoon knappe dochter had, die niemand mocht zien en In een versterkt slot woon de. waar zij voortdurend bewaakt werd, omdat een oude heks voorspeld had dat zij nog eens met een doodgewonen soldaat zou trouwen en dat wil de koning niet toe staan. De soldaat leefde er lustig op los, bezocht theaters en andere feestgelegenheden en gaf handen vol geld weg aan de armen. Dat was mooi van hem, maar daar hij lederen dag geld uitgaf en er nooit iets bij kwam, bleven er ten laatste niet meer dan twee stuivers over. Hij moest nu de fijne kamer verlaten waar hij gewoond had en i boven in een heel klein kamertje zijn Intrek nemen, dicht onder het dak, Het was op een plkdonkeren avond. Licht kon hij zich niet meer veroorloven, maar plotseling schoot het hem te binnen dat een klein stukje zwam in de tondeldoos lag die hij nog steeds bij zich droeg, HU sloeg één keer op den vuursteen dat de vonken er uit smetten. Plots sprong de deur open en de hond met de oogen zoo groot als theekopjes stond voor hem en vroeg: „Wat beveelt mUn heer?” „Nee maar?’ riep de soldaat, „Is dat even een kostbaar tondeldoosje. Wat Ik beveel? Haal me zoo vlug mogeiyk een zak met geld.” De hond verdween en kwam na een paar minuten weer terug met een zwaren buidel geld in den bek. Nu wist de soldaat waarom de heks de tondeldoos zoo graag wilde hebben. Sloeg hij eenmaal vuur uit den vuursteen dan kwam fde hond die op het kopergeld zat. sloeg hU tweemaal dan verscheen de hond met de pannekoek-oogen en sloeg hij drie maal dan stond de bewaker van de kist met de goudstukken voor hem. De soldaat ging nu weer de mooie kamer bewonen en verscheen weer in fluweelen en zijden kleeren. Piet en Frani zijn tarnen bff den tandartr geweeet. Daar vandaan ko mende brengen tij een bezoek aan hun oom. „Wel Piet", vra fe goed gehouden Ja oom." Jtooi, en vertel me eene wat de tandarte gedaan heeft. Hier heb je twee france." JH) heeft Frane twee kiezen att- getrokken oom." Ter herdenking van het overlijden van wijlen Z. K. H. Prins Hendrik heeft het hoofdbestuur van het Nederlandsch Roods Kruis Woensdag een krans gelegd bij het graf van den Prins in de Nieuwe Kerk te Delft De soldaat klauterde in den boom, liet zich tn het gat glijden en stond nu in de hal, waar de honderden lampen brandden. HU opende de eerste deur. Allemachtig. Daar zat de hond met de oogen zoo groot als theekopjes hem aan te staren. Je bent een brave hond.” zei de soldaat, zette hem op de blauwe schort van de heks en nam zooveel kopergeld als hU maar tn zUn zakken laden kon. Daarna sloot hU de kist, zette den hond, er weer op en ging naar de andere kamer. Werkeiyk, daar zat een hond met oogen zoo groot als panne- koeken. HU zette den hond op de schort en maakte kist open. Toen hU al het zilver bemerkte schudde hU vlug het kopergeld uit zUn zak ken en vulde ze met zilver. Nu ging hU naar de derde kamer en net als in de vorige zat ook hier een hond op een kist, maar met oogen zoo groot als molensteenen. „Daar ga Je,” riep de soldaat en zette het beest op de blauwe schort en maakte de kist open. Wat een goud. HU schudde zftn zakken leeg waar het zilvergeld nog In zat en vulde ze daarna met goud: al zUn zak ken, zUn geweer. zUn laarzen, z’n hoed, de aeheede van zUn sabel, zoodat hU nauwe- lUks loopen kon. Nu was hU rijk. De hond zette hU weer op de kist, sloot de deur en riep naar boven: „Oude heks, trek me naar boven!” „Heb je de tondeldoos,” vroeg zU JÜ." zei de soldaat, „die heb ik heelemaal vergeten.” HU haalde haar en toen trok de heks hem omhoog. volgende kamer; daar zit echter een hond met oogen zoo groot als pannekoeken; trek je er maar niets van aan, set hem maar op mUn schort en neem het geld mee. Wil Je geld hebben, dat kun je ook krUgen in de derde kamer. Daar bevindt zich een hond met oogen zoo groot als molensteenen. Ook daar hoef je je niet aan te storen; als je hem maar op mijn schort zet. doet hU je niets en kun Je zooveel geld uit de kist ne men als je zelf maar wilt.” Je moet voor mU een oude tondeldoos meebrengen, die mijn grootmoeder vergeten heeft toen ae den laatsten keer daar binnen was.” „Bind me dan het touw maar om tnUn UJf.” zei de soldaat. Op zekeren dag dacht de soldaat: „Het is toch elgenlUk te gek dat niemand die knappe prinses mag zien. Wat heeft zij er aan dat zU mooi is als zU in een slot opgesloten moet zitten!” HU sloeg op zUn vuursteen en de hond met de oogen als theekopjes verscheen. ,Jk zou graag de prinses eens zien," zei de soldaat. De hond verdween en nauwelUks had de soldaat zUn beste laarzen aangetrokken of de hond was alweer terug. De prinses lag op rijn rug en sliep. ZU was zoo mooi dat iedereen direct kon zien dat het een prinses was. Zachtjes kuste hU haar op het voor hoofd en stuurde den hond weer met haar weg. Toen het morgen geworden was en de prinses ontwaakte, vertelde zij aan den ko ning en de koningin het verhaal van den zonderlingen droom dien rij *s nachts gehad had, over een soldaat en een hond Op den hond had rij gereden en de soldaat had haar gekust. vAs de straat in om op alle deuren eenzelfde kruisje te zetten. 's Morgens vroeg kwamen de koning en de koningin, de oude hofdame en de officieren om te zlerf, waar de prinses geweest was. „Daar is het,” zei de koning, toen hU de eerste de beste deur met een kruisje zag en wilde reeds binnentreden. „Nee, lieve man,” riep de koningin, die een andere deur met een kruisje ontdekte, „die volgende deur moet Je ingaan!” „Nee daar,” riep een officier en nu za gen ze dat alle deuren van de heele stad voorzien waren van kruisjes. Zoeken hielp verder dus niets. Maar de koningin was een heel verstan dige vrouw die meer kon dan in een rijtuig rUden. ZU nam haar groote gouden schaar, knipte een zijden lap in stukken, naaide er *n kleinen buidel van en vulde dien met fUn boekweltmeeL Dat zakje bond ze op den rug van de prinses en toen dat gedaan was knipte ze er een heel klein gaatje in, zoodat dit meel den heelen weg bestrooide dien de prinses zou nemen. Tegen den avond kwam de hond opnieuw, nam de prinses op den rug en liep met haar naar den soldaat. Het meel liep van het slot tot btj het venster van den soldaat. En nu zagen de koning en de koningin heel duidelUk waar de prinses geweest was. ZU namen den sol daat gevangen en zetten hem In de gevan genis. Daar zat hU nu. *t Was donker en onbe haaglijk In den vochtlgen kelder. „Morgen word Je opgehangen.” zei de be waker. Dat was nu niet zoo n prettige gedachte. Het ergste van alles was echter dat hU zUn tondeldoos In rijn kamer had laten liggen, 's Morgens vroeg zag hU door de Uzeren tralies hoe het volk zich haastte om naar et dreunenden stap kwam over den landweg een soldaat aangemar- •L v A cheerd. Daar ontmoette hem plotseling een oude heks, die zei: „Goeden avond, soldaat! Wat heb JU daar voor een mooie sabel en een groot geweer. JU bent een echte soldaat. Je krUgt van my zooveel geld als je je maar wenschen kunt.” „Dank u wel, oude heks,” zei de soldaat J,le Je dien grooten boom daar!” vroeg de oude vrouw en wees naar een dikken elke- boom. „die is heelemaal hol; Je moet naar hoven klimmen, dan zul Je een opening ont dekken, waarin je Je naar beneden laat sakken. Ik zal een touw onder Je armen hinden, dan kan ik Je naar boven trekken als je roept. Zoodra Je op den bodem van den boom gekomen bent, bevind Je je in oen ruime hal; het is er heel licht, want er branden meer dan honderd lampen. Je zult drie deuren ontdekken, die je gemakkeiyk kunt openen want de sleutels steken er In. Oa je de eerste kamer binnen, dan zie Ie op den grond een groote kist waarop een hond zit met een paar oogen zoo groot als thee kopjes, maar daar hóef je je geen zorgen over te maken. Ik geef je mijn blauwe schort mee, die moet Je op den grond uit spreiden. Neem vlug den hond en zet hem op de schort. Open de kist en neem zoo veel geld als je wilt, het is zuiver koper. Wil Je liever zilver hebben, ga dan in de opgericht. De soldaten stonden er omheen en duizenden en duizenden menschen ston den te dringen om niets van het schouw spel te missen. Op ’n prachtigen troon zaten de koning en de koningin, de rechters en de geheele raad daar tegenover. De beschuldigingen werden voorgelezen en de soldaat schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Reeds stond hU op de laatste sport van de ladder en wilde de beul den strik om zUn nek slaan. Toen riep hU: „Majesteit, het is altUd gewoonte geweest dat een arme veroordeelde nog een laatsten wensch mocht doen voordat de straf vol trokken werd. Daarom wilde ik graag voor mUn dood nog een pup tabak rocken, de laatste püP hier op de wereld.” De koning wilde dien laatsten ’onschuldl- gen wensch niet weigeren en daarom nam de soldaat zUn tondeldoos, sloeg vuur één maal, tweemaal, driemaal! Daar stonden de honden: de eene met oogen zoo groot als theekopjes, de tweede met oogen als panne koeken, en de derde met oogen ais molen steenen. „Help me, dat ik niet opgehangen word,’’ zei de soldaat en daar vielen de honden den beul, de rechters, den koning en d® koningin en al de omstanders aan,.zoodat rij weldra met gescheurde kleeien, vol en beten de vlucht namen. Tenslotte zat alleen de prinses, die bU deze gelegenheid tegenwoordig had mogen zUn. nog op haar zetel. De soldaat bood haar zUn arm aan en samen liepen ze achter de gevjuchte bewo ners naar de stad. En toen zU daar aan kwamen hingen alle bewoners uit de ramen en riepen: „Hoera leve de prins en de prinses.” En de koning en de koningin die nog vol angst waren voor de vervaariyke honden, de stad te komen, waar hy opgehangen sou I durMen nlet ..nee” zeggen toen de soldaat worden. HU hoorde de trommels roffelen om de hand Tan de prinses vroeg, en zag de soldaten ma;cheeren. Ook een schoenmakersjongen liep op zUn pantoffels mee, het schootsvel nog voor. HU liep zoo hard dat e^n van zUn pantoffels uit vloog net voor het Uzeren tralievenster, waar de soldaat achter zat. „Hallo schoenmakertje,” zei de soldaat, „Je gpeft Je niet zoo te haasten. Er is toch niets te zien voor ik er ben. Maar als Je toch hard wilt loopen, haal dan mUn ton deldoos even. Ik geef je vier goudstukken als Je op tUd komt; vlug!" De Jongen wilde natuurlijk dat geld graag verdienen en haalde zoo vlug mogeiyk de doos. Wat was die soldaat biy, net zoo blU als de schoenmakersjongen die tien inplaats van vier goudstukken gekregen had en nu enorme lucht kasteelen bouwde. Bujten den stadsmuur was een flinke galg FOTOREPORTAGE ire* van de ij. ter be- der Phar- -..tenburg, der De nieuwe automatische telefooncen trale te Maastricht begint de voltooi ing te naderen Het natuurhistorisch museum te Rot terdam is Woensdag officieel geopend. Burgemeester Droogleever Fortuyn (links) bekijkt met dr. S. Birnie de ver zameling ers-veiligheids- verband daar aan openbaar afgenomen, een foto vordering dei macie te Valk' Na ontvangst deelnemers door het gemeentebestuur in de gemeentegrot, werd de, door den kunstschilder Tielens vervaardigde gedenk plaat onthuld Wielrijders, houdt nóg meer rechtsl Onder dit motto wordt in de hoofd stad thans de wielrijders-veiligheids- week gehouden. In mede wordt ook jeugdverkeersexamen waarvan hierboven ;i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 12