DE TONDELDOOS
De wielrijders-veiligheidsweek te Amsterdam.
Het huwelijk van Di Moorlag.
Hendrik herdacht.
Plaats dan een „Omroeper’*
voor 80.
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
«.f2
I
r v
1
1
de
ml
vo
DONDERDAG 4 JULI 1935
VOOR ONZE JEUGD
c
sta
zon
H.
led.
da.
■fc’.
•OM
vw-
Naar een Deensch sprookje door PIET ROOS
Je bent een brave hond”
h<
DE SLIMMERD
l
i
met gescheurde kleeien, vol
en beten de vlucht namen.
i
i
i
i
En zU belden leefden heel lang en buiten
gewoon gelukkig met elkaar. En toen da
soldaat later konlng en de prinses konin
gin geworden was lieten zij In hun wapen
drie honden zetten en een tondeldoos.
i
c
c
fa
te
zo
ov
ju
va
w<
v
n
k
b
t<
g
U
tl
zi
b
ir
<x
d<
el
gi
ze
ht
we
tri
1
vo
be
1
ha
da
W>
Ine
1
Ui»
de
vai
dei
I
ges
d
et
J>at gaat je niets aan," snauwde de heks.
Je hebt nu geld. Geef mij nu die doos!"
.Nee,” antwoordde de soldaat, „Ik moet
eerst weten wat je er mee wilt doen en
anders hou Ik haar."
„Geef op,” zei de heks.
„Nee.” riep de soldaat en trok zijn sabel.
De heks vluchtte weg. Hij deed nu al het
geld In de blauwe schort, nam den bundel
op zijn rug, stak de tondeldoos In zijn zak
en marcheerde naar de stad.
JHj kocht nieuwe kleeren en In zijn flu-
weelen kostuum en zijn glimmende gelakte
'k en
nem
,J>at was inderdaad een zonderlinge
droom,” zei de koningin.
De konlng beval nu dat er een hofdame
dag en nacht bij de prinses zou blijven om
te onderzoeken of het een droom was of
niet.
De soldaat kreeg *s avonds weer een he
vig verlangen om de prinses te zien en de
hond zorgde dat aan zijn verlangen vol
daan werd. Maar de oude hofdame rende
Piet en Frans ztfn samen den
tandarts geweest. Daar vandaan ko
mende brengen zij een bezoek aan
De soldaat klauterde In den boom, liet
zich in het gat glijden en stond nu in de
hal, waar de honderden lampen brandden.
Hij opende de eerste deur. Allemachtig.
Daar zat de hond met de oogen zoo groot
als theekopjes hem aan te staren.
.Je bent een brave hond.” zei de soldaat,
zette hem op de blauwe schort van de heks
en nam zooveel kopergeld als hU maar In
zijn zakken laden kon. Daarna sloot hij de
kist, zette den hond er weer op en ging
naar de andere kamer. Werkelijk, daar zat
een hond met oogen zoo groot als ponne-
koeken.
HU zette den hond op de schort en maakte
kist open. Toen hU al het zilver bemerkte
schudde hU vlug het kopergeld uit zUn zak
ken en vulde ze met zilver. Nu ging hU naar
de derde kamer en net als in de vorige zat
ook hier een hond op een kist, maar met
oogen zoo groot als molensteenen.
„Daar ga je,” riep de soldaat en zette het
beest op de blauwe schort en maakte de
kist open. Wat een goud. HU schudde zijn
zakken leeg waar het zilvergeld nog in zat
en vulde ze daarna met goud: al zUn zak
ken, zUn geweer. zUn laarzen, z*n hoed, de
scheede van zUn sabel, zoodat hU nauwe-
lUks loopen kon. Nu was hij rUk. De hond
zette hU weer op de kist, sloot de deur en
Op zekeren dag dacht de soldaat:
„Het is toch eigenlUk te gek dat niemand
die knappe prinses mag zien. Wat heeft
zU er aan dat zU mooi is als zU in een slot
opgesloten moet zitten!”
HU sloeg op zUn vuursteen en de hond
met de oogen als theekopjes verscheen.
„Ik zou graag de prinses eens zien,” zei
de soldaat.
De hond verdween en nauwelUks had de
soldaat zUn beste laarzen aangetrokken of
de hond was alweer terug. De prinses lag
op zUn rug en sliep. ZU was zoo mooi dat
iedereen direct kon zien dat het, een prinses
was. Zachtjes kuste hU haar op het voor
hoofd en stuurde den hond weer met haar
weg.
Toen het morgen geworden was en de
prinses ontwaakte, vertelde zU aan den ko
nlng en de koningin het verhaal van den
zonderlingen droom dien zU ’s nachts gehad
had, over een soldaat en een hond Op den
hond had zU gereden en de soldaat had
haar gekust.
was
’s Morgens vroeg kwamen de konlng en de
koningin, de oude hofdame en de officieren
om te zien, waar de prinses geweest was.
..Daar is het," zei de konlng, toen hU de
eerste de beste deur met een kruisje zag en
wilde reeds binnentreden.
„Nee, lieve man,” riep de koningin, die
een andere deur met een kruisje ontdekte,
„die volgende deur moet je Ingaan!”
„Nee daar,” riep een officier en nu za
gen ze dat alle deuren van de heele stad
voorzien waren van kruisjes. Zoeken hielp
verder dus niets.
Maar de koningin was een heel verstan
dige vrouw die meer kon dan in een rUtuig
rijden. ZU nam haar groote gouden schaar,
knipte een zUden lap In stukken, naaide er
*n kleinen buidel van en vulde dien met fUn
boekweltmeel. Dat zakje bond ze op den
rug van de prinses en toen dat gedaan was
knipte ze er een heel klein gaatje in, zoodat
dit meel den heelen weg bestrooide dien de
prinses zou nemen.
Tegen den avond kwam de hond opnieuw,
nam de prinses op den rug en liep met
haar naar den soldaat.
Het meel liep van het slot tot bU het
venster van den soldaat. En nu zagen de
konlng en de koningin heel duldelUk waar
de prinses geweest was. ZU namen den sol
daat gevangen en zetten hem in de gevan
genis.
Daar zat hjj nu. ’t Was donker en onbe-
haaglijk in den vochtlgen kelder.
„Morgen word je opgehangen.” zei de be
waker.
Dat was nu niet zoo’n prettige gedachte.
volgende kamer; daar zit echter een hond
met oogen zoo groot als pannekoeken; trek
je er maar niets van aan, zet hem maar op
mUn schort en neem het geld mee. Wil je
geld hebben, dat kun je ook krUgen in de
derde kamer. Daar bevindt zich een hond
met oogen zoo groot als molensteenen. Ook
daar hoef je je niet aan te storen; als je
hem maar op mijn schort zet. doet hU je
niets en kun je zooveel geld uit de kist ne
men als je zelf maar wilt.”
„Je moet voor mij een oude tondeldoos
meebrengen, die mUn grootmoeder vergeten
heeft toen ze den laatsten keer daar binnen
was.”
„Bind me dan het touw maar om mUn
lUf,” zei de soldaat.
laarzen ging hU naar het duurste hotel
bestelde daar een kamer. Men vertelde 1
dan van al de heerlUkheden die in de stad
te genieten waren en over den konlng, die
zoo’n knappe dochter had, die niemand
mocht zien en in een versterkt slot woon
de, waar zU voortdurend bewaakt werd,
omdat een oude heks voorspeld had dat zU
nog eens met een doodgewonen soldaat zou
trouwen en dat wil de konlng niet toe
staan
De soldaat leefde er lustig op los, bezocht
theaters en andere feestgelegenheden en
gaf handen vol geld weg aan de armen.
Dat was mooi van hem, maar daar hU
lederen dag geld uitgaf en er nooit Iets bU
kwam, bleven er ten laatste niet meer dan
twee stuivers over. HU moest nu de fijne
kamer verlaten waar hU gewoond had en
boven In een heel klein kamertje zUn intrek
nemen, dicht onder het dak.
Het was op een plkdonkeren avond. Licht
kon hU zich niet meer veroorloven, maar
plotseling schoot het hem te binnen dat
een klein stukje zwam in de tondeldoos lag
die hU nog steeds bU zich droeg. HU sloeg
één keer op den vuursteen dat de vonken
er uit spatten. Plots sprong de deur open
en de hond met de oogen zoo groot als
theekopjes stond voor hem en vroeg:
..Wat beveelt mUn heer?”
„Nee maar,” riep de soldaat, ,Js dat even
een kostbaar tondeldoosje. Wat Ik beveel?
Haal me zoo vlug mogelUk een zak met
geld.”
De hond verdween en kwam na een paar
minuten weer terug met een zwaren buidel
geld In den bek.
Nu wist de soldaat waarom de heks de
tondeldoos zoo graag wilde hebben. Sloeg
hU eenmaal vufar uit den vuursteen dan
kwam de hond die op het kopergeld zat.
den te dringen om niets van het schouw
spel te missen. Op 'n prachtigen troon zaten
de konlng en de koningin, de rechters en
de geheele raad daar tegenover.
De beschuldigingen werden voorgelezen
en de soldaat schuldig bevonden en ter dood
veroordeeld.
Reeds stond hU op de laatste sport van
de ladder en wilde de beul den strik om zUn
nek slaan. Toen riep hU:
„Majesteit, het Is altUd gewoonte geweest
dat een arme veroordeelde nog een laatsten
wensch mocht doen voordat de straf vol
trokken werd. Daarom wilde ik graag voor
mijn dood nog een pUp tabak roeken, de
laatste pUp hier op de wereld.”
De konlng wilde dien laatsten onschuldi-
gen wensch niet weigeren en daarom nam
de soldaat zUn tondeldoos, sloeg vuur één
maal, tweemaal, driemaal! Daar stonden de
honden: de eene met oogen zoo groot als
theekopjes, de tweede met oogen als panne
koeken, en de derde met oogen als molen
steenen.
„Help me, dat Ik niet opgehangen word,*
zei de soldaat en daar vielen de benden
den beul, de rechters, den konlng en de
koningin en al de omstanders aan, zoodat
zU weldra
schrammen
Tenslotte zat alleen de prinses, die bij deze
gelegenheid tegenwoordig had mogen zijn,
nog op haar zetel.
De soldaat bood haar zijn arm aan en
samen liepen ze achter de gevluchte bewo
ners naar de stad. En toen zU daar aan
kwamen hingen alle bewoners uit de ramen
en riepen: „Hoera leve de prins en de
prinses.”
En de konlng en de koningin die nog vol
angst waren voor de vervaarlUke honden,
durfden niet „nee” zeggen Joen de soldaat
on) de hand van de prinses vroeg.
-j. - et dreunenden stap kwam over den
l\/| landweg een soldaat aangemar-
cheerd.
Daar ontmoette hem plotseling een oude
heks, die zei:
„Goeden avond, soldaat! Wat heb jü daar
▼oor een mooie sabel en een groot geweer.
JU bent een echte soldaat. Je krUgt van
mU zooveel geld als je je maar wenschen
kunt.”
„Dank u wel, oude heks,” zei de soldaat
„Zie je dien grooten boom daar!" vroeg de
oude vrouw en wees naar een dikken elke-
boom. „die is heelemaal hol; je moet naar
boven klimmen, dan zul je een opening ont
dekken, waarin je je naar beneden laat
zakken. Ik zal een touw onder je armen
binden, dan kan ik je naar boven trekken
als je roept. Zoodra je op den bodem van
den boom gekomen bent, bevtnd je je In
een ruime hal; het is er heel licht, want er
branden meer dan honderd lampen. Je zult
drie deuren ontdekken, die je geniakkelUk
kunt openen want de sleutels steken er In.
Oa je de eerste kanrtf binnen, dan zie Ie op
den grond een groote kist waarop een hond
zit met een paar oogen zoo groot als thee
kopjes, maar daar hoef je je geen zorgen
over te maken. Ik geef je mUn blauwe
schort mee, die moet je op den grond uit
spreiden. Neem vlug den hond en zet hem
op de schort. Open de kist en neem zoo
veel geld als je wilt, het is zuiver koper.
Wil je liever zilver hebben, ga dan in de
Het ergste van alles was echter dat hU zUn
tondeldoos In zUn kamer had laten liggen,
's Morgens vroeg zag hU door de Uzeren
tralies hoe het volk zich haastte om naar
de stad te komen, waar hU opgehangen zou
worden. HU hoorde de trommels roffelen
en zag de soldaten marcheeren. Ook een
schoenmakersjongen liep op zUn pantoffels
mee. het schootsvel nog voor. HU liep zoo
hard dat een van zUn pantoffels Uit
vloog net voor het Ijzeren tralievenster,
waar de soldaat achter zat.
„Hallo schoenmakertje.” zei de soldaat,
,.je hoeft je niet zoo te haasten. Er is toch
niets te zien voor ik er ben. Maar als je
toch hard wilt loopen, haal dan mUn ton
deldoos even. Ik geef jé vier goudstukken
als je op fajd komt; vlug!”
FOTOREPORTAGE
„Wat wou je met die tondeldoos?" vroeg
opgericht. De soldaten stonden er omheen
met de prinses in een groot huls verdween,
zette zU met krijt een kruisje op de deur.
..Ziezoo,” dacht zU, „nu weet ik waar het
is”, en liep zoo hard zU kon naar het paleis
terug Maar de soldaat die naar buiten had
gekeken, had gezien wat zij deed en liep
met de pannekoek-oogen en sloeg hU drie
maal dan stond de bewaker van de kist
met de goudstukken voor hem.
De soldaat ging nu weer de mooie kamer
bewonen en verscheen weer In fluweelen en
zUden kleeren.
verdienen en haalde zoo vlug mogelUk de
doos. Wat was die soldaat blU, net zoo blU
als de schoenmakersjongen die tien Inplaats
van vier goudstukken gekregen had en nu
enorme luchtkasteelen bouwde.
Bulten den stadsmuur was een flinke galg
boven!”
„Heb je de tondeldoos,” vroeg zU.
^Ai,” zei de soldaat, „die heb Ik heelemaal
vergeten.”
HU haalde haar en toen trok de heks
in
imeentegrot,
door den
De nieuwe automatische telefooncen
trale te Maastricht begint de voltooi
ing te naderen
„Wel Piet", vraagt oom, „heb fe
1e goed gehouden bij den tandarts?
Je oom.”
Jfooi, en vertel me eens wat de
tandarts gedaan heeft. Hier heb je
twee francs"
„Hij heeft Frans twee kiezen uit
getrokken oom."
congres van de
Mij. ter be-
der Phar-
Het natuurhistorisch museum te Rot
terdam is Woensdag officieel geopend.
Burgemeester Droogleever Fortuyn
(links) bekijkt met dr. S. Birnie de ver
zameling
Wielrijders, houdt nóg meer rechts!
Onder dit motto wordt in de hoofd
stad thans de wielrijders-veiligheids-
week gehouden. In verband daar
mede wordt ook een openbaar
jeugdverkeersexamen afgenomen,
waarvan hierboven een foto
ig der rnar-
macie te Valkenburg.
Na ontvangst der
deelnemers door het
gemeentebestuur
de
werd
kunstschilder Tielens
vervaardigde gedenk
plaat onthuld