DE HAAS EN DE I Schildpad voor Een vliegtuig-ongeluk te Rotterdam. 4 Een oeroud Sprookje van Piet Broos VOOR i I De burgemeesters ven Bradford en Leeds arriveerden Woenadeg o* pijpje uitklopte, ,Jk ga eens kijken hoe bo Ce Loopjongen: „Die mand met dertig flessete» wUn kan ik niet dragen, meneer. Dat Sn»* «waar." Patroon: «Kom, kom. Ik sou het nat een* probeeren; het te maar een Ucbt MuissP wijntje!” me red een hei mo: one V tulf ten wet en plet G hee: dus zulk uith iUn amt moe ting O niet niet sijds ting de i naai van past zuin. heid word vord Er overl ring waar bezw van Spi bil d die c RK neme Hei Wate P.T. „Kalm aan, kalm aan,” zei de egel, „ik ben nog nuchter en ga eerst eens een stukje eten. Maar over een half uur verwacht Ik je bij mijn knollenveld. En denk er aan dat je je rijksdaalder en je kistje sigaren alvast meebrengt.” En hij ging naar huls. „Jongen, jongen," dacht hij bij zichzelf, „die sullen we eens eventjes een lesje In hardloopen geven. Al heb ik dan maar kromme beenen en geen fantaslebroek en slobkousen aan, In ieder geval sta ik wat verstand betreft stukken boven dien ver waanden pennellkker.” Thuisgekomen riep hij „Vrouw, kleed je vlug aan en set mijn hoed op, we gaan uit!" Juffrouw egel stond een minuut lang met haar mond open en sei eindelijk stotterend: „W-w-at klets je nou? Jouw hoed op zetten?" „Ja vlug wat.” riep pa egel, „we gaan Met een notedop en een stukje stevig papier maak je dezen schildpad. Je trttt den omtrek van den dop om op een stukje teekenpilpier en teekent er dankopenpoo- ten bij zooals het voorbeeld laat zien. Ns dit uitknippen en den dop er op plakken. Als de lijm goed droog is de poolen nog ombulgen en de schildpad is klaar. De Fransche posterijen modemiseeren. De nieuwe wijze van verzending welke voor hei binnenland thans ook per vliegtuig geschiedt. Is Woensdag aan gevangen De Fransche minister van Bxnenlandsche Zaken Paganon doet op het Elysée aan de journalisten mededeeling omtrent de ordemaatregelen die door de regeering te Parijs genomen werden voor den veertienden Juli De Hertog mandeerend kolonel van het .Royal West Kent Regiment*, inspecteerde deze week zijn troep te Shorncliffe De bespn op stold, ring ten. i intwc ster i van d heel huwd lang ben. 8pr dighel regeer Wks a 1 mill werp voorge door 1 aardig later i en dai jaar. Spr. 55 mill van t met met no stelt n: minder om de Er a een bel even wii 55 mill een na< talre-ev totale i Met i drage-p do van gezet li deelig i langrVk Bovér een bed anderen digde v der pai duldend der reg dera en gingswe b onze pe een gevi niet acl Inmld »e taont’ wet ing het z.g. de curni Het g over de pleegt ai •heven, •aarovei Het gi kometen ten pers «n niet •en kiel hetrekkli ongeveer stond vd Waaro het aani **n een ontwerp NV.’,? Waar» Nle Ned len-bela, HiJkapera mum var Spr. n tehtes o 40-ur» •••rom i te actie tet effat te-urlge str de Aas buna aan het einde was, schreeuw de hV of yijn vrouw maar weer: „ik ben d‘r al\k bfen d’r al.” BU derVnegenennegentlgsten keer wacht te pa egel tevergeefs. En toen hij ging kij ken wat er aan de hand was, lag de baas op zijn rug. Hij was flauw gevallen van ver moeidheid. Pa en ma Egel gingen naar huis, hij met een kistje sigaren onder zijn arm, zij met een blanken rtjksdaalder In haar zak. 's Avonds toen buurman kwam kaarten, hebben ze 1 er eens flink van genomen. En van toen af heeft nooit meer een haas gespot met de kromme beenen van den egel en om een wedloop te houden, daar zijn ze heelemaal niet voor te vinden. Schiphol voor Mn beeoek aen de hooMsted. - Namens fee* gemeente bestuur ven Amsterdam worden zij door wethouder J. ter Heer verwelkomd kinderen. Kroonprins Boudewijn en rrinses Josetine Uharlotte aan net strand te Noord wijk met de kinderen vaa burgemeester Van da Mortel schreeuwde zijn vrouw niet lekker vanmorgen man? Een wedloop houden met den haas! Had je niet Iemand uit kunnen zoeken die nog harder kan loopen?" „Houd je mond nou dicht, vrouw,” com mandeerde pa egel, die nog niet best ge humeurd was, wegens de beleediging door den haas. „Jullie vrouwen zijn voor zulke dingen niet In de wieg gelegd. Kleed je aan en een beetje vlug, want de haas staat na tuurlijk al te wachten ei\ hij mocht zich eens bedenken.” Na een kwartiertje was juffrouw egel klaar en gingen ze samen op stap. „Luister nou eens goed, vrouw,” zei de egel. Je weet wel waar ons knollenveld ligt. Daar gaan we den wedstrijd houden. De haas en Ik loopen ieder aan een kant in een voor. We beginnen aan den kant van het dorp. Nou moet jij, houd je ooren goed open, niets anders doen, dan aan dezen kant aan het einde in de voor gaan zitten en als je den haas aan ziet komen roep je maar: „ik ben er al. Ik ben er al.” Bij den akker gekomen wees de egel haar de plaats aan en ging zelf naar den over kant, waar de haas al vol ongeduld stond te wachten. „Hallo hier ben ik," groette de egel. „Eindelijk laten we maar direct begin nen!” zei de haas. „MIJ best,” antwoordde pa egel. „Ik tel tot drie,” riep de haas, „daar gaat le een twee drie,” en als een pijl uit den boog schoot hij door de voor,' vooruit. De egel liep een pas of drie en bleef toen, diep in de voor gedoken, kalmpjet zitten. Toen de haas bijna aan ’t eind van de voor was gekomen, riep moeder egel: Jk ben d’r al, ik ben d'r al," en keek over de voor naar den haas. Deze zag den kop van de egelsvrouw, met den hoed van haar mam op en dacht niet anders of de egel was'lfcet zelf. Daar begreep hij geen sfttkeplt .van en hij «breeuwde: „Nog een keertj^ nog een keertje terug! Anders telt het nfit" En weg vloog hij, nog veel barder dan ten eersten keer. De egelsvrouw bleef nethes kitten op haar plaats en toen de haa* bijna aan *t eind was gekomen van de voor, riep vader egel: „Ik ben er al, Ik ben er all” De haas was nu niet meer te houden en schreeuwde: ..Nog een keer, nog een keer!” Zander antwoord af te wachten holde hij den anderen kant weer uit. Zoo liep mijnheer Haas acht en negentig keer de voor op en neer en telkens was de egel hem de baas, want lederen keer als Ik er buurman aan, dan kan ik hem tege ultnoodlgen om vanavond wat te kor pandoeren.” Hij pakte nog even zijn hoed van i kapstok en slenterde toen met zijn han< op den rug langs de rijpende boekweit- roggevelden. Hij floot een oud soldatenlie en wilde juist bij een klaverveld den h omslaan toen hij mijnheer Haas ontmoe „Ooeje morgen,” zei de egel, en nam i hoed af. Maar de haas was een deftige mljnh< secretaris of zooiets van het dorp en 5 niet erg gesteld op het gezelschap van c egel, zoo'n boertje. Verbeeld je dat z vrienden van de soos hem In zoo’n gez schap zagen. „Zoo,” antwoordde hij, „wat voer jij h op den vroegen morgen uit?" „Ja. wat zou Iemand op zoo'n moo ochtend al niet uitvoeren,” antwoordde egel, „wandelen natuurlijk!” „Wandelen, wandelen,” zei de haas, kunt je beenen beter ergens anders voor brulken!” De egel die anders een doodgemoedere de baas was, maakte zich boos bij dit ai woord, want hij kon alles verdragen, beh ve wanneer ze iets van zijn kromme beer zeiden. LWat denk jij wel,” zei hij vinnig, „al t Jij rechtere beenen dan ik, daarom moet je nog niet verbeelden dat je er ook be mee kunt loopen!” „Verbeelden doe Ik me niets.” antwoord de haas, „Ik zeg niets dan de zuivere wai held en die mag gehoord worden. Je zi toch toe moeten geven, dat ik beter en hl der loop dan jij!” „Waarom gewed,” zei de egel, ,xiat ik In een wedstrijd voorbijloop?" De haas stikte bijna van 't lachen. „Jij Jij met je kromme beenen, mij voorbij loopen! Nu nog mooier en die wil nog wedden ook. Best best zeg maar waarom?” „Om een rijksdaalder en een kistje sigaren van honderd,” zei de egel. „Aangenomen." sei de haas, „hier mijn hand er op. Laten we maar direct begin nen." Tegelijk trok hij zijn jasje al uit en stroopte zijn hemdsmouwen omhoog. -w- •ƒ- et was midden in den zomer op een l—l mooien Zondagochtend. Goudgele ko- renvelden wiegden zich in den fris- achen ochtendwind. De zon begoot de ak kers met haar warme stralen, de vogels zon gen, de bijtjes zoemden, de kikkers kwaak ten, als waren zij allemaal blij, dat hun heden weer een mooie dag geschonken werd. Lichtende druppeltjes bengelden als glan zende parels aan de wuivende gras halmpjes. Langs de smalle paadjes tuaschen de ak kers en velden gingen de menachen, op zijn Zondagsch gekleed, naar de kerk. De egel bewoonde een boerderijtje langs den weg en stond in zijn hemdsmouwen voor zijn deur en rookte een heerlijk pijpje, zoo als hij dat gewoon was op zulke mooie Zon dagochtenden. Binnen was zijn vrouw druk bezig, want al was t dan Zondag er moest toch voor het eten gezorgd worden en de kinderen waren nog ongewasschen en nog niet aangekleed. „Kom," dacht vader egel,- terwijl- hij zijn samen uit. Ik heb met den haas om een rijksdaalder en een kistje sigaren gewed, wie ’t hardst kan loopen en Jij moet er bij zijn.” „O guttegut,” wanhopig, „ben je FOTOREPORTAGE Van den Tour de France. Een der renners In charmant gezelschap tijdens de vijfde etappe Een lestoestel van de Nationale Luchtvaartschool is Woensdag nabij het vliegveld Waalhaven door het afslaan van den motor bij het starten over den kop geslagen en vernield. De leerling-piloot bleef ongedeerd I 1 I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 12