Zoekt gij betrouwbaar
DE HAAS EN DE EGEL
H
Schildpad
Een vliegtuig-ongeluk te
Rotterdam.
VOOR DE JEUGD
Een oeroud Sprookje van Piet Broos
■i
H|
pl
Leed* arriveerden Woemdeg op
De burgemeester* van Bradford
De Fransche posterijen modernlseeren.
bestuur van Amsterdam werden zij door wethouder J. ter Hear 'iisrweiiaid
9
h<
di
zu
ut
zl)
begln-
ult en
ni<
nl<
zU<
tin
de
na
vai
pa:
zui
hei
va
voi
I
ove
rin
wa:
bez
var
S
bü
die
RB
oen
B
Wa
PT
Dl
tu
Loopjongen: ,JMa mand met dertig HessciteO
•Un kan ik niet dragen, meneer. Dat to me t*
zwaar."
Patroon: „Kom, kom. Ik sou bet nog maar
een» probeeren; het ia maar een bobt Moeael-
•UntJe!”
„Kalm aan, kalm aan,” zei de egeL„lk
ben nog nuchter en ga eerst eens een stukje
eten. Maar over een half uur verwacht Ik
Je bij mjjn knollenveld. En denk er aan dat
Je je rljksdaalder en je kistje sigaren alvast
meebrengt.”
En hU ging naar huls.
„Jongen, Jongen,” dacht hU bij zichzelf,
„die zullen we eens eventjes een lesje m I
hardloopen geven. Al heb Ik dan mapr
kromme beenen en geen fantaslebroeit enj
slobkousen aan, in ieder geval sta ik wat
verstand betreft stukken boven dien ver
waanden pennellkker.”
Thuisgekomen riep hij:
„Vrouw, kleed je vlug aan en zet mijn
hoed op, we gaan ultl”
Juffrouw egel stond een minuut lang met
haar mond open e^zel eindelijk stotterend:
„W-w-at klets Je nou? Jouw hoed op
zetten?"
„Ja vlug wat.” riep pa egel, „we gaan
D
jesr
O
rtek
ring
Un,
anti
tttx
van
heel
huw
lang
ben.
8p
digh
regel
HJks
3 ml
werp
voori
door
aard:
later
en d
Jaar.
Spi
55 m:
van
met
met i
stelt
mindi
om d
Kr
een b
evenv
55 m
een n
talie-
totale
Met
drage
do va
gezet
deellg
langrl
Bov
een be
anden
digde
der p
duider
der re
dera e
gingsv
Wjj
onze i
een ge
niet a
Inml
wetson
•et in
het z.j
de cun
Het
over di
Pleegt
«treven
•aarov
Het
komate
ddn pe
en nlei
«en kli
betrekk
ongevei
stond i
Waar
het aa
▼an eei
«ntweri
N V.’s?
Waar
«He Ne
len-beb
Rtfkspe:
mum vi
Spr.
Genève
de W-u
•aarotn
de actii
dat effi
dd-urige
W(J a
et was midden In den zomer op een
moolen Zondagochtend. Goudgele ko
renvelden wiegden zidh In den frls-
achen ochtendwind. De zon begoot de ak
kers met haar warme stralen, de vogels zon
gen, de bijtjes zoemden, de kikkers kwaak
ten, als waren zij allemaal blij, dat hun
heden weer een mooie dag geschonken werd.
Lichtende druppeltjes bengelden als glan
zende parels aan de wuivende gras
halmpjes.
Langs de smalle paadjes tusschen de ak
kers en velden gingen de menschen, op zijn
Zondagsch gekleed, naar de kerk.
De egel bewoonde een boerderijtje langs
den weg en stond in zijn hemdsmouwen voor
zijn deur en rookte een heerlijk pijpje, zoo-
als hij dat gewoon was op zulke mooie Zon
dagochtenden.
Binnen was zijn vrouw druk bezig, want
al was t dan Zondag er moest toch voor het
eten gezorgd worden en de kinderen waren
nog ongewasschen en nog niet aangekleed.
„Kom," dacht vader egel, terwijl hij zijn
In gezelschap van twee trouwe viervoeter* spelen de Belgische konings
kinderen, Kroonprins Boudewijn en Prinses Joséfine Charlotte aan het
Strand te Noordwijk met de kinderen van burgemeester Van de Mortel
de haas bijna aan het einde was, schreeuw
de hij of zijn vrouw maar weer: „ik ben
d’r al, ik ben d’r al.”
Bij den negenennegentlgsten keer wacht
te pa egel tevergeefs. En toen hij ging kij
ken wat er aan He hand was, lag de haas
op zijn rug. Hij was flauw gevallen van ver
moeidheid.
Pa en ma Egel gingen naar huis, hij met
een kistje sigaren onder zijn arm, zij met
een blanken rljksdaalder In haar zak.
's Avonds toen buurman kwam kaarten,
hebben ze t er eens flink van genomen.
En van toen af heeft nooit meer een haas
gespot met de kromme beenen van den egel
en om een wedloop te houden, daar zijn ze
heelemaal niet voor te vinden.
Met een notedop en een stukje stevig
papier maak je dezen schildpad. Je trekt
den omtrek van deh dop om op eed stukje
teekenpapier en teekent er dan kop en pon
ten bjj zooals het voorbeeld laat zien. Nu
dit uitknippen en den dop er op plakken.
Als de lijm goed droog is de pooten nog
ombuigen en de schildpad is klaar.
Schiphol voor een bezoek aan de hooldstad. - Namen* bet gemeente-
De Fransche minister van Buitenlandsche Zaken Paganon doet op het Elysée
journalisten mededeeling omtrent de ordemaatregelen die door de regeering te Parijs
genomen werden voor den veertienden Juli
mandeerend kolonel van het .Royal West Kent
Regiment', inspecteerde deze week zijn troep te
Shorncliffe
De nieuwe wijze van verzending welke
voor hei binnenland thans ook per
samen uit. Ik heb met den haas om een
rljksdaalder en een kistje sigaren gewed,
wie *t hardst kan loopen en jij moet er bij
zijn."
„O guttegut,” schreeuwde zijn vrouw
wanhopig, „ben je niet lekker vanmorgen
man? Een wedloop houden met den haas!
Had je niet iemand uit kunnen zoeken die
nog harder kan loopen?"
„Houd je mond nou dicht, vrouw,” com
mandeerde pa egel, die nog niét best ge
humeurd was, wégens de beleediging- door
den haas. „Jullie vrouwen zijn voor zulke
dingen niet In de wieg gelegd. Kleed je aan
en een beetje vlug, want de haas staat na
tuurlijk al te wachten en hij mocht zich
eens bedenken."
Na een kwartiertje was juffrouw egel
klaar en gingen ze samen op stap.
„Luister nou eens goed, vrouw,” zei de
egel. „Je weet wel waar ons knollenveld ligt'.
Daar gaan we den wedstrijd houden. De
haas en Ik loopen leder aan een kant in
een voor. We beginnen aan den kant van
het dorp. Nou moet jij, houd je ooren goed
open, niets anders doen, dan aan dezen' kant
aan het einde in de voor gaan zitten en
als je den haas aan ziet komen roep je
maar: „ik ben er aL ik ben er al.”
Bij den akker gekomen wees de egel haar
de plaats aan en ging zelf naar den over
kant, waar de haas al vol ongeduld stond
te wachten.
„Hallo hier ben ik,” groette de egel.
..Eindelijk - laten we maar direct begin
nen!” zei de haas.
„MIJ best,” antwoordde, pa egeL
„Ik tel tot drie,” riep de haas, „daar gaat
ie een —twee drie,” en als een pijl uit
den boog schoot hij door de voor, vooruit.
De egel liep een pas of drie en bleef toen,
diep In de voor gedoken, kalmpjes zitten.
Toen de haas bijna aan 't eind van de voor
was gekomen, riep moeder egel: „ik ben d’r
al, ik ben d’r al,” en keek over de voor naar
den haas.
Deze zag den kop van de egelsvrouw, met
den-hoed van haar man op en dacht niet
anders of. de egel was het zelf.
Daar begreep hij geen sikkepit van en hij
schreeuwde: „Nog een keertje, nog een
keertje terug! Anders telt het niet!” En weg
vloog hij, nog veel harder dan den eersten
keer. De egelsvrouw bleef netjes zitten op
haar plaats en toen de haas bijna aan t
eind was gekomen van de voor, riep vader
egel: „ik ben er al, ik ben er all”
De haas was nu niet meer te houden en
schreeuwde: „Nog een keer, nog een keer!”
Zonder antwoord af te wachten holde hij
den anderen kant weer uit.
Zoo liep mijnheer Haas acht en negentig
keer de voor op en neer en telkens was de
egel hem de baas, want lederen keer als
pijpje uitklopte, „Ik ga eens kijken boe het
met mijn koolraapveld gesteld Allicht tref
Ik er buurman aan, dan kan ik hem tegelijk
ultnoodigen om vanavond wat te komen
pandoeren.”
Hij pakte nog even zijn hoed van den
kapstok en slenterde toen met zijn handen
op den rug langs de rijpende boekweit- en
roggevelden. Hij floot een oud soldatenliedje
en wilde juist bij een klaverveld den hoek
omslaan toen hij mijnheer Haas ontmoette.
„Goeje morgen,” zei de egel, en nam zijn
hoed af.
Maar de haas was een deftige mijnheer,
secretaris of zooiets van het dorp en was
niet erg gesteld op het gezelschap van den
egel, zoo’n boertje. Verbeeld je dat zijn
vrienden van de soos hem In zoo’n gezel
schap zagen.
„Zoo,” antwoordde hij, „wat voer JU hier
op den vroegen morgen uit?”
„Ja, wat zou Iemand op zoo’n moolen
ochtend al niet uitvoeren,” antwoordde de
egel, „wandelen natuurlUk!”
„Wandelen, wandelen,” zei de haas, ,Je
kunt je beenen beter ergens anders voor ge
bruiken
De egel die anders een doodgemoedereer
de baas was, maakte zich boos bU dit ant
woord, want hij kon alles verdragen, behal
ve wanneer ze iets van zUn kromme beenen
zeiden.
„Wat denk JU wel,” zei hij vinnig, „al heb
JU rechtere beenen dan ik, daarom moet je
je nog niet verbeelden dat je er ook beter
mee kunt loopen!”
„Verbeelden doe Ik me niets.” antwoordde
de haas, „ik zeg niets dan de zuivere waar
heid en die mag gehoord worden. Je zult
toch toe moeten geven, dat Ik beter en har
der loop dan JU!”
„Waarom gewed,” zei de egel, „dat ik je
in een wedstrUd voorbUloop?”
De haas stikte Wjna van 't lachen.
■4U JU met je kromme beenen, mU
voorbij loopen! Nu nog mooier en die wil
nog wedden ook. Best best zeg maar
waarom?”
„Om een rljksdaalder en een kistje sigaren
van honderd,” zei de egel.
Aangenomen.” zei de haas, „hier mijn
hand er op. Laten we maar direct
nen.” TegelUk trok hU «Un jasje al
stroopte zUn hemdsmouwen omhoog.
b
n
u
tl
te
w
a
Van den Tour de France. Een der renners in charmant gezelschap
tijdens de vijfde etappe
Een lestoestel van de Nationale Luchtvaartschool
is Woensdag nabij het vliegveld Waalhaven door
het afslaan van den motor bij het starten over den
kop geslagen en vernield. De leerling-piloot bleef
ongedeerd