oon den da^ Met twee kameraadjes op avonturenreis n H Geschiedenis traditie Hoe men Holland ziet en HET VERDWENEN ELFTAL ffi' ■lil ■Illi n DONDERDAG 18 JULI 1935 Italië en Abessinië Heel Nederland fietst Natuuronderzoeker Nbr an Page 1LZ K INDISCHE LANDSMIDDELÉN Alleraardigste beschrijving van Karl Friedrich Barree in het „Berliner Tageblatt” Naar den tandarts Beschouwingen van een militair let „auteursrecht” eens weten Rogers, op weg naar den JT rug Schotsche 1’ 1 Piet was verdoofd van den val. 'sjonge 4 op dit blad gijn ingevolge de vereekerlngsvoorwaarden tegen door Arthur Morrison 1 (Wordt vervolgd.) o 5 0 0 5 5 0 0 5 1 I Nederlanders en ook andere vreemdelin gen beweren terecht of ten onrechte, dat tot mr voegen. den 1% x>ts fan )Ue lep et>- be- ler. o 4 o 6 S S s 6 0 s o I van ge- wat deed zijn hoofd zeer Hij was juist met rijn hoofd op een uitstekend rotsblok terecht gekomen. Het hamerde en klopte en een groote buil kwam langzaam opzwellen. Wlet- je knielde fluks bij hem neer en nam zyn hoofd op haar schot. Wat voelde Piet zich akelig. Ook zijn voeten deden erg zeer en zjjn enkel was geschaafd. kans kans door een eigenlijk mt Harvey i Pd ook in vele landen voorkomen kunnen wor. den. Indien er meer aandacht geschonken werd aan de verspreiding van historische kennis onder de bevolking. Hierdoor leert zij het goede In de ontwikkelingsgeschiedenis der natie waar- deeren, en wat misschien van nog grooter belang Is het minder goede begrijpen, ver ontschuldigen en rechtvaardigen. Toch gelooven wij niet dat, zelfs al werd ons volk meer ..historisch.bewust" gemaakt, het in ons Parlement ooit zou voorkomen dat een minister zich zou moeten refereeren aan een gebeurtenis, dagteekenend van vóór den moord op Ploris V. a Dit gebeurde dezer dagen in het Lagerhuis, toen mr. J. C. M. Guy, afgevaardigde voor Cen- traal-Edlnburg, vroeg of de maatregelen voor bij verlies van een hand een voet of een oo< 1 ■a r aar al te actueel is de vraag geworden: Indien het in Oost-Afrtka tot vechten X’-*. komt en Italië zijn plan om van Abes synlë minstens een protectoraat te maken, met de wapenen in de hand zal doorzetten, hoe staan dan de kansen? Een verwijzing naar de nederlaag die de Italianen in 1894 bij Adoea leden kan geen licht geven in de vragen van een toekomstigen oorlog. Immers niet alleen is de krijgstechnlek sedertdien veel verder ont wikkeld, maar ook heeft in de militaire organi satie en de eensgezindheid van het Itallaansche volk sedertdien een radicale omkeer plaats ge vonden. Generaal-majoor Sir C. W. Gwynn, een uit stekend kenner van Abessynlë, antwoordt in de ..Morning Post” op deze vraag als volgt: „Op liet oogenblik heeft de haat en het wantrouwen tegenover alles wat vreemdeling is in Abessynlë, zich speciaal tegen Italië gericht en daardoor is er tusschen de velschillende stammen die dit land bewonen een sterk saam- hoorigheidsgevoel te voorschijn getreden. Voor de beslissing van den strijd is het van veel be lang ot dit onderling verbond voor den geheelen duur van het conflict met Italië aal stand hou den. Immers wij Engelschen hadden nooit Mag dala en dé Italianen nooit het plateau van Eritrea kunnen bezetten, indien de Abessynlërs onderling niet zoo hopeloos verdeeld waren ge weest. In zijn tijd heeft Menellk door zijn krachtige persoonlijkheid en vooral door zijn overwicht in bewapening, de eigenlijke Abessynlsche on- der-konlnkrljken en de Mohammedaansche of heldensche Galla-provinciën in een soort van vereenlgd koninkrijk weten te vereenlgen en hi) wist de naburige nomadenstammen (Somali en andererf) ook aan zich te onderwerpen. Sinds zijn dood echter zijn er voortdurend opstanden tegen dit gezag geweest waarvan vooral die der Moslem-Gallas gedurende den wereldoorlog de gevaarlijkste was. daar zij trachtten de hege monie van 1 Mohammedanisme over *t Chris telijke Abessynlë te grondvesten. Indien thans echter de Abessynlërs en de Galla’s een geza menlijk front tegen Italië vormen, dan hebben zij tenminste de beschikking over ongeveer een mlllloen krachtige mannen, dapper en zeer be weeglijk. Gezien echter de primitieve wijze van voedselvoorziening moet men aannemen dat van dit menschenmateriaal niet meer dan honderd duizend man gezamenlijk kunnen optreden. Deze troepen zijn bewapend met geweren, waarover het leger in zeer groot aantal be schikt; echter meest van verouderd model. Mo derne geweren en vooral machinegeweren zijn echter schaarsch. Ook ammunitie is er weinig en de Abessynlër is geen scherpschutter. Hjj is uit archieven vgn hoofdstad mi De 'Lórd XS HU probeerde te loopen, maar rijn hoofd bonsde zoo hevig en rijn voeten deden zoo'n pijn, dat hij geen stap kon doen. Tegen een rotsblok geleund bleef Plet liggen. Wat had hij een spijt van zyn avontuur. Wletje be duidde hem ondertusschen dat zy voort noesten maken. Ze werd een beetje bang De Londensche tooneelwereld heeft een groot vetilea geleden door den dood van Mr. Norman Page die, zoo hjj zelf al niet tot de grootste acteurs van onzen tijd gerékend wordt, ais leeraar aan de Koninklijke Academie voor Dra matische Kunst een heele generatie van too. neelspelers heeft opgeleid. Hij was een goed acteur, en zelfs een bij zonder verdienstelijk karakterspeler. maar hy was een groot leeraar, die zyn leerlingen niet alleen onderwees, maar inspireerde, en de in een Aeademie-leeraar zeldzame gave bezat op academische oorspronkelijkheid (zoo deze geen oppervlakkige excentriciteit was) aan te moe. digsn. In wijde kringen was hjj bovendien befaamd, bemind en soms een weinig gevreesd als een der grootste grappenmakers van het Westend. Hij was een „practical joker”, en ofschoon hij zelden de grenzen van het gepaste overschreed, en nimmer kwaadwillig was, heeft hij menig een moeilijke oogenblikken bezorgd. De lachers en ten slotte zelfs zijn slachtoffers had hl) steeds aan zijn zijde. Ben zijner beroemdste ..Jokes” heeft hij ge. presteerd ten koste van een gezelschap Ame- rikaansche acteurs, die hjj aan Euston Station London paar de voltooid waren. Ivocaat voor Schotland antwoord de dat speciale wetgeving noodig was opdat zekere Schotsche documenten, die in 1921 naar Londen overgebracht waren, naar Edinburg teruggezonden konden worden. Dit was reeds mooi genoeg. Maar Mr. Guy stak den Lord Advocaat de loef af door op te merken dat in de terugzending dezer docu menten immers voorzien was door het Ver drag van Northampton (1328). BATAVIA. 17 Juli. (Aneta). In totaal be dragen de ontvangsten der landsmiddelen vfor Mei 1935 f 33.100.000— tegenover f 34 400 800 voor dezelfde maand in 1934. De vergelijkende cijfers over de eerste vijf maanden geven aan dat over die periode in 1935 de ontvangsten bedroegen f 147 100.000. tegenover f 153.300.000in Mei 1934 Aï f A °P dlt blad *Wn tngievolge de veraekerlngsvoorwaarden tegen E1 b^ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door E’ *7^0 een onKeTal met F O Ewft 111 J 1^1 1kj r, ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen I verlies van belde armen, belde beenen ot belde oogen 4 OUe" doodelijken afloop A AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL de Engelschman op slechten voet staat met de aardrijkskunde. Het is mogelijk, ofschoon hij ongetwijfeld meer omtrent zijn eigen ko loniën en andere Rijkslanden afweet dan de gemiddelde Nederlander omtrent Oost- en West-Indië, en deze kennis van nationaal standpunt bezien nuttiger is dan vertrouwd heid met den loop vande Wolga of de vertl- kale gesteldheid van Spanje. Maar indien de Engelschman op aardrijks kundig gebied de mindere is van vele andere volken, hij is, wat de kennis der geschiedenis, en in het bijzonder der vaderlandsche geschle. denls, aangaat, zonder twijfel hun meerdere Wij denken hierbij niet in de eerste plaats aan het onderwijs op de lagere en middelbare scholen, maar ook aan het oneindig groote aantal geschiedkundige werken, zoowel van populairen als van meer wetenschappelljken aard, die in Engeland uitgegeven worden of voor zoover zij van ouderen datum zijn tegen zeer lage prijzen bij tweedehandsboek. handels gekocht kunnen worden. Ook verschij nen stëeds nieuwe geschiedboeken. populair geschreven en rijk geïllustreerd, in den vorm van afleveringen, en wel in oplagen van vele tienduizenden, zoo niet honderdduizenden. Belangrtfker nog dan deze werken zijn, voor het aankweeken van de kennis der Vaderland sche Geschiedenis (en voor t onderhouden der belangstelling) bij volwassenen, die biografieën en mémoires, waardoor men uit de allereerste hand de détails der historische gebeurtenissen leert kennen. Er is geen staatsman van eenlge beteekenls sinds het begin der vorige eeuw, omtrent wien geen levensbeschrijving in den handel is; wat Disraeli en Gladstone aangaat, ipopt het aantal dier werken in de dozijnen. Voeg hierbij de uitgebreide biographleën om trent alle vorsten sinds George I. waarvan Vele nog steeds met belangstelling gelezen worden en gij zult erkennen dat de Engelschman op het historisch gebied voortreffelijk „Ingespan nen” is. •Zijn kennis treft u ook wanneer gij in Hyde Park luistert naar de dagelijksche openlucht discussies, waarbij personen uit de eenvoudige .MMëPn ÏM* WH «eWP uitstekend op de faootó* tg .J4Jc .van da politieke geschiedenis der laatste 75 Jaren, en de toon aangevende jAAfSllWl^fi TWT* dAf*”TfffTVak menltfïirjkï vrij nauwkeurig dteeren. Deze belangstelling voor geschiedenis is be. grijpelijk in een volk, dat zulk een waarde hecht aan tradities. Maar voorkeur voor het traditloneele is ook alleen dan belachelijk in iemand (of in een volk) die de geschied kundige feiten, waaraan de traditie ontspringt niet kent. Zeker zouden revoluties in welke richting Nog Meter en hij zou er zijn. Eensklaps echter, terwijl hij Juist een steun punt zocht voor zijn voet, gled hij uit en viel achterover naar beneden, vlak naast de plaats waar Wletje stond. Deze gaf een schreeuw van schrik toen ze Plet zag vallen kwam afhalen. De bezoekers vroegen hem of bij geen goedkoop boarding house kende. HU noemde er een in Bayswater „We willen er hebben waar we niet de volle week behoe ven te betalen, wanneer wij plotseling moeten vertrekken,” merkte een der Amerikanen op. „Dan zou ik u aanraden No. 10, Downlng- ’treet, te probeeren.' antwoordde Norman Page. Bet adres werd zorgvuldig genoteerd en het gezelschap vertrok in een stoet van half dozijn taxi’s naar de woning van den Eersten Minister Ben andere .Joke” van Norman Page ver dient vermelding omdat zij in de laatste twin tig of dertig jaren aan ontelbare andere per sonen toegeschreven is, ofschoon het de thans Mr. Merrick kreeg meer aandacht voor zyn reis om <le wereld dan voor zyn elf fleaschen Tokayer „Ik heb velschillende redenen om Engeland te bezoeken," zei hij tegen mr. Harvey Crook. „Ik ben er al eens geweest, maar toen heb ik het van het eene eind naar het andere af moeten loopen, omdat ik een ouden vriend wilde opzoeken iemand, die me werkelijk heel na aan het hart lag. ofschoon ik hem later zoo goed als nooit meer gezien heb Hij heeft me werkelijk er boven op geholpen, sir. en ik ga nog eens probeeren ot ik nem niet te pakken kan krijgen, ofsehoon ik erg bang ben. dat ik te laat zal komen Maar ik zal mijn u'terete best doen, en daarom interesseert Engeland me tenslotte meer dan Indie Daisy had natuurlijk heel andere plannen. Ze droomde van groote tochten op een kameel door de zand-woestynen met wilde Arabieren die haar wellicht zouden schaken, of iets dergeUjks en ik heb haar ten slotte een beetje haai sin ge geven Ook nu krijgt ze weer een beetje haar sin. Om kwart voor drie liep Dolly, keurig gekleed in de richting van Waterlooplein, blij maar ze nu wach tig. Haar geweten knaagde; ze wilde Charles dolgraag spreken, maar ze wilde ook dat ze er niet om had behoeven te liegen. Als de „Strenge” er achter kwam en daar.... o lieve hemel, daar kwam recht op haar toe de „Strenge" in eigen persoon. Ze voelde den wensch zich onzichtbaar te kunnen maken, maar.... ze had niets te vreezen. De „Strenge” had haar zelf permissie gegeven. Ze liep hem gewoon voorbij. Maar, o wee, hij sprak baar aan. „Zoo, Juffrouw tandarts, zeker?" „Ja, mynheer Pleasant," deed Dolly, benepen. „Waar woont hy?" „Even voorbij Waterlooplein.” „Nu. dan loop ik zoover met u mee.” Een koude rilling gleed Dolly langs den Hoe kwam ze van den „Strenge" af? ,,’tls.... 't is erg vriéndelijk van u, maar ik mag u niet ophouden, mijnheer Pleasant." „Dat beteekent niets, hoor. Naar een tand arts moet Je nooit alleen gaan. Het is een zware gang...." „Ja.... neen.... ja, bedoel ik," zei Dolly, die hoe langer hoe zenuwachtiger werd. Ze zag Charles al bij de kiosk staan; ze zou hem voor bij zien te komen, zonder dat hij haar zag en later teruggaan. Ze keerde haar gezicht af. maar te laat Charles had haar gezien. „Dolly!" riep hij, en liep op haar toe. Ze gaf hem een koel knikje en liep door met opgeheven hoofd. ..Een vriend van u?” vroeg mijnheer Pleasant. „Och Ja.... neen.... wel eens gezien." Ze keek voorzichtig om. Charles volgde, op kleiflerf Afstand. Dolly kreeg tranen tri fao oogea van angst en werd bloedrood. z' tWljtiheer PleAsnnt greep haar deelAAmë'ntf "bÜ den arm. „Stakker.” zei hij. „Is t zoo erg? Je gezicht staat scheef van de kiespijn. Enfin, je bent er gauw van af. Je tandarts woont zeker in Bellroad-streetzei Je dat niet?" Dolly had dat niet gezegd, maar Bellroad- street was ook goed. Ze sloegen dus die straat in en hielden stil voor een koperen plaat. „Losan.” zei de .Strenge" „Is "t hier?” „Ja”, zei Dolly. Ze belde en dankte haar chef lachend voor z'n geleide, maar hy bleef staan. De deur ging open en een meisje met een groot wit schort voor, vroeg: „Juffrouw Ro gers?” Dolly keëk achterom; de „Strenge" stond er nog „Ja. zoo heet ik. maar...." „Mijnheer Losan verwacht u." -sprak 1 meisje. De ..Strenge" stond er nog en Dolly volgde dus maar haar begeleidster. „Ik poets de plaat wel uit de arachtkamer."a dacht ze, „al is het door ’t raam.” Het meisje maakte een deur open en liet haar binnen. Direct kwam een kletne gezette man in witte jas lachend op' haar toe „Juist, juffrouw Rogers? Uitstekend. Hij is er zóó uit. Wenscht u verdoovlng?” „Geen van tweeënl" kreet Dolly, ,,’tls een vergissing ik ben de verkeerde Juffrouw RogersIk moet „Kom. kom," suste de tandarts. „Zóó zenuw achtig I Dan moesten we maar liever verdoo- ven. We zullen u gauw er van afhelpenI" Op dit oogenblik nam Dolly haar kans waar. Met een gil rukte zij de deur open, rende de gang doorze hoorde voetstappen achter zichopende de voordeurtuimelde de stoep af omin de armen van Charles Ar den te vallen. „Charles!” hijgde ze. „Dolly! Wat hebben ze Je gedaan? Ik heb je hooren gillen!" „O Charles!" Dolly klemde zich aan hem vaat. „Breng me toch gauw hier vandaan!” „Natuurlijk, Dolly, m’n lieveling!” dat z’n beste typiste was. .Jhn.” gromde ..Kiespijn?” „Ja, en nog al erg," zei Dolly dapper. „Zoo, hoe laat had u besproken?" ..Drie uur." „Nu goed, gaat u dan «Uar, maar zorg dat u die brieven klaar krijgt." Toen Dolly weer in haar kantoortje was, dat ze met Mabel deelde, keek ze niet meer kie«- pijnachtlg Ze wierp haar cahier en potlood neer, danste in het rond en wierp kushandjes naar een denkbeeldig persoon in t Noord- Oosten. „Wat heb Jij?" vroeg Mabel. „O, ik ben zoo gemeen geweest! Ik heb den „Strenge" gevraagd om naar den tandarts te mogen gaan vanmiddag en ik kan wel aman delen kraken." „Maar waarom....?” ..Dacht je soms dat hij me vrij sou geven, als ik zei dat Charles Arden vandaag in de stad kwam en maar een uurtje tijd had en dat ik hem toch graag treffen wou? HU schreef of ik om 3 uur bij de kiosk Waterlooplein kon ko men.” „Zoo,” riep Mabel „en mag ik bruidsmeisje zijn?” „Zoover is t nog niet,” zei Dolly bloeend, „want die Charles is zóó verlegen, dat hjj me misschien nooit durft te vragen. Maar ik moet hem toch spreken De „Strenge” moest het lachte Mabel. „HIJ zou uit z'n vel springen,” meende Dolly, en ze begon snef de brieven te tikken. Omstreeks half vijf zat mijnheer Pleasant achter z'n bureau, midden in z’n werk. Er werd zacht geklopt en binnen trad Dolly, een stralende DoUy, die moeite had haar lachjes in te houden. „Mynheer Pleasant,” begon ze „ik kom een bekentenis doen. Toen ik vanmiddag vrij vroeg om naar den tandarts te gaan, bad ik beele- maal geen kiespijn." „O neen?" zei mijnheer Plea sant. ,J4een„... ik.- och— ik wilde iemand treffen. een vrienden ik was bang dat ik anders niet mocht.” ,&oo, zoo,” knikte de „Strenge”. waar om komt u me dat vertellen?" „Omdat ik me zoo schaam,” luidde het ant woord. Dolly bloosde. „Ik zal hier denkelijk niet lang meer blijven en ik vond bet naar weg te gaan met de gedachte, dat ik u bedrogen bad." „Zoo," herhaalde mijnheer Pleasant. Toen speelde er een ondeugend lachje over z’n ge zicht. .Juffrouw Rogers," zei hjj, „als u weer eens naar den tandarts moet, doet u dan eerst de tusschendeur goed dicht, voor u 1 aan uw vriendin vertelt.” „O,” schrok Dolly. „U hebt t dus gehoord „Inderdaad.” zei mijnheer Pleasant, „en daar om ben ik vanmiddag naar Waterlooplein ge wandeld. Daarom heb ik m’n vriend Losan op gebeld en bem overgehatdd u eens flink bang te maken; ik trachtte u daarheen te krijgen en t is me gelukt." Na dit gezegd te hebben, veranderde de „Strenge" van toon. „Juffrouw Rogers,” sprak hij ernstig, „u bad me niet moeten bedriegen en ala u openhartig was geweest, dan zou u mis schien ondervonden hebben, ds£ ik nog zoo’n erge „Strenge” niet ben. tls de eerste keer dat u zoo iets deed en daarom wilde ik u niet hard vallen. Ik heb u alleen een lesje willen geven, maar ’t sou me spijten, als ik daardoor.... nu jaiets bedorven had.” ,JMt hebt u Juist niet, mijnheer Pleasant." Dolly lachte nu vrij «n ongedwongen. .Daarom ga ik juist gauw weg. We zijn ver loofd en we gaan zoo gauw mogelijk trouwen, en dat heb ik aan u te danken." „Aan mij?" verbaasde zich mijnheer Plea sant. „Hoe zoo?" „Ja, want Charles is veel te verlegen en hij durfde me nooit te vragen. Maar toen hij me vanmiddag bij den tandarts hoorde gillen, was hij heelemaal van streek, en toen waren we verloofd, vóór we t zelf goed en wel wisten. dus u bent een echte schat, mijnheer Pleasant!" „En toen, voor t eerst en voor t laatst m z’n leven, werd mijnheer Pleasant, alias „de Strenge”, door een lid van z'n personeel gekust. get „Berliner Tageblatt” interesseert zich van oudsher voor Nederland. Thans is de hétr Karl Friedrich Borree naar Holland geweest, en hij vertelt daarvan In het „Berliner Tageblatt” van Zondag JX Zijn beschrijving is alléraardigst. Toen hij in Amsterdam aankwam, was het Juist Zondag. Voor bet Centraal Station dringen de ■nenseben naar de schepen en de booten, om de boete stad te ontvlieden. Borree laat zich door den stroom meesleepen en komt op de Umulder boot terecht. HIJ komt aan aas. Wat hem het meest opvalt, zijn de fietsers. Het is een heele rij van fietsers, die naar zee trekt, een optocht vaar geen einde aan komt. Niet de meerderheid „etst in Holland. Neen,'iedereen fietst. Af en toe ziet men eens een enkelen auto. Borree was de eenlge wandelaar. De Hollanders zitten kaarsrecht op de fiets. ZJj rijden rustig, houden het goede tempo. De een wil niet den ander in halen. Zij ftëtaen, zooals in Dultschland alleen oudere officieren fietsen. De Hollanders moeten bijzondere zenuWen hebben en zijn welopgevoed Bet valt verder den schrijver op, dat de Jon- lens en meisjes afzonderlijk fietsen Men ziet natuurlijk wel eens een paartje en soms een zeer liefhebbend paartje. De politie staat toe, dat een paartje elkaar de hand gevend fietst. Het viel Borree verder op, dat een groote zee boot „door de weide” voer. Borree was ook in Zaandam. Hierover schijnt bij niet zoo tevreden te zijn. De Dam te Zaan dam is door moderne architectuur gehavend, meent Borree. BIJ iedere deur te Zaandam heeft Borree een bank zien staan. Als Borree met de boot van Zaandam naar Amsterdam terugkeert, vergeet hy, dat hy In een ander land is. Immers, alle menschen zien er Dultsch uit. Maar nu zingt een klein meisje een Bedje: „Suriname”! En deze exotische naam herinnert Borree er weer aan dat hij-In Neder land Is. een koloniale grootmacht. Vroeger werd Holland tot Dultschland gerekend. Dat was zoo tot In het midden van de 16de eeuw (Dit Is een foutievfr_ykenkunde. die in Dultschland echter algeüMK). Dan moest Holland een stryd voe ren teg^de Spaansche Habsburgers. Dezen oorlog volrde het alleen. En toen die oorlog de overwinning bracht, had het de anderen niet meer noodig. Het was door zyn bondgenooten (de andere Dultsche landen zijn hiermede ge meend) In den steek gelaten. ..So etwas pflegt Schlcksale zu trennen". roept de schrijver uit. Een man met een vèrzlenden blik richtte dan de Oost-Indlsche Compagnie op. Dit kleine volk wist zich op aarde een koloniaal rijk te verwer ven, dat de meest belangrijke gebieden omvatte. Daarmede had dit volk zyn toekomst gefun deerd. Hopen we maar, dat er aan de fundamenten niet gemorreld wordt. Ook niét door het vader land .van den man die dit vleiend oordeel uit spreekt. De dagen waren alle even loom en gelijk vormig. Daar mr. Merrick op het oogenolik niets anders te doen had dan aan kelzeriyken Tokayer te denken en Daisy hem de enkele oogenblikken dat zyn gedachten vry waren van deze obsessie, kwam pUmgen met haar klach ten. dat heel die reis elgehlvk tot nu toe niets bijzonders was en hun e*t‘lgc avontuur, da’ van den kelzeriyken Tokayer. op niets uit zou loopen stond hy om zoo te zeggen met Tokayer op en ging hy met Tokayer naar bed. „Kom. kom. mr. Harvey Crook." zei hy op een heetlen middag een beetje ontstemd ,lk heb een oplossing gevonden waarvoor u wel moet zwichten. Ik ga speculeeren Ik ga die IjrJle kist wyn koopen voor duizend dollar Duizend dollar is twee honderd pond van Je beroemde Engelsche geld, juist tweemaal zooveel als de eigenaar dacht te ontvangen Ik koop de kist en wy spreken een flesch aan We voldoen dan aan onze* nieuwsgierigheid en we gooien de elf andere fleaschen op een verkooping, sondat we aan land komen. Dan zullen we eens zien wat dat loterytje me nog opbrvngt Sluiten we den koop?” Dit aanbod was In leder geval heel wat com pleter dan het eerste. Natuuriyk had Crook evenmin het recht de kist In haar geheel te verkoopeh. als hy geweigerd had er een fleren uit te nemen Maar hy had het uit Hahn’s eigen mond, dat deze verbazend in z’n nopjes zou zyn, Indien hy er zeventig, laat slaan tachtig pond voei kon krijgen Dat was dus ruim tweemaal zooveel als de eigenaar er voor In Londen dacht te ontvangen Toch aarzelde Crook traditie een guerilla-stryder, die zyn vijand tot den aanval zoekt uit te dagen, hem dan om zwermt en met geweervuur en met de blanke sabel bestookt. Doch zulk een taktiek van oor logvoeren is natuuriyk niet opgewassen tegen moderne geweren en machinegeweren, tenzy de rijand onbegrijpeiyke blunders begaat. De kans op een tweede Adoea is zoo goed als uitgesloten daar de Italianen sindsdien maar al te goed geleerd hebben hoe te vechten. Ook denk Ik niet dat de Abessynlërs een krijg met loopgra ven zouden kunnen voeren. Immers de bewa pening der Abessynlërs met uitzondering van eenlge enkele duizenden welke geheel-en-al op Buropeesche wyze gedrild en bewapend zyn leent zich In het geheel niet tot *n langdurlgen verdedlgingz-krijg die bovendien een regelmati- gen verplegingsdienst noodig maakt, welke ge heel en al vreemd is aan dit volk. Niettemin zullen de moeliykheden voor Italië groot genoeg zyn. Ik veronderstel dat de grootste moellykheld zal bestaan In de bescherming van zyn steeds langer wordende •verbindingen tegen guerilla- attaques. De groote beweegiykheld der Abessy nlërs en hun overgroot aantal gevoegd by de moeliykheden van het gebied, leenen zich zeer goed voor zulk een taktiek. Het probleem van de Itallaansche zyde be schouwend. kan men een vlug en decisief optre den van deze party nauweiyks verwachten. Een weloverdacht voortdringen door vlugge slagen, gepaard met wegen en bruggenbouw, zal wel on- vermydeiyk zyn. Wegens de groote afstanden die af te leggen zyn en de vele hindernissen zullen de operaties zeer zeker over eenlge droge seizoenen verdeeld moeten worden, terwyi het sappeurswerk wel zeer solide zal moeten zyn opdat de troepen het gewonnen terrein tydens den regentyd kunnen behouden. Zoo de Italianen vanuit het Noorden (met Eritrea als basis) Abessynlë binnendringen, zul len zy het voordeel hebben, over een uitgestrekt plateau te kunnen oprukken, dat getnakkeiyker begaanbaar en ook gezonder is. Echter wordt deze weg doorkruist door een aantal breede stroomen In diepe, uitgesleten beddingen: het zou een kolossaal ingenieurswerk vorderen om dezen weg gedurende het geheele Jaar voor mo- torverkeer betrouwbaar te maken. Ook zyn de bewoners van dit plateau zeer krijgshaftig en leent het terrein zich goed voor een guerilla. Het voordeel van dezen weg is ech ter hierin gelegen, dat een betrekkeiyk korte opmarsch hun de beheerschlng over de vrucht bare vallei der boven-Takkaze zou geven. De opmarsch vanuit het Zuiden (Somaliland) voert over laag gelegen land: de uitgestrekte Harrar-vallel en de hooger gelegen gronden die de Harrar met de Arrusl-plateaux verbinden. De bezetting van dit gebied zou ten minste één seizoen In beslag nemen. Het voordeel zou zyn, dat vandaaruit de Hawask-vallei en de Dzjl- boutl-spoorweg beheerscht kunnen worden, dat het land door Somali’s Is bewoond en dat het opmarschgebied in de flanken gedekt Is: eener- zyds door Brltsch Somaliland en anderzyds door net onherbergzame Arusi-plateau. Van welke zyde Italië ook zou binnendringen, overal wacht een berg van moeliykheden, én zelfs wanneer de macht der centrale Abessy nlsche regeerlng zou zyn gebroken, wacht bet nog een guerilla van jaren. voordat het werke lijk de bestuursmacht zou kunnen uitoefenen. By de verovering van Abbessynlë zullen de militair en de ingenieur hand tn hand moeten gaan. Luchtmacht kan hier geen groote rol spe len en evenmin zullen tanks hier van belang zyn. Ten slotte zal. zoo Italië inderdaad overwin naar wordt, dit land voor de ontzagiyke geld sommen en de vele soldatenlevens die de oor log zeker zal kosten, nimmer zulk een groote vergoeding krijgen als het zich thans voorstelt, daar de rijkdom van Abessynlë in de verste verte aan de verwachtingen der concessie-jagen hft oygrhrengen van de Schotsche nationale _hlet naby komt.” f h ofschoon Ik eeriyk moet bekennen, dat ik net zoo lief een Chartreuse neem. De rest gaat naar een verkooping en ik zal eens rustig af wachten wat Ik van elke flesch kan maken.’ Zoo naderde ten slotte ook de Rajapur de haven van Southampton rteds De echte natuuronderzoeker ia een stil man, die yaak niet de eer krijgt, die hem krachtens zijn verdienste voor de wetenschap toekomt. Een dergeiyk man is de knappe geleerde geweest, die naar den alledaagscben naam van Fritz Müller luisterde en aan wien thans een Dultsch blad herinnert. Hy was de zoon van een Thüringsch plattelandadogninee. die natuurwetenschappen stndedrêe. doch in het OHtschland van die da gen. niet sardep.kon. Hij volgde een paar voor-, gangen naar de kolonie Blumenau in Brazilië en leefde daar tot zyn dood, in 1897. gedurende 45 lange Jaren. Hy werd samen met een broer farmer, was een tydlang leeraar deed ook in opdracht van de Brazlliaansche regeerlng een ouderaoekingstocht in de binnenlanden en richt te een natuurmuseum op. In de Brazlliaansche afzondering correspon deerde Frits Müller met alle wetenschapsman nen op zyn gebied, speciaal met Darwin, voor wien hy groote bewondering koesterde en wiens „Ontstaan der Soorten" voor hem leidraad werd. Zyn geschrift „Voor Darwin" trok In de wetenschappelUke wereld sterk de aandacht en DarWln liet het in het Enge lach vertalen. Deze brochure Inspireerde Haeckel tot zyn „Biologi sche Grondwet”. Evenveel succes had Fritz Mül ler met zyn theorieën omtrent het „Warmte- kleed” van vlinders, zyn hypothese leeft voort onder den naam „Fritz-MUllersche Mimicry". Fritz Müller heeft vooral zyn onderzoekingen gewyd aan mieren, termieten en de angellooze bijen van Zuid-Amerika. Gedurende zyn laatste levensjaren was hy bezig met onderzoekingen over den bouw en het leven der z.g. Eplphyten der oerwouden. Vooral interesseerden hem de tietrekklngen tusschen dieren en planten In wy- de kringen werd Fritz Müller bekend door zyn onderzoekingen omtrent mierenplanten, die, vol gens zyn waarneming, bepaalde mierensoorten door eiwithoudende substanties, de z.g ,MÜI- lersche lichaampjes", aanlokken, opdat zy in de holle stengels dezer planten haar nesten aan leggen en de planten tegen de bepaalde aan vallen beschermen. De geleerde Müller werd by al zyn werk zeer door materieele zorgen gehandicapt Zyn woon ruimten waren uiterst primitief, en het mate riaal. waarmee hy zyn onderzoekingen verricht te. zeer gebrekkig Materieele hulp wees hy ech ter van de hand. Op zyn 70sten verjaardag werd Müller van alle kanten geëerd Een neef, even eens geleerde van naam. heeft na Müllers dood getracht zyn opstellen te verzamelen en een le vensbeeld van den bescheiden man op te stellen. consignatie gekregen. Ik kreeg geen order M aan boord te verkoopen *U«en ze mee t„ houden af te 'everen. Ik vind uw voorstel “•zend verleldeiyk en Hahn sou zeker gevleid zoo met eene dergeiyken prijs, maar ik durf verantwoordeiykheid niet aan. Zoolang hij “et hier la. kan ik niets doen. Ik sou u natuur- W» gaarne dit genoegen willen doen en eeriyk •“egd. des te gereeder, omdat Ik zelf nooit keteerlyken Tokayer over myn lippen heb gehad Niets zou me dus Ué.vèr zyn dan uw van buitengewone gnrtvrytarid te waar- maar Ik kan er werkelyk geen gebruik maten.” kwam tilt de oogen van de blonde miss Daisy Merrick, maar uit zyn eigen overweging dat mr. Frank of Franz Hahn nooit een kans voorby Het gaan om ergens een slaatje uit te slaan. Hy Het zich Inpalmen door de gedachte, dat mr Hahn hem tot zyn erfvyand zou ver klaren. Indién hy hem ,n Londen kwam ver tellen. dat tin malle Amerikaan er een paar honderd pond voor over had gehad om ook eens kelerlzyken Tokayer te drinken en da’ zyn dochter twee honderd pond voor de kurk van een echte tachtigjarige flesch niet te luur achte Hy had zich ten slotte bereid verklaard om de belangen van zyn vriend betreffende d’.c twaalf fleaschen te diénen en hy meende die belangen In geweten niet beter te dienen, dan door die zelfde twaalf fleaschen zoo spoedig mogeiyk van de hand te doen Hy nam dus de verantwoordelyhkeld plus de twee honderd pond én de kist met de twaalf fleaschen kelzeriyken Tokayer. die minstens tachtig Jaar onder de kurk had gezeten en een ontelbaar aantal jaren te voren in het fust, werd net eigendom van Lyman W Merrick uit Mer- rlckstad. Pennsylvania. De kist werd naar diens hut gedragen en van de bovenste plank ontdaan. Hahn had zich erg veel moeite gegeven om zyn kostbare lading tegen alle ongelukken te verzekeren In een ommezien lag de vloer bezaaid met saagaei en stroo, voordat elndelUk de eerste oude uk van een der fleaschen zichtbaar werd De flesch werd voorzichtig te voorschijn gehaald al de emballage werd weer In de kist gestopt de leege flesch werd door een anders flesch vervangen en de kist werd voorzichtig en be- i hoedzaam gesloten. Na het diner van den volgenden dag werd de flesch met aiie statie ter tafel gedragü*. H»-t lak werd met alle zorg weggenomen en toen, als gold ’t het ontsluiten van een Egyptisch koningsgraf, plantte mr Merrick den kurke- trekker In de kurk, die elnaeiyk met een dol len knal zyn nauwe omsluiting verliet. De wyn had eén fyne groene kleur en rook erg zoet, zoowel mr Merrick als mr. Crook konden zich niet ontvalnasn. dat hy door den langen leeftyd eerder In waarde “as verminderd dan gestegen. Daa- bh echter met de soort met vertrouwd waren, dorst geen van beiden dit met zekerheid vast te stellen. Mr Merrick was werkelyk vorsteiyk gastvrij met zyn wyn en twee andere passagiers gaven eveneens hun oordeel Toen werd het overschot zorgvuldig in "n karaf overgegoten, totdat de flesch tot den laktsten druppel was leegge schonken. Indien ik nu was als sommige van myn blufferige landgenooten." zei mr. Merrick, .zou Ik eiken dag al de passagiers van tnyn wyn laten genieten, of ze hem lekker vonden of niet. Zoodra Ik dan aan land kwam, konden alle Amerikanen en Europeanen die er sin In hsdden in de Times lezen dat mr Merrick utt Pennsylvania de gasten en de equipage van de Rajapur In enkele dagen voor twee honderd pond Tokayer had laten opslurpen Maar Ik ben nu eenmaal niet uit dat dure hout gesne den Ik heb hier nog genoeg voor een glas na eiken maaltyd, desnoods met één vriend overleden acteur was die er van had. Het was in het begin van zyn loopbaan, toen hy het nog alles behalve breed had. Op zekeren nacht toen hy den slaap niet vatten kon. belde hy een bekenden bank van lening houder In het Western op, die veel „zaken" deed met tooneelspelers. Toen de In zyn nachtrust gestoorde „pand- Jeshouder” elndeiyk aan het andere eind van het toestel verscheen, vroeg Page beleefd: „Kunt u my ook zeggen hoe laat het Is?” .JCyk op je horloge," luidde het woedende antwoord waarvan wy fatsoenshalve slechts de quintessence weergeven. „Ja, maar dat hebt u”, zelde Page allervrien- deiykst. De geschiedenis werd Jaren later aan een lunch verteld, en heeft sindsdien de ronde gedaan en niet alleen In Engeland. Men heeft haar op tal van bekende en nlet-beken- de personen toegepast. Deze .Joke" heeft een veel grooter vermaardheid gekregen dan de man die haar uitdacht, Normann Page. ■a r ag Ik vanmiddag vry om naar den tand- y I arts te gaan, mynheer?” x x Mynheer Pleasant, door het personeel „de Strenge” genoemd, keek op naar 1 meisje, dat z’n beste typiste was. .JÏm," gromde hy. op dit verleldeiyk voorstel In te gaan. Instruc ties waren ten slotte Instructies en het was ally moeiiyk een beslissing te nemen voor twn ander. Dienzelfden avond besloot Daisy Merrick de zaak ter hand te nemen Daisy was een zre r kordate jongedame, die met van half werk hield. Ze was buitengewoon overtuigend in haiu argumenten. Haar vader was er zoo vreejclijk op gesteld om ook eens zyn lippen te zetten aan echten zeizeriyken Tokayer wyn. dat het werkelyk gemtjen zou zyn om hem die gunst te weigeren. Had hy daarvoor hee' zyn leven hard gewerkt? Was hy daarvoor een reis om de wereld begonnen? Om de eenlge zyn leven, die werkelyk eens een noernd mocht worden, te missen belachelijk gewetensbezwaar, dat geheel misplaatst was? Wat zou Crook ten slotte met zyn weigering bereiken? Dat zyn beste vriend Hahn een schadepost iisu te boeken van honderd twintig Engelsche pon óen op een koopje van tachtig en dat hy mr Harvey Crook, een armen drommel van een Amerikaan had gedwarsboomd In zyn nederige verlangen zich eens een oogenblik geiyk te mogen stellen met den keizer van Oostenryk- Hongarije Om niet te snreken van de groote ontstemming van Daisy Merrick zelf Wat voor plezier had mr. Haivey Crook er daa toch wel in. om de menschheld zoo te tart.u’ Voor deze r "gumenten moest de anr.e mr Harvey Crook ten alotte zwichten Toch moet Ik Harveys eer er onmtddellljk aan toe- dat het voornaamst» argument* niet I -Ik zal Je vijftien pond geven, vyf en zeven tig dollar Daar!" 1 Weer schudde Harvey Crook gUmlachend het hoofd. „Het spyt me geweldig.” zei hy nog eens, „maar ik kan het werkelijk niet doen. Het zou heel wat anders zyn. Indten het spul van mij ™- ziet u. Maar ik heb de kist niet eens In r om Men vroeg my te nemen en In Engeland be- Ik vind uw voorstel ver- h«*nd verleidelijk rij de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 19