Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
De ramp van de „Maraboe”.
Concours hippique te Hoofddorp.
Plaats dan een „Omroeper**
gezinnen
voor 80.'
jeugdige lezersj
oor
onze
I -
«Of?
Vi
Evelien vertelt weer
Manestraaltje**
avontuur
Oplossing Rebus
R<
bi.
1.
h
w
hi
'i
-
Br
dat Woensdag te Hoofddorp werd gehouden
tijdens den Tour de France
Een vprookje door Jan van Ogtrode
overwoog
ik
AAL.
£ei
Zilver blik" sprak ie goede oude maan.
De oplossing van de rebus in onze vorig*
bladzijde voor r*e Jeugd is:
Als matrooste vlug en net
Heeft hij voet aan boord gezet
Dat hoorde zoo.
Naar O os tin je, naar de West,
Jongens, dat gaat opperbest
Hojo, hojo, hojo.
Poeih Mees, die de etfde
dee Tour do Fraooe won,
elndstreeo te flh
te
h.
Geheel
«rul
ZU ac
slechts
ken tm
omdat i
politiek,
den gea.
Ir. A
tongen
régime
teerde 1
van eer
beboen
openbar
gen. En
thans d
gelijk g
Om
Begee
wtjsve
Arme
de K
■lach,
beige»
werp®
De
etter.
gaat
alt b
van b
todenl
maar
werp
(Done
san o
Behan
de bei
worde
teWke
dat d
worde:
de tn<
centen
Dooi
der of
■riddai
werp i
He
der
stspo
de ti
knap
wejii
de p
Meld,
t in
•che
toog
De R(
democrat
bet oog.
gelen op
erkennen
land ste
moeras.
to iel
ren. int.
000 w<
De aani
•che ma:
btonenlai
hetdsflna
omgegool.
stand v
door de
waarde g
construct!
dere maa
maatregel
heeft afg
IHIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlIllllUIIIHtllIlllUllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllltlIllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIlilin
s
ss
nnilllllllllUUlllllllllllllUIIIIHHIIIIIItlIllllllllllllllllllHllllllllllllllllllllllllIjHHIIIIHIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIHIIHUMMIlHlïr
„En wat ga je nu met de uitgekomen vlin
ders doen." vroeg Bram plagend. „Prik je ze
een speld door hun lijf en zet je ze In een
I kistje met glas netjes voorzien van een eti-
eenlge moeite konden ze den kop en een deel ket?" „Om te beginnen zorg Ik. dat de vlln-
van het lijf onderscheiden. „Wat ga je er j ders flink de ruimte hebben om hun vleu
gels uit te spreiden en te drogen en er is bij
de pop altijd een stokje, waarop de vlinder
krulpen kan. Dan zorg ik dat het deksel
open staat, zoodat de vlinder zoodra hij
vliegen kan zijn gang gaat. Wel probeer ik
altijd even hem te teekenen, voor hij in de
lucht verdwijnt." „Bravo.” riep Kees, „ik
had het trouwens niet anders van je ver
wacht. Maar nu moeten we er weer van
door. Wie gaat er de volgende week mee
wandelen?" Nu daar hadden ze wel ooren
naar en behoudens storm en regen (of repe
titie voegde Mlentje er zachtjes bij) zou er
den volgenden Woensdag een wandeling
worden gemaakt.
Zllverblik sprong op, als door een slang
gebeten! Haar licht werd er zelfs even
duister van! Sjonge, sjonge, wat vlei die
schaar uit!
„Wat een naar persoon!” liet ze zich ont
vallen.
„Oooooch neeeee" klonk het langzaam en
langdraderig uit den daarnaast staanden
lijmpot. „Zeeee meeeeent hèèèt zoooo
kwaaad nieieielet. Zeee lis wèèèèl
schèèèèrp èèèn spilite, maaar daaat ills
eeeeen faamiililekwaaaaal vaaan deee
schaaaareeen
„Lieve hemel!” dacht Zllverblik bij zich
zelf, „laat die lijmpot maar niks van de
schaar zeggen, want die langdrkkaderig-
heieleid schijnt bij haar ook in de familie
te zitten.
Intusschen was het muizensouper afge-
loopen. De boel was opgeruimd en het bal
werd voortgezet. Lieve menschen, wat gin
gen die muizen te keer! Nee, ze sprong-»
en buitelden gewoon over elkaar. Plotse
ling had een van de kleintjes, „Spitsbaard”,
zoo genoemd om haar bijzonder spits
snuitje, Zllverblik in de gaten gekregen!
„Nee, maar kijk me daar nou ’s aan! Dat
is waarempel Zllverblik! Daar moet ik een
dansje mee maken! Wil je Zllverblik?"
Dat was juist, wat Zllverblik had gedacht.
Zij noodigde het muisje uit dan maar bij
haar te komen op de tafel en regelde het
zoo. dat Spitsbaard met haar sprong net
terecht kwam.op de schaar.die op
zij viel tegen den lijmpot, zoodat beiden met
een knal, die door het heele kantoor was
te hooren op den grond vielen
De dief in de kamer daarnaast hield ver
schrikt met zijn werk op. Was daar
iemand?.
Maar nu was Zllverblik’s oogenblik van
handelen gekomen! In den tijd van een
oogenblik was zij aan het raam, dat tus-
sehen de belde kamers In was en begon zoo
scherp als ze maar eenigszlns kon den dief
in 't gezicht te schijnen De dief begon
te beven en te trillen als een espenblad en
liet de groote map, die hij juist wilde mee
nemen en waarop met groote sierlijke let
ters stond „Voor onze kleinen" vallen,
want hij dacht niet anders, of daar stond
Iemand, die hem met een sterke zaklan
taarn belichtte. Met één sprong was hij
aan *t venster en verdween als een haas in
*t donkere van den nacht. Zllverblik deed
een luchtsprong van plezier! Daar zou va
der Maan van ophoorenl
Is ZOO
**n wens<
troote op
•chaal da
■Uk maak
reschapen
san het 1
<to Overt
doordat
•«rleenlng
■nderzUds
B(j dit
barda ziel
beeld.
De leid»
■>hr DE i
“meten af
*er mlddi
instructie
Unobeei
VkRVOOR
mee doen,” vroeg Kees. „Natuurlijk probee-
ren den vlinder er uit te kweeken. Kijk zoo
moet hij er uitzien," en Evelien haalde een
boek te voorschijn met afbeeldingen van
vlinders. „Voedsel heeft hij genoeg en an
ders kan ik hem wel een nieuw stuk wilgen
of populierenhout brengen. Ik ben nog meer
rupsen aan het kweeken. Zoo ben ik allang
benieuwd geweest wat voor vlinders de aard-
rupsen geven (flg. 2). Ik probeer die rupsen
te kweeken in een jampotje waarin een pol
letje gras staat. Volgens de boeken moet de
aarduil als vlinder (flg. 3) niet erg opvallend
zijn, grijsachtig met kleine streepjes op de
voorvleugels en een vrij dik lichaam. Langs
voor- en achtervleugels loopt een donkere
streep.
Mooier is de gammauil of het pistooltje
(flg. 3). Van dit dier zijn de voorvleugels
bruin, brons en grijs gemengd, soms met
paarsen gloed. De achtervleugels zijn geel
grijs met breeden, zwarten rand. Eigenlijk
verdienen deze vlinders den naam van uilen
niet, want ze zijn allerminst lichtschuw.
Midden op den dag bij helder weer en zon
neschijn kan men de gammauiltjes van
bloem tot bloem zien vliegen en stuifmeel
zien versleepen. Zoo bestuift de gammauil by
voorbeeld crocussen. Rupsen van dezen vlin
der heb ik nog niet maar ik ga ze toch
zoeken en kweeken.
En dan heb ik nog een appeltje te schillen
met de bessenanrps. Vereden jaar
hebben die ondeugden In samenwerking
met de bastaradrupsen van bladwespen al
onze bessen kaal gevreten. Daar zullen we
dit jaar eens een stokje voor steken.
Maar een enkele bastaardrups laat Ik ver
der zich ontwikkelen, want Ik wil de pop
en den vlinder wel eens zien. Ik vind span
rupsen toch altijd zulke wonderlijke dieren.
Daar heb je bijvoorbeeld de rups van den
vllervllnder. Ook de geribde eieren heb
wel gevonden.
Het «toffeftffc overschot der twee bij het ongehik van de „Kwikstaart**
om het leven gekomen Engelsche passagiers is Donderdagavond mot
de „Batavier van Rotterdam naar Engeland overgebracht. Hot aas
.Alle menschen! Als ik er eens niet ge
weest was!” zoo wendde ze zich tot de
groote oude kast, „dan was Je dat kwijt
geweest hè?!” en daarbij wees Zllverblik
op de groote map, die daar op den vloer
was blijven liggen.
„Ja, maar Ik kon er toch heusch niets
aan doen!” jammerde de oude kast, „ik
heb me nog lang genoeg goed gehouden,
maar ten laatste kon Ik niet meer!"
„Wat een geluk dan, dat ik ben geko
men!” juichte Zllverblik. „Ik'huiver al als
ik eraan denk, wat er gebeurd zou zijn, als
die gemeene man die groote map had mee
genomen! Dan waren alle sprookjes en
mooie verhalen, die daarin zitten. Ineens
ook verdwenen, en konden de kindertjes
die nooit meer lezen!”
En vreugdevol keerde Zllverblik nu
toch haar werk voor dien nacht was afge-
loopen naar Vader Maan terug, die haar
als belooning voor haar kordaat optreden
direct benoemde tot een van de eerste en
voornaamste manestralen, die speciaal aan
gesteld zijn om des nachts te waken over
de kamertjes waar de konlngkindertjes in
slapen. En jullie begrijpt, wat Zllverblik
daarmede vereerd was!
Mama-chimpansee heeft zorgen over haar
baby, die op den dag van koning George's
reg eerings jubileum in de Londensche Zoo
werd geboren, en die daarom „Jubilee*
gedoopt is
-w -y u zullen Jullie nooit raden wat mij
overkomen is.” Met die woorden
kwam Evelien bij de familie van Voor
den binnenstuiven .even later gevolgd door
Rob
„Wat dan?” klonk uit een mond de vraag
van Mientje, Kees en Bram. De vereeniglng
„Plant en Dier” had zich namelijk als van
ouds bij de familie van Voorden verzameld,
met de bedoeling een wandeling te gaan
maken. Maar dé grauwe lucht waaruit steeds
regendruppels vleleh, die in regenstralen
overgingen, beloofde weinig goeds voor een
wandeling. De komst van Evelien gaf dus
een welkome afleiding. „Wel, kijk” en Eve
lien haalde een Jampotje te voorschijn,
waarin een stukje hout zat. Het deksel was
met gaatjes doorprikt. ,.Dit stuk hout kreeg
ik van iemand die wist dat Ik veel van die
ren heud Er zit 'n dikke rups in, (flg. 1), dat
is de rups van den wilgenhoutvllnder.” Het
jampotje ging van hand tot hand en met
van de kast open. Toch gaf dit op een
oogenblik nog even een gerucht en de dief
want dat 't een dief was daar twijfelde
Zllverblik geen oogenblik meer aan!
drukte zich snel in een donkeren hoek van
de kamer.
Zllverblik overwoog den toestand bij
zichzelf. Zou ze den portier maar niet di
rect gaan wekken? Wie weet wat die
slechte man nog in 't zin had! Maar een
oogenblik later wierp ze dat plan toch weer
ver van zich af. Neen, ze wilde zelf den
dief verdrijven. Ze wilde vader Maan toch
eens toonen, dat ze meer kon dan spelen
alleen! Als de bliksem zoo snel wipte ze In
de kamer daarnaast, waar ze net terecht
kwam bfj een mulzenfeest. Moeder Plepse-
rief diende juist 1 souper op, een brood
korst, die ze in een van de papiermanden
gevonden had, en nog wel met een groot
stuk kaas erop! 't Was een pret om te zien,
hoe al die muisjes op hun achterpooten
zaten te balanceeren! Daar moest Zilver -
bllk toch werkelijk even naar kijken! Dat
zag ze niet alle dagen! Ze Het zich even
neer op een van de schrijfbureaus juist op
een paplerschaar, die daar op een van de
adresboeken lag.
„Zeg, wat haal JIJ In Je hoofd” viel de
schaar scherp uit tegen Zllverblik. „Nacht
braker! Insluiper! Mij In m’n besten slaap
te storen, terwijl ik den geheelen dag druk
In de weer ben geweest met knippen! Of
dacht Je soms, dat ik m'n nachtrust niet
verdiend heb! Ik ben geen nachtelijke
boemelaar zooals Jij. Ik ben uit een heel
geachte familie echt Solingen! versta
Je dat of niet?”
„Zllverblik!” sprak de goede oude maan
verdrietig tot het speelsche manestraaltje,
Je neemt Je arbeid te licht op. Jij springt
en JIJ danst maar als een bliksemflits over
de aarde rond, duikelt van boom op struik,
van struik op huis, schijnt kleine kindertjes
en menschen. van wie Je weet, dat ze *t
niet kunnen hebben, ondeugend In t ge
zicht, totdat ze verschrikt opspringen of
zelfs beginnen te slaapwandelen.
Je moest eens wat beter gaan beseffen,
dat je een nachtwakertje bent! En anders
niets dan een nachtwakertje! Vergeet dat
niet! Want t zou me toch werkelijk spijten,
als ik me genoodzaakt zou zien tot andere
maatregelen tegen Je te moeten overgaan!
Maar dat zal toch wel niet noodig zijn! JU
als manestraaltje kent toch de plichten wel.
die op ons rusten! Nou komaan dan! Ik zal
je een streek aanwijzen, waar je geen on
heil meer kan stichten. Zie je daar dat
groote, roode huis? Kijk dat is een drukke
rij! Ik heb daar al een uurtje geleden wat
verdachte gemerkt. Iemand, hoog in de
kraag van z*n jas sloop daar rond, de hoed
diep in z'n oogen. Je moet daar maar ’s
goed op letten! En wanneer je dien man
weer ziet, wek dan vooral direct den por
tier. die In het huls, dat voor de fabriek
staat, slaapt. Die zorgt dan wel. dat de
politie komt!"
Veel had Zllverblik met die opdracht nou
niet op! Want zij was een luchtig mane
straaltje, dat 't leven altijd maar van den
vrooüjken kant had opgenomen, en zich
om arbeid geen zorg had gemaakt. Maar
vader Maan keek haar nu zoo door en
door ernstig aan, dat zij diens anders al
tijd zoo vriendelijke gezicht nauwelijks er
meer uit terug kon halen! En als vader
Maan zoo begon te kijken, dan was altijd
oppassen de boodschap.
Zllverblik koos dus maar eieren voor haar
geld en rrrtschdaar was 't ranke,
slanke manestraaltje beneden voor het
groote roode gebouw. Nieuwsgierig blikte
het door alle vensters naar binnen, maar
niets verdachts was gr te zien. Tot.... op
eens.... wat was dat?! Klonk daar niet
in de kamer van de „Sprookjestante” een
gerulsch, alsof een slot van een deur be
hoedzaam opengedraald werd? Angstig
blikte „Zllverblik" om een heekje. Ja, in
derdaad! Voor de groote kast knielde een
man Huwat een gezicht! Om bang
van te worden! HIJ scheen *t doel van zijn
nachteltjken tocht bereikt te hebben want
hij schoof zacht en gerulschloos de roldeur
l
fik
MA
O
e<
.....>zv»sQ<
Voor het gemeentebestuur van
den Bosch werd Woensdag
in verband met het 750-jarig
bestaan der stad een militair
défilé gehouden
4^-». z.