H H 4 Zoekt gij betrouwbaar Personeel? Al WÉ t Van de vierdaagsche afstandsmarschen. De bouw van de nieuwe Moerdijkbrug. H Haats dan een „Omroeper gezinnen <i n 'W voor 80.1 Ml IIÖ tr* jeugdige lezers onze F 1 DONDERDAG 25 JULI 1935 5 i Si’ rs Landelijke entourage bij de vierdaagsche afstandsmarschen onder begunstiging van schitterend zomerweer I Itelieensch troepentransport Transparanten Op straat spelen f De V. P. D. •rcc: De student en de schoen maker l 4 *4 .JU. F »7 PÓLITIE-STOPTEEKENS >^0-' r I FOTOREPORTAGE 1 4L* 1 X 4 «si r j a T - i F - i - O J* oud-'s Hsrtoganboich op bezoek In het zitke^wl» 1 door C. Verdale 'X vroeg t, Bati r udm. r? 1 do sai vrome vrouwen, dat nog lang nadien be staan heeft, en de belde dochters van den schoenmaker waren de eerste bewoonsters. Wat hierboven verteld werd Is geen le gende. Het is een historisch feit. De bedel- student bleek te zijn de beroemde Kardi naal-Aartsbisschop Martinez de Siliceo van Toledo. -1 In hui» it t vaak: „Wees stü een beetje. De buren allemaal Ze klagen, weet je!* met zwarte strepen en stippen.** Hoe jammer het ook was. het werd weer tijd om op te breken. Nadat Rob nog eens opgemerkt had, dat er toch altijd wel iets aardigs in de natuur te vinden is, selfs in den winter, gingen de clubleden naar huls. Dat ia op straat. Dat kan na vieren Het allermeest One nog plezieren I Ken voetbalmatch (ten klein toemaatje). Dat ie geschikt Juist voor het straatje. Op straat geen mensch, Die je komt storen. Al laat je ook Je luidaten schreeuw vaak hoorenf Zeg, vind je *t ook zoo fijn. Op straat te spelen! En zal het jou Ook nooit vervélen! Voo vlag 1 technl persor den ii hm v»i tn F» dal De straat is altijd weer Vol leuke dingen; Je kunt er ongestoord Ravotten, springen/ De H collega de Hoo Noort 1 de heer van alk Pel van in den onze gt vervoert In l der ki is ten waar goede da tre me 1 mr de var wa de De straat i» ruim, Daar kun je je bewegen De straat klaagt niet; Die kan er tegen. X Turvirfrsw, dat de» agaat van vanaaaachtene aadeet. De het p kisten, nen er dragen De i Conten die va radlo-t voerd i Dit schot r lem tei overset onmldd dat va Het i «tra w< van de en van de Bati Engelse «al ove t s En spelletjes nou...* Denk eens even. Wat mogelijkheid De straat kan geven!. Verstoppen.... t\jn..„- Een gaat er roeken; Op straat zijn toch De meeste hoeken! Voc krans de mité laatst den v vaderl Wij pen. kaartj aan v hier r haar soo ac HJn. var var aü< hre Air. D is het de K ken D H won Et den wifd laad Rt gieri gaar gtnc in I petfa swat man tresa De ledet R1B ver •r Vaas vasfaass, va» varaa In de Wormer L B. tei leden ge schade g De vo op het i vooracho batig sa meentetx ta een r gevoi mtHiiiiHiiitimiiiiiHimiiiiimiHiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiuiiiimmiiiiiiiiiiiHiiHi iiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii^ d| iiiiiiiiiiiiini iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiini ,JJoen lievenheersbeestjes dat?” Evelie. ,^<ou en of” merkt Kees op. De volwas sen kevers leven van bladluizen en de lar ven (flg. 4) ook. „*t Is een mooi diertje,” vond Bram, UUI heeft precies zeven zwarte stipjes op de roode dekschilden. Ik heb wel eens lieven heersbeestjes gezien, die heelemaal zwart leken en ook wel eens oranje exemplaren - lervoor heb Je noodlg een jampotje dat goed schoon is en waarvan het etiket is afgehaald. Doe hier omheen een stuk stevig papier dat even hooger is dan de jampot en knip dit af zóó dat de einden een centimeter over elkaar komen te liggen. Dan kun je het later vastplak ken. Op het papier teeken je nu bloemen, vogels, kinderen, net wat je wilt. Je kunt ze wel met blauw calqueerpapier overtrek ken uit een oud prentenboek. Nu kun je de figuren heelemaal kleuren met Ecollne of waterverf en je kunt ze ook zwart maken en het overige papier rood. Het worden dan silhouetten en dat staat aardig op een transparant. Is het papier dus heelemaal versierd en gekleurd dan doe je het om den jampot en plakt de einden over elkander vast. Nu nog een waxinelichtje of een eind je kaars op den bodem van den jampot en dat aangestoken en je transparant is klaar. de schoenen." De Kardinaal gaf hem een zijden beurs met zes duizend reals in dien tijd een belangrijke som. .^fisschien ben je nu tevreden, maar als je soms nog iets zou wenschen. zal ik je verzoek Inwilligen, als het in mijn vermogen is. En anders ga ik naar Madrid en vraag het aan den konlng.” „O, hoogwaardige heer. Excellentie, ik ben meer dan beloond met deze som. Alleen, als ik toch een verzoek mag doen, zal het zijn voor mijn belde dochters, die onbemiddeld achterblijven wanneer ik sterf en dat kan nooit lang meer duren.” „Wees onbekommerd, we zullen ook vooc haar toekomst zorgen.” En zoo gebeurde het. De groote prelaat en beroemde Aartsbis schop stichtte in Toledo een tehuis voor windsel. De bloemen hebben vier blaadjes en vier meeldraden (flg. 2), de knoppen lijken wel een beetje op die van den se ring (fig. 1). Als de bloemen uitgebloeid zijn, komen bessen aan de plant, die rood zijn en eetbaar. Mijnheer Jansen heeft aangeboden ons te waarschuwen als de bes sen rijp zijn, als we er maar een paar voor de vogels laten, mogen we vrij pluk ken. Natuurlijk heb ik zelf in de boeken eens nagezien wat er over de kornoelje te ver tellen is en gevonden, dat er een soort be staat, de Zweedsche kornoelje (flg. 4», die op sommige plaatsen in ons land, name lijk in Drente en Oost-Oroningen, in bet wild voorkomt. Deze Zweedsche kornoelje is een plantje, dat al in heel vroege tijden, in den zoogenaamden ijstijd, op aarde groeide. Maar de Zweedsche kornoelje bloeit pas veel later, in Mei. *t Is ook geen struik, maar een klein plantje.** V«ot varkwr, 4m dan «ftat Wat er van de nieuwe Moerdijk thans gereed is. Een doorkijk in de drie overspanningen, die geplaatst zijn „Weet je nu van de Aucuba ook wat te vertellen?” vroeg Rob. „Jawel, de Aucuba is een struik, die uit Japan komt. Aucuba’s worden veel in tui nen gekweekt, omdat ze zomer en winter groen zijn, dat is te zeggen, de bladeren zijn groen en geel gevlekt en dik. De kleine bloemen zijn bruin en het merkwaardige is, dat de bloemen van de eene plant uitslui tend meeldraden bevatten, die van *n an dere plant alleen een stamper. Die stam- perbloemen vormen later een soort roode bessen met harden steen erin. De Aucuba bloeit pas in Mei. „Och, kijk eens, wat een aardig lieven- heersbeestje," riep Mlentje opeens uit (flg. 5). Wat mooi is dat, juist zoo’n rood puntje op het Aucubablad. ,Jk weet watl" riep Toos uit. „We heb ben een Fuchsiaplant staan, die telkens vol bladluizen zit. Daar zullen wij bet lieven- beersbeestje opzetten, dan kan die blad luizen vangen." .duizendmaal bedankt, baas. Ze passen uitstekend en ik zal ze je betalen als ik Aartsbisschop van Toledo ben.” ,JDe hemel beware ons!” antwoordde de schoenmaker lachend. „Geluk er mee. En al zou je ze nooit kunnen betalen er be staat ook nog zooiets als naastenliefde en de een behoort defl ander te helpen wan neer hij kan.” hO, je zult er niet bij verliezen,” hield de jongeman vol. „Ik zeg het nog eens, zoodra ik Aartsbisschop van Toledo ben.” *t Was twintig jaar later. De schoenmaker was den student en de schoenen al lang vergeten, toen op een middag een geeste lijke in de deur van het schoenwinkeltje verscheen en hem verzocht hem naar het paleis van den Kardinaal te vergezellen. De oude man want de schoenmaker was in- tusschen oud geworden volgde den pries ter met bevende knieën. Toen de Kardinaal-Aartsblsschop hem zag, verwelkomde hij hem hartelijk. „Ah, mijn oude schoenmaker! Wat ben ik blij dat Onze Lieve Heer me u deed te rugvinden. We zijn nog oude kennissen, nietwaar?" „Oude kennissen?" stotterde de schoen maker, .maar Uwe Excellentie vergist zich, ik weet niet...,” „Ik ben u nog altijd een paar schoenen schuldig, die ik beloofde te betalen, wan neer ik Aartsbisschop van Toledo zou zijn. En nu ik dat ben, wil ik mijn schuld ver effenen.” ..Goede Hemel, is het mogelijk.’* „Inderdaad En nq, hier is het geld voor Dank om uw rijwlelplaatjel Roods than» zijn zij verkrijgbaar. Op 1 Augustus (reedt hun geldigheid in werking V wwgw FM die, zooals mijnheer Jansen verteld had, familie was van de kornoelje. Nu begon Kees op dreef te komen. ..Kijk, zie je die vier gele blaadjes onder het bloelscherm? Die besten samen het om- r». O naar Afrika. Het s.s. .Colombo' met troepen aan boord in het Suez-kanaal eb je die mooie bloeiende struik bij mijnheer Jansen gezien?” vroeg Kees aan Bram. „Ja,” antwoordde deze, ik heb hem wel gezien, maar ik weet niet wat het is." ,Jk ook niet,” zei Kees, „maar ik ken mijnheer Jansen wel en ga hem een takje vragen, dan kunnen wij het Woensdag op de club eens verder bespreken.” Zoo gezegd, zoo gedaan. Mijnheer Jansen had niet het minste bezwaar den jongens een paar takjes af te staan. Enkele takken hadden nog geen bloemen (fig. 1), aan OP Burgemeester en schepenen ven van St. Joannes de Deo te den Bosch ang geleden, o een van die regen- I achtige morgens, waarmee de trieste 4 herf8t ons arme stervelingen zoo dik wijls plaagt, slenterde een bedelstudent moedeloos door de nauwe kromme straten van Toledo. Aan zijn voeten droeg hij een paar lappen leer, die eens schoenen ge weest waren, en die niet konden verhin deren, dat zijn teenen telkens in onzachte aanraking kwamen met de keien van het plaveisel. Ineens, als bij ingeving, hief hij het hoofd op en ging de dear van een nederig schoen winkeltje binnen. „Goeden morgen, baas.” „God geve u eveneens een goeden mor gen,” zei de schoenmaker. „Wil je een paar schoenen voor me ma ken? Je ziet hoe ellendig de mijne er aan toe zijn.” „O, waarom niet? Want om de waarheid te zeggen heb ik nooit zulke wrakken van schoenen gezien.” „Goed. Neem dan de maat maar.” Toen die onvermijdelijke taak was afge- loopen, vertelde de schoenmaker wanneer hl) met. zijn werk klaar zou zijn. De student kwam precies op den bepaal den tijd en paste de schoenen. En toen hij sag dat ze hem keurig pasten, wilde hij heengaan en zei met de zorgeloosheid, die de studenten van die dagen kenmerkte: andere kon men de bloeischermen (flg. 2) al vinden. Natuurlijk waren de andere tlubleden ook vol belangstelling voor de mooie plant en Kees moest zooals vanzelf spreekt, van AZ vertellen hoe hij er aan gekomen was en wat voor soort plant hij gekregen had. Kees wilde maar al te graag zijn verhaal doen en hij vertelde hoe mijn heer Jansen een mooi takje van de gele kornoelje, zooals de plant heette, geplukt had en er nog een takje van een andere struik had bijgevoegd (fig. 3), een aucuba,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 4