on D I 1 fjl I KINDEREN ft 1 I iO 'I w a B o Onze Woning ÖOfi Eierschotels TOILETJES VOOR DE JEUGD HANSSOPJE Nuttige wenken Gebreide Kinder* blazer 9 I |i ?- iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiióim VOORJAAR IN DE ZWITSERSCHE BERGEN VOOR DE KEUKEN Voor meisjes van zes4ot zeven jaar i* k! s. ~n m h M j t I OP VERZOEK •fj li| rl - - r ■dkaJI r Ie toer r. tot de de om- om- i h DORA t N. W. DINY ZO ANEMOON r l r i ter wanneer Flg. 20 is gemaakt van twee kleuren stof. De voorkant van het eenvoudige manteltje is afgewerkt met een bles. De rok bestaat uit smalle banen, is aeer nauw en heeft van a er haar mouw werkt. zoo een en Op de m de m i ii •een opstikt en U r !1 a e U pel rer rer Ier lie ►rd en en t; en Af- ren m- Mt ie in jn of 1- le le B is ie et i? ►n- >P- BT- uig «n De keuze van meubelwerk is het belang rijkste in deze dagen waar eiken, mahonie en noten om den voorrang streven. Kies eenvoudige lijnen en een stevige •houtsoort voor dagelUksch gebruik. onderen splitjes. Het patroon is te verkrij gen in maat 40, 42, 44 en 46. We hebben voor het rokje maar 1.60 M. stof noodig en voor den mantel 1.75 M. siepakjes, complets en sportjasjes - alteaj- yig. 9 bestest uit een witte Japon met biezen van de stof van het manteltje. Het korte, iets getailleerde jasje is van donker blauwe wollen stof, heeft ’n klein opstaand kraagje en smalle witte revers. Patronen in de maten 40, 42, 44 en 46. Flg. 170 is een leuk klndermanteltje met Er zijn experts aan elke meubelzaak van beteekenis verbonden, die u gaarne op den goeden weg helpen. Maar wanneer u er op staat enkele dingen die u reeds zelf uit zocht of reeds bezat tusschen het moderne arrangement te plaatsen, vraag dan liever niet hun meening. is en vogue en wij hebben slechts onzen spiegel te consulteeren om te weten welk model ons het beste zal staan. Voor zware figuren is de driekwart- of complet-mantel uitstekend geschikt. Jonge en slanke per soontjes kunnen eigenlijk alles dragen, maar zullen er toch op s*n voordeellgst uit zien in een pakje, zooals we er hier twee geteekend hebben. ..jf DE WOUW EW HAAR HUISHOUPMC Vermijdt groote fantastische ontwerpen voor uw bekleedlng. dit zijn slechte ultin- schouderkleppen, smal voor- en achterpand. het m<x,ernlsme> en dWBM boven- dien, daar ze u spoedig vervelen en niet rustig stemmen. Laat uw woning eenvoudig ingericht zijn voor rust en comfort. Richt uw huis echter zoo in, dat het aan genaam is, om in te leven, een huls waar uw gasten zich op hun gemak gevoelen. Kies stoelen, waarin men prettig zit, en soo*n beetje in neervallen kan, zonder dat het de veeren zal hinderen. Kies modern behangsel of watervaste verf en bedenk dat effen tapijten, hoe mooi en rustig ook, altijd Indrukken vertoonen van voetstap-' pen en stoelpooten. Wilt u toch een effen tapijt, ziet deze kleinigheden dan over het hoofd, alhoewel u misschien beter een -Jaspé-taptJt kunt kiezen, waarofrgMn voet- indrukken zichtbaar blijven, en dat toch een effen aspect geeft. Meubelwerk van mahonie en wortelneten zal spoedig kleine krasjes en deukjes ver toonen, die niet meer uitgaan en uw er gernis blijven wekken. Een goede eiken soort hetzij ongebeitst, zooals men tegen woordig veel ziet, verweerd, met het grijs achtige aanzicht (thans zeer modern), of gebeitst in de kleur die u wenscht, is altijd de meest practlsche. Glad mahonie zal ook niet zoo prettig aandoen bij de moderne sterke tweedstoffen voor bekleedlng en gor dijnen; hoewel men wel mahonie meubelen ziet met deze bekleedlng, blijft deze hout soort toch altijd meer bestemd voor zijden rib of zijden brocaat bekleedlng. Het mo derne leven echter heeft de glanzende zij den stoffen uit onze woning verdreven en daarvoor in de plaats gebracht, de stevige reeds genoemde grove tweedstoffen, ook voor gordijnen, en verkrijgbaar In de teer ste kleuren, biscuit, sleutelbloemkleur, zacht beige en crème, terwijl ze voor de slaapkamer in de mooiste pasteltinten uit komen. Deze tweedstoffen voldoen aan den elsch van lang mee te'kunnen, zonder dat ze in waarde achteruitgaan. I -» -- eer en meer raken we vertrouwd 1^/1 met het practlsche probleem van het uitmsten van een modern huls. Er zijn maar weinigen die niet willen Inzien, dat de ruimte gevende en comfort biedende inrichting van tegenwoordig toch ver staat boven den vollen „salon-stljl” van vroeger. Iedereen kan zijn huis modern inrichten wanneer begonnen wordt met het weg doen van elk overbodig ding. i vt v ij zullen dezen zomer een keus heb- yy ben te maken uit een groote ver scheidenheid van modellen. Lange en driekwart mantels, tailleur- en fanta- -w tu de eteren Zoo goedkoop zijn, zou- |Xl den we geen goede huisvrouwen zijn wanneer wij ze niet meer dan in duren tijd ter tafel brachten. Hieronder volgen een paar elergerechten. die zoowel voor ’n lunch kunnen dienen als voor hors d’oeuvre of entremet aanvulling van het menu bijv., men onverwachts gasten krijgt: Koude schotel van eieren en tomaten. BIJ 4 hard gekookte eieren rekent men 4 mid delmatig groote tomaten, 4 koude gekookte aardappelen, 1 eetlepel zeer fijn gehakte peterselie, 4 eetlepels slaolie, IS lepel azijn, 1 theelepel Maggl’s aroma, peper en zout. Men overgiet de tomaten met kokend wa ter, laat ze een paar minuten staan, neemt er dan het velletje af, snijdt ze in plakjes, bestrooit ze met peper en zout en laat ze ’n uurtje staan. Ook de aardappelen snijdt men in gelijke, plakjes, bestrooit ze met peper en zout, giet er 1 lepel olie over en lepel azijn en laat ze eveneens, toegedekt, ’n uurtje staan. Intusschen snijdt men de hard gekookte en gepelde eieren in plakjes. Men klopt de overgehouden olie en ^zljn met peper en zout èn peterselie en aroma door, elkaar tot ’n vlnaigrette-saus. Zijn tomaten en aardappelen wildoende gemarineerd dan schikt men midden in 'n schotel de aardappelen op ’n stapeltje, men legt de tomatenplakken kruisgewijze daar overheen en over de heele lengte en breed te van den schotel. In de 4 vakjes welke hierdoor ontstaan, schikt Uien de plakjes ei en tot slot besprenkelt men alles met de vlnaigrette-saus. Gegarneerde eieren. Bij 4 harge eieren neemt men‘4 ansjovis]es, 1 tomaat, *n wei nig sla, 1 eetlepel capertjes, 1 theèlepel Maggl’s aroma, 2 theelepels azijn, peper en zout. Men zet de ansjovis eenige uren in wa ter met *n scheutje melk, néimt er dan de graat uit en verdeelt elke ansjovis in 4 filets, die men goed laat uitlekken. De tomaat wordt gepeld en in 4 nette plakken gesneden, die men bestrooit met peper en zout en bedruipt met de aroma, die men met de azijn geklopt heeft. De sla wordt schoongemaakt, gewasschen, uitgelekt en in kleine stukjes geplukt. Voor elk ei neemt men nu ’n klein bordje, legt er ’n laagje sla op, in ’t midden ’n plak tomaat en daarop een $1, met de punt naar boven en den breeden kant goed vlak gesneden, zoodat het gemakkelijk staan kan. De ansjovls-filets legt men nu boven langs het el en in het midden, waar de filets bij elkaar komen, *n paar capertjes. De overige capertjes legt men, In ’n krin getje-, op de tomatenschijf. Eieren met kerrysaus. De eieren worden hard gekookt, gepeld en in vierdeparten verdeeld. Van gelijke hoeveelheden boter en bloem maakt men, op de gewone wijze, een sausje met melk, dat men kruidt met zout, noot en kerry. Dit sausje, dat mooi gebonden moet wezen, giet men heet over de eieren. Zeer smakelijk en sierlijk en voedzaam is deze schotel, wanneer men de eieren opdient in *n rand van maca roni of spaghetti in water gaar gekookt A. K.—P. e kasten worden uitgeruimd; alle kleeren nagekeken en heel wat goed, dat te klein of te odH is geworden, wordt afgelegd. Vooral met de kleertjes van den jongste weten we niet goed raad. We kunnen deze bewaren tot er weer eens een opvolgertje zal zijn. De ondervinding leert echter, dat we voor een nieuw kindje zelden deze bewaarde kleertjes gebruiken. Is 't leeftijdsverschil tusschen den jongste en den op één-na-klelnste groot, dan wor den er vanzelf weer andere modelletjes gedragen. En ook kunnen we nog zitten met het probleem van Jongens- en mels- jeskleeren. Meestal kan men. de te klein geworden kleertjes van den Jongste wel weggeven, .voorzoover deze niet meer vermaakt kun nen wórden. Te nauw en te kort geworden jurkjes kan men tot overgoolertjés ver maken. Door schouderbandjes van lint in de bijpassende tint te maken, wordt de lengte weer goed en ’t nauwe verhelpen we door hals- en rugopenlng ver uit te knip pen. Ook rokjes kan men dikwijls van jurk jes maken. Te kort geworden kousjes vermaakt men tot knie- of halve kousjes. Afwerken door er eenige toeren vaste op te haken. H. W. ^*>1 eqgTjifn bovenw. 66 cM., y mouwl 37 c.M., broekl. 63 cM. Be- noodlgd: 2.40 M. gewerkte stof, 45 «•M. effen, 10 knoopjes. Deze hanssop kan hoewel door jongens als door meisjes ge dragen worden; alleen is de sluiting dan Unks op rechts. Het patroon wordt op de tengegeven maten geteekend- en op de teste lijnen uitgeknipt, waarna ge het zoo teordeelig mogelijk op de stof legt en met 27e toer: aan *t einde 2 st. samenbr. Deze belde toeren 1 keer herhalen. 30e toer: 1 r., aver, tot de laatste 17 st., 17 r. 31e toer en volgende oneven toeren: r. 32e toer als de 30e. 34e en 36e toer: 1 r, ever, tot de laatste 18 st.. 18 r. 38e en 40e toer: 1 r, aver, tot de laatste 19 st„ 19 r. 42e en 44e toer: 1 r, aver, tot de laatste 20 st.; 20 r. 46e en 48e toer: 1 r. aver, tot de laatste 21 st.; 21 r. 40e toer: 21 st. afkanten. Verder r. 50e toer: 1 r„ aver., 1 r. 51e toer: 1 r., 2 samenbr., verder r. Deze beide toeren 1 keer herhalen en dan nog eens de 50e toer. Voor den schouder: 9 r., omkeeren aver.; terugbreien, 1 toer overbreien, kanten. Linker voorpand breit men op dezelfde manier. De 4 r. st. komen nu in de aver, toeren aan het begin van de naald, enz. De rug. 64 st. opzetten én 2 toeren r. breien. Verder breit met in trlcotst. tot aan de armsgaten. Dan bij het begin van de eerstvolgende 2 toeren 4 st. afkanten voor de armsgaten. Men mindert dan nog, om den anderen toer, 1 st. aan weerskanten van de naald tot men nog 48 st. overhoudt. Dan breit men recht door tot de armsgaten even hoog zijn als bij de voorpanden, ein digend met 'n aver. toer. Voor de schouders: laatste 8 st., omkeeren. 2e toer: aver, tot de laatste 8 st., keeren. 3e toer: r. tot de laatste 17 st.; keeren. 4e toer: aver, tot de laatste 17 st.; om keeren. Dan de naald uitbreien en alle st. afkanten. De mouwen. 22 st. opzetten en in trlcot st. breien. Aan *t einde van eiken toer zet men 2 st. bij op, tot men 50 st. op de naald heeft. Men breit dan ongeveer 10 cM. recht door en mindert daarna 1 st. aan weers kanten van de naald in eiken 8sten toer tot er nog 38 st. overblijven. Dan breit men recht door tot de mouw lang genoeg is ongeveer 55 c.M, eindigend met *n aver, toer. Volgende toer: 1 r. Verder telkens: 7 r, 2 samenbr. Voor de manchet breit men 17 toeren r. Afkanten. Het kraagje. 58 st. losjes opaetten en 12 toeren r. breien. Daarna kant men, aan *t begin van eiken toer, 2 st. af tot er nog 14 st. overblijven. Afkanten. Men naait de schoudernaden dicht en set *t kraagje aan met het smalle gedeelte langs den hals. De zakken worden aan den achterkant netjes opgezoomd en de mau wen aangenaaid. Het breiwerk onder ‘n vochtigen doek strijken eer de zijnaden dichtgenaaid en dé knoopen aangeset worden. echter voorpand: 44 st. opzetten en 2 toeren r. breien. Verder breit men in trlcotst, waarbij men aan 1 eind van de aver, toeren steeds 4 st. r. breit voor een randje voorlangs. De eerste en laatste st. van de naald wordt steeds r. gebreid. BIJ de 22ste toer begint men aan *t rand je vóór 'n sakje. Men breit dan: 1 r, 1 aver, 16 r, 22 aver, 4 r. 23ste toer: r. 24ste toer: 1 r, 1 aver, 16 st. afkanten, 22 aver, 4 r. In de 25ste toer zet men boven de af gekante st. weer 16 st. op en breit hierop 22 toeren in trlcotst. voor den achterkant van het zakje, dan breit men verder ge woon door. In den 4den toer hierna breit men 2 knoopsgaten aldus: 2 r, den draad naar voren halen, 2 st. samenbr, 18 st. r. breien, draad naar voren halen, 2 samen br, 18 r, 2 aver. Hierna breit men 25 toeren. In den daar- opvolgenden toer weer 2 knoopsgaten breien sooals in den 4den toer, 4 toeren over breien. In den daaropvolgenden toer aan het eind van de naald 5 st. r, 1 toer r. en id de aver, toer weer 5 st. r. aan "t eind. Nu begint men te meerderen voor revers. le toer: 4 r, 1 meerderen; verder r. 2e toer: 1 r, aver, tot de laatste 7 st, 7 r. 3e toer: r. Belde laatste toeren 1 keer herhalen. 6e toer: 1 r, aver, tot de laatste 8 st, 8 r. 7e toer: r. 8e toer: als de 6e. 9e toer: 7 r, 1 meerderen; verder r. 10e toer: 1 r, aver, tot de laatste 10 st, 10 r. He toer: r. Deze beide toeren 1 keer herhalen. 14e toer: 1 r, aver, tot de laatste 11 st, 11 r. 15e toer: r. 16e toer: als de 14e. 17e toer: 10 r, 1 meerderen; verder r. 18e toer: 1 r, aver, tot de laatste 13 st, 13 r. 19e toer: r. Deze belde toeren 1 keer herhalen. 22ste toer: 4 st. afkanten voor ’t arms gat, 1 r, aver, tot de laatste 14 st, 14 r. 23e toer: aan 't eind van de naald 2 st. samenbr. 24e toer: als de 22e. 25e toer: 13 r, 1 meerderen, verder r.; aan ’t eind van de naald 2 st. samenbr. 26e toer: 1 r, aver, tot de laatste 16 st, 16 r. Enkele meubelen, zooals comfortabele stoelen, armstoelen, practlsche tafeltjes en bergruimten, zijn, noodlg; doch zoo weinig mogelijk. Iets dat heel erg naar voren komt in de moderne woning, is het schrijfboekje, gecombineerd met boekenrulmte, en vaak meteen ingertcht als leesboekje. De moderne schrijfboekjes geven iets gezelligs en ongedwongens aan de kamer. Ze worden zoo compact en ruimte bespa rend mogelijk gemaakt, zooals alle overige moderne meubelen. Verschillende practl sche schrijftafels zijn tegelijk buffet. Men ziet ze in allerlei uitvoeringen en zelfs die met vele vakjes nemen weinig ruimte in. Op onze teekenlng «let u nog een gecom bineerde schrijftafel, boekenrulmte, ondiep, waaraan een thee-vitrine gebouwd is« De kleine moderne salon- en bijzet-tafels bie den haast altijd ruimte voor boeken of tijdschriften, terwijl vaak divan en arm stoelen boekenruimten hebben opzij of aan den achterkant. een naad uitknipt. Ge begint middenvoor aan weerskanten een bies aan te stikken, welke na afwerking 4 c.M. bred is en onderaan puntig toeloopt en waarin men later de knoopsgaten maakt. Op den rug wordt ter hoogte van de taille aan den verkeerden kant een bies tegengestlkt, welke na afwerking 3 cM. breed moet zijn. Hierna kimt ge schouder- en. zijnaden tot aan de taille met een platten naad verbinden, zoo ook het 8 cM. lange voor- naadje, den achtemaad en den pijp- en mouwnaad. Het resteerende gedeelte van den rug, dat later naar binnen komt, werkt ge met een smal zoompje af. Onderaan de pijpen zet ge een bies, weike ge 46 c.M. lang en 6 c.M. breed knipt. Deze wordt aan- en opgestikt, dezelfde wijze wordt onderaan afge- Deze bies neemt ge 26 cJM. lang en 5 c.M. breed. Aan de zijkanten van de broek worden de splitten 25 c.M. lang in geknipt. Aan den achter kant worden de stukken aangestikt, die ge 6 c.M. breed en 27 cM. lang knipt. Aan den voorkant neemt men ze 6 cM. bfeed en 25 c.M. lang. De achterkant de bfoek wordt, noodig. Ingerimpeld, waarna ge ceintuur knipt, welke 80 c.M. lang 10 C.M. breed is. Aan Tien arhterkant wordt de ceintuur op de broek, vastgestiktdit gedeelte past op den rugkant, dus is 36 c.M. breed. Op 6 cJA. vanaf middenachter en ook bij de splitjes worden staande knoops gaten in de ceintuur gemaakt; aan den voorkant twee liggend. Bij het inzetten der mouwtjes neemt ge den mouwnaad 3 c.M. meer naar voren dan den zijnaad. Het kraagje knipt ge 36 c.M. lang en 14 c.M. breed, waarna het wordt aangestikt en overgezoomd. Hierna maakt ge op 6, 15, 24 en 33 cM. vanaf den bovenkant knoopsgat, waarna ge het zakje en de knoopen aanzet. kraag en revers, die zijn afgestikt met dikke zijde. Het eenigszins klokkend mo delletje is te verkrijgen In bovenwijdte 60, 64 en 68 en wordt gemaakt uit een lap stof, die tweemaal de lengte van het manteltje heeft. wee kleintjes, van vier en twee, samen r| gade te slaan, onopgemerkt natuur- A- lijk, is een bron van vreugde. Bij veel wat ik hoor, vraag Ik me af, hoe komt ’t kind eraan, waar haalt het de uitdrukkin gen vandaan! jopie en Annie hebben vele poppen, maar eenzelfde is van belden de uitverkorene. Leidt wel eens tot strubbelingen, want ais Jopie t „lieverdje", zooals de offlcieele naam van ’t slappe vertroetelde poppeklnd luidt. Juist heerlijk in haar eigen bedje naast ’r eigen kopje heeft onderge stopt, klinkt uit ’t kleinere bedje van Annie de verzuchting: „Waar is lieverdje nou?" Er Is veel tact en overreding toe noodig, om beiden doorloopend tevreden te stellen, maar aan den anderen kant vind ik er wel iets paedagogisch in zitten, in dat gezamen lijk bezit. Ze leeren geven en nemen. Als jopie haar zusje beloofd heeft: „dat ze heusch „lieverdje” mag vasthouden straks,” wordt dit onvoorwaardelljk geloofd en na gekomen. Deze pop wordt ook door beiden voor eigenbaat gebruikt. Wilden ze nog o zoo graag een kbekje en ze kennen moeder’s weigering, dan komen ze met kwasl on schuldige oogjes, een versnapering vragen voor „bet kindje”, dat nog niets had gehad. j)at had Mama zeker vergeten!" De oudste moedert graag over Annie. Ze probeert haar aan te kleeden en heeft onbewust veel toe bijgedragen, om gauw zindelijk te maken. Eens zag ik haar aan Annie’s jurkje staan sjorren, ’t Scheen niet geheel naar haar zin te gaan, te oordeelen naar haar verzuchting: ,^e, he, dat is me wat!" Vandaag heette Annie „Keesje”. Ik vroeg me af, waarom. Doch lang hoefde ik niet in onzekerheid te blijven. .Keesje, kom, we gaan wandelen. Ga zitten Keesje! JU krijgt ook een flets, als je groot bent Papa zal hem maken!" Nu begreep ik het In het dorp, waar we vroeger gewoond had den, was een fietsenmaker, wiens zoontje Keesje heette. En nu zag ze haar papa bezig een band te plakken, met de noodige ingrediënten rondom zich. Papa is nu pre cies Keesje’s vader. Nu is Annie dus Kees je! verkondigde Jopie. Jopie vat alles letterlijk op. Als ik zeg, dat ik den trein moet .Kalen”, stelt ze zich voor, dat dit net zoo gaat, als een pond zout halen! Heelemaal onjuist is deze rede- neering niet eens, als we b.v. denken aan „een taxi halen". Als we een taxi halen, staat deze- -eenige minuten later voor *t huls. Dus waarom een trein niet?! Laatst, t<^ zé In de tram 2at, vroeg ze, •hoe t toch kwam, dat de tram precies wist, waar we heen moesten! t Ook begrijpt ze niet, dat zij niet alleen groeit, doch haar zusje ook. Als ze zoo groot is als mama, wil ze met Annie gaan rijden In-’t wagentje. Laatst hadden we een logée, die nog al veel aandacht besteedde aan haar uiterlijk, wat de kinderen natuurlijk erg interessant vonden. *s Middags, toen Jopie allang diende te slapen, doch nog erg rumoerig was, ging Ik eens waarsci^péven, dat ze lief moest zijn. Ik schrok, toeh ik haar zag. Zou ze koorts hebben! Ze had gloeiend röoie han gen, maar haar oogen keken niet ziek. In tegendeel ik zag daarin een verplacht on deugenden glans! Kijk,” zei ze triomf antelijk, „net als tantej” Ik vond in haar bed: een doosje rouge, een oogenstift en een spiegel. Alles uit de logeerkamer gesleept! „Dat is heele maal niet mooi voor kindertjes!” zei ik, toen m’n innerlijk geproest, vooral om *r zwarte snorretje, wat bedaard was. Kou, dan is ’t voor groote menschen ook niet mooi!” besloot ze wijsgeerlg en ik wist niet, of ik al of niet blij moest zijn dat deze uitspraak alleen mij ter oore was gekomen!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 3