De z„k Udewük 3^ den dag aan Met twee kameraadjes op avonturenreis 0 1* fS en van H D Het Tanameer en de bronnen den Blauwen Nijl Het leitje Nieuw strafrecht HET VERDWENEN ELFTAL TWEE BI JENVOLKEN NAAR NED.-INDIË ENGELSCH-EGYPTISCHE SAMENWERKING GEEN SPRAKE VAN! BB .Mi ■HUI i - ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1935 De Duce schaakmat gezet Lode wijk XVI Uit den Haagschen Dierentuin Een gemoedelijk stel vliegers Apen ontsnapt 'Hifi MIMI Politieke overwegingen haalden streep door de speculaties van de Italianen i VM Zn „Historia” AT T C A °P dlt blad zlJn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen TT *7 EA bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door TT *7 CA bü een ongeval met E* OKfl /A I <1 r\ Dy/ll I" I-s O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen 1 VUi“ verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen V f VVs" doodeUJken afloop 1 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ■-1' een aanmerkelük is toegenomen. mondeling. grootst in «Jn kwartel!” deed wien om als door Arthur Morrison t Wordt vervolgd) 4 Hü liep op den gebonden man toe en vroeg x hem in de Fransche taal„Wie bent u eigen lijk?” De man schrok. „Wat is dat. praat u Fransch, wie bent u?" De stuurman begon hartelUk te lachen en maakte Ijlings de tou wen k» en daarna begonnen de belde man nen elkaar vlug uit te leggen, wie en wat ze waren. Wild van opwinding is een troep van 176 apen uit een particulier dierenpark op Long Island heden ontsnapt. Schreeuwende verspreidden zij zich langs de Zuidkust. De eigenaar heeft het publiek en de politie verzocht de dieren zoo eenigszins mogelijk levend bij hem terug te brengen. Inmiddels zijn de politieagenten na een jacht, die een geheelen dag geduurd heeft, er pas in geklaagd twee apen te krijgen. Daarna dringend nlg vriéndelijk tekeer gaat tegen Engeland in demonstraties aanplakbiljetten en kranten, is dus begrijpelijk genoeg. uit in de leitje lag Toen zij bulten kwamen en kalm huns weegs gingen. zou niemand, zelfs de meest geslepen detective niet, in hen een paar misdadigers ver moed hebben. Een paar straten verder verdwenen ook hun petten in de actetasch. de perspomp werd in een urinoir gedeponeerd, zü liepen verder, wenkten een taxi en noemden den naam van een straat in de binnenstad. Een kwartier later waren de sieraden voor nog geen derde van de waarde aan Manke Jet verkocht. Een advertentie behoeft geen „kapitalen" te kosten. Plaats maar eens een Omroeper! Rubrt- cecrlng en gelijkvormige zetwijze. Billijk han- leistarlet. Het liep prachtig, gesmeerd, gemakkelijker nog dan zij ooit hadden durven hopen. Samen kwamen zij. in kalmen. regelmatlgen, on-opvallenden stap aanloopen. Beiden droegen uniformpet van de gemeentelijke gas je letters G.O.; de een ander een perspomp. Tegen twee uur, bü haar thuiskomst, vond de terugkeerende vrouw haar vader aan den fauteuil gebonden, t hij, ondanks langstrekkende Arabieren geroofd slaaf te worden verkocht, hü was echter ontsnapt en had een schuilplaats gezocht in de bergen. Langzamerhand was hl) opge groeid en dreef handel met voorbijtrekkende karavanen en hU was een rijk man gewor den. bij verlies Van een hand een voet of een oog e “beroemde historische kwestie betref fende Lodewük XVII en Naundorff trekt den laatsten tijd weer bijzonder de aan dacht, niet alleen in Frankrijk, maar ook in ons land, dat met het drama van den ont vluchten, ongelukklgen koningszoon in nauwe relatie staat Immers, het is bekend, dat Lodewljk XVII. die zich tijdens zijn tragisch leven onder den schuilnaam Naundorff verborg, in het jaar 1845 een toevlucht vond in Delft, waar hu in het zelfde jaar overleed. Sindsdien vertoeven zijn nakomelingen in ons land en hebben alhier, meest militaire, functies bekleed. Sommige geschiedschrijvers hebben de Identl. telt van Naundorff met den zoon van Lodewljk Dezer dagen vertrokken oer Baloeran van den Rotterdamschen Lloyd twee bijenvolken naar Ned. Indië. De Dierentuin te Soerabaja staat, zooals men weet, in nauwe verbinding met den Haagschen Dierentuin en zoodoende vinden er steeds ruilingen van dieren plaats. Nu was het de wënsch van den Dierentuin te Soerabaja een paar volken Itallaansche bijen te ontvangen en men wendde zich tot den Die rentuin in Den Haag, die zooals bekend, een bijenhuis heeft, waar het leven dezer interes sante Insecten voor het publiek gedemonstreerd wordt. Daar Den Haag geen Itallaansche vol ken had, moesten in Italië eenlge Koninginnen gekocht worden; deze kwamen in het voorjaar aan en al spoedig mocht het gelukken deze vreemde volken te wennen en op te kweeken. De Directie van den Rotterdamschen Lloyd had wederom haar goedkeuring gehecht aan het verzoek om deze speciale, veel zorg vereischen- de zending met de „Baloeran” te vervoeren. De volken zijn In speciaal voor deze reis ingerichte kasten verpakt en In de koelkamers van de Baloeran opgeborgen. Dit geschiedde om den lust tot uitvliegen te verhinderen; anders zou den de passagiers er last van kunnen onder vinden. Hiervan Is nu geen sprake en als er geen onvoorziene moeilijkheden op de reis ont staan. Is aan te nemen, dat Soerabaja spoedig in het bezit zal zjjn van de Itallaansche bijen, waarmede dan verder geteeld zal worden. Er zijn ook weer dieren uit Indië onderweg naar Den Haag en deze worden nog vóór Sep tember verwacht, waardoor de acclimatisatie de meeste kans van slagen heeft. i terwijl J in- spanning van alle j krachten, er niet in geslaagd was zich uit zijn banden los te werken. Maar met één oogopslag begreep zijn dochter wat er gebeurd was Zij greep een mes uit de openslaande commode-lade en sneed de tou wen door, waarop de oude heer met een voor zijn leeftijd zeldzame vlugheid omhoog sprong en naar het telefoontoestel snelde. Daar belde hij de politie op en gaf een kort, duidelijk verslag van wat er gebeurd was. Hij vermeldde hoe hem de gedachte te binnen ge schoten was. met behulp van het schoolleltje van zijn kleinkind doofstomheid te simuleeren. bij intuïtie voelend dat dit hem op de een of andere manier redding zou kunnen brengen. Hij gaf een nauwkeurig signalement van de mis dadigers en herhaalde de opgevangen woorden „Tinus, Mike en Manke Jet.” Deze laatste aanwijzing bracht de politie spoedig op het spoor en tien minuten later wa ren de bandieten en de heelster achter slot en grendel en was de buit in zijn geheel terecht. Maar mama's lieveling begreep niet waarom opa hem den volgenden dag de mooiste spons, de mooiste griffel en de allermooiste spik splinternieuwe lel meebracht.... en dat nog wel, Cerwfjl hij den dag tevoren vergeten had z'n spullen mee naar school te nemen. handen en teekens: ..Doofstom. Wat wilt u?" De ander rukte hem het leitje uit de hand, veegde de teekens weg en schreef er de woor- den op: „Waar Is uw geld? Schrijf op! Gauw!” Hij hield hem het geschrevene voor oogen gaf een veeg met den spons over de lel, en stopte hem de griffel opnieuw in de bevende handen. Andermaal schreef het oude heertje: „Geld is achter in slaapkamer Kistje onder bed.” De schurk las. veegde de letters uit. liep naar achteren in de slaapkamer en fluisterde onder het gaan den andere toe: „Blijf bü hem. dat te niks uithaalt. Tinus! Laat hem opschrüven waar de rest zit gauw!” Dan sloop hij naar de aangewezen plaats, vond er het geldkistje, brak het open, stak het goudgeld en bankpapier vlug bij zich en liet de rest onaangeroerd. Toen hij terugkwam, vond hij Tinus in ge bogen houding voor de commode, terwijl hü bezig was zijn zakken vol te stoppen met gou den en juweelen sieraden, ringen, een bracelet, oorhangers, een platina dasspeld. „Allemaal voor Manke Jet! Hou die sufferd in de gaten. Mike!” fluisterde hij den ander toe. Deze bond den sidderenden grijsaard nog wat vaster aan den stoel, riep onderwijl den ander toe op te schieten, waarschuwde hem dat het tijd werd Dan namen zij de actetasch; de perspomp, veegden nogmaals de lel schoon en onderna men den terugtocht, den weerloozen ouden heer aan zijn lot overlatend. De trappen afloopend. borgen ze hun maskers in de actetasch en zet ten de gasfabrlekpetten wederom op het hoofd. Een bericht in het Egyptische blad „Mokka- tam” 'heeft in den maalstroom der problemen, die zich ontwikkelen rondom het conflict tus- achen Italië en Abessinlë. in zekeren zin een nieuw kristallisatie-centrum ^M^apen. Het Egyptische blad wist nameljjiffij^yichten, dat ingeval van een treffen tussMwff Italië en Abessinlë een Engelsch-Egyptisch expeditie corps zal worden geformeerd, hetwelk het ge bied van het Tana-meer zal bezetten en er de Engelsche en Egyptische vlag zal hjjschen, om ’op deze wijze te zorgen, dat dit gebied reeds Engelsch bezit is. voor het geval dat het den Italianen mocht gelukken, zoover door te drin gen. Ook andere Egyptische bladen wezen met nadruk op de noodzakelijkheid van dezen maatregel, om te verhinderen dat het Tana- meer en de bronnen van den Blauwer. Nijl in jtaliaansche handen vallen. Deze berichten zjjn tot dusverre van Enget sehe zijde niet tegengesproken. Nu begrijpt men ook de groote belangstelling, die Engeland acn den dag legt ten aanzien van de verscherping J aanleg van het hangende conflict, want Inderdaad zou Engeland er niet stilzwijgend in kunnen berus ten. dat het voornaamste waterreservoir van den Nijl in andere handen overging. Engeland beheerscht het in naam zelfstan dige Egypte niet alleen door middel van zijn vliegmachines, machinegeweren en tanks, doch vóór alles door den’ Nijl, welks toevoer van wa ter het van den Soedan uit regelt. De mach tige, kolossale stuwdammen te Assoean verlie zen al hun beteekenls. als de Engelsche bewind voerder over den "Soedan in het Opper-Nijl- gebied den watertoevoer afsluit. Zonder den Nijl en zijn overstroomingen, die door de stuw dammen in het Zuiden en in Boven-Egypte worden geregeld, is Egypte en daarmede het gansche land aan den economischen ondergang blootgesteld. Staatsrechtelijk is de Soedan een Britsch-Egyptlsch condominion, doch sinds meer dan tien jaar is het land uitsluitend En gelsch bezit. Toen in het jaar 1924 de Engel- sche Gouverneur-Generaal Stack in Cairo door Egyptische'nationalisten werd vermoord maak te Engeland eenvoudig een einde aan de Egyp- tische mede-regeerlng en wist het eveneens door te zetten, dat de nationaal-Egyptische troepen uit den Soedan werden teruggetrokken Engeland beschikt derhalve in den Soedan over de alleenheerschappij. De machtspositie. die het Britsche Rijk daardoor ten aanzien van Egypte heeft verworven, is van zooveel gewicht voor de Engelsche politiek en er zjjn zooveel voordeelen aan verbonden, dat het tot nog toe weigerachtig is gebleven om gehoor te geven aan het aandringen van Egypte op herstel van den status quo. De Egyptische nationaal-socia- llsten hebben zelfs den eisch gesteld, dat En geland zjjn troepen uit den Soedan zou terug roepen en dit territorium onder Egyptische op perheerschappij zou stellen; doch Engeland heeft verklaard, dat het hierover zelfs niet in discussie wenschte te treden. Hoewel Engeland dus een absoluut afwijzen de houding heeft aangenomen tegenover de po litieke eischen van Egypte, verklaarde het zich daarentegen bereid tot samenwerking op eco nomisch gebied, vooral hierin bestaande, dat aan het Tana-meer een dam zal worden ge bouwd Dit meer, ook Tsana-meer genoemd, is het grootste meer van Abessinlë. Het ligt op een hoogte van 1840 meter boven de zee en is ontstaan doordat een lavastroom den afvoer van het water heeft gestremd. Het beslaat een oppervlakte van 3630 vierkante kilometer en er monden meer .dan 30 rivieren in uit. Het water stroomt af door den Abai of den Blauwen Njjl. In den regentijd stijgt de spiegel van het meer ongeveer 1% meter, tengevolge waarvan onge veer 600 vierkante kilometer land langs de oevers wordt overstroomd. De door het achtergebleven slib ver oorzaakte vruchtbaarheid had in vroeger tijden de landstreek rondom het meer tot een graanzolder van Abessinlë gemaakt. Evenals voor den Soedan bracht ook voor dit deel van Abessinlë de opstand van den Mahdi in 1888 groot onheil te weeg, waarvan men de gevol gen nog steeds niet te boven is gekomen. Het land werd zoo grondig verwoest, dat de bevol king, die door den jarenlangen strijd zware Verliezen had geleden, er niet in slaagde, zich geheel te herstellen. De bevolking is zeer weinig talrijk. De vele eilanden In het Tana-meer zijn voor een deel geheel onbewoond. Het ligt voor de hand, dat het denkbeeld, om den vroegeren toestand te herstellen door het opzichten van een stuwdam en het uitvoeren van verder daarmede verbonden werken, niet in de laatste weken of maanden Is opgekomen Reeds in het begin van deze eeuw stelde En geland pogingen in het werk, om de conces sie van Abessinlë los te krijgen, doch eerst in „Daar zitten we nu! zei Crook. „Wat hebben nu eigenlijk bereikt? We weten dat zich schter die deur een flescn wijn bevindt die in Meldon street eerst geopend, en toen van een nieuwe kurk is voorzien.” .Die naam Isaacs.” zei Merrick, „wijst anders Fe', op een handelaai in jamanten of zoo iets, je ook niet?” •Ja. maar waarom hebben ze die flesch hoodig? En waarom moest die zoo zorgvuldig *en een nieuwe kurk en een nieuw lak worden koorzien? Trouwens. een man als Pooley zal net niet in zijn hoofd halen om een steen. het Oog van Goona, in Londen te ver- •°°Pen Hy zal er eérder mee naar het vaste land gaan. Amsterdam waarschijnlijk. Hij zou vrü zijn in z'ri handelen en ook 'n groo- PHJs kunnen maken van zijn bult. Nee, begrijp niets van dit alles. Hier wak onder een leeg kantoor, als wij toch moeten wach- 7”1 kunnen wij het net zoo goed daar doen, ”*ar wü in leder geval indien het noodig ““chg zijn kUnnBn vluchten.” Spoedig waren ze de beste vrienden en toen begon mijnheer Delmon te. zoo heette de man, zijn geschiedenis te vertellen. Hij was volstrekt geen Arabier, maar Fransch- man van geboorte. „Wat ls er daar boven toch aan de hand?*, riep Merrick verschrikt uit. „We kunnen hier toch niet blijven zitten, terwijl wij al dat duivel- sche lawaai hooren.” Crook legde zjjn hand op den arm van zijn megezel, en luisterde opnieuw. Nu was het, alsof een klein beetje van een spottend ge- gichel naar beneden kwam gestort, dat echter luider en luider werd, en tenslotte veranderde, in een schreeuwerig, onmuzikaal gezang. Een geluld, dat iemand in staat van delirium pleegt voort te brengen. ,JEr zjjn daar boven op zijn minst drie man nen. maar al dit geluid komt van één persoon. De twee anderen zwijgen als het graf. Ik ge loof. dat we maar niet langer moeten wachten Ik weet nog niet wat er daar boven aan do hand is. maar zelfs, al zou het de diamant zijn, dan moeten we' het riskeeren. Ik blijf hier, u gaat zoo snel mogelük naar New-Scotland Yard, en probeert Wlckes mede te brengen. Spring in de eerste de beste taxi dia je tegen komt. Het ls hier vlak bij. Laat Wickes vooral geen tijd verliezen, en nog enkele mannetjes mede brengen. Zeg natuurlijk, dat wij pooley te pak ken hebben." Juist toen Merrick wilde vertrekken, hoortten ze 'n nieuwen lach-aanval, en dit verhaastte slechts zijn schreden Crook bleef achter om te luisteren, terwijl daar boven hen telkens geluiden van een ongewone opgewektheid weerklonken, afgebroken door een doodelijke stilte. Crook begon zich af te vragen, hoe bet rnoge- In Duitschland zUn sedert ruim 30 jaar voor bereidende werkzaamheden verricht voor een hervorming van het strafrecht. Thans zijn door de nationaal-sociallstische regeering de definitieve plannen gereed gemaakt, waarover door Rijksmlnlster dr. Guertner op het Elfde Internationale Congres voor Strafrecht en Ge vangeniswezen te Berlijn een en ander ls mee gedeeld. Het geldende wetboek voor strafrecht van het Dultsche Rijk bevat in paragraaf 2 den volgenden beroemden zin: „Een handeling kan slechts dan worden gestraft, wanneer de straf wettelfjk bepaald was, voor de handeling werd gepleegd." Het practlsche resultaat van deze leer ls, dat wanneer de rechter in geval hjj een kwestie moet Stoordeelen, geen strafvoorschrlft in de wet vindt, hij den beschuldigde moet vrij spreken. ook indien hij dezen strafbaar vindt, en Indien hij ervan overtuigd ls. dat de wet gever voor dit geval een straf had willen op leggen. De nationaal-sociallstische rechtspraak ver- elscht, dat iedere strafbare daad ook dan moet worden gestraft, wanneer het iemand anders zou gelukken door de mazen van het net heen te sluipen. Het nationaal-soclalisme stelt het strafrecht een nieuwe taak. De wetgever is zich ervan bewust, dat hij voor alle gevallen, die zich In het leven voordoen, geen uitgewerkte rege ling kan verschaffen. Hij vertrouwt derhalve den rechter toe eventueele leemten aan te vul len. De rechter zal, evenals Iedere individueels volksgenoot, zich moeten laten leiden door de nationaal-sociallstische wereldbeschouwing. Men geeft den rechter de bevoegdheid binnen zekere grenzen niet alleen recht te vinden, doch ook recht te scheppen. Het principe van de leidersgedachte beteekent niet, dat de leider zelf ieder detail moet regelen. De leider be paalt veeleer de grondgedachte. Binnen het kader dezer bepalingen werken de ambtenaren evenals de rechters. Een bevestiging van den wil van den leider vindt de rechter in t volks bewustzijn. Een tweede principe voor het nieuwe Dult sche strafrecht zal zijn het principe van het ..strafrecht van den wil". Het geldende Dult sche strafrecht volgt dit principe slechts in ge ringe mate. In tal van gevallen legt het veeleer gewicht op het resultaat. Het nieuwe Dultsche strafrecht verlaat deze gedachtenwereld, omdat het meent, het niet te kunnen vereenigen met het doel der gerechtigheid. De gerechtigheid eiseht, dat iedere schuld naar haar ernst wordt gestraft. De rechter moet in ieder geval de straf opleggen overeen komstig de Intensiteit van den mlsdadigen wil, niet naar het resultaat van de misdaad. In de toekomst zal men reeds het begin van een misdaad straffen, en dat nitw alleen bij ernstige misdaden, doch bij alle strafbare fei ten. Jijk was, dat d« andere huurders door al dit lawaai niet verontrust werden. Mr Merrick haastte zich, zooals hij sinds Jaren niet meer gedaan had. en. ofschoon Crook vond, dat hjj erg lang weg bleef, was hjj binnen tien minuten weer terug. HU had WBckes en twee van diens assistenten meege bracht. Crook ontmoette hen op de trap, en samen gingen zjj naar de bovenste verdieping. Juist toen ze daar aankwamen, ging de deur open en stond Pooley voor hen. met het valles in de hand. HU sprong onmiddellijk terug, maar Wickes was hem juist te vlug af. en hieid de deur open. „Ha. ha.” zei hU hartelijk. „Goeden morgen Rob. of Pooley. net zoo als je wilt! en Wide James ook al. zie Ik! Ik denk, dat we julli» maar alle twee in moeten rekenen. Wie is die vroolijke oude heer?” In een gemakkelUken stoel, die voor de tafel stond, zat een kleine man. met een uitgespro ken joodsch gezicht HU zat te grinneken en te glimlachen en stiet allerlei onsamenhan gende geluiden uit, maar wist niet wat hU deed. Zün geest was geheel afwezig Op de tafel stond een groote flesch Tokayer, met drie glazen. De brandkast In den hoek stond open en er lagen verschillende papieren op den grond verspreid. Weer begon de man in den stoel hoog en schel te lachen, totdat hU opnieuw in zUn murmelend zwijgen verviel. „Ha. is dat het spelletje.” zei Wlckes, terwUl hü naar de flesch wees. „Het spUt me dat ik Jullie even een armbandje moet aanleggen. ze de /abriek, voorzien van droeg een actetasch, d ZU belden aan en bemerkten toen tot hun niet geringe voldoening dat de deur aan stond. Het dienstmeisje had de buitendeur blükbaar niet goed achter zich teruggetrokken. Meteen konden zü dus btnnenstappen. ZU liepen naar binnen, wierpen de deur ach ter zich in het slot en stampten de trap op. On derwijl brachten ze hun masker voor het gf- laat en haalden een browning te voorschUn. Boven smeten ze de deur van de woonkamer open, sprongen naar binnen en richtten hun wapen op den doodelUk verschrokken grüsaard. ..Handen hoog.en gauw! Geen geluid--., of je bent er geweest!" De hevlg-ontdane oude heer begon te sidde ren over alle ledematen. Met angstlg-openge- sperde oogen en wüdgeopenden mond zag hij zwügend toe. hoe de bandieten koorden te voor schUn brachten. ZU bonden hem met armen en beenen aan den fauteuil, dien zü daarop naar het midden van de kamer bü de tafel sleepten. Dan siste één van hen hem dreigend toe: „Vooruit! Zeg op....! Waar is je geld....? De Juweelen van je dochter!” HU greep hem aan, trok de portefeuille uit zijn Jaszak, z'n horloge.... z'n portemonnaie rukte hem met geweld een ring van de bevende vingers. ..Nou! Schiet je óp of niet....! Waar rit Je geld?'L. De grüsaard sloeg zwügend een blik in de richting van de tafel. Dan maakte hü met de bevende handen een gebaar van onmacht. Hij wees trillend op mond en ooren, knikte van neen en strekte, vooraoo- ver hem dit mogelijk was. de hand richting van de tafel, waarop een met een griffel en een spons. „Die sufferd ls zoo doof als een zei een der bandieten begrüpend. en hü duwde den ongelukkige het leitje met de griffel in de hand Het oude heertje nam de lei in de bevende schreef met onregelmatige letter- Op zün vüftiende jaar. toen hü met zün ouders in Marokko woonde, was hü door Zü gingen naar de bewuste -kamer. Men hoorde boven niets. Ze bleven maar wachten en het begon hun op het laatst danig te vervelen. „Kom.” zei Crook tenslotte. ,Jk heb zin in eten, en ik durf wel te wedden, dat wü het verstandigst doen, door er een eind maken. De politie wenscht Pooley te vangen, wü weten, waar hü rit New-Scotland Yard ls vlak bü Van de kamer boven hen kwam een lang gerekt menschelük geluid. Het was geen zucht, het was geen snik, het was geen gil, maar het had iets van dit alles. Toen werd het stil, een lulde uitbarsting van een door- gelach, een dwazen, schreeuwerigen lach? die almaar steeg en steeg, totdat d» lon gen het tenslotte schenen te begeven. Daarna werd het weer Stil. Crook en Merrick keken elkander aan Ze wisten niet, wat re er van denken moesten, daarna hoorden re boven weer een vloed van vlugge, onsamenhangend, hoogultgegllde woor den. waarvan men er geen een dutdelUk kon onderscheiden en toen weer die wonderlijke snikkende zucht van daarstraks Door alles heen klonk een geheimzinnige büna ondraag- lüke toon van dulvelsche spotternü „Het lü*t wel. of al de gillen van een gekken huis in dat eene geluid zün samen gestroomd.” zei Merrick En nog terwül hü dit zeide. begon het ge lach opnieuw, met z'n verstikkende uitgelaten vlagen. zün verachrikkelüke, onmenschelüke uitvallen. Een politiepatrouille, welke onlangs in den omtrek van de stad Bilce in Bessarabië de ron de deed, keek heel gek op, toen zü in een land een Russisch vliegtuig zag liggen, met twee zwaar snurkende Russische piloten ernaast. Toen het tweetal wakker was geschud, waren de vliegers stom van verbazing, dat zü ot> Roe- meensch gebied waren te lande gekomen. Op het politiebureau vertelden zü. dat zü te Odessa dermate de bloemetjes hadden buiten gezet, dat niets hen meer kon bevredigen, behalve een middemachtelüke vlucht naar Kiew. Zü s'aken de wolken in, doch waren spoedig de Juiste richting kwüt, waardoor zü zonder het te we ten de Roemeensche grens óverkwamen. Een onweerstaanbaar verlangen naar slaap hen landen op het eerste het beste veld. De minister van buitenlandsche zaken het geval werd voorgelegd, lachte op een be- grüpende wijze en gaf den vroolüken vliegers verlof hun vlucht naar Kicw te hervatten. 1902 gelukte het, een verdrag af te sluiten, waarbü Abessinlë zich verplichtte geen stuw dammen aan het Tana-meer op te richten of te laten oprichten, zonder toestemming van de Engelsch-Egyptische regeering van Soedan Eenlge jaren geleden stelden de Amerikanen pogingen in het werk om toestemming te krü- gen tot het oprichten van een dam. en onlangs verschenen zei* plotseling de Japanners ten tocneele. die Katoenplantages wilden aanleg gen aan het Tana-meer. Nu ls het kort geleden de Egyptisch-Engelsche regeering gelukt, een gummlballetje, met ren minutieus spuitje, zoo klein, dat Pooley het gemakkelük in zün handpalm kon verbergen en dus naar verkie zing den inhoud aan een der drie glazen Kon toevoegen. Crook had dus vanuit zün observa tiepost niets anders meegemaakt, dan de eerste onderzoekingen naar de practlsche uitvoerbaarheid van dit experiment. Izaacs was blükbaar gewillig Ingegaan op de uitnoodlging. om een glas van dezen zeldzamen ouden wün te drinken, dien Pooley had meegebracht, en zoo hadden de twee schurken hun snoode «pel gespeeld. Er werd geen diamant gevonden, noch in de flesch. noch op Pooley, noch in zün nieuwe verblüf in Londen. Hü had maar al te vlug moeten werken na zün terugkomst, en vooral met een dergelük slachtoffer. Want, toen Izaacs even later ziek en uitgeput weer bükwam. zat hü even erg in het nauw als Pooley. Het sfireekt van aelf, dat de papieren, die de schurken hadden willen ontvreemden, op hun beurt weer gestolen waren. Zoo kwani het, dat Izaacs' moellükhedbn eerst begonnen, waar die van een normaal mensch, bü het voorkomen van een diefstal In den regel plegen te eindigen. Daar de wet over het algemeen erg streng is tegen een heler, «Un die onaan gename gevolgen voor Izaacs voorlooptg nog zeer voelbaar. aan te et plan voor de misdaad was goed in elkander geset; er was geen fout in den opeet en ook in de uitvoering sou geen fout gemaakt worden. Dagen, weken tevoren hadden re het terrein verkend, nauwlettend de minste kleinigheid uitgespeurd en iedere moge- lüke bükomstlgheld hadden zü in aanmerking genomen. Eiken schooldag, ’s middags om één uur, bracht de Jonge vrouw haar acht- of negen jarig zoontje van het in de afgelegen stadswük gelegen buitenhuisje naar school. Kort daarop, vermoedelük na het opruimen van de koffietafel, vertrok het daghitje, en tot de terugkomst der vrouw, meestal tegen een uur of twee, zat het oude heertje altüd op dezelfde plaats voor het venster zün sigaartje te rooken en zün courantje te leren. Geen sterveling was dan yerder in het af gelegen villaatje aanwezig, en in dit tüdsver loop dus. tusachen kwart over één en ulterlük kwart voor twee, moest de slag geslagen wor den. Ongetwüfeld zou het oude heertje weinig weerstand kunnen bieden. Hü zou niet tot ver weer in staat zün tegen het brute geweld van twee pootlge. niets ontziende krachtpatsers. Zonder dralen en gewillig zou hü hun de plaats van het geld en de kostbaarheden aanwijzen. Er wis. er huisde van alles, véél, meer mis schien nog dan re hadden ultgevlecht, en zü zouden het er vandaan weten te krijgen ook! En de geringste tegenstand zou hem zjjn lichtje kosten.... Wat maalden zü om het leven val een ouden, rüken nietsnutter! begin van uitvoering aan het plan te geven. Egypte draagt het grootste deel van de kos ten. Enkele maanden geleden heeft het beslo ten. ongeveer 270 mllhoen gulden uit te trek ken voor de uitvoering van het plan, verdeeld over een tijdsruimte van 5 jaar Tot deze wer ken behoort, naast het aanbrengen van ver beteringen aan reeds bestaande stuwdammen, in de eerste plaats het bouwen van een dam aan het Tana-meer. waarvoor 30 mlllioen gul den is bestemd. Hierdoor wordt de regeling van den Blauwen Nül bereikt en tevens vrucht bare grond gewonnen voor den aanleg van katoenplantages. Het valt niet te ontkennen, dat Engeland het meeste voordeel zal trekken uit dit samengaan met Egypte, want katoen ls het voornaamste uitvoer-product van den Soedan. Komt nu het gebied, liggende tusschen den Soedan en het Tana-meer aan den Soedan, waarop Engeland blükbaar aanstuurt, dan zou op die wüze een katoenaanplantgebled van reusachtige uitge strektheid onder Engelsche heerschappü ont staan, dat volgens Engelsche berekeningen in staat kan worden geacht, geheel te kunnen voorzien in Engelands behoefte aan ruwe ka toen. Abessinlë heeft zich des te eer geneigd be toond om aan het verlangen van Engeland en Egypte tegemoet te komen, wül naast den dambouw ook gezorgd zal worden voor den -J van waterleidingen én wegen, kanali satie en bouw van betere hulzen voor de bevol king. Natuurlük speelden ook politieke over wegingen een groote rol, want door het feit, dat de Negus den voormaligen graanzolder van Abessinlë aan de Engelschen afstond, haalde hü een streep door de speculaties der Italia nen. die het in de allereerste plaats voorzien hjriden op dit, uit economisch oogpunt bezien, kostbaarste gedeelte des lands. Engeland is Italië voor geweest. Aan het Tana-meer is Italië reeds in economisch en politiek opzicht schaakmat gezet. Dat men zich daarover in Italië gruwelük ergert en wel- Reeves, ik geloof, dat JU beter een dokter kunt halen.” Crook en Merrick kregen langzamerhand een idee, van wat zich hier had afgespeeld. Daarvoot had de flesch Tokayer dus moeten dienen. Men had er wat aan toegevoegd, zoodat men het slachtoffer geheel van zün geestvermogens had beroofd, en rich intusschen van den Inhoud van zün brandkast meester gemaakt Crook zag nu Ineens, waarom Pooley de flesch Tokayer had gekocht. Want het verdoovingsmiddel zou in een gewone flesch zich hebben verraden door een afwüking in de kleur en den smaak, doch zich minder manifesteeren In een oude flesch Tokayer. die ook voor het slachtoffer iets onbe kends moest zün. De dokter kwam binnen, snoof even aan het glas, en rei toen: „Indische hennep of zoo iets, en nog wat.” Dat verklaarde ineens meer. Pooley had het verdoovlngamiddeltje dus uit Indlë meege bracht. Het was de beruchte Indische hennep. Bhang of Hashisch geheelen. Dit brengt iemand aan het lachen en bet gillen in een staat van nerveuze vroolükheid. waarna het slachtoffer uitgeput In elkander zakt. Het was nu wel duidelük. dat Pooley den Tokayerwün uitslui tend gekocht had, omdat dere hem büzonder geschikt leek voor zün misdadig doel. Aanvankelük scheen het moeilük te ontraad selen. hoe de drie uit dezelfde flesch hadden kunnen drinken, maar een verder onderzoek gaf ook hier de noodlge opheldering: het ver doovingsmiddel was toegediend uit een klein XVI in twüfel getrokken en zelfs nu nog zün niet allen overtuigd, ofschoon, vooral door de onlangs gepubliceerde grondige studies van den Deenschen historicus Hans Roger Madoi, het aantal der „croyants” in de laatste Jaren aanmerkelük is toegenomen. k De ..Haagsche Courant” wüdde onlangs eenl ge kolommen aan de kwestie, evenals de „Haag, sche Post”, de „Nieuwe Apeldoornsche Cou rant”, de „Geldersche Bode” enz. ..Historia”. het eenigen tüd geleden nieuw opgerichte maandblad voor geschiedenis, houdt zich reeds van zün oprichting af met het vraagstuk bezig. In het laatste nummer publiceert de heer M. G. Wildeman die algemeen doorgaat voor een der beste Nederiandsche kenners dezer „cause célébre” een artikel, waarin hü zegt, na een studie van ruim 50 jaren inzake het pro en contra in de dieptreurige zaak Louis XVII. de geloofsbelüdenis van het orgaan La I Légitlmité onvoorwaardelük te hebben onder schreven. Het lükt ons nuttig, deze geloofsgronden van La Légitimité, om hun samenvattende waarde, hier eens in het Nederlandsch te vertalen. Zü luiden als volgt: 1) omdat Naundorff de persoonlüke herin neringen had van den Dauphin. Twintig die naren van Lodewük XVI. die den kroonprins in zün jeugd hadden gekend, hebben zulks be vestigd op grond van hun veelvuldige betrek kingen met den zich noemenden ..Naundorff”, in den loop der Jaren 1833, 34, 35, 36 en 40, en zü hebben daarvan mondeling, schrlftelük. notarieel en gerechtelük getuigeViis afgelegd. 2» omdat Naundorff dezelfde toevallige lid- teekens had als de Dauphin; dezelfde inen- ttngsteekensdezelfde oogen, haren, voorhoofd, hetzelfde kuiltje in de kin. dezelfde borst, ge heel hetzelfde uiterlük; de dubbele gelükenls van gelaatstrekken, gebaren, gang, stem, van beide huizen van Bourbon en van Oostenrük; denzelfden stand van het gebit, dezelfde eigen aardige rimpels om den hals; eenzelfde van de natuur ontvangen vlek in den vorm van een vliegende duif; 3) omdat Naundorff zelf ervan overtuigd was, de Dauphin te zün. Hü heeft het bezit dier overtuiging met de grootst mogelijke nauwgezetheid bewezen: al door zich te onderwerpen aan het onder zoek van allen, die een eventueel bedrog zou den hebben kunnen ontmaskeren: de vroegere dienaren van Lodewük XVI. de hertogin van Angoulême, de Fransche rechtbanken; b) door de standvastige bevestf identiteit, zonder ooit een enkele noch tüdens de afschuwelükste ver^^^g en de wreedste ellende, door die bevestiging ver oorzaakt. noch in uren van vreugde of in den meest vertrouwelljken omgang, zooals blükt uit de brieven aan zün vrouw, die 60 jaar na «ün dood zün uitgegeven. 41 omdat de regeerlngen van Pruisen, Frank- rük en Nederland de overtuiging hebben gehad, dat „Naundorff" werkelük Lodewffk XVII was. Daarom: moet Naundorff Lodewük XVII zün. ril’.J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 9