v&Aaal van eraadjes op avonturenreis Met twee ka den da^ H Radio-censuur ■w NEDERLAND EN RUSLAND IN DEN OUDEN TIJD i HET VERDWENEN ELFTAL niimnni HET WERK VAN PETER DEN GROOTEN VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1935 Schatkistbiljetten Ontsnapt bU een ongeval met vni II Lucie 's kerk boek AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL I Paul Huf den terug kwam, rs waarop zij waren neergekomen. door Arthur Morrison 47 oordeelde het noodig, dat de politie HET GROENE OOG (Wordt vervolgd) I den Crook met eersten keerde Harvey 4 1 1 1 1 e meeste Nederlanders kennen feld de romantische levensgeschl< detective Wickes zoo cpoedig mogelijk zijn bevindingen in kennis te stellen. 1 Fe dit rei Ha Mo A[ A. ge> rei na be; rei H. grooten roem heeft verworven. Bij zijn dood in ge- Lucie dat ze Ed Banston kende en begreeo Er Wij geven toe, dat het mogeiyk is, aan deze geïsoleerde teksten een politieke partijdige ver klaring te geven, die echter in flagranten strijd is met den ganschen toon van het gedicht en met het geheele optreden van den dichter Bon tens. De censuur wordt niet steeds deskundig uitgeoefend. Paul Huf verving den weggelaten Boutens- tekst door het prachtige Adieu-liedt voor Vrouw Maria van Bourgondlë, gedicht in 1482 bij den dood der echtgenoote van Maximlllaan van Oostenrijk, wier tragisch verscheiden ten gevolge van een ongeval zoo groote overeen komst vertoont met den dood der betreurde Koningin Astrid van België. Inmiddels blijft het betreurenswaardig, dat by officleele Instanties in ons vaderland de ken nis der Nederlandsche. poëzie zoo gering blijkt en dat men er de strofen van een gedicht schijnt te lezen als de artikelen van een wetsontwerp zonder aandacht voor den organlschen context Een beetje litteraire scholing zou den ambte naren der departementen geen kwaad doen. was geen van het Zoodat hij, toen Crook dienzelfden In Southampton aankwam, niet alleen te vertellen, hoe mr. Clifton aan rijn tweede flesch was gekomen, doch zijn opdracht- welken prijs dan ook. Hij vertelde oo den koop toe, dat hy Juist ontsnapt was aan het gevaar om met die drie dingen apgescheept te blijven. Dit maakte Mc. Nab zoo woedend, dat hij tegen Iedereen begon te vloeken en te razen en luid schreeuwde dat ze hem bedrogen had den. „Het is bedrog.” schreeuwde hij. „Het Is een samenzwering van drie schurken, die mij van den een naar den ander hebben gestuurd om mij mjjn kostelijk geld afhandig te maken Ze me bestoten en hier zit de bTOOtste Tien pond hebben ze me afge- In de 28ste en 29ste strofen staat: „Laat dan Uw dienaren wijs en onwijs bedillen. Voorzitter Van Boefjen Secretaris plv. De Gaay Fortman Daar het den heer Huf onmogelijk was een verminkten tekst te declameeren, deelde hij zijn hoorders mede, eerbied te hebben voor de be sluiten der Indië-commissie, doch grooteren eer bied voor de lyriek van den prins der Neder landsche dichters en dus den tekst in het ge heel niet te zullen ultzendën. Wij laten hier de strofen volgen, waartegen de Indië-programma- commissie zich verzette. De twaalfde strofe luidt: „Gesloten staan de politieke kermiskramen Waar leder zure draf smook joeg door schouw aan schouw; Verschald zijn al de kleineerzuchtige ijdle namen, En zuiver proeft de lucht en ijler welft zijn blauw”. Voor de eerste maal in de geschiedenis der Ver. Staten is niet ten volle ingeschreven op een uitgifte van Amerikaansche schatkist-biljet- ten. Het betrof een bedrag aan schatkist-biljetten van 100 millioen dollar, met vierjarigen looptijd, tegen een rente van IK procent. De inschrijvingen bereikten een bedrag van 85 millioen dollar. Algemeen wordt betoogd, dat het credlet van den staat hierdoor niet is aan getast. De bankiers zijn van meening, dat de mislukking te wijten is aan de te lage rente. Sommige flnancieele kringen zien in dit resul taat een aanwijzing, dat de markt verzadigd is van staatsfondsen. Langzaam zweefde de parachute omlaag, i En onder bengelden Plet en Wiet en plotse ling schoot het vliegtuig langs hen heen naar omlaag om met een harden slag tegen den grond te pletter te slaan. Zouden zij het er ooit levend afbrengen? Piet durfde haast niet naar beneden te kijken. Eindelijk naderden ze den grond en waren ze nog maar enkele meters hiervan verwijderd. er gelegenheid van den vijftigsten ver jaardag van H. M. Koningin Wilhelmina op 31 Augustus 1930 schreef dr. P. C. Bou- tens een ochtendgroet, getiteld: .Morgenge dachten” die op dien dag door den bekenden Amsterdamschen voordrachtkunstenaar Paul HUf werd voorgedragen voor de microfoon van de A.V.R.O. Tijdens of kort na de voordracht kwam in de studio een telegram van de Radio- contröle-commissie, waarbij declamatie van een drietal strofen de commissie noemde dit ,,cou-’ pletten” zijnde de 12e, de 28e en de 29e. ver boden werd. Het was echter te laat om den kunstenaar te waarschuwen, de heer Huf droeg dus, onkundig van de censuur, het volledige gedicht voor. „De Telegraaf” maakte melding van het incident in haar nummer van 2 Sep- ber 1930 en sprak van een „blamage zonder weerga” voor de Radio-contröle-commlssie. Dit Jaar was den heer Huf opgedragen, een uitzending op Koninginnedag te organlseeren voor den Phohi-omroep op korte golf, den om roep die in Indië wordt opgevangen. De kun stenaar zette wederom den groet van dr. P. C. Bontens op het program, dat tevoren ter con trole toegezonden werd aan de Indië-commissie. De KR O.-studio, waar de uitzending geschied de ontving nu het volgende draadberlcht uit Den Haag: Indië-programmacommissie heeft geen be zwaar tegen uitzending gedicht ..Morgengedach ten” van P. C. Boutens door Paul Huf op Za terdag 31 Augustus aanstaande, behoudens dat het 12de couplet „Gesloten staan” tot en met ..Zijn blauw" en het 28ste en 20ste couplet „laat dan” tot en met „door de woestijn” moet ver vallen. overgeplant. De heer F. Dekkers vertelt daarvan in de Jongste „Neerlandia’’-aflevering: „Na zijn terugkeer in eigen land heeft de Tsaar de krachtige hervormingen In Wester- schen zin Ingeluid. Met het oog op die plannen heeft hy van zijn verblijf in Holland gebruik gemaakt om een groot aantal bekwame mannen op verschillend gebied in dienst te nemen: zee officieren en andere varensgezellen, leeraren in de stuurmanskunst en het scheepsteekenen, handwerkslieden, geneesheeren en apothekers, kunstenaars. Nlcolaas Wltsen, Johan Thesing, Calf en anderen hebben hem daarbij flink ge holpen. Onder die in dienst genomen mannen hebben enkelen in de ontwikkeling van het Russische rijk een rol van zeer groote beteekenls gespeeld. In de eerste plaats mogen hier wel genoemd worden Cornells Cruys, schout by nacht in Staatschen dienst, die de schepper is geworden van de Russische zeemacht, en Nlcolaas Bld- loo, de stichter van het medisch onderwijs in Rusland. Aan Bidloo, lijfarts van den Tsaar, is de stichting van het eerste militair hospitaal in Moscou en de daaraan verbonden opleidings school voor medici op 25 Mei 1706 te danken geweest. Hij muntte niet alleen uit door zijn bekwaamheid als medicus en docent, maar was ook een man met groot organiseerend en ad ministratief talent, die zich door zijn arbeid ■twü- ---„„ynis van Tsaar Peter den Grooten van Rusland die zooals het heet In 1697 te Zaandam, waar nog heden ten dage het Tsaar-Peter-hulsJe de herinnering aan den grooten Rus levendig houdt, het scheepstlmmervak is komen leeren. De veronderstelling ligt voor de hand, dat Tsaar Peter’s komst naar Holland in eerste instantie wel een minder ambachtelijk en een meer diplomatiek doel gehad heeft: inderdaad heeft de Tsaar zijn verblijf in de Nederlanden benut om te trachten met de Staten tot een vloot-accoord te komen tegen de Turken ‘n poging, waarin de Rus niet geslaagd is. dank zij den handelsgeest onzer voorvaderen, die met het oog op den Levant-handel liever niet ge brouilleerd raakten met den Sultan; bovendien voelde de Republiek zich door den negen jarigen oorlog danig verzwakt. Al moet_ dus de scheepstlmmery ochtendtrein naar Londen terug. Naar wat hij in Southampton had vernomen, was net waar- schUniyk, en werd het zelfs duidelijk, dat er bulten hem slechts één andere party op zoek naar den diamant was, en dat Mehta-Singh en Hahn samenwerkten. Voor den avond, toen besloten was. dat de in den grond toch be- klagenswaardige misdadiger Pritchard ver moord zou worden, vanwege den diamant, dien hy by zich droeg, had Hahn er alles op gezet, om naar een stad te vertrekken, die tachtig kilometer van de plaats des onheils verwy- derd was, den nacht waarin de moord had plaats gehad in een hotel te biyven, waar hy goed bekend was en zyn verbiyf opvallend be kend te maken aan iedereen, die hem zou kun nen identificeeren. Het doel, om alles voor te bereiden op een steekhoudend alibi, indien dit noodig zou biyken, was duldelyk, want ree^s den volgenden dag was hy na ontvangst van een telegram naar Londen teruggekeerd met den eersten trein den beste. Hy had biykbaar van den vroegen morgen af op dit telegram zitten wachten, want hy had er verschillende malen naar gevraagd. Dit was Crook allemaal te weten gekomen door met nadruk naar hem te infor- tneeren aan het hotel, en op het vernemen van zijn plotseling vertrek naar Londen, te vrtwen. of hy dan misschien een telegram had ontvangen. Welnu, wat kon het doel van dat telegram geweest zyn? En wie was de af zender? Wie anders dan Mehta Singh, die hem natuuriyk op de hoogte bracht, van den goe den afloop van de misdaad. Alles wees in dezelfde richting, Hahn was ’s morgens nog hoogere bod, wat hy later heeft teruggetrok ken. Probeer het by hem eens. Ga hem een beetje hangt. vinden. In Nederland zyn verschillende al dan niet tastbare monumenten, herinneringen aan het verbiyf van den Tsaar alhier, biyven bestaan: algemeen bekend is de schamele woning te Zaandam, waarin de keizer een weekje vertoef de, ook het feit, dat de Russische regeering ter herinnering aan het verbiyf van den Tsaar, aan de gemeente Zaandam een fraai gedenk- teeken het standbeeld van Peter den Grooten op den Dam ten geschenke heeft aangeboden. Minder bekend is, dat de Hoogere Burger school te Zaandam beschikt over een fonds, ge sticht door den Russlschen generaal De Jasl- koff, om de herinnering aan den grooten keizer levendig te houden, en bestemd om aan leer lingen dier school, die zich onderscheiden heb ben, by het verlaten daarvan pryzen te schen ken. naar het kantoor van den makelaar geweest om inlichtingen in te winnen over de wyn- flesschen, maar ook had Symons begrepen, dat dit biykbaar meer gedaan was met het doel om zyn tegenwoordigheid in Southampton be kend te maken, dan in het bezit te komen van den wyn. De moord was dus met behulp van bet gemakkeiyke werktuig Jatterji door Mehta Sing bedreven, en toen, de goede uitslag bekend was, en zyn eigen afwezigheid voldoende be wezen, haastte Hahn zich, om in de winst te deelen. Crook hiervan op de hoogte werd gebracht, en be sloot met Met deze overweging kwam vanzelf een andere by hem op, nameiyk dat hy er van af moest zien, om zelf het Groene oog van Goona te ontdekken en aan den wettigen eigenaar, den Rajah, terug te bezorgen. Want indien de misdadigers zouden ontsnappen, zou de dia mant met hen verdwynen, en indien de politie er in slaagde hen te vatten, zou zy tevens beslag leggen op den diamant. Het was dus duldelyk. dat Crook al zyn energie moest richten op een krachtdadige hulp van de mannen der wet. Ten slotte was Crook heelemaal niet teleurgesteld, want in dien hy den steen zelf had ontdekt, en vanuit Engeland onderhandellngen was begonnen over de teruggave, zou hy in de niet erg. aan- lokkelijke en weinig waardige positie zijn ge raakt van een onwettig bezitter, die zooiets als losgeld vroeg. Indten hy zelf den steen naar „Als ik die omstandigheden nog eens naga,* zei Smith rustig, „dan heb jy het eerst toege- slagen. Waarom zou ik jou verlies overnemen of deelen? Nee Jongen, Je hebt me midden in myn gezicht zitten uitlachen, toen ik jou een bod deed, waaraan jy zelf behooriyk zou h-bben gewonnen. Ik wil Je wel even het adres opgeven van den persoon, die my dat hoogere bod heeft gedaan. Indien je dat interesseert. Ik bedoel het n Nederland moge dus iets van den grooten Rus zyn biyven voortleven in Rusland heeft Peter de Groote een stuk Nederland ai moet dus de scheepstlmmery van Tsaar te Zaandam wellicht niet al te wezen- lyk en niet al te dramatisch worden opgevat en al is Tsaar Peter’s voornaamste doel het diplomatieke niet bereikt, toch is zyn aan wezigheid in Nederland van vérstrekkend, on berekenbaar gevolg geweest voor het ryk der 'Russen, waaraan de geest van Nederland zoo naarstig heeft helpen bouwen zy het ook niet met honderd procent resultaat(l) Reeds in zyn vroege Jeugd moet de in 1672 (uit het tweede huweiyk van Alexis met Na talia Narischkin) geboren Peter met den naam en het begrip Holland vertrouwd geraakt zyn: zyn eerste leermeesters toch waren Hollanders; Frans Timmerman gaf hem onderwys in reke nen en meetkunde; zyn gouverneur, generaal Manesius, Schot van geboorte, was getrouwd met de weduwe van een Nederlandschen koop man, Pieter Marcella; aan het hof verkeerden toen ook Zacharias van der Hulst, zoon van den bekenden admiraal en Johan Tennond. de man van deh mislukten scheepstocht naai As trakan, beiden geneesheeren; verder Andreas Winius en Overt Ijsbrand Ides, die later ender Tsaar Peter een belangryke rol zouden spelen. Als jongeling had Peter ook weer in hoofd zaak Nederlandsche leermeesters; zoo b.v. ont ving hy onderricht in den scheepsbouw van Karsten Brandt; om den uit het oog verloren scheepsbouw weer ter hand te nemen. Het men scheepstimmerlieden uit Holland komen: ver meld worden namen als Couwenhoven. Ales, Kist, namen van te Zaandam nóg levende fa- millën. Onder de officieren, die ten behoeve van Peter’s onderwys in de krijgskunde in kleine korpsen werden vereenlgd, kwamen ook veel Hollanders voor. Het is de heer F. Dekkers, die in „Neer- landla” van Augustus 1935 aan deze Nederland sche inwerking op geest en gemoed van den Jongen Rus herinnerde in een zeer lezenswaar- dig opstel, waarvan wy in „Neerlandla” van deze maand het nóg lezenswaardiger vervolg De zwendelaar en valsche munter Miller Wagner, die reeds herhaalde malen in Oosten rijk, Zwitserland en de Vereenigde Staten is gestraft, is Zaterdag uit de gevangenis ont vlucht. Met behulp van aan elkaar geknoopte lakens liet hy zich uit het raam neer in de drukke straat, waar hy in een auto steeg. Voor de toeschouwers zich van hun verbazing hadden hersteld, was hy verdwenen. 1735 had hy een groot aantal leerlingen vormd, die zyn werk hebben voortgezet. In een aktenverzameling komt Bldloo’s naam ook voor by het aangaan van een overeenkomst op 18 Mei 1703, met Gjjsbert Agterkerk, waarby deze zich verbindt naar Moscou te gaan om Bid loo „te dienen in het bereiden van medicamen ten”. In die akte worden ook de voorwaarden genoemd, waarop Agterkerk in dienst werd ge nomen; daaruit biykt echter, dat dat apothe- kersbaantje niet erg in aanzien was; die voor waarden zyn nJ. nagenoeg dezelfde, als waarop, volgens een andere akte van ongeveer den- zelfden tyd, een Hollandsche dienstbode werd gehuurd om naar Moscou over te komen. Uit die aktenverzameling biykt ook. dat de Tsaar in 1717 door zyn lyfarts Laurentius Bloe- mentroost en zyn Hjfapotheker Albertus Seba. van den vermaarden Amsterdamschen hoog- leeraar tn de geneeskunde Frederlk Ruysch. diens beroemde „collectie rariteiten" heeft doen aankoopen voor het toen buitengewoon hooge bedrag van ƒ30.000, welke collectie met ver zamelingen van Musschenbroek en anderen in de keizerlijke kabinetten bewaard zyn. De „rart- teiten-collectie” van Ruysch schynt echter in allesbehalve schitterenden toestand in Rusland te zyn aangekomen, omdat het scheepsvolk on derweg braaf van den conserveerenden alcohol gesnoept had. Een van de eerste zorgen van den Tsaar, na zyn terugkomst in Rusland, is geweest het or ganlseeren van zyn leger op Westersche leest. Volgens den geschledschryver Scheltema komen onder de namen der kolonels van de eerst op gerichte regimenten verschillende Hollandsche voor. Ook onder de commandanten der Russische oorlogsschepen van dien tyd trof hy vele Hol landsche namen aan, als Rees, Voogd, Kien, Beekman en andere. De scheepsbouw, een lievelingskind van den Tsaar, werd nog krachtiger ter hand genomen dan vroeger. Te Astrakan wordt gewag gemaakt van den commandeur Laurens van den Burg, die vele Hollandsche bazen onder zich had en schepen maakte voor de vaart op de Kaspische Zee. Te Archangel werd beroemd Klaas Janz. Tromp van Westzaan, die daar zelfs met 1300 werk lieden werkte aan het bouwen van smakken en tjalken voor de vaart op de rivieren. kwamen Door den eindje vervelen, voordat jy my de keel uit- Symons, de bediende van Lawson, je weet wel van de veiling, waar wy dat goed alle maal hebben gskofhi Mc. Nab verloor geen seconde, maar schoot de straat op met het ellendige pak onder den arm. Symons was even onhebbeiyk als Smith. Zeker, hy had een order gehad, om dezen wyn te koopen, maar deze was een uur geleden ingetrokken. Hy zou de drie flesschen niet koopen, selfs geen twee, zelfs niet een, tegen Ook ter bevordering van de volksontwikke ling werden allerlei maatregelen getroffen. Tal van Duitsche en Hollandsche onderwyzers Het hy overkomen als leerkrachten voor de te stichten scholen. Vele nuttige boeken werden in het Russisch vertaald, gedrukt en uitgegeven. Johan Thesingh te Amsterdam verkreeg voor 15 Jaar het uitsluitend recht land- en zeekaar ten, prenten van land- en zeevolk, mathemati- 1 sche, bouwkundige en andere boeken met Hol- landschen en Russlschen tekst te verspreiden. Op kaartengebled hebben ook andere Neder landers dan Johan Thesingh groote verdien sten gehad. De beroemde cartografen Van Keu len. Donker, Ottens en Gebr. Valcke kregen tal rijke bestellingen voor kust- en zeekaarten van Rusland. Ook voor het doen van peilingen had de Tsaar Nederlanders in dienst. Scheltema noemt Adrlaan Schoonebeek en A. Maas. Ter bevordering van den landbouw en de nyverheld in zyn ryk bepaalde hy zich niet tot het naar Rusland lokken van vreemdelingen: hy volgde ook den tegenovergestelden weg: Rus sische jonge mannen naar het buitenland te zenden om een vak of een bedrijf te leeren. Volgens sommige schryvers heeft het aantal Russen, dat hy alleen naar Holland heeft ge zonden om opgeleid te worden in den land bouw, het molenaarsbedryf, den scheepsbouw en het tuindersvak, het maken van sluis- en dykwerken, de beschuitbakkery, of om onderwys te ontvangen in de wis- en natuurkunde en den vestingbouw, in de duizenden beloopen. Peters vriend Nlcolaas Wltsen en zyn Zaan- damsche vriend Calf, door Voltaire spottend de Comte de Veau” genoemd, hebben hem by het plaatsen van al die Jonge mannen met raad en daad bygestaan. Belangryker was echter alweer de beïnvloe ding van Rusland door Holland; Hollanders hebben onder leiding van vlce-admlraal Cruys de werven te WoronesJ aangelegd, ten behoeve van de Zwarte Zee-vaart. Vele Hollandsche families zyn daar blyven hangen, zoodat de huizen der landlieden in die streek den indruk maakten, alsof men uit het hart van Rusland naar Holland was overgeplaatst. Nederlandsche kooplieden, als de Marcelissen. Thllleman Lus Ackema, Kellerman, Warner Muller en anderen hebben voor de ontwikkeling van den mijnbouw en de metaal- en andere nyverheld groote ver diensten gehad en hunne nakomelingen hebben die werken onder Peters bewind in het alge meen met klimmend succes voortgezet. Belangrijk is ook het aandeel geweest, dat de Nederlanders gehad hebben in de ontwikke- llngstochten in de Poolzeeën tijdens Peters re geering en door zyn toedoen. De vriendschap van den Tsaar met Nlcolaas Wltsen is daar steUig niet vreemd aan geweest. Scheltema noemt by die tochten Hendrik Busch als schipper, Jacob Hens als stuurman, Hardebol als mlne- raalkundige en Alexander Scheltlnga, den zoon van den schout-by-nacht, als leider van de expeditie. Ze zyn er in geslaagd door de Bering- straat in de Poolzee te komen, waarmede het vraagstuk aangaande de scheiding tusschen Azië en Amerika was opgelost. Onze Nederland sche ontdekkingsreizigers hebben zich dus ook daar niet onbetuigd gelaten! De stad St. Petersburg had. volgens de be doeling van Peter den Grooten, gebouwd moeten worden als een Hollandsche stad. Petersburg had een tweede Amsterdam moeten worden. Vergissingen, gemaakt in de oorspronkelyke plannen, schynen oorzaak te zyn geweest, dat daar niets van gekomen is. Wel rijn er toen toch tal van hulzen door Hollandsche architecten gebouwd. De Russische schryvers Dmitri Novik en Victor Llona van een onlangs verschenen levensbeschrijving van den keizer, „Pierre le Grand”, vertellen daarin onder meer, dat ge deelten van de stad er geheel als een Holland sche stad uitzagen. Zy vermelden er echter by hoe op het einde der 18de eeuw daarin een groote verandering is gekomen en dat het Hol landsche karakter Van die stadsgedeelten geheel verloren is gegaan. Men behoeft dan ook in Sint Petersburg niet meer naar belangryke monumenten der Nederlandsch bouwkunst te soeken. Ook zelfs het kerkgebouw van de Neder- andsche Protestantsche gemeente, dat tot in >nze dagen bestaan heeft, vertoont geen bepaald Nederlandsch karakter. Wel zyn de Nederlandsche schildersscholen sr rijk vertegenwoordigd.” natuuriyk van je stemming af. Ze had zich altyd zoo alleen gevoeld en een kamer is nooit bestemd voor één mensch alleen! Het was zoo’n trieste kamer geweest, toen zy niemand kende. Nu kon ze glimlachen. Er waren gouden dra den door haar grauwe leven geweven. Ze ging naar de kerk, naar het Lof; ze wist dat hy óók ging. De Maandag kwam. Ze keek een beetje be trokken. Tegen tien uur zelde ze: „Josina, ik ga een half uurtje uit. Ik heb m’n kerkboek gisteravond in de kerk laten lig gen; Ik ga t even halen.” Josina keek haar na toen ze ging. Lucie bleef ruim drie kwartier weg. Toen ze terug kwam, was het eerste voorwerp dat ze zag, haar kerk boek. Het lag naast het pakpapier op de toon bank. „Wat?” Ze keek haar vriendin vragend aan Deze had nog meer kleur dan gewoonlijk, toen ze antwoordde: „Het is terug. Die zeeman heeft 't gebracht. Hy was ook in de kerk, zei hy, een eindje achter Je, en toen je wegging zag hy dat je Je kerkboek liet Hggen. Hy wilde ’t je achterna brengen, maar kon je in de drukte niet meer vinden. Dus, nu heeft hy ’t hier ge- .erfenis van een oom...." bracht. Hy kon niet op Je wachten, want hy moest aan boord.” „Aan boord.nu?” vroeg Lucie ontsteld, en vroeg zich af wat ze toch had. Ze herkende haar eigen stem niet meer. „Ja,” hernam Josina. „Hy is nu al haast weg.... om 12 uur gaat ’t schip.” „O,” Lucie greep het kerkboek en legde het in een kast. De dag scheen haar eindeloos. Dien avond om 7 uur deed zy de groote ontdekking. zy had het kerkboek uit den winkel gehaald om het weer in de la van haar kast in dé huis kamer te leggen. Even later had ze de bladen door haar vingers laten giyden, zonder plan om iets te zoeken, toen ze plotseling geschreven letters op een bladzyde van ’t boek, het laatste geschenk van haar moeder, zag. Verbaasd en verschrikt staarde Lucie naar de bladzyde. Langen tyd bleef ze kyken en er kwam een droomerige uitdrukking op haar ge laat. Ze deed het boek dicht en drukte het aan d’r hart. Haar zeeman' was weer naar zee, maar.... hy had z’n naam geschreven boven de gebeden voor de Huweiyksmis in haar eigen boek, zy begreep. Hy zou terug komen, naar haar, als de zee hem niet meer vasthield. En dat is de reden waarom Lucie Susan haar zaak niet wil slui ten. Al bracht het winkeltje ook niets op, het was de plaats waar hy terug zou komen, we tend dat hy haar daar vinden zou. Reeds 15 jaren zyn er voorby gegaan, maar nog steeds wacht ze. .Anne Lucie," denkt Josina, no^TReeds haar vriendin, met een zucht, maar zy heeft het hart niet haar de waarheid te vertéllen. Josina had haar handschrift heel goed ver draaid, toen zy den naam van den zeeman in Lucie’s kerkboek schreef. Naar Inzicht of partygunst voorschrijft of beleert, Vaak het onnoozle doen en het verstandige willen, Daar was en te maar Eén Gy zyt het die regeert. Over en met de kern Uws volks, bet zout der natie, Dat nooit zyn smaak heeft ingeboet voor valschen schyn, Dat in zyn midden voert Uw vorsteiyke Gratie, Als Isrel met zyn Efod toog door de woes- tyn Tokayer, maar scheen niet de minste aan dacht te schenken, aan wat ik hem vertelde, of dat ik hem eigeniyk wel iets vertelde. Neen, zyn belangstelling scheen aanmerkelyk •geluwd Die was biykbaar op iets heel anders gericht. Want telkens en telkens verzekerde hy me, dat ik heen nog heel goed kende, en telkens viel het my op. dat hy zoo opdringerig duldelyk was betreffende den datum, waarop hy my had gezien. Telkens en telkens moest ik hooren: „Dus mr. Symons, ik ben nog altyd in Southampton. U weet wel, ik bfen Hahn, die hier gisteren, den achttiende ty u was, om u te spreken over dien wyn, welken u hier heeft verkocht.” Crook wist hier aanvankehjk ook geen reden voor, totdat hy plotseling een heldere gedachte kreeg, die echter tegengesteld was aan zyn aanvankeiyke vreugde, om Hahn's klaarbiyke- lyke afzydigheid van den moord. Want wat moest men anders opmaken uit deze herhaalde verklaringen betreffende den datum en den tyd van zyn aanwezigheid in Southampton? Wat kon het anders zyn, dan een zorgvuldig voorbereide poging, om Indien het noodig was, zyn afwezigheid in Londen op den avond van <ftn achttienden, door dit alibi te staven? woord liefde over hun lippen geko- men en toch wist i ze dat hy 1 leven als nleuwd had. groote stilte Opeens hielden de motoren op. In zyn doodsangst greep Plet een parachute en gespte die om. Koortsachtig maakte hy de riemen vast, nam Wietje in zyn armen en rukte het deurtje open. Het toestel begon reeds te vallen. Piet waagde den sprong, Wietje vast in zyn armen geklemd. Hy rukte aan de lus, die het valscherm moest openen en weldra ontplooide 1 gevaarte zich. behouden op den grond aan. Door den schok Het Wiet los die een eindje verder neerviel. Piet zelf kwam in tamely k onzachte aanraking met het zand et winkeltje, byna door niemand opge merkt, stond gedrongen tusschen een ho tel en een groot modemagazyn. Het uit hangbord met de half uitgewischte letters: „Lucie Susan Boeken en schrijfbehoeften”, scheen zich koppig vast te houden aan de ha ken, waarmee het aan den gevel bevestigd was, evenals de eigenares zich vastklampte aan haar geloof in het leven. Juffrouw Susan wist dat het winkeltje geen droog brood opbracht, en toch verscheen ze lederen morgen om negen uur achter de toon bank, met haar bril en haar grijzende haren. De zaak sluiten? Ze wilde er niet van hooren; zelfs haar beste vriendin, Josina, die vaak In ’t winkeltje kwam om een half uurtje te pra ten, wachtte zich wel zoo’n raad te geven. En zelfs aan Josina, die haar van haar meisjes jaren gekend had, en in de dagen van voor spoed in den winkel had geholpen, vertelde Lu cie niet, waarom zy het winkeltje niet wilde sluiten. Lucie bewaarde haar geheim in d’r hart, tot de dag kwam dat ze er lachend over spreken kon; en die dag was nog niet daar. Lucie Susan had haar heele leven in het kleine havenstadje doorgebracht en kleur was er nooit in dat leven geweest. Het leven scheen hard; altyd verlangde zy naar iets dat ze niet krijgen kon. Maar in haar was de teederheid gebleven, het snakken naar de romantiek, die nooit kwam. Tot haar dertigste jaar had haar nooit iemand Hef gehad, nooit iemand het hof gemaakt. Ze was biy dat een oom haar z’n boekwinkeltje naliet. Dat gaf bezigheid, afleiding, contact met het leven. Het zaakje leverde toen een be hooriyk bestaan op. Een half Jaar later ge beurde het. Hy was zeeman, pas weer aan wal. Niet jong, 35 of veertig misschien, maar vroo- Hjk, jolig en zorgeloos. Hy vroeg om postpapier en enveloppen. Lucie was alleen in den winkel. Josina, die haar toentertyd hielp, was op een boodschap uit. Zy pakte wat hy gekocht had, in, en gaf geld terug. Hy was spraakzaam. „Een aardig winkeltje hebt u hier. Uw eigen dom?" „Ja," lachte ze, Toen zweeg ze en ze begreep niet hoe ze ineens zoo vertrouweiyk kon zyn. Hy had eeriyke. blauwe oogen. Ze keek hem een beetje vra gend aan. „We Hggen hier voor een week,” zei hy. „Ik ben in geen Jaren hier geweest, ’tls egg veranderd. Den laatsten keer. En hy vertelde uitvoerig hoe hy t stadje tien jaar vroeger gekend had, en hy vertelde ook over z’n reizen, en Lucie luisterde gretig. Het gebeurde zoo zelden dat een man met haar bleef praten. Het bracht haar een kleur in t gezicht, het gaf haar iets warms van binnen. Ze begon over onzinnige dingen te peinzen. Ze had ver halen gelezen, echte ware verhalenwaar t net zoo 4n begon. Malligheid, maar ze kon 't niet helpen. Hy had zoo iets ernstigs en hartelijks over zich.... Toen Josina binnen kwam, vertrok hy, met tegenzin, zooals Lucie dacht. Ze ging gauw in 't grootboek zitten schrijven, want Josina wilde haar in 't gezicht kijken. Toen zy den volgenden ochtend in den win kel kwam, voelde zy een eigenaardige, biyde opwinding. Misschien kwam hy weer. Ze was luchthartig, vol verwachting Maar de uren gin gen voorby en hy kwam niet; ook de dagen gingen voorby, zonder dat hy kwam. Toen werd het Zondag, 's Middags ging ze wandelen. Dat was ze zoo gewoon, zy klom op een heuvel, die uitzag op zee, en daar op den top trof ze hem. „HaUo!" riep hy en kwam naar haar toe. „U ook hier?” Ze voelde een schok in haar hart en vroeg zich af wat dit kon zyn. Ze was biy dat ze een goede Japon en nieuwe schoenen aan had. Er passeerden een paar menschen, maar Lucie zag hen niet. De wereld was geheel anders gewor- haar i ver- De van haar bestaan was gebroken. Neuriënd kwam Lucie haar kamer binnen. Zy vond het nu een echt prettige kamer. Mis schien was het dat altyd wel geweest; dat hing hebben bedrieger, troggeld. Hy maakte het zoo bar, dat hy ten slotte het geheele kantoor in opspraak bracht en Symons de hulp van een politieagent inriep, die het scheldende slachtoffer op straat zette. Maar de toespelingen van den bedrogen hof meester op de twee andere samenzweerders waren voldoende geweest, om Symons’ per soonlijke energie weer op te wekken. Hy waagde er een uurtje aan om te eten te komen, wat de hofmeester precies had gedaan vanaf het eerste bezoek van Nottldge tot Lawson, avond wist l-rrur wna „.j.. gever tevens kon dienen met een uitvoerig rap port over de gebeurtenissen in Southampton „Hahn is tweemaal op het kantoor geweest? zei Symons, „ik weet niet waarom. Gisteren eenmaal, en vanmorgen in alle vroegte nog eens. Hy deed een paar vragen over dien den Rajah bracht, zou hy afhankeiyk zyn van de luimen van den Oosterling. Ten eerste ris keerde hy reeds zyn leven door zich In het kleine staatje Goona te wagen met een kostbaar bezit als dezen diamant, zonder dat hem eenig bewys ten dienste stond om om de echtheid of de herkomst van den steen aan te toonen. Nu is het best mogeiyk. dat al deze gevaren en avonturen zes maanden geleden nog een bijzondere aantrekkingskracht op Crook zou den hebben gehad, maar er was Iets gebeurd, waardoor zyn aandacht voor het leven een algeheele verandering had ondergaan. D? lezer heeft dit misschien niet bemerkt, en mr. Merrick misschien ook niet, maar, en hier kwam het ten slotte maar op aan.... de dochter van mr. Merrick wel. En ook haar kyk op het leven had zich dermate gewyzlgd, dat deze in elke variatie zich concentreerde op de figuur van mr. Harvey Crook. Zoodat, terwyi voor mr. Harvey Crook een reis naar het oosten, met een zeer twyfelachtig voordeel, waarvan elke myi hem verder weg zou brengten van Daisv Merrick, al een ‘buitengewoon onaantrekkeiy* uitzicht bood, ook de eigen neigingen van deze jonge dame, Indien zy door buitengewone middelen had kunnen doen geldig maken, ernstige bezwaren zouden hebben opgeleverd. A T T 17 A °P dit blad Zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 17 MJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door IJ F ^n^voet Tof ^Sn Ö^g AU «F1! AdOlN IN IL O Ohgevauen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen F OU.“ verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen T OU." doodelljken afloop A een voet of een oog den. Daar liep ze nu, met den man van de ree naast haar! Het maakte haar een beetje dntw. Hg en zy had het gevoel dat ze dwaze ant woorden gaf op zyn vragen. Maar dat hinderde niet. Het was heeriyk! Het was alsof belden in zonnestralen gewikkeld waren, zoo vroollik en opgewekt praatten zy. Toen ze in de stad van hem scheidde, voelde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 8