v&Aaal
van
eraadjes op avonturenreis
Met twee ka
den da^
H
Radio-censuur
■w
NEDERLAND EN RUSLAND IN
DEN OUDEN TIJD
i
HET VERDWENEN
ELFTAL
niimnni
HET WERK VAN PETER
DEN GROOTEN
VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1935
Schatkistbiljetten
Ontsnapt
bU een ongeval met
vni
II
Lucie 's
kerk boek
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
I
Paul Huf
den
terug kwam,
rs
waarop zij waren neergekomen.
door Arthur Morrison
47
oordeelde het noodig, dat de politie
HET GROENE OOG
(Wordt vervolgd)
I
den
Crook
met
eersten
keerde
Harvey
4
1
1
1
1
e meeste Nederlanders kennen
feld de romantische levensgeschl<
detective Wickes zoo cpoedig mogelijk
zijn bevindingen in kennis te stellen.
1
Fe
dit
rei
Ha
Mo
A[
A.
ge>
rei
na
be;
rei
H.
grooten roem heeft verworven. Bij zijn dood in
ge-
Lucie dat ze Ed Banston kende en begreeo Er
Wij geven toe, dat het mogeiyk is, aan deze
geïsoleerde teksten een politieke partijdige ver
klaring te geven, die echter in flagranten strijd
is met den ganschen toon van het gedicht en
met het geheele optreden van den dichter Bon
tens. De censuur wordt niet steeds deskundig
uitgeoefend.
Paul Huf verving den weggelaten Boutens-
tekst door het prachtige Adieu-liedt voor
Vrouw Maria van Bourgondlë, gedicht in 1482
bij den dood der echtgenoote van Maximlllaan
van Oostenrijk, wier tragisch verscheiden ten
gevolge van een ongeval zoo groote overeen
komst vertoont met den dood der betreurde
Koningin Astrid van België.
Inmiddels blijft het betreurenswaardig, dat
by officleele Instanties in ons vaderland de ken
nis der Nederlandsche. poëzie zoo gering blijkt
en dat men er de strofen van een gedicht schijnt
te lezen als de artikelen van een wetsontwerp
zonder aandacht voor den organlschen context
Een beetje litteraire scholing zou den ambte
naren der departementen geen kwaad doen.
was geen
van
het
Zoodat hij, toen Crook dienzelfden
In Southampton aankwam, niet alleen
te vertellen, hoe mr. Clifton aan rijn
tweede flesch was gekomen, doch zijn opdracht-
welken prijs dan ook. Hij vertelde oo den koop
toe, dat hy Juist ontsnapt was aan het gevaar
om met die drie dingen apgescheept te blijven.
Dit maakte Mc. Nab zoo woedend, dat hij
tegen Iedereen begon te vloeken en te razen
en luid schreeuwde dat ze hem bedrogen had
den.
„Het is bedrog.” schreeuwde hij. „Het Is een
samenzwering van drie schurken, die mij van
den een naar den ander hebben gestuurd om
mij mjjn kostelijk geld afhandig te maken Ze
me bestoten en hier zit de bTOOtste
Tien pond hebben ze me afge-
In de 28ste en 29ste strofen staat:
„Laat dan Uw dienaren wijs en onwijs
bedillen.
Voorzitter Van Boefjen
Secretaris plv. De Gaay Fortman
Daar het den heer Huf onmogelijk was een
verminkten tekst te declameeren, deelde hij zijn
hoorders mede, eerbied te hebben voor de be
sluiten der Indië-commissie, doch grooteren eer
bied voor de lyriek van den prins der Neder
landsche dichters en dus den tekst in het ge
heel niet te zullen ultzendën. Wij laten hier de
strofen volgen, waartegen de Indië-programma-
commissie zich verzette.
De twaalfde strofe luidt:
„Gesloten staan de politieke kermiskramen
Waar leder zure draf smook joeg door
schouw aan schouw;
Verschald zijn al de kleineerzuchtige ijdle
namen,
En zuiver proeft de lucht en ijler welft zijn
blauw”.
Voor de eerste maal in de geschiedenis der
Ver. Staten is niet ten volle ingeschreven op
een uitgifte van Amerikaansche schatkist-biljet-
ten.
Het betrof een bedrag aan schatkist-biljetten
van 100 millioen dollar, met vierjarigen looptijd,
tegen een rente van IK procent.
De inschrijvingen bereikten een bedrag van
85 millioen dollar. Algemeen wordt betoogd, dat
het credlet van den staat hierdoor niet is aan
getast. De bankiers zijn van meening, dat de
mislukking te wijten is aan de te lage rente.
Sommige flnancieele kringen zien in dit resul
taat een aanwijzing, dat de markt verzadigd is
van staatsfondsen.
Langzaam zweefde de parachute omlaag, i
En onder bengelden Plet en Wiet en plotse
ling schoot het vliegtuig langs hen heen
naar omlaag om met een harden slag tegen
den grond te pletter te slaan. Zouden zij
het er ooit levend afbrengen? Piet durfde
haast niet naar beneden te kijken. Eindelijk
naderden ze den grond en waren ze
nog maar enkele meters hiervan verwijderd.
er gelegenheid van den vijftigsten ver
jaardag van H. M. Koningin Wilhelmina
op 31 Augustus 1930 schreef dr. P. C. Bou-
tens een ochtendgroet, getiteld: .Morgenge
dachten” die op dien dag door den bekenden
Amsterdamschen voordrachtkunstenaar Paul
HUf werd voorgedragen voor de microfoon van
de A.V.R.O. Tijdens of kort na de voordracht
kwam in de studio een telegram van de Radio-
contröle-commissie, waarbij declamatie van een
drietal strofen de commissie noemde dit ,,cou-’
pletten” zijnde de 12e, de 28e en de 29e. ver
boden werd. Het was echter te laat om den
kunstenaar te waarschuwen, de heer Huf droeg
dus, onkundig van de censuur, het volledige
gedicht voor. „De Telegraaf” maakte melding
van het incident in haar nummer van 2 Sep-
ber 1930 en sprak van een „blamage zonder
weerga” voor de Radio-contröle-commlssie.
Dit Jaar was den heer Huf opgedragen, een
uitzending op Koninginnedag te organlseeren
voor den Phohi-omroep op korte golf, den om
roep die in Indië wordt opgevangen. De kun
stenaar zette wederom den groet van dr. P. C.
Bontens op het program, dat tevoren ter con
trole toegezonden werd aan de Indië-commissie.
De KR O.-studio, waar de uitzending geschied
de ontving nu het volgende draadberlcht uit
Den Haag:
Indië-programmacommissie heeft geen be
zwaar tegen uitzending gedicht ..Morgengedach
ten” van P. C. Boutens door Paul Huf op Za
terdag 31 Augustus aanstaande, behoudens dat
het 12de couplet „Gesloten staan” tot en met
..Zijn blauw" en het 28ste en 20ste couplet „laat
dan” tot en met „door de woestijn” moet ver
vallen.
overgeplant.
De heer F. Dekkers vertelt daarvan in de
Jongste „Neerlandia’’-aflevering:
„Na zijn terugkeer in eigen land heeft de
Tsaar de krachtige hervormingen In Wester-
schen zin Ingeluid. Met het oog op die plannen
heeft hy van zijn verblijf in Holland gebruik
gemaakt om een groot aantal bekwame mannen
op verschillend gebied in dienst te nemen: zee
officieren en andere varensgezellen, leeraren in
de stuurmanskunst en het scheepsteekenen,
handwerkslieden, geneesheeren en apothekers,
kunstenaars. Nlcolaas Wltsen, Johan Thesing,
Calf en anderen hebben hem daarbij flink ge
holpen.
Onder die in dienst genomen mannen hebben
enkelen in de ontwikkeling van het Russische
rijk een rol van zeer groote beteekenls gespeeld.
In de eerste plaats mogen hier wel genoemd
worden Cornells Cruys, schout by nacht in
Staatschen dienst, die de schepper is geworden
van de Russische zeemacht, en Nlcolaas Bld-
loo, de stichter van het medisch onderwijs in
Rusland.
Aan Bidloo, lijfarts van den Tsaar, is de
stichting van het eerste militair hospitaal in
Moscou en de daaraan verbonden opleidings
school voor medici op 25 Mei 1706 te danken
geweest. Hij muntte niet alleen uit door zijn
bekwaamheid als medicus en docent, maar was
ook een man met groot organiseerend en ad
ministratief talent, die zich door zijn arbeid
■twü-
---„„ynis van
Tsaar Peter den Grooten van Rusland die
zooals het heet In 1697 te Zaandam, waar
nog heden ten dage het Tsaar-Peter-hulsJe de
herinnering aan den grooten Rus levendig
houdt, het scheepstlmmervak is komen leeren.
De veronderstelling ligt voor de hand, dat
Tsaar Peter’s komst naar Holland in eerste
instantie wel een minder ambachtelijk en een
meer diplomatiek doel gehad heeft: inderdaad
heeft de Tsaar zijn verblijf in de Nederlanden
benut om te trachten met de Staten tot een
vloot-accoord te komen tegen de Turken ‘n
poging, waarin de Rus niet geslaagd is. dank
zij den handelsgeest onzer voorvaderen, die met
het oog op den Levant-handel liever niet ge
brouilleerd raakten met den Sultan; bovendien
voelde de Republiek zich door den negen
jarigen oorlog danig verzwakt.
Al moet_ dus de scheepstlmmery
ochtendtrein naar Londen terug. Naar wat hij
in Southampton had vernomen, was net waar-
schUniyk, en werd het zelfs duidelijk, dat er
bulten hem slechts één andere party op zoek
naar den diamant was, en dat Mehta-Singh en
Hahn samenwerkten. Voor den avond, toen
besloten was. dat de in den grond toch be-
klagenswaardige misdadiger Pritchard ver
moord zou worden, vanwege den diamant, dien
hy by zich droeg, had Hahn er alles op gezet,
om naar een stad te vertrekken, die tachtig
kilometer van de plaats des onheils verwy-
derd was, den nacht waarin de moord had
plaats gehad in een hotel te biyven, waar hy
goed bekend was en zyn verbiyf opvallend be
kend te maken aan iedereen, die hem zou kun
nen identificeeren. Het doel, om alles voor te
bereiden op een steekhoudend alibi, indien dit
noodig zou biyken, was duldelyk, want ree^s den
volgenden dag was hy na ontvangst van een
telegram naar Londen teruggekeerd met den
eersten trein den beste. Hy had biykbaar van
den vroegen morgen af op dit telegram zitten
wachten, want hy had er verschillende malen
naar gevraagd. Dit was Crook allemaal te weten
gekomen door met nadruk naar hem te infor-
tneeren aan het hotel, en op het vernemen
van zijn plotseling vertrek naar Londen, te
vrtwen. of hy dan misschien een telegram
had ontvangen. Welnu, wat kon het doel van
dat telegram geweest zyn? En wie was de af
zender? Wie anders dan Mehta Singh, die hem
natuuriyk op de hoogte bracht, van den goe
den afloop van de misdaad. Alles wees in
dezelfde richting, Hahn was ’s morgens nog
hoogere bod, wat hy later heeft teruggetrok
ken. Probeer het by hem eens. Ga hem een
beetje
hangt.
vinden.
In Nederland zyn verschillende al dan niet
tastbare monumenten, herinneringen aan het
verbiyf van den Tsaar alhier, biyven bestaan:
algemeen bekend is de schamele woning te
Zaandam, waarin de keizer een weekje vertoef
de, ook het feit, dat de Russische regeering ter
herinnering aan het verbiyf van den Tsaar,
aan de gemeente Zaandam een fraai gedenk-
teeken het standbeeld van Peter den Grooten
op den Dam ten geschenke heeft aangeboden.
Minder bekend is, dat de Hoogere Burger
school te Zaandam beschikt over een fonds, ge
sticht door den Russlschen generaal De Jasl-
koff, om de herinnering aan den grooten keizer
levendig te houden, en bestemd om aan leer
lingen dier school, die zich onderscheiden heb
ben, by het verlaten daarvan pryzen te schen
ken.
naar het kantoor van den makelaar geweest
om inlichtingen in te winnen over de wyn-
flesschen, maar ook had Symons begrepen, dat
dit biykbaar meer gedaan was met het doel
om zyn tegenwoordigheid in Southampton be
kend te maken, dan in het bezit te komen van
den wyn. De moord was dus met behulp van
bet gemakkeiyke werktuig Jatterji door Mehta
Sing bedreven, en toen, de goede uitslag bekend
was, en zyn eigen afwezigheid voldoende be
wezen, haastte Hahn zich, om in de winst te
deelen.
Crook
hiervan op de hoogte werd gebracht, en be
sloot
met
Met deze overweging kwam vanzelf een andere
by hem op, nameiyk dat hy er van af moest
zien, om zelf het Groene oog van Goona te
ontdekken en aan den wettigen eigenaar, den
Rajah, terug te bezorgen. Want indien de
misdadigers zouden ontsnappen, zou de dia
mant met hen verdwynen, en indien de politie
er in slaagde hen te vatten, zou zy tevens
beslag leggen op den diamant.
Het was dus duldelyk. dat Crook al zyn
energie moest richten op een krachtdadige
hulp van de mannen der wet. Ten slotte was
Crook heelemaal niet teleurgesteld, want in
dien hy den steen zelf had ontdekt, en vanuit
Engeland onderhandellngen was begonnen
over de teruggave, zou hy in de niet erg. aan-
lokkelijke en weinig waardige positie zijn ge
raakt van een onwettig bezitter, die zooiets
als losgeld vroeg. Indten hy zelf den steen naar
„Als ik die omstandigheden nog eens naga,*
zei Smith rustig, „dan heb jy het eerst toege-
slagen. Waarom zou ik jou verlies overnemen
of deelen? Nee Jongen, Je hebt me midden in
myn gezicht zitten uitlachen, toen ik jou een
bod deed, waaraan jy zelf behooriyk zou h-bben
gewonnen. Ik wil Je wel even het adres opgeven
van den persoon, die my dat hoogere bod heeft
gedaan. Indien je dat interesseert. Ik bedoel het
n Nederland moge dus iets van den grooten
Rus zyn biyven voortleven in Rusland
heeft Peter de Groote een stuk Nederland
ai moet dus de scheepstlmmery van
Tsaar te Zaandam wellicht niet al te wezen-
lyk en niet al te dramatisch worden opgevat
en al is Tsaar Peter’s voornaamste doel het
diplomatieke niet bereikt, toch is zyn aan
wezigheid in Nederland van vérstrekkend, on
berekenbaar gevolg geweest voor het ryk der
'Russen, waaraan de geest van Nederland zoo
naarstig heeft helpen bouwen zy het ook niet
met honderd procent resultaat(l)
Reeds in zyn vroege Jeugd moet de in 1672
(uit het tweede huweiyk van Alexis met Na
talia Narischkin) geboren Peter met den naam
en het begrip Holland vertrouwd geraakt zyn:
zyn eerste leermeesters toch waren Hollanders;
Frans Timmerman gaf hem onderwys in reke
nen en meetkunde; zyn gouverneur, generaal
Manesius, Schot van geboorte, was getrouwd
met de weduwe van een Nederlandschen koop
man, Pieter Marcella; aan het hof verkeerden
toen ook Zacharias van der Hulst, zoon van
den bekenden admiraal en Johan Tennond. de
man van deh mislukten scheepstocht naai As
trakan, beiden geneesheeren; verder Andreas
Winius en Overt Ijsbrand Ides, die later ender
Tsaar Peter een belangryke rol zouden spelen.
Als jongeling had Peter ook weer in hoofd
zaak Nederlandsche leermeesters; zoo b.v. ont
ving hy onderricht in den scheepsbouw van
Karsten Brandt; om den uit het oog verloren
scheepsbouw weer ter hand te nemen. Het men
scheepstimmerlieden uit Holland komen: ver
meld worden namen als Couwenhoven. Ales,
Kist, namen van te Zaandam nóg levende fa-
millën. Onder de officieren, die ten behoeve
van Peter’s onderwys in de krijgskunde in kleine
korpsen werden vereenlgd, kwamen ook veel
Hollanders voor.
Het is de heer F. Dekkers, die in „Neer-
landla” van Augustus 1935 aan deze Nederland
sche inwerking op geest en gemoed van den
Jongen Rus herinnerde in een zeer lezenswaar-
dig opstel, waarvan wy in „Neerlandla” van
deze maand het nóg lezenswaardiger vervolg
De zwendelaar en valsche munter Miller
Wagner, die reeds herhaalde malen in Oosten
rijk, Zwitserland en de Vereenigde Staten is
gestraft, is Zaterdag uit de gevangenis ont
vlucht.
Met behulp van aan elkaar geknoopte lakens liet
hy zich uit het raam neer in de drukke straat,
waar hy in een auto steeg.
Voor de toeschouwers zich van hun verbazing
hadden hersteld, was hy verdwenen.
1735 had hy een groot aantal leerlingen
vormd, die zyn werk hebben voortgezet.
In een aktenverzameling komt Bldloo’s naam
ook voor by het aangaan van een overeenkomst
op 18 Mei 1703, met Gjjsbert Agterkerk, waarby
deze zich verbindt naar Moscou te gaan om Bid
loo „te dienen in het bereiden van medicamen
ten”. In die akte worden ook de voorwaarden
genoemd, waarop Agterkerk in dienst werd ge
nomen; daaruit biykt echter, dat dat apothe-
kersbaantje niet erg in aanzien was; die voor
waarden zyn nJ. nagenoeg dezelfde, als waarop,
volgens een andere akte van ongeveer den-
zelfden tyd, een Hollandsche dienstbode werd
gehuurd om naar Moscou over te komen.
Uit die aktenverzameling biykt ook. dat de
Tsaar in 1717 door zyn lyfarts Laurentius Bloe-
mentroost en zyn Hjfapotheker Albertus Seba.
van den vermaarden Amsterdamschen hoog-
leeraar tn de geneeskunde Frederlk Ruysch.
diens beroemde „collectie rariteiten" heeft doen
aankoopen voor het toen buitengewoon hooge
bedrag van ƒ30.000, welke collectie met ver
zamelingen van Musschenbroek en anderen in
de keizerlijke kabinetten bewaard zyn. De „rart-
teiten-collectie” van Ruysch schynt echter in
allesbehalve schitterenden toestand in Rusland
te zyn aangekomen, omdat het scheepsvolk on
derweg braaf van den conserveerenden alcohol
gesnoept had.
Een van de eerste zorgen van den Tsaar, na
zyn terugkomst in Rusland, is geweest het or
ganlseeren van zyn leger op Westersche leest.
Volgens den geschledschryver Scheltema komen
onder de namen der kolonels van de eerst op
gerichte regimenten verschillende Hollandsche
voor.
Ook onder de commandanten der Russische
oorlogsschepen van dien tyd trof hy vele Hol
landsche namen aan, als Rees, Voogd, Kien,
Beekman en andere.
De scheepsbouw, een lievelingskind van den
Tsaar, werd nog krachtiger ter hand genomen
dan vroeger.
Te Astrakan wordt gewag gemaakt van den
commandeur Laurens van den Burg, die vele
Hollandsche bazen onder zich had en schepen
maakte voor de vaart op de Kaspische Zee. Te
Archangel werd beroemd Klaas Janz. Tromp
van Westzaan, die daar zelfs met 1300 werk
lieden werkte aan het bouwen van smakken en
tjalken voor de vaart op de rivieren.
kwamen
Door den
eindje
vervelen, voordat jy my de keel uit-
Symons, de bediende van Lawson, je
weet wel van de veiling, waar wy dat goed alle
maal hebben gskofhi
Mc. Nab verloor geen seconde, maar schoot
de straat op met het ellendige pak onder den
arm.
Symons was even onhebbeiyk als Smith.
Zeker, hy had een order gehad, om dezen wyn
te koopen, maar deze was een uur geleden
ingetrokken. Hy zou de drie flesschen niet
koopen, selfs geen twee, zelfs niet een, tegen
Ook ter bevordering van de volksontwikke
ling werden allerlei maatregelen getroffen. Tal
van Duitsche en Hollandsche onderwyzers Het
hy overkomen als leerkrachten voor de te
stichten scholen. Vele nuttige boeken werden in
het Russisch vertaald, gedrukt en uitgegeven.
Johan Thesingh te Amsterdam verkreeg voor
15 Jaar het uitsluitend recht land- en zeekaar
ten, prenten van land- en zeevolk, mathemati-
1 sche, bouwkundige en andere boeken met Hol-
landschen en Russlschen tekst te verspreiden.
Op kaartengebled hebben ook andere Neder
landers dan Johan Thesingh groote verdien
sten gehad. De beroemde cartografen Van Keu
len. Donker, Ottens en Gebr. Valcke kregen tal
rijke bestellingen voor kust- en zeekaarten van
Rusland.
Ook voor het doen van peilingen had de
Tsaar Nederlanders in dienst. Scheltema noemt
Adrlaan Schoonebeek en A. Maas.
Ter bevordering van den landbouw en de
nyverheld in zyn ryk bepaalde hy zich niet tot
het naar Rusland lokken van vreemdelingen:
hy volgde ook den tegenovergestelden weg: Rus
sische jonge mannen naar het buitenland te
zenden om een vak of een bedrijf te leeren.
Volgens sommige schryvers heeft het aantal
Russen, dat hy alleen naar Holland heeft ge
zonden om opgeleid te worden in den land
bouw, het molenaarsbedryf, den scheepsbouw
en het tuindersvak, het maken van sluis- en
dykwerken, de beschuitbakkery, of om onderwys
te ontvangen in de wis- en natuurkunde en den
vestingbouw, in de duizenden beloopen.
Peters vriend Nlcolaas Wltsen en zyn Zaan-
damsche vriend Calf, door Voltaire spottend de
Comte de Veau” genoemd, hebben hem by
het plaatsen van al die Jonge mannen met raad
en daad bygestaan.
Belangryker was echter alweer de beïnvloe
ding van Rusland door Holland; Hollanders
hebben onder leiding van vlce-admlraal Cruys
de werven te WoronesJ aangelegd, ten behoeve
van de Zwarte Zee-vaart. Vele Hollandsche
families zyn daar blyven hangen, zoodat de
huizen der landlieden in die streek den indruk
maakten, alsof men uit het hart van Rusland
naar Holland was overgeplaatst. Nederlandsche
kooplieden, als de Marcelissen. Thllleman Lus
Ackema, Kellerman, Warner Muller en anderen
hebben voor de ontwikkeling van den mijnbouw
en de metaal- en andere nyverheld groote ver
diensten gehad en hunne nakomelingen hebben
die werken onder Peters bewind in het alge
meen met klimmend succes voortgezet.
Belangrijk is ook het aandeel geweest, dat
de Nederlanders gehad hebben in de ontwikke-
llngstochten in de Poolzeeën tijdens Peters re
geering en door zyn toedoen. De vriendschap
van den Tsaar met Nlcolaas Wltsen is daar
steUig niet vreemd aan geweest. Scheltema noemt
by die tochten Hendrik Busch als schipper,
Jacob Hens als stuurman, Hardebol als mlne-
raalkundige en Alexander Scheltlnga, den zoon
van den schout-by-nacht, als leider van de
expeditie. Ze zyn er in geslaagd door de Bering-
straat in de Poolzee te komen, waarmede het
vraagstuk aangaande de scheiding tusschen
Azië en Amerika was opgelost. Onze Nederland
sche ontdekkingsreizigers hebben zich dus ook
daar niet onbetuigd gelaten!
De stad St. Petersburg had. volgens de be
doeling van Peter den Grooten, gebouwd moeten
worden als een Hollandsche stad. Petersburg
had een tweede Amsterdam moeten worden.
Vergissingen, gemaakt in de oorspronkelyke
plannen, schynen oorzaak te zyn geweest, dat
daar niets van gekomen is. Wel rijn er toen toch
tal van hulzen door Hollandsche architecten
gebouwd. De Russische schryvers Dmitri Novik
en Victor Llona van een onlangs verschenen
levensbeschrijving van den keizer, „Pierre le
Grand”, vertellen daarin onder meer, dat ge
deelten van de stad er geheel als een Holland
sche stad uitzagen. Zy vermelden er echter by
hoe op het einde der 18de eeuw daarin een
groote verandering is gekomen en dat het Hol
landsche karakter Van die stadsgedeelten geheel
verloren is gegaan. Men behoeft dan ook in
Sint Petersburg niet meer naar belangryke
monumenten der Nederlandsch bouwkunst te
soeken. Ook zelfs het kerkgebouw van de Neder-
andsche Protestantsche gemeente, dat tot in
>nze dagen bestaan heeft, vertoont geen bepaald
Nederlandsch karakter.
Wel zyn de Nederlandsche schildersscholen
sr rijk vertegenwoordigd.”
natuuriyk van je stemming af. Ze had zich
altyd zoo alleen gevoeld en een kamer is nooit
bestemd voor één mensch alleen! Het was zoo’n
trieste kamer geweest, toen zy niemand kende.
Nu kon ze glimlachen. Er waren gouden dra
den door haar grauwe leven geweven. Ze ging
naar de kerk, naar het Lof; ze wist dat hy óók
ging.
De Maandag kwam. Ze keek een beetje be
trokken. Tegen tien uur zelde ze:
„Josina, ik ga een half uurtje uit. Ik heb
m’n kerkboek gisteravond in de kerk laten lig
gen; Ik ga t even halen.”
Josina keek haar na toen ze ging. Lucie bleef
ruim drie kwartier weg. Toen ze terug kwam,
was het eerste voorwerp dat ze zag, haar kerk
boek. Het lag naast het pakpapier op de toon
bank.
„Wat?” Ze keek haar vriendin vragend aan
Deze had nog meer kleur dan gewoonlijk, toen
ze antwoordde: „Het is terug. Die zeeman heeft
't gebracht. Hy was ook in de kerk, zei hy, een
eindje achter Je, en toen je wegging zag hy
dat je Je kerkboek liet Hggen. Hy wilde ’t je
achterna brengen, maar kon je in de drukte
niet meer vinden. Dus, nu heeft hy ’t hier ge-
.erfenis van een oom...." bracht. Hy kon niet op Je wachten, want hy
moest aan boord.”
„Aan boord.nu?” vroeg Lucie ontsteld,
en vroeg zich af wat ze toch had. Ze herkende
haar eigen stem niet meer.
„Ja,” hernam Josina. „Hy is nu al haast
weg.... om 12 uur gaat ’t schip.”
„O,” Lucie greep het kerkboek en legde het
in een kast. De dag scheen haar eindeloos. Dien
avond om 7 uur deed zy de groote ontdekking.
zy had het kerkboek uit den winkel gehaald
om het weer in de la van haar kast in dé huis
kamer te leggen. Even later had ze de bladen
door haar vingers laten giyden, zonder plan
om iets te zoeken, toen ze plotseling geschreven
letters op een bladzyde van ’t boek, het laatste
geschenk van haar moeder, zag.
Verbaasd en verschrikt staarde Lucie naar
de bladzyde. Langen tyd bleef ze kyken en er
kwam een droomerige uitdrukking op haar ge
laat. Ze deed het boek dicht en drukte het aan
d’r hart. Haar zeeman' was weer naar zee,
maar.... hy had z’n naam geschreven boven
de gebeden voor de Huweiyksmis in haar eigen
boek, zy begreep.
Hy zou terug komen, naar haar, als de zee
hem niet meer vasthield. En dat is de reden
waarom Lucie Susan haar zaak niet wil slui
ten. Al bracht het winkeltje ook niets op, het
was de plaats waar hy terug zou komen, we
tend dat hy haar daar vinden zou. Reeds 15
jaren zyn er voorby gegaan, maar nog steeds
wacht ze.
.Anne Lucie," denkt Josina, no^TReeds haar
vriendin, met een zucht, maar zy heeft het hart
niet haar de waarheid te vertéllen.
Josina had haar handschrift heel goed ver
draaid, toen zy den naam van den zeeman in
Lucie’s kerkboek schreef.
Naar Inzicht of partygunst voorschrijft of
beleert,
Vaak het onnoozle doen en het verstandige
willen,
Daar was en te maar Eén Gy zyt het
die regeert.
Over en met de kern Uws volks, bet zout
der natie,
Dat nooit zyn smaak heeft ingeboet voor
valschen schyn,
Dat in zyn midden voert Uw vorsteiyke
Gratie,
Als Isrel met zyn Efod toog door de woes-
tyn
Tokayer, maar scheen niet de minste aan
dacht te schenken, aan wat ik hem vertelde,
of dat ik hem eigeniyk wel iets vertelde.
Neen, zyn belangstelling scheen aanmerkelyk
•geluwd Die was biykbaar op iets heel anders
gericht. Want telkens en telkens verzekerde
hy me, dat ik heen nog heel goed kende, en
telkens viel het my op. dat hy zoo opdringerig
duldelyk was betreffende den datum, waarop
hy my had gezien. Telkens en telkens moest
ik hooren: „Dus mr. Symons, ik ben nog altyd
in Southampton. U weet wel, ik bfen Hahn, die
hier gisteren, den achttiende ty u was, om u
te spreken over dien wyn, welken u hier heeft
verkocht.”
Crook wist hier aanvankehjk ook geen reden
voor, totdat hy plotseling een heldere gedachte
kreeg, die echter tegengesteld was aan zyn
aanvankeiyke vreugde, om Hahn's klaarbiyke-
lyke afzydigheid van den moord.
Want wat moest men anders opmaken uit
deze herhaalde verklaringen betreffende den
datum en den tyd van zyn aanwezigheid in
Southampton? Wat kon het anders zyn, dan
een zorgvuldig voorbereide poging, om Indien
het noodig was, zyn afwezigheid in Londen
op den avond van <ftn achttienden, door dit
alibi te staven?
woord
liefde over
hun lippen geko-
men en toch wist i
ze dat hy 1
leven als
nleuwd had.
groote stilte
Opeens hielden de motoren op. In zyn
doodsangst greep Plet een parachute en
gespte die om. Koortsachtig maakte hy de
riemen vast, nam Wietje in zyn armen en
rukte het deurtje open. Het toestel begon
reeds te vallen. Piet waagde den sprong,
Wietje vast in zyn armen geklemd. Hy
rukte aan de lus, die het valscherm moest
openen en weldra ontplooide 1 gevaarte zich.
behouden op den grond
aan. Door den schok Het Wiet los
die een eindje verder neerviel. Piet zelf
kwam in tamely k onzachte aanraking met
het zand
et winkeltje, byna door niemand opge
merkt, stond gedrongen tusschen een ho
tel en een groot modemagazyn. Het uit
hangbord met de half uitgewischte letters:
„Lucie Susan Boeken en schrijfbehoeften”,
scheen zich koppig vast te houden aan de ha
ken, waarmee het aan den gevel bevestigd was,
evenals de eigenares zich vastklampte aan haar
geloof in het leven.
Juffrouw Susan wist dat het winkeltje geen
droog brood opbracht, en toch verscheen ze
lederen morgen om negen uur achter de toon
bank, met haar bril en haar grijzende haren.
De zaak sluiten? Ze wilde er niet van hooren;
zelfs haar beste vriendin, Josina, die vaak In
’t winkeltje kwam om een half uurtje te pra
ten, wachtte zich wel zoo’n raad te geven. En
zelfs aan Josina, die haar van haar meisjes
jaren gekend had, en in de dagen van voor
spoed in den winkel had geholpen, vertelde Lu
cie niet, waarom zy het winkeltje niet wilde
sluiten. Lucie bewaarde haar geheim in d’r
hart, tot de dag kwam dat ze er lachend over
spreken kon; en die dag was nog niet daar.
Lucie Susan had haar heele leven in het
kleine havenstadje doorgebracht en kleur was
er nooit in dat leven geweest. Het leven scheen
hard; altyd verlangde zy naar iets dat ze niet
krijgen kon. Maar in haar was de teederheid
gebleven, het snakken naar de romantiek, die
nooit kwam.
Tot haar dertigste jaar had haar nooit iemand
Hef gehad, nooit iemand het hof gemaakt. Ze
was biy dat een oom haar z’n boekwinkeltje
naliet. Dat gaf bezigheid, afleiding, contact met
het leven. Het zaakje leverde toen een be
hooriyk bestaan op. Een half Jaar later ge
beurde het. Hy was zeeman, pas weer aan wal.
Niet jong, 35 of veertig misschien, maar vroo-
Hjk, jolig en zorgeloos. Hy vroeg om postpapier
en enveloppen. Lucie was alleen in den winkel.
Josina, die haar toentertyd hielp, was op een
boodschap uit.
Zy pakte wat hy gekocht had, in, en gaf geld
terug. Hy was spraakzaam.
„Een aardig winkeltje hebt u hier. Uw eigen
dom?"
„Ja," lachte ze,
Toen zweeg ze en ze begreep niet hoe ze ineens
zoo vertrouweiyk kon zyn. Hy had eeriyke.
blauwe oogen. Ze keek hem een beetje vra
gend aan.
„We Hggen hier voor een week,” zei hy.
„Ik ben in geen Jaren hier geweest, ’tls egg
veranderd. Den laatsten keer.
En hy vertelde uitvoerig hoe hy t stadje tien
jaar vroeger gekend had, en hy vertelde ook
over z’n reizen, en Lucie luisterde gretig. Het
gebeurde zoo zelden dat een man met haar bleef
praten. Het bracht haar een kleur in t gezicht,
het gaf haar iets warms van binnen. Ze begon
over onzinnige dingen te peinzen. Ze had ver
halen gelezen, echte ware verhalenwaar t
net zoo 4n begon. Malligheid, maar ze kon 't niet
helpen. Hy had zoo iets ernstigs en hartelijks
over zich....
Toen Josina binnen kwam, vertrok hy, met
tegenzin, zooals Lucie dacht. Ze ging gauw in
't grootboek zitten schrijven, want Josina wilde
haar in 't gezicht kijken.
Toen zy den volgenden ochtend in den win
kel kwam, voelde zy een eigenaardige, biyde
opwinding. Misschien kwam hy weer. Ze was
luchthartig, vol verwachting Maar de uren gin
gen voorby en hy kwam niet; ook de dagen
gingen voorby, zonder dat hy kwam. Toen werd
het Zondag, 's Middags ging ze wandelen. Dat
was ze zoo gewoon, zy klom op een heuvel, die
uitzag op zee, en daar op den top trof ze hem.
„HaUo!" riep hy en kwam naar haar toe. „U
ook hier?”
Ze voelde een schok in haar hart en vroeg
zich af wat dit kon zyn. Ze was biy dat ze een
goede Japon en nieuwe schoenen aan had. Er
passeerden een paar menschen, maar Lucie zag
hen niet. De wereld was geheel anders gewor-
haar i
ver-
De
van
haar bestaan was gebroken.
Neuriënd kwam Lucie haar kamer binnen.
Zy vond het nu een echt prettige kamer. Mis
schien was het dat altyd wel geweest; dat hing
hebben
bedrieger,
troggeld.
Hy maakte het zoo bar, dat hy ten slotte
het geheele kantoor in opspraak bracht en
Symons de hulp van een politieagent inriep,
die het scheldende slachtoffer op straat zette.
Maar de toespelingen van den bedrogen hof
meester op de twee andere samenzweerders
waren voldoende geweest, om Symons’ per
soonlijke energie weer op te wekken. Hy
waagde er een uurtje aan om te eten te
komen, wat de hofmeester precies had gedaan
vanaf het eerste bezoek van Nottldge tot
Lawson,
avond
wist
l-rrur wna „.j..
gever tevens kon dienen met een uitvoerig rap
port over de gebeurtenissen in Southampton
„Hahn is tweemaal op het kantoor geweest?
zei Symons, „ik weet niet waarom. Gisteren
eenmaal, en vanmorgen in alle vroegte nog
eens. Hy deed een paar vragen over dien
den Rajah bracht, zou hy afhankeiyk zyn van
de luimen van den Oosterling. Ten eerste ris
keerde hy reeds zyn leven door zich In het
kleine staatje Goona te wagen met een
kostbaar bezit als dezen diamant, zonder dat
hem eenig bewys ten dienste stond om om de
echtheid of de herkomst van den steen aan te
toonen.
Nu is het best mogeiyk. dat al deze gevaren
en avonturen zes maanden geleden nog een
bijzondere aantrekkingskracht op Crook zou
den hebben gehad, maar er was Iets gebeurd,
waardoor zyn aandacht voor het leven een
algeheele verandering had ondergaan. D?
lezer heeft dit misschien niet bemerkt, en mr.
Merrick misschien ook niet, maar, en hier kwam
het ten slotte maar op aan.... de dochter van
mr. Merrick wel. En ook haar kyk op het leven
had zich dermate gewyzlgd, dat deze in elke
variatie zich concentreerde op de figuur van
mr. Harvey Crook. Zoodat, terwyi voor mr.
Harvey Crook een reis naar het oosten, met
een zeer twyfelachtig voordeel, waarvan elke
myi hem verder weg zou brengten van Daisv
Merrick, al een ‘buitengewoon onaantrekkeiy*
uitzicht bood, ook de eigen neigingen van deze
jonge dame, Indien zy door buitengewone
middelen had kunnen doen geldig maken,
ernstige bezwaren zouden hebben opgeleverd.
A T T 17 A °P dit blad Zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 17 MJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door IJ F ^n^voet Tof ^Sn Ö^g
AU «F1! AdOlN IN IL O Ohgevauen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen F OU.“ verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen T OU." doodelljken afloop A een voet of een oog
den. Daar liep ze nu, met den man van de ree
naast haar! Het maakte haar een beetje dntw.
Hg en zy had het gevoel dat ze dwaze ant
woorden gaf op zyn vragen. Maar dat hinderde
niet. Het was heeriyk! Het was alsof belden
in zonnestralen gewikkeld waren, zoo vroollik
en opgewekt praatten zy.
Toen ze in de stad van hem scheidde, voelde