ucïftaal Met twee kameraadjes op avonturenreis I den dag F. W. Rickett, een padvinder in zaken B r ■n De oudste staat ttwuni F 750.doodeWken* afloop F 250.een voet of een oof HET VERDWENEN ELFTAL Z iNimiHii De Nieuwe Kerk te Delft CORNWALL ONTSL OTEN” ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1935 Op z n plaats gezet Een wakende droomer 1 POLITIE-STOP TEEKENS Een nieuwe ontdekking r ZIJN CONCESSIES IN ABESSINIE It ju fes I Mee vea tr. I Wanneer hy niet op petroleum of ertsen uit is, houdt hy veel van den rozenhweek, van paar den en van het forellen- visschen AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL bun die BI B. Bk Bm De toren van de Nieuwe Kerk te Delft ble Noc B 20 door Arthur Morrison GV Te, m ot waarheid tot haar door. Als een kleine furie vloog ze op Piet toe en woedend snikte ze. Nare jongen. Alles jouw schuld, dat wy nu dood moeten gaan en met haar kleine vuist jes trommelde ze Piet op zyn gezicht. Deze deed niets terug Inderdaad was hy schuldig aan het gebeurde. Plotaeling ontwaakte Wletje. Ze keek sla perig om zich heen en toen drong ineens de m. verrast op. Wel om het feit dat bet adres was samengesteld uit hoofdletters, geknipt uit de koppen ven kranten, en stuk voor stuk op den omslag geplakt, zooals dit het geval was ge weest by de pakjes In Pritchards' kamer Crook nam de enveloppe en opende die Er zat een vel papier In dat op dezelfde wijze be schreven was, en waarvan dc tekst luidde als volgt: die het veege HJf trachtten te redden door .ter de meterdikke muren en burcht Doch ook in A bl we 1« De He Be zei eei hm HO ff be br i in portieken of achtei gehouden, en nu poet 5 u of rn, Be.- koi be< all be of La H< 29 1 Veer verkeer, dat den agent van achteren nadert. Veer verkeer, dat den agent van voren en achteren nadert. ▼aa lnt< 18 wei ▼er in der A 44 of trt de VOO ner hec Vm pn vandaag?" De jonge dame, die werkelijk erg knap was, stond naar de lucht te staren an de adelborst glimlachte. „U zwijgt, dus u bent ’t met me eens,” zei Nol weer. „Misschien veroorlooft u mij de op merking, dat die hoed u verbazend goed staat. Precies de goeie vorm en de goeie kleur. U hebc smaak. Hebt u hem self uitgezocht?" 5... i n n m m i t een stap naar voren en riep: „Conducteur, sta» ae Avrwzww O Ylw i S nn I I SS Te nai dat Zon aan ▼o< wil he: bei let 24 m. en o i»»i b“ »sa Vaos vstfesw. dat du agaat vaa veras “trfsst. Paddington Station, ofschoon in den loop der laatste jaren vernieuwd en vergroot, is in hoofdzaak nog de schepping van den grooten ingenieur Brunei, die honderd jaren geleden de plannen ontwierp en uitvoerde. Dit eindstation is tevens de zetel van de groote maatschappij, die het dichte spoorwegnet van Zuld-West- Engeland bestuurt, want ruim 80 jaren lang zijn daar de bureaux der Great Western geves tigd. Daar was eerst een lange reeks Jaren van zegepraal. De spoorwegen verpletterden, sneller en volkomener dan iemand had durven voor spellen, de oude en naar de begrippen van dien tijd zeer machtige coach-ondememln- gen. Zij werden een staat in den staat. Hun aandeelen liepen fantastisch op. en golden als de beste belegglngs- en de schitterendste spe- culatiestukken. Tot in onze eeuw toe waren de spoorwegen in Engeland het symbool van on aantastbare economische macht. i kwam nu naar anderen wensch dan hevn -- - -- Want het 'duidelijk, dat Hahn vanaf het begin de M mo rijn r Voo in Khi of 1 schien dan waren misschien Het jonge mets, je kreeg een vuur rood gezicht, deed Maar In de laatste twintig of vijf-en-twintig Jaren hebbel, de wegen wraak genomen op de spoorwegen. De coach keerde terug, maar niet meer getrokken door i>aarden. Aanvankelijk zag men de beteekenls hiervan niet in, maar dc enkele honderden coaches groeiden aan tot vele duizenden, en ten slotte werd Engeland in alle richtingen doorsneden door coachlijnen, even talrijk, even volmaakt als de spoorlijnen. Het verkeersmonopolle der spoorwegmaatschap pijen was ten einde. Misschien erkenden zij dit te laat. Maar de voortdurende vermindering der ontvangsten, de catastrophale daling der spoor- weg-aandeelen, waren feiten, die niemand mis kennen kon. De moordende concurrentie van het wegverkeer schonk den spoorwegmaat schappijen de energie die noodig is ter zelfver dediging. De .goede oude tijd"; waarin de spoorwegen doen konden wat zij wilden, en de „dictators” waren van het reizende publiek, was voorbij. Bij dien nieuwen toestand pasten de jnaatschs ppljen zich aan. De Great Western bleef niet achter Haar diensten op de ontelbare badplaatsen aan de heerlijke Zuidwestkust, op de schoone kathedraalsteden in het binnen land, op de groote handelsstad Bristol, op het vriéndelijke heuvelland van Somerset ziln op- to-date: zij laten aan snelheid en geriefelijkheid niets te wenschen over. En het oude Padding ton Station is nog steeds de groote toegangs poort tot het schoone Westen, en zal dit, nu de crisis overwonnen is. in zijn gemoderniseerde gedaante waarschijnlijk nog heel lang blijven. estond de oudste staat ter wereld in het Oosten, in Mesopotamia of in Egypte? Of Is de oudste staat onder de Fransch- Iberlsche cultuur te zoeken? Wel heeft men in Zuid-Frankrijk belangrijke plastieken en af beeldingen gevonden, welke op meer dan 10.000. jarigen ouderdom wijzen. Doch egn bewijs, dat men in Zuid-West-Europa den oudsten wereld, staat dient te zoeken, is dit niet, daar de we tenschap van meenlng is, dat er duizenden jaren vóór Christus' geboorte talrijke noma denvolken in Europa rondtrokken, volken dik wijls, wier beschaving reeds op hoog peil stond, hetgeen trouwens wel valt af te lelden uit de kunstwerken, welke uit vóór-hlstorische tijden in den loop der eeuwen zijn gevonden. Neen, de oudste staat in het gebied van de oude wereld is gelegen tuaachen Donau en het Bodenmeer. Wanneer men vanuit Donauschln- gen over Tuttlingen op Ulm afvaart, loopt er rechts van den vloed achter Sigmaringen nabij Riedlingen een vertakking, welke naar Buchau aan het Federmeer voert. Hier heeft de we tenschap den oudsten staat ter wereld ontdekt. In het Steenen tijdperk, 8000-6000 jaar vóór Christus is er een tijd geweest, waarin de cul tuur in Oost- en Midden-Europa met raasche schreden vooruit ging. Dit tijdperk kwam dus een paar duizend jaar vóór de Voor-Azlatlsche en Egyptische staten. Sporen van menschelijk bestaan heeft men wel in vroegere periodes der wereldgeschiedenis gevonden, doch een bewijs van beschavings- voorultgang vindt men het eerste in den staat aan het Federmeer. De menschen, die aan dit meer leefden, hebben als jagers en vlsschers geleefd. Bijzondere vaardigheid moeten deze menschen hebben gehad in het bouwen van bruggen en dammen. Kilometerlange dammen, bestaand uit kiezel en zand, zijn thans nog voor een groot deel hecht en sterk gebleven Deze dammen, welke vaak een breedte van zes meter hebben vormden verbindingswegen over het groote Federmeer, en tegelijk tot afwering van het wassende water in den tijd van over- stroomlngen. Het Is begrijpelijk, dat het volk, dat op zulk een hoog peil van ontwikkeling stond, onmo gelijk als een nomadenvolk heeft kunnen le. Met veel moeite wist Plet zich te bevrij den van de zware touwen die hem aan de parachute verbonden hielden. Toen keek hij eens hoe Wiet het maakte. Het arme kind was uitgeput door de emoties in een diepen alaap gevallen. Doch ze konden hier toch niet zoo bllj- Kerkvoogden van de Ned. Hervormde Gemeente te Delft hebben zich kunnen vereenigen met het laatste voorstel van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, betreffende de verdeeling van de kosten der restauratie van het sehlp en de zijbeuken van de Nieuwe Kerk Deze zullen in totaal ongeveer f 485 000 bedragen. Hier van zal 57 percent ten laste komen van het Rijk, 24 percent voor de provincie, 5 percent voor de gemeente Delft en 14 percent voor rekening vtui de Kerkvoogdij. Bij het bedrag, dat de Kerkvoogden noo dig hebben voor de restauratie van 1 schip ad f 69.113, komt nog het verschuldigde voor de restauratie van het transept ad f 15.750, en de verdere kosten, als de restauratie vol tooid zal «Mn; inrichting, vin het terrein om de kerk, restauratie van het orgel, enz. geraamd op f 15000. De totale kosten zullen voor de Kerkvoog- dlj globaal f 100.000 bedragen waarvan ongeveer f 83.000 is bijeengebracht, zoodat er nog f 17.000 te kort is. De Kerkvoogden hopen, dat velen nog een steentje zullen bijdragen, opdat als begin 1937 de restauratie van de kerk geheel vol tooid zal zMn, ook de financieele zorgen tot het verleden zullen behooren. komen, maar met een glimlach die een beetje breeder uitvalt. Men weet thans voor wie de heer Rickett naar den bruinen vorst van het bedreigde land reisde. Het waren de Standard Oil Company en de Bocony Vacuum Oil. Maar waar men het meest verbaasd over was, dat was over het ongelooflijke, dat de rozenkweekende pe troll- fant of gepetrolifeerde forellenvlsscher petro leum kwam koopen in een land, waar naar alle waarschijnlijkheid geen.... petroleum zit. De heer Brown, onder-dlrecteur van het Mu seum te New-York, die meer dan tien jaar in Ethiopië heeft doorgebracht voor rekening van de Standard-Oil, met de opdracht tot bodem onderzoek. heeft beweerd dat alle reservoirs die in den bodem van Abesslnlë geweest kun nen zjjn, sinds eeuwen zijn verdwenen. En an dere autoriteiten bevestigden zijn uitspraak. Zeker, er zijn andere mogelijkheden voor mijn bouw, maar voor petroleumwinst niet. Kocht de heer Rickett dan voor tien millioen pond sterling rijkdommen, die niet bestaan? Dat is van een man als deze heldere droomer niet aan te nemen. HIJ moet alles voelen voor een voortzetting van de Schehérazade en over de rijkdommen van de koningin van Saba, die Salomon in de verleiding bracht, zal hij gaarne lezen maar in Engeland, bij het haardvuur. Om er daarna van aan zijn kinderen te vertel len. Maar als het om petroleum gaat, staat hij op den bodem van de werkelijkheid Rickett zal dus andere inlichtingen hebben gehad. Of hij was een lucide pion op een poli tiek-geraffineerd schaakbord. De laatste waarheden over deze petroleum- luchtjes en rozengeuren zullen nog wel eenigen tjjd op zich laten wachten. ven slapen. Daar ontdekte Plet een eindje verderop het omhulsel van de parachute. Dit zou in leder geval een goede beschutting bie den, als ze daar onder kropen. REDWAY STREET MOORDENAARS TWEE INDIËRS VERBERGEN ZICH IN EEN OUD HUIS HOEK LATHER STREET EN ROOK STREET LAMBETH, ARRESTATIE SNEL MOOELUK. u even? Ik wil uitstappen!" Zü stapte uit, nog voor de wagen «t.ltehwM en de adelborst hield vriéndelijk haar arm vit Daarna keek h(j Nól aan en Bel: „V bent geen heer! Men spreekt niet tot een dame, zooals u t daar net gedaan hebt.' „Eindelijk!" riep Nol; „prachtig! U hebt ten minste begrepen wat ik bedoelde en u doet heel gezellig mee." De adelborst gaf geen antwoord. H|j bleef stijf op z'n plaats staan, totdat hij een stap op zy moest doen, om plaats te maken voor een heer, die Instapte. Het was een man van mM delbaren leeftijd met een open en vriéndelijk gezicht Hy had dik krullend haar, met een bolhoedje op. De man bleef tusschen Nol en den adelborst staan. De tram reed door. Toen deed Nol iets waarover zelfs ik verbaasd stond. Hij rukte eensklaps het hoedje van bat dikke krulhaar van den man met het vriewte lyke gezicht, keek er naar en liet toen z'n an dere hand in den wolligen haardos verdwijnen. Hy woelde er in en riep: „Wat een haar! Wat een haar! Zoo iets heb ik van m'n leven niet gezien! Hoe krygt u g zoo zacht. Doet u er pommade in?” De vriendeiyke man liet zich door Nol tri- seeren, lachte rustig en antwoordde kalm: „Ik heb altyd zulk dik haar gehad. Ik doe er niets byzonders aan, maar ik laat 1 nogal dik wijls wasschen. M'n moeder had ook zulk dik haar." De hand van Nol gleed zacht naar beneden Hy had iets anders verwacht en wist nu niets zeggen, maar de adelborst sprak tet den BOD. ment” Deze onderneming werd in 1928 gesticht en was aanvankelyk een kleine maatschappij, ge sticht voor „de ontdekking, de financiering en de exploitatie van petroleumvelden". De stich ters waren niet alleen Engelschen Vier pro cent van het kapitaal was van Duttschers. twee procent van Italianen, de rest was van Zwitsers en Britten. Rickett was de gangmaker, indien niet de stichter van de zakengroep Sinds 1928 maakt hy groote reizen over de geheele wereld. Men heeft hem in Indië ge zien. op de Soenda-eilanden en in Mandsjoerye. In 1932 verbleef hy langdurig in Kletn-Azië. Een jaar later behaalde hy zyn eerste groote zakensucces door van konlng Faisal, die in En geland zyn gast was, de concessie te verkrygen van al de olievelden van Irak. De B.O.D biyft zelf niet op al die verworven rechten zitten. Rickett Is een vinder, een padvinder In zaken. HU is de uitdenker, hy «et de operaties op en als hij resultaat heeft behaald, staat hy af wat hy schiep aan machtigen heeren dan hy zelf. Een van zyn vrienden heeft hem genoemd een wakenden droomer. Sinds twintig jaar droomt Rickett van petroleumaffaires en al twintig jaar realiseert hy, waaksch en helder, wkt. hy heeft gedroomd. Hy slaapt in werke lijkheid nooit langer dan vier of vyf uren per nacht. Is hy niet op reis of op zyn bureau in de City, dan jaagt hy op vossen, hengelt naar forellen, snoeit zyn roeelaren en bewondert «yn bloemetjes, hetzy te Newbury of in zyn kasteel van Amroth. vroeger bezit van lord Kvlsant. Een van zyn liefhebberijen is ook het ver tellen >an zyn kinderen van Oosterache ge schiedenissen. die maar nauwelyks meer fan tastisch zyn dan zyn eigen avonturen Verzint hij ze. als machtsdroomer. of haalt hy ze uit «yn diepe kennis van de folklore? Men weet het niet. Hij slaagt erin iedereen die hem riet te verbazen. En hy heeft een groote men- echenkennta. Hy spreekt niet minder dan elf Afrikaansche dialecten en kent er nog meer van Arabic. Deze wonderiyke man nu Is op 10 Augustus J.t vertrokken naar Addis Abeba. Wat hy lp Abesslnlë heeft beleefd, UJkt op een sprookje uit Dulzend-en-een-Nacht. op 19 Augustus was Rickett nog te Cairo. Verscheidene dagen deed hy niets. Hy scheen te aarzelen op den rand van een droompje. Maar plotseling nam hy zyn besluit en hy kwam in de hoofdstad van den Konlng der Konlngen aan met den trein uit Dzjiboeti, als een simpel toerist, een valiesje in de hand. Dagen en nachten wordt er van gedachten gewisseld tusschen den heer F. W. Rickett. den fortulniyken forellenvisacher, en zyne Majes teit Halle Selassie. Behalve gedachten wisselen «y stukken over het gigantische plan van dien clean-shaven, ietwat dikken, aan romanfiguren van Dickens herinnerenden Engelschman. Eindelyk, in den nacht van 39 op 30 Augus tus. komt een bode den mysterieuzen vreemde- dellng halen in zyn tydelyke, bescheiden wo ning en neemt hem mee naar Ouebbl. Te middernacht parafeeren zoowel de af stammeling van de koningin van Baba als de Engelsche financier de verdragen, geschreven in het Engelsch en in het Amphareeach. F. W. Rickett keert terug, pakt zyn valies en neemt te 7 uur in den ochtend den trein terug naar Dsjlboetl, even bescheiden als hy is ge- Met de geruchtmakende berichten omtrent het verleenen van concessies in Abesslnlë zaten de regeeringen van Engeland en Amerika niet minder vreemd te kyken dan het volkomen ver raste Italië. Men heeft kunnen lezen, dat door de bemiddeling van de Amerikaansc’he re vee ring de oliekoningen, die achter 't geval zaten, de concessies ongedaan zullen maken. Inmid dels is reeds een nieuwe gegadigde opgedoken, zekere Chertok, die beweert de prioriteit te be zitten ten aanzien van elke concessie, die Abes- slnië zou willen verleenen Terwyi deze zaken worden uitgezócht en ge regeld, onder de bestendige oorlogsbedreiglng die Italië's machtige mobilisatie levert, is de aandacht voor den heer F W. Rickett die ahe sensatie verwekte, nog niet verslapt. Hy is er, althans tydeiyk, in geslaagd de Abessinlsche kwestie een gansch ander aspect te verleenen. F. W. Rickett is een lyvig Engelschman van 47 jaar, die, wanneer hy niet op petroleum of ertsen uit is, veel houdt van den rozenkweek, van paarden en van het forellen-vlsachen. Hy te niet zoo rijk als verscheidene andere ge wiekste knapen in zyn „branche", maar kan het toch aardig goed doen, want hij is kasteel heer van Craven Hunt in Berkshire en zyn huis en tuin zien er voortreffeiyk uit, even ge zond als hy zelf. Sinds jaren werkt hy voor de afkorting van „British OU Develop- „Ik wilde dien Wickes eens komen lastig vil len," legde Merrick uit. „Ik ben al zoo her- haaldeiyk by deze zaak betrokken geweest, dat ik er alles van wU weten. Ik heb heen niet meer gezien, na die verschrikkelyke ont moeting In de Redwaystreet. Hy zal het toch niet erg vinden, dat Ik hem om Inlichtingen kom vragen?" „Wel nee," antwoordde Crook, „vooral niet omdat ik voornaam nieuws voor hem heb.' Wlcke» was jutet van plan om te gaan ver trekken. Hy luisterde met belangstelling naar hetgeen Crook hem had te vertellen. Hd moest eeriyk toegeven, dat al de naaporlngen om de beide Indiërs te achterhalen vruchteloos ge bleven waren, en hy zag ook wel In, dat Hahn een behooriyke aanwijzing zou kunnen zyn, indien men zyn gedragingen na zyn vertrek uit Southampton wist te achterhalen. „Wy weten den trein, waarmede hy te aan gekomen." wide Wickes, „als hy te Waterloo „Daar ga ik onmlddeliyk naar toe." aei Wtekea, terwyi hy opstonl, ..indien de heeien er iets voor voelen, heb ik er niet het minste bezwaar tegen, dat zy my vergezellen op eigen gelegenheid natuuriyk. U hebt die men schen gezien, en zou ze wel'lchi kunnen her kennen indien ze het wcrkeiy* zyn. Ik heb jutet eenige voorbereidend^ maatregelen ge troffen, anders zou u my niet meer hier heb ben gevonden Wickes steeg met een collega tn een auto en Merrick en Crook namen onthutst in een anderen plaats Wat was de bedoeling van deze vreemde mededeeling aan de politie? Was het een loos bericht, om haar aandacht af te lel den? Dat zou in leder geval snoedig genoeg biyken. Toch zag het er heelemaal niet naar uit Indten de achu'dteen zich van dit middel wilden bedienen, om de politie op een dwaal- A I T C* A OP d,t ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen /A I sl /A I» J IN IN Ha O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen door het sleutelgat naar binnen en keek vragend naar Wickes die knikte. Toen hU gedaan had, klopte de man even aan de port en haalde tegeiykertyd iets uit zyn zak, waar mede hy aan het slot begon te morrelen, en opende. .-.w. „Het Is misschien niet erg In orde,zei wies» die nu vlak achter hem stond, „maar met geval als dit, moet je niet al te beleefd Het was een stuk braakliggende grond. en daar lagen hopen steen en afbraak. huls zag er goed uit, ofschoon klaarbiykëW^ In geen jaren bewoond Dc grond aan de gende zystraat was afgesloten, niet door*» schutting, maar door een tameiyk hoor” muur, en een korte overdekte gang leidde m dfen achterkant van het huis naar dezen waarachyniyk naar de deur, waar Wiek" metgezel reeeds de wacht had betrokken. Wickes ging het tameiyk hooge bordes op. klopte vinnig aan de voordeur van het W Er kwam geen antwoord. Wickes boog voorover en wees naar iets en de man die I* slot had geforceerd kwam nu naar drukte een ruit in van een raam, dat tMP» gaf tot een klein vertrek vlak by 4» Toen stak hy zyn arm naar binnen, haald» pen «r uit, slaagde "er tenslotte in om hetra»" qp te schuiven en klom naar binnen Plow®* ging de deur met een oorverdovend lawaai krakend hout open. „Pas opl" zei Wickes vlug met een buk zyn helpers Toen traden ook Crook en riek het hute binnen. (Wordt vervolg® Crook was dus reeds geheel verzoend met de gedachte. dat hy de winst op den diamant geheel moest laten schieten, en Londen met geen i....:. bevrijd te zien uit Hahn's klauwen. stuwkracht achter dit gedoe was geweest. Hij had om te beginnen. Crook tn de val «aten loopen. door hem op te knappen met het risico van het transport naar Europa. Eu er viel v-r- der niet asm te twyfeien. dat ok hy de ge heele ontvreemding op de Durbun in Delhi nad 1 en Mehta Singh den vatechen had bezorgd, dien men op hun slacht- den beroeps lief had gevonden, nadat Stngh desen lafhartig had ver- 17 tevenslange geheele oni r 't OU»" verlies van beide armen. 1 brengen, zouden rij nooit het zeer hebben losgelaten, dat zy al was het alleen maar bij Wie kon den Het was dezer dagen 100 Jaar geleden, dat het wetsontwerp, waarby machtiging verleend werd tot den aanleg van een spoorweg van Londen naar Bristol, de Koninkiyke Goedkeu ring ontving. Het plan was reeds elf jaren vroe ger opgeworpen, maar Engeland is wellicht hoe paradoxaal het ook klinken mo;re nooit conservatiever geweest dan in de periode toen het de industrieele wereldrevolutie leidde. On der het volk heerschte felle vyandschap tegen de „nieuwigheid” van het „stoompaard", een vyandschap, die weerklank vond in het Parle ment en gevoerd werd door belanghebbenden, onder welke natuuriyk de ooach-ondernemln- T T t e stonden op 1 achterbakje van de yy electrtec'he tram. We waren met z'n vy- ven, waarvan m'n vriend Nol er één was en die zei tegen me: „Wat zyn wy Hollanders toch styf en harke rig. We kunnen niet eens tegen elkaar spre ken, omdat we niet aan elkaar voorgesteld zyn. Daar moest iets aan gedaan worden." .Doe jy er dan maar wat aan," zei Ik kre gelig. „Er ztaan hier vyf menschen op 1 bel oon Hier een dikke oude heer, daar een knap Jong meisje en ginds een adelborst. Begin jy dan een gesprek." In Nol's oogen kwam licht. Hy keek naar den dikken ouden heer, zag hem vriendelyk aan en sprak: „Mynheer, wat bent u toch dik!" Ik bekeek de drie passagiers. De adelborst glimlachte, het meisje keek verschrikt, de oude heer kreeg een hoofd zoo rood als een biet en antwoordde „Gaat dat u vrat aan?" ,D»t gaat me zeker wat aan." riposteerde Nol, even vriendelyk. .Den dik menach te nooit echt gezond. Corpulentie te een riekteverschyn- sel. Niemand heeft het recht zich willens en wetens buiten de gemeenschap te plaatsen. Als u door uw corpulentie niet meer in staat bent u te voeden, dan moet ik ingrijpen. Dan bent u de gemeenschap in 't algemeen en my in 't byzonder, die tot de gemeenschap behoort, tot test. U moet probeeren die dikte kwyt te ra ken? Eet u 's avonds? Drinkt u veel?” De dikke heer hygde naar adem van woede en toen de conducteur uit den wagen op het achterbelcon kwam, sprak hy hem aan met moeiiyke stem: .Moet een menach zich op dezen wagen la ten beleedlgen?" De conducteur keek ons vragend aan. Hy kon zich niet herinneren den ouden heer be- leedlgd te hebben. Hy was al tien jaar by de tram en had daar allerlei menschen ontmoet. Hy was dus niet gemakkeiyk van z'n stuk te brengen. Daar hy wist dat hy dan ouden heer niet beleedlgd had, deed hy er het zwygen toe. Waarom zou hy ruzie maken zonder reden? M'n vriend Nol hernam: .Massage wil nog wel eeps helpen. Zeep-massage met Turksch bed. Baadt u nooit?" De tram stopte en de dikke heer stapte uit Hy ging naar een agent, die by de halte stond en sprak dien opgewonden toe. De wagen reed verder. .JZoo." zei Nol, en hy wendde zich tot de jonèr dame: „Vindt u 't geen prachtig weer een taxi heeft genomen, kunnen wy dat ook uttvlaachen Ik ben u uiterst dankbaar mr. Crook Ondertusschen geloof tk heeren dat Ik u het volgends beat even mag laten zten. a< dient de zaak natuuriyk absoluut vsrtrouwslyk te biyven Het te met de post gekomen, sooote u ziet, nog geen uur geleden Vindt u net niet vreemd?" Hy duwde hun over de tafel een enveloppe toe, waarop eenvoudig stond: POLITIE NEW SCOTLAND YARD B W. Het adres was du'detyk genoeg, maa- niet hierom keken Crook en Menlek belden «oo Honderd jaren geleden was het grootsche woeste Cornwall, met zyn heeriyke baaien en geweldige granietmassa's nog by na terra incog nita. Wel was het door de snelle ontwikkeling van het coach-wesen in het laatste kwartaal der achttiende eeuw verlost geworden uit het byn< volmaakte Isolement, waarin liet eeuwen lang verkeerd had. zoodat het nog in den tyd van George I beschouwd werd als een ontoe- gankeiyk, door half-wilden bewoond gebied, maar toch gold een reis naar Cornwall als een grooter „heldendaad" dan een bezoek aan ver afgelegen landen van het Continent. Het was de Great Western Railway, welke Cornwall „ontsloot" zy was het, die de Jmmcr- zoele kust van Devonshire binnen het bereik der Londenaars bracht. Londen heeft vele groote stations, maar geen hunner streelt zoo zeer de verbeelding van den reiziger als Pad dington Station, vanwaar dageiyks de „Conilsh Express" vertrekt naar een streek, die zoozeer van het nuchtere Oost-Engeland verschilt dat zy, In plaats van eenige uren, eenige dagen ver kon liggen. Wickes had zyn chauffeur reeds betaald en kwam al op Crook afgeloopen. „Zoo zyn we dicht genoeg in de buurt," zei hy. .Jullie moeten ons maar te voet volgen De plaats wordt van bulten reeds bewaakt natuuriyk, daar heb ik al voor gezorgd." Wickes verdween met zyn collega tsmelyk snel in de richting van het aangewezen hute, en Crook en Merrick volgden hen op den voet. Het zag er naar uit, alsof de heele buurt een verandering onderging Groote fabrieken ver vingen .de lange rijen oudcrwetschc lage huisjas, die er vies en vervallen uitzagen, maar vroeger toen het hier nog een landeiyk karakter had. vriendelyk en zelfs schilder achtig moesten hebben aangedaan Hier en daar stond tuaachen deze lage hutejea, trots en alleen, een heerenhute, dat nu biykbaar ook ai gebruikt werd voor fabriek en kantoren. Door twee of drie van dergeiyke straten ging Wickes hen voor, totdat hy eindelyk stil hield voor een ontzagiyke schutting, door een klein stukje grond omgeven, en die geheel vrij stond, behalve op «ten hoek van de straat. Daar grensde ae aan een huls Men «as er aan alle kanton aan het afbre ken. en er viel dan ook niemand to bekennen Wlokee deed een paar passen achteruit, en zyn metgezel ging den hoek om. In antwoord op hun fluiten verschenen drie agenten In vol ledige uitrusting, die muren hadden echi vatten voor de poort van de schutting. De poort was door een slot gesloten Een van de agenten lichtte het plaatje op, loerde geënsceneerd steen I - offer Mehta moord Crook kwam nog tn den prülen morgen te Londen aan. Hy nam oen taxi om rich on- ■niddeliyk naar detective Wickes In Scotland Yard te laten brengen Van af White Hall zat «yn wagen vlak achter een ander sn Cr>ok «ag tot >yn verwondering >oe niemand minder Aan mr Merrick voor het hoofdbureau van politie ultatapte. gen de voornaamste plaats innamen. Bovendien hadden zich tal van technische en andere moeuykheden voorgedaan, maar de zakenman nen van Londen en Bristol, die achter het plan stonden, hadden den moed geen oogenblik op gegeven, en toen eindelyk hun streven met suc ces bekroond werd, noemden zy bun maat- schappy trots en zegevierend de „Great Wes tern Railway”. En groot werd de onderneming. de verbindingen tot stand zou brengen tusschen Londen en West-Engetend. te vreedzamen man: „Ik begrijp niet dat u zich door een vreemd) zoo laat beleedlgen." ..Och," antwoordde de vriendelyke man met het dikke krulhaar, „ik ben verpleger in een speciale inrichting voor zulke menschen. Ik weet hoe je ze aan moet pakken, vooral zacht zinnig en geduldig; ja, zachtzinnig Met hard heid bereik Je niets." Nol zette het bolhoedje weer op de plaat), waar hy 't vandaan gehaald had en sprong ven de nog rijdende tram, zonder te wachten op de eerstvolgende halte. ven. Het bouwen van dergelyke dammen ea dyken alleen verelschte maandeniangen arbeid. Men leidt hieruit ook af. dat het volk, dat leefde aan het Federmeer, niet byzonder strijd, lustig was. De strijdlust zou hun energie tot werken hebben gebroken, en de strijd zou ook hun bouwwerken wellicht hebben vernield. Na de uitsterving van den Federmeer-Staat in het midden van het steenen tydperk moet ge durende ongeveer 3000 jaren aanhoudend on gunstig klimaat het land om het meer tot een afschrikwekkend oord voor de menschheid hebben gemaakt. Uit dit tydperk n.l. werd door de archeologen geen enkele herinnering gevon den. Jammer is het echter, dat van dit tijd perk byna niets bekend te. De opgravingen, welke aldaar zyn gedaan, wyzen daarna eerst weer op 3000 jaar v. Chr. De waterburcht Buchau moet toen het cen trum van het aan het Federmeer levend volk zyn geweest. Deze burcht is, na dien van Urmtti naby Neuwied aan den Ryn de meest bekende en tevens ook de grootste van geheel Europe. Dr. H. Reinerth. de achryver van ,De Water- naby burcht Buchau” en Het „Federmeermoeru in de prae-hlstorie” heeft belangrijke feiten vermeld omtrent de geschiedenis van 't Feder meer en zyn vroegere bewoners. De Waterburcht Buchau was in lijden van oorlog, aldus de schrijver, het toevluchtsoord van duizenden die zich niet konden verdedigen tegen den vijand en hun heil te goeken acl van den ouden hechl vredestyd leefden er menschen in den beroem den burcht. Dr. Reinerth is de eenige Europeesche vor- scher. die een volledige geschiedenis omtrent het Federmeer en zün bevolking in vroeger eeuwen heeft gepubliceerd. ZUn werk wordt 1» de wetenschappelyke kringen ten zeerste ge waardeerd. Dr. H. A J. COOLEMAN. De jonge dame keek naar den zolder van het be Icon en las tienmaal achter elkaar; jaJ uitstappen voor de wagen stilstaat. Verbotte, te spuwen." Nol keek haar den heelen tyd In de oog)» en zei: „Ik heb u, zoo lang ik leef, nog ntw. kwaad gedaan en toch bent u zoo onvrteut, iyk tegen me. Als ik u op een bal of op tn diner had getroffen, had u misschien met geflirt, dan had- den we ons mis- f verloofd, we spodr te voorname feit Indiërs waren, wyze van voorzorgsmaatregel, brief dus hebban verzonden? De vreemde manier, waarop hy was samengesteld, uit op geplakte letters deed natuuriyk onmlddeliyk denken aan Jatterjl; het was precies de zelfde manier van handelen, waarmede hy enkele dagen geleden getracht had, de herkenning van zyn handschrift te ontwyken. Msar al was het mogelyk, en wellicht waarschyniyk dat hy Mehta Singh wilds verraden, om daardoor zich zelf vry te pleiten, zou hy aan den ande ren kant het risico willen loopen, om zich self by de politie aan te brengen? Er werd geen verdere aanwyzing gegeven; omtrent de moor denaars. Er stond alleen, dat ze met tweeën waren. Dan was er nog een bezwaar Indien Mehta Bing «n Jatterjl handlangere waren, hoe was het dan mogelyk dat 61e laatste ge legenheid had gevonden, oen deze merkwaar dige boodschap ongemerkt bU elkander te plak- ken Deae beschouwing leidde vanzelf tot een andere combinatie. Zou het mogelyk zyn <Mt men met drie Indiërs te doen had, soodat er bulten Jatterjl nog twee anderen by den moord waren betrokken? Het poststempel gaf hierover niet de minste aanwyzing Daar stond alleen maar op Londen W O. Ze deden er niet tang over. Toen se aenmaal over Westminster Bridge waren, reed de taxi over den hoofdweg, sloeg teen links af, boog daarna rechtsom, en stopte tenslotte. W. Rickett

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 16