ucïftaal
Met twee kameraadjes op avonturenreis
I
den dag
F. W. Rickett, een padvinder in zaken
B
r
■n
De oudste staat
ttwuni F 750.doodeWken* afloop F 250.een voet of een oof
HET VERDWENEN
ELFTAL
Z
iNimiHii
De Nieuwe Kerk
te Delft
CORNWALL ONTSL OTEN”
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1935
Op z n plaats
gezet
Een wakende droomer
1
POLITIE-STOP TEEKENS
Een nieuwe ontdekking
r
ZIJN CONCESSIES IN
ABESSINIE
It
ju
fes
I
Mee
vea
tr. I
Wanneer hy niet op petroleum of
ertsen uit is, houdt hy veel van
den rozenhweek, van paar
den en van het forellen-
visschen
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
bun
die
BI
B.
Bk
Bm
De toren van de Nieuwe Kerk te Delft
ble
Noc
B
20
door Arthur Morrison
GV
Te,
m
ot
waarheid tot haar door. Als een kleine furie
vloog ze op Piet toe en woedend snikte ze.
Nare jongen. Alles jouw schuld, dat wy nu
dood moeten gaan en met haar kleine vuist
jes trommelde ze Piet op zyn gezicht. Deze
deed niets terug Inderdaad was hy schuldig
aan het gebeurde.
Plotaeling ontwaakte Wletje. Ze keek sla
perig om zich heen en toen drong ineens de
m.
verrast op. Wel om het feit dat bet adres was
samengesteld uit hoofdletters, geknipt uit de
koppen ven kranten, en stuk voor stuk op den
omslag geplakt, zooals dit het geval was ge
weest by de pakjes In Pritchards' kamer
Crook nam de enveloppe en opende die Er
zat een vel papier In dat op dezelfde wijze be
schreven was, en waarvan dc tekst luidde als
volgt:
die het veege HJf trachtten te redden door
.ter de meterdikke muren
en burcht Doch ook in
A
bl
we
1«
De
He
Be
zei
eei
hm
HO
ff
be
br
i in portieken of achtei
gehouden, en nu poet
5 u
of
rn,
Be.-
koi
be<
all
be
of
La
H<
29
1
Veer verkeer,
dat den agent
van achteren
nadert.
Veer verkeer, dat
den agent van
voren en achteren
nadert.
▼aa
lnt<
18
wei
▼er
in
der
A
44
of
trt
de
VOO
ner
hec
Vm
pn
vandaag?"
De jonge dame, die werkelijk erg knap was,
stond naar de lucht te staren an de adelborst
glimlachte.
„U zwijgt, dus u bent ’t met me eens,” zei
Nol weer. „Misschien veroorlooft u mij de op
merking, dat die hoed u verbazend goed staat.
Precies de goeie vorm en de goeie kleur. U hebc
smaak. Hebt u hem self uitgezocht?"
5... i n n m m i t
een stap naar voren en riep: „Conducteur, sta»
ae Avrwzww O Ylw i S nn I I SS
Te
nai
dat
Zon
aan
▼o<
wil
he:
bei
let
24
m.
en
o
i»»i
b“
»sa
Vaos vstfesw.
dat du agaat
vaa veras
“trfsst.
Paddington Station, ofschoon in den loop der
laatste jaren vernieuwd en vergroot, is in
hoofdzaak nog de schepping van den grooten
ingenieur Brunei, die honderd jaren geleden de
plannen ontwierp en uitvoerde. Dit eindstation
is tevens de zetel van de groote maatschappij,
die het dichte spoorwegnet van Zuld-West-
Engeland bestuurt, want ruim 80 jaren lang
zijn daar de bureaux der Great Western geves
tigd. Daar was eerst een lange reeks Jaren van
zegepraal. De spoorwegen verpletterden, sneller
en volkomener dan iemand had durven voor
spellen, de oude en naar de begrippen van
dien tijd zeer machtige coach-ondememln-
gen. Zij werden een staat in den staat. Hun
aandeelen liepen fantastisch op. en golden als
de beste belegglngs- en de schitterendste spe-
culatiestukken. Tot in onze eeuw toe waren de
spoorwegen in Engeland het symbool van on
aantastbare economische macht.
i kwam nu naar
anderen wensch dan hevn
-- - -- Want het
'duidelijk, dat Hahn vanaf het begin de
M
mo
rijn
r
Voo
in
Khi
of 1
schien
dan waren
misschien
Het jonge mets,
je kreeg een vuur
rood gezicht, deed
Maar In de laatste twintig of vijf-en-twintig
Jaren hebbel, de wegen wraak genomen op de
spoorwegen. De coach keerde terug, maar niet
meer getrokken door i>aarden. Aanvankelijk
zag men de beteekenls hiervan niet in, maar
dc enkele honderden coaches groeiden aan tot
vele duizenden, en ten slotte werd Engeland in
alle richtingen doorsneden door coachlijnen,
even talrijk, even volmaakt als de spoorlijnen.
Het verkeersmonopolle der spoorwegmaatschap
pijen was ten einde. Misschien erkenden zij dit
te laat. Maar de voortdurende vermindering der
ontvangsten, de catastrophale daling der spoor-
weg-aandeelen, waren feiten, die niemand mis
kennen kon. De moordende concurrentie van
het wegverkeer schonk den spoorwegmaat
schappijen de energie die noodig is ter zelfver
dediging. De .goede oude tijd"; waarin de
spoorwegen doen konden wat zij wilden, en de
„dictators” waren van het reizende publiek,
was voorbij. Bij dien nieuwen toestand pasten
de jnaatschs ppljen zich aan. De Great Western
bleef niet achter Haar diensten op de ontelbare
badplaatsen aan de heerlijke Zuidwestkust, op
de schoone kathedraalsteden in het binnen
land, op de groote handelsstad Bristol, op het
vriéndelijke heuvelland van Somerset ziln op-
to-date: zij laten aan snelheid en geriefelijkheid
niets te wenschen over. En het oude Padding
ton Station is nog steeds de groote toegangs
poort tot het schoone Westen, en zal dit, nu de
crisis overwonnen is. in zijn gemoderniseerde
gedaante waarschijnlijk nog heel lang blijven.
estond de oudste staat ter wereld in het
Oosten, in Mesopotamia of in Egypte?
Of Is de oudste staat onder de Fransch-
Iberlsche cultuur te zoeken? Wel heeft men in
Zuid-Frankrijk belangrijke plastieken en af
beeldingen gevonden, welke op meer dan 10.000.
jarigen ouderdom wijzen. Doch egn bewijs, dat
men in Zuid-West-Europa den oudsten wereld,
staat dient te zoeken, is dit niet, daar de we
tenschap van meenlng is, dat er duizenden
jaren vóór Christus' geboorte talrijke noma
denvolken in Europa rondtrokken, volken dik
wijls, wier beschaving reeds op hoog peil
stond, hetgeen trouwens wel valt af te lelden
uit de kunstwerken, welke uit vóór-hlstorische
tijden in den loop der eeuwen zijn gevonden.
Neen, de oudste staat in het gebied van de
oude wereld is gelegen tuaachen Donau en het
Bodenmeer. Wanneer men vanuit Donauschln-
gen over Tuttlingen op Ulm afvaart, loopt er
rechts van den vloed achter Sigmaringen nabij
Riedlingen een vertakking, welke naar Buchau
aan het Federmeer voert. Hier heeft de we
tenschap den oudsten staat ter wereld ontdekt.
In het Steenen tijdperk, 8000-6000 jaar vóór
Christus is er een tijd geweest, waarin de cul
tuur in Oost- en Midden-Europa met raasche
schreden vooruit ging. Dit tijdperk kwam dus
een paar duizend jaar vóór de Voor-Azlatlsche
en Egyptische staten.
Sporen van menschelijk bestaan heeft men
wel in vroegere periodes der wereldgeschiedenis
gevonden, doch een bewijs van beschavings-
voorultgang vindt men het eerste in den staat
aan het Federmeer. De menschen, die aan dit
meer leefden, hebben als jagers en vlsschers
geleefd. Bijzondere vaardigheid moeten deze
menschen hebben gehad in het bouwen van
bruggen en dammen. Kilometerlange dammen,
bestaand uit kiezel en zand, zijn thans nog
voor een groot deel hecht en sterk gebleven
Deze dammen, welke vaak een breedte van zes
meter hebben vormden verbindingswegen over
het groote Federmeer, en tegelijk tot afwering
van het wassende water in den tijd van over-
stroomlngen.
Het Is begrijpelijk, dat het volk, dat op zulk
een hoog peil van ontwikkeling stond, onmo
gelijk als een nomadenvolk heeft kunnen le.
Met veel moeite wist Plet zich te bevrij
den van de zware touwen die hem aan de
parachute verbonden hielden. Toen keek
hij eens hoe Wiet het maakte. Het arme
kind was uitgeput door de emoties in een
diepen alaap gevallen.
Doch ze konden hier toch niet zoo bllj-
Kerkvoogden van de Ned. Hervormde
Gemeente te Delft hebben zich kunnen
vereenigen met het laatste voorstel van den
Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, betreffende de verdeeling van de
kosten der restauratie van het sehlp en de
zijbeuken van de Nieuwe Kerk Deze zullen
in totaal ongeveer f 485 000 bedragen. Hier
van zal 57 percent ten laste komen van het
Rijk, 24 percent voor de provincie, 5 percent
voor de gemeente Delft en 14 percent voor
rekening vtui de Kerkvoogdij.
Bij het bedrag, dat de Kerkvoogden noo
dig hebben voor de restauratie van 1 schip
ad f 69.113, komt nog het verschuldigde voor
de restauratie van het transept ad f 15.750,
en de verdere kosten, als de restauratie vol
tooid zal «Mn; inrichting, vin het terrein
om de kerk, restauratie van het orgel, enz.
geraamd op f 15000.
De totale kosten zullen voor de Kerkvoog-
dlj globaal f 100.000 bedragen waarvan
ongeveer f 83.000 is bijeengebracht, zoodat
er nog f 17.000 te kort is.
De Kerkvoogden hopen, dat velen nog een
steentje zullen bijdragen, opdat als begin
1937 de restauratie van de kerk geheel vol
tooid zal zMn, ook de financieele zorgen tot
het verleden zullen behooren.
komen, maar met een glimlach die een beetje
breeder uitvalt.
Men weet thans voor wie de heer Rickett
naar den bruinen vorst van het bedreigde land
reisde. Het waren de Standard Oil Company
en de Bocony Vacuum Oil. Maar waar men het
meest verbaasd over was, dat was over het
ongelooflijke, dat de rozenkweekende pe troll-
fant of gepetrolifeerde forellenvlsscher petro
leum kwam koopen in een land, waar naar
alle waarschijnlijkheid geen.... petroleum zit.
De heer Brown, onder-dlrecteur van het Mu
seum te New-York, die meer dan tien jaar in
Ethiopië heeft doorgebracht voor rekening van
de Standard-Oil, met de opdracht tot bodem
onderzoek. heeft beweerd dat alle reservoirs
die in den bodem van Abesslnlë geweest kun
nen zjjn, sinds eeuwen zijn verdwenen. En an
dere autoriteiten bevestigden zijn uitspraak.
Zeker, er zijn andere mogelijkheden voor mijn
bouw, maar voor petroleumwinst niet.
Kocht de heer Rickett dan voor tien millioen
pond sterling rijkdommen, die niet bestaan?
Dat is van een man als deze heldere droomer
niet aan te nemen. HIJ moet alles voelen voor
een voortzetting van de Schehérazade en over
de rijkdommen van de koningin van Saba, die
Salomon in de verleiding bracht, zal hij gaarne
lezen maar in Engeland, bij het haardvuur.
Om er daarna van aan zijn kinderen te vertel
len. Maar als het om petroleum gaat, staat hij
op den bodem van de werkelijkheid
Rickett zal dus andere inlichtingen hebben
gehad. Of hij was een lucide pion op een poli
tiek-geraffineerd schaakbord.
De laatste waarheden over deze petroleum-
luchtjes en rozengeuren zullen nog wel eenigen
tjjd op zich laten wachten.
ven slapen. Daar ontdekte Plet een eindje
verderop het omhulsel van de parachute. Dit
zou in leder geval een goede beschutting bie
den, als ze daar onder kropen.
REDWAY STREET MOORDENAARS TWEE
INDIËRS VERBERGEN ZICH IN EEN OUD
HUIS HOEK LATHER STREET EN ROOK
STREET LAMBETH, ARRESTATIE SNEL
MOOELUK.
u even? Ik wil uitstappen!"
Zü stapte uit, nog voor de wagen «t.ltehwM
en de adelborst hield vriéndelijk haar arm vit
Daarna keek h(j Nól aan en Bel:
„V bent geen heer! Men spreekt niet tot een
dame, zooals u t daar net gedaan hebt.'
„Eindelijk!" riep Nol; „prachtig! U hebt ten
minste begrepen wat ik bedoelde en u doet heel
gezellig mee."
De adelborst gaf geen antwoord. H|j bleef
stijf op z'n plaats staan, totdat hij een stap
op zy moest doen, om plaats te maken voor een
heer, die Instapte. Het was een man van mM
delbaren leeftijd met een open en vriéndelijk
gezicht Hy had dik krullend haar, met een
bolhoedje op. De man bleef tusschen Nol en
den adelborst staan. De tram reed door.
Toen deed Nol iets waarover zelfs ik verbaasd
stond. Hij rukte eensklaps het hoedje van bat
dikke krulhaar van den man met het vriewte
lyke gezicht, keek er naar en liet toen z'n an
dere hand in den wolligen haardos verdwijnen.
Hy woelde er in en riep:
„Wat een haar! Wat een haar! Zoo iets heb
ik van m'n leven niet gezien! Hoe krygt u g
zoo zacht. Doet u er pommade in?”
De vriendeiyke man liet zich door Nol tri-
seeren, lachte rustig en antwoordde kalm:
„Ik heb altyd zulk dik haar gehad. Ik doe er
niets byzonders aan, maar ik laat 1 nogal dik
wijls wasschen. M'n moeder had ook zulk dik
haar."
De hand van Nol gleed zacht naar beneden
Hy had iets anders verwacht en wist nu niets
zeggen, maar de adelborst sprak tet den
BOD.
ment”
Deze onderneming werd in 1928 gesticht en
was aanvankelyk een kleine maatschappij, ge
sticht voor „de ontdekking, de financiering en
de exploitatie van petroleumvelden". De stich
ters waren niet alleen Engelschen Vier pro
cent van het kapitaal was van Duttschers. twee
procent van Italianen, de rest was van Zwitsers
en Britten. Rickett was de gangmaker, indien
niet de stichter van de zakengroep
Sinds 1928 maakt hy groote reizen over de
geheele wereld. Men heeft hem in Indië ge
zien. op de Soenda-eilanden en in Mandsjoerye.
In 1932 verbleef hy langdurig in Kletn-Azië.
Een jaar later behaalde hy zyn eerste groote
zakensucces door van konlng Faisal, die in En
geland zyn gast was, de concessie te verkrygen
van al de olievelden van Irak. De B.O.D biyft
zelf niet op al die verworven rechten zitten.
Rickett Is een vinder, een padvinder In zaken.
HU is de uitdenker, hy «et de operaties op en
als hij resultaat heeft behaald, staat hy af wat
hy schiep aan machtigen heeren dan hy zelf.
Een van zyn vrienden heeft hem genoemd
een wakenden droomer. Sinds twintig jaar
droomt Rickett van petroleumaffaires en al
twintig jaar realiseert hy, waaksch en helder,
wkt. hy heeft gedroomd. Hy slaapt in werke
lijkheid nooit langer dan vier of vyf uren per
nacht. Is hy niet op reis of op zyn bureau in
de City, dan jaagt hy op vossen, hengelt naar
forellen, snoeit zyn roeelaren en bewondert
«yn bloemetjes, hetzy te Newbury of in zyn
kasteel van Amroth. vroeger bezit van lord
Kvlsant.
Een van zyn liefhebberijen is ook het ver
tellen >an zyn kinderen van Oosterache ge
schiedenissen. die maar nauwelyks meer fan
tastisch zyn dan zyn eigen avonturen Verzint
hij ze. als machtsdroomer. of haalt hy ze uit
«yn diepe kennis van de folklore? Men weet
het niet. Hij slaagt erin iedereen die hem riet
te verbazen. En hy heeft een groote men-
echenkennta. Hy spreekt niet minder dan elf
Afrikaansche dialecten en kent er nog meer
van Arabic.
Deze wonderiyke man nu Is op 10 Augustus
J.t vertrokken naar Addis Abeba. Wat hy lp
Abesslnlë heeft beleefd, UJkt op een sprookje
uit Dulzend-en-een-Nacht. op 19 Augustus was
Rickett nog te Cairo. Verscheidene dagen deed
hy niets. Hy scheen te aarzelen op den rand
van een droompje. Maar plotseling nam hy zyn
besluit en hy kwam in de hoofdstad van den
Konlng der Konlngen aan met den trein uit
Dzjiboeti, als een simpel toerist, een valiesje in
de hand.
Dagen en nachten wordt er van gedachten
gewisseld tusschen den heer F. W. Rickett. den
fortulniyken forellenvisacher, en zyne Majes
teit Halle Selassie. Behalve gedachten wisselen
«y stukken over het gigantische plan van dien
clean-shaven, ietwat dikken, aan romanfiguren
van Dickens herinnerenden Engelschman.
Eindelyk, in den nacht van 39 op 30 Augus
tus. komt een bode den mysterieuzen vreemde-
dellng halen in zyn tydelyke, bescheiden wo
ning en neemt hem mee naar Ouebbl.
Te middernacht parafeeren zoowel de af
stammeling van de koningin van Baba als de
Engelsche financier de verdragen, geschreven
in het Engelsch en in het Amphareeach.
F. W. Rickett keert terug, pakt zyn valies en
neemt te 7 uur in den ochtend den trein terug
naar Dsjlboetl, even bescheiden als hy is ge-
Met de geruchtmakende berichten omtrent
het verleenen van concessies in Abesslnlë zaten
de regeeringen van Engeland en Amerika niet
minder vreemd te kyken dan het volkomen ver
raste Italië. Men heeft kunnen lezen, dat door
de bemiddeling van de Amerikaansc’he re vee
ring de oliekoningen, die achter 't geval zaten,
de concessies ongedaan zullen maken. Inmid
dels is reeds een nieuwe gegadigde opgedoken,
zekere Chertok, die beweert de prioriteit te be
zitten ten aanzien van elke concessie, die Abes-
slnië zou willen verleenen
Terwyi deze zaken worden uitgezócht en ge
regeld, onder de bestendige oorlogsbedreiglng
die Italië's machtige mobilisatie levert, is de
aandacht voor den heer F W. Rickett die ahe
sensatie verwekte, nog niet verslapt. Hy is er,
althans tydeiyk, in geslaagd de Abessinlsche
kwestie een gansch ander aspect te verleenen.
F. W. Rickett is een lyvig Engelschman van
47 jaar, die, wanneer hy niet op petroleum of
ertsen uit is, veel houdt van den rozenkweek,
van paarden en van het forellen-vlsachen. Hy
te niet zoo rijk als verscheidene andere ge
wiekste knapen in zyn „branche", maar kan
het toch aardig goed doen, want hij is kasteel
heer van Craven Hunt in Berkshire en zyn
huis en tuin zien er voortreffeiyk uit, even ge
zond als hy zelf. Sinds jaren werkt hy voor de
afkorting van „British OU Develop-
„Ik wilde dien Wickes eens komen lastig vil
len," legde Merrick uit. „Ik ben al zoo her-
haaldeiyk by deze zaak betrokken geweest,
dat ik er alles van wU weten. Ik heb heen
niet meer gezien, na die verschrikkelyke ont
moeting In de Redwaystreet. Hy zal het toch
niet erg vinden, dat Ik hem om Inlichtingen
kom vragen?"
„Wel nee," antwoordde Crook, „vooral niet
omdat ik voornaam nieuws voor hem heb.'
Wlcke» was jutet van plan om te gaan ver
trekken. Hy luisterde met belangstelling naar
hetgeen Crook hem had te vertellen. Hd moest
eeriyk toegeven, dat al de naaporlngen om de
beide Indiërs te achterhalen vruchteloos ge
bleven waren, en hy zag ook wel In, dat Hahn
een behooriyke aanwijzing zou kunnen zyn,
indien men zyn gedragingen na zyn vertrek
uit Southampton wist te achterhalen.
„Wy weten den trein, waarmede hy te aan
gekomen." wide Wickes, „als hy te Waterloo
„Daar ga ik onmlddeliyk naar toe." aei
Wtekea, terwyi hy opstonl, ..indien de heeien
er iets voor voelen, heb ik er niet het minste
bezwaar tegen, dat zy my vergezellen op
eigen gelegenheid natuuriyk. U hebt die men
schen gezien, en zou ze wel'lchi kunnen her
kennen indien ze het wcrkeiy* zyn. Ik heb
jutet eenige voorbereidend^ maatregelen ge
troffen, anders zou u my niet meer hier heb
ben gevonden
Wickes steeg met een collega tn een auto en
Merrick en Crook namen onthutst in een
anderen plaats Wat was de bedoeling van deze
vreemde mededeeling aan de politie? Was het
een loos bericht, om haar aandacht af te lel
den? Dat zou in leder geval snoedig genoeg
biyken. Toch zag het er heelemaal niet naar
uit Indten de achu'dteen zich van dit middel
wilden bedienen, om de politie op een dwaal-
A I T C* A OP d,t ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen
/A I sl /A I» J IN IN Ha O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen
door het sleutelgat naar binnen en keek
vragend naar Wickes die knikte. Toen hU
gedaan had, klopte de man even aan de port
en haalde tegeiykertyd iets uit zyn zak, waar
mede hy aan het slot begon te morrelen, en
opende. .-.w.
„Het Is misschien niet erg In orde,zei wies»
die nu vlak achter hem stond, „maar met
geval als dit, moet je niet al te beleefd
Het was een stuk braakliggende grond.
en daar lagen hopen steen en afbraak.
huls zag er goed uit, ofschoon klaarbiykëW^
In geen jaren bewoond Dc grond aan de
gende zystraat was afgesloten, niet door*»
schutting, maar door een tameiyk hoor”
muur, en een korte overdekte gang leidde m
dfen achterkant van het huis naar dezen
waarachyniyk naar de deur, waar Wiek"
metgezel reeeds de wacht had betrokken.
Wickes ging het tameiyk hooge bordes op.
klopte vinnig aan de voordeur van het W
Er kwam geen antwoord. Wickes boog
voorover en wees naar iets en de man die I*
slot had geforceerd kwam nu naar
drukte een ruit in van een raam, dat tMP»
gaf tot een klein vertrek vlak by 4»
Toen stak hy zyn arm naar binnen, haald»
pen «r uit, slaagde "er tenslotte in om hetra»"
qp te schuiven en klom naar binnen Plow®*
ging de deur met een oorverdovend lawaai
krakend hout open.
„Pas opl" zei Wickes vlug met een buk
zyn helpers Toen traden ook Crook en
riek het hute binnen.
(Wordt vervolg®
Crook was dus reeds geheel verzoend met de
gedachte. dat hy de winst op den diamant
geheel moest laten schieten, en
Londen met geen i....:.
bevrijd te zien uit Hahn's klauwen.
stuwkracht achter dit gedoe was geweest. Hij
had om te beginnen. Crook tn de val «aten
loopen. door hem op te knappen met het risico
van het transport naar Europa. Eu er viel v-r-
der niet asm te twyfeien. dat ok hy de ge
heele ontvreemding op de Durbun in Delhi nad
1 en Mehta Singh den vatechen
had bezorgd, dien men op hun slacht-
den beroeps lief had gevonden, nadat
Stngh desen lafhartig had ver-
17 tevenslange geheele oni
r 't OU»" verlies van beide armen. 1
brengen, zouden rij nooit het zeer
hebben losgelaten, dat zy
al was het alleen maar bij
Wie kon den
Het was dezer dagen 100 Jaar geleden, dat
het wetsontwerp, waarby machtiging verleend
werd tot den aanleg van een spoorweg van
Londen naar Bristol, de Koninkiyke Goedkeu
ring ontving. Het plan was reeds elf jaren vroe
ger opgeworpen, maar Engeland is wellicht
hoe paradoxaal het ook klinken mo;re nooit
conservatiever geweest dan in de periode toen
het de industrieele wereldrevolutie leidde. On
der het volk heerschte felle vyandschap tegen
de „nieuwigheid” van het „stoompaard", een
vyandschap, die weerklank vond in het Parle
ment en gevoerd werd door belanghebbenden,
onder welke natuuriyk de ooach-ondernemln-
T T t e stonden op 1 achterbakje van de
yy electrtec'he tram. We waren met z'n vy-
ven, waarvan m'n vriend Nol er één
was en die zei tegen me:
„Wat zyn wy Hollanders toch styf en harke
rig. We kunnen niet eens tegen elkaar spre
ken, omdat we niet aan elkaar voorgesteld
zyn. Daar moest iets aan gedaan worden."
.Doe jy er dan maar wat aan," zei Ik kre
gelig. „Er ztaan hier vyf menschen op 1 bel
oon Hier een dikke oude heer, daar een knap
Jong meisje en ginds een adelborst. Begin jy
dan een gesprek."
In Nol's oogen kwam licht. Hy keek naar den
dikken ouden heer, zag hem vriendelyk aan
en sprak:
„Mynheer, wat bent u toch dik!"
Ik bekeek de drie passagiers. De adelborst
glimlachte, het meisje keek verschrikt, de oude
heer kreeg een hoofd zoo rood als een biet en
antwoordde
„Gaat dat u vrat aan?"
,D»t gaat me zeker wat aan." riposteerde
Nol, even vriendelyk. .Den dik menach te nooit
echt gezond. Corpulentie te een riekteverschyn-
sel. Niemand heeft het recht zich willens en
wetens buiten de gemeenschap te plaatsen. Als
u door uw corpulentie niet meer in staat bent
u te voeden, dan moet ik ingrijpen. Dan bent
u de gemeenschap in 't algemeen en my in 't
byzonder, die tot de gemeenschap behoort, tot
test. U moet probeeren die dikte kwyt te ra
ken? Eet u 's avonds? Drinkt u veel?”
De dikke heer hygde naar adem van woede
en toen de conducteur uit den wagen op het
achterbelcon kwam, sprak hy hem aan met
moeiiyke stem:
.Moet een menach zich op dezen wagen la
ten beleedlgen?"
De conducteur keek ons vragend aan. Hy
kon zich niet herinneren den ouden heer be-
leedlgd te hebben. Hy was al tien jaar by de
tram en had daar allerlei menschen ontmoet.
Hy was dus niet gemakkeiyk van z'n stuk te
brengen. Daar hy wist dat hy dan ouden heer
niet beleedlgd had, deed hy er het zwygen toe.
Waarom zou hy ruzie maken zonder reden?
M'n vriend Nol hernam: .Massage wil nog
wel eeps helpen. Zeep-massage met Turksch
bed. Baadt u nooit?"
De tram stopte en de dikke heer stapte uit
Hy ging naar een agent, die by de halte stond
en sprak dien opgewonden toe.
De wagen reed verder.
.JZoo." zei Nol, en hy wendde zich tot de
jonèr dame: „Vindt u 't geen prachtig weer
een taxi heeft genomen, kunnen wy dat ook
uttvlaachen Ik ben u uiterst dankbaar mr.
Crook Ondertusschen geloof tk heeren dat Ik
u het volgends beat even mag laten zten. a<
dient de zaak natuuriyk absoluut vsrtrouwslyk
te biyven Het te met de post gekomen, sooote
u ziet, nog geen uur geleden Vindt u net niet
vreemd?"
Hy duwde hun over de tafel een enveloppe
toe, waarop eenvoudig stond:
POLITIE NEW SCOTLAND YARD B W.
Het adres was du'detyk genoeg, maa- niet
hierom keken Crook en Menlek belden «oo
Honderd jaren geleden was het grootsche
woeste Cornwall, met zyn heeriyke baaien en
geweldige granietmassa's nog by na terra incog
nita. Wel was het door de snelle ontwikkeling
van het coach-wesen in het laatste kwartaal
der achttiende eeuw verlost geworden uit het
byn< volmaakte Isolement, waarin liet eeuwen
lang verkeerd had. zoodat het nog in den tyd
van George I beschouwd werd als een ontoe-
gankeiyk, door half-wilden bewoond gebied,
maar toch gold een reis naar Cornwall als een
grooter „heldendaad" dan een bezoek aan ver
afgelegen landen van het Continent.
Het was de Great Western Railway, welke
Cornwall „ontsloot" zy was het, die de Jmmcr-
zoele kust van Devonshire binnen het bereik
der Londenaars bracht. Londen heeft vele
groote stations, maar geen hunner streelt zoo
zeer de verbeelding van den reiziger als Pad
dington Station, vanwaar dageiyks de „Conilsh
Express" vertrekt naar een streek, die zoozeer
van het nuchtere Oost-Engeland verschilt dat
zy, In plaats van eenige uren, eenige dagen
ver kon liggen.
Wickes had zyn chauffeur reeds betaald en
kwam al op Crook afgeloopen.
„Zoo zyn we dicht genoeg in de buurt," zei
hy. .Jullie moeten ons maar te voet volgen
De plaats wordt van bulten reeds bewaakt
natuuriyk, daar heb ik al voor gezorgd."
Wickes verdween met zyn collega tsmelyk
snel in de richting van het aangewezen hute,
en Crook en Merrick volgden hen op den voet.
Het zag er naar uit, alsof de heele buurt een
verandering onderging Groote fabrieken ver
vingen .de lange rijen oudcrwetschc lage
huisjas, die er vies en vervallen uitzagen,
maar vroeger toen het hier nog een landeiyk
karakter had. vriendelyk en zelfs schilder
achtig moesten hebben aangedaan Hier en
daar stond tuaachen deze lage hutejea, trots
en alleen, een heerenhute, dat nu biykbaar ook
ai gebruikt werd voor fabriek en kantoren.
Door twee of drie van dergeiyke straten
ging Wickes hen voor, totdat hy eindelyk stil
hield voor een ontzagiyke schutting, door
een klein stukje grond omgeven, en die geheel
vrij stond, behalve op «ten hoek van de straat.
Daar grensde ae aan een huls
Men «as er aan alle kanton aan het afbre
ken. en er viel dan ook niemand to bekennen
Wlokee deed een paar passen achteruit, en zyn
metgezel ging den hoek om. In antwoord op
hun fluiten verschenen drie agenten In vol
ledige uitrusting, die
muren hadden echi
vatten voor de poort van de schutting.
De poort was door een slot gesloten Een
van de agenten lichtte het plaatje op, loerde
geënsceneerd
steen I -
offer
Mehta
moord
Crook kwam nog tn den prülen morgen te
Londen aan. Hy nam oen taxi om rich on-
■niddeliyk naar detective Wickes In Scotland
Yard te laten brengen Van af White Hall zat
«yn wagen vlak achter een ander sn Cr>ok
«ag tot >yn verwondering >oe niemand minder
Aan mr Merrick voor het hoofdbureau van
politie ultatapte.
gen de voornaamste plaats innamen. Bovendien
hadden zich tal van technische en andere
moeuykheden voorgedaan, maar de zakenman
nen van Londen en Bristol, die achter het plan
stonden, hadden den moed geen oogenblik op
gegeven, en toen eindelyk hun streven met suc
ces bekroond werd, noemden zy bun maat-
schappy trots en zegevierend de „Great Wes
tern Railway”. En groot werd de onderneming.
de verbindingen tot stand zou brengen
tusschen Londen en West-Engetend.
te
vreedzamen man:
„Ik begrijp niet dat u zich door een vreemd)
zoo laat beleedlgen."
..Och," antwoordde de vriendelyke man met
het dikke krulhaar, „ik ben verpleger in een
speciale inrichting voor zulke menschen. Ik
weet hoe je ze aan moet pakken, vooral zacht
zinnig en geduldig; ja, zachtzinnig Met hard
heid bereik Je niets."
Nol zette het bolhoedje weer op de plaat),
waar hy 't vandaan gehaald had en sprong ven
de nog rijdende tram, zonder te wachten op
de eerstvolgende halte.
ven. Het bouwen van dergelyke dammen ea
dyken alleen verelschte maandeniangen arbeid.
Men leidt hieruit ook af. dat het volk, dat
leefde aan het Federmeer, niet byzonder strijd,
lustig was. De strijdlust zou hun energie tot
werken hebben gebroken, en de strijd zou ook
hun bouwwerken wellicht hebben vernield.
Na de uitsterving van den Federmeer-Staat in
het midden van het steenen tydperk moet ge
durende ongeveer 3000 jaren aanhoudend on
gunstig klimaat het land om het meer tot een
afschrikwekkend oord voor de menschheid
hebben gemaakt. Uit dit tydperk n.l. werd door
de archeologen geen enkele herinnering gevon
den. Jammer is het echter, dat van dit tijd
perk byna niets bekend te.
De opgravingen, welke aldaar zyn gedaan,
wyzen daarna eerst weer op 3000 jaar v. Chr.
De waterburcht Buchau moet toen het cen
trum van het aan het Federmeer levend volk
zyn geweest. Deze burcht is, na dien van Urmtti
naby Neuwied aan den Ryn de meest bekende
en tevens ook de grootste van geheel Europe.
Dr. H. Reinerth. de achryver van ,De Water-
naby burcht Buchau” en Het „Federmeermoeru
in de prae-hlstorie” heeft belangrijke feiten
vermeld omtrent de geschiedenis van 't Feder
meer en zyn vroegere bewoners. De Waterburcht
Buchau was in lijden van oorlog, aldus de
schrijver, het toevluchtsoord van duizenden die
zich niet konden verdedigen tegen den vijand
en
hun heil te goeken acl
van den ouden hechl
vredestyd leefden er menschen in den beroem
den burcht.
Dr. Reinerth is de eenige Europeesche vor-
scher. die een volledige geschiedenis omtrent
het Federmeer en zün bevolking in vroeger
eeuwen heeft gepubliceerd. ZUn werk wordt 1»
de wetenschappelyke kringen ten zeerste ge
waardeerd. Dr. H. A J. COOLEMAN.
De jonge dame keek naar den zolder van het
be Icon en las tienmaal achter elkaar; jaJ
uitstappen voor de wagen stilstaat. Verbotte,
te spuwen."
Nol keek haar den heelen tyd In de oog)»
en zei: „Ik heb u, zoo lang ik leef, nog ntw.
kwaad gedaan en toch bent u zoo onvrteut,
iyk tegen me. Als ik u op een bal of op tn
diner had getroffen, had u misschien met
geflirt, dan had-
den we ons mis- f
verloofd,
we
spodr te
voorname feit
Indiërs waren,
wyze van voorzorgsmaatregel,
brief dus hebban verzonden? De vreemde
manier, waarop hy was samengesteld, uit op
geplakte letters deed natuuriyk onmlddeliyk
denken aan Jatterjl; het was precies de zelfde
manier van handelen, waarmede hy enkele
dagen geleden getracht had, de herkenning van
zyn handschrift te ontwyken. Msar al was het
mogelyk, en wellicht waarschyniyk dat hy
Mehta Singh wilds verraden, om daardoor
zich zelf vry te pleiten, zou hy aan den ande
ren kant het risico willen loopen, om zich self
by de politie aan te brengen? Er werd geen
verdere aanwyzing gegeven; omtrent de moor
denaars. Er stond alleen, dat ze met tweeën
waren. Dan was er nog een bezwaar Indien
Mehta Bing «n Jatterjl handlangere waren,
hoe was het dan mogelyk dat 61e laatste ge
legenheid had gevonden, oen deze merkwaar
dige boodschap ongemerkt bU elkander te plak-
ken
Deae beschouwing leidde vanzelf tot een
andere combinatie. Zou het mogelyk zyn <Mt
men met drie Indiërs te doen had, soodat er
bulten Jatterjl nog twee anderen by den moord
waren betrokken? Het poststempel gaf hierover
niet de minste aanwyzing Daar stond alleen
maar op Londen W O.
Ze deden er niet tang over. Toen se aenmaal
over Westminster Bridge waren, reed de taxi
over den hoofdweg, sloeg teen links af, boog
daarna rechtsom, en stopte tenslotte.
W. Rickett