JTCrf u&faal van den daq Met twee kameraadjes op avonturenreis WAGNER EN HET DERDE RIJK T HET VERDWENEN ELFTAL V' nnuiiiiii Een jeugdwerk van Raphaël? DINSDAG 10 SEPTEMBER 1935 I Opper-rabbijn Kuk 4* Keltische naties bijeen 25.000 Dollar aan juweelen nk 1 ,r n »- 1 Door een goudvondst verarmd Zijn verhouding tot het Christendom PROPAGANDA VOOR DEN COMPONIST ™Or- Eerlijk duurt het langst Is er eenvoudig geen regeerlng lx» 4« >1M ni door Arthur Morrison Zou alt Eiken Nee, nog zeer. 4 verdwenen (Wordt vervolgd.) 'Ut- lires Al denkende, kwam Plet op het Idee om een grooten kuil In het zand te graven, daar boven konden ze dan het zeil van de para chute bevestigen, dan hadden ze in ieder ge val nog een zekere beschutting. Direct ging Piet aan den slag. Het viel ech ter niet mee. want 't losse zand liet zich niet gemakkelljk uitgraven. Foei wat een warm werk was dat. HU werkte echter stevig door en had weldra een grooten kuil gemaakt. In middels was Wietje wakker geworden en ze ging eens kijken wat Piet uitvoerde. Ze kwam echter te dicht aan den rand van den kuil en gleed naar beneden. Piet schrok zich een aap. Maar toen hü zag. dat het Wietje was. die daar op hem kwam rollen, moest hij toch lachen. Hij legde Wietje zijn plan uit. n at ■s euwt richt zijn? Het lijkt ons waarschijnlijk. Wij ons vinden in r schijnlek minde; Crook had zoo juist ontbeten, en was opge- tafel. toen een kellner naar hem was voor het laatst. Dina lachte hem vriende lijk toe. honoreerde de nota zonder eenige con ns- taais van van Ai- ngen be- on- pordt ssies Teid, loet- tn Ik 4 It 0 n )o u ie Uit stfn oe- ge- erk Den ttig re ins an het ccm- teatf. ad- luro- n. r, de laten n. ’t ill b- esl- met aar rste *re- an- seft er- ?ur ?sl- te- mi- In ;nk der aar kst ÓJï “Y het schrijven is aan „stamverwantschap" dan aan werkelijke politieke eenstemmigheid. Welsh wordt in Wales nog zeer veel gespro ken veel meer dan Gaelic In Ierland vóór de Ieren een eigen regeerlng gekregen hadden. Dc meeste plaatsnamen in Wales zijn voor den Engelschman en eiken anderen vreemde ling nagenoeg onuitsprekelijk. De beruchtste daarvan is Llanfalrpwllgwyngyllgogerychwym- drobwllllandysiliogogogoch. Deze aanvallige naam behoort toe aan een plaatsje op het eiland Anglesey, maar wordt om menschlievende redenen afgekort tot Llan- fair, waarachter dan meestal, ter onderschei ding van een aantal andere plaatsen die ook Llanfair heeten, de letters P. O. gevoegd wor den Een breede kloof bestaat tusschen hem en de gedachtemoereld en de daden van het Nationaal- Socialisme Ik het ding vanmiddag heb vergeleken met een echten diamant.’’ „Een echten?" „Ja, bij Wetherby in Bondstreet. Dit is een gekleurde kristal en anders niet.” Een gekleurdè kristal, onzin." ..Waarom? Als het onzin Is, dan is We'herby een idioot, mr. Crook, maar Ik kan u de verze kering geven, dat Wetherby de eerste juwelier van heel Bondstreet en heel Londen 1», en ik geloof dat u dat wel met mjj eens oent. Hij zegt, dat dezt steen net zooveel van »en dia mant weg heeft, als een stuk vensterglas. Omtrent het voor enkele weken in de kerk van Castiglione del Lago niet ver van Peru gia ontdekte paneel, hetwelk door verschei dene deskundigen voor een jeugdwerk van Ra phael wordt gehouden, worden ons thans de volgende bijzonderheden medegedeeld. Nadat het schilderij, dat in uitermate ver waarloosden toestand werd gevonden, zorgvul dig was gereinigd, bleek, dat men hier te doen heeft met een voorstelling van de Madonna met het Kind, vergezeld van Maria Magdalena en den H. Antonius, gedateerd met het Jaartal 1500. Men heeft echter intusschen kunnen vaststellen, dat Raphaël, die in 1483 gebaren was, in 1499 te Urbino en in 1500 te Cittk dl Castello verbleef. Bovendien vertoont het thans gevonden schilderij betrekkelijk weinig over eenkomst met Raphael’s tot nu toe bekende jeugdwerken, zoodat men thans, na ampel on derzoek meent, het ernstig te moeten betwij felen, of het paneel van Castiglione dl Lago in derdaad van Raphaël’s meesterhand is. langrijker nog dan Schotland, maar minder grootsch dan Ierland, van welk land gezegd is geworden dat zijn literatuur zijn geschiedenis, en zijn geschiedenis zijn literatuur is. In deze maand komt te Cardiff, de hoofd stad van Wales, het „Jaarlijksche Congres der zes Keltische naties’’ bijeen. De meeste barer zijn, in den gebrulkelUken zin van het woord, in het geheel geen .naties" maar Kelten zijn evenals de meeste bemin nelijke menschen geneigd de dingen bij hun fraaist klinkenden naam te noemen. Ofschoon Keltische plaatsnamen nog aan den Dnjester en in <fe Dobroedja, en ook in Westphalen voorkomen, is de eenige erkende Keltische „natie" op het vasteland de Bretons, in Frankrijk; de vjjf anderen zijn de Ieren, de Schotten, de Manx, de Wesh en de Comish. De eenigen die staatsrechteljjk een „natie” vormen zijn de Ieren, terwijl de Schotten, de Manx en de Welsh, ofschoon geen zelfbestuur bezittend, toch in sommige opzichten gewes telijke autonomie genieten. Hierop kunnen evenwel noch de Bretons in Frankrijk, noch de Cornish in Engeland, zich laten voorstaan. In Wales bestaat een vrij krachtige bewe ging voor zelfbestuur; de leider dier beweging Is de broeder van mr. Lloyd George, die ad vocaat is te Portmadoc. De gewezen eerste minister zelf is steeds een Welsh Nationalist geweest, en vormt met verscheidene zijner li berale landgenooten in het Lagerhuis een groep, welker eensgezindheid vaak meer toe te staan van toekwam. „Daar is een heer, die u wenscht te spreken. met name Hahn.” „Wie. zei je?" vroeg Crook verwonderd, zijn eigen ooren niet geloovend. „Hahn, mijnheer, tenminste, dat maakte ik er uit op.” „Laat hem boven komen" antwoordde Crook, als de kortste manier om aan zijn twijfel een einde te maken. Het was werkelijk Hahn Maar hij had een volkomen verandering ondergaan. Het was een heel andere Hahn. dan de bezoeker vlak Crook's voor hem, was een klagelijk beeld schelijke Ineenstorting zenuwachtig en bedeesd, loos. Hij stond zwügend te wachten tot de kellner Ook in Schotland heeft steeds een autono- mie-beweglng bestaan, maar deze is ook in cultureelen zin minder krachtig tot ontwik keling gekomen dan in Wales. Het Schotsche Gaelic vertoont veel overeenkomst met dat van Ierland; de verhouding is ongeveer dezelfde als die tusschen Fransch en Itallaansch. Het Manx daarentegen, ofschoon behoorend tot de zelfde groep als lersch en Schotsch, n.l. de Goidellcgroep, lijkt in sommige opzichten op Welsh, gelijk blijkt uit verscheidene aardrijks kundige en topografische namen op het eiland Man. Comish, het in Cornwall gesproken dialect, vormt met Welsh en Bretagne de „Brythonic”- groep. Zelfs de leek, die in Cornwall reist, vindt de linguïstische eigenaardigheden van dit tot ver in de achttiende eeuw zoozeer geïsoleerde gewest terug in de plaatsnamen, waarvan zeer vele beginnen met „Tre". Behalve in Ierland, waar onder het autono me regiem de liefde voor en de studie van de taa’ sterk toegenomen is, en in Wales, waar zij zeer veel gesproken wordt, hebben de Keltische dialecten de laatste honderd jaren alom ter rein verloren. Hierop zijn de jaarlijksche con gressen. welke vooral de schatrijke, ook voor de studie der hagiologie zoo hoogst belangrijke letterkunde tot onderwerp hebben, de reactie. literatuur van het eiland Man is betrek- kelijk arm; die van Bretagne en vooral van Cornwall hebben gebrek aan oorspronkelijk heid Wales, het land der barden evenwel, is afgemeten naar zijn letterkunde Inderdaad een „natie", en zelfs een zeer groote natie, be- De villa van den schrijver Fritz Reuter aan den voet van den Wartburg, waarin het Richard Wagner museum talrijke herinneringen aan den gr ooten musicus bewaart indien je mfj je woord wilt geven. samen deelen." „Waarom bën je ineens zoo bereid om te deelen?” „Nou, die reden ligt nog al erg voor de hand. Ik zit in moeilijkheden, en ik heb een hand langer noodlg en daarom wil ik deelen." ■Zoo. moeilijkheden met de politie?" „Nee. natuurlijk niet met de politie, niet met de politie." „Nou dat^zal dan toch niet lang duren, want ze zitten je op de hielen Ze Boeken naar jou, Mehta Singh en Jattegji wegens moord." Hahn maakte een afwerend gebaar met de hand. eindelijk vertrokken zou zijn, en sprak toen, met merkbare moeite: „Ik ben naar u toegekomen, beste vriend Crook, om een afspraak te maken. Laat ons klaren wijn schenken." .Afspraak? Klare wijn?’ vroeg Crook wat koel, en tevens wat verwonderd. Hahn maakte een zwak gebaar van onge duld. „We hoe Am toch geen tijd te verspillen, door elkander uit te leggen, waar het om gaat. Je weet best wat Ik bedoel; de groene diamant, het Oog We hebben er beiden jacht op gemaakt, en ik heb hem te pakken gekregen, maar nu wil ik met Je deelen, eerlijk met je deelen." „Heb je het ding hier?” „Nee, maar Ik weet waar het te krijgen Is. JU kunt het krijgen, en ik vertrouw op je eer. indien je mü je woord wilt geven. We zullen In verscheidene steden van Amerika wordt een onderzoek Ingesteld naar de verdwijning van juweelen tot een bedrag van 25.000 dollar uit een vliegtuig, dat den dienst tusschen Chi cago en New York onderhoudt. Deze juweelen behoorden toe aan de jeugdige echtgenoote van een bekend New Yorksch makelaar. De juwee len bestaan uit ringen, armbanden en diaman ten broches, die opgeborgen waren in een klein leeren koffertje, dat de dame in het bagagenet had geplaatst, toen het toestel, waarin 14 pas sagiers zaten, Chicago verliet. Pas in Newark bemerkte zij de vermissing. held, een passend geschenkje te koopen. Welke angsten den armen LodewUk pijnig den, toen hjj na die reis, met een onbegrijpelijk sobere onkostennotahet kantoor betrad-... er is geen pen of schrUfmachine die dat beschrijft. Tot zijn geluk had de patroon een honingzoete bui, zoodat hij een weinig gekalmeerd raakte, maar toch beefde zijn hand, toen hij de onkos- tenrekening op Dina’s lessenaar neerlegde. Het tróle en daarmee was LodewUk gered en ver- Hopeloos zelfs! Er verliepen twee dagen, en tot op den middag van den'tweeden dag hoorden zü niets van Wickes. Crook had werk genoeg voor zich zelf, maar vond toch gelegenheid om een paar maal bij Scotland Yard aan te loopen, zonder echter Wickes aan te treffen. Wat Lyman W. Merrick betreft, die zat zoowat den geneelen dag in taxi's, verkwistte een kapitaal aan fabelachtige fooien, dook telkens op andere plaatsen op, en wist zich zelf in te prenten, dat hij nog steeds verdienstelijken arbeid ver richtte in het opsporen van twee Indiërs. na aankomst te Southampton. De man van men- Twlntlg jaar ouder nederig en hulpe- Een paradox, zooals een mensch slechts zel den in zijn leven zal ontmoeten, is thans een zestlgjarigen uit Zweden stammenden pelsjager overkomen. Gustaaf Nyman had zich zijn ge- heele leven slechts bezig gehouden met het ja gen van pelsdieren en het zetten van vgllen en strikken aan de oevers van het ALhabascameer in de Canadeesche provincie Saskatsjewan. Een half Jaar geleden vond hij in de nabUheid van zjjn hut een merkwaardigen steen, dien hij om zijn eigenaardige kleur uitgroef en kort daar op aan een bfj hem overnachtenden prospector (ertshouwer) liet zien. Deze zag onmiddellijk, dat de steen een hoog percentage gouderts be vatte. liet zich de vindplaats toonen en stelde vast, dat hier rijke goudaders lagen. Zonder Nyman er iets van te zeggen, begaf zich de prospector zoo spoedig mogelUk naar de dichtstbjjgelegen stad en kwam reeds een week daarna met talrijke collega’s bü Nyman terug en bracht deze er van op de hoogte, dat hij en zUn vrienden het recht tot exploitatie van den bodem hadden verworven. Direct daarop begon men naar goud te graven met de mo dernste machines. Door dit alles werden de laatste pelsdieren, die nog In deze omgeving voorkwamen, verjaagd. Nyman, die geen mid delen bezat om in het bezit te komen van een toestemming tot bodemexploitatie had geen enkele levensmogelijkheid meer en trachtte daarom door zelfmoord een einde aan zijn le ven te maken. woord „HU kon niet zeggen, dat ze erg veel geluk hadden gehad." „Tusschen twee haakjes, u hebt hier telefoon nl-t waar mr. Crook?" had hu ineens ge vraagd. „Ja.” zei Crook, „hier beneden.” „Best, ik zal het nummer even opnemen bü het weggaan, u zal wel zoo goed willen zUn, precies op te geven, waar u zich «vindt, als u weggaat, zoodat wU onmiddellijk in relatie kunnen treden zonder tUd te vermorsen. Het zal weer noodlg zUn. om Iemand te herkennen vermoed Ik. We hebben nu onze aandacht ge richt op de havens, en een paar nutzen waar die kerels gewoonlyk samen komen en tk heb zoon idee, dat onze mannen de verkeerde Hindoes zullen Inrekenen. Daar is natuurlUk nog altUd die hospita van Jatterjl en we hebben ten slotte niemand, die den andere kent, b» halve u.” „Nou mü best, ik zal alles doen wat u maar wilt, natdurlijk „Dank u wel, mr. Crook, en kijk nu eens hier, dit is de steen, dien u in het oude huis heeft gevonden. HU nam net katoenen pakje uit zUn zak. en Het het troene Juweel zien Hier is hU, het schittert nog zeer, vindt u niet?” „Ja. als t u blieft." „Juist, dat dachten wü allemaal, roen wU het ding voor het eerst zagen in de donkere keuken. Ook op de Yard dachten we den kostelUken diamant te pakken te hebben gekregen, totdat loren. verloren Als luie schen vlug den. werken de Uverigen over den kop en als verstokte vrijge zellen verliefd raken, houden meer aan. Waarom het spul begonnen was: Lodewük wist het niet meer! HU dacht nog slechts aan Dina Het was Dina voor en Dina na, hü werd vervelend met zUn eeuwige verhalen over die lieve Dina en wat niemand ooit geloofd zou hebben,... In zUn bureaulade lagen enkele miskramen van rijmkunst. Dat was een stout moedige poging tot een serie sonnetten ter eere van Dina. Tegenwoordig is LodewUk de schoonzoon van den patroon en de adjunct-directeur der fir ma. HU 1* ook administratief een eminent za kenman, die hoe kan het anders scherp op de kleintjes weet te letten en tevens een uitstekend huisvader. Als hU avonds, met LodewUk Jr. op de knie, in zUn knusse huis kamer zit, dan denkt hü het vaakEerlük duurt het langst, maar met oneerlUkheld kun Je toch echt gezellig tegen de lamp loopen. En als Dina dien levredenrbespiegelenden glimlach ziet, dan lacht ook zü en denkt op haar beurt: HU kon toch zoo aardig opschep pen over zün vrUheld. Maar ondertusschen even de pin op den neus en toen heb ik hem maar keurig om den vinger gewonden. woord te geven op de vraag. Wagner ooit partijganger of medestrijder het Nationaal-Soclalisme geworden zou wanneer hü den triomf van dit systeem beleefd. Volgens dr. Strakele moet het antwoord op die vraag luiden: nooit. Want Richard Wagner had, wat maar weinigen weten en wat aan het Nationaal-Soclalisme het recht ontneemt zich ep den schepper van de Duttsche opera als op een der hunnen te beroepen, een positieve ver houding tot het Christendom en tot de Kerk, die uit tal van opgeteekende uitspraken blUkt en in de herinnering van deze generatie sterker dan ooit moest spreken, nu de golven van kerkver volging en Kulturkampf over gansch Dultsch land gaan. In zUn Herinneringen aan Richard Wagner heeft ons Hans von Wolzogen, een van degenen die deel uitmaakten van den intlemen vrienden kring van den kunstenaar, menige uitspraak van een meester overgeleverd, die maar al te duide lijk aantoont, welk een kloof er bestaat tusschen Richard Wagner en de gedachtenwereld en de daden van het Nationaal-Soclalisme Met misprezen zeide Wagner eens, toen men over kerkelijke kwesties sprak: „Het Is heden ten dage makkeluk geworden, de Kerk te critlseeren: op de politieke tribune, In het diplomatieke verkeer en docr de kranten schrijvers die deze machten dienen wordt zi, ge woonweg. en al naargelang het in de belangen ligt die zU vertegenwoordigen, met ongeveer het zelfde respect behandeld waarmee men een Instelling voor meubelcrediet behandelt...." Dit werd 70 Jaar geleden gezegd Wat zou Wagner gezegd hebben, wanneer hU een van de redevoeringen gehoord had, een van de pers artikelen onder de oogen had gekregen, waarin thans het Dultsche rUk tegen de Kerk stelling neemt? Welke critlek zou de meester gehad hebben, die op den dag toen hU zUn Parzifal- partltuur beëindigd had, tot zUn verzamelde vrienden zeide: „Men moet toch blU zUn, als men van kinds-’ been at met religieuze tradities is opgegroeid; zij zUn door niets van buitenaf te vervangen. ZU onthullen steeds meer en steeds meer zege nend haar diepen zin. Te weten, dat er een Verlosser voor hem is geweest. Is het hoogste goed voor een mensch. Dat alles opeens weg te willen werpen, getuigt van groote onvrijheid, van een slavemU des geestes door onzinnige demagogische invloeden. Ja, en het is eigenlUk niets dan grootspraak!" Zou dit laatste misschien tegen Nietzsche ge- Uit Jeruzalem wordt gemeld, dat opper-rabbUn Kuk op 69-jarigen leeftUd is overleden, na een langdurige ziekte. Abraham Isaac Kuk (of Kook) was op 14 September 1865 in Koerland geboren. HU studeerde Joodsche theologie op de rab- bUnenscholen te Woloshln en Poniewlsh. waar hU leerling was van den beroemden rabbUn ElUahu Rabbinowitz, met wiens dochter hU in het huwelijk trad. Op 23-Jarigen leeftUd werd Kuk rabbUn en nadat hU verschillende functies had bekleed werd hü in 1903 benoemd tot rab bUn te Jaffa (Palestina). Toen in Augustus 1914 de oonog uitbrak be vond rabbUn Kuk zich In Dultschland, waar hU een congres bUwoonde van de Agoedath Israël, de organisaties der orthodoxe Joden. HU begaf zich toen naar Zwitserland, doch omdat hU de Russische nationaliteit had, kon hU niet naar Palestina terugkeeren. In 1915 werd hU te Lon den tot rabbUn benoemd, waar hU tot 1919 ver bleef toen hu naar Palestina terugkeerde, waar hU benoemd werd tot opper-rabbUn van de Asjkenazische Joden, dit zUn de Joden die af komstig zUn uit Oost-Europa. Op religieus we tenschappelijk gebied heeft rabbUn Kuk zich groote verdienste verworven. HU was bekend Talmoedlst en schrijver van tal van geleerde werken. Dit was verrassing op verrassing. be tee kenen, dat Hahn slechts ren doodgewonen namaak had gestolen? En was al deze moeite gedaan voor een waardelooze imitatie van den WerkelUken steen? HU wist dat er een namaak was achtergelaten, toen de steen voor her eerst uit de tent van den Rajah was ontvreemd, maar dit, waar moest hU dit aan toeschrijven? „Er kon geen twUfel mogelUk zUn. drong Wickes nog eens aan. Het was altUd de moeite waard om langs alle kanten ingelicht te wor den, en daarcxn oordeelde nU, dat het geen kwaad kon. om ook eens mr. Wetherby te raadplegen. En mr. Wetherby had onml'k ellUk verklaard, dat het ding valsch was. En nog meer, hU had het ding tusschen andere juwee len van dezelfde kleur “n omvang gelegd. Toen had aelfs het kleinste Kind bet verschil opgemerkt. Het was het dofste ding, dat Wetherbey In zUn winkel had. De nationaal-socialistische regeerlng In Dultschland, die heel goed voelt dat zU politiek niet definitief zal slagen, ondanks het rigoureus handhaven van de macht. Indien niet gansch het leven doordrenkt is van hare Ideeën wUdt veel aandacht aan cultureele zaken en’ heeft daarbU de gewoonte om. natuurlUk na zorgvuldig onderzoek of de pretendent wel „ansch” bloeo bezit, vermaarde kunstenaars en andere groote mannen tot ware Dultsche Cultuur-boksers te verheffen. Zoo heeft men. kort voor zUn dood, den grooten Duitschen dichter Stefan George willen „annexeeren”. Deze had eens 'een bundel geschreven die „Das Dritte Reich" was getiteld, maar het geestelUke rijk dat George zich voor stelde verschilde aanmerkelUk van dat van Goebbels en zUn vrienden, zoodat de zUn einde naderbij wetende dichter maar liever stil bleet zitten waar hU zat. MakkelUker Is het natuurlUk om mannen die al dood zUn op te eischen, want die kunnen zich niet meer verzetten Verzet kan namens hen. eventueel, alleen geleverd worden door commentatoren, met de teksten In de hand. En zoo voert men thans o.a. een Intensieve pro paganda voor Richard Wagner. Was er zelfs niet een oogenblik sprake van, dat niemand minder dan Hitler zelf door zoete banden aan villa Wahnfried zou worden gebonden? Ach hoe schoon zou dit geweest zUn, een bruiloft waarop de Führer Inplaats van met dat eeuwige hemd en die eeuwige laarzen, in het costuum van Tsnnhauser of den Graalridder verschenen wa re! Nu heeft men bU Wagner het voordeel, dat dêT wereld van zUn artistieke scheppen bjjna geheel gevuld Is met figuren uit de oude Germaansche mythologie en heldenverhalen. Maar wil dit zeggen, dat hU daarom met zUn geest het in spiritueel opzicht zoo twUfelachtige réveil Dultschland ondersteunt? Volstrekt niet. Zoo denkt ook dr. phll. Heinz Strakele er over. BU noemt deze Wagner-propaganda van de Dultsche regeerlng, waarbU de componist „Vor- kampfer und Apostel des Natlonal-sozialismus" en „Pionier des Dritten Reiches” wordt ge noemd. in de Relchspost, eenvoudig misbruik. Nemand heeft tegen dit misbruik en tegen dit neerhalen van een der grooten uit het rijk van kunst en cultuur tot nu toe protest aangeteekend niemand nam de moeite aan de hand van hel denken en handelen van den toondichter ant- of een Richard van zUn. had „Dal is alles, mr. Crook!” zeide Wickes, terwUl hU opstond, „u begrUpt wel. dat Ik u dat in strikt vertrouwen heb medegedeeld, en u zult niet nalaten een boodschap achter te laten, waar u zich bevindt, nietwaar?" Op den morgen van den volgenden dag kon digde zich nog een ander bezoeker bij Crook aan. en wel Iemand, dien hU in het minst had verwacht. avond kwam Crook bU hem en zUn dochter Daisy eten en alle drie brachten de aangenaamste uren door, in het ultplulzen van de vreemdste ontdekkingen en de bijzondere omstandigheden waaronder zU bet Gtoene oog van Goona hadden teruggevonden. Vooral den tweeden avond hadden ze een uiterst inte ressante aanleiding voor het reeds van alle kanten beschouwde geval, doordat Crook dien middag Wickes had gesproken en deze hem Iets heel belangrijks had medegedeeld. De detective was dien middag aan Crook’s hotel geweest, en had hem te spreken gevraagd. HU wilde ten eerste weten of Crook nog Iets gehoord of gezien had van de drie mannen, die zU sinds hun bezoek aan Lambeth op het spoor waien. Crook had evenmin iets gezien of gehoord *m op zUn beurt vroeg hU. of de politie gelukkiger wa< geweest. ,J4ee," had de detective geanl- M Daarom had hU gevraagd, of' er iets tegen was dat de maatschappU de goe deren waar het om ging, In dat huls opsloeg totdat zU met haar nieuwe pakhuis gereed “u zUn. HU zou nog al den tUd hebben om met het sloepen klaar te komen, en kon dus de extra winst van die veertien dagen best waarnemen. De heer bood hem niet minder dan rijf pond, en dit was een niet te versmaden overwlnstje. De heer had niet den sleutel van de schuttingspoort gekregen, maar uitsluitend van het zUdeurtje, en dit was alles, wat de aannemer wist mede te deelen. Het antwoord op enkele verdere vragen bracht aan het Hcht, dat deze lieer zich mr. Turner had genoemd, maar uit de beschrijving die de man van hem gaf, sprak een verrassende over- «ënkomst met mr. Hahn. Eerst toen werd de man tot zUn groote verlichting vru gelaten. Wlckes ging op eigen houtje nog wat aan het werk, en Cnxik en Merrick verdwenen ook. maar zü gingen lunchen. voor een werk als de Parzifal waar- leptx»ltlef christendom dan dr. Strakele. maar de goede intenties van Wagner staan wel buiten discussie. Men vindt ze ook in het volgende, naast een zekere vaagheid, die het woord „goddelUk" In Wagners mond bezit. Toen In zUn vriendenkring weer een keer over de goddelUkheid van Christus gesproken werd, legde Wagner de volgende bekentenis af. niet zeer dogmatisch, maar welgemeend: .Men zou kunnen zeggen, er zUn toch zoo veel martelaren en heiligen geweest, waarom moest juist Jezus onder hen de GoddelUke zU"! Maar al die heilige mannen en vrouwen werden het pas door goddelUke genade, door een verlichting, een ervaring, een InnerlUken ommekeer, die hen van zondige menschen tot Uebermenschen maakte, en die wU thans bUna als onmenschelUk beleven. Ook Boeddha was een wellustige prins temidden van zUn harem voor hU verlicht werd. Het was zedelUk groot en verheven van hem, allen aardschen lust achter te laten maai het was niet goddelUk. BU Jezus echter is van den aanvang af volkomen zondeloosheid zonder eenige hartstochtelUkheld. de goddelUkste zui verheid van natuur en daarbU verschUnen die eigenschappen toch niet zooals men zou kun nen denken als Iets „interessants” of als iets onmenschelUks, maar deze zuiverste goddelUk heid is volkomen ook van zuiverste menschelUk- heid, die ons door Hjden en medelijden mensche- bjk moet aangrUpen, een onverge’.IjkeHjk eenige verschUnlng. Alle anderen hebben den Heiland noodlg, HU is de Heiland. Het zou niet wonderlik zUn. als de natlonaal- soctallstlsche cultuurbeschermers plotseling tot de ontdekking kwamen, dat de christen Richard Wagner toch geen achttlenkaraats pg. was en daarom het gebruik maken van hem als getuige voor de nieuwe Dultsche wereldbeschouwing maar beter achterwege kon blUven. FeltelUk heeft deze zelfde Richard Wagner reeds 60 jaar geleden een waarschuwing laten weerklinken, waarin het heette: „Het staat slecht met onze cultuur! Redden wU tenminste het goede, schoo- ne en edele wat er nog van gebleven Is. trachten wU dat te beschutten gelUk een vaandel in het gevecht en als een heiligdom zoo goed en zuiver mogelUk te behouden Het Derde RUk heeft dezen raad van een der grootsts^Dultschers .evenzeer met voeten getre den, alsxoo menigifcnder stuk echte cultuur. usschen ongetrouwde heeren en vrijge zellen ligt een diepgaand principieel verschil. Is de eerste categorie door om standigheden bulten het huwelUk gebleven. bU de vrUgeaellen is voorbedachten rade aanwezig. Dat zUn lieden, die door aanleg en karakter, bU de overweging van de voor- en nadeelen van den huwelUkschen staat, aan de nadeelen het grootste gewicht toekennen en zich door diezelfde eigenschappen wonderwel in de een zaamheid van het bestaan weten te schikken. Een van de meest kenmerkende exemplaren van dit slag was LodewUk Dambergdrie jaar geleden. LodewUk was in dien goeden tijd, behalve een vertegenwoordiger, die zUn gewicht In goud waard was. een verstokt vrUgezel, die niet slechts alle bekoringen van wapperende japon netjes, slanke kuiten en lachende oogen had overwonnen, doch bovendien, te pas en te on pas, voor het eenzame leven propaganda maakte. Dat bluft een vrije jongen tot het graf, zei ieder, en toch LodewUk was reiziger bü de firma Duyve- steen en Co. en de beste reiziger dien de firma ooit in haar dienst had gehad. LodewUk was als vertegenwoordiger een klasse apart. Een superklasse Daardoor stond hU bU zUn baas enorm in den pas en daarvan maakte hU mis bruik. HU mocht, zooals gebruikelük, zUn on kosten declareeren en nu had hU de leelüke ge woonte, om niet op te geven wat hU verteerd had, doch wat hU wel had kunnen verteren. En dan nog een belangrUk beetje meer! Als Lode wUk alles had opgegeten, wat hü zün firma In rekening had gebracht, was geen deur hem meer wijd genoeg geweest en als een critisch persoon zün onkostennota had doorgelezen, zou hü zich verwonderd hebben afgevraagd, of er dan in Nederland uitsluitend D-trelnen. met een gulden bübetallng liepen Gelukkig voor LodewUk was de kassier met critisch. Het was een zlekelük, oud man, die er wel het züne van dacht, doch om den goeden naam, waarin LodewUk zich bü den patroon verheugde, zonder aanmerkingen uitbetaalde. Zoo had de oneerlüke vertegenwoordiger Jaren lang een extra bron van Inkomsten, tot op ze keren dag de oude kassier bezweek en Dina, de dochter van den baas, de leege plaats innam. LodewUk was voorzichtig. Zün eerstvolgende nota was belangrijk gematigd, doch de natuur bleek sterker dan de voorzichtigheid. En juf frouw Dina bleek aanmerkelük achterdochtiger dan de vorige beheerder der kasmiddelen. Toen LodewUk zün geld kwam halen, zag hü zün briefje rood-doorstreept terug en eer hü het zwaar besnoei de bedrag te pakken had. kwam een uurtje, zoo benauwd, als hü het nog nooit had meegemaakt. Alsot daarmee de maat van zün ellende niet vol genoeg was, sloot Juffrouw Dina met de weinig opwekkende verklaring, dat zü deze week geen tUd had, doch het niet zou verzuimen, om de komende week zün voor gaande nota’s eens door te nemen. Aanschouwt nu LodewUk dien avond op zün kamer. Daar zat hü. als wülen Napoleon III na den slag bü Sedan, zuchtend als een lekke stoomleidlng en vloeiend, dat de klassieke dra gonder er nog iets van leeren kon. Wat hü van Juffrouw Dina dacht, was niet voor de poes, doch evenals ieder besefte ook LodewUk, dat hü er met leelüke woorden alleen niet kwam en dat er maatregelen genomen moesten worden, om de dreigende débacle te voorkomen. Daarom zette hü zich, de handen onder het vermoeide hoofd, tot een grommend peinzen. Lang bleef hü zitten, tot hü plots, boosaardig grünzend, opsprong. „Ja, dat is een idéé,” riep hü overwinnend uit, „laten we die malle meid het hoofd op hol brengen!” En na dit besluit, om met Inzet van zün persoonlüke gaven, desnoods ten koste van een gebroken hart, zün positie te redden, zette hü den hoed op en vertrok onbekommerd naai een café, om daar een origtneelen vrügeaellen- avond te gaan vieren. Den volgenden dag vond men LodewUk als veroveraar en evenals hü de klanten op In nemende wüze wist te bewegen, een goeden voorraad van Duyvesteen’s artikelen in te slaan, zoo wist hü ook juffrouw Dina over te halen, dien avond zün gezellin te zün. Acht uur punc tum had hü de eer haar te ontmoeten, elf uur sloeg de torenklok, toen hü, op de stoep van haar ouderlük huis, met een innlgen handdruk afscheid nam. Maar wat was er In die drie uur gebeurd Men wandelt niet ongestraft onder de pal men, maar evenmin waagt een vrUgezel zich zonder gevolgen In het geselschap van een Dina Duyvesteen. Toen LodewUk zich op den bedde- rand zette en overwoog, hoe ver hü het dien eersten dag had gebracht, kon hü het hoofd niet bü de koele berekening houden. Als hü dacht aan het scherpe verhoor, betreffende warme lunches en D-trelntoeslagen. dan knar ste hü de tanden in machtelooze woede, maar dat duurde nooit lang. Het volgende oogenblik staarde hü verheerlükt hemelwaarts en met al zün overwegen kwam hü slechts tot deze slot som: Dina was In het zakelüke hinderlijk zake- Hjk, doch In het charmante boven allen lof ver heven. Den volgenden avond had LodewUk nogmaals de eer, het aanminnig gezelschap van Dina te mogen genieten en sedert was er bü hem geen plaats meer vo r boosaardig overleg. Slechts teedere hoop en bange vreeze vervulden zün vroeger zoo materialistisch gemoed. In de veer tien dagen dat hü op reis bleef, zag men hem niet meer aan bar of blllard. Integendeel, dan zat hü op zün kamer, schreef heel lange brie ven en als hü nog eens de stad Inging, was dat slechts, om met veel hartelüke bedachtzaam- A I I f A KI Mir’d °P <ut blad zlJn jhgevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen E* *7 EXfï levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 een onKeTal 0161 17 Ternes van een hand /A I <1 <r< fA |g I vl I w F O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen 1 f verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen i doodelljken afloop a een Toet of een oog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLJJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 7