actueele gedachten
Met twee kameraadjes op avonturcnreis
^f(dw^6aal uan den daq
I De Dubbelgangster I
H lx
KERKEN OORLOG
Carl Spitzweg
BELANGRIJK NIEUWS
DINSDAG 1 OCTOBER 1935
nu
Wondbehandeling
Uit een boekje van Mgr.
Aengenent z.g.
I Het schot
in den rug
°ïhoot
--
BS
1*011
11571
Met vliegenmaden
Wat een bespotteiyke naam
voor een
1«
allerlei
vroeg ze plotseling, we!
■el
'Wordt vervolgd)
f door Charles Garvice
In een oogwenk was de geheelq bemanning
van het vlsschersbootje gebonden, de profes
sor en Pietje incluis. Daarna werd het schip
doorzocht, maar de roovers konden schijn
baar niets vinden De vlsschers waren maar
arme' menschen.
Daarna trokken de roovers weer af. De
professor. Plet en Wletje werden meegevoerd
en de vlsschers aan hun lot overgelaten. Ons
drietal werd door een luik boven in het vaar
tuig naar beneden geduwd en kwam in een
benauwde ruimte terecht, waar een lauwe,
vette lucht hen tegemoet kwam.
19057
10678
30414
heelemaal.
Engelsche
aan,
looze
410
1000
1404
2064
2800
3537
3860
4458
5775
6703
7583
7986
8407
9374
10008
10403
10713
11406
11630
12333
13060
13781
14420
15016
15662
16606
17541
18085
16
n
07
90
98
77
N
n
96
I*
N
)6
17
9
3
6
11
1
11
3
6
9
0
1
i
hoedjes, de mannen me*
witte stropdassen en del
leverkleurige broeken, wa
onder den schoen doorglr
stond,
genoeg.
tegen
sei
15418
19673
n». 1.
11938
1
7 pteatseiyk
Chloroform HJkt
378
655
868
1101
1344
1452
1651
1858
2151
2469
3412
3143
3415
3540
3825
4130
4326
en
6734
1942
5074
ioer”
>606
>834
1104
>430
859
1792
991
293
654
828
012
329
564
870
038
810
479
m
960
103
114
no
>58
no
157
122
(43
117
171
n
43
U
1*
31
I*
ri
Onder
vroeg Madge weer.
zal ik aeggen, t is nogal een
Zijn weddenschappen bij de ren-
en en hy speelt hoog
„Visch en broodmand*, gebrandschilderd
raam uit de crypta der Munsterkerk te
Bonn
er self óók van overtuigd is. dunkt
dat is te verontschuldigen, als
hoe hij achterna geloopen en ge-
avond stormde Mary Madge'S
bulten adem van onder
beter te
de
1
Allerlei middelen zyn sinds de oudheid aan
gewend om een snelle genezing van wonden
te verkrijgen. Hoewel de moderne heelkunde zich
langen tijd beperkt heeft tot het sterillseeren van
geïnfecteerde wonden, b v met jodlumtinckuur
en het voorkomen van Infectie van reeds gerei
nigde wandvlakten (aseptiach verband), komen
er toch telkens methoden op. die een snellere
genezing nastreven.
De genezing van een wond moet nX geschie
den door nieuwvorming van weefsel, z«. granu
laties en deze celvermeerdering staat onder in
vloed van vele factoren.
Zoo heeft men naar uitwendige en inwendige
medicamenten gezocht, die dezen weefselgroet
bevorderen. Lichte prikkeling van de wond vlakte
met chemische stoffen, met licht, warmte, enz,
verandering van de voeding, toediening hormo
nen en vitaminen zijn bijv, beproefd.
Ook tot het gebruik van volksgeneesmiddelen
is men in onzen tijd herhaaldelijk teruggekeerd.
Naast allerlei plantenpraeparaten worden voor
een snelle genezing van wonden vooral brand
wonden. byv levertraanverbanden aanbevolen
Sinds den oorlog heeft men ook verbanden met
vliegenmaden beproefd Ook dit middel ging uit
van een oeroude volkservaring. De geneeskunde
heeft echter de zeer noodige voorzorg genomen
om de vliegenmaden op een bacterievrUen voe
dingsbodem te kweeken, zoodat de steriele lar
ven geen infectlegevaar beteekenen. Vooral
groote vleeschwonden. zooals dese door granaat
splinters enz. veroorzaakt worden, zouden onder
den gunstigen Invloed van de vliegenmaden snel
genezen.
Aanvankelijk meende men, dat de oorzaak van
deze goede werking bestond in het wegvreten
van alle ziek en afgestorven weefsel door de
maden en het onaangetast laten van het Jonge
levende granulatieweefsel. Het zou dus een
voortdurende en grondige wondreinlglng betee
kenen.
In de latere jaren na den oorlog heeft men
het gebruik van steriele vllegenlarven weer af
geschaft. Men kan met eenvoudiger en voor
het gevoel minder onsmakelijke hulpmidde
len evengoed resultaat bereiken.
Volgens een mededeellng van dr. W Robinson
zou de geneeskrachtige werking van de maden
niet alleen op de door hen veroorzaakte wond-
reinlglng berusten.
ZU zouden ook een chemische stof producee-
ren, n.l. Allantoine, dat de wondgenezing bevor
dert. Reeds voor den oorlog werd deze stof met
goed gevolg gebruikt en dr Robinson zag bij
zweren en moeilijk te genezen zware brandwon
den een gunstigen Invloed van deze stof.
Het is wel merkwaardig, dat het Allantoine
ook aanwezig is in een plant den z g smeerwortel
(Symphytum officinale), die in de volksgenees
kunde lang geleden reeds gebruikt werd in den
vorm van papcompressen bij wonden, been
breuken, enz.
Eensklaps bleef het vreemde ding vlak
naast het schip liggen. Een luik ging open en
daar verscheen een man. Nog een en nog een.
Meerdere volgden, en weldra stonden er een
tiental op den romp van het vreemde vaar-
- tuig. Het was nu langszij gekomen en een
tweetal mannen maakte het met touwen
aan het vlsschersbootje vast. Daarna kwamen
ze allen aan boord.
want ze beweren dat
moeder heeft gehad; mi
gebed wordt zeker gesteund door de Ko
ningin des Vredes.
Spaar Heer, spaar Uw volk.
Schenk oris den Vrede en zijn noodza
kelijke basla, de deugd van rechtvaardig
heid, door Christus onzen Heer Amen
O. P. van F.
-Vindt u?”
onberispelijke
vermoed dat
Wt, of hij i
J* bedenkt,
Ella kreeg haar betrekking bij Jerry Croker
door naar z’n landhuis te gaan en zich aan te
bieden als huishoudster. Ze was tenger, bleek
en zwartharig en had een ernstig gezichtje.
„Waarom kom je hier meisje?” vroeg Jerry.
„Omdat ik in de kranten over u gelezen heb."
Afaar ze zeggen immers, dat ik een schurk
ben; dat ik een bank opgelicht en een agent
neergeschoten heb.”
„Ja,” zei Ella, .jnaar ik heb óók gelezen wat
ze met u gedaan hebben. Hoe u wilékracht ge
noeg hadt om niet te spreken, zelfs toen u bijna
stierf van dorst. En hoe u weigerde dien kogel
te laten wegnemen, al was het ook levensge
vaarlijk, hem te laten zitten
Haar oogen schitterden toen ze daarover
sprak. ..Dal is de reden. Ik heb nog nooit ge
hoord van een man met zooveel zelfbeheer-
schlng als u daar toonde. Ik zou graag voor u
willen werken.”
Jerry nam haar als huishoudster aan. Tel
kens als hy naar haar keek, moest hij glim
lachen. Ella kookte heerlijk. Ze maakte het
landhuis schoon tot alles blonk. Als de jongens
hem opzochten, waren er altijd schoone glazen
en lekkere hapjes. Na de eerste week lachte
Jerry niet meer. Haar duidelijk merkbare be
wondering trof hem. HIJ kende veel vrouwen,
maar nooit had hj) er een ontmoet die op Ella
leek. Geen vrouw had hem ooit behandeld alsof
hjj een held was. En omdat Ella zoo heel an
ders was dan z’n andere vrouwelijke kennissen,
verbaasde het Jerry niet, dat ze haar zinnen
gezet had op een huwelijk met hem.
..Natuurlijk,” aei hij. „Waarom niet?"
Maar hy was verwonderd, toen ze in tranen
uitbarstte en heftig snikte.
„Wat is er meisje?” vroeg hij, „wat scheelt er
aan? Het is nu toch in orde.”
„Die kogel! Denk je eens in, dat hij je hart
bereikt." zei ze.
„Zou het je veel verdriet doen?”
„Ik zou het niet kunnen verdragen, Jerry. Je
mag niet zoo roekeloos met je zelf zün. Er zijn
genoeg dokters, die het voor veel geld in *t ge
heim willen doen, ’s Nachts als het moet. Je
moet hem niet hier laten komen, maar naai
hem toe gaan Ik kan dien angst niet langer
uithouden.”
Ella had gelijk. Er werd een chirurg gevon
den. die de operatie wilde verrichten; iemand
met een kleine kliniek ergem in een afgelegen
straat. Samen ondernamen r. den nachtelijken
rit.
Uitstappenbat gtad* v»n das
rtt. Hat portier gaat opoe
voorzichtig Ianders is hot
art mot de vreugd*. Want het
roekeloos openen van het por
tier kan f 1 50, boete kosten I
„De Katholieke Kerk staat lijnrecht te
genover de apostelen van de materialisti
sche evolutie-theorie. die den strijd om het
bestaan als factor van ontwikkeling toepas
sen op de menschelijke samenleving, en
daarom den oorlog als noodzakelljken factor
van ontwikkeling en beschaving beschou
wen, en even vierkant tegenover de mora
listen die goed noemen wat materieel voor
deel geeft en als kwaad verwerpen wat
schade aanbrengt. De Katholieke Kerk
leert haar kinderen den oorlog steeds te
zien als een ramp, als kwaad. Daarom be
mint Zij steeds den vrede, en bidt Zij steeds
om vrede. Denk alleen maar om de H. Mis
voor den vrede en om de aanroeping: „van
pest, hongersnood en oorlog, verlos ons
Heer.”
WIJ kunnen den oorlog beschouwen on
der tweeërlei opzicht: als physiek kwaad,
■’s nptuurljjMMtEtff als kwaad vóór ons
:haam, en als zedelijk kwaad, als kwaaa
or ons geestelijk leven, als zonde.
als
Ucl
voor
Het physieke kwaad, noodzakelijk aan een
oorlog verbonden, schilderde de groote Vre-
despaus Benedictus XV z.g. In zijn Ency
cliek ad Beatlssimum wees deze groote
Paus op de grenzelooze verwoestingen van
akkers, gebouwen, kunstmonumenten, en
op het gebrek en de armoede dientenge
volge, hij wees op de angst en smarten van
vrouwen en kinderen, en op den diepen
rouw waarin velen gedompeld worden door
het verlies van echtgenoot, vader of kind.
Waarlijk, een oorlog als physiek kwaad be
schouwd, is een ramp die gerust op één lijn
kan gesteld worden met pest en hon
gersnood, zoodat het goed en plichtmatig
is dag en nacht te smeeken: „van pest,
hongersnood en oorlog, verlos ons Heer.”
Maar naast het physiek, het natuurlijk
kwaad, staat de zonde, het zedelijke kwaad,
het eigenlijke kwaad. God wil de zonde
nooit, Hij laat ze slechts toe, d. w. z. Hij
verhindert de zonde niet. Als we dus den
°°rlog kunnen en moeten beschouwen ais
zedelijk kwaad, als zonde, als wraakroe
pende zonde, dan moeten we er goed aan
denken, dat God den oorlog niet wil. Gods
streng gebod is: Gij zult niet doodslaan, er.
God noemt den vrijwllligen broedermoord
een wraakroepende zonde. Als nu de ver
woesting van één menschenleven een zoo
groot kwaad is, hoeveel te meer is dan de
vernietiging van ontelbare menschenlevens
een groote gruwel in de oogen van den on
eindig Heiligen en oneindig Goeden God?
Daarom leert de katholieke moraaltheo
logie dat de oorlog steeds een ontzettend
Kroot kwaad, een afschuwelijke wraakroe
pende zonde is voor hem of hen die den
oorlog ontketenen, die de schuld zijn van
den oorlog. Deze waarheid is zoo klaar, zoo
duidelijk, staat zoo vast in het geweten
der volkeren gegrift, dat eenieder die een
oorlog ontketent, zijn schuld verdoezelt,
kjn geweten schoon redeneert, de goe-ge-
e groote Engelsche bladen drukken steeds
1 evenals vele bladen ten onzent een
korte opsomming af van het belangrijke
nieuws, waarbij tevens de bladzijde vermeld
wordt, waarop het betreffende telegram te vin.
den is. Dit wordt natuurlijk zeer door de lezers
gewaardeerd, aangezien het hun hierdoor ge.
makkelijker gemaakt wordt hun weg in den
kolommen-doolhof te vinden.
Natuurlijk worden in deze rubriek alleen de
belangrijkste gebeurtenissen opgenomen.
We zochten dezer dagen de „Sütaunary" der
Dally Telegraph af. om te weten te komen op
welke pagina de telegrammen van haar corres
pondent te Belfast over de bloedige onlusten in
deze stad zouden te vinden zijn. De .nummary”
nu bestond uit niet minder dan 28 nummers,
maar bevatte niets omtrent de woelingen te
Belfast. Hieruit volgt dat zich minstens 28 ge.
beurtenlssen voorgedaan moeten hebben, welke
van meer belang zijn dan het oproer te Belfast.
Daar we vreesden dat ons blad In gebreke ge
bleven is den lezer behoorlijk omtrent al dat
wereldnieuws in te lichten, zullen wè uit de
..Summary” der Daily Telegraph” eenlge feiten
aanhalen, die belangrijker zijn dan de anti,
katholieke pogroms te Belfast:
1. Een beroemde verzameling zilveren lepels
zal in het openbaar geveild worden.
2. De herfstmodes sullen den vrouwen een
dubbele persoonlijkheid verleenen.
3. De „Matlnée Hoed” komt weer in de mode.
4. Heden wordt de 39ste Internationale Krul,
denierstentoonstelllng te Islington geopend.
5. Het boks-selzoen, dat het drukste sinds ja.
ren belooft te worden, wordt hedenavond ge
opend.
8. Aan een landarbeider, die ’n brief aan een
bookmaker postte, toen hij het resultaat van de
race reeds wist, Is een boete van 10 opgelegd.
7. Mr. A. P. Herbert, de romanschrijver, en
zfjn twee dochters hadden een opwindend
avontuur, toen hun jacht liep op de rotsen ter
hoogte van Beachy Head.
Is het niet jammer dat het blad geen kans
gezien heeft 29 In plaats van 28 belangrijke ge
beurtenissen In zijn .summary" op te nemen?
Dan zou misschien tusschen de „Matlnée Hoed”
en de Kruldenlerstentoonstelllng nog juist plaats
geweest zijn voor:
Twee bewoners van Belfast hadden een op
windend avontuur toen zij doodgeschoten werden
Het schijnt echter voor de Engelsche bladen
officieel vast te staan, dat botsingen te Belfast
nooit of nimmer belangrijk zijn. Zij worden
maar veroorzaakt door lastige en onbelangrijke
katholieken
De kunstenaar wiens sterfdag, vijftig jaar ge.
leden, wij dezer dagen herdachten, heeft een
vrediger en gelukkiger tijd geschilderd dan de
onze. In de 78 jaren die de romantische schilder
Carl Spitzweg uit München in het ondermaan
sche doorbracht, heeft hij, als we op zijn schil
derijen en de berichten van zijn vrienden mo.
gen afgaan, geen ongelukklgen dag gekend. Het
leven leek een lange Zondag in zijn tijd, en de
menschen meenden het niet zoo kwaad met de
menschen.
Spitzweg was aanvankelijk apotheker. HM
voelde niet veel voor het plllendraalen, maar
hu zat er ook niet bU te kniesooren. In zijn
vrijen tijd droomde hij zijn eigen droomen. Op
een leeftijd, waarop de meeste kunstenaars hun
leertijd al achter zich hebben, bedacht hij. dat
hij eigenlijk beter schilder kon worden. Hjj ging
niet naar een Academie, neusde wat bij vrien
den op het atelier en leerde zich het vak verder
zelf.
Het eerste schilderij dat hij tentoonstelde,
stelde een armen dichter voor, die In zijn dak.
kamertje onder een opengeslagen paraplu In
bed lag. ijverig verzen opzeggend. Veel succes
had het niet, maar hij was allerminst ontmoe.
dlgd en werkte in stilte voort. We noemen dien
tijd van *30 en *40 den Biedermeiertijd en Spitz,
weg Is er de getrouwe chroniqueur van gewor.
den. Duitschland was lang niet zoo gevaarlijk
verwaand en oorlogszuchtig als op dit oogen-
bllk. het sluimerde zoetjes onder de schutse van
eenlge tientallen vorsten en vorstjes. Men zong
er, speelde er piano, dweepte, dronk wün en
vereerde het vrouwelijk schoon met Idealisme.
Een paradijs, waarvan wij ons de rust haast niet
meer kunnen voorstellen! Spitzweg heeft dat
alles geschilderd: de lieve vrouwen met de
hoepelrokken, de parasolletjes en de coquette
‘de vadermoorders, de
knge, smaltoeloopende
>rvan een elastiekje
k- De drinkers aan de
biertafel, de amoureuze instantanées, de fluit
speler die op een lommerrijk plekje in het woud
voor zijn lijvige echtgenoote een lied ten ge-
hoore brengt, de schrijver die zijn ganzeveder
aanpunt In een hoog vertrek, waar de zon
bescheiden in valt. Het is allemaal poë
tisch, het is een idylle, het Is ook luchtig en
geestig. Kabinetstukjes, die op ons werken als
de klank van een oud spinet. Die onweer
staanbaar telkens doen denken aan de regels
van Uhland:
Das 1st der Tag des Herrn.
Ich bin allein auf welter Plur.
Noch elne Morgenglocke nur
Und Stille nah’ und fem.
Spitzweg heeft de „PI legenden Blatter” in
1844 mee helpen oprichten, en druk aan het
blad meegewerkt met satyrische, maar altijd
goedmoedige, in begrijpenden humor boven den
spot uitrijzende teekeningen.
Zijn schilderkunst Is sterk aan het onder
werp, aan de anecdote gebonden. Toch kende
hij (later, toen hij de Hollandsche schilder
kunst had leeren kennen en de Fransche van
Barbizon) ook formeels bekommernis. Hij
leerde de macht van de kleur begrijpen en zijn
later werk, vooral In de landschappen, heeft
grooter fijnheid van kleur, het staat dicht bij
het impressionisme.
Maar bij het groote publiek zal hy het meest
bekend blijven als de schilder van bet leven
in een tijd toen het Tempo de menschen nog
niet vermoordde en neurasthenisch maakte.
Toen men zijn brood verdiende op kalme wijze,
als men maar vlijtig was, en bovendien nog
eens den tijd had om te luieren en na te den
ken of een uitstapje te doen dat niet precies
op het program staat en niet door Cook is
geregeld.
Goede Spitzweg, gjj laat ons droomen, ter
wijl de rotatiepersen dreunen en de chef
redacteur zenuwachtig komt confereeren.
oorlof
wraal r
heilige oogen van den goeden God. Het Is
goed de beginselvraag eens te stellen die
voor het katholiek geweten haar beteeke-
niz blijft behouden. Het is ermee als met
zoovele andere morallteitsvragen, waar
over velen zich In lateren tijd het hoofd
niet meer breken, doch waaromtrent toch
door den katholiek de groote principes
moeten worden hooggehouden en verde
digd. In de H. Mis voor den vrede smeekt
de H. Kerk God, „den Amator Pacis”, den
Beminnaar des vredes, om vrede voor de
wereld: onze Heilige Vader de Paus maant
ons telkens weer aan, zonder ophouden
om den vrede te bidden; laten wij God bid
den om de volheid Zijner genade, opdat
niemand den euvelen moed hebbe de ver
schrikkelijke gruwzame misdaad te begaan
en den oorlog met al zijn rampen en
monsterachtig misbruik van ons kennen
en kunnen te ontketenen. Dat gebed zal
Gode aangenaam zijn en naar wij vast
vertrouwen in den hemel ondersteund wor
den door Benedictus XV en Mgr. Aenge
nent die hier op aarde zoo helder in deze
de waarheid hebben geleerd en verdedigd,
In waarheid mannen des vredes waren. Dat
(Oen EUa bij hem in betrekking kwam, ken
de afj z’n geschiedenis, zooals bfjna ieder
een die kende, want ril had in alle dag
bladen gestaan. Die geschiedenis was de vol
gende:
„In een helderen lentenacht suisde een auto
met gedoofde lichten door de buitenwijken van
Los Angeles. Een motorrijwiel schoot uit een
zijweg, zwenkte langs den wagen en liet een
scherpen claxonkreet klinken.
„Hallo! Stoppen langs het trottoir!"
Met knarsende remmen stond de auto stil De
vier inzittenden keken zwijgend naar de zware,
dreigende gestalte van den politieman, die van
z’n motor klom.
„Waar denken jullie, dat je hier bent? Jullie
rjjden minstens 80 KM. Dat mag hier niet.”
De chauffeur glimlachte. .Ja. agent, we rijden
te hard, maar we moeten vóór zonsopgang in
Palo Verde zijn en we hebben de heele reis al
tegenslag. De eene panne na de andere. Ik ge
loof. dat nu mn rechtervoorband weer leeg
loopt.”
De agent stapte achteruit, bukte
kijken. En terwijl hjj zoo
chauffeur. Eén kogel was
vallen trok de agent z’n revolver en vuurde in
de richting vtgi den met een ruk vooruitsprin
genden wagen. De uitwerking van zijn schot
bleef voor hem onzichtbaar, zooals nadien voor
de heele wereld. De agent stierf niet. Vijf we
ken later verliet hij ongeneesluk blind bet
ziekenhuis.
De politie vermoedde, dat de vier man tn den
auto Jerry Croker met drie van z’n helpers wa
ren geweest. Vroeger op dien dag was de Red-
Star Bank in Clgedo beroofd door vier man.
Drie uur na den aanslag op agent Mildway
werd een inval gedaan tn Jerry Croker’s land
huis in Los Angeles. Het viertal was afwezig,
maar in de luxueus Ingerichte slaapkamer vond
mèn een overjas met een kogelgat In den rug
Het onderzoek werd ijverig voortgeaet en drie
dagen later werd Jerry Croker in Denver ge
arresteerd met een schotwond in den rug Twee
rechercheurs gingen naar Denver om hem te
halen. Ze namen hem mee In een open wagen
langs de brandendheete wegen. Jerry ver
smachtte van dorst, maar ze zorgden er voor
dat hij niets te drinken kreeg. In Los Angeles
aangekomen, werd hy direct voor den commis
saris gebracht. Op diens bureau stond een bord
versche, smakelijke sandwiches en een kan ijs
water.
.Als je gesproken hebt, kun je drinken zoo
veel je wilt, Jerry," zei de commissaris. Maar
Jerry sprak niet; hij Het niets los over den
bankroof In Clgedo of over het neerschieten
van agent Mildway. De politie moest hem laten
gaan; er waren niet voldoende bewijzen tegen
hem. Mildway zelf was blind. De kogel In Jer
ry’s rug was waarschijnlijk uit Mildway’s revol
ver, maar alleen de kogel self kon dit bewijzen.
In Californlë zegt de wet, dat geen toereken
baar persoon tegen zijn wil geopereerd mag
worden en Jerry was toerekenbaar genoeg zich
daaraan te houden Men Het hem dus gaan. Hij
werd in t oog gehouden, maar bleef bulten de
gevangenis.
AI I F A Op ’Pgevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen E* - blJ Reheele ongeschiktheid tot werken door 17 *7CA MJ een ongeval met OCA MJ verHea van een bans
4 61 lis saDkyl'll’l X-J fcJ ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen VVt" verlle» van belde armen, belde beenen of beide oogen f I dvro" doodelijken afloop X* fcdOva" een voet of een oog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Open autodeuren voorzichtig1
De dokter constateerde, dat de hogei inder
daad zeer gevaarlijk zat.
„Als u het aandurft, aal ik _het
verdooven,” stelde hij voor.
me in dit geval te riskant."
„Goed, ga uw gang en doe uw best," zei Jerry.
„Natuurlijk durf je het aan," eel Ella trotsch,
„je bent zoo dapper’
Ella zat naast Jerry en hield z’n hand vast,
terwijl de dokter
z’n werk ver
richtte.
„Praat
me, EHa,”
Jerry. Het zweet
z’n
z’n
.Ja.” sprak ze. .Ja, laat eens kijken. Mta-
schien weet ik een verhaal, dat je een beetje
afleidt. Ja. ik moet je iets vragen.
Haar stem klonk zacht en rustig.
„Heb je wel eens een blinden man gezien,
Jerry Croker? Niet een blind geboren man.
maar een (linken, grooten, gezonden man, plot
seling van z’n gezicht beroofd? Heb je wel eens
een blinde struikelend en tastend z’n weg zien
Boekenprobeerend zich zelf te kleeden en
zonder hulp te eten? Het Is een hartverscheu
rend iets, Jerry, als die bUnde man je vader
Is....”
Een half uur later kwam de politie en voerde
Jerry weg en met hem het bewijsstuk: den ko
gel, dien Mildway afschoot.
meente tracht wijs te maken dat hij aan
gevallen is, en een wettigen verdedigings
oorlog voert.
Wel ia het denkbaar en mogelijk, bij wij
ze van uitsondering, dat een oorlog geoor
loofd Is, wanneer hij namelijk gevoerd
wordt als wettige zelfverdediging en als
allerlaatste middel tegen een onrechtmati-
gen aanvat Doch dat neemt niet weg, dat
hjj In het algemeen ongeoorloofd moet
worden genoemd, evengoed als de doodslag
van een individu ongeoorloofd is, al kan hij
in geval van wettige en noodzakelijke zelf
verdediging zijn ongeoorloofdheid verhe
ien. En evenals de aanvaller dan toch een
zware zonde bedrijft, zoo is in het geval dat
een oorlog een wettige zelfverdediging is.
de aanvallende natie de schuldige, zoodat
dus steeds tusschen twee oorlogvoerende
volken het onrecht zeker aan één zijde is.
Het kan zelfs gebeuren dat het onrecht
aan belde zijden bestaat, beide volken kun
nen door voorafgaande jarenlange machi
naties evenzeer de schuld zijn dat tenslotte
een oorlog uitbreekt, doch dat aan beide
zijden recht bestaan zou, is een ondenk
baar geval, minstens aan één zijde is er
aus steeds zonde, minstens één partij ver
wekt een groot bloedblad op onrechtvaardi
ge wijze.
Is dus de oorlog zonde, en kan God den
oorlog nooit willen, noch als doel noch als
middel om een hooger doel te bereiken, dan
kan God ook nooit de natuurlijke rampen
die aan een oorlog verbonden zijn gewild,
noch veroorzaakt hebben.
Physieke rampen laat God soms toe, kan
God zelfs willen niet als doel maar als
middel om een hooger goed te bereiken.
Maar God kan de zonde niet willen en
daarom ook niet de physieke rampen die
In zondige daden hun oorsprong hebben.
Wanneer God dus den oorlog en alle an
dere zonden niet actief kan veroorzaken,
veroorzaakt Hij ook niet de physieke ram
pen die door den oorlog en door andere in
breuken op Zijn heilige wet over de
menschheld komen.
God kan de zonde toelaten, omdat ze
niet In strijd is met het pAmalre schep-
pingsdoel. Immers de mensch die zijn vrijen
wil goed gebruikt, verheerlijkt zijn Schep
per reeds hier op aarde vrijwillig en be
reikt daarmee het tweede schepplngsdoel:
zijn eeuwig volmaakt geluk In God; de
mensch die zijn vrijheid misbruikt, ver
ijdelt wel zün eigen geluk, maar zal toch
in de eeuwigheid Gods oneindige Recht
vaardigheid en alles verwinnende Macht
verkondigen. God wil niet dat de zonde
geschiede, ook niet om er goed uit te trek
ken, maar als ze eenmaal gepleegd is, wil
Hij ze ten goede ordenen.
God wil dus ook den oorlog niet, want de
is een zonde, een afschuwelijk
oepende zonde, een gruwel In de
„Ik kan geen slaapmiddel verdragen,
dok ter.” ael hij wrevelig. „Ze helpen «ne geen
steek en ik krUg er barstende hoofdpijn van
ik heb er al veel te veel geslikt."
„Dat heb ik al gesten." aei Stephanota
rustig. .Maar wat ik u nu geef, zal helpen
en u zult er ook geen hoofdpijn van krijgen.
Laat h(j het langzaam opeten, zuster."
Toen hij weg was. keek de patiënt haar
smeekend aan.
,.I.aat me het niet Innemen, zuster," jam
merde hy. „Ik. geloof ar niet in, -n het zal
me vast en zeker nog miserabeler maken.”
„Ik geloof er wel In ik weet zelf niet,
waarom en u zult t netje» innemen"
Onwillig en momperend at hij de pap op en
toen de laatste lepel naar binnen was, liet
hu zich met "n gegrom van protest achterover
vallen. Madge trok zich daar al heel weinig
van aan.
De man sliep door tot Madge werd «fge-
lost en werd verkwikt wakker ronder «en zweem
van hoofdpUn.
„Ik heb écht geslapen. aei hij, ..en ik voel
me uitstekend beter dan In maanden het
geval Is geweeat. Dat komt van dat goedje,
dat die vreemde dokter me gegeven heefL
Wat kan dat geweest i(Jn zuster?"
„Vraagt u hem dat maar liever zelf
Madge laconiek, terwijl zij de zaal verliet.
gevormd gezicht was bijna volkomen kleurloos
en daardoor leken zijn oogen donkerder dun zij
werkelijk waren. Het waren opvallend mooie
oogen en toen Madge hem aankeek en de af*
getrokken uitdrukking er van zag. wist z?, dat
dit Ambrose Stephanota moest zijn, wiens ver
schijning op zuster Mary zoon diepen indrux
had gemaakt.
Madge zat bij het bed, dat geheel in den
boek stond, en de donkere man 'iep regel
recht naar den patiënt toe en keek op hem
neer alsof hij een merkwaardige plant of
zeldzaam insect was.
De zieke het was een geval van neu
rasthenie werd onrustig onder den strak-
ken blik dier vreemde oogen. waaruit geen
werkelijke belangstelling of deelneming sprak
en begon te woelen. Met lets van het Instinct
der verpleegster stond Madge op en legde
haar hand op zijn arm.
Stephanota keerde langzaam het hoofd om
en keek haar aan, door haar heen als het
ware en Madge zag. dat hl) Jong was en Inder
daad ongewoon knap.
„Wat scheelt hem?" vroeg hij, met een hoofd
knik naar den patiënt.
„Neurasthenie," antwoordde ze. bijna kortaf;
maar het gebrek aan beleefdheid In haar toon
ontging den heer Stephanota blijkbaar.
.HU slaapt niet?” zei hjj. fneer alsof hij
een feit constateerde dan alsof hij een vraag
stelde.
„Neen,” zei Madge, even kort als te voren.
HU voelde den patiënt den pols, lichtte toen
koel, machinaal, zUn oogleden op en bekeek
niet?
man!"
„O, maar je hebt een totaal verkeerde voor
stelling van hem!" riep Mary Uverlg. „H-J is
heelemaal niet verwUfd of zoo; hy is groot en
recht en ziet- er mannelyk uit; en ze zeggen,
dat hy ongeloofeiyk knap is in zUn speciaal
studievak.”
„Wat is dat dan?”
„Vergiften geloof ik. Zeker weet ik het
niet. Niemand weet het zeker. Ze weten tnkel.
dat niemand toegang heeft tot zUn laborato
rium, en dat niemand er nog in geslaagd is
om hem eens aan het praten te krijgen
geen van de studenten of verpleegsters, bedoel
ik. Dr. Marsdon heeft zich gisteravond urenlang
met hem opgeso'en en de andere doktoren
loopen allemaal verbozend met bem weg.”
„Dat klinkt allemaal nogal veelbelovend,” zei
Madge „Ik zal zelf wel eens zien, wat ik van
hem vind.”
.Heat; maar Ik denk niet, dat je er In zult
slagen, z’n hoofd op hol te brengen, Agnes.
Daar riet hy tenminste niet naar uit. Hy LU kt
me een van die mannen, die volmaakt on
verschillig voor ons zUn.”
„We zullen rien,” zei Madge. „Ik heo dat
soort van man nog nooit ontmoet, Mary; en
Ik ben werkelUk nieuwsgierig
Dtenzelfden middag hoorde Madge, wier ge
hoor zoo fUn was als dat van een wilde kkt.
een voetstap op de zaal, dien zU niet kende,
en toen zit opkeef, sag ze een jongen man van
lange, rechte gestalte, en met dik. golvend
haar, door bet middenpad komen. ZUn goed-
u verschillende groote staten zich
NI weer tot de tanden bewapenen, nu
1- de drie gevaarlijke hartstochten: de
hebwcht, de heerschzucht en de eerzucht
drijven naar de Immoreele politiek van het
bruut geweld, nu de flnantieele politiek
Tan verschillende staten op een enorm fias
co is ultgeloopen, en de leiders, liever dan
ongelijk en mislukking te erkennen, liever
ook dan om hun beleid te wijzigen om een
langzaam en geleidelijk herstel te bewer
ken, op het punt staan de bekende spron
gen’van de even bekende in het nauw ge
dreven kat te maken; nu in de verwarring
van de geesten en den angst om de dingen
die mogelijk komen, de diverse schrijvers
vragen: „Waarom doet de Kerk niets?”; nu
velen zelfs verder gaan, en de Kerk valsch
beschuldigen van sympathie met den oor
log en van het zegenen der wapens; nu
sommigen in jeugdigen «vermoed, uit zucht
naar avontuur of sensatie zich minstens
verzoenen met ’n komenden oorlog, en an
deren door de zorgen en ellende schier wan
hopig meenen dat de toestand niet erger
kan worden, en in een oorlog een soort ver
lossing zien uit dezen nood, lijkt het ons
allernuttigst eenlge katholieke gedachten
over oorlog en vrede te geven, ontleend aan
een der werken van onzen ontslapen Vre-
des-apostel, die het devies Justitia et Pax,
Rechtvaardigheid en Vrede, voerde. In de
oorlogsjaren 19141918 verscheen van de
hand van Mgr. Aengenent toen nog pro
fessor aan het Groot Seminarie, een werk
je: ,J)e oorlog en Gods Voorzienigheid” in
1928 eenigszins gewijzigd herdrukt onder
den titel „God en het Kwaad in de We
reld.” Aan dit werkje ontleenen wij de vol
gende gedachten.
de schichtige oogen. Terwyi hy dat deed, kwam
ook dokter Marsdon op de zaal en liep naar
het bed toe.
„Ha. Stephanota I Interesseert het geval jc?”
vroeg hU.
Stephanota knikte verstrooid, drentelde naar
de HJst. die aan het voeteneinde van het bed
hing en las de aanteekenlngen der verpleeg
ster; toen keerde hy zich naar dokter
Marsdon en zei let® met gedempte stem. Dokter
Marsdon luisterde met gefronst voorhoofd; toen
alsof hy tegen zyn rin werd overreed, knikte
hy aarzefend.
„Je kunt het probeeren als je lust hebt.”
zei hy. „Is het volmaakt onacbadeiyk?"
„Absoluut,” antwoordde de jonge man
laconiek; toen wendde hy rich tot Madge.
„Zorg, dat u om acht uur wat malzena-
pap klaar hebt. Ik zal tegen dien tyd hiel
zyn,” zei hy en liep langzaam verder met een
afwezigen blik In z(jn oogen.
Dien avond had ze precies op tyd de pap
klaar, en een minuut later verscheen Ste
phanota op de zaal
„Bent u de verpleegster, dia ik vanmorgen
hier gezien heb?” waren zyn eerste woorden.
„Ja," antwoordde ze, even zakeiyk als hy
„De pep klaar? Goed. Geeft u M hier,
alstublieft."
Ze hield hem het bord voor, hy nam het
en Het er zeer behoedzaam een kleur-
vloeistof In druppelen uit een blauw
fleschje. dat hy uit rijn zak haalde en in de
hand verborg. De patiënt keek nieuwsgie
rig toe, met iets als afkeuring in zyn oogen.
gezicht van Lord Terence. Wie weet? Misschien
kwam er nog wel eens een dag, dat ze óók in
een loge of in de stalles van een’’schouwburg
kon zitten en met een Lord Terence naast
zich Het bloed steeg haar naar de wangen
by die gedachte, en ze voelde een vage afgunst
jegens die Lady Irene, met wie hy verloofd
heette.
Op een
kamertje binnen,
drukte opwinding.
„O Agnes, kind, heb je dien nieuwe al ge
zien?” riep ze uit.
„Welke nieuwe?” vroeg Madge lusteloos.
,De jonge man, die uit Italië is gekomen,”
zei Mary „Ik weet niet, hoe ik hem precies moet
noemen. Het is niet bepaald een student, en ook
geen professor daar Is hy te jong voor.
Maar hy moet in zyn soort iemand van be-
teekenis zyn. want hy heeft eenafzonderiyk
laboratorium, waar hy biykbaar allerlei ge
heimzinnige proeven neemt."
„Zoo.”
't is een Italiaan, dat wi] zeggen, niet
l hy een
laar 1 is
een heel ander type dan de andere studenten.
Heb ik Je al gezegd dat hy heel donker la
en prachtig golvend haar heeft? Meer meisjes
haar dan van "n man elgeniyk; en hy heeft'
kleine handen en voeten.’
„Hoe heet hy?" vroeg Madge, met een poging
tot belangstelling.
„Ambrose Stephanota."
„Dat klinkt als een merk parfum, vind je
parelde op -
voorhoofd; z’n
hand was koud en klam.
.Ja.” sprak ze. ,4a, l“t een» kyken.
vroeg de hser Bates, over zyn
scheiding streelend. „J-ja. ik
u geiyk hebt. Hy riet er anders
u niet? Maar
bedenkt. 1
’l«ld wordt.”
..Waarom?”
-Och. wat
fuifnummer!
nen zyn beroemd,
nlrtene" nu J», hy schynt heel wat af te
Js hy getrouwd?”
minuten later.
Nm iLLI vroeg de heer Bates. „O, Terence!
en 18 (fe béste party van Londen
Maar U8C!j nlet 800 Kemakkelyk te veroveien.
Itebe Mersl>t^ren' verlooM 18 met 1<ady
teI^i?aCht 1,g Mndge urenlang In haar bed
Puntend over het geheim van haar
en terugdenkend aan het knappe
jllUltNHfUttiiH