actueele gedachten Met twee kameraadjes op avonturcnreis ^f(dw^6aal uan den daq I De Dubbelgangster I H lx KERKEN OORLOG Carl Spitzweg BELANGRIJK NIEUWS DINSDAG 1 OCTOBER 1935 nu Wondbehandeling Uit een boekje van Mgr. Aengenent z.g. I Het schot in den rug °ïhoot -- BS 1*011 11571 Met vliegenmaden Wat een bespotteiyke naam voor een 1« allerlei vroeg ze plotseling, we! ■el 'Wordt vervolgd) f door Charles Garvice In een oogwenk was de geheelq bemanning van het vlsschersbootje gebonden, de profes sor en Pietje incluis. Daarna werd het schip doorzocht, maar de roovers konden schijn baar niets vinden De vlsschers waren maar arme' menschen. Daarna trokken de roovers weer af. De professor. Plet en Wletje werden meegevoerd en de vlsschers aan hun lot overgelaten. Ons drietal werd door een luik boven in het vaar tuig naar beneden geduwd en kwam in een benauwde ruimte terecht, waar een lauwe, vette lucht hen tegemoet kwam. 19057 10678 30414 heelemaal. Engelsche aan, looze 410 1000 1404 2064 2800 3537 3860 4458 5775 6703 7583 7986 8407 9374 10008 10403 10713 11406 11630 12333 13060 13781 14420 15016 15662 16606 17541 18085 16 n 07 90 98 77 N n 96 I* N )6 17 9 3 6 11 1 11 3 6 9 0 1 i hoedjes, de mannen me* witte stropdassen en del leverkleurige broeken, wa onder den schoen doorglr stond, genoeg. tegen sei 15418 19673 n». 1. 11938 1 7 pteatseiyk Chloroform HJkt 378 655 868 1101 1344 1452 1651 1858 2151 2469 3412 3143 3415 3540 3825 4130 4326 en 6734 1942 5074 ioer” >606 >834 1104 >430 859 1792 991 293 654 828 012 329 564 870 038 810 479 m 960 103 114 no >58 no 157 122 (43 117 171 n 43 U 1* 31 I* ri Onder vroeg Madge weer. zal ik aeggen, t is nogal een Zijn weddenschappen bij de ren- en en hy speelt hoog „Visch en broodmand*, gebrandschilderd raam uit de crypta der Munsterkerk te Bonn er self óók van overtuigd is. dunkt dat is te verontschuldigen, als hoe hij achterna geloopen en ge- avond stormde Mary Madge'S bulten adem van onder beter te de 1 Allerlei middelen zyn sinds de oudheid aan gewend om een snelle genezing van wonden te verkrijgen. Hoewel de moderne heelkunde zich langen tijd beperkt heeft tot het sterillseeren van geïnfecteerde wonden, b v met jodlumtinckuur en het voorkomen van Infectie van reeds gerei nigde wandvlakten (aseptiach verband), komen er toch telkens methoden op. die een snellere genezing nastreven. De genezing van een wond moet nX geschie den door nieuwvorming van weefsel, z«. granu laties en deze celvermeerdering staat onder in vloed van vele factoren. Zoo heeft men naar uitwendige en inwendige medicamenten gezocht, die dezen weefselgroet bevorderen. Lichte prikkeling van de wond vlakte met chemische stoffen, met licht, warmte, enz, verandering van de voeding, toediening hormo nen en vitaminen zijn bijv, beproefd. Ook tot het gebruik van volksgeneesmiddelen is men in onzen tijd herhaaldelijk teruggekeerd. Naast allerlei plantenpraeparaten worden voor een snelle genezing van wonden vooral brand wonden. byv levertraanverbanden aanbevolen Sinds den oorlog heeft men ook verbanden met vliegenmaden beproefd Ook dit middel ging uit van een oeroude volkservaring. De geneeskunde heeft echter de zeer noodige voorzorg genomen om de vliegenmaden op een bacterievrUen voe dingsbodem te kweeken, zoodat de steriele lar ven geen infectlegevaar beteekenen. Vooral groote vleeschwonden. zooals dese door granaat splinters enz. veroorzaakt worden, zouden onder den gunstigen Invloed van de vliegenmaden snel genezen. Aanvankelijk meende men, dat de oorzaak van deze goede werking bestond in het wegvreten van alle ziek en afgestorven weefsel door de maden en het onaangetast laten van het Jonge levende granulatieweefsel. Het zou dus een voortdurende en grondige wondreinlglng betee kenen. In de latere jaren na den oorlog heeft men het gebruik van steriele vllegenlarven weer af geschaft. Men kan met eenvoudiger en voor het gevoel minder onsmakelijke hulpmidde len evengoed resultaat bereiken. Volgens een mededeellng van dr. W Robinson zou de geneeskrachtige werking van de maden niet alleen op de door hen veroorzaakte wond- reinlglng berusten. ZU zouden ook een chemische stof producee- ren, n.l. Allantoine, dat de wondgenezing bevor dert. Reeds voor den oorlog werd deze stof met goed gevolg gebruikt en dr Robinson zag bij zweren en moeilijk te genezen zware brandwon den een gunstigen Invloed van deze stof. Het is wel merkwaardig, dat het Allantoine ook aanwezig is in een plant den z g smeerwortel (Symphytum officinale), die in de volksgenees kunde lang geleden reeds gebruikt werd in den vorm van papcompressen bij wonden, been breuken, enz. Eensklaps bleef het vreemde ding vlak naast het schip liggen. Een luik ging open en daar verscheen een man. Nog een en nog een. Meerdere volgden, en weldra stonden er een tiental op den romp van het vreemde vaar- - tuig. Het was nu langszij gekomen en een tweetal mannen maakte het met touwen aan het vlsschersbootje vast. Daarna kwamen ze allen aan boord. want ze beweren dat moeder heeft gehad; mi gebed wordt zeker gesteund door de Ko ningin des Vredes. Spaar Heer, spaar Uw volk. Schenk oris den Vrede en zijn noodza kelijke basla, de deugd van rechtvaardig heid, door Christus onzen Heer Amen O. P. van F. -Vindt u?” onberispelijke vermoed dat Wt, of hij i J* bedenkt, Ella kreeg haar betrekking bij Jerry Croker door naar z’n landhuis te gaan en zich aan te bieden als huishoudster. Ze was tenger, bleek en zwartharig en had een ernstig gezichtje. „Waarom kom je hier meisje?” vroeg Jerry. „Omdat ik in de kranten over u gelezen heb." Afaar ze zeggen immers, dat ik een schurk ben; dat ik een bank opgelicht en een agent neergeschoten heb.” „Ja,” zei Ella, .jnaar ik heb óók gelezen wat ze met u gedaan hebben. Hoe u wilékracht ge noeg hadt om niet te spreken, zelfs toen u bijna stierf van dorst. En hoe u weigerde dien kogel te laten wegnemen, al was het ook levensge vaarlijk, hem te laten zitten Haar oogen schitterden toen ze daarover sprak. ..Dal is de reden. Ik heb nog nooit ge hoord van een man met zooveel zelfbeheer- schlng als u daar toonde. Ik zou graag voor u willen werken.” Jerry nam haar als huishoudster aan. Tel kens als hy naar haar keek, moest hij glim lachen. Ella kookte heerlijk. Ze maakte het landhuis schoon tot alles blonk. Als de jongens hem opzochten, waren er altijd schoone glazen en lekkere hapjes. Na de eerste week lachte Jerry niet meer. Haar duidelijk merkbare be wondering trof hem. HIJ kende veel vrouwen, maar nooit had hj) er een ontmoet die op Ella leek. Geen vrouw had hem ooit behandeld alsof hjj een held was. En omdat Ella zoo heel an ders was dan z’n andere vrouwelijke kennissen, verbaasde het Jerry niet, dat ze haar zinnen gezet had op een huwelijk met hem. ..Natuurlijk,” aei hij. „Waarom niet?" Maar hy was verwonderd, toen ze in tranen uitbarstte en heftig snikte. „Wat is er meisje?” vroeg hij, „wat scheelt er aan? Het is nu toch in orde.” „Die kogel! Denk je eens in, dat hij je hart bereikt." zei ze. „Zou het je veel verdriet doen?” „Ik zou het niet kunnen verdragen, Jerry. Je mag niet zoo roekeloos met je zelf zün. Er zijn genoeg dokters, die het voor veel geld in *t ge heim willen doen, ’s Nachts als het moet. Je moet hem niet hier laten komen, maar naai hem toe gaan Ik kan dien angst niet langer uithouden.” Ella had gelijk. Er werd een chirurg gevon den. die de operatie wilde verrichten; iemand met een kleine kliniek ergem in een afgelegen straat. Samen ondernamen r. den nachtelijken rit. Uitstappenbat gtad* v»n das rtt. Hat portier gaat opoe voorzichtig Ianders is hot art mot de vreugd*. Want het roekeloos openen van het por tier kan f 1 50, boete kosten I „De Katholieke Kerk staat lijnrecht te genover de apostelen van de materialisti sche evolutie-theorie. die den strijd om het bestaan als factor van ontwikkeling toepas sen op de menschelijke samenleving, en daarom den oorlog als noodzakelljken factor van ontwikkeling en beschaving beschou wen, en even vierkant tegenover de mora listen die goed noemen wat materieel voor deel geeft en als kwaad verwerpen wat schade aanbrengt. De Katholieke Kerk leert haar kinderen den oorlog steeds te zien als een ramp, als kwaad. Daarom be mint Zij steeds den vrede, en bidt Zij steeds om vrede. Denk alleen maar om de H. Mis voor den vrede en om de aanroeping: „van pest, hongersnood en oorlog, verlos ons Heer.” WIJ kunnen den oorlog beschouwen on der tweeërlei opzicht: als physiek kwaad, ■’s nptuurljjMMtEtff als kwaad vóór ons :haam, en als zedelijk kwaad, als kwaaa or ons geestelijk leven, als zonde. als Ucl voor Het physieke kwaad, noodzakelijk aan een oorlog verbonden, schilderde de groote Vre- despaus Benedictus XV z.g. In zijn Ency cliek ad Beatlssimum wees deze groote Paus op de grenzelooze verwoestingen van akkers, gebouwen, kunstmonumenten, en op het gebrek en de armoede dientenge volge, hij wees op de angst en smarten van vrouwen en kinderen, en op den diepen rouw waarin velen gedompeld worden door het verlies van echtgenoot, vader of kind. Waarlijk, een oorlog als physiek kwaad be schouwd, is een ramp die gerust op één lijn kan gesteld worden met pest en hon gersnood, zoodat het goed en plichtmatig is dag en nacht te smeeken: „van pest, hongersnood en oorlog, verlos ons Heer.” Maar naast het physiek, het natuurlijk kwaad, staat de zonde, het zedelijke kwaad, het eigenlijke kwaad. God wil de zonde nooit, Hij laat ze slechts toe, d. w. z. Hij verhindert de zonde niet. Als we dus den °°rlog kunnen en moeten beschouwen ais zedelijk kwaad, als zonde, als wraakroe pende zonde, dan moeten we er goed aan denken, dat God den oorlog niet wil. Gods streng gebod is: Gij zult niet doodslaan, er. God noemt den vrijwllligen broedermoord een wraakroepende zonde. Als nu de ver woesting van één menschenleven een zoo groot kwaad is, hoeveel te meer is dan de vernietiging van ontelbare menschenlevens een groote gruwel in de oogen van den on eindig Heiligen en oneindig Goeden God? Daarom leert de katholieke moraaltheo logie dat de oorlog steeds een ontzettend Kroot kwaad, een afschuwelijke wraakroe pende zonde is voor hem of hen die den oorlog ontketenen, die de schuld zijn van den oorlog. Deze waarheid is zoo klaar, zoo duidelijk, staat zoo vast in het geweten der volkeren gegrift, dat eenieder die een oorlog ontketent, zijn schuld verdoezelt, kjn geweten schoon redeneert, de goe-ge- e groote Engelsche bladen drukken steeds 1 evenals vele bladen ten onzent een korte opsomming af van het belangrijke nieuws, waarbij tevens de bladzijde vermeld wordt, waarop het betreffende telegram te vin. den is. Dit wordt natuurlijk zeer door de lezers gewaardeerd, aangezien het hun hierdoor ge. makkelijker gemaakt wordt hun weg in den kolommen-doolhof te vinden. Natuurlijk worden in deze rubriek alleen de belangrijkste gebeurtenissen opgenomen. We zochten dezer dagen de „Sütaunary" der Dally Telegraph af. om te weten te komen op welke pagina de telegrammen van haar corres pondent te Belfast over de bloedige onlusten in deze stad zouden te vinden zijn. De .nummary” nu bestond uit niet minder dan 28 nummers, maar bevatte niets omtrent de woelingen te Belfast. Hieruit volgt dat zich minstens 28 ge. beurtenlssen voorgedaan moeten hebben, welke van meer belang zijn dan het oproer te Belfast. Daar we vreesden dat ons blad In gebreke ge bleven is den lezer behoorlijk omtrent al dat wereldnieuws in te lichten, zullen wè uit de ..Summary” der Daily Telegraph” eenlge feiten aanhalen, die belangrijker zijn dan de anti, katholieke pogroms te Belfast: 1. Een beroemde verzameling zilveren lepels zal in het openbaar geveild worden. 2. De herfstmodes sullen den vrouwen een dubbele persoonlijkheid verleenen. 3. De „Matlnée Hoed” komt weer in de mode. 4. Heden wordt de 39ste Internationale Krul, denierstentoonstelllng te Islington geopend. 5. Het boks-selzoen, dat het drukste sinds ja. ren belooft te worden, wordt hedenavond ge opend. 8. Aan een landarbeider, die ’n brief aan een bookmaker postte, toen hij het resultaat van de race reeds wist, Is een boete van 10 opgelegd. 7. Mr. A. P. Herbert, de romanschrijver, en zfjn twee dochters hadden een opwindend avontuur, toen hun jacht liep op de rotsen ter hoogte van Beachy Head. Is het niet jammer dat het blad geen kans gezien heeft 29 In plaats van 28 belangrijke ge beurtenissen In zijn .summary" op te nemen? Dan zou misschien tusschen de „Matlnée Hoed” en de Kruldenlerstentoonstelllng nog juist plaats geweest zijn voor: Twee bewoners van Belfast hadden een op windend avontuur toen zij doodgeschoten werden Het schijnt echter voor de Engelsche bladen officieel vast te staan, dat botsingen te Belfast nooit of nimmer belangrijk zijn. Zij worden maar veroorzaakt door lastige en onbelangrijke katholieken De kunstenaar wiens sterfdag, vijftig jaar ge. leden, wij dezer dagen herdachten, heeft een vrediger en gelukkiger tijd geschilderd dan de onze. In de 78 jaren die de romantische schilder Carl Spitzweg uit München in het ondermaan sche doorbracht, heeft hij, als we op zijn schil derijen en de berichten van zijn vrienden mo. gen afgaan, geen ongelukklgen dag gekend. Het leven leek een lange Zondag in zijn tijd, en de menschen meenden het niet zoo kwaad met de menschen. Spitzweg was aanvankelijk apotheker. HM voelde niet veel voor het plllendraalen, maar hu zat er ook niet bU te kniesooren. In zijn vrijen tijd droomde hij zijn eigen droomen. Op een leeftijd, waarop de meeste kunstenaars hun leertijd al achter zich hebben, bedacht hij. dat hij eigenlijk beter schilder kon worden. Hjj ging niet naar een Academie, neusde wat bij vrien den op het atelier en leerde zich het vak verder zelf. Het eerste schilderij dat hij tentoonstelde, stelde een armen dichter voor, die In zijn dak. kamertje onder een opengeslagen paraplu In bed lag. ijverig verzen opzeggend. Veel succes had het niet, maar hij was allerminst ontmoe. dlgd en werkte in stilte voort. We noemen dien tijd van *30 en *40 den Biedermeiertijd en Spitz, weg Is er de getrouwe chroniqueur van gewor. den. Duitschland was lang niet zoo gevaarlijk verwaand en oorlogszuchtig als op dit oogen- bllk. het sluimerde zoetjes onder de schutse van eenlge tientallen vorsten en vorstjes. Men zong er, speelde er piano, dweepte, dronk wün en vereerde het vrouwelijk schoon met Idealisme. Een paradijs, waarvan wij ons de rust haast niet meer kunnen voorstellen! Spitzweg heeft dat alles geschilderd: de lieve vrouwen met de hoepelrokken, de parasolletjes en de coquette ‘de vadermoorders, de knge, smaltoeloopende >rvan een elastiekje k- De drinkers aan de biertafel, de amoureuze instantanées, de fluit speler die op een lommerrijk plekje in het woud voor zijn lijvige echtgenoote een lied ten ge- hoore brengt, de schrijver die zijn ganzeveder aanpunt In een hoog vertrek, waar de zon bescheiden in valt. Het is allemaal poë tisch, het is een idylle, het Is ook luchtig en geestig. Kabinetstukjes, die op ons werken als de klank van een oud spinet. Die onweer staanbaar telkens doen denken aan de regels van Uhland: Das 1st der Tag des Herrn. Ich bin allein auf welter Plur. Noch elne Morgenglocke nur Und Stille nah’ und fem. Spitzweg heeft de „PI legenden Blatter” in 1844 mee helpen oprichten, en druk aan het blad meegewerkt met satyrische, maar altijd goedmoedige, in begrijpenden humor boven den spot uitrijzende teekeningen. Zijn schilderkunst Is sterk aan het onder werp, aan de anecdote gebonden. Toch kende hij (later, toen hij de Hollandsche schilder kunst had leeren kennen en de Fransche van Barbizon) ook formeels bekommernis. Hij leerde de macht van de kleur begrijpen en zijn later werk, vooral In de landschappen, heeft grooter fijnheid van kleur, het staat dicht bij het impressionisme. Maar bij het groote publiek zal hy het meest bekend blijven als de schilder van bet leven in een tijd toen het Tempo de menschen nog niet vermoordde en neurasthenisch maakte. Toen men zijn brood verdiende op kalme wijze, als men maar vlijtig was, en bovendien nog eens den tijd had om te luieren en na te den ken of een uitstapje te doen dat niet precies op het program staat en niet door Cook is geregeld. Goede Spitzweg, gjj laat ons droomen, ter wijl de rotatiepersen dreunen en de chef redacteur zenuwachtig komt confereeren. oorlof wraal r heilige oogen van den goeden God. Het Is goed de beginselvraag eens te stellen die voor het katholiek geweten haar beteeke- niz blijft behouden. Het is ermee als met zoovele andere morallteitsvragen, waar over velen zich In lateren tijd het hoofd niet meer breken, doch waaromtrent toch door den katholiek de groote principes moeten worden hooggehouden en verde digd. In de H. Mis voor den vrede smeekt de H. Kerk God, „den Amator Pacis”, den Beminnaar des vredes, om vrede voor de wereld: onze Heilige Vader de Paus maant ons telkens weer aan, zonder ophouden om den vrede te bidden; laten wij God bid den om de volheid Zijner genade, opdat niemand den euvelen moed hebbe de ver schrikkelijke gruwzame misdaad te begaan en den oorlog met al zijn rampen en monsterachtig misbruik van ons kennen en kunnen te ontketenen. Dat gebed zal Gode aangenaam zijn en naar wij vast vertrouwen in den hemel ondersteund wor den door Benedictus XV en Mgr. Aenge nent die hier op aarde zoo helder in deze de waarheid hebben geleerd en verdedigd, In waarheid mannen des vredes waren. Dat (Oen EUa bij hem in betrekking kwam, ken de afj z’n geschiedenis, zooals bfjna ieder een die kende, want ril had in alle dag bladen gestaan. Die geschiedenis was de vol gende: „In een helderen lentenacht suisde een auto met gedoofde lichten door de buitenwijken van Los Angeles. Een motorrijwiel schoot uit een zijweg, zwenkte langs den wagen en liet een scherpen claxonkreet klinken. „Hallo! Stoppen langs het trottoir!" Met knarsende remmen stond de auto stil De vier inzittenden keken zwijgend naar de zware, dreigende gestalte van den politieman, die van z’n motor klom. „Waar denken jullie, dat je hier bent? Jullie rjjden minstens 80 KM. Dat mag hier niet.” De chauffeur glimlachte. .Ja. agent, we rijden te hard, maar we moeten vóór zonsopgang in Palo Verde zijn en we hebben de heele reis al tegenslag. De eene panne na de andere. Ik ge loof. dat nu mn rechtervoorband weer leeg loopt.” De agent stapte achteruit, bukte kijken. En terwijl hjj zoo chauffeur. Eén kogel was vallen trok de agent z’n revolver en vuurde in de richting vtgi den met een ruk vooruitsprin genden wagen. De uitwerking van zijn schot bleef voor hem onzichtbaar, zooals nadien voor de heele wereld. De agent stierf niet. Vijf we ken later verliet hij ongeneesluk blind bet ziekenhuis. De politie vermoedde, dat de vier man tn den auto Jerry Croker met drie van z’n helpers wa ren geweest. Vroeger op dien dag was de Red- Star Bank in Clgedo beroofd door vier man. Drie uur na den aanslag op agent Mildway werd een inval gedaan tn Jerry Croker’s land huis in Los Angeles. Het viertal was afwezig, maar in de luxueus Ingerichte slaapkamer vond mèn een overjas met een kogelgat In den rug Het onderzoek werd ijverig voortgeaet en drie dagen later werd Jerry Croker in Denver ge arresteerd met een schotwond in den rug Twee rechercheurs gingen naar Denver om hem te halen. Ze namen hem mee In een open wagen langs de brandendheete wegen. Jerry ver smachtte van dorst, maar ze zorgden er voor dat hij niets te drinken kreeg. In Los Angeles aangekomen, werd hy direct voor den commis saris gebracht. Op diens bureau stond een bord versche, smakelijke sandwiches en een kan ijs water. .Als je gesproken hebt, kun je drinken zoo veel je wilt, Jerry," zei de commissaris. Maar Jerry sprak niet; hij Het niets los over den bankroof In Clgedo of over het neerschieten van agent Mildway. De politie moest hem laten gaan; er waren niet voldoende bewijzen tegen hem. Mildway zelf was blind. De kogel In Jer ry’s rug was waarschijnlijk uit Mildway’s revol ver, maar alleen de kogel self kon dit bewijzen. In Californlë zegt de wet, dat geen toereken baar persoon tegen zijn wil geopereerd mag worden en Jerry was toerekenbaar genoeg zich daaraan te houden Men Het hem dus gaan. Hij werd in t oog gehouden, maar bleef bulten de gevangenis. AI I F A Op ’Pgevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen E* - blJ Reheele ongeschiktheid tot werken door 17 *7CA MJ een ongeval met OCA MJ verHea van een bans 4 61 lis saDkyl'll’l X-J fcJ ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen VVt" verlle» van belde armen, belde beenen of beide oogen f I dvro" doodelijken afloop X* fcdOva" een voet of een oog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Open autodeuren voorzichtig1 De dokter constateerde, dat de hogei inder daad zeer gevaarlijk zat. „Als u het aandurft, aal ik _het verdooven,” stelde hij voor. me in dit geval te riskant." „Goed, ga uw gang en doe uw best," zei Jerry. „Natuurlijk durf je het aan," eel Ella trotsch, „je bent zoo dapper’ Ella zat naast Jerry en hield z’n hand vast, terwijl de dokter z’n werk ver richtte. „Praat me, EHa,” Jerry. Het zweet z’n z’n .Ja.” sprak ze. .Ja, laat eens kijken. Mta- schien weet ik een verhaal, dat je een beetje afleidt. Ja. ik moet je iets vragen. Haar stem klonk zacht en rustig. „Heb je wel eens een blinden man gezien, Jerry Croker? Niet een blind geboren man. maar een (linken, grooten, gezonden man, plot seling van z’n gezicht beroofd? Heb je wel eens een blinde struikelend en tastend z’n weg zien Boekenprobeerend zich zelf te kleeden en zonder hulp te eten? Het Is een hartverscheu rend iets, Jerry, als die bUnde man je vader Is....” Een half uur later kwam de politie en voerde Jerry weg en met hem het bewijsstuk: den ko gel, dien Mildway afschoot. meente tracht wijs te maken dat hij aan gevallen is, en een wettigen verdedigings oorlog voert. Wel ia het denkbaar en mogelijk, bij wij ze van uitsondering, dat een oorlog geoor loofd Is, wanneer hij namelijk gevoerd wordt als wettige zelfverdediging en als allerlaatste middel tegen een onrechtmati- gen aanvat Doch dat neemt niet weg, dat hjj In het algemeen ongeoorloofd moet worden genoemd, evengoed als de doodslag van een individu ongeoorloofd is, al kan hij in geval van wettige en noodzakelijke zelf verdediging zijn ongeoorloofdheid verhe ien. En evenals de aanvaller dan toch een zware zonde bedrijft, zoo is in het geval dat een oorlog een wettige zelfverdediging is. de aanvallende natie de schuldige, zoodat dus steeds tusschen twee oorlogvoerende volken het onrecht zeker aan één zijde is. Het kan zelfs gebeuren dat het onrecht aan belde zijden bestaat, beide volken kun nen door voorafgaande jarenlange machi naties evenzeer de schuld zijn dat tenslotte een oorlog uitbreekt, doch dat aan beide zijden recht bestaan zou, is een ondenk baar geval, minstens aan één zijde is er aus steeds zonde, minstens één partij ver wekt een groot bloedblad op onrechtvaardi ge wijze. Is dus de oorlog zonde, en kan God den oorlog nooit willen, noch als doel noch als middel om een hooger doel te bereiken, dan kan God ook nooit de natuurlijke rampen die aan een oorlog verbonden zijn gewild, noch veroorzaakt hebben. Physieke rampen laat God soms toe, kan God zelfs willen niet als doel maar als middel om een hooger goed te bereiken. Maar God kan de zonde niet willen en daarom ook niet de physieke rampen die In zondige daden hun oorsprong hebben. Wanneer God dus den oorlog en alle an dere zonden niet actief kan veroorzaken, veroorzaakt Hij ook niet de physieke ram pen die door den oorlog en door andere in breuken op Zijn heilige wet over de menschheld komen. God kan de zonde toelaten, omdat ze niet In strijd is met het pAmalre schep- pingsdoel. Immers de mensch die zijn vrijen wil goed gebruikt, verheerlijkt zijn Schep per reeds hier op aarde vrijwillig en be reikt daarmee het tweede schepplngsdoel: zijn eeuwig volmaakt geluk In God; de mensch die zijn vrijheid misbruikt, ver ijdelt wel zün eigen geluk, maar zal toch in de eeuwigheid Gods oneindige Recht vaardigheid en alles verwinnende Macht verkondigen. God wil niet dat de zonde geschiede, ook niet om er goed uit te trek ken, maar als ze eenmaal gepleegd is, wil Hij ze ten goede ordenen. God wil dus ook den oorlog niet, want de is een zonde, een afschuwelijk oepende zonde, een gruwel In de „Ik kan geen slaapmiddel verdragen, dok ter.” ael hij wrevelig. „Ze helpen «ne geen steek en ik krUg er barstende hoofdpijn van ik heb er al veel te veel geslikt." „Dat heb ik al gesten." aei Stephanota rustig. .Maar wat ik u nu geef, zal helpen en u zult er ook geen hoofdpijn van krijgen. Laat h(j het langzaam opeten, zuster." Toen hij weg was. keek de patiënt haar smeekend aan. ,.I.aat me het niet Innemen, zuster," jam merde hy. „Ik. geloof ar niet in, -n het zal me vast en zeker nog miserabeler maken.” „Ik geloof er wel In ik weet zelf niet, waarom en u zult t netje» innemen" Onwillig en momperend at hij de pap op en toen de laatste lepel naar binnen was, liet hu zich met "n gegrom van protest achterover vallen. Madge trok zich daar al heel weinig van aan. De man sliep door tot Madge werd «fge- lost en werd verkwikt wakker ronder «en zweem van hoofdpUn. „Ik heb écht geslapen. aei hij, ..en ik voel me uitstekend beter dan In maanden het geval Is geweeat. Dat komt van dat goedje, dat die vreemde dokter me gegeven heefL Wat kan dat geweest i(Jn zuster?" „Vraagt u hem dat maar liever zelf Madge laconiek, terwijl zij de zaal verliet. gevormd gezicht was bijna volkomen kleurloos en daardoor leken zijn oogen donkerder dun zij werkelijk waren. Het waren opvallend mooie oogen en toen Madge hem aankeek en de af* getrokken uitdrukking er van zag. wist z?, dat dit Ambrose Stephanota moest zijn, wiens ver schijning op zuster Mary zoon diepen indrux had gemaakt. Madge zat bij het bed, dat geheel in den boek stond, en de donkere man 'iep regel recht naar den patiënt toe en keek op hem neer alsof hij een merkwaardige plant of zeldzaam insect was. De zieke het was een geval van neu rasthenie werd onrustig onder den strak- ken blik dier vreemde oogen. waaruit geen werkelijke belangstelling of deelneming sprak en begon te woelen. Met lets van het Instinct der verpleegster stond Madge op en legde haar hand op zijn arm. Stephanota keerde langzaam het hoofd om en keek haar aan, door haar heen als het ware en Madge zag. dat hl) Jong was en Inder daad ongewoon knap. „Wat scheelt hem?" vroeg hij, met een hoofd knik naar den patiënt. „Neurasthenie," antwoordde ze. bijna kortaf; maar het gebrek aan beleefdheid In haar toon ontging den heer Stephanota blijkbaar. .HU slaapt niet?” zei hjj. fneer alsof hij een feit constateerde dan alsof hij een vraag stelde. „Neen,” zei Madge, even kort als te voren. HU voelde den patiënt den pols, lichtte toen koel, machinaal, zUn oogleden op en bekeek niet? man!" „O, maar je hebt een totaal verkeerde voor stelling van hem!" riep Mary Uverlg. „H-J is heelemaal niet verwUfd of zoo; hy is groot en recht en ziet- er mannelyk uit; en ze zeggen, dat hy ongeloofeiyk knap is in zUn speciaal studievak.” „Wat is dat dan?” „Vergiften geloof ik. Zeker weet ik het niet. Niemand weet het zeker. Ze weten tnkel. dat niemand toegang heeft tot zUn laborato rium, en dat niemand er nog in geslaagd is om hem eens aan het praten te krijgen geen van de studenten of verpleegsters, bedoel ik. Dr. Marsdon heeft zich gisteravond urenlang met hem opgeso'en en de andere doktoren loopen allemaal verbozend met bem weg.” „Dat klinkt allemaal nogal veelbelovend,” zei Madge „Ik zal zelf wel eens zien, wat ik van hem vind.” .Heat; maar Ik denk niet, dat je er In zult slagen, z’n hoofd op hol te brengen, Agnes. Daar riet hy tenminste niet naar uit. Hy LU kt me een van die mannen, die volmaakt on verschillig voor ons zUn.” „We zullen rien,” zei Madge. „Ik heo dat soort van man nog nooit ontmoet, Mary; en Ik ben werkelUk nieuwsgierig Dtenzelfden middag hoorde Madge, wier ge hoor zoo fUn was als dat van een wilde kkt. een voetstap op de zaal, dien zU niet kende, en toen zit opkeef, sag ze een jongen man van lange, rechte gestalte, en met dik. golvend haar, door bet middenpad komen. ZUn goed- u verschillende groote staten zich NI weer tot de tanden bewapenen, nu 1- de drie gevaarlijke hartstochten: de hebwcht, de heerschzucht en de eerzucht drijven naar de Immoreele politiek van het bruut geweld, nu de flnantieele politiek Tan verschillende staten op een enorm fias co is ultgeloopen, en de leiders, liever dan ongelijk en mislukking te erkennen, liever ook dan om hun beleid te wijzigen om een langzaam en geleidelijk herstel te bewer ken, op het punt staan de bekende spron gen’van de even bekende in het nauw ge dreven kat te maken; nu in de verwarring van de geesten en den angst om de dingen die mogelijk komen, de diverse schrijvers vragen: „Waarom doet de Kerk niets?”; nu velen zelfs verder gaan, en de Kerk valsch beschuldigen van sympathie met den oor log en van het zegenen der wapens; nu sommigen in jeugdigen «vermoed, uit zucht naar avontuur of sensatie zich minstens verzoenen met ’n komenden oorlog, en an deren door de zorgen en ellende schier wan hopig meenen dat de toestand niet erger kan worden, en in een oorlog een soort ver lossing zien uit dezen nood, lijkt het ons allernuttigst eenlge katholieke gedachten over oorlog en vrede te geven, ontleend aan een der werken van onzen ontslapen Vre- des-apostel, die het devies Justitia et Pax, Rechtvaardigheid en Vrede, voerde. In de oorlogsjaren 19141918 verscheen van de hand van Mgr. Aengenent toen nog pro fessor aan het Groot Seminarie, een werk je: ,J)e oorlog en Gods Voorzienigheid” in 1928 eenigszins gewijzigd herdrukt onder den titel „God en het Kwaad in de We reld.” Aan dit werkje ontleenen wij de vol gende gedachten. de schichtige oogen. Terwyi hy dat deed, kwam ook dokter Marsdon op de zaal en liep naar het bed toe. „Ha. Stephanota I Interesseert het geval jc?” vroeg hU. Stephanota knikte verstrooid, drentelde naar de HJst. die aan het voeteneinde van het bed hing en las de aanteekenlngen der verpleeg ster; toen keerde hy zich naar dokter Marsdon en zei let® met gedempte stem. Dokter Marsdon luisterde met gefronst voorhoofd; toen alsof hy tegen zyn rin werd overreed, knikte hy aarzefend. „Je kunt het probeeren als je lust hebt.” zei hy. „Is het volmaakt onacbadeiyk?" „Absoluut,” antwoordde de jonge man laconiek; toen wendde hy rich tot Madge. „Zorg, dat u om acht uur wat malzena- pap klaar hebt. Ik zal tegen dien tyd hiel zyn,” zei hy en liep langzaam verder met een afwezigen blik In z(jn oogen. Dien avond had ze precies op tyd de pap klaar, en een minuut later verscheen Ste phanota op de zaal „Bent u de verpleegster, dia ik vanmorgen hier gezien heb?” waren zyn eerste woorden. „Ja," antwoordde ze, even zakeiyk als hy „De pep klaar? Goed. Geeft u M hier, alstublieft." Ze hield hem het bord voor, hy nam het en Het er zeer behoedzaam een kleur- vloeistof In druppelen uit een blauw fleschje. dat hy uit rijn zak haalde en in de hand verborg. De patiënt keek nieuwsgie rig toe, met iets als afkeuring in zyn oogen. gezicht van Lord Terence. Wie weet? Misschien kwam er nog wel eens een dag, dat ze óók in een loge of in de stalles van een’’schouwburg kon zitten en met een Lord Terence naast zich Het bloed steeg haar naar de wangen by die gedachte, en ze voelde een vage afgunst jegens die Lady Irene, met wie hy verloofd heette. Op een kamertje binnen, drukte opwinding. „O Agnes, kind, heb je dien nieuwe al ge zien?” riep ze uit. „Welke nieuwe?” vroeg Madge lusteloos. ,De jonge man, die uit Italië is gekomen,” zei Mary „Ik weet niet, hoe ik hem precies moet noemen. Het is niet bepaald een student, en ook geen professor daar Is hy te jong voor. Maar hy moet in zyn soort iemand van be- teekenis zyn. want hy heeft eenafzonderiyk laboratorium, waar hy biykbaar allerlei ge heimzinnige proeven neemt." „Zoo.” 't is een Italiaan, dat wi] zeggen, niet l hy een laar 1 is een heel ander type dan de andere studenten. Heb ik Je al gezegd dat hy heel donker la en prachtig golvend haar heeft? Meer meisjes haar dan van "n man elgeniyk; en hy heeft' kleine handen en voeten.’ „Hoe heet hy?" vroeg Madge, met een poging tot belangstelling. „Ambrose Stephanota." „Dat klinkt als een merk parfum, vind je parelde op - voorhoofd; z’n hand was koud en klam. .Ja.” sprak ze. ,4a, l“t een» kyken. vroeg de hser Bates, over zyn scheiding streelend. „J-ja. ik u geiyk hebt. Hy riet er anders u niet? Maar bedenkt. 1 ’l«ld wordt.” ..Waarom?” -Och. wat fuifnummer! nen zyn beroemd, nlrtene" nu J», hy schynt heel wat af te Js hy getrouwd?” minuten later. Nm iLLI vroeg de heer Bates. „O, Terence! en 18 (fe béste party van Londen Maar U8C!j nlet 800 Kemakkelyk te veroveien. Itebe Mersl>t^ren' verlooM 18 met 1<ady teI^i?aCht 1,g Mndge urenlang In haar bed Puntend over het geheim van haar en terugdenkend aan het knappe jllUltNHfUttiiH

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 3