aan Met twee kameraadjes op avonturenreis H goed-emderhouden tuinen achter de statige heenenhutzen van de deftige rUkeluisgracht. dm iaq .11 Peel-ontginning O I I De Dubbelgangster I tl I Boulevard-Zebra f RASSENKWESTIE MAANDAG 28 'OCTOBER 1935 Hoe zal het worden? •r VEfl I De plaats der vrouw In de moderne wereld Luchtbescherming Quiryn van Tiel Oude Kunst Bllllllllllllllllllllllllllil— N I f Manke Jan t - op i ■chen HERMAN KRAMER iiiliiiiiiiiiiininmmiiHniniiin zen w: op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen fi le ol HOOFDSTUK XXII (Wordt vervolgd) eu ft: door Charles Garvice de in I I de ontelbare, In het zonlicht dan tot jes. mg hij lijnrecht in het hart Ita- liUtaire borgen irveerd en be- serlyke «een ibsl bot- ►or 55 tb 00 J2. of 50 BT Bt 2. tril, rdarr. nst. 1 rette ren: 70, kal- kr 55. ►n: Aan- 1—51. icht- per kw. itere stuk, sch- ware r kg. ik. 3 sn. ndel lan ter: Jzen il. t. 0. 0. m: le ien .80, kg I 1.30 rbot ent, 'on- ent. her ent. -10 .50. nde H eenige venster van de achterkamer in de volkswoning, waarin Manke Jan z^n ambacht uitoefende, gaf uitzicht op de tuinen achter 1 is te In op- n naar Het smalle straatje liep evenwijdig met de breede gracht, de indrukwekkende txxxnenrQen, het kabbelende slngelwater en de boog och verheffende wnonhuiaen der voorname stede lingen, wier tuinen dch uitstrekten tot dicht bfj de achterplaatajeg der woninkjes in het binnen straat Je. Vele dier tuinen werden door een omheind stiped verbonden met een poortje, dat aan de achterzijde in het straatje uitkwam, en dat veelal benut werd als toegang voor leveranciers, schoolkinderen en dienstpersoneel. <>ri iMUUK-11 iu het geboomte der «o K» 30 tg. IOC en iln- :en. :ool ■ut- en- 70. 100 Manke Jan, die in de even genoemde achter kamer het beroep van sigarenmaker uitoefende, was als vele lichaaimgebrekkigen niet sterk van gestel; de regelmatige, dagelijks terug- keerende gang naar en van de fabriek was hem allengs te zwaar en te vermoeiend geworden. Maar, eenmaal rustig op den stoel voor zijn werktafel gereten, was hij een van de vlugste en bekwaamste vaklui in zijn branche, en zoodoen de eras het hem niet moeilijk gevallen voor de door hem aan huis gefabriceerde tabaksproduc ten regelmatig gemeden aftrek te vinden. Manke Jan was dus wat men in vaktermen een thuiswerker noemt, en hij was er een van de bovenste plank. En ook deze thuiswerker bezat behalve zijn toewijding en liefde voor sfjn beroep een lief hebberij, een hobby, waarvan de beoefening zijn sigaren fabricatie aan huis geenszins in den weg stond. Integendeel, zij was er aeer goed mee vereenigbaar, en zijn werk en zijn liefhebberij konden zeer wel als het nuttige en aangename tegelijkertijd worden waargenomen. Want Manke Jan was een wijsgeer, een op merker en een criticus. Terwjjl de wikkels, de omblaadjes en de dek kers, zijn schaar en zijn stelen door zijn vin gers vlogen, wierpen zijn oogen even zoovele malen schuin bovenuit de omlaaggezakte brllle- glazen een zUdellngschen blik in den tuin van zijn overbuurman. HU ving er zijn indrukken op. verwerkte ze tot conclusies en dwars door de ontelbare, in het aonllcht dansende tabaks stofjes tuurde hij zijdelings naar de achter schijnbaar doelloos gedoe verborgen handelin gen. en rechtstreeks midden in het hart van de dochter 'des huiaes. Boy. Dien naam van Boy had h U haar maar ge geven. HU wist heel goed dat zU een deftigen meisjesnaam droeg, maar voor hem. voor zU'1 bespiegelenden geest, die zich van alles en allet een eigen indruk maakte, was ze in haar spor tieve, jongensachtige vlugheid, in haar dolle draaf- en klimpartijen nooit anders dan een jolige, ronde kwajongen geweest, die met kie zelsteentjes naar «Un ruitjes smeet, hem onge geneerd bU sUn voornaam noemde, en hem somtijds, zonder dat hU er zich door gekwetst voelde. vrooiUk toeriep: .Dag Mankte!" Nu was zU al wat ouder geworden. Er was meer kalmte en bezadigdheid in haar bewe gingen te bespeuren, haar gang en kleedlng werden gemetener en voornamer en de Jonge lui. die hü in den tuin om haar heen zag. be gonnen meer op heeren te gelUken. Maar voor hem bleef ze Boy. eer zoo rechtstreeks van den kapper of kleer maker scheen te komen. En Manke Jan zag nog meer. Dwars eende tall van Wlm en van Boy. HU had er gezien wat daar gaande wws, nog vóór Wlm en Boy het zichaelf bewust geworden walen.... Maar tegelijkertijd had hU den naijver ge zien, de niet te gei kloppen afgunst van Zus. Schuin boten de onila aggvnchoven brilliglawn had hU Zus’ nijdigen blik opgevangen, toen Wlm en Boy tezamen, de hoofden dicht bij elkaar, in bun broeikas de roaen etizorgden, toen Boy juichend Wlm gewtaui had op "n uitboetenden knop, op het prachtige resultaat van hun gr>~ zamenUjke, moeitevolle poginwen. Dien avond had Manke Jan sljn venster on- boog gesel HU genoot zijn rust, vi herfsttinten nder auspiciën van de Vereenlging voor Fransche Katholieke Cultuur (Amitiés catholiques franchises) sprak onlangs in Pulchri Studio Père Doncoeur 8. J. over: Le róle de la femme dans le monde moderne. Steunend op de gegevens van de Genesis, be lichtte de spreker de speciale geestelijke struc tuur van man en vrouw. Den man. die door den Schepper gemodelleerd werd uit de aarde, ziet hU als den sterk met de aarde verbondene: den bewerker van den grond, den onderwerper van de stof door zUn arbeid, zijn denken, den on dernemer, den avonturier. Naast hem, door den Schepper geschapen uit zijn vleesch, staat de vrouw met haar gevoel, haar subtiliteit, haar j Intuïtie, hem,- den sterke, leidend. We zouden in onzen tijd kunnen spreken van: het verraad van de vrouw. De vrouw heeft haar eigen plaats opgegeven en heeft meer ge luisterd naar de stem die haar toefluistert: Je zult als Adam zijn. Anderzijds treft ook den man schuld, omdat hU de vrouw miskent in haar waarachtige waarde als behoorend bU den man. De vrouw als een secondair wezen beschouwen is een beleedlging den Schepper aangedaan, omdat deze aan de vrouw haar eigen taak heeft gegeven: vorming omliggende tuinen en van de vredige avondstil te. die naar xUn venstertje omhoog stee^ Een bijna volslagen duisternis was infrilddete ingetreden, en Manke Jan stond op. Hij sloot zijn venster, staakte sjjn wUsgeerigv bespiepe lingen over wat hij gezien, geboord en gedacht had en wilde zich ter ruste begeven. Doch plotseling hoorde hjj een zacht, doch duidelijk waarneembaar gekraak van het poortje ter zóde van zijn huisdeur, dat toegang gaf tot den tuin van Boys vader.... Voorzichtig zich verbergend achter het gor- dUn van zijn kamervenster. zag hU oen manne lijke g est site langzaam langs het omheinde Zij paadje voortschuifelen Toen de man den ingang van de broei kas onder zUn venster genaderd was. herkende hU ondanks de bijna volslagen duisternis, dui delijk de gedaante van Zus. HU zag hoe Zus langzaam op de teenen na derbij schuifelde, de deur van de broeikas open schoof en erin verdween.... Manke Jan filosofeerde niet langer Hier vielen geen bespiegelingen te houdend Hier diende gecombineerd te worden en ge volgtrekkingen gemaaktHier moest gehan de ld worden! Met een lenigheid, die men achter zijn ge brekkige gestalte niet vermoed sou hebben, liet hU zich snel uit zUn venster omlaag glijden. Manke Jan deed zijn sprong en kwam te recht vlak voor den Ingang van Boy's broeikas. HU trapte de deur open, sprong naar binnen, greep den indringer in den nek, die hevig ver schrikt een mes, waarmede hU juist een uit bottenden rozenknop genaderd was. uit de hand liet vallen. .Maak dat je Mer wegkomt, nijdast Als je aan Boy of aan haar rozen komt; kom je aan mU....! Buit, aeg Ut jel B> waag het niet ooit nog een voet In dien tuin te settent” de Square des Epinettes heeft het gedaan. Op deze wjjze veroorzaken eerlijke, doch slecht geïnformeerde getuigen de grootste catastrophes! Want natuurlUk haastte zich de diep getrof fen dame het plein op en vond daar den kunstschilder. Zonder verdere verklaring gaf zij hem eenige flksche oorvijgen en stiet daar na haar paraplu door zjjn doek heen. De schilder op zijn beurt stroopte de mouwen op en de dame zou ongetwijfeld de wraak der beleedigde Kunst dubbel en dwars ondervonden hebben, als niet de verkeersagent zijn post hadde verlaten en tusschenbeide ware getreden. Het kostte veel moeite de partijen tot bedaren te brengen en de dame te verklaren, dat er twee soorten schilders zUn De schilder echter maakte een goede zaak. Voor twee oorvijgen en een half stadsgezicht eischte hU vUfhonderd francs, en kreeg ze ook.l) De terrier woonde het geding bU, nog steeds aan een zebra herinnerend. En thans wordt de „dierschilder” gezocht, om zUn deel aan de affaire te boeten. 1) Geen kwade prijs in deze benarde tijden! Eindelijk echter werd Piet zoo vermoeid dat hU niet verder kon en Hermann besloot, hoewel ae nog lang niet in veiligheid waren, om wat te rusten. Ze vonden daartoe een geschikte gelegenheid in een soort rotshol. De eerste bijeenkomst zal warden gehouden op Donderdag 31 November aa. te 8 uur mm. in een der zalen van den Dierentuin. Het programma voor dezen avond aal nog nader worden bekend gemaakt. Voor leden en begunstigers zullen op ver toon van de lidmaatschapskaart plaatsen zUn gereserveerd, terwijl voor zoover de ruim te het toelaat, ook niet-leden welkom sullen zijn. De zeiljachten en kruisers worden tijden» het winteraeieoen veilig opgeborgen; cp stellingen steunend wachten zij tot het voorjaar weer zijn intrede gedaan heeft van den geest en de intelligentie van het kind, Ictdctcr van den man door haar intuïtieve woorden neer. „Ga daarheen naar dat adres. Zeg aan de vrouw aan de <amer- verhuurster dat dat ik je gestuurd heb. Ik zal Je komen opzoeken een regeling hef fen Irene nam het strookje papier gewillig aan en stak nogmaals haar hand uit. Madge raakte ze vluchtig aan; toen wees ae naar Irene's hoed. „Dieper in je oogen.” beval ze, met een stem waarin een vreemde klank van triomf lag. Irene Alt men ziet wat men in Duttschland Thans op dat gebied beleeft. Lijkt ’t of bij beschaafde staten Elk zjjn rassenkwestie heeft. Want ook ’t volk der Abessijnen, Om beschaving hoog geroemd. Zit te kijken met wat men daar Ginds de Rassenkwestie noemt. Zelfs de Negus heette vroeger Heel eenvoudig ook maar Ras, Dat was voor den tijd, waarin hij Sterke Leeuw van Juda was. Maar nu heeft hij nog te maken Met de Rassen in zijn land, Waarvan hij niet juist kan zeggen Waar ze staan, aan welken kant. Eén, Ras Koeksa, 't klinkt toch lekker! Heeft de keizer omgedoopt In Ras Kaffer, daar hij zoo maar Naar Italië overloopt. Maar als troost is er Ras Seyoem, Die zijn ras niet houden kan. En maar smeekt: laat ons beginnen, Want ze vliegen er op an! Eén Ras is er ongetwijfeld Wel de lieveling van 't publiek. Zelfs zijn naam klinkt voor den hoorder Dadelijk al sympathiek; Als je kijkt naar den kalender Wordt er menigmaal gebromd Lieve deugd, ik zou wel willen Dat Ras Kassa maar ras komt! Maar dit alles is dra vergeten als we weer op den grooten weg staan, die ons naar De Rips zal brengen De Rips laat ons zien, hoe 8t. Jo- zefpeel eruit kan zien over een tiental jaren. Langs den weg ligt het, ongemerkt komt ge er, want het is verborgen tusschen de bosschen, die aan dit dorp een ongemeene bekoorlijkheid geven. Een kerk, een pastorie en een vrU groote school vormen de kern van dit dorp, dat in kor ten tUd sterk uitgegroeid is. ElgenlUk is het riet juist te zeggen, dat de andere dorpen er over eenlg-n tUd zullen uitzien als De Ripa; zU suilen beter zijn, want zU zullen hebben, wat De Rips mist, nJ. een dorpsplein, een meer echte dorpskern, waaromheen zich alles groe- peeren kan. ZIJ zullen meer echte Brabantsche dorpen zUn. dan De Rips is geworden. Maar zooals dit dorp daar ligt, een tiental jaren te rug nog langs een zandweg, thans langs een grooten asfaltweg, verscholen tusschen de bos schen, zoo kunnen na jaren de andere dorpen die nog aan het groeien zUn, ook liggen in .De Peel”, die op deze wijze hoe langer hoe meer van zijn eenzaamheid zal verliezen. Een nieuwe serie werken van Quiryn van Tiel, getiteld „De Zomer” wordt van 26 Oc tober tot 14 November geëxposeerd in de Kunstzaal van Lier, Rokin 126 te Amsterdam. de deur gewezen en zichzelve haar voorrechten verzekerd. Ze draaide den sleutel in het slot om en wierp zich in den stoel, waarin Irene bU bet vuur gezeten had: ze leunde achterover, strekte haar voeten uit en warmde ze lui en welbehaaglijk Maar ze had geen rust; ze wilde iets doen, dat haar zou helpen, haar nieuwe positie ten volle te beseffen. Waarom sou ze niet regelrecht naar de bibliotheek gaan, den graaf tot een onderhoud dwingen en van hem eischen. dat hU naar als zUn wettige dochter erkende? Ze besloot, haar ontmoeting met hem haar vadert uit te stellen tot den volgenden morgen, tot Irene geheel bulten zijn bereik sou zUn. Plotseling scheurde re met één ruk haar jurk uit het bescheiden zwarte Jurkje, dat wees op dienstbaarheid en fatsoenlUke armoede en smeet het op den grond met een ge baar van afschuw en minachting. Ze greep een flesch toiletwater, schudde haar haren uit en waschte ze. De gele verf kleurde weldra het water. Ze droogde het haar, nu een zwarte, zUig krullende massa, trok een scheiding in het midden zooals Irene droeg en drukte er met handige vingers de golven in. Toen deed aa de japon aan. die Irene had uitgetrokken ae was nog warm Ze koos een diamanten hanger en knipte dien om haar ronden, witten hals, vlug, met onultsprekeUJk genot; ae schoof ring na ring aan haar vingers, tot ae overladen waren met glinsterende steenen en sloot de kostbare braceletten om haar armen. Toen, en niet eerder, ging ae zich bekijken in 'US, >rdam: Trom, leaux: xburg; nd. s. Pen- Tn- >m. Goole. 1 My. kolen, enter srtbe- Coen- Hermann scheen den weg goed te kennen, want In het donker liep hU stevig door, waarbij Piet hem aan zijn jas vasthield. Wletje lag veilig in de armen van den groo ten man. Het hart klopte Piet in de keel. Wat een avontuur. ir kort geleden was ae als ondsr- .1 dit huis gekomen, als een beter soort dienstbode; vanavond had ae ontdekt, dat ae de dochter des huizee was, hield ae de schrlftelUke bewUeen daarvan in haar handen, en had ze, om zoo te zeggen, haar meesteles Madge's triomf was zóó plotseling, zóó onver wacht en zóó volledig geweest, dat het haar bijna bedwelmde. Nog mafir geschikte in Wé g»an v«n Deume den weg op naar Mll- I hees. De BiP« en Oploo. een weg, die een tiental I jsren terug nog niet bestond, een zgn. wegschap- I Mg. Een wegschap is een Instituut, dat opge- I richt is naar analogie van een waterschap, dat I mi VOOT het onderhoud van een weg en dat I ft kosten voor het aanleggen en onderhouden I WE den weg betaalt. We komen in een bosch- I rijke streek en het ziet eruit, of het altUd zoo I js geweest. Doch dit is ’t niet. Met eenige over- I éiivlng kunnen we zeggen, dat vUf en dertig jssr geleden in De Peel nog geen enkele boom I suad. We blijven niet lang op den grooten weg, I niasr slaan al vlug weer een züweg in, die dwars I ooor de bosschen loopt. Ergens staan we stil I en loopen 'n eind een nog «malleren weg in langs S a door een dicht gemengd bosch. I pe heer Houtzagers vertelt hoe dit bosch ont- I suan 15. „Vroeger was hier hei; we zijn met I den aanleg van het bosch begonnen door er I cennen op te planten. U kent ze wel, die kleine I dennenstammen. Men verwijt ons wel eens, dat I »|j bet natuurschoon hier vernielen, omdat wU I de hei laten verdwijnen en er dan van die kleine I dennenboomen op zetten. Dat vindt men leeljjk. I ft ook; ik weet wel. dat het leelijk is. maar I men vergeet, dat we op een grond als deze geen I behoorlijken boom kunnen laten groeien, als we I dien grond niet eerst geschikt maken voor I loofboomen door er naaldhout op te zetten. Als I clt groot genoeg is, wordt de grond tusschen I ót boomen oppervlakkig bewerkt en gooien we I er eikels op. waartusschen in den regel nog wat I jenge Douglas wordt geplant ter verkrijging van I meerdere menging. Dan krUgt u dat ópschietend I hout. Dat laten we aan zijn lot over, want de I natuur zorgt er zelf wel voor, dat de sterkste I exemplaren blUven bestaan, die kunnen op- I groeien tot hooge boomen. Zoo krijgen we hier' I verkelUk mooie boomen.” i Wie ooit de kanten van De Rips uitkomt, zal I dit zelf kunnen zien. De bosschen, die hier staan. I zftr alle aangelegd door de Ned. HeidemU-, die I van dit stuk van Brabant een der mooiste plek- I ken heeft gemaakt. Enkele kilometers rUden I wc door de bosscheó. hier en daar op een enkele I plaats onderbroken door een stuk grond, dat I niet zoo schraal was en waarvan men een weide I toeft gemaakt. We hebben nog een heelen tocht voor den I boeg, want we moeten nog naar 8t. Jozefpeel; I een nieuw dorp onder de gemeente Boekel. Er I la een weg heen, maar vraag niet, wat voor een. I De aarden baan van den prlmairen weg van Grave naar Helmond is aangelegd, maar meer I ook niet. Zoover gjj kijken kunt, ziet gij voor I g liggen den weg, met rechts een vlakte, met I hnki een vlakte, waar hier en daar een boer- I derij staat van een Jongen boer, die zich hier I met zijn gezin heeft gevestigd om een nieuw I bedrUf te stichten. Het rUden over deze aarden I baan is niet zoo simpel, als wij dit hier kunnen I «chrUven. We schokken en springen door de I karresporen; soms moeten we opletten, dat we I niet vastloopen en soms spat de modder meters I ver weg. En nu was de weg nog tamelijk goed. I omdat het lang droog weer is geweest, maar I wat moet dat in den winter zijn. Maar we I komen er. Waar de eene zandweg den anderen I kruist slaan we links af en voor ons ligt een I kerkje, dat we al in de verte uit den nevel naar I voren hadden zien komen: St. Jozefpeel. J Hier is het eenzaam. Vier gezinnen wonen er; I de hoofdonderwijzer, de bakker, de caféhouder I eu de ambachtsman. De pastorie zUn ze nog aan I het bouwen. Er is een dorpsplein aangelegd. Aan I den eenen kant staat de kerk, daar tegenover I de school, aan den derderi k«nt de pastorie tn I canbouw en daartegenover bet huls van het I schoolhoofd Het is wat nevelig en wat mistig, I zoodat de boerderijen, die er rondheen staan, I uren en uren veraf lijken als onbereikbaar. Tus- I Khen de gebouwen door kijkt ge naar den I ehzlchtbaren horizon, kijkt gij uren ver zonder I Wilg leven te ontdekken; alles is somber op I dezen guren. neveligen dag. Hier is het eenzaam. I Maar dit alles zal veranderen. Hoe anders I zou dit zijn, als hier wat bosch stond. Met den I sanleg ervan is men reeds begonnen, en voor I het een tiental jaren verder is, zal deze streek I een ander aanzien hebben. Ook leven zal er I meer zUn. want als het een keer zoo ver is. dat I een kerk en een school is gebouwd, dan gaat I de rest hoe langer hoe vlugger; dan komen er I dra meer menschen in het dorp en In de kom I van de gemeente wonen. En als het zoover I komt, .dat de wegen van het streekplan worden I Ultgevoerd. dan is dit dorp verlost uit zijn I verlatenheid, want dan is het langs verschil- I lende kanten te bereiken met autobussen en I vrachtwagens. We gaan terug langs dezelfde aarden baan, I die we zUn gekomen en we gaan een streek opzoeken, waar ook een dorp aan het groeien I fc, doch waar van dit dorp nog niets is te zien I dan enkele boerderUen langs een zandweg. Het is de stichting „Peelontglnning”, waar de ont- rnnlng van 400 H.A. worden gefinancierd door den N.C.B. en door de Boerenleenbanken. Eén boerderij is al wat ouder; die van den vroe- geren bedrUfsboer. Rond zijn huls heeft deze man wat boomen laten groeien; hij wilde iets hebben om tegenaan te kUken, om niet verloren te gaan in de eindelooze verte. Hier is het nog eenzamer dan in 8t. Jozefpeel; een paar honderd meter voorbU den bedrUfsboer houdt de weg op en begint de wildernis, waar zelfs deze auto, de toch dag aan dag dwars door het land moet, ons niet doorheen zou kunnen trekken. En toch hebben we het wildste van den tocht I nog niet gehad. Zooals in het lage gebied een reservaat bewaard zal blüven met vennen en plassen en veen, zoo zal ook in het hoogere Onder de jongelui, die bU zUn overbuur over den vloer, over den tuin kwamen, waren er twee, die de büzondere belangstelling van den toezlenden. fllosofeerenien sigarenmaker gaan de maakten. Een van hen heette Wlm. Tegen dien naam had Manke Jan geen bezwaar. HU was een ge zonde, ronde Hollandsche jongen, flink uit de kluiten gewassen, met een open, vrijen blik, die z'n krullebol liefst tn den wind liet wapperen. Nog niet zoo héél lang geleden had hij met Boy eigenlijk meer gevochten dan zwaarwichtige discussies gehouden, en ook nu nog stond zUn gezicht slechts ernstig, als hU Boy achter iu den tuin, dicht onder het venster van Manke Jan. in een broeikas behulpzaam was met het binden, snoeien, bespuiten en verzorgen der kasrozen, die ze gezamenlUk kweekten. Behalve van de rozenteelt, waren de jongelui ook hartstochtelUke liefhebbers van de zeil- sport, waaraan volgens de door Jan opgedane ervaringen nog een derde gegadigde meedeed. Deae derde in het pact van drie had bü on sen wijsgeer al heel spoedig den naam van ,^us” gekregen. Want, terwijl Boy en Wftn tn hun ongekunstelde manieren, bewegingen en kleeding nog steeds den indruk van echte na tuurkinderen maakten, vertoonde de derde in ZUn verschUnlng en ulterlUk. door de overdre ven correctheid van zijn steeds in de vouwen gladgestreken pantalon. zijn onberispelijke scheiding met leder haartje op z’n plaats. zUn geaffecteerd stemmetje en gladde diplomaten- strUkages Juist het tegendeel van een jongen, rondborstlgen wildebras. In zUn verbeelding zag Manke Jan hen be zig in hun zeilboot op de plassen, hoe Boy en Wlm, niet het minst zich bekommerend om re gen of wind of golfgeklots, zich repten aan de touwen van den mast en de fok en de zwaar den in zUn verbeelding zag hU hoe Zus on- getwUfeld een veilig beschut plekje achter het roer of onder in de kajuit opeocht. Goedgetrokken bleken Jan's conclusies bU hun terugkeer, als de frlschheid van wind en gol ven nog rond Boy en Wlm scheen heen te waaien. terwUl Zus in zUn correct-zittend zell- costuum en de zorgvuldig geplakte haren veel- Madge bleef zwUgen, met over elkaar geslagen armen. „Waar ga je naar toe?” vroeg ze enkel. Irene keek haar aan, alsof ze de vraag niet goed verataan had; toen schudde ze het hoofd. „Ik weet het niet. Het komt er «x* hleU op aan. Ik zal wel ergens een plaatsje vinden en werk.” .Je bent je eigen baas; je kunt doen wat je verkiest," zei Madge. ..Als Je werkeHjk weg wilt gaan en misschien heb Je geljjk. mis schien zou ik het in jouw plaats óók doen dan moest je liever wat meer geld meenemen. Hier!’» Ze ging naar het kistje, dat Irene open had laten staan, nam een paar bUoux uit hun étul's en stak ze Irene toe. „Neem die mee; je kunt ze verkoopen als je geld noodlg hebt.” „Nee." zei Irene. „Ik heb geld genoeg Margaret." Plotseling werd ze verblind door haar tranen. Met beide handen greep ae Madge bU den arm en drukte dien kramp achtig. „Wees goed voor hem. HU is «wak en ziek; hu heeft veel verdriet gehad, heeft nóg verdriet Je hebt het «elf gehoord. Weee goed voor hem. Ik laat hem aan jou over. Vergeef hem en houd van hem, zooals zooals ik van hem houd!” Madge week terug, bleek en met moeite ademend, en Irene liep onvast naar de deur. Madge sprong haar na en hield haai staande. „Wacht hier!” Ze ging naar het schrijf bureautje en krabbelde haastig een paar gedeelte getracht worden een circa 1000 H.A. «root gebied als reservaat te bewaren in zUn oorspronkeluken wilden staat met hei en water partijen, waar nu de wilde ganzen in den trek- f Ud nog komen en waar men nog goudplevieren kan vinden Hier is nog niets ontgonnen, hier heeft de mensch nog geen overmacht. Toch coet dit gebied niet zoo somber en niet zoo eenzaam aan, als het nieuwe dorp 8t. Jozefpeel cn als de streek van ..Peelontglnning". Zou het «Un, omdat we hier de natuur zien, zooals zü is en omdat we hier geen verbinding hebben met oen moelzamen strUd, dien de mensch strüdt tegen den grond ten koste van veel zorg en zweet? Een strUd. die ons onze kleinheid doet beseffen en ons daarom eenzaam maakt, als we niet met velen zijn? als je me dien wilt geven. Och. Margaret, zelf heb ik er geen.” Madge nam haar achterdochtig op. „Je hebt daar de kracht, het pit niet voor.” zei ze smalend. „JU niet Je zult er spUt van krUgen, terugkrabbelen, naar het gerecht gaan misschien mU weer uit mijn rechten trachten te dringen. En de heele wereld zal Jouw partU kiezen en mU de indringster noemen.” Irene staarde haar aan. ontzet door zoo veel hardheid, zooveel berekenend wantrouwen Toen begon ze langzaam haar japon uit te doen. Gewoonte is machtig. Machinaal Hep Madge gf> haar toe; maar ze bedacht zich plotseling en bleef norsch staan toekUken. Voor het eerst van haar leven zonder hulp, nam Irene een eenvoudig reis-complet uit de kast en deed het aan. Haar vingers trilden, maar Madge stond met over elkaar geslagen armen en stak geen hand -uit om haar te helpen Irene zette een clochehoedje op. even eenvoudig en onopvallend als het costuum; toen ging ze naar het kleine, met fluweel bekleede ijzeren kistje, waar ze haar geld en Juweelen bewaarde, en vulde haar beursje met wat goudstukjes Madge volgde al haar bewegingen zonder een woord te spreken Met een zucht keek Irene om zich heen, toen liep ze langzaam op Madge toe en stak haar hand uit. ,Jk ga nu weg,” zei ae moeilijk. „WH je, vóór we afscheid nemen om elkaar misschien nooit meer terug te zien, niet tegen me zeggen: „Zusje, ik vergeef Jeï.” De vereenlging ^Loobtbescherming Den Haag" aal van de widóermamildeii "gebruik maken om propaganda- en instructieavonden te organiaeeren en wel bU voorkeur in ver schillende stadsgedeelten. Om de instructieve werking tot baar recht te doen komen wor den bijeenkomsten tn niet te grooten kring het meest vruchtdragend geacht. Als regel zal een bepaald onderwerp door een spreker worden ingeleld, waarna de toe hoorders in de gelegenheid zullen worden ge steld tot bet stellen van vragen betreffende de behandelde stof. den grooten toiletspiegel en deed een stap achteruit met een kreet van schrik. Het was haar of Irene in levenden lUve voor haar stond. Plotseling klonk een bescheiden klopje op de deur. Machinaal, gedachteloos, met de vlotte gehoorzaamheid van de ondergeschikte, draaide ze den sleutel om en deed open. Terwijl ae oat deed, hoorde ae een stem zeggen „O. Juffrouw Warner, mag ik u even hebben alstublieft?” Madge werd bleek en begon over haar heele lichaam te beven. Maar het was te laat om zich terug te trekken; ze kon het meisje niet de deur voor den neus dichtamUten. Ze bleef staan, als aan den grond genageld, niet wetend wat te doen. Het licht scheen vol op haar gezicht. Lucy zou zien, hoe ze zich had opge tuigd met de kleeren en Juweelen van haar meesteres. Wr.t zou ze zeggen? Het meisje deed een stap achteruit, toen ze de schitterende verschUnlng zag. „O. neemt u me niet kwalUk. my lady!** stamelde ae. -Ik dacht dat u was uitgegaan: ik wilde Juffrouw Warner iets vragen.” Madge hield haar adem in. Het meisje zag haar aan voor Irene! Ze waagde oen stouten zet; al Madge's oude bravour kwam haar te hulp in dit beslissend oogenblik. Ja. m zou liet probeeren; alles op één kaart zetten „Juffrouw Warner is plotseling weggeroepen, Lucy," zei ze; Jemand van haar familie ia heel ziek.” M, als Ik Je toch maar aan het verstand kon brengen, hoe ik er over denk!" riep ze wanhopig. „Alles wat ik verlang, is stil weg te sluipen, me te verbergen, me ergens te be graven! W1 Je jne niet gelooven? Ik wil alles opgeven zelfs zelfs zUn liefde!” Heftig streek ze de tranen uit haar oogen. Jk zal van avond nog gaan en ik geef Je de plechtige be lofte. dat ik nooit terug zal komen." Madge ging met een schok rechtop zitten en keek haar strak en oplettend aan. „En dat ik tegen niemand ooit met een woord over over mUn vroeger leven zal spreken! O!” Een gedachte was plotseling bU haar opge- komen ZU brak af en stak de andere beide handen toe. „Margaret, zusje. wU zullen van Plaats verwisselen! JU zult mUn vaders dochter Min, Lady Irene, en ik ik zal het leven lelden van een onbekend meisje uit het volk •on ondergeschikte." -Je bent gek!” hUgde ze. •Neen! Ik zal jouw leven leiden jouw *ós leven! Ik zal je naam aannemen, als Tegen den morgen trokken ze weer verder. Hermann's gezicht stond zorgelijk. De ge bonden schildwacht zou nu wel ontdekt zUn en hun achtervolgers zaten misschien al achter hen aan. Ze moesten dezen op een dwaalspoor zien te brengen. gehoorzaamde en verliet de kamer. Madge volgde haar en spiedde de gang af om te zien of er iemand in de buurt was; toen leunde ae over de ballustrade en keek Irene na, die de trappen afging en de hall door liep. „Ik zal Je komen opzoeken." riep ze nog maals gedempt. „Denk er aan, dat ik je belolte heb. Je gaat uit eigen vrUe verkiezing; je zult niet terugkomen.” Irene schudde het hoofd. Boy en Wlm, die inmiddels verloofd «Un. hebben nooit begrepen waarom Zus de vriend schap zoo plotseling verbroken beeft. In den kunsthandel O. J. Nieuwenhuixn Segaar. te Den Haag, zal van 23 October tot 21 November 1935 een tentoonstelling van oude kunst gehouden worden, alwaar schilde rijen van Abrahsun van Beyerrn, Quiryn Brekelencam. Jan Bueghèl. Cornelia van Haarlem, Aelbert Cuyp, Gerard Dou. Aert de Gelder. Jan van Goyen. Egbert van Heems kerk, Bartholomeus van der Helst. Jacob Jor- daens, Willem Kalff. Jan Lievens. Aert van der Neer. Adriaen van Ostade. Pieter de Put ter. Jacob en Salomon Ruysdael en Adriaen van de Venne geëxposeerd zullen zUn. leidster gave. De spreker besluit voor den geest te roepen het beeld van de echte moeder. Wat zal er van den man worden als hU niet meer den steun vindt van de vrouw, als de vrouw haar taak vergeet? HU zal zeker niet met den Jongen Hin doe kunnen seggen die 's morgens zUn moeder begroet: „OU zUt mijn God en de weg die leidt naar God." In die kleine gevallen, die voor het Kanton gerecht ter sprake komen, ziet men het alie- daagsche ParUs weerspiegeld zooals het lüdt en leeft Dezer dagen kwam een „zaak” aan de beurt, die wel door een humorist kon zUn uit gedacht als cabaret-scène. Maar het was niette min een gewoon ParUsch filmpje, geschied op de Square des Epinettes. Hier stond enkele weken geleden een schilder, een kunstschilder wel te verstaan, en werkte. De herfst is nog mild genoeg om stadsgezichten te schilderen, trouwens ook de winter kan de viut van de artlsten niet geheel verlammen; op menlgen zachten winterdag vindt men ze. ingebakerd tot aan den neus, met biauwroode handen aan het werk op Seinebruggen of boulevards. Doch de zon scheen nog, en de voorbUgangers gunden zich nog een minuutje om over het wordende stadsgezicht te discussieeren. Een huisschilder, die in een naburig perceel aan het werk was, kwam ook eens kUken en spaarde niet de kritiek. Door deze welsprekend heid geërgerd, wees de kunstschilder erop, dat hU zich geenszins de collega van een huisschil der gevoelde, waarop deze laatste, in zUn be roepseer gekrenkt, antwoordde: ,Jk ben even goed een artist, noemt zich een paysagist (landschapsschilder)Tik ben een animalier (dier schilder)”. En ziedaar, een vlekkeloos witte terrier ging zUns weegs en voor de voeten van den dierschil der voorbU. Deze greep toe en verdween met het dier op zUn steiger. Toen eenige minuten later de ongelukkige terrier aan de handen van den „dierschilder" ontsnapte, was hU in een zebra veranderd, een verbluffend gedierte, dat niet naliet de blikken van de voorbUgangers tot zich te trekken. De paysagist lachte, de omstanders lachten, de huisschilder was tevreden en beklom opnieuw «Un steiger. Doch de arme kleine zebra bereikte zUn woning, en moet zUn eigenaresse wel een zenuw schok hebben bereid. Want onmlddellük Ulde zU. met een paraplu gewapend, de straat op om den dader te straffen. Niemand wist haar eenige aanwUzing te geven, totdat een winkelier haar mededeelde: een schilder daarginds op w w w-» AT* KT KT op dit blad lijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen T? *7 E /I MJ levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door 17 *7 C bij een ongeval met E* O C bfj verüee van een hana Al *1 «F*. A IN F1, o ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen F wUs" verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen F doodeUJken afloop mMvFs een voet AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 3