aan
Met twee kameraadjes op avonturenreis
H
goed-emderhouden tuinen achter de statige
heenenhutzen van de deftige rUkeluisgracht.
dm iaq
.11
Peel-ontginning
O
I
I De Dubbelgangster I
tl
I
Boulevard-Zebra
f
RASSENKWESTIE
MAANDAG 28 'OCTOBER 1935
Hoe zal het worden?
•r
VEfl
I
De plaats der vrouw
In de moderne wereld
Luchtbescherming
Quiryn van Tiel
Oude Kunst
Bllllllllllllllllllllllllllil—
N
I
f
Manke Jan
t
-
op
i
■chen
HERMAN KRAMER
iiiliiiiiiiiiiininmmiiHniniiin
zen
w:
op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen
fi
le
ol
HOOFDSTUK XXII
(Wordt vervolgd)
eu
ft:
door Charles Garvice
de
in
I
I
de ontelbare, In het zonlicht dan
tot jes. mg hij lijnrecht in het hart
Ita-
liUtaire
borgen
irveerd
en be-
serlyke
«een
ibsl
bot-
►or
55
tb
00
J2.
of
50
BT
Bt
2.
tril,
rdarr.
nst.
1
rette
ren:
70,
kal-
kr
55.
►n:
Aan-
1—51.
icht-
per
kw.
itere
stuk,
sch-
ware
r kg.
ik. 3
sn.
ndel
lan
ter:
Jzen
il.
t.
0.
0.
m:
le
ien
.80,
kg
I
1.30
rbot
ent,
'on-
ent.
her
ent.
-10
.50.
nde
H eenige venster van de achterkamer in
de volkswoning, waarin Manke Jan z^n
ambacht uitoefende, gaf uitzicht op de
tuinen achter
1 is te
In op-
n naar
Het smalle straatje liep evenwijdig met de
breede gracht, de indrukwekkende txxxnenrQen,
het kabbelende slngelwater en de boog och
verheffende wnonhuiaen der voorname stede
lingen, wier tuinen dch uitstrekten tot dicht bfj
de achterplaatajeg der woninkjes in het binnen
straat Je.
Vele dier tuinen werden door een omheind
stiped verbonden met een poortje, dat aan de
achterzijde in het straatje uitkwam, en dat
veelal benut werd als toegang voor leveranciers,
schoolkinderen en dienstpersoneel.
<>ri iMUUK-11 iu
het geboomte der
«o
K»
30
tg.
IOC
en
iln-
:en.
:ool
■ut-
en-
70.
100
Manke Jan, die in de even genoemde achter
kamer het beroep van sigarenmaker uitoefende,
was als vele lichaaimgebrekkigen niet sterk
van gestel; de regelmatige, dagelijks terug-
keerende gang naar en van de fabriek was hem
allengs te zwaar en te vermoeiend geworden.
Maar, eenmaal rustig op den stoel voor zijn
werktafel gereten, was hij een van de vlugste en
bekwaamste vaklui in zijn branche, en zoodoen
de eras het hem niet moeilijk gevallen voor de
door hem aan huis gefabriceerde tabaksproduc
ten regelmatig gemeden aftrek te vinden.
Manke Jan was dus wat men in vaktermen
een thuiswerker noemt, en hij was er een van
de bovenste plank.
En ook deze thuiswerker bezat behalve zijn
toewijding en liefde voor sfjn beroep een lief
hebberij, een hobby, waarvan de beoefening zijn
sigaren fabricatie aan huis geenszins in den weg
stond. Integendeel, zij was er aeer goed mee
vereenigbaar, en zijn werk en zijn liefhebberij
konden zeer wel als het nuttige en aangename
tegelijkertijd worden waargenomen.
Want Manke Jan was een wijsgeer, een op
merker en een criticus.
Terwjjl de wikkels, de omblaadjes en de dek
kers, zijn schaar en zijn stelen door zijn vin
gers vlogen, wierpen zijn oogen even zoovele
malen schuin bovenuit de omlaaggezakte brllle-
glazen een zUdellngschen blik in den tuin van
zijn overbuurman. HU ving er zijn indrukken
op. verwerkte ze tot conclusies en dwars door
de ontelbare, in het aonllcht dansende tabaks
stofjes tuurde hij zijdelings naar de achter
schijnbaar doelloos gedoe verborgen handelin
gen. en rechtstreeks midden in het hart van
de dochter 'des huiaes. Boy.
Dien naam van Boy had h U haar maar ge
geven. HU wist heel goed dat zU een deftigen
meisjesnaam droeg, maar voor hem. voor zU'1
bespiegelenden geest, die zich van alles en allet
een eigen indruk maakte, was ze in haar spor
tieve, jongensachtige vlugheid, in haar dolle
draaf- en klimpartijen nooit anders dan een
jolige, ronde kwajongen geweest, die met kie
zelsteentjes naar «Un ruitjes smeet, hem onge
geneerd bU sUn voornaam noemde, en hem
somtijds, zonder dat hU er zich door gekwetst
voelde. vrooiUk toeriep:
.Dag Mankte!"
Nu was zU al wat ouder geworden. Er was
meer kalmte en bezadigdheid in haar bewe
gingen te bespeuren, haar gang en kleedlng
werden gemetener en voornamer en de Jonge
lui. die hü in den tuin om haar heen zag. be
gonnen meer op heeren te gelUken.
Maar voor hem bleef ze Boy.
eer zoo rechtstreeks van den kapper of kleer
maker scheen te komen.
En Manke Jan zag nog meer.
Dwars
eende tall
van Wlm en van Boy. HU had er gezien wat
daar gaande wws, nog vóór Wlm en Boy het
zichaelf bewust geworden walen....
Maar tegelijkertijd had hU den naijver ge
zien, de niet te gei kloppen afgunst van Zus.
Schuin boten de onila aggvnchoven brilliglawn
had hU Zus’ nijdigen blik opgevangen, toen Wlm
en Boy tezamen, de hoofden dicht bij elkaar,
in bun broeikas de roaen etizorgden, toen Boy
juichend Wlm gewtaui had op "n uitboetenden
knop, op het prachtige resultaat van hun gr>~
zamenUjke, moeitevolle poginwen.
Dien avond had Manke Jan sljn venster on-
boog gesel
HU genoot
zijn rust, vi
herfsttinten
nder auspiciën van de Vereenlging voor
Fransche Katholieke Cultuur (Amitiés
catholiques franchises) sprak onlangs in
Pulchri Studio Père Doncoeur 8. J. over: Le
róle de la femme dans le monde moderne.
Steunend op de gegevens van de Genesis, be
lichtte de spreker de speciale geestelijke struc
tuur van man en vrouw. Den man. die door den
Schepper gemodelleerd werd uit de aarde, ziet
hU als den sterk met de aarde verbondene: den
bewerker van den grond, den onderwerper van
de stof door zUn arbeid, zijn denken, den on
dernemer, den avonturier. Naast hem, door den
Schepper geschapen uit zijn vleesch, staat de
vrouw met haar gevoel, haar subtiliteit, haar j
Intuïtie, hem,- den sterke, leidend.
We zouden in onzen tijd kunnen spreken
van: het verraad van de vrouw. De vrouw heeft
haar eigen plaats opgegeven en heeft meer ge
luisterd naar de stem die haar toefluistert: Je
zult als Adam zijn.
Anderzijds treft ook den man schuld, omdat hU
de vrouw miskent in haar waarachtige waarde
als behoorend bU den man. De vrouw als een
secondair wezen beschouwen is een beleedlging
den Schepper aangedaan, omdat deze aan de
vrouw haar eigen taak heeft gegeven: vorming
omliggende
tuinen en van de
vredige avondstil
te. die naar xUn venstertje omhoog stee^
Een bijna volslagen duisternis was infrilddete
ingetreden, en Manke Jan stond op. Hij sloot
zijn venster, staakte sjjn wUsgeerigv bespiepe
lingen over wat hij gezien, geboord en gedacht
had en wilde zich ter ruste begeven.
Doch plotseling hoorde hjj een zacht, doch
duidelijk waarneembaar gekraak van het poortje
ter zóde van zijn huisdeur, dat toegang gaf
tot den tuin van Boys vader....
Voorzichtig zich verbergend achter het gor-
dUn van zijn kamervenster. zag hU oen manne
lijke g est site langzaam langs het omheinde Zij
paadje voortschuifelen
Toen de man den ingang van de broei
kas onder zUn venster genaderd was. herkende
hU ondanks de bijna volslagen duisternis, dui
delijk de gedaante van Zus.
HU zag hoe Zus langzaam op de teenen na
derbij schuifelde, de deur van de broeikas open
schoof en erin verdween....
Manke Jan filosofeerde niet langer
Hier vielen geen bespiegelingen te houdend
Hier diende gecombineerd te worden en ge
volgtrekkingen gemaaktHier moest gehan
de ld worden!
Met een lenigheid, die men achter zijn ge
brekkige gestalte niet vermoed sou hebben,
liet hU zich snel uit zUn venster omlaag glijden.
Manke Jan deed zijn sprong en kwam te
recht vlak voor den Ingang van Boy's broeikas.
HU trapte de deur open, sprong naar binnen,
greep den indringer in den nek, die hevig ver
schrikt een mes, waarmede hU juist een uit
bottenden rozenknop genaderd was. uit de hand
liet vallen.
.Maak dat je Mer wegkomt, nijdast Als je
aan Boy of aan haar rozen komt; kom je aan
mU....! Buit, aeg Ut jel B> waag het niet ooit
nog een voet In dien tuin te settent”
de Square des Epinettes heeft het gedaan. Op
deze wjjze veroorzaken eerlijke, doch slecht
geïnformeerde getuigen de grootste catastrophes!
Want natuurlUk haastte zich de diep getrof
fen dame het plein op en vond daar den
kunstschilder. Zonder verdere verklaring gaf
zij hem eenige flksche oorvijgen en stiet daar
na haar paraplu door zjjn doek heen.
De schilder op zijn beurt stroopte de mouwen
op en de dame zou ongetwijfeld de wraak der
beleedigde Kunst dubbel en dwars ondervonden
hebben, als niet de verkeersagent zijn post
hadde verlaten en tusschenbeide ware getreden.
Het kostte veel moeite de partijen tot bedaren
te brengen en de dame te verklaren, dat er
twee soorten schilders zUn
De schilder echter maakte een goede zaak.
Voor twee oorvijgen en een half stadsgezicht
eischte hU vUfhonderd francs, en kreeg ze ook.l)
De terrier woonde het geding bU, nog steeds
aan een zebra herinnerend. En thans wordt de
„dierschilder” gezocht, om zUn deel aan de
affaire te boeten.
1) Geen kwade prijs in deze benarde tijden!
Eindelijk echter werd Piet zoo vermoeid
dat hU niet verder kon en Hermann besloot,
hoewel ae nog lang niet in veiligheid waren,
om wat te rusten. Ze vonden daartoe een
geschikte gelegenheid in een soort rotshol.
De eerste bijeenkomst zal warden gehouden
op Donderdag 31 November aa. te 8 uur mm.
in een der zalen van den Dierentuin. Het
programma voor dezen avond aal nog nader
worden bekend gemaakt.
Voor leden en begunstigers zullen op ver
toon van de lidmaatschapskaart plaatsen
zUn gereserveerd, terwijl voor zoover de ruim
te het toelaat, ook niet-leden welkom sullen
zijn.
De zeiljachten en kruisers worden tijden» het winteraeieoen veilig opgeborgen; cp
stellingen steunend wachten zij tot het voorjaar weer zijn intrede gedaan heeft
van den geest en de intelligentie van het kind,
Ictdctcr van den man door haar intuïtieve
woorden neer. „Ga daarheen naar dat
adres. Zeg aan de vrouw aan de <amer-
verhuurster dat dat ik je gestuurd heb.
Ik zal Je komen opzoeken een regeling hef
fen
Irene nam het strookje papier gewillig aan
en stak nogmaals haar hand uit.
Madge raakte ze vluchtig aan; toen wees ae
naar Irene's hoed.
„Dieper in je oogen.” beval ze, met een
stem waarin een vreemde klank van triomf
lag.
Irene
Alt men ziet wat men in Duttschland
Thans op dat gebied beleeft.
Lijkt ’t of bij beschaafde staten
Elk zjjn rassenkwestie heeft.
Want ook ’t volk der Abessijnen,
Om beschaving hoog geroemd.
Zit te kijken met wat men daar
Ginds de Rassenkwestie noemt.
Zelfs de Negus heette vroeger
Heel eenvoudig ook maar Ras,
Dat was voor den tijd, waarin hij
Sterke Leeuw van Juda was.
Maar nu heeft hij nog te maken
Met de Rassen in zijn land,
Waarvan hij niet juist kan zeggen
Waar ze staan, aan welken kant.
Eén, Ras Koeksa, 't klinkt toch
lekker!
Heeft de keizer omgedoopt
In Ras Kaffer, daar hij zoo maar
Naar Italië overloopt.
Maar als troost is er Ras Seyoem,
Die zijn ras niet houden kan.
En maar smeekt: laat ons beginnen,
Want ze vliegen er op an!
Eén Ras is er ongetwijfeld
Wel de lieveling van 't publiek.
Zelfs zijn naam klinkt voor den hoorder
Dadelijk al sympathiek;
Als je kijkt naar den kalender
Wordt er menigmaal gebromd
Lieve deugd, ik zou wel willen
Dat Ras Kassa maar ras komt!
Maar dit alles is dra vergeten als we weer op
den grooten weg staan, die ons naar De Rips
zal brengen De Rips laat ons zien, hoe 8t. Jo-
zefpeel eruit kan zien over een tiental jaren.
Langs den weg ligt het, ongemerkt komt ge er,
want het is verborgen tusschen de bosschen,
die aan dit dorp een ongemeene bekoorlijkheid
geven. Een kerk, een pastorie en een vrU groote
school vormen de kern van dit dorp, dat in kor
ten tUd sterk uitgegroeid is. ElgenlUk is het
riet juist te zeggen, dat de andere dorpen er
over eenlg-n tUd zullen uitzien als De Ripa; zU
suilen beter zijn, want zU zullen hebben, wat
De Rips mist, nJ. een dorpsplein, een meer
echte dorpskern, waaromheen zich alles groe-
peeren kan. ZIJ zullen meer echte Brabantsche
dorpen zUn. dan De Rips is geworden. Maar
zooals dit dorp daar ligt, een tiental jaren te
rug nog langs een zandweg, thans langs een
grooten asfaltweg, verscholen tusschen de bos
schen, zoo kunnen na jaren de andere dorpen
die nog aan het groeien zUn, ook liggen in .De
Peel”, die op deze wijze hoe langer hoe meer
van zijn eenzaamheid zal verliezen.
Een nieuwe serie werken van Quiryn van
Tiel, getiteld „De Zomer” wordt van 26 Oc
tober tot 14 November geëxposeerd in de
Kunstzaal van Lier, Rokin 126 te Amsterdam.
de deur gewezen en zichzelve haar voorrechten
verzekerd.
Ze draaide den sleutel in het slot om en
wierp zich in den stoel, waarin Irene bU bet
vuur gezeten had: ze leunde achterover,
strekte haar voeten uit en warmde ze lui en
welbehaaglijk Maar ze had geen rust; ze
wilde iets doen, dat haar zou helpen, haar
nieuwe positie ten volle te beseffen.
Waarom sou ze niet regelrecht naar de
bibliotheek gaan, den graaf tot een onderhoud
dwingen en van hem eischen. dat hU naar als
zUn wettige dochter erkende? Ze besloot, haar
ontmoeting met hem haar vadert uit te
stellen tot den volgenden morgen, tot Irene
geheel bulten zijn bereik sou zUn.
Plotseling scheurde re met één ruk haar
jurk uit het bescheiden zwarte Jurkje, dat
wees op dienstbaarheid en fatsoenlUke armoede
en smeet het op den grond met een ge
baar van afschuw en minachting. Ze greep een
flesch toiletwater, schudde haar haren uit en
waschte ze. De gele verf kleurde weldra het
water. Ze droogde het haar, nu een zwarte,
zUig krullende massa, trok een scheiding in het
midden zooals Irene droeg en drukte er met
handige vingers de golven in. Toen deed aa de
japon aan. die Irene had uitgetrokken ae
was nog warm Ze koos een diamanten hanger
en knipte dien om haar ronden, witten hals,
vlug, met onultsprekeUJk genot; ae schoof ring
na ring aan haar vingers, tot ae overladen
waren met glinsterende steenen en sloot de
kostbare braceletten om haar armen.
Toen, en niet eerder, ging ae zich bekijken in
'US,
>rdam:
Trom,
leaux:
xburg;
nd. s.
Pen-
Tn-
>m.
Goole.
1 My.
kolen,
enter
srtbe-
Coen-
Hermann scheen den weg goed te kennen,
want In het donker liep hU stevig door,
waarbij Piet hem aan zijn jas vasthield.
Wletje lag veilig in de armen van den groo
ten man. Het hart klopte Piet in de keel. Wat
een avontuur.
ir kort geleden was ae als ondsr-
.1 dit huis gekomen, als een beter
soort dienstbode; vanavond had ae ontdekt, dat
ae de dochter des huizee was, hield ae de
schrlftelUke bewUeen daarvan in haar handen,
en had ze, om zoo te zeggen, haar meesteles
Madge's triomf was zóó plotseling, zóó onver
wacht en zóó volledig geweest, dat het haar
bijna bedwelmde.
Nog mafir
geschikte in
Wé g»an v«n Deume den weg op naar Mll-
I hees. De BiP« en Oploo. een weg, die een tiental
I jsren terug nog niet bestond, een zgn. wegschap-
I Mg. Een wegschap is een Instituut, dat opge-
I richt is naar analogie van een waterschap, dat
I mi VOOT het onderhoud van een weg en dat
I ft kosten voor het aanleggen en onderhouden
I WE den weg betaalt. We komen in een bosch-
I rijke streek en het ziet eruit, of het altUd zoo
I js geweest. Doch dit is ’t niet. Met eenige over-
I éiivlng kunnen we zeggen, dat vUf en dertig
jssr geleden in De Peel nog geen enkele boom
I suad. We blijven niet lang op den grooten weg,
I niasr slaan al vlug weer een züweg in, die dwars
I ooor de bosschen loopt. Ergens staan we stil
I en loopen 'n eind een nog «malleren weg in langs
S a door een dicht gemengd bosch.
I pe heer Houtzagers vertelt hoe dit bosch ont-
I suan 15. „Vroeger was hier hei; we zijn met
I den aanleg van het bosch begonnen door er
I cennen op te planten. U kent ze wel, die kleine
I dennenstammen. Men verwijt ons wel eens, dat
I »|j bet natuurschoon hier vernielen, omdat wU
I de hei laten verdwijnen en er dan van die kleine
I dennenboomen op zetten. Dat vindt men leeljjk.
I ft ook; ik weet wel. dat het leelijk is. maar
I men vergeet, dat we op een grond als deze geen
I behoorlijken boom kunnen laten groeien, als we
I dien grond niet eerst geschikt maken voor
I loofboomen door er naaldhout op te zetten. Als
I clt groot genoeg is, wordt de grond tusschen
I ót boomen oppervlakkig bewerkt en gooien we
I er eikels op. waartusschen in den regel nog wat
I jenge Douglas wordt geplant ter verkrijging van
I meerdere menging. Dan krUgt u dat ópschietend
I hout. Dat laten we aan zijn lot over, want de
I natuur zorgt er zelf wel voor, dat de sterkste
I exemplaren blUven bestaan, die kunnen op-
I groeien tot hooge boomen. Zoo krijgen we hier'
I verkelUk mooie boomen.”
i Wie ooit de kanten van De Rips uitkomt, zal
I dit zelf kunnen zien. De bosschen, die hier staan.
I zftr alle aangelegd door de Ned. HeidemU-, die
I van dit stuk van Brabant een der mooiste plek-
I ken heeft gemaakt. Enkele kilometers rUden
I wc door de bosscheó. hier en daar op een enkele
I plaats onderbroken door een stuk grond, dat
I niet zoo schraal was en waarvan men een weide
I toeft gemaakt.
We hebben nog een heelen tocht voor den
I boeg, want we moeten nog naar 8t. Jozefpeel;
I een nieuw dorp onder de gemeente Boekel. Er
I la een weg heen, maar vraag niet, wat voor een.
I De aarden baan van den prlmairen weg van
Grave naar Helmond is aangelegd, maar meer
I ook niet. Zoover gjj kijken kunt, ziet gij voor
I g liggen den weg, met rechts een vlakte, met
I hnki een vlakte, waar hier en daar een boer-
I derij staat van een Jongen boer, die zich hier
I met zijn gezin heeft gevestigd om een nieuw
I bedrUf te stichten. Het rUden over deze aarden
I baan is niet zoo simpel, als wij dit hier kunnen
I «chrUven. We schokken en springen door de
I karresporen; soms moeten we opletten, dat we
I niet vastloopen en soms spat de modder meters
I ver weg. En nu was de weg nog tamelijk goed.
I omdat het lang droog weer is geweest, maar
I wat moet dat in den winter zijn. Maar we
I komen er. Waar de eene zandweg den anderen
I kruist slaan we links af en voor ons ligt een
I kerkje, dat we al in de verte uit den nevel naar
I voren hadden zien komen: St. Jozefpeel.
J Hier is het eenzaam. Vier gezinnen wonen er;
I de hoofdonderwijzer, de bakker, de caféhouder
I eu de ambachtsman. De pastorie zUn ze nog aan
I het bouwen. Er is een dorpsplein aangelegd. Aan
I den eenen kant staat de kerk, daar tegenover
I de school, aan den derderi k«nt de pastorie tn
I canbouw en daartegenover bet huls van het
I schoolhoofd Het is wat nevelig en wat mistig,
I zoodat de boerderijen, die er rondheen staan,
I uren en uren veraf lijken als onbereikbaar. Tus-
I Khen de gebouwen door kijkt ge naar den
I ehzlchtbaren horizon, kijkt gij uren ver zonder
I Wilg leven te ontdekken; alles is somber op
I dezen guren. neveligen dag. Hier is het eenzaam.
I Maar dit alles zal veranderen. Hoe anders
I zou dit zijn, als hier wat bosch stond. Met den
I sanleg ervan is men reeds begonnen, en voor
I het een tiental jaren verder is, zal deze streek
I een ander aanzien hebben. Ook leven zal er
I meer zUn. want als het een keer zoo ver is. dat
I een kerk en een school is gebouwd, dan gaat
I de rest hoe langer hoe vlugger; dan komen er
I dra meer menschen in het dorp en In de kom
I van de gemeente wonen. En als het zoover
I komt, .dat de wegen van het streekplan worden
I Ultgevoerd. dan is dit dorp verlost uit zijn
I verlatenheid, want dan is het langs verschil-
I lende kanten te bereiken met autobussen en
I vrachtwagens.
We gaan terug langs dezelfde aarden baan,
I die we zUn gekomen en we gaan een streek
opzoeken, waar ook een dorp aan het groeien
I fc, doch waar van dit dorp nog niets is te zien
I dan enkele boerderUen langs een zandweg. Het
is de stichting „Peelontglnning”, waar de ont-
rnnlng van 400 H.A. worden gefinancierd door
den N.C.B. en door de Boerenleenbanken. Eén
boerderij is al wat ouder; die van den vroe-
geren bedrUfsboer. Rond zijn huls heeft deze
man wat boomen laten groeien; hij wilde iets
hebben om tegenaan te kUken, om niet verloren
te gaan in de eindelooze verte. Hier is het nog
eenzamer dan in 8t. Jozefpeel; een paar honderd
meter voorbU den bedrUfsboer houdt de weg
op en begint de wildernis, waar zelfs deze auto,
de toch dag aan dag dwars door het land moet,
ons niet doorheen zou kunnen trekken.
En toch hebben we het wildste van den tocht
I nog niet gehad. Zooals in het lage gebied een
reservaat bewaard zal blüven met vennen en
plassen en veen, zoo zal ook in het hoogere
Onder de jongelui, die bU zUn overbuur over
den vloer, over den tuin kwamen, waren er
twee, die de büzondere belangstelling van den
toezlenden. fllosofeerenien sigarenmaker gaan
de maakten.
Een van hen heette Wlm. Tegen dien naam
had Manke Jan geen bezwaar. HU was een ge
zonde, ronde Hollandsche jongen, flink uit de
kluiten gewassen, met een open, vrijen blik, die
z'n krullebol liefst tn den wind liet wapperen.
Nog niet zoo héél lang geleden had hij met Boy
eigenlijk meer gevochten dan zwaarwichtige
discussies gehouden, en ook nu nog stond zUn
gezicht slechts ernstig, als hU Boy achter iu
den tuin, dicht onder het venster van Manke
Jan. in een broeikas behulpzaam was met het
binden, snoeien, bespuiten en verzorgen der
kasrozen, die ze gezamenlUk kweekten.
Behalve van de rozenteelt, waren de jongelui
ook hartstochtelUke liefhebbers van de zeil-
sport, waaraan volgens de door Jan opgedane
ervaringen nog een derde gegadigde meedeed.
Deae derde in het pact van drie had bü on
sen wijsgeer al heel spoedig den naam van
,^us” gekregen. Want, terwijl Boy en Wftn tn
hun ongekunstelde manieren, bewegingen en
kleeding nog steeds den indruk van echte na
tuurkinderen maakten, vertoonde de derde in
ZUn verschUnlng en ulterlUk. door de overdre
ven correctheid van zijn steeds in de vouwen
gladgestreken pantalon. zijn onberispelijke
scheiding met leder haartje op z’n plaats. zUn
geaffecteerd stemmetje en gladde diplomaten-
strUkages Juist het tegendeel van een jongen,
rondborstlgen wildebras.
In zUn verbeelding zag Manke Jan hen be
zig in hun zeilboot op de plassen, hoe Boy en
Wlm, niet het minst zich bekommerend om re
gen of wind of golfgeklots, zich repten aan de
touwen van den mast en de fok en de zwaar
den in zUn verbeelding zag hU hoe Zus on-
getwUfeld een veilig beschut plekje achter het
roer of onder in de kajuit opeocht.
Goedgetrokken bleken Jan's conclusies bU hun
terugkeer, als de frlschheid van wind en gol
ven nog rond Boy en Wlm scheen heen te
waaien. terwUl Zus in zUn correct-zittend zell-
costuum en de zorgvuldig geplakte haren veel-
Madge bleef zwUgen, met over elkaar geslagen
armen.
„Waar ga je naar toe?” vroeg ze enkel.
Irene keek haar aan, alsof ze de vraag niet
goed verataan had; toen schudde ze het hoofd.
„Ik weet het niet. Het komt er «x* hleU
op aan. Ik zal wel ergens een plaatsje vinden
en werk.”
.Je bent je eigen baas; je kunt doen wat
je verkiest," zei Madge. ..Als Je werkeHjk weg
wilt gaan en misschien heb Je geljjk. mis
schien zou ik het in jouw plaats óók doen
dan moest je liever wat meer geld meenemen.
Hier!’»
Ze ging naar het kistje, dat Irene open had
laten staan, nam een paar bUoux uit hun étul's
en stak ze Irene toe.
„Neem die mee; je kunt ze verkoopen als je
geld noodlg hebt.”
„Nee." zei Irene. „Ik heb geld genoeg
Margaret." Plotseling werd ze verblind door
haar tranen. Met beide handen greep ae
Madge bU den arm en drukte dien kramp
achtig. „Wees goed voor hem. HU is «wak
en ziek; hu heeft veel verdriet gehad, heeft
nóg verdriet Je hebt het «elf gehoord. Weee
goed voor hem. Ik laat hem aan jou over.
Vergeef hem en houd van hem, zooals zooals
ik van hem houd!”
Madge week terug, bleek en met moeite
ademend, en Irene liep onvast naar de deur.
Madge sprong haar na en hield haai
staande.
„Wacht hier!” Ze ging naar het schrijf
bureautje en krabbelde haastig een paar
gedeelte getracht worden een circa 1000 H.A.
«root gebied als reservaat te bewaren in zUn
oorspronkeluken wilden staat met hei en water
partijen, waar nu de wilde ganzen in den trek-
f Ud nog komen en waar men nog goudplevieren
kan vinden Hier is nog niets ontgonnen, hier
heeft de mensch nog geen overmacht. Toch
coet dit gebied niet zoo somber en niet zoo
eenzaam aan, als het nieuwe dorp 8t. Jozefpeel
cn als de streek van ..Peelontglnning". Zou het
«Un, omdat we hier de natuur zien, zooals zü is
en omdat we hier geen verbinding hebben met
oen moelzamen strUd, dien de mensch strüdt
tegen den grond ten koste van veel zorg en
zweet? Een strUd. die ons onze kleinheid doet
beseffen en ons daarom eenzaam maakt, als
we niet met velen zijn?
als je me dien wilt geven. Och. Margaret, zelf
heb ik er geen.”
Madge nam haar achterdochtig op.
„Je hebt daar de kracht, het pit niet voor.”
zei ze smalend. „JU niet Je zult er spUt
van krUgen, terugkrabbelen, naar het gerecht
gaan misschien mU weer uit mijn rechten
trachten te dringen. En de heele wereld zal
Jouw partU kiezen en mU de indringster
noemen.”
Irene staarde haar aan. ontzet door zoo
veel hardheid, zooveel berekenend wantrouwen
Toen begon ze langzaam haar japon uit te
doen.
Gewoonte is machtig. Machinaal Hep Madge
gf> haar toe; maar ze bedacht zich plotseling
en bleef norsch staan toekUken. Voor het eerst
van haar leven zonder hulp, nam Irene een
eenvoudig reis-complet uit de kast en deed het
aan. Haar vingers trilden, maar Madge stond
met over elkaar geslagen armen en stak geen
hand -uit om haar te helpen Irene zette een
clochehoedje op. even eenvoudig en onopvallend
als het costuum; toen ging ze naar het kleine,
met fluweel bekleede ijzeren kistje, waar ze
haar geld en Juweelen bewaarde, en vulde
haar beursje met wat goudstukjes Madge volgde
al haar bewegingen zonder een woord te spreken
Met een zucht keek Irene om zich heen, toen
liep ze langzaam op Madge toe en stak haar
hand uit.
,Jk ga nu weg,” zei ae moeilijk. „WH je,
vóór we afscheid nemen om elkaar misschien
nooit meer terug te zien, niet tegen me zeggen:
„Zusje, ik vergeef Jeï.”
De vereenlging ^Loobtbescherming Den
Haag" aal van de widóermamildeii "gebruik
maken om propaganda- en instructieavonden
te organiaeeren en wel bU voorkeur in ver
schillende stadsgedeelten. Om de instructieve
werking tot baar recht te doen komen wor
den bijeenkomsten tn niet te grooten kring
het meest vruchtdragend geacht.
Als regel zal een bepaald onderwerp door
een spreker worden ingeleld, waarna de toe
hoorders in de gelegenheid zullen worden ge
steld tot bet stellen van vragen betreffende
de behandelde stof.
den grooten toiletspiegel en deed een stap
achteruit met een kreet van schrik. Het was
haar of Irene in levenden lUve voor haar stond.
Plotseling klonk een bescheiden klopje op de
deur. Machinaal, gedachteloos, met de vlotte
gehoorzaamheid van de ondergeschikte, draaide
ze den sleutel om en deed open. Terwijl ae oat
deed, hoorde ae een stem zeggen
„O. Juffrouw Warner, mag ik u even hebben
alstublieft?”
Madge werd bleek en begon over haar heele
lichaam te beven. Maar het was te laat om
zich terug te trekken; ze kon het meisje niet
de deur voor den neus dichtamUten. Ze bleef
staan, als aan den grond genageld, niet wetend
wat te doen. Het licht scheen vol op haar
gezicht. Lucy zou zien, hoe ze zich had opge
tuigd met de kleeren en Juweelen van haar
meesteres. Wr.t zou ze zeggen?
Het meisje deed een stap achteruit, toen ze
de schitterende verschUnlng zag.
„O. neemt u me niet kwalUk. my lady!**
stamelde ae. -Ik dacht dat u was uitgegaan:
ik wilde Juffrouw Warner iets vragen.”
Madge hield haar adem in. Het meisje zag
haar aan voor Irene! Ze waagde oen stouten
zet; al Madge's oude bravour kwam haar te
hulp in dit beslissend oogenblik. Ja. m zou
liet probeeren; alles op één kaart zetten
„Juffrouw Warner is plotseling weggeroepen,
Lucy," zei ze; Jemand van haar familie ia
heel ziek.”
M, als Ik Je toch maar aan het verstand
kon brengen, hoe ik er over denk!" riep ze
wanhopig. „Alles wat ik verlang, is stil weg
te sluipen, me te verbergen, me ergens te be
graven! W1 Je jne niet gelooven? Ik wil alles
opgeven zelfs zelfs zUn liefde!” Heftig
streek ze de tranen uit haar oogen. Jk zal van
avond nog gaan en ik geef Je de plechtige be
lofte. dat ik nooit terug zal komen."
Madge ging met een schok rechtop zitten en
keek haar strak en oplettend aan.
„En dat ik tegen niemand ooit met een woord
over over mUn vroeger leven zal spreken!
O!” Een gedachte was plotseling bU haar opge-
komen ZU brak af en stak de andere beide
handen toe. „Margaret, zusje. wU zullen van
Plaats verwisselen! JU zult mUn vaders dochter
Min, Lady Irene, en ik ik zal het leven
lelden van een onbekend meisje uit het volk
•on ondergeschikte."
-Je bent gek!” hUgde ze.
•Neen! Ik zal jouw leven leiden jouw
*ós leven! Ik zal je naam aannemen, als
Tegen den morgen trokken ze weer verder.
Hermann's gezicht stond zorgelijk. De ge
bonden schildwacht zou nu wel ontdekt zUn
en hun achtervolgers zaten misschien al
achter hen aan. Ze moesten dezen op een
dwaalspoor zien te brengen.
gehoorzaamde en verliet de kamer.
Madge volgde haar en spiedde de gang af om
te zien of er iemand in de buurt was; toen
leunde ae over de ballustrade en keek Irene
na, die de trappen afging en de hall door
liep.
„Ik zal Je komen opzoeken." riep ze nog
maals gedempt. „Denk er aan, dat ik je belolte
heb. Je gaat uit eigen vrUe verkiezing; je zult
niet terugkomen.”
Irene schudde het hoofd.
Boy en Wlm, die inmiddels verloofd «Un.
hebben nooit begrepen waarom Zus de vriend
schap zoo plotseling verbroken beeft.
In den kunsthandel O. J. Nieuwenhuixn
Segaar. te Den Haag, zal van 23 October tot
21 November 1935 een tentoonstelling van
oude kunst gehouden worden, alwaar schilde
rijen van Abrahsun van Beyerrn, Quiryn
Brekelencam. Jan Bueghèl. Cornelia van
Haarlem, Aelbert Cuyp, Gerard Dou. Aert de
Gelder. Jan van Goyen. Egbert van Heems
kerk, Bartholomeus van der Helst. Jacob Jor-
daens, Willem Kalff. Jan Lievens. Aert van
der Neer. Adriaen van Ostade. Pieter de Put
ter. Jacob en Salomon Ruysdael en Adriaen
van de Venne geëxposeerd zullen zUn.
leidster
gave.
De spreker besluit voor den geest te roepen
het beeld van de echte moeder. Wat zal er van
den man worden als hU niet meer den steun
vindt van de vrouw, als de vrouw haar taak
vergeet? HU zal zeker niet met den Jongen Hin
doe kunnen seggen die 's morgens zUn moeder
begroet: „OU zUt mijn God en de weg die
leidt naar God."
In die kleine gevallen, die voor het Kanton
gerecht ter sprake komen, ziet men het alie-
daagsche ParUs weerspiegeld zooals het lüdt en
leeft Dezer dagen kwam een „zaak” aan de
beurt, die wel door een humorist kon zUn uit
gedacht als cabaret-scène. Maar het was niette
min een gewoon ParUsch filmpje, geschied op
de Square des Epinettes.
Hier stond enkele weken geleden een schilder,
een kunstschilder wel te verstaan, en werkte.
De herfst is nog mild genoeg om stadsgezichten
te schilderen, trouwens ook de winter kan de
viut van de artlsten niet geheel verlammen;
op menlgen zachten winterdag vindt men ze.
ingebakerd tot aan den neus, met biauwroode
handen aan het werk op Seinebruggen of
boulevards.
Doch de zon scheen nog, en de voorbUgangers
gunden zich nog een minuutje om over het
wordende stadsgezicht te discussieeren.
Een huisschilder, die in een naburig perceel
aan het werk was, kwam ook eens kUken en
spaarde niet de kritiek. Door deze welsprekend
heid geërgerd, wees de kunstschilder erop, dat
hU zich geenszins de collega van een huisschil
der gevoelde, waarop deze laatste, in zUn be
roepseer gekrenkt, antwoordde: ,Jk ben even
goed een artist, noemt zich een paysagist
(landschapsschilder)Tik ben een animalier (dier
schilder)”.
En ziedaar, een vlekkeloos witte terrier ging
zUns weegs en voor de voeten van den dierschil
der voorbU. Deze greep toe en verdween met
het dier op zUn steiger.
Toen eenige minuten later de ongelukkige
terrier aan de handen van den „dierschilder"
ontsnapte, was hU in een zebra veranderd, een
verbluffend gedierte, dat niet naliet de blikken
van de voorbUgangers tot zich te trekken.
De paysagist lachte, de omstanders lachten,
de huisschilder was tevreden en beklom opnieuw
«Un steiger.
Doch de arme kleine zebra bereikte zUn
woning, en moet zUn eigenaresse wel een zenuw
schok hebben bereid. Want onmlddellük Ulde
zU. met een paraplu gewapend, de straat op om
den dader te straffen. Niemand wist haar
eenige aanwUzing te geven, totdat een winkelier
haar mededeelde: een schilder daarginds op
w w w-» AT* KT KT op dit blad lijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen T? *7 E /I MJ levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door 17 *7 C bij een ongeval met E* O C bfj verüee van een hana
Al *1 «F*. A IN F1, o ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeertngen F wUs" verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen F doodeUJken afloop mMvFs een voet
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL