ÏÏCétu&fiaal aan den dag
Met twee kameraadjes op avonturenreis
I De Dubbelgangster I
door Charles Garvice
De Britsche regeering en Belfast
D
Albert Vogel
pk
SF..1
I
DE MAYA-CULTUUR
VOOR DEN NEGUS
-
DONDERDAG 31 OCTOBER 1935
I
BESCHAMENDE
HOUDING
Albert Vogel
Expotitie gedenkteeken
Vondsten op Texel
Koper in het bloed
f
me te moeten «eggen.
WüiiiiiiiiMiiiiiin1!
9
r
Overblijfsels in
Honduras
t
\Het Maria-
beeldje l
i
t'
■Ngo^ het
Haar nog steeds aanstarend» richttg hU
A I I 17 A 17 ’Cl °p M**1 *0“ ingevolge de venekeringsvoorwaarden tegen C* ’TCZCI levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 ’TUA Mi ®en ongeval met C OKfl MJ vefflee van een bana
xa I jl jlTé aUxzl vil tJ ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen 0 CrxJe* verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodelljken afloop T mOws* een voet of een oog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
:'c.<
<b.
.grijke beteekenis voor de bloedvor-
I
0F-
Hermann door de
Voorzichtig
gluurde
HU ligt
HU
vaneen.
«PW
r
k
l
af. De paarden werden weer bestegen en het
zich verwUderend geluld van hoefgetrappel
kondigde aan dat de soldaten waren afge
trokken. Dat was een opluchting.
i
l
1
k
1
Plotseling stond een der soldaten op. trok
zUn sabel en stak deze in de kloof waar de
vluchtelingen zich bevinden. Dat was een
schrik. Gelukkig werd echter niemand ge
raakt. Wat zat ons drietal In angst.
Tegen den avond trokken de soldaten weer
struiken om te zien of het werkelijk waar
was, en even daarna waagde hü zich uit
zün schuilplaats. Even later kwam hU trl-
omfantelUk terug met een paar half volle
blikjes mei levensmiddelen, die de soldaten
hadden achtergelaten.
Lord Mersia ongesteld; kom onmld-
dellük Hotel Meurice. BARWELL.
der
hem,
geefs.
blU.
t
s s
nenlandsche Zaken van Ulster, die den 18 Juni
aangezien de onfrist toenam alle openbare
optochten verbood, en den 22 Juni dit verbod
Introk onder Oranglstlsche pressie. Mgr. Ma-
geean heeft dit bevestigd, maar hü sprak niet
van „Oranglstlsche pressie”, doch van de „dic
tation” van den Grootmeester der Orangisten
loge.
Katholieke oomlté’s, die onderzoek hebben in
gesteld naar de uitzettingen van Katholieken
uit hun woningen, hebben de volgende, tot op
October bügehouden resultaten verkregen:
514 Katholieke gezinnen, bestaande uit 2241
personen, zijn uit hun woningen gezet. Het
aantal hlerbU betrokken hulzen bedraagt 430.
•ET zün 73 hulzen verbrand. 688 elschen tot ver
goeding van schade, aangericht aan personen
en eigendommen, zün Ingediend.
Dit aUes staat vast. De bisschep daalde uit
den aard der zaak niet af In détails, maar wü
kennen die en zü zün hemeltergend.
1) De positie van Ulster Is een geheel andere
dan die van den lerschen Vrijstaat, die den
status heeft van een autonoom Dominion.
gingen het schemerige slaapvertrek
Daar lag de graaf. zUn gezicht aoo
als het kussen, de dlep-gegroefde Ujnen
zorg en leed duidelijker zichtbaar dan
Kort voordat de mannen van den veldarbeid
waren teruggekeerd, sloeg er een klop op de
buitendeur van de woonkamer-keuken en te
gelijkertijd met het binnengeroep van de we
duwe stampte Reindert naar binnen, die or-
middellljk met een „’navond" op een stoel voor
het fornuis neersmakte.
„Goeien avond. Reindert," zei de vrouw.
,,’t Wordt al vroeg donker, hè? Ze zullen zóó
wel komen!”
De snelste manier zou evenwel hierin bestaan
dat de sancties toegepast werden op Abesslnië.
Dan zou het conflict In drie dagen zijn bijge
legd, ofschoon de oplossing misschien niet een
rechtvaardige zou zijn. Maar de studenten spre
ken niet van rechtvaardigheid, doch alleen
van snelheid....
kenls? Deze vraag is In den laatsten tijd nader
onderzocht en daarbij bleek, dat het koper voor
de vorming van de roode bloedlichaampjes of
althans voor de roode kleurstof (de haemo-
globine) van belang is.
Verschillende onderzoekers hadden reeds ge
vonden, dat jonge ratten bjj langdurige voe
ding met de aan Ijzer zoo arme melk bloed
armoede krijgen. Dit kon niet worden voor
komen of hersteld door toevoeging van jjzer-
zouten alleen, maar wel Indien een spoor koper
aan het dieet werd toegevoegd.
Verder blijkt dat In het bloed altijd koper
voorkomt en wel in de bloedlichaampjes twee
tot driemaal zooveel als In de bloedvloeistof.
Na een bloedverlies bij konijnen neemt het
kopergehalte van het bloed sterk toe, zoodat
men aanneemt dat bij de prikkeling van de
bloedbereidende organen (het roode beenmerg)
koper In het bloed komt, dat dus vermoedelijk
een belani
ming beat.
Maar in ernst! De Oxfordsche studenten lub
ben besloten dat gevochten zal worden W>r
Negus en Abesslnië. Men sou dus verwachten
dat zij op deze platonische motie een praktisch
besluit hadden laten volgen. Nu, dit hebben zij
dan ook gedaan. OnmlddellUk na hun oorlogs
zuchtige motie namen zij een tweede resolutie
aan, waarbij besloten werd.... Ud van den
Vlootbond te worden? Neen, een UniveraltelU-
vredesraad te stichten.
weest u kalm, Lady Irene," zei de
Barwell, die een schuchter en nogal
itlg jongmensch was en geheel in de
de ziekte van zijn chef en de ont-
met
42
De halldeur stond open en deJMitler kwam
baar onmlddellük tegemoet met een smalle
enveloppe op een zilveren blaadje.
,JBen buitenlandsch telegram, my lady,” rel
hü-
Madge stond op het punt, het meteen open
te scheuren; maar plotseling herinnerde ze
zich, dat ze voorzichtig moest zijn en nam het
mee naar haar kamer.
Het telegram was kort, maar veelbeteekenend.
„De arme lieden, die zulke wandaden plegen,”
zelde de Blsschop verdraagzaam, „zijn onwe
tend, en worden ongetwijfeld gemakkelljk ge
leld en beïnvloed, maar des te grooter Is de
blaam, die op de leiders rust.”
En hij viel Lord Craigavon, den Eersten Mi
nister van Noord-Ierland, direct aan.
„Sinds een Parlement voor Noord-Ierland in
gesteld werd," zelde Mgr. Mageesn, „Is Lord
Craigavon steeds veeleer partijganger dan
staatsman geweest. Den 14 October 1820 zelde
Sir James Cralg gelijk Lord Craigavon toen
nog heette in verband met het pogrom (dat
toen plaats gehad had) tegen de Katholieken:
Ik meen, dat het slechts fair zou zijn indien
men thans ook mjj een vraag stelde, namelijk:
of ik, jongens, jelui optreden In het verleden
goedkeur? Ik zeg: Ja. Tot dit optreden (voegde
de blsschop hieraan toe) behoorde onder ande
ren, dat Katholieke arbeiders In de rivier de
Lagon geworpen werden, en dat men, terwijl
zij worstelden voor hun leven, wierp met stan
gen, klinknagels en andere voorwerpen; er be
hoorde ook toe een aanval op een Katholieke
kerk en het ln-brand-steken van een nonnen
klooster.”
Nadat de veldarbeiders hun honger en dorst
gestild hadden, spraken zij een dankgebed en
stopten hun püp.
De weduwe ruimde de tafel op, zette een
groote kan koffie op het fornuis en wenachte
den mannen goeden nacht.
Zij opende de kamerdeur en trad voorzichtig
op de teenen nader tot het bedje van haar
rustig-sluimerende lieveling.
In de handjes vond zij het bankpapier en de
brieven van haar manom de bloemstengels
voor het Mariabeeldje zag zij het lichtblauwe
lintje gebonden.
volkomen juist oordeel uitgesproken heeft. Na
tuurlijk is de Noord-Iersche Regeering verant
woordelijk voor de handhaving van wet en orde
in haar gebied. Ditzelfde immers heeft Mgr.
Mageean beweerd. Maar wat hij tevens beweerd
en niet alleen beweerd, maar ook bewezen
heeft is, dat Lord Craigavon’s Regeering dV>
verantwoordelijkheid verwerpt. Het is daarom,
dat hjj zich gewend heeft tot den Eersten Mi
nister, als hoofd der Britsche Regeering, die
mede-aansprakelük Is voor de wet van 1920. En
deze heeft geweigerd die aansprakelijkheid te
aanvaarden. HU heeft eenvoudig den brief van
den Bisschon ter behandeling gegeven aan het
boofd van «een departement, Sir John Simon,
en deze heeft als departementshoofd net
eenlge advies uitgebracht, dat hü uitbrengen
kon.
Mgr. Mageean heeft nog andere aspecten der
zaak te berde gebracht. HU heeft in de scherp
ste bewoordingen de aantUglng weerlegd van de
Noord-Iersche politici, die de Katholieken er
van beschuldigen deloyaal te zün. WU willen
hierop niet nader ingaan WU beperken ons tot
de houding, door Mr. Baldwin aangenomen. ZU
doet ons leed niet om de Katholieken van
Noord-Ierland, want men behoeft nooit mede-
lüden te hebben met menschen. die het recht
aan hun zUde hebben; maar zU doet ons leed,
omdat wU tot nu toe in Mr. Baldwin een der
rechtschapenste staatslieden gezien hebben» die
ooit aan het hoofd eener Britsche Regeering
gestaan hebben, en ook omdat wü van Engeland
houden, en dit land door zulk een noudlng
zwaar gecompromitteerd wordt.
Engelsche studenten leven binnen de muren'
hunner universiteitssteden, en aangezien in het
algemeen niemand vraagt naar de politieke en
andere meenlngen van aankomende jongelingen,
dringt er van al wat zU onder elkaar bespreken
zelden iets door tot het olwassen deel der
buitenwereld. Maar de .King and Country”-
motie werd maandenlang het onderwerp van
verwoede gedachtenwisseling, en was een der
factoren welke In de laatste jaren het nationa
lisme aangewakkerd'hebben In die kringen wel
ke. hoe gematigd ook, toch niet gediend zün
van antl-patriotisme.
Maar zoo Oxford al niet vechten wil voor
konlng en vaderland, het Is ten volle bereid
van leer te trekken voor den Negus en voor
Abesslnië. Op een drukbezochte conferentie van
studentenclubs en vereenlgingen te Oxford is
met een meerderheid van drie tot één een re
solutie aangenomen ten gunste niet alleen van
economische, maar ook van militaire sancties.
Er werd de nadruk op gelegd dat het door
voeren van militaire sancties de snelste manier
zou zün om een einde te maken aan bet Ita-
Uaansch-Abesslnische conflict.
Als de studenten van Oxford het zeggen, dan
zal bet wel zoo zün.
al naar gelang van het tUdsuur van zijn komst,
ruimde zü hem zelfs een plaatsje in aan den
disch bü de overige huisgenooten en zü verbood
haar zoons en knechts ten strengste Reindert
ooit op de een of andere manier hun minach
ting te toonen.
■j-w Una twee maanden geleden zond Mgr.
Mageean, de blsschop van Down en Con-
nor, het diocees waartoe Belfast, de
hoofdstad van Noord-Ierland behoort, een brief
aan Mr. Stanley Baldwin, waarin hU dezen ver
zocht een onpartUdige rechtbank in te stellen,
welke een onderzoek zou doen naar de oorzaken
van de antl-Katholleke woelingen, waarvan
Belfast sinds bet begin van Mei het tooneel ge
weest was. De blsschop legde er in zün schrij
ven den nadruk op, dat hü zich niet door poli
tieke overwegingen liet leiden.
„Ik schrijf als herder müner kudde. Ik richt
mU tot u als den hoogsten vertegenwoordiger
van het gezag, dat verantwoordelük is voor oe
Government of Ireland Act (van 1920, waarbU
aan de belde „lerlanden” hun tegenwoordige
atetus verleend werd) onder welker vlgueur het
schandalige pogrom plaatsgevonden heeft.”
De blsschop toonde aan, dat deze wet voort
durend geschonden wordt, aangezien er „felte-
lUk geen godsdienstige gehjkheid in de Zes
Graafschappen (dl. Ulster) bestaak” HU her
innerde eraan, dat Katholieken, alleen omdat
zü Katholiek zUn, uit hun betrekkingen ontzet
en uit hun woningen verjaagd waren. HU haal
de uitlatingen aan van leden der Ulster-regee-
rlng. De Eerste Minister had verklaard: „Wij
zün een Protestantsche Regeering en Ik ben
Orangist.” (De z.g. Orangisten-loges zün de
aanstooksters der antl-Katholleke pogroms). De
minister van Landbouw had gezegd: „Ik geef
allen in overweging geen Roomsch-Katholleken
In dienst te nemen, want dezen zün voor 99
proc. deloyaal:”
WU kunnen slechts de voornaamste passages
weergeven uit Mgr. Mageean’s schrijven, waar
van de conclusie luidde, dat „de (Noord-Ier-
sche) regeering in gebreke gebleven is, en In
gebreke blüft, de openbare orde te handhaven.
gelUk de bepalingen van de Government of
Ireland Act, van 1920, het elschen.”
Dit beroep oo den Britscben Eersten Minister
werd niet gedaan door den eersten den besten,
maar door den leider van het Katholieke volk
In de hoofdstad van een der vier landen, welke
thans het Vereenlgd Koninkrijk vormen. Toch
werd er door de Engelsche pers ternauwernood
eenlge aandacht aan geschonken. WU herinne
ren ons niet, dat één blad het de moeite waard
achtte uit het feit, dat de blsschop van Ulsters
hoofdstad het noodlg oordeelde zulk een stap
te doen, af te leiden, dat wat zich daar af
gespeeld had, zeker van hoogst emstigen aard
geweest was.
Ook ging de eene week na de andere voorbU
zonder dat men vemam óf en hoe Mr. Baldwin
het schrijven van den blsschop beantwoord
had.
Thans is Mgr. Mageean, de blsschop van
Down and Connor, te Londen geweest, waar hü
den Maynooth Bond van lersche Priesters In
Groot-Brittannië heeft toegesproken. In zün
rede heeft hü heel de geschiedenis verteld van
bet pogrom, dat den 13 April aanving, toen
een Orangist vier schoten loste op Mr. James
Madden, een Katholiek, op het oogenbllk, waar
op deze een tramwagen binnenging. In het be
gin van Mei, ter gelegenheid van bet konlnklük
jubllé, kwam het tot een algemeene uitbarsting
en wü clteeren thans de eigen woorden van
den blsschop „gedurende de volgende drie
maanden trokken Oranglstlsche benden nacht
aan nacht door de straten van Belfast, uitda
gende partijdeuntjes spelend, en begeleid door
volksmassa’s van de baldadigste soort, die de
Katholieken hoonden en uitjouwden. Dag aan
dag werd gedreigd met een algemeene actie
tegen de Katholieke bevolking, waarmede na
de Jubilé-vlering een aanvang gemaakt zou
woNlen. Den 10 Mei, toen de Hertog van Glou
cester Belfast bezocht, heerschte er zulk een
onrust, dat „curfew” (verbod tot betreding van
den openbaren weg na zonsondergang) moest
worden afgekondlgd.”
Dit laatste was een ware „onthulling”. Dat te
Belfast zulk een stemming heerschte op den
dag, aarop de Hertog van Gloucester, als ver
tegenwoordiger van zün vader, den konlng. er
zün Jubilé-intocht hield, is streng geheim ge
houden.
Veel van wat Mgr. Mageean verder vertelde,
was den Ingewüden reeds In hoofdzaak bekend;
desniettemin was het van belang de bevestiging
van zekere feiten te mogëh vernëidëb uit den
mond van een man van wien wü met stelligheid
weten, dat hü niets zeggen zal, dat hü niet ten
volle verantwoorden kan. Zoo hadden ook wü
reeds gehoord van de houding, aangenomen
door Sir Dawson Bates, den minister van Bln-
zich op een elleboog op, greep haar bü den
arm en trok haar dichter naar zich toe. Toen
hügde hü, met een vreemde, doffe stem:
„Ik ken Ik ken Hü snakte naar lucht,
trachtte de kracht te verzamelen om verder te
spreken. De anderen kwamen dichter om het
bed staan, de dokter onderstytnde hem.
Madge week zóó ver terug als zijn kramp
achtige greep toeliet, schrik en ontzetting op
haar wit gezicht, in haar wüdopengesperde
oogen.
„Ik ken haar," hügde de graaf. „Zü is mün
dochter
trachtte voort te gaan, worstelde met
geweldige wilskracht om nog één woord meer
te uiten; maar geen geluld wilde komen. Met
oen gebaar van wanhoop zonk hü achterover.
ZJjn lippen weken vaneen „Irene I zuchtte
hü nauwelüks hoorbaar. Er volgde een Intense
stilte: de dokter ging op Madge toe en nam
zachtjes haar arm.
.Alles is voorbü,” zet hü. „Gaat u mee.
Lady Irene. Uw vader heeft nu rust gevonden.
Hü heeft u herkend, tegen u gesproken; hü
wist, dat u naar hem toe waart gekomen. Da.
moet u een troost zün."
HOOFDSTUK XXV
In de prachtige, kamer, die men voor haar
gereserveerd had, zat Madge de uren na Lord
Mersia’s dood en trachtte haar toestand te
overzien. Wat ze had doorgemaakt, had veel
van haar zenuwen gevergd; maar wat haar
nog wachtte, zou nog veel zwaarder blijken
(Wordt vervolgd)
ff Jaar of twee geleden baarde de Oxford
Union, de beroemdste „debating society” van
Oxford, opalen door het aannemen eener
spreekwoordelük geworden resolutie, waarin
verklaard werd dat dit „Huis” (gelUk de tech-
nlscbe term luidt) niet zou vechten voor ko-
nlng en vaderland.
den trein van Calais voor uw ladyschap te
reserveeren."
dert
.Main
niet
ben”
Daarop liep de
vrouw voor een oogenbllk naar bulten, om een
paar eieren uit het kippenhok te halen.
Gedurende dat korte oogenbllk sprong Rein
dert snel overeind. Haastig schoof hü de tus-
schendeur naar de slaapkamer open, bukte zich,
sloop naar binnen, deed een greep in het open
staande, hem welbekende kastje om den hoek,
graaide In het leege geldtrommeltje.
Een verwensching siste hü tusschen de tan
den.
Reindert sloop ijlings terug en nam zün
plaats weer In op den stoel bü het fornuis.
Toen de vrouw weer terugkwam, stond hü
op en deed een paar stappen naar de buiten
deur.
„Blüf je niet eten, Reindert?” vroeg sü noo-
digend. „De anderen kunnen ieder oogenbllk
binnen zün.”
Reindert weifelde een oogenbllk, doch hü be
dacht zich niet lang en zei toen kort:
„Nee moeder, ik heb geen trek, Ik ga naar
bed.”
Hü strekte de hand uit naar de deurknop.
De vrouw hield zün arm tegen en zocht met
de andere hand In den zak van haar boezelaar.
„Zooals je wilt, Reindert.... maar hier, neem
dit dan!”
Zü gaf hem wat geld, waarop hü een woord
van dank mompelde.
Dan liep Reindert het erf weer af.
Toen de trein knarsend stilstond In het
Parüsche station, verscheen een neer aan de
coupédeur en nam zün hoed af.
„Lady Irene?” vroeg hü-
.Ja, Ik ben lady Irene,” zei ze.
„MUn naam is Barwell Ik ben secretaris
van Lord Mersia. Buiten staat een wagen.
Lady Irene. Ik hoop dat u een comfortabele
Ik durf zeggen prettige reis hebt gehad?”
„Hoe is het met mjjn vader Is hU erg
ziek? Ik heb me aldoor zoo vreeselük onge
rust gemaakt, münheer Barwell. Ik heb geen
seconde rust gehad. Is het hotel ver? Vertelt
u me toch alles. O, als we er toch maar vast
waren!”
„Toe,
heer
■enuwach!
war door
moeting met de mooie Lady Irene. „Lord
Mersia is ziek, maar naar ik hcop niet ern
stig. Hü werd gisterenmiddag ongesteld tijdens
een conferentie. Terwül hü sprak, zag ik hem
opeens even wankelen, maar hü verzette zich
tegen den aanval en ging voort met spreken
tot zün rede ten einde was; toen sloeg hü
plotseling neer en we brachten hem naar
zün kamer. Gelukkig werd de conferentie gehou
den in het hotel waar hü verblüf hield."
.MUn arme vader! Is hü bü kennis?” vroeg
sü.
Reindert wa« een boerenknecht, die vroeger,
Jaren geleden, nog gewerkt had In dienst van
den thans overleden landbouwer.
In den beginne had Reindert goeden wil en
nauwgezette plichtsbetrachting getoond, doch
naderhand, met het klimmen der jaren, waa hü
in verkeerd gezelschap geraakt, had zich me
nigmaal aan bovenmatig drankgebruik tebuiten
gegaan en was tenslotte, ondanks de herhaalde
waarschuwingen van zün goedhartigen werkge
ver, die overigens veel door de vingers zag en
hem jarenlang büna als zoon des huizes behan
deld had, noodgedwongen uit den dienst ont
slagen.
Sindsdien was het met Reindert snel berg
afwaarts gegaan en langzaam-zeker geraakte
hü meer en jneer aan lager wal.
B Hier en daar, te hooi en te gras, had hü nog
we! eens wat werk gevonden, maar het grootste
gedeelte van het jaar bracht hü door met dag
dieverij. landioopen en dobbelen In de dorps
herbergen en het was nu vrijwel zóó ver met
hem gekomen, dat nagenoeg niet één fatsoen
lijke boerenknecht nog iets met Reindert van
doen wilde hebben.
Maar de weduwe van den gestorven hofstedc-
eigenaar had een goedig, medelijdend hart.
Nimmer zou zü Reindert, als hü om een aal
moes bü haar aanklopte, zonder eenlge gave
in goed of geld hebben weggezonden. Dikwijls,
Wanneer nu een man als Mgr. Mageean een
man als Lord Craigavon feitelük aankiaagi voor
den Eersten Minister van Groot-Brittannië.
dan heeft ieder Brit, die trotsch Is op den vrij
heids- en rechtvaardigheidszin, welke de grond
slagen zün van de Britsche samenleving, het
recht te verwachten, dat deze Eerste Minister
tn vollen ernst op zulke aantügingen zal In
gaan. Niet alleen het belang van eenlge hon
derdduizenden Noord-Iersche Katholieken,
maar dat van het leele Britsche volk is ermee
gemoeid.
Wat heeft Mr. Baldwin, van wien een groote
roep van rechtvaardigheid en humaniteit ult-
saat, gedaan? Elndelük zün wü het te weten
gekomen. Mgr. Mageean heeft het ons ver
teld. Mr Baldwin heeft het verzoek verwezen
naar Sir John Simon, den minister van Btn-
nenlandschc Zaken, en deze is van oordeel, dat
de Regeering van Noord-Ierland verantwoor
delük is voor de handhaving van wet en orde
In het gebied, dat onder haar jurisdictie staat.
Met andere woorden: de Britsche Regeering
kan zich met de zaak niet inlaten. De status
van Noord-Ierland berust op een wet van het
Britsche Parlement. Een der voornaamste bur
gers van Noord-Ierland, leider en woordvoer
der van honderdduizenden lersch-Brltsche on
derdanen, klaagt de Regeering te Belfast aan
van schending der wet, d.wx. van schending der
voorwaarden, waaronder .een vorige Britsche
Regeering en een vorig Britsch Parlement bin-
nenlandsch zelfbestuur aan Noord-Ierland, bin
nen het kader van het Vereenlgd Koninkrijk 1),
toegekend hebben. En Mr. Baldwin, het hoofd
der Regeering, behandelt deze beschuldiging
alsof zü een klacht was van een of anderen
provincie-stedelUken ingezetene tegen zün bur
gemeester. Hü verwijst haar naar den minis
ter vafi Binnenlandsche Zaken Datgene, wat
In werkelükheid een kwestie is van algemeen
regeeringsbeleld, maakt hü tot een de par te-
ments-aangelegenheid. Wü mogen aannemen,
dat de eminente jurist Sir John Simon een
eens
Hü is nu bewusteloos; Ik
dat ik u verzekeren kan. dat
niet lUdt. Volstrekte rust is gebiedend nood
zakelijk. Het is mogelük. dat hü zóó nog
urenlang ligt; maar ook kan hü ieder oogen-
bUk U4 hewusUUn komen. Waaneer dat het
Ze herinnerde zich den naam Barwell
was een van Lord Mersia’s secretarissen.
Ze aarzelde geen oogenbllk en was volmaakt
kalm, onrust of verdriet kon dit telegram haar
niet bezorgen htir niet! Ze belde, en toen
Lucy verscheen, zei ze büna aUiteloos:
„Ik zal onmiddellljk naar Parijs moeten ver
trekken. Wil je mün toilettasch en een kleinen
handkoffer pakken en zeggen, dat over een
kwartier de wagen vóór moet staan?”
Op een terrein nabü Openen op Texel zün
scherven, beenderen en asch gevonden, die naar
het Gron. Biol. Archeologisch Instituut te Gro
ningen zün opgezonden. Dr. A. E. van Giffen,
directeur van dit instituut, deelde mede, dat
de scherven afkomstig zün van terpenaarde
werk uit het IMt-Romelnsch, doch vóór-Angel-
sakslsch tüdperk, en dat de beenderen afkom
stig zün van: a. rund van korthoornig slag
(Bos taurus brachyceros)b. varken, eveneens
van klein type als in terpen (Sus scrofa do-
mestlcus); c. schaap, als voren (Ovis palustls
aceratos)Het gevondene heeft zeer de be
langstelling opgewekt van dr. Van Giffen, die
spoedig persoonlük het terrein van de afgra
ving In oogenschouw zal komen nemen.
e herfst was in bet land.
De toren van de verre dorpskerk had
gerulmen tüd geleden vüf zware klok
slagen tot ver in den omtrek doen hooren, en
nóg hadden de veldarbeiders van de nabüge-
legen hofstede hun spaden en harken, hun
akker- en weldegerei niet uit handen gelegd.
Maar binnen. In de achter nog dlchtbeloo-
verd geboomte verscholen hofstede, was de
ruime woonkeuken der landbouwersweduwe
reeds In donkerende schemering gehuld, en het
groote fornuisvuur onder de kook- en braad
pannen met het dampende avondmaal voor de
straks huiswaarts keerende arbeiders ver
spreidde een roeslg-fantastlsch schünsel rond
om de naarstig heen en weer redderende
vrouw.
Kort tevoren had zU haar vierjarig doch
tertje in het aangrenzende slaapvertrek ter
ruste gelegd. Zü had haar schatje in slaap ge
zongen, in slaap gekust, het lampje voor het
Mariabeeldje van versche olie voorzien en de
door haar lieveling geplukte bloempjes In een
vaas naast het lampje geschikt. Dan was zü
zachtjes de kamer uitgeslopen, had behoed
zaam de züdeur tusschen keuken en slaapver
trek gesloten en repte zich nu weer met ernst
en toewijding aan de bereiding van het avond
maal voor haar zoon en de knechts, die weldra
met hongerige maag en het gebruikelüke ru
moer de keuken zouden vullen.
Zü ontstak de lamp, dekte de tafel en bü
het rumoerig geschuifel van de stoelen, die ze
recht zette, hoorde zü niet hoe daarnaast In
het aangrenzende slaapvertrek haar engeltje
voorzichtig de lakens en dekentjes van zich af-
schoof, dan behoedzaam uit het bedje kroop,
met zacht, büna onhoorbaar voetjesgetrippel
door de kamer naar het kastje bü de deur
sloop, de vuistjes om den ult-stekenden sleutel
knelde, de tandjes op de lippen beet en met
inspanning van al de kracht van haar mollige
armpjes erin slaagde het kastdeurtje open te
trekken.
Dan gluurde ze Overig met Ingehouden adem -
naar binnen tusschen het linnen en lüfgoed,
woelde met de handjes zakdoeken, sokken en
overhemden terzüde en wist na veel inspan
ning elndelük een blikken geldtrommel vrü te
maken, waarvan ze haastig het deksel omhoog
tilde. Vervolgens greep zü naar den inhoud en
haalde er in verhouding tot haar tengere vuist
jes een groot pak bankpapier en briefomslagen
uit, dat alles bü elkaar door een lichtblauw lint
tezamengebonden was.
Vlug trippelde zü nu, het bundeltje kramp
achtig in de handen knellend, terug naar haar
bedje, legde het vóór zich op het laken en be
gon Overig het lintje met vlugge vingerplukjes
los te trekken.
Nadat zü er na veel moelté in geslaagd was
het lintje geheel los te maken. ,llep ze er mee
naar den schoorsteen, waarop hoog boven haar
bereik het Mariabeeldje, het lampje en het rui
kertje stonden. Zü rekte zich op de blootc
teentjes omhoog, wist zich met de knieën op
een stoel voor den schoorsteen te werken, zü
strekte de armpjes uit, en toen het vaasje met
de zelfgeplukte bloemen onder haar bereik was.
bond ze vlug en handig het lichtblauwe lintje
rondom de stengels van de bloemen.
Daarop keek zü een oogenbllk. de armpjes op
den schoorsteenmantel steunend, met oogen
stralend van blüdschap en voldoening naar den
moolen. zelf gespannen strik.... zü vouwde de
knuistjes en prevelde stamelend:
„Wees gegroet, Maria, vol van genade....
Toen liet zü zich weer snel langs den stoel
omlaag glüden, trippelde terug, kroop in haar
bedje en viel weldra, vermoeid na dien langen,
moeitevollen tocht, in een zachten en vredlgen
slaap....
ns lichaam Is uit een beperkt aantal ele-
I menten opgebouwd. Van de metalen is
voor alles het i}mr als bestanddeel van
de roode bloedkleurstof bekend. De zeer nauw
keurige analysen, vooral van Fransche chemici,
hebben aangetoond, dat ook andere metalen,
os. koper, In het lichaam in kleine hoeveel
heden gevonden worden. Is dit hierin met het
voedsel aangevoerd en ergens achtergebleven
of heeft dit koper In binding aan andere stof
fen voor het organisme een 4>epaalde betee-
In de decoratieve omgeving van Ant. Molken-
boer’s atelier aan het Blüenburg te 's-Graven-
hage staat dezer dagen het gedenkteeken ten
toon, door vrienden en leerlingen gewüd aan
de nagedachtenis van Albert Vogel, den be
kenden voordrachtkunstenaar.
Bü de opening van deze expositie werd JJ.
Zaterdag een kort woord van herinnering ge
sproken door den voorzitter van het gedenk-
teeken-comlté, luit.-kol. jhr. J. Th. Alting von
Geusau, directeur van de Hoogere Krügsschool.
Hü bracht daarin hulde aan den overledene
als kunstenaar en als mensch en gaf In korte
trekken weer, hoe de gedachte en het ontwerp
voor het gedenkteeken zich ontwikkeld hadden.
Aan^den heer Molkenboer bracht spr. dank
voor zün groote bereidwilligheid tot advies en
zün medewerking bü het ontstaan van het
monument.
Tevens deed spr. mededeeling van de beslis
sing die genomen was ten aanzien van de plaat
sing ervan. Met goedkeuring van B. en W. zal
het een uiterst geschikte plaats krügen In het
plantsoen op het Frederik Hendrikplein, terwül
rondom het voetstuk een vüver zal worden aan
gelegd, zoodat het in zün opzet als fontein
aldaar ten volle tot zün recht zal komen.
Het gedenkteeken is uitgevoerd in beton en
Venetiaansch mozaïek en draagt tot opschrift
„O wond’re Macht van ’t Woord vol Majesteit”
(Vondel), terwül op het voetstuk staat vermeld:
„Albert Vogel 1874—1933”.
De eenvoudige openingsplechtigheid werd bü-
gewoond door de besturen van den Haagschen
Kunstkring en de Maatschappü ter bevordering
van de Woordkunst.
Lady Irene, dat hü bewusteloos Is.
onbeweeglük stil Schreit u niet. Lady Irene"
want Madge snikte achter haar zakdoek met
meesterlük nagebootste geluidjes. „Ik weet
zeker, dat hü geen pün lüdt; en en dat Is
ten minste een troost.”
„Ja, Ja! Zeker!” snikte Madge.
„Hier zün we al aan het hotel,” zei Barwell.
„Gaat u eerst naar uw^kamer of wilt u liever,
dat ik u meteen bü Lord Mersia breng?”
„O, laat me dadelük naar hem toe gaan,’,
mompelde Madge gebroken.
Met gebogen hoofd volgde ze hem door het
gebouw naar een groote zitkamer op de eerste
verdieping. De heer Barwell verdween even in
de slaapkamer en kwam büna onmiddellük
terug met een Engelschen dokter, die voor
Madge boog en haar aankeek met die plech
tige, ondoorgrondelüke uitdrukking op zün ge
zicht, die elke medicus als een strak masker
draagt, zoodra hü geen hoop meer kan geven.
„Ik ben blU. dat u gekomen bent. Lady
Irene,” zei hü. „Ik wil u niet verbergen, dat
Lord Mersia zeer ziek is, dat zün toestand
mu buitenge» n ernstig lijkt. Eenigen tüd
geleden waarschuwde ik hem al voor de ge
volgen van zün onophoudelük werken zon-
behoorlük rust te nemen, en bezwoer
een kuur te doen; maar tever-
is nu bewusteloos; ik ben
u verzekeren kan. dat hü
geval mocht «tin, vertrouw Ik, dat n hem
alle onnoodlge opwinding zult besparen.”
„Och toe, neemt u me meteen mee naar
hem toe! Ik zal heel rustig en kalm zün; ik
beloof u, dat ik hem niet zal opwinden.”
Ze gingen het
binnen. Daar lag
wit - - -
vnn
ooit.
Madge zonk op haar knieën voor het bed
neer en verborg een oogenbllk haar gezicht;
toen hief ze het hoofd op en staarde naar
de bleeke, roerlooze gedaante In de kussens.
De dokter, Barwell en de verpleegster
stonden zwügend op eenigen afstand, in
eerbiedige deernis. Ze konden niets meer doen;
ze konden alleen maar wachten. Büna een
uur ging voorbü: toen zag de scherpe blik van
den dokter de oogleden van den patiënt even
trillen; hü kwam geruischloos op het bed toe
en waarschuwde Madge met een teeken. Ze
stond oo en boog zich over den graaf heen,
terwül ze haar tanden opeen klemde en al
haar moed verzamelde voer de beslissende
oogenblikken, die komen gingen. Haar lot hing
aan een züden draad.
De oogen gingen open, keken enkele secon
den vermoeid en verwezen door de kamer rond;
toen bleven ze rusten op Madge’s gezicht. Het
licht van de afgeschutte schemerlamp viel er
vol op; het was krijtwit, de lippen weken even
de grijze oogen waren onnatuurlük
verwüd door vrees en spanning.
ver de oudste geschiedenis van de vol-
1 ken. die het schiereiland Yucatan be-
woonden en evenzoo in een groot deel
van de tegenwoordige republieken Guatemala,
Salvador en Honduras is nog weinig bekend.
Wel zün reeds vele opgravingen verricht en
heeft men ook Inscripties In hleroglyphen-
schrift uit de oudere Maya-cultuur gevonden,
maar elke nieuwe ontdekking beteekent een
belangrijke uitbreiding van onze kennis om
trent dit geheimzinnig volk, dat lang voor de
ontdekking van Amerika reeds een zeer hooge
ontwikkeling bezat.
In de laatste maanden is een expeditie van
het Carnegie-lnstltuut in het Westen van Hon
duras met opgravingen begonnen. Men heeft
In de buurt van het Indianendorp Copan de
ruïnes van een stad bloot gelegd, die vermoe-
delük 1700 jaar geleden werd gebouwd. Een
groot aantal riolen en steenen kanalen, die
groote gebouwen verbonden, zün nog bewaard
gebleven. In de stad was een amphitheater met
beeldhouwwerk en groote standbeelden, terwül
de vloer met een roode kleurstof bedekt was
Ook kunstvoorwerpen zUn reeds gevonden, o.a.
een paar gouden schoenen, waarvan de bewer
king toont, dat bü de Maya’s de kunst van
het goudsmeden reeds tot hooge ontwikkeling
was gekomen.
„Zeker nog geen werk, Reindert?” vroeg rij
vriendelük, terwül zü verder ging met de toe
bereiding van het avondmaal. ,Ja, Reindert,
t wordt moellük. vandaag aan den dag."
„•k Wor al te oud.
moeder,” ant- j'
woordde Rein-
verdroten, j
motte ze
meer heb- 1
.^a, my lady,” zei Lucy prompt. „Ik hoop,
dat u geen slechte berichten hebt, my lady?”
voegde ze er bü, maar niet met al te veel
ontsteltenis, want Madge's gezicht en manier
van doen waren volmaakt rustig.
„O nee,” antwoordde Madge. „Lord Menla
mün vader wenscht, dat ik eenlge dagen
met hem doorbreng, dat is alles."
Ze verkleedde zich vlug, terwül Lucy in
pakte, en naaide haar huweUJksacte en de
papieren, die ze uit het bureau gestolen had,
zorgvuldig In een lapje züde, dat ze binnen
in haar jurk vastspelde. Een paar minuten iatcr
was ze klaar voor de reis en ging naar bene
den, waar de wagen reeds wachtte.
„U zult nog juist tüd hebben om den trein
te halen, my lady. Ik heb al iemand gestuurd
om een kaartje te nemen en een coupé te
reserveeren. ZUn lordschap is toch niet ziek,
my lady?"
„O. dat hoop ik niet!” zei Madge met een
passende gelaatsuitdrukking en een zucht.
In de hall van het station vond ze een knecht
al wachten met haar kaartje.
„Zeg aan Lucy, dat het me nu büna spüt. dat
ik haar toch maar niet heb meegenomen,
zooals ze me verzocht," zei ze tegen den man
.Maar misschien telegrafeer ik nog wel om
haar. Denk er aan. noch zü. noch iemand
anders moet komen, zonder dat ik bet uitdruk
kelijk laat weten.”
„Uitstekend, my lady,” ze! James, terwül
hü zün hoed aanraakte. „Ik heb getelegra
feerd otn een but op de boot en een coupé in