ÏÏCétu&fiaal aan den dag Met twee kameraadjes op avonturenreis I De Dubbelgangster I door Charles Garvice De Britsche regeering en Belfast D Albert Vogel pk SF..1 I DE MAYA-CULTUUR VOOR DEN NEGUS - DONDERDAG 31 OCTOBER 1935 I BESCHAMENDE HOUDING Albert Vogel Expotitie gedenkteeken Vondsten op Texel Koper in het bloed f me te moeten «eggen. WüiiiiiiiiMiiiiiin1! 9 r Overblijfsels in Honduras t \Het Maria- beeldje l i t' ■Ngo^ het Haar nog steeds aanstarend» richttg hU A I I 17 A 17 ’Cl °p M**1 *0“ ingevolge de venekeringsvoorwaarden tegen C* ’TCZCI levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 ’TUA Mi ®en ongeval met C OKfl MJ vefflee van een bana xa I jl jlTé aUxzl vil tJ ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen 0 CrxJe* verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen doodelljken afloop T mOws* een voet of een oog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL :'c.< <b. .grijke beteekenis voor de bloedvor- I 0F- Hermann door de Voorzichtig gluurde HU ligt HU vaneen. «PW r k l af. De paarden werden weer bestegen en het zich verwUderend geluld van hoefgetrappel kondigde aan dat de soldaten waren afge trokken. Dat was een opluchting. i l 1 k 1 Plotseling stond een der soldaten op. trok zUn sabel en stak deze in de kloof waar de vluchtelingen zich bevinden. Dat was een schrik. Gelukkig werd echter niemand ge raakt. Wat zat ons drietal In angst. Tegen den avond trokken de soldaten weer struiken om te zien of het werkelijk waar was, en even daarna waagde hü zich uit zün schuilplaats. Even later kwam hU trl- omfantelUk terug met een paar half volle blikjes mei levensmiddelen, die de soldaten hadden achtergelaten. Lord Mersia ongesteld; kom onmld- dellük Hotel Meurice. BARWELL. der hem, geefs. blU. t s s nenlandsche Zaken van Ulster, die den 18 Juni aangezien de onfrist toenam alle openbare optochten verbood, en den 22 Juni dit verbod Introk onder Oranglstlsche pressie. Mgr. Ma- geean heeft dit bevestigd, maar hü sprak niet van „Oranglstlsche pressie”, doch van de „dic tation” van den Grootmeester der Orangisten loge. Katholieke oomlté’s, die onderzoek hebben in gesteld naar de uitzettingen van Katholieken uit hun woningen, hebben de volgende, tot op October bügehouden resultaten verkregen: 514 Katholieke gezinnen, bestaande uit 2241 personen, zijn uit hun woningen gezet. Het aantal hlerbU betrokken hulzen bedraagt 430. •ET zün 73 hulzen verbrand. 688 elschen tot ver goeding van schade, aangericht aan personen en eigendommen, zün Ingediend. Dit aUes staat vast. De bisschep daalde uit den aard der zaak niet af In détails, maar wü kennen die en zü zün hemeltergend. 1) De positie van Ulster Is een geheel andere dan die van den lerschen Vrijstaat, die den status heeft van een autonoom Dominion. gingen het schemerige slaapvertrek Daar lag de graaf. zUn gezicht aoo als het kussen, de dlep-gegroefde Ujnen zorg en leed duidelijker zichtbaar dan Kort voordat de mannen van den veldarbeid waren teruggekeerd, sloeg er een klop op de buitendeur van de woonkamer-keuken en te gelijkertijd met het binnengeroep van de we duwe stampte Reindert naar binnen, die or- middellljk met een „’navond" op een stoel voor het fornuis neersmakte. „Goeien avond. Reindert," zei de vrouw. ,,’t Wordt al vroeg donker, hè? Ze zullen zóó wel komen!” De snelste manier zou evenwel hierin bestaan dat de sancties toegepast werden op Abesslnië. Dan zou het conflict In drie dagen zijn bijge legd, ofschoon de oplossing misschien niet een rechtvaardige zou zijn. Maar de studenten spre ken niet van rechtvaardigheid, doch alleen van snelheid.... kenls? Deze vraag is In den laatsten tijd nader onderzocht en daarbij bleek, dat het koper voor de vorming van de roode bloedlichaampjes of althans voor de roode kleurstof (de haemo- globine) van belang is. Verschillende onderzoekers hadden reeds ge vonden, dat jonge ratten bjj langdurige voe ding met de aan Ijzer zoo arme melk bloed armoede krijgen. Dit kon niet worden voor komen of hersteld door toevoeging van jjzer- zouten alleen, maar wel Indien een spoor koper aan het dieet werd toegevoegd. Verder blijkt dat In het bloed altijd koper voorkomt en wel in de bloedlichaampjes twee tot driemaal zooveel als In de bloedvloeistof. Na een bloedverlies bij konijnen neemt het kopergehalte van het bloed sterk toe, zoodat men aanneemt dat bij de prikkeling van de bloedbereidende organen (het roode beenmerg) koper In het bloed komt, dat dus vermoedelijk een belani ming beat. Maar in ernst! De Oxfordsche studenten lub ben besloten dat gevochten zal worden W>r Negus en Abesslnië. Men sou dus verwachten dat zij op deze platonische motie een praktisch besluit hadden laten volgen. Nu, dit hebben zij dan ook gedaan. OnmlddellUk na hun oorlogs zuchtige motie namen zij een tweede resolutie aan, waarbij besloten werd.... Ud van den Vlootbond te worden? Neen, een UniveraltelU- vredesraad te stichten. weest u kalm, Lady Irene," zei de Barwell, die een schuchter en nogal itlg jongmensch was en geheel in de de ziekte van zijn chef en de ont- met 42 De halldeur stond open en deJMitler kwam baar onmlddellük tegemoet met een smalle enveloppe op een zilveren blaadje. ,JBen buitenlandsch telegram, my lady,” rel hü- Madge stond op het punt, het meteen open te scheuren; maar plotseling herinnerde ze zich, dat ze voorzichtig moest zijn en nam het mee naar haar kamer. Het telegram was kort, maar veelbeteekenend. „De arme lieden, die zulke wandaden plegen,” zelde de Blsschop verdraagzaam, „zijn onwe tend, en worden ongetwijfeld gemakkelljk ge leld en beïnvloed, maar des te grooter Is de blaam, die op de leiders rust.” En hij viel Lord Craigavon, den Eersten Mi nister van Noord-Ierland, direct aan. „Sinds een Parlement voor Noord-Ierland in gesteld werd," zelde Mgr. Mageesn, „Is Lord Craigavon steeds veeleer partijganger dan staatsman geweest. Den 14 October 1820 zelde Sir James Cralg gelijk Lord Craigavon toen nog heette in verband met het pogrom (dat toen plaats gehad had) tegen de Katholieken: Ik meen, dat het slechts fair zou zijn indien men thans ook mjj een vraag stelde, namelijk: of ik, jongens, jelui optreden In het verleden goedkeur? Ik zeg: Ja. Tot dit optreden (voegde de blsschop hieraan toe) behoorde onder ande ren, dat Katholieke arbeiders In de rivier de Lagon geworpen werden, en dat men, terwijl zij worstelden voor hun leven, wierp met stan gen, klinknagels en andere voorwerpen; er be hoorde ook toe een aanval op een Katholieke kerk en het ln-brand-steken van een nonnen klooster.” Nadat de veldarbeiders hun honger en dorst gestild hadden, spraken zij een dankgebed en stopten hun püp. De weduwe ruimde de tafel op, zette een groote kan koffie op het fornuis en wenachte den mannen goeden nacht. Zij opende de kamerdeur en trad voorzichtig op de teenen nader tot het bedje van haar rustig-sluimerende lieveling. In de handjes vond zij het bankpapier en de brieven van haar manom de bloemstengels voor het Mariabeeldje zag zij het lichtblauwe lintje gebonden. volkomen juist oordeel uitgesproken heeft. Na tuurlijk is de Noord-Iersche Regeering verant woordelijk voor de handhaving van wet en orde in haar gebied. Ditzelfde immers heeft Mgr. Mageean beweerd. Maar wat hij tevens beweerd en niet alleen beweerd, maar ook bewezen heeft is, dat Lord Craigavon’s Regeering dV> verantwoordelijkheid verwerpt. Het is daarom, dat hjj zich gewend heeft tot den Eersten Mi nister, als hoofd der Britsche Regeering, die mede-aansprakelük Is voor de wet van 1920. En deze heeft geweigerd die aansprakelijkheid te aanvaarden. HU heeft eenvoudig den brief van den Bisschon ter behandeling gegeven aan het boofd van «een departement, Sir John Simon, en deze heeft als departementshoofd net eenlge advies uitgebracht, dat hü uitbrengen kon. Mgr. Mageean heeft nog andere aspecten der zaak te berde gebracht. HU heeft in de scherp ste bewoordingen de aantUglng weerlegd van de Noord-Iersche politici, die de Katholieken er van beschuldigen deloyaal te zün. WU willen hierop niet nader ingaan WU beperken ons tot de houding, door Mr. Baldwin aangenomen. ZU doet ons leed niet om de Katholieken van Noord-Ierland, want men behoeft nooit mede- lüden te hebben met menschen. die het recht aan hun zUde hebben; maar zU doet ons leed, omdat wU tot nu toe in Mr. Baldwin een der rechtschapenste staatslieden gezien hebben» die ooit aan het hoofd eener Britsche Regeering gestaan hebben, en ook omdat wü van Engeland houden, en dit land door zulk een noudlng zwaar gecompromitteerd wordt. Engelsche studenten leven binnen de muren' hunner universiteitssteden, en aangezien in het algemeen niemand vraagt naar de politieke en andere meenlngen van aankomende jongelingen, dringt er van al wat zU onder elkaar bespreken zelden iets door tot het olwassen deel der buitenwereld. Maar de .King and Country”- motie werd maandenlang het onderwerp van verwoede gedachtenwisseling, en was een der factoren welke In de laatste jaren het nationa lisme aangewakkerd'hebben In die kringen wel ke. hoe gematigd ook, toch niet gediend zün van antl-patriotisme. Maar zoo Oxford al niet vechten wil voor konlng en vaderland, het Is ten volle bereid van leer te trekken voor den Negus en voor Abesslnië. Op een drukbezochte conferentie van studentenclubs en vereenlgingen te Oxford is met een meerderheid van drie tot één een re solutie aangenomen ten gunste niet alleen van economische, maar ook van militaire sancties. Er werd de nadruk op gelegd dat het door voeren van militaire sancties de snelste manier zou zün om een einde te maken aan bet Ita- Uaansch-Abesslnische conflict. Als de studenten van Oxford het zeggen, dan zal bet wel zoo zün. al naar gelang van het tUdsuur van zijn komst, ruimde zü hem zelfs een plaatsje in aan den disch bü de overige huisgenooten en zü verbood haar zoons en knechts ten strengste Reindert ooit op de een of andere manier hun minach ting te toonen. ■j-w Una twee maanden geleden zond Mgr. Mageean, de blsschop van Down en Con- nor, het diocees waartoe Belfast, de hoofdstad van Noord-Ierland behoort, een brief aan Mr. Stanley Baldwin, waarin hU dezen ver zocht een onpartUdige rechtbank in te stellen, welke een onderzoek zou doen naar de oorzaken van de antl-Katholleke woelingen, waarvan Belfast sinds bet begin van Mei het tooneel ge weest was. De blsschop legde er in zün schrij ven den nadruk op, dat hü zich niet door poli tieke overwegingen liet leiden. „Ik schrijf als herder müner kudde. Ik richt mU tot u als den hoogsten vertegenwoordiger van het gezag, dat verantwoordelük is voor oe Government of Ireland Act (van 1920, waarbU aan de belde „lerlanden” hun tegenwoordige atetus verleend werd) onder welker vlgueur het schandalige pogrom plaatsgevonden heeft.” De blsschop toonde aan, dat deze wet voort durend geschonden wordt, aangezien er „felte- lUk geen godsdienstige gehjkheid in de Zes Graafschappen (dl. Ulster) bestaak” HU her innerde eraan, dat Katholieken, alleen omdat zü Katholiek zUn, uit hun betrekkingen ontzet en uit hun woningen verjaagd waren. HU haal de uitlatingen aan van leden der Ulster-regee- rlng. De Eerste Minister had verklaard: „Wij zün een Protestantsche Regeering en Ik ben Orangist.” (De z.g. Orangisten-loges zün de aanstooksters der antl-Katholleke pogroms). De minister van Landbouw had gezegd: „Ik geef allen in overweging geen Roomsch-Katholleken In dienst te nemen, want dezen zün voor 99 proc. deloyaal:” WU kunnen slechts de voornaamste passages weergeven uit Mgr. Mageean’s schrijven, waar van de conclusie luidde, dat „de (Noord-Ier- sche) regeering in gebreke gebleven is, en In gebreke blüft, de openbare orde te handhaven. gelUk de bepalingen van de Government of Ireland Act, van 1920, het elschen.” Dit beroep oo den Britscben Eersten Minister werd niet gedaan door den eersten den besten, maar door den leider van het Katholieke volk In de hoofdstad van een der vier landen, welke thans het Vereenlgd Koninkrijk vormen. Toch werd er door de Engelsche pers ternauwernood eenlge aandacht aan geschonken. WU herinne ren ons niet, dat één blad het de moeite waard achtte uit het feit, dat de blsschop van Ulsters hoofdstad het noodlg oordeelde zulk een stap te doen, af te leiden, dat wat zich daar af gespeeld had, zeker van hoogst emstigen aard geweest was. Ook ging de eene week na de andere voorbU zonder dat men vemam óf en hoe Mr. Baldwin het schrijven van den blsschop beantwoord had. Thans is Mgr. Mageean, de blsschop van Down and Connor, te Londen geweest, waar hü den Maynooth Bond van lersche Priesters In Groot-Brittannië heeft toegesproken. In zün rede heeft hü heel de geschiedenis verteld van bet pogrom, dat den 13 April aanving, toen een Orangist vier schoten loste op Mr. James Madden, een Katholiek, op het oogenbllk, waar op deze een tramwagen binnenging. In het be gin van Mei, ter gelegenheid van bet konlnklük jubllé, kwam het tot een algemeene uitbarsting en wü clteeren thans de eigen woorden van den blsschop „gedurende de volgende drie maanden trokken Oranglstlsche benden nacht aan nacht door de straten van Belfast, uitda gende partijdeuntjes spelend, en begeleid door volksmassa’s van de baldadigste soort, die de Katholieken hoonden en uitjouwden. Dag aan dag werd gedreigd met een algemeene actie tegen de Katholieke bevolking, waarmede na de Jubilé-vlering een aanvang gemaakt zou woNlen. Den 10 Mei, toen de Hertog van Glou cester Belfast bezocht, heerschte er zulk een onrust, dat „curfew” (verbod tot betreding van den openbaren weg na zonsondergang) moest worden afgekondlgd.” Dit laatste was een ware „onthulling”. Dat te Belfast zulk een stemming heerschte op den dag, aarop de Hertog van Gloucester, als ver tegenwoordiger van zün vader, den konlng. er zün Jubilé-intocht hield, is streng geheim ge houden. Veel van wat Mgr. Mageean verder vertelde, was den Ingewüden reeds In hoofdzaak bekend; desniettemin was het van belang de bevestiging van zekere feiten te mogëh vernëidëb uit den mond van een man van wien wü met stelligheid weten, dat hü niets zeggen zal, dat hü niet ten volle verantwoorden kan. Zoo hadden ook wü reeds gehoord van de houding, aangenomen door Sir Dawson Bates, den minister van Bln- zich op een elleboog op, greep haar bü den arm en trok haar dichter naar zich toe. Toen hügde hü, met een vreemde, doffe stem: „Ik ken Ik ken Hü snakte naar lucht, trachtte de kracht te verzamelen om verder te spreken. De anderen kwamen dichter om het bed staan, de dokter onderstytnde hem. Madge week zóó ver terug als zijn kramp achtige greep toeliet, schrik en ontzetting op haar wit gezicht, in haar wüdopengesperde oogen. „Ik ken haar," hügde de graaf. „Zü is mün dochter trachtte voort te gaan, worstelde met geweldige wilskracht om nog één woord meer te uiten; maar geen geluld wilde komen. Met oen gebaar van wanhoop zonk hü achterover. ZJjn lippen weken vaneen „Irene I zuchtte hü nauwelüks hoorbaar. Er volgde een Intense stilte: de dokter ging op Madge toe en nam zachtjes haar arm. .Alles is voorbü,” zet hü. „Gaat u mee. Lady Irene. Uw vader heeft nu rust gevonden. Hü heeft u herkend, tegen u gesproken; hü wist, dat u naar hem toe waart gekomen. Da. moet u een troost zün." HOOFDSTUK XXV In de prachtige, kamer, die men voor haar gereserveerd had, zat Madge de uren na Lord Mersia’s dood en trachtte haar toestand te overzien. Wat ze had doorgemaakt, had veel van haar zenuwen gevergd; maar wat haar nog wachtte, zou nog veel zwaarder blijken (Wordt vervolgd) ff Jaar of twee geleden baarde de Oxford Union, de beroemdste „debating society” van Oxford, opalen door het aannemen eener spreekwoordelük geworden resolutie, waarin verklaard werd dat dit „Huis” (gelUk de tech- nlscbe term luidt) niet zou vechten voor ko- nlng en vaderland. den trein van Calais voor uw ladyschap te reserveeren." dert .Main niet ben” Daarop liep de vrouw voor een oogenbllk naar bulten, om een paar eieren uit het kippenhok te halen. Gedurende dat korte oogenbllk sprong Rein dert snel overeind. Haastig schoof hü de tus- schendeur naar de slaapkamer open, bukte zich, sloop naar binnen, deed een greep in het open staande, hem welbekende kastje om den hoek, graaide In het leege geldtrommeltje. Een verwensching siste hü tusschen de tan den. Reindert sloop ijlings terug en nam zün plaats weer In op den stoel bü het fornuis. Toen de vrouw weer terugkwam, stond hü op en deed een paar stappen naar de buiten deur. „Blüf je niet eten, Reindert?” vroeg sü noo- digend. „De anderen kunnen ieder oogenbllk binnen zün.” Reindert weifelde een oogenbllk, doch hü be dacht zich niet lang en zei toen kort: „Nee moeder, ik heb geen trek, Ik ga naar bed.” Hü strekte de hand uit naar de deurknop. De vrouw hield zün arm tegen en zocht met de andere hand In den zak van haar boezelaar. „Zooals je wilt, Reindert.... maar hier, neem dit dan!” Zü gaf hem wat geld, waarop hü een woord van dank mompelde. Dan liep Reindert het erf weer af. Toen de trein knarsend stilstond In het Parüsche station, verscheen een neer aan de coupédeur en nam zün hoed af. „Lady Irene?” vroeg hü- .Ja, Ik ben lady Irene,” zei ze. „MUn naam is Barwell Ik ben secretaris van Lord Mersia. Buiten staat een wagen. Lady Irene. Ik hoop dat u een comfortabele Ik durf zeggen prettige reis hebt gehad?” „Hoe is het met mjjn vader Is hU erg ziek? Ik heb me aldoor zoo vreeselük onge rust gemaakt, münheer Barwell. Ik heb geen seconde rust gehad. Is het hotel ver? Vertelt u me toch alles. O, als we er toch maar vast waren!” „Toe, heer ■enuwach! war door moeting met de mooie Lady Irene. „Lord Mersia is ziek, maar naar ik hcop niet ern stig. Hü werd gisterenmiddag ongesteld tijdens een conferentie. Terwül hü sprak, zag ik hem opeens even wankelen, maar hü verzette zich tegen den aanval en ging voort met spreken tot zün rede ten einde was; toen sloeg hü plotseling neer en we brachten hem naar zün kamer. Gelukkig werd de conferentie gehou den in het hotel waar hü verblüf hield." .MUn arme vader! Is hü bü kennis?” vroeg sü. Reindert wa« een boerenknecht, die vroeger, Jaren geleden, nog gewerkt had In dienst van den thans overleden landbouwer. In den beginne had Reindert goeden wil en nauwgezette plichtsbetrachting getoond, doch naderhand, met het klimmen der jaren, waa hü in verkeerd gezelschap geraakt, had zich me nigmaal aan bovenmatig drankgebruik tebuiten gegaan en was tenslotte, ondanks de herhaalde waarschuwingen van zün goedhartigen werkge ver, die overigens veel door de vingers zag en hem jarenlang büna als zoon des huizes behan deld had, noodgedwongen uit den dienst ont slagen. Sindsdien was het met Reindert snel berg afwaarts gegaan en langzaam-zeker geraakte hü meer en jneer aan lager wal. B Hier en daar, te hooi en te gras, had hü nog we! eens wat werk gevonden, maar het grootste gedeelte van het jaar bracht hü door met dag dieverij. landioopen en dobbelen In de dorps herbergen en het was nu vrijwel zóó ver met hem gekomen, dat nagenoeg niet één fatsoen lijke boerenknecht nog iets met Reindert van doen wilde hebben. Maar de weduwe van den gestorven hofstedc- eigenaar had een goedig, medelijdend hart. Nimmer zou zü Reindert, als hü om een aal moes bü haar aanklopte, zonder eenlge gave in goed of geld hebben weggezonden. Dikwijls, Wanneer nu een man als Mgr. Mageean een man als Lord Craigavon feitelük aankiaagi voor den Eersten Minister van Groot-Brittannië. dan heeft ieder Brit, die trotsch Is op den vrij heids- en rechtvaardigheidszin, welke de grond slagen zün van de Britsche samenleving, het recht te verwachten, dat deze Eerste Minister tn vollen ernst op zulke aantügingen zal In gaan. Niet alleen het belang van eenlge hon derdduizenden Noord-Iersche Katholieken, maar dat van het leele Britsche volk is ermee gemoeid. Wat heeft Mr. Baldwin, van wien een groote roep van rechtvaardigheid en humaniteit ult- saat, gedaan? Elndelük zün wü het te weten gekomen. Mgr. Mageean heeft het ons ver teld. Mr Baldwin heeft het verzoek verwezen naar Sir John Simon, den minister van Btn- nenlandschc Zaken, en deze is van oordeel, dat de Regeering van Noord-Ierland verantwoor delük is voor de handhaving van wet en orde In het gebied, dat onder haar jurisdictie staat. Met andere woorden: de Britsche Regeering kan zich met de zaak niet inlaten. De status van Noord-Ierland berust op een wet van het Britsche Parlement. Een der voornaamste bur gers van Noord-Ierland, leider en woordvoer der van honderdduizenden lersch-Brltsche on derdanen, klaagt de Regeering te Belfast aan van schending der wet, d.wx. van schending der voorwaarden, waaronder .een vorige Britsche Regeering en een vorig Britsch Parlement bin- nenlandsch zelfbestuur aan Noord-Ierland, bin nen het kader van het Vereenlgd Koninkrijk 1), toegekend hebben. En Mr. Baldwin, het hoofd der Regeering, behandelt deze beschuldiging alsof zü een klacht was van een of anderen provincie-stedelUken ingezetene tegen zün bur gemeester. Hü verwijst haar naar den minis ter vafi Binnenlandsche Zaken Datgene, wat In werkelükheid een kwestie is van algemeen regeeringsbeleld, maakt hü tot een de par te- ments-aangelegenheid. Wü mogen aannemen, dat de eminente jurist Sir John Simon een eens Hü is nu bewusteloos; Ik dat ik u verzekeren kan. dat niet lUdt. Volstrekte rust is gebiedend nood zakelijk. Het is mogelük. dat hü zóó nog urenlang ligt; maar ook kan hü ieder oogen- bUk U4 hewusUUn komen. Waaneer dat het Ze herinnerde zich den naam Barwell was een van Lord Mersia’s secretarissen. Ze aarzelde geen oogenbllk en was volmaakt kalm, onrust of verdriet kon dit telegram haar niet bezorgen htir niet! Ze belde, en toen Lucy verscheen, zei ze büna aUiteloos: „Ik zal onmiddellljk naar Parijs moeten ver trekken. Wil je mün toilettasch en een kleinen handkoffer pakken en zeggen, dat over een kwartier de wagen vóór moet staan?” Op een terrein nabü Openen op Texel zün scherven, beenderen en asch gevonden, die naar het Gron. Biol. Archeologisch Instituut te Gro ningen zün opgezonden. Dr. A. E. van Giffen, directeur van dit instituut, deelde mede, dat de scherven afkomstig zün van terpenaarde werk uit het IMt-Romelnsch, doch vóór-Angel- sakslsch tüdperk, en dat de beenderen afkom stig zün van: a. rund van korthoornig slag (Bos taurus brachyceros)b. varken, eveneens van klein type als in terpen (Sus scrofa do- mestlcus); c. schaap, als voren (Ovis palustls aceratos)Het gevondene heeft zeer de be langstelling opgewekt van dr. Van Giffen, die spoedig persoonlük het terrein van de afgra ving In oogenschouw zal komen nemen. e herfst was in bet land. De toren van de verre dorpskerk had gerulmen tüd geleden vüf zware klok slagen tot ver in den omtrek doen hooren, en nóg hadden de veldarbeiders van de nabüge- legen hofstede hun spaden en harken, hun akker- en weldegerei niet uit handen gelegd. Maar binnen. In de achter nog dlchtbeloo- verd geboomte verscholen hofstede, was de ruime woonkeuken der landbouwersweduwe reeds In donkerende schemering gehuld, en het groote fornuisvuur onder de kook- en braad pannen met het dampende avondmaal voor de straks huiswaarts keerende arbeiders ver spreidde een roeslg-fantastlsch schünsel rond om de naarstig heen en weer redderende vrouw. Kort tevoren had zU haar vierjarig doch tertje in het aangrenzende slaapvertrek ter ruste gelegd. Zü had haar schatje in slaap ge zongen, in slaap gekust, het lampje voor het Mariabeeldje van versche olie voorzien en de door haar lieveling geplukte bloempjes In een vaas naast het lampje geschikt. Dan was zü zachtjes de kamer uitgeslopen, had behoed zaam de züdeur tusschen keuken en slaapver trek gesloten en repte zich nu weer met ernst en toewijding aan de bereiding van het avond maal voor haar zoon en de knechts, die weldra met hongerige maag en het gebruikelüke ru moer de keuken zouden vullen. Zü ontstak de lamp, dekte de tafel en bü het rumoerig geschuifel van de stoelen, die ze recht zette, hoorde zü niet hoe daarnaast In het aangrenzende slaapvertrek haar engeltje voorzichtig de lakens en dekentjes van zich af- schoof, dan behoedzaam uit het bedje kroop, met zacht, büna onhoorbaar voetjesgetrippel door de kamer naar het kastje bü de deur sloop, de vuistjes om den ult-stekenden sleutel knelde, de tandjes op de lippen beet en met inspanning van al de kracht van haar mollige armpjes erin slaagde het kastdeurtje open te trekken. Dan gluurde ze Overig met Ingehouden adem - naar binnen tusschen het linnen en lüfgoed, woelde met de handjes zakdoeken, sokken en overhemden terzüde en wist na veel inspan ning elndelük een blikken geldtrommel vrü te maken, waarvan ze haastig het deksel omhoog tilde. Vervolgens greep zü naar den inhoud en haalde er in verhouding tot haar tengere vuist jes een groot pak bankpapier en briefomslagen uit, dat alles bü elkaar door een lichtblauw lint tezamengebonden was. Vlug trippelde zü nu, het bundeltje kramp achtig in de handen knellend, terug naar haar bedje, legde het vóór zich op het laken en be gon Overig het lintje met vlugge vingerplukjes los te trekken. Nadat zü er na veel moelté in geslaagd was het lintje geheel los te maken. ,llep ze er mee naar den schoorsteen, waarop hoog boven haar bereik het Mariabeeldje, het lampje en het rui kertje stonden. Zü rekte zich op de blootc teentjes omhoog, wist zich met de knieën op een stoel voor den schoorsteen te werken, zü strekte de armpjes uit, en toen het vaasje met de zelfgeplukte bloemen onder haar bereik was. bond ze vlug en handig het lichtblauwe lintje rondom de stengels van de bloemen. Daarop keek zü een oogenbllk. de armpjes op den schoorsteenmantel steunend, met oogen stralend van blüdschap en voldoening naar den moolen. zelf gespannen strik.... zü vouwde de knuistjes en prevelde stamelend: „Wees gegroet, Maria, vol van genade.... Toen liet zü zich weer snel langs den stoel omlaag glüden, trippelde terug, kroop in haar bedje en viel weldra, vermoeid na dien langen, moeitevollen tocht, in een zachten en vredlgen slaap.... ns lichaam Is uit een beperkt aantal ele- I menten opgebouwd. Van de metalen is voor alles het i}mr als bestanddeel van de roode bloedkleurstof bekend. De zeer nauw keurige analysen, vooral van Fransche chemici, hebben aangetoond, dat ook andere metalen, os. koper, In het lichaam in kleine hoeveel heden gevonden worden. Is dit hierin met het voedsel aangevoerd en ergens achtergebleven of heeft dit koper In binding aan andere stof fen voor het organisme een 4>epaalde betee- In de decoratieve omgeving van Ant. Molken- boer’s atelier aan het Blüenburg te 's-Graven- hage staat dezer dagen het gedenkteeken ten toon, door vrienden en leerlingen gewüd aan de nagedachtenis van Albert Vogel, den be kenden voordrachtkunstenaar. Bü de opening van deze expositie werd JJ. Zaterdag een kort woord van herinnering ge sproken door den voorzitter van het gedenk- teeken-comlté, luit.-kol. jhr. J. Th. Alting von Geusau, directeur van de Hoogere Krügsschool. Hü bracht daarin hulde aan den overledene als kunstenaar en als mensch en gaf In korte trekken weer, hoe de gedachte en het ontwerp voor het gedenkteeken zich ontwikkeld hadden. Aan^den heer Molkenboer bracht spr. dank voor zün groote bereidwilligheid tot advies en zün medewerking bü het ontstaan van het monument. Tevens deed spr. mededeeling van de beslis sing die genomen was ten aanzien van de plaat sing ervan. Met goedkeuring van B. en W. zal het een uiterst geschikte plaats krügen In het plantsoen op het Frederik Hendrikplein, terwül rondom het voetstuk een vüver zal worden aan gelegd, zoodat het in zün opzet als fontein aldaar ten volle tot zün recht zal komen. Het gedenkteeken is uitgevoerd in beton en Venetiaansch mozaïek en draagt tot opschrift „O wond’re Macht van ’t Woord vol Majesteit” (Vondel), terwül op het voetstuk staat vermeld: „Albert Vogel 1874—1933”. De eenvoudige openingsplechtigheid werd bü- gewoond door de besturen van den Haagschen Kunstkring en de Maatschappü ter bevordering van de Woordkunst. Lady Irene, dat hü bewusteloos Is. onbeweeglük stil Schreit u niet. Lady Irene" want Madge snikte achter haar zakdoek met meesterlük nagebootste geluidjes. „Ik weet zeker, dat hü geen pün lüdt; en en dat Is ten minste een troost.” „Ja, Ja! Zeker!” snikte Madge. „Hier zün we al aan het hotel,” zei Barwell. „Gaat u eerst naar uw^kamer of wilt u liever, dat ik u meteen bü Lord Mersia breng?” „O, laat me dadelük naar hem toe gaan,’, mompelde Madge gebroken. Met gebogen hoofd volgde ze hem door het gebouw naar een groote zitkamer op de eerste verdieping. De heer Barwell verdween even in de slaapkamer en kwam büna onmiddellük terug met een Engelschen dokter, die voor Madge boog en haar aankeek met die plech tige, ondoorgrondelüke uitdrukking op zün ge zicht, die elke medicus als een strak masker draagt, zoodra hü geen hoop meer kan geven. „Ik ben blU. dat u gekomen bent. Lady Irene,” zei hü. „Ik wil u niet verbergen, dat Lord Mersia zeer ziek is, dat zün toestand mu buitenge» n ernstig lijkt. Eenigen tüd geleden waarschuwde ik hem al voor de ge volgen van zün onophoudelük werken zon- behoorlük rust te nemen, en bezwoer een kuur te doen; maar tever- is nu bewusteloos; ik ben u verzekeren kan. dat hü geval mocht «tin, vertrouw Ik, dat n hem alle onnoodlge opwinding zult besparen.” „Och toe, neemt u me meteen mee naar hem toe! Ik zal heel rustig en kalm zün; ik beloof u, dat ik hem niet zal opwinden.” Ze gingen het binnen. Daar lag wit - - - vnn ooit. Madge zonk op haar knieën voor het bed neer en verborg een oogenbllk haar gezicht; toen hief ze het hoofd op en staarde naar de bleeke, roerlooze gedaante In de kussens. De dokter, Barwell en de verpleegster stonden zwügend op eenigen afstand, in eerbiedige deernis. Ze konden niets meer doen; ze konden alleen maar wachten. Büna een uur ging voorbü: toen zag de scherpe blik van den dokter de oogleden van den patiënt even trillen; hü kwam geruischloos op het bed toe en waarschuwde Madge met een teeken. Ze stond oo en boog zich over den graaf heen, terwül ze haar tanden opeen klemde en al haar moed verzamelde voer de beslissende oogenblikken, die komen gingen. Haar lot hing aan een züden draad. De oogen gingen open, keken enkele secon den vermoeid en verwezen door de kamer rond; toen bleven ze rusten op Madge’s gezicht. Het licht van de afgeschutte schemerlamp viel er vol op; het was krijtwit, de lippen weken even de grijze oogen waren onnatuurlük verwüd door vrees en spanning. ver de oudste geschiedenis van de vol- 1 ken. die het schiereiland Yucatan be- woonden en evenzoo in een groot deel van de tegenwoordige republieken Guatemala, Salvador en Honduras is nog weinig bekend. Wel zün reeds vele opgravingen verricht en heeft men ook Inscripties In hleroglyphen- schrift uit de oudere Maya-cultuur gevonden, maar elke nieuwe ontdekking beteekent een belangrijke uitbreiding van onze kennis om trent dit geheimzinnig volk, dat lang voor de ontdekking van Amerika reeds een zeer hooge ontwikkeling bezat. In de laatste maanden is een expeditie van het Carnegie-lnstltuut in het Westen van Hon duras met opgravingen begonnen. Men heeft In de buurt van het Indianendorp Copan de ruïnes van een stad bloot gelegd, die vermoe- delük 1700 jaar geleden werd gebouwd. Een groot aantal riolen en steenen kanalen, die groote gebouwen verbonden, zün nog bewaard gebleven. In de stad was een amphitheater met beeldhouwwerk en groote standbeelden, terwül de vloer met een roode kleurstof bedekt was Ook kunstvoorwerpen zUn reeds gevonden, o.a. een paar gouden schoenen, waarvan de bewer king toont, dat bü de Maya’s de kunst van het goudsmeden reeds tot hooge ontwikkeling was gekomen. „Zeker nog geen werk, Reindert?” vroeg rij vriendelük, terwül zü verder ging met de toe bereiding van het avondmaal. ,Ja, Reindert, t wordt moellük. vandaag aan den dag." „•k Wor al te oud. moeder,” ant- j' woordde Rein- verdroten, j motte ze meer heb- 1 .^a, my lady,” zei Lucy prompt. „Ik hoop, dat u geen slechte berichten hebt, my lady?” voegde ze er bü, maar niet met al te veel ontsteltenis, want Madge's gezicht en manier van doen waren volmaakt rustig. „O nee,” antwoordde Madge. „Lord Menla mün vader wenscht, dat ik eenlge dagen met hem doorbreng, dat is alles." Ze verkleedde zich vlug, terwül Lucy in pakte, en naaide haar huweUJksacte en de papieren, die ze uit het bureau gestolen had, zorgvuldig In een lapje züde, dat ze binnen in haar jurk vastspelde. Een paar minuten iatcr was ze klaar voor de reis en ging naar bene den, waar de wagen reeds wachtte. „U zult nog juist tüd hebben om den trein te halen, my lady. Ik heb al iemand gestuurd om een kaartje te nemen en een coupé te reserveeren. ZUn lordschap is toch niet ziek, my lady?" „O. dat hoop ik niet!” zei Madge met een passende gelaatsuitdrukking en een zucht. In de hall van het station vond ze een knecht al wachten met haar kaartje. „Zeg aan Lucy, dat het me nu büna spüt. dat ik haar toch maar niet heb meegenomen, zooals ze me verzocht," zei ze tegen den man .Maar misschien telegrafeer ik nog wel om haar. Denk er aan. noch zü. noch iemand anders moet komen, zonder dat ik bet uitdruk kelijk laat weten.” „Uitstekend, my lady,” ze! James, terwül hü zün hoed aanraakte. „Ik heb getelegra feerd otn een but op de boot en een coupé in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 15