ÏÏCetwbAaal van den dag H Met twee kameraadjes op avonturenreis n I I I I De Dubbelgangster I door Charles Garvke Gemoedelijk Berlijn hhiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii GEEN SPRAKE VAN! De reuzenspiegel Betsy Veiliger wegen ll DINSDAG 12 NOVEMBER 1935 Voor den Mount-Wihon-teleecoop Verdwenen keizer Toeristenreizen naar T 8 j echo-Slo waki je De leeftijdsgrens IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIII i Droge humor en vaardig mondwerk i X'A F A mt J*.1*0 0311 ^gevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen I? *7Kn levenslange geheele ‘ongeschiktheid tot werken door 17 TT KA “J ongeval met C vernee van een MM Z~\l jI.jI-j /A.U V-f 1 Y 1 w aj ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen F O We" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen F vVe" doodelljken afloop 1 een voet of een oc* AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL De reuzenspiegel van Mount Wilson bezuiniging i haar slag. Julius geheel kopje thee. Margaret,** een De en dat Ik droom!" stotterde de Uit het (Wordt vervolgd) trol Benekens hierna De lente was voorbijgegaan en gevolgd door een ongewoon vroegen zomer. Londen was druk gen tegen tegen Een advertentie behoeft geen „kapitalen" te koeten. Plaats maar eens een Omroeper! Rubrl- ceering en gelükvormige setwitee. Billijk han dels tarief een Als ge- werden aL te stelle hellingen, welke Tpaardenverkeer int vt r niet toe te bren- luftsch” te spreken, zü het een straathandelaar of Daar zitten we nou. Heb je nóu je zin? Natuurlük; die autobus had geen voorrang. En je had eena moeten zien, hoe *n schram er op s’n spatbord zit. (Autorevue) Toen Bernard aangebeld had en de armelüke, halfultgesleten trap van de étage-wonlng op klauterde, kwam hem een lucht van smeltend vet en reuzel in den neus. In het halfdonker trapportaal struikelde hij bijna over den drem pel van een klein, spaarzaam-verlicht woon kamertje. Bü zün binnenkomst ontwaarde hij voor het venster een oude, vermagerde vrouw In half-Iiggende houding op een rieten leun stoel, en in het midden van de kamer zag hij Betsy staan, die bezig was, een kale, ruw-houten tafel te dekken. Bernards eerste Impuls was een verlangen, zoo spoedig mogelük weer deze al te armzalige omgeving den rug toe te keeren. Hoe kon hij zóó onervaren geweest zijn, om van het eerste oogenbllk af niet direct te be seffen, dat een vrouw uit dit milieu zijn huis houden Immers niet bestieren kon? Hoe zou deze vrouw ooit In staat zijn, leiding te geven aan zijn kinderen, aan zijn personeel? Met één oogopslag had hü gezien, dat Betsy betrad met deze onschuldbetuiging op de lippen, echter werking voortle- hebt Je vergissing Ingezien. Nu dreig Ik jou!" zich dan In haar volle lengte op den verslagen verder terugweek zijn weg naar de naar Lily toe en streelde haar over het vtaa- blonde kopje, voor van!” zei Madge. „Je bent Wakker genoeg om te je vliegertje niet op Is ge- een Ietsje te laat gekomen. zich zelf van schrik en verrassing. „Wat een sukkel ben Je toch, dat je me niet herkend hebt!" „Madge!” bracht hü uit, terwijl hü haar met knipperende oogen aankeek en aan zijn droge lippen likte. „Ja, Madge!" Baldwin's Rents! aan. Wat sliepen ze allen heerlijk in het fijne bed in 'n gezellige, ruime, nette kamer. Den volgenden morgen, toen de boer het drietal kwam wekken, vertelde hij dat hü den vorigen avond een drietal soldaten voor zijn huls had zien staan die het van onder tot boven bekeken en jaarna weer wegge gaan waren. Hü vertrouwde de zaak niet erg en vermoedde dat ze nog wel niet veilig zouden zün. et Zuid-Afrlkaansche dagblad .Argus” vertelt, dat leger-uniformen. welke door Britscbe militairen In den Boerenoorlog zl-n gedragen, en een collectie medailtes ter waarde van 97 Pond Sterling, onlangs te Kaap stad werden gekocht, ten behoeve van Iemand, die beweerde de sedert lang verdwenen prins van Abessinië te zün. In werkelükheld wist deze schuwe Haas allerlei, en dit versterkte de komische van zün woorden, die tot op vandaag ven. Een echt modewoord, maar misschien ook nog meer dan dat. gezien de lange periode, die het al levend is gebleven. Is: „Knorke", wat gelük staat met het Hollandsche „knal." Dit woord is een schepping van Claire Waldoff. de bekende Berlünsche cabaret-ster. Op zekeren namiddag zat zü met haar collega’s achter de coulissen, na een repetitie, die ongewoon lang geduurd had. De gemoederen hadden dringend behoefte aan een opmonterenden kop koffie, maar het res taurant. waar die besteld werd, leverde door gaans een zeer slap zetsel. Toen riep Claire Wal dorf! den bode, die koffie ging halen, na: .Menschenskind, aba keene Lorke, De Kaffee muss sein knorke!” maar t luldgeschreeuwde woord Lorke deed mij .knorke” rijmen,” zoo zegt Claire Waldoff zelf En het vreemdsoortige woord sloeg In. Vanaf dat oogenbllk was bü de artlsten en tooneelar- beiders alles, wat büzonder goed gelukt scheen, ..Knorke.” Een half jaar later zei heel Berlün het. weer een half jaar later had zich het woord al door heel Duitschland verbreid en waren de Berlljners. bü wie natuurlük alles grooter mqet zün, al tot aan de superlatief „Oberknorke" toe Een eigenaardige groep Berlünsche uitdruk kingen zün niet anders dan algemeens spreek woorden, naar Berlünschen smaak verdraaid. Zoo büvoorbeeld zegt men In Duitschland: de mannen overlegden samen wat er gedaah moest worden en daarna begonnen ze belden te lachen. Daar kwam de boerin aan. Hermann ging op een stoel zitten, zün gezicht werd Ingezeept en met een schaar en scheermes ging de boerin Hermann’s baard en snor, ja zelfs zün hoofdhaar af knippen en afscheren. Wat zeg Hermann er na afloop van dit proces gek uit. Ultdrukkelük zü Tsjechoslowaaksche Wer Unglück soil haben, stolpert lm Grase, Fiilt auf dem RUcken und bricht sich die Nase. Dit fraaie vers luidt In Berlün: Wer UnjlUck bat, stolpert Iba *n Keese (over een kaas) Fjilt uff'n Rücken un bricht sich die Neese. En een ander gedicht, dat de melodie des harten zingt en aldus begint: ,,Nur einmal blüht im Jahr der Mal" wordt te Berlün tot de volgende nuchtere levenswüsheld veranderd: Nur eenmal blieht, Wenn t keener sleht, lm Jahr der Mal Und zwelfmal blieht de Miete (en twatffmaal bloeit de huur) van nieuwsgierigen rondom den armen Moor en gaapte hem verwonderd aan. Opeens trad een toeschouwer, die daar nu het züne van moest hebben, uit den kring en vroeg wantrouwig aan den Marokkaan: „Manneken. Sie sind woll nlch von hier?” Deze sltuatiegrap had veel succes en werd voortgezegd: de uitdrukking veranderde in latere jaren van zin, doch is nog steeds gebrui kelijk. Heel bekend is ook het woord„Mein Name 1st Hase; lek weess von nlscht". Het ontstond in het jaar 1840, toen een getuige de rechtszaal De brave menschen luisterden aandachtig toe en,^le boerin kreeg zelfs tranen in haar •ogea, zoodat ze vergat de pap te roeren, die begon aan te branden. Fluks sprong Pietje op, greep den houten lepel, en begon Overig te roeren in den groeten pot. waarom ze allen hartelük moesten lachen. Het maal smaakte heerlük. De brave menschen hadden veel medelüden met het drietal en men bood hun voor dien nacht een slaapplaats mün nabüheld te sturen. a 1 ie vroeg was Bernards vrouw hem door ZX den dood ontvallen. Zün eigen medische kennis, de hulp der knapste specialiteiten, had het sloopend ziekteproces niet kunnen stui ten. en op nauwelijks veertig-Jarigen leeftüd was zü heengegaan, voor goed, hem diep be droefd achterlatend, alléén en hulpeloos met de zorg vopr vüf kinderen. In de daaropvolgende allerzwaarste maanden had Bernard's zuster hem spontaan haar hulp aangeboden. Zü had hem door de ergste znoei- lükheden heengeholpen. en getracht hem te verzachten zün mateloos leed, hem dwingend al zün gedachten .en zinnen te concentreeren op zün drukke dokterspraktijk, hem troostend met de opbeurende geruststelling, dat hü al wat in zün vermogen was gedaan had om te keeren wat niet te keeren was. dat hü haar lüden ver zacht had met al de kracht, die in hem was. en dat zü was heengegaan met de rustige ze kerheid, dat hun kinderen een zorgzaam, be schermend vader gebleven was. En het was haar gelukt. Na verloop van een half jaar had hü zich geschikt in het onvermljdelüke. Hü had geleerd te berusten In de onnaspeurlüke wegen en be schikkingen van hoogere raadsbesluiten; lang zamerhand ging hü weer geheel op in zün steeds grooter wordende praktük, en was zün zuster innig dankbaar voor haar practischen kük en doortastendheid, haar flink en kordaat optreden tegenover de kinderen. Maar, toen zü bereikt had. wat zü bereiken wilde, wees zü hem op een goeden avond in ge- moedelüken ernst op de noodzakelükheid voor hem, om nu vreemde hulp in te roepen. Want ook zü had haar plichten tegenover haar gezin, en gaarne wilde zü hem bü de keuze van een huishoudster behulpzaam zün. En toen was Bernard plotseling de reddende gedachte te binnen geschoten, dat hü immers Betsy nog had. Betsy met wie hü veel vroeger, in zün studententüd nog, een hechte vrlend- schap had aangeknoopt Méér was het nog geweest dan vriendschap, van belde züden. HU. van zün kant, had in Betsy tüdens hun omgang, hun vriendschap, hun samenzün altüd heel iets anders gezien dan zoo maar een studentenfllrtje, en zoo jam mer had hü t gevonden, o zoo jammer, dat er van een huwelük tusschen hen beiden nooit iets zou kunnen komen, nooit, vanwege dat ellendige standsverschil, haar al te klein-burgerlüke om geving en manieren, haar totaal gemis aan toonbare omgangsvormen.... Zoon goed, zoo'n best, aardig trouw meisje was Betsy geweest, waar hü altijd, zün leven lang, met genoegen aan zou terugdenken, maar waarmee Je nu een maal, jammer genoeg, niet voor den dag kon komen! En Betsy, van hóór kant, vond het zoo goed! Altüd had zü het als vanzelfsprekend goedge vonden, dat het immers op een kwaden dag wel uit zou moeten zün. Zü begreep wél, had het van het begin af aan altüd wel begrepen, dat zü immers geen party voor hem was, dat zü, de eenvoudige, onbenullige Betsy, de doch ter van een schoenmakertje, zich nooit als een doktersvrouw zou weten te gedragen! En kordaat had zü afscheid van hem geno men, flink, de tanden op elkaar, de opwellende tranen weten terug te werken, het afscheid zelfs nog bespoedigd, hem nogmaals verzeke rend, dat er geen wrok of afgunst In haar her innering zou achter blüven. maar dat zü altüd. zoolang ze leven mocht, op hóór manier, ver van hem en alléén, van hem zou blijven houden. Maar nooit was Betsy met een ander ge trouwd. Aan die Betsy dacht Bernard, toen zün zus ter hem van een «Teemde huishoudster gespro ken had. En tegelükertüd was zün besluit genomen. Hü wilde haar gaan opzoeken! Hü wist, dat zü samen met haar moeder een kleine, eenvoudige étage-wonlng in de binnenstad bewoonde, dat zü er het huishouden waarnam en den kost voor hen beidjes verdiende met typen en boekhouden op een kantoor. Betsy was Immers geen vreemde voor hem! Natuurlük zou zü bereid zün hem te helpen, zün kinderen te verzorgen! O, hü kende zün Betsy zoo goed. Verheugd zou zü zün, dat hü In zün behoefte aan hulp het eerst aan haar gedacht had. zich het eerst tot haar had gewend. Betsy was nu de aangewezen vrouw, om zün huishouding te bestieren, toezicht te houden op zün kinderen, leiding te geven aan het dienst personeel! En ook voor haar oude moeder zou hü wel zorgen, voor de moeder van zjjn huis houdster. voor de moeder van zünlater, la terwie weet duizenden bruggen, welke over diepgelegen spoorbanen voeren. De meeste dier bruggen zün smal, en vaak gebochelder dan de steenen bruggen over de Amsterdamsche grachten. In sommige deelen des lands, vooral m De vonshire en Cornwall, voeren de automobiel- wegen niet om de nauwgebouwde. op heuvels gelegen stadjes heen, doch staan zü In verbin ding met de stadsstraten, die In het minst ntet jp hedendaagsche verkeersmiddelen berekend zün en die, opkruipend tegen stelle hellingen, de scherpste bochten beschrüven. Verder zün er op de 177.347 mülen automo- blelweg, die Engeland thans bezit, niet min der dan 40.000 „blinde hoeken'*. Voeg hieraan toe, dat rüwielpaden hier na genoeg niet bestaan (gedeeltelük als gevolg van het verzet der Wielrüdenbonden tegen zulke paden!) en gü zult u wellicht erover verwon deren, dat er.... zoo weinig ongelukken gebeu ren. Druk verkeer Is zelden de oorzaak van onge lukken. De City van Londen is waarschünlük de drukste plek van ons werelddeel, maar er gaan weken voorbü zonder dat daar één doo- delük verkeersongeluk plaats heeft. Het is bui ten dMgroote steden, dat de slachting aange richt wordt niet omdat de wegen op zichzelf niet goed zün, maar omdat hun verbetering niet gelüken tred heeft kunnen houden met de al te snelle ontwikkeling van het automo bilisme. Alleen in Lancashire, dat kleiner is dan Gel derland. zullen 100, in Yorkshire 150 bruggen verbouwd moeten worden, om deze graafschap pen veilig te maken. En verder zullen over het heele land de hoofdwegen verllcüt worden. Wordt een groot deel der 100.000.000 aan deze verbeteringen in het belang der veiligheid besteed, dan zal Engeland niet alleen schünbaar het beste, maar ook (wat meer waard is) wer- kelük een goed wegennet hebben, *wanl hij In Engeland met Jfritsche troepen éfi lün. Natuurlük stond in een ommezien een kring lÜöens den Boerenoorlog werd hü naar Natal gestuurd, waar hü gewond geraakte. Eenige jaren geleden heeft de man naar een van de Abessinische generaals geschreven, die bevel voerden over de troepen van Menelik. Deze waarschuwde hem, vooral niet naar Abesslnlé terug te keeren, indien hü zün leven lief had. Niettemin Is Saranie thans van plan binnen kort naar Abesslnlé te gaan om een bezoek te brengen aan zün zuster, die de kosten heeft betaald, welke men heeft gemaakt om hem op te sporen. zei ze sarrend. „Madge uit De kleindochter van moeke Bunch en de wettige dochter van den graaf van Mersia!" „Ik geloof, Speld. „Geen klaarwakker, begrüpen, gaan. Splay. tlngen, die Je me gegeven hebt; Ik i U en ik zün compagnons zoogezegd, maar ik hoef toch niet de helft te hebben van al wat u In bezit hebt. Ik ben een bescheiden man, en het Is niet zoo moellük om mü tevrederx te stellen. Wat ik dan zeggen wil, en dat is mün laatste woord: geeft u me duizend pond contant en ik ben tevree.” Maar Madge was intusschen klaar met denken; als bü tooverèlag was het haar duide- lük geworden, hoe ze moest handelen om dezen man onschadelük te maken. Met een stem, totaal verschillend van die, waarmee ze al den tüd gesproken had. met de stem van Madge, het straatkind, de Madge van Baldwin's Rents, beet ze hem dat eene woord toe: „Smiecht!” Splay kreeg een schok, alsof hü een geest zag en staarde haar aan. Ze stond op en kwam vlak voor hem staan, kaarsrecht, haar gezicht een en al uitdaging, leedvermaak en verachting; doch het was niet langer het gezicht van Irene, maar dat van Madge, het achterbuurtklnd. Splay deed een stap achteruit en staarde haar met uitpuilende oogen aan. terwül hü naar lucht hapte. Ze stond daar Inderdaad als een spookbeeld uit het verleden. „Smiecht!" herhaalde ze, op den toon van het Londensche straatmeisje. „Waar zie je me voor aan. Splay? Gebruik Je verstand!” Want de verbüsterde man was nog verder achteruit geweken en had zich krampachtig aan de leuning van een stoel vastgeklampt, bulten we achter verhuurd hebben. En dit verhuren is nu onze eenige bron van inkomsten, sinds ook ik wegens bezuiniging ontslagen ben.” Deze onverwachte mededeeling kwam Ber nard als een reddende gedachte te hulp. Hü wierp een goedig-medelüdenden blik op de oude vrouw lp den rieten leunstoel, streek met de hand door het haar, en nel toen zacht, de oogen voor Betsy neerslaand: „Dat heb ik gehoord, Be^sy. En daarom kwam ik je vragen, of ik je misschien niet van dienst kon zün?" Hü greep in zün binnenzak, bracht zün porte feuille te voorschün, en reikte haar een pakje bankpapier: „Ik hoop, dat je niet weigeren zult, Betsy. Ik heb zooveel méér dan JU, en het is de plicht van den sterke om de zwakke te helpen.” Toen keek Betsy hem recht in de oogen, en zei zacht, maar vastberaden: ..Het spüt me, Bernard. Dat gaat niet. Ik had gemeend, dat je me beter kende. Ik heb nog nooit om een aalmoes gevraagd. Nu niet, en vroeger niet. En ik zal ook nooit een aalmoes aannemen. Van jou het laatst, Bernard." -j—e gangbare opinie beantwoordt deze vraag In bevestigenden zin. Men meent algemeen te hebben opgemerkt, dat er families zün. waarin "n groot aantal leden 'n hoogen leeftijd bereiken en andere waarin dit niet het geval is. Natuurlük kan dit verklaard worden door het al of niet voorkomen van die ziekten, die de meest voorkomende doodsoorzaken zün. Toch is het opvallend, dat ook het weerstandsvenno- tegen de gewone levensomstandigheden. de sloopende werking van den arbeid. de ruwheid van het klimaat blUkbaar döór erfelüke factoren wtordt beïnvloed. Ook het vroegtijdig of laat optreden van ouderdomsver- schUnselen, zelfs van enkele symptomen hiervan zooals t grijs worden, tandenverliea aderverkal king is behalve van uitwendige omstandigheden ook van erfeUJken aanleg afhankelük. Nauwkeurige statistische gegevens omtrent de leeftüdsgrens in families zün vooral door de ;evensverzekerlngmaatschappüen verzameld, die aan dergelüke cüfers een waarde voor hun tarlefberekenlngen toekennen. Daaruit blükt, dat inderdaad bü een booge leeftüdsgrens der ouders de kans voor het be reiken van een hoogen leeftijd der kinderen grooter is. Als büv de ouders vóór het 00e jaar gestorven waren, dan was de gemiddelde ouderdom der kinderen 30 jaar geringer, dan in het geval belde ouders meer dan 80 jaar oud waren ge worden. Natuurlük is het aeer moellük bü een derge- lük statistisch onderzoek de uitwendige levens omstandigheden in aanmerking te nemen. Het zou Immers zeer goed mogelük zUn, dat de boo- gere leeftüden daarom weer in bepaalde families voorkomen, omdat deze onder gunstiger hygië nische omstandigheden leefden. Een dergelüke onberekenbaar wisselende in vloed van uitwendige omstandigheden valt weg bü de vergelijking van families, die onder de meest gunstige voor waarden leven. Zoo heeft Ploetz een onderzoek verricht over de leeftijds grens In vorstenhuizen en Beeton en Pearson bü den Engelschen adel en de Quakersfamllles. Uit al deze statistieken blükt. dat een erfelüke factor stellig van beteekenis is. maar toch de invloed van de omstandigheden, van het milieu overweegt. Betere hygiënische maatregelen, voe ding, verzorging, arbeidshygléne enz. zün voor de vermindering der sterfte in een bevolkings groep van de grootste beteekenis. De grootc „Metropolitan life insurance Company" heeft dan ook een intcnsleven hygiftilschen voorlich tingsdienst van de bü haar Verzekerde personen georganiseerd. In de jaren 19071927 Mid hiervoor 32 millloen dollar uitgegeven en een besparing der uitkeerlngen van 75 millloen be reikt. Hoezeer de Indruk bestaat dat de leeftüds grens familiair erfelük bepaald is, toch is dit slechts ten deele juist. Intensieve hygiënische verbeteringen zün van het grootste belang om een hoogen ouderdom te bereiken. en kleurig, maar zelfs geen echo van het bonte stadsgewoel drong door In de landelüke rust van het vergeten dorpje Frimstone. Zooals Irene daar stond, half verborgen door hooge bossen fel-kleurige bloemen, leek ze een echt buitenmeisje. Haar leven was zoo vredig, zoo onbewogen voor het ulterlük. zoo vol prettige, gezonde bezigheid, dat ze zich heel gelukkig had kunnen voelen als ze maar vergeten kon! Maar dat was haar onmo- gelük. Dag en nacht moest ze aan haar onge- lukkigen vader denken en aan Terence, met wlen ze beloofd had, te trouwen, en van wiens mislukte vlucht ze In de krant gelezen had. Maar en dat leek haar zelf vreemd degene, wiens beeld haar het hardnekkigs» bleef vervolgen, was Mayne Redmayne. Ze moest nu weer aan hem denken, terwül haar handen druk bezig waren met net op binden van de hooge bloemstengels, haar wee moedige blik zwierf over de haag heen naar de verte, waar ze de stad wist, en zonder dat ze het zich bewust vaas, ontsnapte haar een diepe, droeve zucht. „Waarom zucht Je, Margaret?" vroeg Lily, die haar draden raffia aangaf. ^e zucht zoo dlkwüls, wanneer ik juist denk, dat je erg in je schrik bent; en soms als je tegen me praat, verbeeld ik me. dat je treurig bent en ergens over tobt.” „Ik tob niet. Lily, snoes,” zei Irene; Jk dacht alleen maar ergens over na.” De zonderllng-gekleede gestalte van juffrouw Carter dook op uit de huisdeur. Ze drentelde oor de Mount-Wilson sterrenwacht in Pa sadena in Zuid-Callfomlë werd in het vorig Jaar een glasblok gegoten van 5 meter middellUn, waaruit een holle spjegel voor den grootsten telescoop der wereld moet worden vervaardigd. Een dergelüke groote spiegel werd gewenscht om van de sterren, waar men den kUker op zal richten, zoo veel mogelük licht te kunnen opvangen. Het gieten van dezen reuzenspiegel is technisch probleem op zichzelf geweest, materiaal heeft men een boorslllcaatglas brulkt, dat bü temperatuursverandering slechts 14 van de uitzetting van het gewone glas ver toont. Groote moellükheden moesten overwon nen worden om het vormen van luchtbelletjes in het glas te voorkomen. Een groote ruimte moest bovendien worden vervaardigd om de afkoeling van het blok zeer gelUkmatlg te laten geschieden. Men ver wachtte dat hiervoor ongeveer anderhalf jaar noodig zou zün. De afkoeling is thans zoover voortgeschreden, dat men met het slüpen van den spiegel kan beginnen. De ruimte, waarin het glasblok zoo lang be waard werd, moest door een machine op een bepaalde temperatuur en vochtigheidsgraad ge houden worden. Dit laatste is noodig omdat bü het slüpen een groote vochtigheid van de lucht noodig In. Men verwacht, dat de thans in bewerking zünde spiegel aan de verwachtingen zal beantwoorden en bespreekt reeds de mogelükheden voor het gieten van een nog grooter glasblok. De voor uitgang in de astronomie, evenals In vele we tenschappen, wordt geheel door technische vra gen beheerscht, voor welker oplossing kapi talen noodig zün, die men thans zelfs In Ame rika moellük kan vinden. grenzende Roemenië grenzende Karpatlsche bergland schap met onvergetelük mooie oerwouden, voor Jagers op beren, wolven en kleiner wild een ideaal jachtgebied; het Blowaaksche en Tsjechische Paradüs met sprookjesachtige druipsteen- en üsgrotten; de moderne bad plaatsen Karlsbad, Marienbad, St. Joachims- tal in West-Bohemen; de oude Karlsstadt Praag en vele andere historische monumenten getuigen van een oude cultuur van een bUzon- der volk. Het Tsjechoslowaaksche Informatiebureau voor Toeristenverkeer, C. I. K. stelt zich voor in Holland door het laten houden van voor drachten, verspreiden van lectuur, organlsee- ren van kleinere tentoonstellingen, belang stellenden zooveel mogelUk te orlënteeren. er op gewezen, dat het Informatiebureau voor Toeristenverkeer (O. I. K.) zuiver als Infor ms tor 1 sc h orgaan geheel belangeloos inlichtingen verstrekt. „Tüd zei ze. „Ik zal nog even wat irissen snüden. dan kom ik," zei Irene. vrouw ging met haar kleindochtertje naar binnen en Irene begon een mandje met de enorme paarse irissen te vullen. Toen ze klaar was. baande ze zich een weg tusschen de bloemen door naar het pad dat naar de schuren leidde. Van hier leidde een ander paadje naar een hekje un den weg en doel loos, verstrooid, drentelde Irene er heen, ter wijl ze haar hoofd achterover wierp en haar armen strekte, die stüf en pünlük waren van het werk. Zc leunde over het hegje en keek den weg af. die naar Londen leidde het Londen, waar haar verleden begraven lag. Terwül ze daar zoo stond en de aukft nakeek, die nu en dan langssnorden. naderde een ruiter om de bocht van den weg. Irene volgde hem lusteloos met den blik, zonder veel belangstelling. want dit gedeelte van Surrey was zeer in trek !>U ruiters uit Londen. Maar toen hü dlchterbü kwam, en zü «ün moot raspaard bewonderde, trof iets in zün verschilntng haar plotseling als bekend en ver trouwd. HU was nu vlak bü het hekje en opeens zag ze. met een gewaarwording als van vrees, dat het Mayne Redmayne was. Kort gelerjen is in Den Haag, Plaats 31. een „Tsjechoslowaaksch Informatiebureau voor Toeristenverkeer” in het leven geroepen met het doel, de platonische belangstelling voor Tsjecho-Slowaküe In meer concreten vorm n.l. In toeristenverkeer daarheen te bevor deren. De büzondere schoonheid van de aan Polen bergen, de Hohe Tatra; het aan grenzende •a r r. Neville Chamberlain, de kanselier der |y< I schatkist, heeft in een radlo-toespraak onder andere medegedeeld, dat de Re- geering besloten heeft tot het uitvoeren van een „vüf-jaren-plan" tot verbetering der wegen. Een bedrag van niet minder dan 100.000.000 zal hieraan besteed worden. Engeland heeft niet alleen het dichtste, maar op het eerste gezicht ook verreweg het beste wegennet van Europa Toch worden, ondanks de vele voortreffelijke veiligheidsmaatregelen, de laatste jaren genomen, en ondanks bet feit, dat de Engelsche automobilist voorzichtiger is dan büvoorbeeld de Fransche, jaarhjks duizen den menaehen. op de openbare wegen gedood en tienduizenden gewond. Honderd millloen pond is een reusachtig be drag, maar het is niet te groot indien het op zoodanige wüze besteed wordt, dat er een einde komt aan de slachting, welke jaarlüks meer menschenlevens kost dan er Engelschen of Boe ren sneuvelden in den Zuld-Afrlkaanachen oor log. De Engelsche wegen zün prachtig, maar des ondanks voldoen zü niet aan de eischen der veiligheid. De oorzaak hiervan Is, dat het auto mobilisme zoo snel in omvang toegenomen is, dat het onmogelük geweest Is het wegennet In even snel tempo te modemiseeren. Een der bekoorlükheden van bet Engelsche platteland is steeds te vinden geweest in den bochtlgen aai j aangei mee; aldus werdei tn den tüd valï het paardenverkeer groote moellükheden opgeleverd zouden hebben, voor komen. Vele automoblelwegen volgen de oude ..high ways". hetgeen niet het minste bezwaar op leverde toen twintig jaren geleden het verkeer nog weinig omvangrük was. en zich in langzaam tempo ontwikkelde. Thans leveren die bochten (vaak vier of vüf zeer scherpe bochten op één enkele müD groot gevaar op. Het is waar, dat er in Engeland zeer weinig spoorweg-overgangen zün. Daarentegen zün er Tot de Eritache uniformen behoorden die van landers en huzaren, zoomede marine- en poli tiejassen. De decoraties, knoopen. strepen e.d. werden verwüderd en de tunieken veranderd voor zü werden af geleverd, zoodat zü niet meer op Britsche uniformen geleken. De man, die deze collectie zocht, betaalde 50 Pond Sterling contant en zou de rest, 47 Pond Sterling, later betalen doch hü heeft dit nog niet gedaan In het geheel besteedde hü in drie dagen tüds meer dan 200 Pond Sterling aan kleeren, koffers en andere artikelen. De man noemde zich „Yoesoef, kroonprins van Abesslnlé” en verklaarde de geheele wereld af te zoeken naar den verloren zoon van den groeten keizer van Abesslnlé, Menelik n. Hü beweerde dezen zoon te hebben gevonden te Kaapstad In den persoon van Jegreffa Saranie, een ouden stee- r.enklopper. In een brief aan de .Argus” verklaart Saranie, sis prins geboren te zün en als prins te zullen sterven, prins te zullen blüven of hü rük zou zijn, dan wel arm. „Ik ben.” aldus Saranie, „prins Fastafara, Negus Negestl of keizer van Abesslnlé, koning der konlngen, prins van Je ruzalem, Leéuw van Juda, keizer van Afrika. Deze titels willen niet zeggen, dat ik op den troon zou wenschen terug te keeren. Ik ben op geen enkele wüze gekant tegen den tegenwoor- dlgen Negus Negestl, Halle Selassie." Saranie heeft in een interview medegedeeld, i toen hü elf jaar oud was, hü door twee Arabieren werd ontvoerd. Deze Arabieren brachten hem naar Mozambique over, waar hü vele jaren doorbracht aan het hof van den Sultan. Van hier ging hü naar den Soedan, waar hü Lord Kltchéner ontmoette." Late# bochtig Ze richtte op en kwam langzaam tegenstander toe. die nog en tastend, als een blinde, deur zocht. „Waag het nog eens. in komen, of me eenlg bericht te Ik breng de politie op Jfe spoor! Ik weet dat ze Je „noodig hebben" voor een smerig zaakje dat is altüd het geval geweest en zal wel altüd zoo blüven. Je wou duizend pond heb ben, niet? Je krügt geen penny. Maak, dat je uit mün oogen komt!” Splay' had de deur bereikt en morrelde aan de kruk. „Madge!" hügde hü. „Een oude kennis „Noem me zoo nóg eens.” ze! ze tusschen haar opeengeklemde tanden, „durf nog één woord tegen me te zeggen, één zinspeling op het verleden te maken, en ik druk op de bel en stuur mün bediende naar de politie, mün oogen. zeg Ik! Als ik je ooit weer zie, al Is het maar bü toeval. dan laat ik je arrestee ren. Als ik er achter kom. dat je ook maar mün naam genoemd hebt, dan zal Ik Je weten te vinden Marsch!” Als een geslagen hond opende Splay de deur juist ver genoeg om zich er door te wringen, en sloop heen. HOOFDSTUK XXXI kwestie Splay, dat Je bent Dank je vrlendelUk voor alle inllch- jv ,aw»; maar, zie je, ik wist het allemaal al. Ik ben er op eigen gelegenheid achter gekomen, terwül Jü eh op reis was! Ik bedoel: je straf uitzat voor Je valsche munterü! Denk Je soms, dat ik dat niet meer weet? En je hebt volkomen gelük; ik ben de dochter van den graaf van Mersia; zün echte, wettige dochter. Ik ben dat zonder jouw .hulp te weten ge komen. en je geheim is niet dót waard!” Ze knipte met haar vingers vlak voor zün gezicht. Juist zooals Madge. het straatkind, zou gedaan hebben, en Splay kromp ineen en kreunde. .Je kwam hier om me te dreigen, om chantage te plegen!” Ze lachte, en haar lach den man als een zweepslag. „Maar je als gevolg van haar zonder twijfel aorglük be staan er tien, vüf tien jaar ouder uitzag dan in werkelükheld was. En meteen stond het bü hem vast, dat hü op de een of andere manier, hoe dan ook. een wending, een draai aan zijn bezoek diende te geven, en zün oorspronkelük voorstel eenvoudig achterwege moest laten.. Betsy echter rentte hem de hand. Zü hem vragend aan, en wees op een stoel: „Ga zitten, Bernard. Hoe maak je het?” Er kwam een trek van hulpeloosheid op haar gelaat. en In haar stem klonk iets van veront schuldiging. toen zü vervolgde: „Het is hier een beetje klein, Bernard. Maar dat komt, omdat bestaan. Een dame, die er slag van heeft, met oogen te werken, .klappert mlt de Oogen.” Ook deze uitdrukking heeft een hlstorlschen grond slag. Julius Linde, een beroemde marionettist uit de vorige eeuw, die een poppentheater had en zün eigen stukken schreef, had eens een nieuwe pop gemaakt, die de oogen kon openen en sluiten door middel van füne draden. Geest driftig verklaarde Linde aan de Berlüners: ,jBe- hen 81e, se klappert mlt de Oogen!" en het auditorium onthield het woord en sprak het hem na. Wanneer de een of ander stilletjes verdwünt, dan merkt de Berlüner op: „er bat sich ver- krilmelt." Deze uitdrukking, die de vreemdeling niet kan thuisbrengen, heeft ook een eigenaar dige geschiedenis. Toen onder Frederik den Groo- ten een soldaat belast was met het halen der kommlesbrooden. kreeg hü onderweg zoo’n hon ger, dat hü er een van opat. Later -waar dat ontbrekende brood gevraagd, gaf hü het verras send antwoord: „Ja, det hat sich verkrümelt." Een ander woord, uiterst koddig wanneer men aan de situatie denkt, waarin het ontstond,. werd door een gemoedelük Berlüner geschapen,1^. die op straat een Marokkaan ontmoette. Prins Karl, de broer van Wilhelm I, hield n.L een Marokkaan als lakei, en wanneer de prinselüke koets ergens stil hield, wachtte de zwarte knecht aan het portier .terugkomst van den prins af. Op zekeren dag gebeurde dit Unter den Linden, zooals men weet de groote boulevard van Ber- ■r-j erlün heeft zün Jargon, evengoed als an- dere Europeesche hoofdsteden, en min- stens zoo treffend van uitdrukking. De Berlüners zün een uiterst zakelük menschen- slag, maar zü hebben een vaardig mondwerk en een drogen humor, welken de vreemdeling na korten of langen tüd leert waardeeren. Ook is hun dialect niet uitsluitend het kenmerk van de lagere volksklassen, integendeel, de geboren Berlüner blüft zün stadstaal dlkwüls trouw tot ui de hoogste ambten en waardigheden. Een schilder als Max Liebermann, de groote Duit- sche impressionist en president; van de KUnst- lerakademie te Berlün; was er gen om, met wlen ook .hoogdt Als Iemand, een predikant, over veel spraakwater toont te beschikken, zegt de Berlüner: ,,der hat *n juten Wellenschlag” of: „der kaut eenen Jrossen Jummi”. Gaat hü een hapje eten, dan ..stlmmt er die Versorjungsarle an”, en heeft hü dorst, dan wil hü „mal eln bisken Oei uff de Lampe drlppeln”. Wie toont, geen büzonder licht te zün, moet de vraag; „du bist woll bel Pfeiffern in die Schule gegangen?” in den zak steken. Deze uit drukking Is ruim honderd jaar oud. Van 1825TO had Pfeiffer een particuliere jongensschool in de hoofdstad, en bereikte met zijn leerlingen zulke averechtsche resultaten, dat hü spreek- woordelük werd en in de stadstaal overging. In denzelfden tüd werd het tenminste voor jichtigen gebruikelük om op de vraag: hoe gaat het ermee te antwoorden: „danke, Jut. bloes mlt die Jebrüder Benekens steht et faul.” De eerste maal namelük, dat dit woord gezegd wtrd. In 1826, veroorzaakte net 'n catastrophe. Want de vrager begreep de grap van het ant woord niet, dacht niet aan werkelüke beenen. bewok de zaak op 't Bankkantoor der Gebr. Bene kens en ülde derwaarts om er zün geld af te halen. Het gerucht werd vliegensvlug verspreid, en het einde was, dat de Bank der failliet ging! De zegswüze echter bleef ,Als wat?" vroeg Madge, büna vriendelük. •Als u geen regeling met me treft, mylady,” zei hü veelbeteekenend. Jiet meisje weet niets van wat ik u allemaal verteld heb." „Waar is ze?" vroeg Madge, heel rustig. Splay ontweek haar blik, maar hü had zün antwoord klaar. „Ze werkt voor een kleermaker. En laat ze daar rustig blüven, zeg ik maar, als uw lady schap de zaak met me wil regelen. Zoo niet Er was een stilte; Madge's hersens werkten kcortsachtlg. Al had de man gelogen wat betreft die bewijsstukken, hü had haar toch in zün macht. Hoe moest ze hem aanpikken? „Wat zoudt u dan willen, dat Ik deed?” vroeg ze heel minzaam. „Ik voor mü denk, dat u zich vergist, en dat uw heele verhaal onzin is; maar gesteld eens, dat het waar was, wat zoudt u dan van me willen?” ..Nu spreekt u verstandig, my lady,” zei hü: An nu kan ik ook openhartig tegen u zün. Het spreekt vanzelf: als ik mün mond houd, dan moet ik er ook goed voor betaald worden. Dat is niet meer dan natuurlük en zakelük, niet?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 11