ÏÏCetwbAaal van den dag
H
Met twee kameraadjes op avonturenreis
n
I
I
I
I De Dubbelgangster I
door Charles Garvke
Gemoedelijk
Berlijn
hhiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
GEEN SPRAKE VAN!
De reuzenspiegel
Betsy
Veiliger wegen
ll
DINSDAG 12 NOVEMBER 1935
Voor den Mount-Wihon-teleecoop
Verdwenen keizer
Toeristenreizen naar
T 8 j echo-Slo waki je
De leeftijdsgrens
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIII
i
Droge humor en vaardig
mondwerk
i
X'A F A mt J*.1*0 0311 ^gevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen I? *7Kn levenslange geheele ‘ongeschiktheid tot werken door 17 TT KA “J ongeval met C vernee van een MM
Z~\l jI.jI-j /A.U V-f 1 Y 1 w aj ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen F O We" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen F vVe" doodelljken afloop 1 een voet of een oc*
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
De reuzenspiegel van Mount Wilson
bezuiniging
i
haar
slag.
Julius
geheel
kopje thee. Margaret,**
een
De
en
dat
Ik
droom!" stotterde de
Uit
het
(Wordt vervolgd)
trol
Benekens
hierna
De lente was voorbijgegaan en gevolgd door
een ongewoon vroegen zomer. Londen was druk
gen
tegen
tegen
Een advertentie behoeft geen „kapitalen" te
koeten. Plaats maar eens een Omroeper! Rubrl-
ceering en gelükvormige setwitee. Billijk han
dels tarief
een
Als
ge-
werden aL te stelle hellingen, welke
Tpaardenverkeer
int vt
r niet toe te bren-
luftsch” te spreken,
zü het een straathandelaar of
Daar zitten we nou. Heb
je nóu je zin?
Natuurlük; die autobus
had geen voorrang. En je had
eena moeten zien, hoe *n
schram er op s’n spatbord zit.
(Autorevue)
Toen Bernard aangebeld had en de armelüke,
halfultgesleten trap van de étage-wonlng op
klauterde, kwam hem een lucht van smeltend
vet en reuzel in den neus. In het halfdonker
trapportaal struikelde hij bijna over den drem
pel van een klein, spaarzaam-verlicht woon
kamertje. Bü zün binnenkomst ontwaarde hij
voor het venster een oude, vermagerde vrouw
In half-Iiggende houding op een rieten leun
stoel, en in het midden van de kamer zag hij
Betsy staan, die bezig was, een kale, ruw-houten
tafel te dekken.
Bernards eerste Impuls was een verlangen,
zoo spoedig mogelük weer deze al te armzalige
omgeving den rug toe te keeren.
Hoe kon hij zóó onervaren geweest zijn, om
van het eerste oogenbllk af niet direct te be
seffen, dat een vrouw uit dit milieu zijn huis
houden Immers niet bestieren kon? Hoe zou
deze vrouw ooit In staat zijn, leiding te geven
aan zijn kinderen, aan zijn personeel?
Met één oogopslag had hü gezien, dat Betsy
betrad met deze onschuldbetuiging op de lippen,
echter
werking
voortle-
hebt Je vergissing Ingezien. Nu dreig Ik jou!"
zich dan In haar volle lengte
op den verslagen
verder terugweek
zijn weg naar de
naar Lily toe en streelde haar over het vtaa-
blonde kopje,
voor
van!” zei Madge. „Je bent
Wakker genoeg om te
je vliegertje niet op Is ge-
een Ietsje te laat gekomen.
zich zelf van schrik en verrassing. „Wat een
sukkel ben Je toch, dat je me niet herkend
hebt!"
„Madge!” bracht hü uit, terwijl hü haar met
knipperende oogen aankeek en aan zijn droge
lippen likte.
„Ja, Madge!"
Baldwin's Rents!
aan. Wat sliepen ze allen heerlijk in het
fijne bed in 'n gezellige, ruime, nette kamer.
Den volgenden morgen, toen de boer het
drietal kwam wekken, vertelde hij dat hü
den vorigen avond een drietal soldaten voor
zijn huls had zien staan die het van onder
tot boven bekeken en jaarna weer wegge
gaan waren. Hü vertrouwde de zaak niet erg
en vermoedde dat ze nog wel niet veilig
zouden zün.
et Zuid-Afrlkaansche dagblad .Argus”
vertelt, dat leger-uniformen. welke door
Britscbe militairen In den Boerenoorlog
zl-n gedragen, en een collectie medailtes ter
waarde van 97 Pond Sterling, onlangs te Kaap
stad werden gekocht, ten behoeve van Iemand,
die beweerde de sedert lang verdwenen prins
van Abessinië te zün.
In werkelükheld wist deze schuwe Haas
allerlei, en dit versterkte de komische
van zün woorden, die tot op vandaag
ven.
Een echt modewoord, maar misschien ook nog
meer dan dat. gezien de lange periode, die het
al levend is gebleven. Is: „Knorke", wat gelük
staat met het Hollandsche „knal." Dit woord is
een schepping van Claire Waldoff. de bekende
Berlünsche cabaret-ster. Op zekeren namiddag
zat zü met haar collega’s achter de coulissen, na
een repetitie, die ongewoon lang geduurd had.
De gemoederen hadden dringend behoefte aan
een opmonterenden kop koffie, maar het res
taurant. waar die besteld werd, leverde door
gaans een zeer slap zetsel. Toen riep Claire Wal
dorf! den bode, die koffie ging halen, na:
.Menschenskind, aba keene Lorke,
De Kaffee muss sein knorke!”
maar t luldgeschreeuwde woord Lorke deed mij
.knorke” rijmen,” zoo zegt Claire Waldoff zelf
En het vreemdsoortige woord sloeg In. Vanaf
dat oogenbllk was bü de artlsten en tooneelar-
beiders alles, wat büzonder goed gelukt scheen,
..Knorke.” Een half jaar later zei heel Berlün
het. weer een half jaar later had zich het woord
al door heel Duitschland verbreid en waren de
Berlljners. bü wie natuurlük alles grooter mqet
zün, al tot aan de superlatief „Oberknorke" toe
Een eigenaardige groep Berlünsche uitdruk
kingen zün niet anders dan algemeens spreek
woorden, naar Berlünschen smaak verdraaid.
Zoo büvoorbeeld zegt men In Duitschland:
de mannen overlegden samen wat
er gedaah moest worden en daarna begonnen
ze belden te lachen. Daar kwam de boerin
aan. Hermann ging op een stoel zitten, zün
gezicht werd Ingezeept en met een schaar
en scheermes ging de boerin Hermann’s
baard en snor, ja zelfs zün hoofdhaar af
knippen en afscheren. Wat zeg Hermann
er na afloop van dit proces gek uit.
Ultdrukkelük zü
Tsjechoslowaaksche
Wer Unglück soil haben, stolpert lm Grase,
Fiilt auf dem RUcken und bricht sich die Nase.
Dit fraaie vers luidt In Berlün:
Wer UnjlUck bat, stolpert Iba *n Keese
(over een kaas)
Fjilt uff'n Rücken un bricht sich die Neese.
En een ander gedicht, dat de melodie des
harten zingt en aldus begint:
,,Nur einmal blüht im Jahr der Mal" wordt te
Berlün tot de volgende nuchtere levenswüsheld
veranderd:
Nur eenmal blieht,
Wenn t keener sleht,
lm Jahr der Mal
Und zwelfmal blieht de Miete
(en twatffmaal bloeit de huur)
van nieuwsgierigen rondom den armen Moor en
gaapte hem verwonderd aan. Opeens trad een
toeschouwer, die daar nu het züne van moest
hebben, uit den kring en vroeg wantrouwig aan
den Marokkaan: „Manneken. Sie sind woll nlch
von hier?” Deze sltuatiegrap had veel succes en
werd voortgezegd: de uitdrukking veranderde in
latere jaren van zin, doch is nog steeds gebrui
kelijk.
Heel bekend is ook het woord„Mein Name 1st
Hase; lek weess von nlscht". Het ontstond in
het jaar 1840, toen een getuige de rechtszaal
De brave menschen luisterden aandachtig
toe en,^le boerin kreeg zelfs tranen in haar
•ogea, zoodat ze vergat de pap te roeren,
die begon aan te branden. Fluks sprong
Pietje op, greep den houten lepel, en begon
Overig te roeren in den groeten pot. waarom
ze allen hartelük moesten lachen. Het maal
smaakte heerlük. De brave menschen hadden
veel medelüden met het drietal en men
bood hun voor dien nacht een slaapplaats
mün nabüheld te
sturen.
a 1 ie vroeg was Bernards vrouw hem door
ZX den dood ontvallen. Zün eigen medische
kennis, de hulp der knapste specialiteiten,
had het sloopend ziekteproces niet kunnen stui
ten. en op nauwelijks veertig-Jarigen leeftüd
was zü heengegaan, voor goed, hem diep be
droefd achterlatend, alléén en hulpeloos met de
zorg vopr vüf kinderen.
In de daaropvolgende allerzwaarste maanden
had Bernard's zuster hem spontaan haar hulp
aangeboden. Zü had hem door de ergste znoei-
lükheden heengeholpen. en getracht hem te
verzachten zün mateloos leed, hem dwingend al
zün gedachten .en zinnen te concentreeren op
zün drukke dokterspraktijk, hem troostend met
de opbeurende geruststelling, dat hü al wat in
zün vermogen was gedaan had om te keeren
wat niet te keeren was. dat hü haar lüden ver
zacht had met al de kracht, die in hem was.
en dat zü was heengegaan met de rustige ze
kerheid, dat hun kinderen een zorgzaam, be
schermend vader gebleven was.
En het was haar gelukt.
Na verloop van een half jaar had hü zich
geschikt in het onvermljdelüke. Hü had geleerd
te berusten In de onnaspeurlüke wegen en be
schikkingen van hoogere raadsbesluiten; lang
zamerhand ging hü weer geheel op in zün
steeds grooter wordende praktük, en was zün
zuster innig dankbaar voor haar practischen
kük en doortastendheid, haar flink en kordaat
optreden tegenover de kinderen.
Maar, toen zü bereikt had. wat zü bereiken
wilde, wees zü hem op een goeden avond in ge-
moedelüken ernst op de noodzakelükheid voor
hem, om nu vreemde hulp in te roepen. Want
ook zü had haar plichten tegenover haar gezin,
en gaarne wilde zü hem bü de keuze van een
huishoudster behulpzaam zün.
En toen was Bernard plotseling de reddende
gedachte te binnen geschoten, dat hü immers
Betsy nog had. Betsy met wie hü veel vroeger,
in zün studententüd nog, een hechte vrlend-
schap had aangeknoopt
Méér was het nog geweest dan vriendschap,
van belde züden. HU. van zün kant, had in
Betsy tüdens hun omgang, hun vriendschap,
hun samenzün altüd heel iets anders gezien
dan zoo maar een studentenfllrtje, en zoo jam
mer had hü t gevonden, o zoo jammer, dat er
van een huwelük tusschen hen beiden nooit iets
zou kunnen komen, nooit, vanwege dat ellendige
standsverschil, haar al te klein-burgerlüke om
geving en manieren, haar totaal gemis aan
toonbare omgangsvormen.... Zoon goed, zoo'n
best, aardig trouw meisje was Betsy geweest,
waar hü altijd, zün leven lang, met genoegen
aan zou terugdenken, maar waarmee Je nu een
maal, jammer genoeg, niet voor den dag kon
komen!
En Betsy, van hóór kant, vond het zoo goed!
Altüd had zü het als vanzelfsprekend goedge
vonden, dat het immers op een kwaden dag
wel uit zou moeten zün. Zü begreep wél, had
het van het begin af aan altüd wel begrepen,
dat zü immers geen party voor hem was, dat
zü, de eenvoudige, onbenullige Betsy, de doch
ter van een schoenmakertje, zich nooit als een
doktersvrouw zou weten te gedragen!
En kordaat had zü afscheid van hem geno
men, flink, de tanden op elkaar, de opwellende
tranen weten terug te werken, het afscheid
zelfs nog bespoedigd, hem nogmaals verzeke
rend, dat er geen wrok of afgunst In haar her
innering zou achter blüven. maar dat zü altüd.
zoolang ze leven mocht, op hóór manier, ver
van hem en alléén, van hem zou blijven houden.
Maar nooit was Betsy met een ander ge
trouwd.
Aan die Betsy dacht Bernard, toen zün zus
ter hem van een «Teemde huishoudster gespro
ken had.
En tegelükertüd was zün besluit genomen.
Hü wilde haar gaan opzoeken! Hü wist, dat zü
samen met haar moeder een kleine, eenvoudige
étage-wonlng in de binnenstad bewoonde, dat
zü er het huishouden waarnam en den kost voor
hen beidjes verdiende met typen en boekhouden
op een kantoor.
Betsy was Immers geen vreemde voor hem!
Natuurlük zou zü bereid zün hem te helpen,
zün kinderen te verzorgen! O, hü kende zün
Betsy zoo goed. Verheugd zou zü zün, dat hü
In zün behoefte aan hulp het eerst aan haar
gedacht had. zich het eerst tot haar had gewend.
Betsy was nu de aangewezen vrouw, om zün
huishouding te bestieren, toezicht te houden op
zün kinderen, leiding te geven aan het dienst
personeel! En ook voor haar oude moeder zou
hü wel zorgen, voor de moeder van zjjn huis
houdster. voor de moeder van zünlater, la
terwie weet
duizenden bruggen, welke over diepgelegen
spoorbanen voeren. De meeste dier bruggen
zün smal, en vaak gebochelder dan de steenen
bruggen over de Amsterdamsche grachten.
In sommige deelen des lands, vooral m De
vonshire en Cornwall, voeren de automobiel-
wegen niet om de nauwgebouwde. op heuvels
gelegen stadjes heen, doch staan zü In verbin
ding met de stadsstraten, die In het minst ntet
jp hedendaagsche verkeersmiddelen berekend
zün en die, opkruipend tegen stelle hellingen,
de scherpste bochten beschrüven.
Verder zün er op de 177.347 mülen automo-
blelweg, die Engeland thans bezit, niet min
der dan 40.000 „blinde hoeken'*.
Voeg hieraan toe, dat rüwielpaden hier na
genoeg niet bestaan (gedeeltelük als gevolg van
het verzet der Wielrüdenbonden tegen zulke
paden!) en gü zult u wellicht erover verwon
deren, dat er.... zoo weinig ongelukken gebeu
ren.
Druk verkeer Is zelden de oorzaak van onge
lukken. De City van Londen is waarschünlük
de drukste plek van ons werelddeel, maar er
gaan weken voorbü zonder dat daar één doo-
delük verkeersongeluk plaats heeft. Het is bui
ten dMgroote steden, dat de slachting aange
richt wordt niet omdat de wegen op zichzelf
niet goed zün, maar omdat hun verbetering
niet gelüken tred heeft kunnen houden met
de al te snelle ontwikkeling van het automo
bilisme.
Alleen in Lancashire, dat kleiner is dan Gel
derland. zullen 100, in Yorkshire 150 bruggen
verbouwd moeten worden, om deze graafschap
pen veilig te maken. En verder zullen over het
heele land de hoofdwegen verllcüt worden.
Wordt een groot deel der 100.000.000 aan
deze verbeteringen in het belang der veiligheid
besteed, dan zal Engeland niet alleen schünbaar
het beste, maar ook (wat meer waard is) wer-
kelük een goed wegennet hebben,
*wanl hij In Engeland met Jfritsche troepen éfi
lün. Natuurlük stond in een ommezien een kring lÜöens den Boerenoorlog werd hü naar Natal
gestuurd, waar hü gewond geraakte.
Eenige jaren geleden heeft de man naar een
van de Abessinische generaals geschreven, die
bevel voerden over de troepen van Menelik. Deze
waarschuwde hem, vooral niet naar Abesslnlé
terug te keeren, indien hü zün leven lief had.
Niettemin Is Saranie thans van plan binnen
kort naar Abesslnlé te gaan om een bezoek te
brengen aan zün zuster, die de kosten heeft
betaald, welke men heeft gemaakt om hem op
te sporen.
zei ze sarrend. „Madge uit
De kleindochter van moeke
Bunch en de wettige dochter van den graaf
van Mersia!"
„Ik geloof,
Speld.
„Geen
klaarwakker,
begrüpen,
gaan.
Splay.
tlngen, die Je me gegeven hebt;
Ik i
U en ik zün compagnons zoogezegd, maar ik
hoef toch niet de helft te hebben van al wat
u In bezit hebt. Ik ben een bescheiden man,
en het Is niet zoo moellük om mü tevrederx
te stellen. Wat ik dan zeggen wil, en dat is
mün laatste woord: geeft u me duizend pond
contant en ik ben tevree.”
Maar Madge was intusschen klaar met
denken; als bü tooverèlag was het haar duide-
lük geworden, hoe ze moest handelen om dezen
man onschadelük te maken.
Met een stem, totaal verschillend van die,
waarmee ze al den tüd gesproken had. met
de stem van Madge, het straatkind, de Madge
van Baldwin's Rents, beet ze hem dat eene
woord toe:
„Smiecht!”
Splay kreeg een schok, alsof hü een geest
zag en staarde haar aan.
Ze stond op en kwam vlak voor hem staan,
kaarsrecht, haar gezicht een en al uitdaging,
leedvermaak en verachting; doch het was niet
langer het gezicht van Irene, maar dat van
Madge, het achterbuurtklnd.
Splay deed een stap achteruit en staarde
haar met uitpuilende oogen aan. terwül hü
naar lucht hapte. Ze stond daar Inderdaad als
een spookbeeld uit het verleden.
„Smiecht!" herhaalde ze, op den toon van
het Londensche straatmeisje. „Waar zie je me
voor aan. Splay? Gebruik Je verstand!” Want
de verbüsterde man was nog verder achteruit
geweken en had zich krampachtig aan de
leuning van een stoel vastgeklampt, bulten
we achter verhuurd hebben.
En dit verhuren is nu onze eenige bron van
inkomsten, sinds ook ik wegens bezuiniging
ontslagen ben.”
Deze onverwachte mededeeling kwam Ber
nard als een reddende gedachte te hulp. Hü
wierp een goedig-medelüdenden blik op de oude
vrouw lp den rieten leunstoel, streek met de
hand door het haar, en nel toen zacht, de oogen
voor Betsy neerslaand:
„Dat heb ik gehoord, Be^sy. En daarom kwam
ik je vragen, of ik je misschien niet van dienst
kon zün?"
Hü greep in zün binnenzak, bracht zün porte
feuille te voorschün, en reikte haar een pakje
bankpapier:
„Ik hoop, dat je niet weigeren zult, Betsy. Ik
heb zooveel méér dan JU, en het is de plicht
van den sterke om de zwakke te helpen.”
Toen keek Betsy hem recht in de oogen, en
zei zacht, maar vastberaden:
..Het spüt me, Bernard. Dat gaat niet. Ik had
gemeend, dat je me beter kende. Ik heb nog
nooit om een aalmoes gevraagd. Nu niet, en
vroeger niet. En ik zal ook nooit een aalmoes
aannemen. Van jou het laatst, Bernard."
-j—e gangbare opinie beantwoordt deze vraag
In bevestigenden zin. Men meent algemeen
te hebben opgemerkt, dat er families zün.
waarin "n groot aantal leden 'n hoogen leeftijd
bereiken en andere waarin dit niet het geval is.
Natuurlük kan dit verklaard worden door het
al of niet voorkomen van die ziekten, die de
meest voorkomende doodsoorzaken zün. Toch
is het opvallend, dat ook het weerstandsvenno-
tegen de gewone levensomstandigheden.
de sloopende werking van den arbeid.
de ruwheid van het klimaat blUkbaar
döór erfelüke factoren wtordt beïnvloed. Ook het
vroegtijdig of laat optreden van ouderdomsver-
schUnselen, zelfs van enkele symptomen hiervan
zooals t grijs worden, tandenverliea aderverkal
king is behalve van uitwendige omstandigheden
ook van erfeUJken aanleg afhankelük.
Nauwkeurige statistische gegevens omtrent de
leeftüdsgrens in families zün vooral door de
;evensverzekerlngmaatschappüen verzameld, die
aan dergelüke cüfers een waarde voor hun
tarlefberekenlngen toekennen.
Daaruit blükt, dat inderdaad bü een booge
leeftüdsgrens der ouders de kans voor het be
reiken van een hoogen leeftijd der kinderen
grooter is.
Als büv de ouders vóór het 00e jaar gestorven
waren, dan was de gemiddelde ouderdom der
kinderen 30 jaar geringer, dan in het geval
belde ouders meer dan 80 jaar oud waren ge
worden.
Natuurlük is het aeer moellük bü een derge-
lük statistisch onderzoek de uitwendige levens
omstandigheden in aanmerking te nemen. Het
zou Immers zeer goed mogelük zUn, dat de boo-
gere leeftüden daarom weer in bepaalde families
voorkomen, omdat deze onder gunstiger hygië
nische omstandigheden leefden.
Een dergelüke onberekenbaar wisselende in
vloed van uitwendige omstandigheden valt weg
bü de vergelijking van families, die onder de
meest gunstige voor waarden leven. Zoo heeft
Ploetz een onderzoek verricht over de leeftijds
grens In vorstenhuizen en Beeton en Pearson
bü den Engelschen adel en de Quakersfamllles.
Uit al deze statistieken blükt. dat een erfelüke
factor stellig van beteekenis is. maar toch de
invloed van de omstandigheden, van het milieu
overweegt. Betere hygiënische maatregelen, voe
ding, verzorging, arbeidshygléne enz. zün voor
de vermindering der sterfte in een bevolkings
groep van de grootste beteekenis. De grootc
„Metropolitan life insurance Company" heeft
dan ook een intcnsleven hygiftilschen voorlich
tingsdienst van de bü haar Verzekerde personen
georganiseerd. In de jaren 19071927 Mid
hiervoor 32 millloen dollar uitgegeven en een
besparing der uitkeerlngen van 75 millloen be
reikt.
Hoezeer de Indruk bestaat dat de leeftüds
grens familiair erfelük bepaald is, toch is dit
slechts ten deele juist. Intensieve hygiënische
verbeteringen zün van het grootste belang om
een hoogen ouderdom te bereiken.
en kleurig, maar zelfs geen echo van het bonte
stadsgewoel drong door In de landelüke rust
van het vergeten dorpje Frimstone.
Zooals Irene daar stond, half verborgen
door hooge bossen fel-kleurige bloemen, leek
ze een echt buitenmeisje. Haar leven was zoo
vredig, zoo onbewogen voor het ulterlük. zoo
vol prettige, gezonde bezigheid, dat ze zich
heel gelukkig had kunnen voelen als ze
maar vergeten kon! Maar dat was haar onmo-
gelük. Dag en nacht moest ze aan haar onge-
lukkigen vader denken en aan Terence, met
wlen ze beloofd had, te trouwen, en van wiens
mislukte vlucht ze In de krant gelezen had.
Maar en dat leek haar zelf vreemd
degene, wiens beeld haar het hardnekkigs»
bleef vervolgen, was Mayne Redmayne.
Ze moest nu weer aan hem denken, terwül
haar handen druk bezig waren met net op
binden van de hooge bloemstengels, haar wee
moedige blik zwierf over de haag heen naar de
verte, waar ze de stad wist, en zonder dat ze
het zich bewust vaas, ontsnapte haar een
diepe, droeve zucht.
„Waarom zucht Je, Margaret?" vroeg Lily,
die haar draden raffia aangaf. ^e zucht zoo
dlkwüls, wanneer ik juist denk, dat je erg in
je schrik bent; en soms als je tegen me praat,
verbeeld ik me. dat je treurig bent en ergens
over tobt.”
„Ik tob niet. Lily, snoes,” zei Irene; Jk
dacht alleen maar ergens over na.”
De zonderllng-gekleede gestalte van juffrouw
Carter dook op uit de huisdeur. Ze drentelde
oor de Mount-Wilson sterrenwacht in Pa
sadena in Zuid-Callfomlë werd in het
vorig Jaar een glasblok gegoten van 5
meter middellUn, waaruit een holle spjegel
voor den grootsten telescoop der wereld moet
worden vervaardigd.
Een dergelüke groote spiegel werd gewenscht
om van de sterren, waar men den kUker op zal
richten, zoo veel mogelük licht te kunnen
opvangen.
Het gieten van dezen reuzenspiegel is
technisch probleem op zichzelf geweest,
materiaal heeft men een boorslllcaatglas
brulkt, dat bü temperatuursverandering slechts
14 van de uitzetting van het gewone glas ver
toont. Groote moellükheden moesten overwon
nen worden om het vormen van luchtbelletjes
in het glas te voorkomen.
Een groote ruimte moest bovendien worden
vervaardigd om de afkoeling van het blok zeer
gelUkmatlg te laten geschieden. Men ver
wachtte dat hiervoor ongeveer anderhalf jaar
noodig zou zün.
De afkoeling is thans zoover voortgeschreden,
dat men met het slüpen van den spiegel kan
beginnen.
De ruimte, waarin het glasblok zoo lang be
waard werd, moest door een machine op een
bepaalde temperatuur en vochtigheidsgraad ge
houden worden.
Dit laatste is noodig omdat bü het slüpen
een groote vochtigheid van de lucht noodig In.
Men verwacht, dat de thans in bewerking zünde
spiegel aan de verwachtingen zal beantwoorden
en bespreekt reeds de mogelükheden voor het
gieten van een nog grooter glasblok. De voor
uitgang in de astronomie, evenals In vele we
tenschappen, wordt geheel door technische vra
gen beheerscht, voor welker oplossing kapi
talen noodig zün, die men thans zelfs In Ame
rika moellük kan vinden.
grenzende
Roemenië grenzende Karpatlsche bergland
schap met onvergetelük mooie oerwouden, voor
Jagers op beren, wolven en kleiner wild een
ideaal jachtgebied; het Blowaaksche en
Tsjechische Paradüs met sprookjesachtige
druipsteen- en üsgrotten; de moderne bad
plaatsen Karlsbad, Marienbad, St. Joachims-
tal in West-Bohemen; de oude Karlsstadt
Praag en vele andere historische monumenten
getuigen van een oude cultuur van een bUzon-
der volk.
Het Tsjechoslowaaksche Informatiebureau
voor Toeristenverkeer, C. I. K. stelt zich voor
in Holland door het laten houden van voor
drachten, verspreiden van lectuur, organlsee-
ren van kleinere tentoonstellingen, belang
stellenden zooveel mogelUk te orlënteeren.
er op gewezen, dat het
Informatiebureau voor
Toeristenverkeer (O. I. K.) zuiver als Infor
ms tor 1 sc h orgaan geheel belangeloos
inlichtingen verstrekt.
„Tüd
zei ze.
„Ik zal nog even wat irissen snüden. dan
kom ik," zei Irene.
vrouw ging met haar kleindochtertje
naar binnen en Irene begon een mandje met
de enorme paarse irissen te vullen. Toen
ze klaar was. baande ze zich een weg tusschen
de bloemen door naar het pad dat naar de
schuren leidde. Van hier leidde een ander
paadje naar een hekje un den weg en doel
loos, verstrooid, drentelde Irene er heen, ter
wijl ze haar hoofd achterover wierp en haar
armen strekte, die stüf en pünlük waren van
het werk. Zc leunde over het hegje en keek
den weg af. die naar Londen leidde het
Londen, waar haar verleden begraven lag.
Terwül ze daar zoo stond en de aukft
nakeek, die nu en dan langssnorden. naderde
een ruiter om de bocht van den weg. Irene
volgde hem lusteloos met den blik, zonder
veel belangstelling. want dit gedeelte van
Surrey was zeer in trek !>U ruiters uit Londen.
Maar toen hü dlchterbü kwam, en zü «ün
moot raspaard bewonderde, trof iets in zün
verschilntng haar plotseling als bekend en ver
trouwd. HU was nu vlak bü het hekje en
opeens zag ze. met een gewaarwording als van
vrees, dat het Mayne Redmayne was.
Kort gelerjen is in Den Haag, Plaats 31. een
„Tsjechoslowaaksch Informatiebureau voor
Toeristenverkeer” in het leven geroepen met
het doel, de platonische belangstelling voor
Tsjecho-Slowaküe In meer concreten vorm
n.l. In toeristenverkeer daarheen te bevor
deren.
De büzondere schoonheid van de aan Polen
bergen, de Hohe Tatra; het aan
grenzende
•a r r. Neville Chamberlain, de kanselier der
|y< I schatkist, heeft in een radlo-toespraak
onder andere medegedeeld, dat de Re-
geering besloten heeft tot het uitvoeren van een
„vüf-jaren-plan" tot verbetering der wegen.
Een bedrag van niet minder dan 100.000.000
zal hieraan besteed worden.
Engeland heeft niet alleen het dichtste, maar
op het eerste gezicht ook verreweg het beste
wegennet van Europa Toch worden, ondanks
de vele voortreffelijke veiligheidsmaatregelen,
de laatste jaren genomen, en ondanks bet feit,
dat de Engelsche automobilist voorzichtiger is
dan büvoorbeeld de Fransche, jaarhjks duizen
den menaehen. op de openbare wegen gedood en
tienduizenden gewond.
Honderd millloen pond is een reusachtig be
drag, maar het is niet te groot indien het op
zoodanige wüze besteed wordt, dat er een einde
komt aan de slachting, welke jaarlüks meer
menschenlevens kost dan er Engelschen of Boe
ren sneuvelden in den Zuld-Afrlkaanachen oor
log.
De Engelsche wegen zün prachtig, maar des
ondanks voldoen zü niet aan de eischen der
veiligheid. De oorzaak hiervan Is, dat het auto
mobilisme zoo snel in omvang toegenomen is,
dat het onmogelük geweest Is het wegennet In
even snel tempo te modemiseeren.
Een der bekoorlükheden van bet Engelsche
platteland is steeds te vinden geweest in den
bochtlgen aai
j aangei
mee; aldus werdei
tn den tüd valï het paardenverkeer groote
moellükheden opgeleverd zouden hebben, voor
komen.
Vele automoblelwegen volgen de oude ..high
ways". hetgeen niet het minste bezwaar op
leverde toen twintig jaren geleden het
verkeer nog weinig omvangrük was. en zich in
langzaam tempo ontwikkelde. Thans leveren die
bochten (vaak vier of vüf zeer scherpe bochten
op één enkele müD groot gevaar op.
Het is waar, dat er in Engeland zeer weinig
spoorweg-overgangen zün. Daarentegen zün er
Tot de Eritache uniformen behoorden die van
landers en huzaren, zoomede marine- en poli
tiejassen. De decoraties, knoopen. strepen e.d.
werden verwüderd en de tunieken veranderd
voor zü werden af geleverd, zoodat zü niet meer
op Britsche uniformen geleken.
De man, die deze collectie zocht, betaalde 50
Pond Sterling contant en zou de rest, 47 Pond
Sterling, later betalen doch hü heeft dit nog
niet gedaan In het geheel besteedde hü in drie
dagen tüds meer dan 200 Pond Sterling aan
kleeren, koffers en andere artikelen. De man
noemde zich „Yoesoef, kroonprins van Abesslnlé”
en verklaarde de geheele wereld af te zoeken
naar den verloren zoon van den groeten keizer
van Abesslnlé, Menelik n. Hü beweerde dezen
zoon te hebben gevonden te Kaapstad In den
persoon van Jegreffa Saranie, een ouden stee-
r.enklopper.
In een brief aan de .Argus” verklaart Saranie,
sis prins geboren te zün en als prins te zullen
sterven, prins te zullen blüven of hü rük zou
zijn, dan wel arm. „Ik ben.” aldus Saranie,
„prins Fastafara, Negus Negestl of keizer van
Abesslnlé, koning der konlngen, prins van Je
ruzalem, Leéuw van Juda, keizer van Afrika.
Deze titels willen niet zeggen, dat ik op den
troon zou wenschen terug te keeren. Ik ben op
geen enkele wüze gekant tegen den tegenwoor-
dlgen Negus Negestl, Halle Selassie."
Saranie heeft in een interview medegedeeld,
i toen hü elf jaar oud was, hü door twee
Arabieren werd ontvoerd. Deze Arabieren
brachten hem naar Mozambique over, waar hü
vele jaren doorbracht aan het hof van den
Sultan. Van hier ging hü naar den Soedan,
waar hü Lord Kltchéner ontmoette." Late# bochtig
Ze richtte
op en kwam langzaam
tegenstander toe. die nog
en tastend, als een blinde,
deur zocht.
„Waag het nog eens. in
komen, of me eenlg bericht te
Ik breng de politie op Jfe spoor! Ik weet dat
ze Je „noodig hebben" voor een smerig zaakje
dat is altüd het geval geweest en zal wel
altüd zoo blüven. Je wou duizend pond heb
ben, niet? Je krügt geen penny. Maak, dat je
uit mün oogen komt!”
Splay' had de deur bereikt en morrelde aan
de kruk.
„Madge!" hügde hü. „Een oude kennis
„Noem me zoo nóg eens.” ze! ze tusschen
haar opeengeklemde tanden, „durf nog één
woord tegen me te zeggen, één zinspeling op
het verleden te maken, en ik druk op de bel
en stuur mün bediende naar de politie,
mün oogen. zeg Ik! Als ik je ooit weer zie,
al Is het maar bü toeval. dan laat ik je
arrestee ren. Als ik er achter kom. dat je ook
maar mün naam genoemd hebt, dan zal Ik
Je weten te vinden Marsch!”
Als een geslagen hond opende Splay de deur
juist ver genoeg om zich er door te wringen,
en sloop heen.
HOOFDSTUK XXXI
kwestie
Splay,
dat
Je bent
Dank je vrlendelUk voor alle inllch-
jv ,aw»; maar, zie
je, ik wist het allemaal al. Ik ben er op
eigen gelegenheid achter gekomen, terwül
Jü eh op reis was! Ik bedoel: je straf
uitzat voor Je valsche munterü! Denk Je
soms, dat ik dat niet meer weet? En je hebt
volkomen gelük; ik ben de dochter van den
graaf van Mersia; zün echte, wettige dochter.
Ik ben dat zonder jouw .hulp te weten ge
komen. en je geheim is niet dót waard!”
Ze knipte met haar vingers vlak voor zün
gezicht. Juist zooals Madge. het straatkind,
zou gedaan hebben, en Splay kromp ineen en
kreunde.
.Je kwam hier om me te dreigen, om
chantage te plegen!” Ze lachte, en haar lach
den man als een zweepslag. „Maar je
als gevolg van haar zonder twijfel aorglük be
staan er tien, vüf tien jaar ouder uitzag dan
in werkelükheld was. En meteen stond het bü
hem vast, dat hü op de een of andere manier,
hoe dan ook. een wending, een draai aan zijn
bezoek diende te geven, en zün oorspronkelük
voorstel eenvoudig achterwege moest laten..
Betsy echter rentte hem de hand. Zü hem
vragend aan, en wees op een stoel:
„Ga zitten, Bernard. Hoe maak je het?”
Er kwam een trek van hulpeloosheid op haar
gelaat. en In
haar stem klonk
iets van veront
schuldiging. toen
zü vervolgde:
„Het is hier
een beetje klein,
Bernard. Maar
dat komt, omdat
bestaan.
Een dame, die er slag van heeft, met
oogen te werken, .klappert mlt de Oogen.” Ook
deze uitdrukking heeft een hlstorlschen grond
slag. Julius Linde, een beroemde marionettist
uit de vorige eeuw, die een poppentheater had
en zün eigen stukken schreef, had eens een
nieuwe pop gemaakt, die de oogen kon openen
en sluiten door middel van füne draden. Geest
driftig verklaarde Linde aan de Berlüners: ,jBe-
hen 81e, se klappert mlt de Oogen!" en het
auditorium onthield het woord en sprak het
hem na.
Wanneer de een of ander stilletjes verdwünt,
dan merkt de Berlüner op: „er bat sich ver-
krilmelt." Deze uitdrukking, die de vreemdeling
niet kan thuisbrengen, heeft ook een eigenaar
dige geschiedenis. Toen onder Frederik den Groo-
ten een soldaat belast was met het halen der
kommlesbrooden. kreeg hü onderweg zoo’n hon
ger, dat hü er een van opat. Later -waar dat
ontbrekende brood gevraagd, gaf hü het verras
send antwoord: „Ja, det hat sich verkrümelt."
Een ander woord, uiterst koddig wanneer men
aan de situatie denkt, waarin het ontstond,.
werd door een gemoedelük Berlüner geschapen,1^.
die op straat een Marokkaan ontmoette. Prins
Karl, de broer van Wilhelm I, hield n.L een
Marokkaan als lakei, en wanneer de prinselüke
koets ergens stil hield, wachtte de zwarte knecht
aan het portier .terugkomst van den prins af.
Op zekeren dag gebeurde dit Unter den Linden,
zooals men weet de groote boulevard van Ber-
■r-j erlün heeft zün Jargon, evengoed als an-
dere Europeesche hoofdsteden, en min-
stens zoo treffend van uitdrukking. De
Berlüners zün een uiterst zakelük menschen-
slag, maar zü hebben een vaardig mondwerk
en een drogen humor, welken de vreemdeling na
korten of langen tüd leert waardeeren. Ook is
hun dialect niet uitsluitend het kenmerk van de
lagere volksklassen, integendeel, de geboren
Berlüner blüft zün stadstaal dlkwüls trouw tot
ui de hoogste ambten en waardigheden. Een
schilder als Max Liebermann, de groote Duit-
sche impressionist en president; van de KUnst-
lerakademie te Berlün; was er
gen om, met wlen ook .hoogdt
Als Iemand,
een predikant, over veel spraakwater toont te
beschikken, zegt de Berlüner: ,,der hat *n juten
Wellenschlag” of: „der kaut eenen Jrossen
Jummi”. Gaat hü een hapje eten, dan ..stlmmt
er die Versorjungsarle an”, en heeft hü dorst,
dan wil hü „mal eln bisken Oei uff de Lampe
drlppeln”.
Wie toont, geen büzonder licht te zün, moet
de vraag; „du bist woll bel Pfeiffern in die
Schule gegangen?” in den zak steken. Deze uit
drukking Is ruim honderd jaar oud. Van 1825TO
had Pfeiffer een particuliere jongensschool in
de hoofdstad, en bereikte met zijn leerlingen
zulke averechtsche resultaten, dat hü spreek-
woordelük werd en in de stadstaal overging.
In denzelfden tüd werd het tenminste voor
jichtigen gebruikelük om op de vraag: hoe
gaat het ermee te antwoorden: „danke, Jut.
bloes mlt die Jebrüder Benekens steht et faul.”
De eerste maal namelük, dat dit woord gezegd
wtrd. In 1826, veroorzaakte net 'n catastrophe.
Want de vrager begreep de grap van het ant
woord niet, dacht niet aan werkelüke beenen.
bewok de zaak op 't Bankkantoor der Gebr. Bene
kens en ülde derwaarts om er zün geld af te
halen. Het gerucht werd vliegensvlug verspreid,
en het einde was, dat de Bank der
failliet ging! De zegswüze echter bleef
,Als wat?" vroeg Madge, büna vriendelük.
•Als u geen regeling met me treft, mylady,”
zei hü veelbeteekenend. Jiet meisje weet niets
van wat ik u allemaal verteld heb."
„Waar is ze?" vroeg Madge, heel rustig.
Splay ontweek haar blik, maar hü had
zün antwoord klaar.
„Ze werkt voor een kleermaker. En laat ze
daar rustig blüven, zeg ik maar, als uw lady
schap de zaak met me wil regelen. Zoo niet
Er was een stilte; Madge's hersens werkten
kcortsachtlg. Al had de man gelogen wat
betreft die bewijsstukken, hü had haar toch
in zün macht. Hoe moest ze hem aanpikken?
„Wat zoudt u dan willen, dat Ik deed?”
vroeg ze heel minzaam. „Ik voor mü denk,
dat u zich vergist, en dat uw heele verhaal
onzin is; maar gesteld eens, dat het waar was,
wat zoudt u dan van me willen?”
..Nu spreekt u verstandig, my lady,” zei hü:
An nu kan ik ook openhartig tegen u zün. Het
spreekt vanzelf: als ik mün mond houd, dan
moet ik er ook goed voor betaald worden. Dat
is niet meer dan natuurlük en zakelük, niet?