z Met twee kameraadjes op avonturcnreis ÏÏCctucïAaal uan den daq O I De Dubbelgangster I door Charles Garvice „Honderdduizend blaren vallen...?’ ■bibibibiiiiF- 4 HITLER, DE VRIJGEZEL IN DEN PLECHTIGEN HERFST \Het aanzoek DONDERDAG 14 NOVEMBER 1935 In die eenzaamheid, een eenzame Het wapen van den Abt Van de,Abdij te Diepenveen Oude vondst te Koningsbosch Een enkele wandelaar Sari Góth SAMENWERKING LANGS DEN WEG te I 1 m Maai aai lllllllllllllimilllllllll^ Koninklijke Kunstzaal Kleykamp De Führer denkt alleen aan de taak die hy zich gesteld heeft 4 De Eyckensteinsche bosschen heb ben han zachte tapyten maar voor een enkelen bezoe ker gespreid Herdenking van onze onafhankelijkheid De ruitersport dep^ïïung stond I Het aanzoek aan zijn een Voor de met en in zijn opeens C hier naar hier Beukenburg!) waar &1J levenslange geheel© ongeschiktheid tot werken door HOOFDSTUK XXXII en van mevrouw zei zooals en «laan Ik •4a,” zei hy bijna onhoorbaar. lWordt vervolgd) lijke lijn teekende hij dit symbool op den glad den ysspiegel, reed het over en over en over, l I wijl nam „Als Jupiter hoog in de lucht Zijn kegelspel begint; En donk're wolken drijven laag, Op wilden Westen wind; Als op het land de roepstem klinkt Van eend of wilde gans Eki in bet boech bet beukenblad Warrelt In dollen dans Wanneer je hoort, hoe buiten De najaarsstormen fluiten.... Dan ik t «en wonderschoon getij ylnderlj In de Kunstzaal De Gulden Roos te Maas tricht wordt een tentoonstelling gehouden van werken door M. Góth te Veere en Séri Góth te Amsterdam, van 10 November t.m 1 December 1835 Deze tentoonstelling Is dagelijks geopend van 912 en 26 uur. me te was, langs dan weg. dédr gaat het owl Niet aMaan om do eigen auto o4 fiets donken, maar ook reke ning houden met ande ren. Dan isl hot ver keer vlotter worden. Don wordt de vorkoorsvertlg- he d grooter. Helpt allen mee: meer samenwerking Het St- Maartenfeest wordt in Limburg en in de steden aan den Rijn op 10 No vember ’s avonds gevierd door de jeugd met lampion-optochten en door de ouderen met gans-eten. Hierboven een impressie van het St. Maartenfeest te Dusseldorf getaie over de „Als de vorst samen Te Koningsbosch onder de gemeente Echt stie ten werklieden, die bezig waren met de verbete ring van den Vuilnisslakkenweg op scherven en vaatwerk. Burgemeester Meeuwtesen die gewaar schuwd werd, deed het werk stop zetten ten einde een nader onderzoek te kunnen instellen. Dit onderzoek wees uit, dat daar ter plaatse een uitgebreide Romelnsche begraafplaats Is geweest, welke door karresporen en bewerking van bet land veel geleden heeft, hetgeen blijkt uit het eroote aantal scherven en gebroken vaatwerk. Bjj onderzoek van een ander gedeelte van dit terrein kon een Romelnsch brandgraf in zijn geheel worden blootgelegd. De Inhoud bestond uit 10 urnen, waarvan de vormen uitwijzen, dat het graf dateert uit de tweede helft van de twee de eeuw. Het gevondene is voorlooplg onderge bracht in het Oudheidkundig Museum te Maas tricht. In de Kon Kunstzaal Kleykamp te 's Gra- venhage is JJ. Zaterdag een tentoonstelling ge opend van werk door D. Roskes en Frans Bak ker. Deze tentoonstelling bluft geopend tot 17 November d.o.v. geven voor den boer, knecht spelen. Daarop in den geitenstal, „Wel neen mynheer," ik heb niets ge zien, sprak hy en ook de boerin, die door moest gaan voor Hermann's vrouw be aamde het. De officier keek kwaad. Daar zat hy nu achter dien kerel aan. en kon hem maar niet te pakken krijgen. En hy was erg moe ook. Hoewel met tegenzin, hing Hermann den jovlalen goedhartigen boer uit en noodigde den officier om plaats te nemen op de bank die voor het huis stond. 53 ,Dat was het,” bekende hy. „Daarom hield ik het voor haar verborgen. God weet, dat ik. toen Ik haar trouwde, het eeriyke voornemen had, dat verleden voorgoed achter me te laten, een nieuw leven te beginnen en haar waardig te worden. Ik was van plan, werk te zoeken en haar later, wanneer het ons goed ging, by u terug te brengen en u vergiffenis te vragen, maar het is niet gemakkeiyk, het verleden kwyt te worden. Iets, dat Ik gedaan had een dwaasheid, een misdaad, in een oogenbllk van verdwazing begaan zou myn geheele toekomst verwoesten. De politie spoor en arresteerde my onwetendheid schoon heid werd nog verhoogd door het eigenaardig oud-rose van haar schitterende avondjurk, en de zeldzaam mooie diamanten, nog kost baarder dan de beroemde steenen van de gast vrouw zelf. „Ik geloof, dat deze japon me werkelyk flatteert, Lucy.” ael ze, zich naar het meisje keerend. dat haar In zwygende bewondering aanstaarde. „O ja. my lady! U bent prachtig zóó Er die De kwam my op het Ik liet Susan in van wat er met my gebeurd was. Het was beter, dat ze sou denken, dat Ik haar verlaten had. dan dat ze hoorde, dat haar man een misdadiger was.” Weer bedekte hy «yn gezicht met de handen. Juffrouw Carter ademde hoorbaar. „Myn kind de vrouw van een veroordeelden boef!" zei ze. tusschen haar tanden. ..En Je kunt hier komen en me dat rustig vertellen?" •4a," zei hy byna onhoorbaar. „Toen ik met bedachtzamen tred; er herfstbladen rond hun hoofd. Men praatte nog wat samen, toen plots hun aandacht getrokken werd door ge rucht op den weg. en plotseling zagen ze verscheidene soldaten op een flets ge zeten om den hoek komen. Herman schrok ervan, maar de boer beduidde hem dat zy kalm moesten biyven. Hy fluis terde Herman In dat hy zich uit moest dan zou die voor verdween de boer hy, of er niets aan de hand was, de geiten ging melken. De soldaten kwamen naderby en by het huis gekomen werd halt gemaakt waarna de aanvoerder, die een motorrijwiel bereed afstapte en op Herman toekwam, die hem buigend stond op te wachten. Daarop vroeg de officier aan Hermann of hy soms een boefachtige kerel, vergezeld van twee kinderen In de buurt had gezien. Herman's hart klopte angstig, maar hy hield zich goed. AI I F A 015 *P8eYol8e ▼•™keringsvoorwaardentegen C levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 *7 Cfk een ongeval met C* OEfi M) verlies van een hand Ml «I «Tl. /ADVf 1^1 1 v| O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen F verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen F UV." doodelijken afloop F £UU.a een voet of een oog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ooals wy bbxichtten, Is het klooster Slon te Diepenveen verheven tot Abdytot abt Z-J werd benoemd Dr. Dom Gabriel van de Moosdyk. Aangaande het wapen van den nieu wen Abt bericht men ons thans nader: Het devies luidt: „Astans Ante Deum", dat beteekent: „Staande voor God". Deze woorden zyn ontleend aan St. Lucas I 19, waar de Aartsengel Gabriël, by zyn zending aan Za charias over de geboorte van St. Joannes den Dooper zegt: „Ik ben Oabriël, die voor God sta”. Hieraan beantwoordt In het blazoen met blauw veld welke kleur den hemel voorstelt de Engelenfiguur met drie paar vleugelen volgens de beschryvlng van Isalas VI 2. De fi guur Is in goud. welk metaal de liefde tot God verzinnebeeldt. Met het bovenste vleugelenpaar bedekt de Engel uit eerbied voor Gods Ma jesteit zyn gelaat, met het onderste zyn voeten, en met de midden-vleugelen vliegt hy. Om nog sterker zyn vurigheid in den dienst en den lof van God uit te drukken is een drietongige vlam aangebracht op de borst. Het ligt voor de hand, dat dit „staan voor God” en ook de enge lenvoorstelling In het blazoen wyzen op het contemplatieve kloosterleven der Cisterclenser Orde, waartoe de Hoogeerwaarde Prelaat be hoort. Dit wordt overigens nog aangedikt door de orante-houding van den Engel. De orante Is nj. een bldflguur met uitgestrekte, opgeheven armen, welke In de Romelnsche catacomben herhaaldeiyk voorkomt. hoorde, dat ze dood was, maakte ik het voor nemen, me nooit aan u bekend te maken, om geen schande te brengen over het kind; maar toen Ik haar daarjuist zoo geheel onver wacht ontmoette, werd haar geiykenis met Susan me te machtig. Ik trachtte heen te gaan, maar Ik kon niet." .En nu veronderstel Ik, dat je haar van my wilt opelschen, me haar afnemen? Goed, Je hebt recht op haar; Ik zal haar binnen roepen en haar vertellen, dat je haar vader oent. Je kunt haar meenemen. Je kunt haar hart breken, zooals Je dat van Susan en my gebroken hebt, en schande over haar brengen, zooals je over ons gebracht hebt. Ik vermoed, dat het onvermydelyk is. en dat we er ons bij zullen moeten neerleggen.” Peters raapte zyn pet op. die gevallen obs en stond op. bevend en opgewonden. Het duurde even, vóór hy spreken kon; toen zei hy, met nauweiyks verstaanbare stem: „Ik ben niet zoo slecht en harteloos als u schynt te denken. Ik was eens een heer, zooals u me daar straks zoo smalend verweten hebt; ik ben nog een man. Ik heb het kind niets is nauw In staat deze ranke dieren te doen wegvluchten, wanneer hy hen nadert. Alleen een aangaloppeerend paard doet ze In wilde 'Vlucht wegrennen, dieper de bosschen In. Konyntjes komen hier in grooten voor. Ieder oogenbllk ziet men ze boschpaden wegstuiven. De fazanten, die vooral veel onder Beuken- burgh zitten, vallen moeliyker te ontdekken. Wanneer men er soms een aantreft, Is dat altyd zeer toevallig en dikwyis Is de ontmoe ting zoo plots en onverwacht, dat de schrik aan beide zyden even groot is. Ervaren ruiters hebben moeite gehad in het zadel te biyven, wanneer een luid kryschenoe fazant plotseling vlak voor de beenen van hun paard opvloog. Eens hebben wy. hoog boven de hoogste krui nen der beukeboomen, de roerlooze sUp van een biddenden valk gezien. De plaats, waar hy tenslotte neerschoot, was echter zoo ver ver wijderd. dat het onmogelyk was te onderzoe ken of zyn snelle val bult had opgeleverd. Een boommarter hebben we ook een keer In deze bosschen aangetroffen. De gelegenheid, dit zeld&am geworden kleine roofdier aandachtig te beschouwen, hebben wy en we bekennen het met schaamte voorby laten gaan, en dat lag niet aan hem, maar aan ons. Het gezicht, dat een In het nauw gebrachte en blazende boommarter oplevert, Is echter al lesbehalve geruststellend en sluit elke animo tot rustig observeeren uit. 1 De vlugge, nieuwsgierige eekhoorns schar relen bedrijvig rond tusschen de afgevallen boomblaren of buitelen en turnen in de naakte takken. In dezen herfsttyd is de eekhoorn het dier, dat in Eyckensteln domineert. Het Is herfst.... In de bosschen van Eyckensteln en Beuken- burgh dwarrelt ,Jn dollen dans” het beuken blad. De padvinders kennen de schoonheid van de stervende natuur. Maar waarom alleen de padvinders? Ja, waarom? De bosschen hebben hun zachte bladertapyten nog steeds voor slechts enkele bezoekers ge spreid. Dienzelfden avond had het bal van mevrouw Acher plaats, waarop men zich in de voor naamste kringen al verscheidene weken ver heugd had. Madge had haar rouw afgeworpen en tot verbazing en verdriet van alle oude vrienden van Mersia sloeg ze geen enkel vermaak, geen enkel feest over. Op dezen avond van het groote bal van Archer zag ze er nog vorstelyker uit dan gewoonlijk Haar natuuriyke wat hy is. Mijn Lily's vader is een ontslagen gevangene!’’ „Dat weet ik. dat weet ik! Maar dat hoeft Lily nooit te weten. En hy heeft toch berouw gehad. U moet hem vergeven. We hebben allemaal vergiffenis noodig. zult nooit meer een gelukkig oogenbllk hebben, als u hem wegstuurt!” Juffrouw Carter trachtte haar hand los te wringen; maar Irene hield ze styf vast. Juist toen het lot van den man in de weegschaal lag, werd de deurkruk van buiten omgedraald en Llly kwam binnen. „Waar Is die man gebleven, die daarstraks hier was. grootmoe?” vroeg ze. „Ik wou zou graag nog eens met hem praten! Hy was zoo aardig tegen me en heeft zoon prettige stem." Ze stond midden In het kleine vertrek, haar llchtlooze oogen strak voor zich uit gericht, In een houding, alsof ze luisterde. Niemand ver roerde zich; een verschrikkeiyke stilte hing in de gezellige kleine keuken de stilte der tragedie. „Ha. daar bent u nog!" riep ze plotseling met haar helder stemmetje. „Ik was al bang, dat u weg )*is. Ga nog niet weg! Ik wij nog een beetje met u praten. Wat Is uw hand koud! Kom een beetje by het fornuis zitten. Dat mag hy wel, niet grootmoe?” „Ja,” zei Juffrouw Carter met een diepe stem, na een oogenbllk stilte. Alsof hy niet by machte was. te weerstaan. Het hy zich door Llly naar het fornuis trekken, en zakte daar neer op een stoel, terwyi hy haar handje bleef vasthouden en naar haar De ruiters der Bllthovensche manege komen, als het weer dit maar even toelaat, deze kanten uitgetrokken. Het terrein dat zy hier vinden. Is Ideaal voor de paardensport, en ze weten ervan te profi teered Over het algemeen stuit men hier by zyn omzwervingen makkeiyker op een krui sende rulterpatroullle dan op wandelaars. Dlkwyis trekken de ruiters vla deze bosschen naar de Lage Vuursche; een schitterende, ge notvolle rit, waarby slechte een klein stuk straatweg behoeft te worden afgelegd. Voor de rest is alles boechgrond en helde. Zulk een tocht duurt gemiddeld twee uur en waarborgt den sportman zoowel als den natuurliefhebber een genotvollen middag. Waar de paardensport vooral In het 'laatste jaar veel aan populariteit gewonnen heeft, Is het een verbiydend feit, dat zoo dicht onder Utrecht en in de onmlddeliyke nabyheid der forensen-plaateen als de Bilt en Zeist zulke uitstekende terreinen zyn, waarop naar harte lust gerulterd kan worden. Dat deze terreinen niet alleen In onze stre ken ais zoodanig bekend zyn, biykt om. wel uit het feit, dat In het voorjaar van 1935 een der grootste Zuld-HoUandsche maneges hier een cross organiseerde. In de omstreken van Beukenburg!) en Eyckensteln klinkt nooit de doffe knal van een dubbelloops. Jagers komen hier niet; het wild Is beschermd. De reeën leven er In kleine kud den vredig en ongestoord byeen. De wandelaar Zoo zingen de padvinders, maar niet alleen de padvinders hebben het privilege de wilde schoonheid van den herfst te kunnen onder gaan. Voor lederen mensch is dit weggelegd; voor eiken mensch die oogen heeft om te zien en een gemoed dat voor stemmingen open ligt. Onder Bllthoven liggen de uitgestrekte Eyckenstelnsche bosschen In de plechtige droomstille sfeer van het vorderende najaars- seizoen. De breede rechte beukenlanen verliezen zich in een verschiet, dat wazig Is en onwerkeiyk, de contouren vervloeid en verdoezeld. Door oe machtige kruinen der boomen heeft den laat- sten tyd zoo dlkwyis de Westerstorm gehuild; verdorde bladeren en afgewaaide takken men op den grond een zacht tapyt, dat v< durend ritselt onder je voeten. En merkwaar dig, dat Juist dit aanhoudend ritselen de stilte in deze bosschen zoo accentueert. Tusschen het rank opgeschoten naaldhout plekken hier en daar de tot zacht geel en bruin verkleurde loof- boschjes. Waar voor nieuwen aanplant werd gerooid, zwermen wat kraaien in hun somber zwart veerenpak. Ze fungeeren als stemmige doodsbidders by het sterfbed van moeder Na tuur. De paddestoelen, die geheimzinnige vlug óp schietende zwammen van den herfst, hebben reeds overal bezit van den boechgrond geno men; ze woekeren voort langs de randen der ruiterpaden of omringen, dicht opeen gepropt, den voet van een boom. Het Haagsch Comité voor Volksfeesten heeft aldaar het initiatief genomen tot de plechtige herdenking van 17 November 1813, den dag waarop de onafhankeiykheld van Nederland werd ingeluid. Met het oog op den Zondag zal de herdenking plaats vinden Zaterdag 18 No vember 1935 op het Plein 1813 voor het feeste- HJk verlicht Monument aldaar, aanvang te 20.30 uur. De herdenking zal bestaan In het uit voeren van toepasseiyke muziek door de Ko ninklijke Militaire Kapel en het aanhechten van een krans'aan het Monument. en weer, deren. Hy verstond de kunst-rijderij uitmuntend, zy was daarin nog niet zoo byzonder bedreven, had van tyd tot tyd wel een steuntje noodig, waarvoor Dolf gaarne zorgde. Ja, hy mocht Stlen heel graag, had een byzonder zwak voor haar. En nu ze zoo zy aan zy, kruislings, over de baan zweefden, nu drong het plotseling tot hem door, dat hy er heel geen spyt van sou hebben, als hy zyn geheele leven zoo naast haar zou kunnen zweven Lang dacht hy daarover na; wilde haar toch zoo graag vertellen, hoe veel hy eigenlyk van haar hield. Peinsde zich suf, hoe hy beginnen zou, en toen hy eindelyk wat gevonden had...', toen durfde hy niet. Ja! Van nature was hy nu eenmaal verschrikkelyk verlegen „Wat ben je toch stil!" zei Stlen opeens. „Jkke?” .Jawel, ja. Waar dacht je toch aan?” „O.... ehikik dacht aan heel moeiiyke puzzle.” „Een puzzle? Een rebus misschien?” ,EenJajaja, ik dacht aan een kolossaal moeiiyke rebus '„Pas toch op!” maande Stlen dan. ..kyk toch uit waar je rijdt. Zoo meteen komen we nog In botsing. En dat voor zoo een onnoozele rebus!" ..Och Stlen!” zei hy zacht. ..Al» je er lief hebberij in hebt, vind je dat puzzlen heusch niet onnoozel. Bovendien zyn er dlkwyis heel mooie prijzen mee te verdienen!” „Dat weet ik. Dolf. Ik houd er zelf óók wel van!” Toen keken ze^/lkaar lachend aan. .Stlen!” zei hy plotseling vol aandoening.... „Stlen!” Hy voelde, dat het nu het juiste moment' was „Ja. wat Is er? Trek toch niet zoo en pas op die scheur daar!” Al zyn moed voelde hy schoenen zinken. „Stlen!” zei hy even later. weer over Is.... willen we dan samen eens een paar rebussen oplossen en die samen In sturen? Ja Stlen?” „Heel best, hoor Dolf. Ja, dat Is dan afge- 'aarom zouden we daar- totdat de vorst over prachtig als ik u nog nooit gezien heb. kan vanavond niemand op het bal zyn. ook maar in uw schaduw kan staan! wagen staat voor de deur, my lady: en ik ge loof. dat we heelemaal klaar zyn." Madge daalde de trap af en liep langhaam door de hall, waar de bedienden zich verdron gen om haar behulpzaam te zyn. de voordeur en het portier vgp den auto voor haar te openen. T -r r at de menigte in Dultschland thans yy het meest belang Inboezemt, dat is het T gaan en staan van het driemanschap, dat den nieuwen staat beheerscht. Het drie manschap met zyn aanhang en het nest van intriges dat er natuuriyk omheen zit. Al lerlei verhalen doen de ronde over het kluize naarsleven van Hitler, over den Ietwat operette- achtlgen lust tot opschik en blikjes van den met embonpoint gezegenden Goering, over de intellectueele vyandschappen van Goebbels. En daarby komt ook ter sprake de rol die de vrouwen In het leven van deze nieuwbakken groote mannen spelen. In het algemeen schynt de rol van de vrouw in de kringen van de leiders der Natlonaal- Socialisten niet gering. Ondanks, of misschien juist vanwege de manifeste manneiykheid dier helden, hebben zich de wezens die de .Jiimm- lische Paden" vlechten door de aardschheid van het leven der Nazi-kapiteins. stevig ge nesteld in hunne aandacht en hun leven. Leni Riefenstahl en Emmy Sonnemann „Bril- lanten-Emmy” zegt de volkscritiek, die nimmer zwygt zitten aan de eerste lessenaara Het typeert, deze aandacht, overwegend voor theater- en filmsterren, zy stemt niet zoo erg overeen met de Scholle- en Bodentheorieën in zake de onschuldige boerenmeisjes met de lange vlechten, zy doet een beetje denken aan den smaak van den commis-voyageur die „De Lach” zit te lezen. O tempera o mores! Aan dat geïnteresseerde yerkeer met macht en Invloed strevende, elkaar met woe dende jalouzle beschouwende vrouwen, doet eehter één man niet mee. Dat is de Führer verteld, al kostte het me de grootste Inspanning, niet myn armen om haar heen te en te roepen; „Ik ben je vader!” Ze weet niets, en ze hoeft nooit iets te weten. Zeg het kind” de hoest belette hem een oogen- blik te spreken en hy snakte naar adem, „dat enkel een doodgewone landlooper was zooals Ik ook ben. Ik zou u willen danken voor alles, wat u voor haar doet, maar ik begryp, dat u van my geen dank zoudt willen In de boschrijke omgeving van Eyckensteln en Beukenburg!), en op de woeste, glooiende helde daarachter, gaat de wandelaar als een eenzame door de eenzaamheid. Toen het natuurschoon van Bllthoven door woninggidsen, propaganda-brochures enz. onder de groote massa bekendheid verwierf, trokken de natuurmlnnenden naar deze streken. Zy moesten hulzen hebben en zoo ontstond de af- schuweiyke lintbebouwing, een kapitale nagel aan de doodkist van ieder, wlen het Land- schap ter harte gaat. De groote toevloed natuurliefhebbers heeft de voorname rust der Eyckenstelnsche bosschén nog niet kunnen storen. Waar deze mensenen zich ook mogen ophouden om de natuur ten volle te kunnen beleven, hier zwerven er slechte enkele rond. Bejaarde heeren ziet men nog het meest on der de weinige wandelaars, ze kiezen hun weg dwarrelen wat sproken. Alleen mee eigenlyk wachten. Is?” Dien avond sprak Dolf zyn boezemvriend over het geval. „Man, als je haar hebben wilt..,, dan moet Je haar vragen!” zei deze wys. „Ja. Piet, maarhoe moet ik dat zeg gen?” „Kom nou! Daar ben Je toch oud genoeg voor! Maar als je het dan absoluut weten wilt: zeg het met bloemen!” „Met bloemen?” „Precies! Met rozen by voorbeeld „Met rozen?' „Of met viooltjes!” „Met viooltjes? In dezen tyd van het jaar, het hartje van den winter?" „Nou, zeg het dan met edelweissmaar In leder geval: zég het. man. en wacht niet te lang. Zoolets moet je geen gras over laten groeien. Den volgenden morgen was Stlen al vroeg op de ysbaan, maar toch niet zóó vroeg, of Dolf was er al. Op een apart afgeschoten deel was hy bezig met kunstryden. Velen stonden naar hem te kyken en by hen schaarde zich Stlen. die al heel spoedig een en al oog was voor haar Dolf. Daar kreeg hy haar in de gaten. Wuifde haar vriendelyk toe. Dan plotseling kreeg hy een idee. Even stond hy stil.... begon dan opnieuw; reed een grooten S-sllnger, aan het uiteinde waarvan hy zich met veel zwier omkeerde, om dan deselfde S weer terug te ryden, er daarby wel op lettend, dat hy een flink diepe Insnydtng in het ys maakte. Sien knikte, ten teeken, dat ze gezien had Dan sprong hy opzy, reed In rechte baan van boven naar beneden, en weer terug. sprong nogmaals opzy en reed in een kring in het rond, totdat Stien hem wenkte, dat ze weer gezien en begrepen had. Naast de groote 8 stond nu duldeiyk in het y» gegrift het cyfer 10. Toen sprong de kunstryder ten derden male opzy. reed een nieuw figuur: een hart! In sler- zelf. Hitler is vrijgezel en hy leeft als een anachoreet, alleen denkend aan de taak die hy zich gesteld heeft, alles uitbannend wat het werk, wat zyn Idee-fixe zou kunnen schaden. Zonder twyfel Is daar een zekere grootheid in. Éénmaal heeft men gefluisterd, dat ook Adolf Hitler het zoet der minne zou leeren kennen. Hy werd toen veel in Bayreuth gezien, waar de Wagnertempel staat, die heel Germagne's bordpapieren Walhalla bevat. En men bracht die bezoeken In verband met de weduwe van Siegfried Wagner. Maar het schynt dat de geruchten voorbarig waren, er Is in leder ge val niets gekomen van die verbintenis en Hitler zet zyn kluizenaarsachtig vrygezellenleven voort. Een dier Eenzamen In de volste bran ding van 's werelds belangstelling en nieuws gierigheid, hermetisch gesloten biyvend onder den vloed van licht uit de schynwerpers. Geen wonder dat de vrouwen brandend nieuwsgierig zyn om iets van Hitler te weten te komen en men zegt dat de Führer het ver mogen heeft om die nieuwsgierigheid tot het uiterste te prikkelen, zyn manier van leven, de rigoureus strenge zeden van dezen man, die zooveel machtiger is dan de ydele Wilhelm II ooit was, zyn goedkoope uniform, krappe Jacquetje en zyn grijze regenjas, zijn „trench coat” uit een confectiemagazyn, zyn werkzaam en ernstig bestaan, vervuld van één enkele Idéé, dat alles Is een mysterie dat he viger op de verbeelding werkt dan welk over tuigend sex-appeal ook. Volgens de laatste foto's Is Hitler mager ge worden, hy heeft zelfs zyn ceintuur een paar gaatjes verder kunnen Inhalen, zyn gezicht ziet er nog meer getourmenteerd uit dan vroe ger. Bewonderen doet men vooral de manier, waarop hy zyn ploeg byeen weet te houden en mannen weet te doen samenwerken, die elkaar het liefst zouden verslinden. Hy bezweert al lerlei interne drama's. Het is zyn geheim, om zeer ulteenloopende personen samen te brengen, en dan als arbiter tusschenbelden te komen wanneer zy elkander byna In de haren zitten. Hy Is dan de man die olie op de golven werpt en het evenwicht herstelt. Cherchez la femme! Men kan waarachtig geen vrouw noemen die door Hitler in het by zonder wordt begunstigd. Bestond er een uit verkorene, het zou geen dag duren of heel Beriyn kletste erover. Geen favoriete, is ep echter te vermelden, hoe veel gegadigden ook graag In aanmerking zouden komenHet trench-coatje zou „embarras du choix” heb ben, als het wilde. Het schynt dat Hitler zelf het vermakeiyke geheimzinnige van deze situatie ook wel in de gaten heeft. Hy is op de hoogte van zyn speciale charme en soms houdt hy ervan zyn verleidlngsmacht actief te maken. Een van zijn zeldzame Uefhebberyen Is, te dineeren met aantrekkeiyke Jonge meisjes. Hy vraagt er drie of vier tegeiyk. zeker niet meer, en zy komen uit de beste kringen. In dat opzicht is hy zyn collega's beslist voor. É)le eetpartytjes zyn zeer gezellig en strikt intiem, zy verpoozen den Führer, die by het frissche praten der Jonge dames voor eenige oogenblikken zyn drukken de zorgen kan vergeten. Alles verloopt echter volkomen correct en vormeiyk. Hitler eet van zyn worteltjes en andyvle (hy is vegetariër, zooals men weet) en drinkt mineraalwater, maar hy heeft er plezier in de meisjes aan te sporen tot het drinken van een paar glazen wyn, voor de gezelligheid. Dan vertelt hy van zyn reizen en avonturen. Langzaam komt hy er in, hy begeestert zlch-zelf, hy liegt een tikje. En half candide, half berekend, behaagt hy *de schoone bloemen die zyn tafel sieren. Hy speelt een beetje viool op de jonge harten. En als de koffie is gedronken, waarby het stoutmoedigste deerntje zich nog aan een pousse waagt, staat Hitler op, prevelt lets over de stapels van stukken die hij in de late avonduren nog heeft te doorwerken, maakt een diepe buiging, kust de handruggen, geleidt de dames tot de deur en verdwynt in zyn kabinet. Mymerend en neuriënd gaan de meisjes naar huls en 's nachts droomen zy va» een Zwaanridder in een zilveren rusting. Zoo zoekt de Führer, als de staatszaken hem 51 te zwaar gaan drukken, zijn kluizenaars leven een oogenblikje onderbrekend, het gezel schap van Jonge, ongerepte zielen. Even een bad In frlschheld en spontaneïteit, weg uit de intriges, uit de smeer, uit de laagheden. Naar een sfeer van reinheid en luchtige badinage, naar de illusie. Wit Hitler ook wezen moge, hy Is simpel en volstrekt. wierig zwaaiden ze saam over de baan, Dolf en Stlen. Ze kenden elkaar al jaren, gingen heel venrouweiyk met elkaar om. sneed het steeds dieper in Och ja, ze hadden samen nog op de school banken gezeten en sindsdien elkaar nooit uit het oog verloren. Samen hadden ze getennist en gehockeyd.... en waren nu dan aan het schaatsenrijden. Beiden hadden Amerikaansche kunstschaat sen onder, laveerden in sieriyke bochten been van den eenen kant naar den an- zonnlg gezichtje keek, byna alsof hy de aan wezigheid der twee anderen geheel vergeten was. Juffrouw Carter liep langzaam op hem toe en trok het kind zachtjes van hem weg, maar gaf hem een teeken om te biyven waar hy was. „Llly," -begon ze, „ik moet Je iets vertellen." Maar ze was niet In staat, verder te gaan, en keerde zich met een aandoenlyke hulpeloos heid naar Irene. „Vertel jy het haar. Marga ret; ik kan niet!” Irene knielde by Llly neer en drukte haar vast tegen zich aan. .Llly. lieveling,” zei ze. vechtend tegen haar eigen tranen, „je hebt me laatst een» verteld, dat Je zoo graag wilde, dat Je een vader had zooals andere kleine meisjes; dat het Je zoo speet, dat hy gestorven was Zou Je heel blU zyn al» Je hoorde, dat hy nog leefde en heel, heel erg veel van Je hield?" „Ja." zei ze met een ernstig stemmetje, „Ik zou erg graag een vader hebben, die met me kon uitgaan en me optillen In zyn armen, de vader van Jenny van den molen doet. En heb Ik er nu een gekregen; heusen heusch waar?" „Ja." fluisterde Irene. „Zul Je niet schrik ken of bang zyn. Llly? Hy is vandaag thuis gekomen hy zit daar In dien stoel!” Het kind beefde en deed een stapje achter uit. Irene nam haar by de hand en trok haar zachtjes naar Peters, die haar met uitgestrekte armen wachtte. „Myn kind! myn kind!” was al, wat hy kon uitbrengen. aannemen. U zult nooit meer iets van hoorenlang heb Ik trouwens niet meer leven. En zelfs als dat wel het geval zou ik u nooit meer vragen, het kind nog eens te mogen zien, hoewel ik zyn stem brak. „Neen, neen! Vaarwel!" Hy sleepte zich langzaam naar de deur een beeld van wanhoop en ellende. Irene staarde nog steeds door het raam, maar ze kon niets zien door de tranen, die haar ver blindden. Met een snik liep ze op Juffrouw Carter toe en legde een hand op haar arm. „O. heb toch medelijden met hem!” smeekte ze. „Hy heeft spyt van wat hy gedaan heeft dat weet ik zeker. Hy heeft toch ook veel verdriet gehad en kyk maar eens, hoe ziek hy is werkelyk niet sterk genoeg om rond te zwerven, zonder Iemand die voor hem zorgt. Stuur hem niet weg!” Peters stond met de hand aan de deurkruk en deemoedig gebogen hoofd. „Neen, neen!” zei hy. „Ik zal gaan.” „Och. ga toch gauw naar hem toe en zeg hem. dat hy biyvei) mag." pleitte Irene, ter- ze Juffrouw Carter's hand In de hare die bezwerend drukte. „Laat hem niet gaan! Dat kunt u niet u hebt een veel te goed hart. Laat hem niet gaan!" Juffrouw Carter keek haar aan er leek Iets te breken in het strakke gezicht en de vastbesloten lippen begonnen te trillen. ...Je weet niet, wat Je vraagt,” zei ze schor, terwijl ze haar best deed, onbuigzaam te biyven. „Je hebt hem zelf hooren vertellen, Stlen was stil geworden. Peinzend staarde ze voor zich uit, zag nog slechte dat groote, sym bolische hart; merkte nauweiyks, dat Dolf zyn rit beëindigd had en nu naar haar toekwam ,E»)?" vroeg hy belangstellend. Maar Stien zei niets. Zwygend gaf ze hem een arm, en samen zwierden ze even later weer over j Stien stil voor een bergopgesta- pelde ysschotsen. „Dolf?" vroeg ze zacht, „mag Ik me even Je vasthouden?” „Maar natuuriyk!” En terwyi ze op één schaats bleef staan, grifte ze met haar andere schaats in den ys- berg dit eene woordje: JA. Toen werd Dolf stilen van lieverlede begon zy de letters nog wat dieper in te krassen met haar schaats Dat was te veel voor den wankelen berg. De bovenste schots gleed weg, sleurde andere schotsen met zich mee en in duizend stukken viel de heele berg uiteen .Dolf!” zei ze toen, „het ys is gebroken!” .Daar zeg Je een waar woord. Stlen. Ja, den hemel zy dank, dat het kapot te en.ik ge loof.,.. dat we elkaar begrepen hebben?” Hy strekte zyn armen uit en dadeiyk viel ze hem om den hals. Nog «enzelfden avond sprak hy weer zyn boezemvriend. ,JPlet!” «ei hy opgetogen, ,Jk heb bet ge vraagd... en ze heeft JA gezegd. O Piet, je weet niet hoe gelukkig ik my nu voel!” „Van harte, hoor, van harte! En vertel me dan eens: hoe heb Je het nu gevraagd: met sneeuwklokjes .Mis. Plet: met schaatsen!” „Met.... met.... met.... met schaatsen?” .Jawel! Met schaatsen!” „Interessant! Hoogst origineel! En hoe ant woordde zy daarop?” „Stien? Wel.... die antwoordde ook met schaatsen. Daarom. Plet, te van nu af myn leuze: „Zeg het met schaatsen!" (Nadruk verboden.) 'v’ lm'-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 11