z
Met twee kameraadjes op avonturcnreis
ÏÏCctucïAaal uan den daq
O
I De Dubbelgangster I
door Charles Garvice
„Honderdduizend blaren vallen...?’
■bibibibiiiiF-
4
HITLER, DE VRIJGEZEL
IN DEN PLECHTIGEN
HERFST
\Het aanzoek
DONDERDAG 14 NOVEMBER 1935
In die eenzaamheid, een
eenzame
Het wapen van den Abt
Van de,Abdij te Diepenveen
Oude vondst te
Koningsbosch
Een enkele wandelaar
Sari Góth
SAMENWERKING
LANGS DEN WEG
te
I
1
m
Maai
aai
lllllllllllllimilllllllll^
Koninklijke Kunstzaal
Kleykamp
De Führer denkt alleen aan de taak
die hy zich gesteld heeft
4
De Eyckensteinsche bosschen heb
ben han zachte tapyten maar
voor een enkelen bezoe
ker gespreid
Herdenking van onze
onafhankelijkheid
De ruitersport
dep^ïïung stond I Het aanzoek
aan
zijn
een
Voor de
met
en
in
zijn
opeens
C
hier
naar
hier
Beukenburg!)
waar
&1J levenslange geheel© ongeschiktheid tot werken door
HOOFDSTUK XXXII
en
van
mevrouw
zei
zooals
en
«laan
Ik
•4a,” zei hy bijna onhoorbaar.
lWordt vervolgd)
lijke lijn teekende hij dit symbool op den glad
den ysspiegel, reed het over en over en over,
l
I
wijl
nam
„Als Jupiter hoog in de lucht
Zijn kegelspel begint;
En donk're wolken drijven laag,
Op wilden Westen wind;
Als op het land de roepstem klinkt
Van eend of wilde gans
Eki in bet boech bet beukenblad
Warrelt In dollen dans
Wanneer je hoort, hoe buiten
De najaarsstormen fluiten....
Dan ik t «en wonderschoon getij
ylnderlj
In de Kunstzaal De Gulden Roos te Maas
tricht wordt een tentoonstelling gehouden van
werken door M. Góth te Veere en Séri Góth te
Amsterdam, van 10 November t.m 1 December
1835 Deze tentoonstelling Is dagelijks geopend
van 912 en 26 uur.
me
te
was,
langs dan weg. dédr gaat
het owl Niet aMaan om
do eigen auto o4 fiets
donken, maar ook reke
ning houden met ande
ren. Dan isl hot ver
keer vlotter worden. Don
wordt de vorkoorsvertlg-
he d grooter. Helpt allen
mee: meer samenwerking
Het St- Maartenfeest wordt in Limburg
en in de steden aan den Rijn op 10 No
vember ’s avonds gevierd door de jeugd
met lampion-optochten en door de
ouderen met gans-eten. Hierboven een
impressie van het St. Maartenfeest te
Dusseldorf
getaie
over de
„Als de vorst
samen
Te Koningsbosch onder de gemeente Echt stie
ten werklieden, die bezig waren met de verbete
ring van den Vuilnisslakkenweg op scherven en
vaatwerk. Burgemeester Meeuwtesen die gewaar
schuwd werd, deed het werk stop zetten ten
einde een nader onderzoek te kunnen instellen.
Dit onderzoek wees uit, dat daar ter plaatse een
uitgebreide Romelnsche begraafplaats Is geweest,
welke door karresporen en bewerking van bet
land veel geleden heeft, hetgeen blijkt uit het
eroote aantal scherven en gebroken vaatwerk.
Bjj onderzoek van een ander gedeelte van dit
terrein kon een Romelnsch brandgraf in zijn
geheel worden blootgelegd. De Inhoud bestond
uit 10 urnen, waarvan de vormen uitwijzen, dat
het graf dateert uit de tweede helft van de twee
de eeuw. Het gevondene is voorlooplg onderge
bracht in het Oudheidkundig Museum te Maas
tricht.
In de Kon Kunstzaal Kleykamp te 's Gra-
venhage is JJ. Zaterdag een tentoonstelling ge
opend van werk door D. Roskes en Frans Bak
ker. Deze tentoonstelling bluft geopend tot
17 November d.o.v.
geven voor den boer,
knecht spelen. Daarop
in den geitenstal,
„Wel neen mynheer," ik heb niets ge
zien, sprak hy en ook de boerin, die door
moest gaan voor Hermann's vrouw be
aamde het. De officier keek kwaad. Daar
zat hy nu achter dien kerel aan. en kon
hem maar niet te pakken krijgen. En hy
was erg moe ook. Hoewel met tegenzin,
hing Hermann den jovlalen goedhartigen
boer uit en noodigde den officier om plaats
te nemen op de bank die voor het huis
stond.
53
,Dat was het,” bekende hy. „Daarom hield
ik het voor haar verborgen. God weet, dat ik.
toen Ik haar trouwde, het eeriyke voornemen
had, dat verleden voorgoed achter me te laten,
een nieuw leven te beginnen en haar waardig
te worden. Ik was van plan, werk te zoeken
en haar later, wanneer het ons goed ging, by
u terug te brengen en u vergiffenis te vragen,
maar het is niet gemakkeiyk, het verleden
kwyt te worden. Iets, dat Ik gedaan had een
dwaasheid, een misdaad, in een oogenbllk van
verdwazing begaan zou myn geheele toekomst
verwoesten. De politie
spoor en arresteerde my
onwetendheid
schoon
heid werd nog verhoogd door het eigenaardig
oud-rose van haar schitterende avondjurk,
en de zeldzaam mooie diamanten, nog kost
baarder dan de beroemde steenen van de gast
vrouw zelf.
„Ik geloof, dat deze japon me werkelyk
flatteert, Lucy.” ael ze, zich naar het meisje
keerend. dat haar In zwygende bewondering
aanstaarde.
„O ja. my lady! U bent prachtig zóó
Er
die
De
kwam my op het
Ik liet Susan in
van wat er met my gebeurd
was. Het was beter, dat ze sou denken, dat
Ik haar verlaten had. dan dat ze hoorde, dat
haar man een misdadiger was.”
Weer bedekte hy «yn gezicht met de handen.
Juffrouw Carter ademde hoorbaar.
„Myn kind de vrouw van een veroordeelden
boef!" zei ze. tusschen haar tanden. ..En Je
kunt hier komen en me dat rustig vertellen?"
•4a," zei hy byna onhoorbaar. „Toen ik
met bedachtzamen tred; er
herfstbladen rond hun hoofd.
Men praatte nog wat samen, toen plots
hun aandacht getrokken werd door ge
rucht op den weg. en plotseling zagen
ze verscheidene soldaten op een flets ge
zeten om den hoek komen. Herman
schrok ervan, maar de boer beduidde hem
dat zy kalm moesten biyven. Hy fluis
terde Herman In dat hy zich uit moest
dan zou die voor
verdween de boer
hy, of er niets
aan de hand was, de geiten ging melken.
De soldaten kwamen naderby en by het
huis gekomen werd halt gemaakt waarna
de aanvoerder, die een motorrijwiel bereed
afstapte en op Herman toekwam, die hem
buigend stond op te wachten. Daarop
vroeg de officier aan Hermann of hy soms
een boefachtige kerel, vergezeld van twee
kinderen In de buurt had gezien. Herman's
hart klopte angstig, maar hy hield zich
goed.
AI I F A 015 *P8eYol8e ▼•™keringsvoorwaardentegen C levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 *7 Cfk een ongeval met C* OEfi M) verlies van een hand
Ml «I «Tl. /ADVf 1^1 1 v| O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen F verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen F UV." doodelijken afloop F £UU.a een voet of een oog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ooals wy bbxichtten, Is het klooster Slon te
Diepenveen verheven tot Abdytot abt
Z-J werd benoemd Dr. Dom Gabriel van de
Moosdyk. Aangaande het wapen van den nieu
wen Abt bericht men ons thans nader:
Het devies luidt: „Astans Ante Deum", dat
beteekent: „Staande voor God". Deze woorden
zyn ontleend aan St. Lucas I 19, waar de
Aartsengel Gabriël, by zyn zending aan Za
charias over de geboorte van St. Joannes den
Dooper zegt: „Ik ben Oabriël, die voor God
sta”. Hieraan beantwoordt In het blazoen met
blauw veld welke kleur den hemel voorstelt
de Engelenfiguur met drie paar vleugelen
volgens de beschryvlng van Isalas VI 2. De fi
guur Is in goud. welk metaal de liefde tot God
verzinnebeeldt. Met het bovenste vleugelenpaar
bedekt de Engel uit eerbied voor Gods Ma
jesteit zyn gelaat, met het onderste zyn voeten,
en met de midden-vleugelen vliegt hy. Om nog
sterker zyn vurigheid in den dienst en den lof
van God uit te drukken is een drietongige vlam
aangebracht op de borst. Het ligt voor de hand,
dat dit „staan voor God” en ook de enge
lenvoorstelling In het blazoen wyzen op het
contemplatieve kloosterleven der Cisterclenser
Orde, waartoe de Hoogeerwaarde Prelaat be
hoort. Dit wordt overigens nog aangedikt door
de orante-houding van den Engel. De orante Is
nj. een bldflguur met uitgestrekte, opgeheven
armen, welke In de Romelnsche catacomben
herhaaldeiyk voorkomt.
hoorde, dat ze dood was, maakte ik het voor
nemen, me nooit aan u bekend te maken,
om geen schande te brengen over het kind;
maar toen Ik haar daarjuist zoo geheel onver
wacht ontmoette, werd haar geiykenis met
Susan me te machtig. Ik trachtte heen te gaan,
maar Ik kon niet."
.En nu veronderstel Ik, dat je haar van
my wilt opelschen, me haar afnemen? Goed,
Je hebt recht op haar; Ik zal haar binnen
roepen en haar vertellen, dat je haar vader
oent. Je kunt haar meenemen. Je kunt haar
hart breken, zooals Je dat van Susan en my
gebroken hebt, en schande over haar brengen,
zooals je over ons gebracht hebt. Ik vermoed,
dat het onvermydelyk is. en dat we er ons
bij zullen moeten neerleggen.”
Peters raapte zyn pet op. die gevallen obs
en stond op. bevend en opgewonden. Het
duurde even, vóór hy spreken kon; toen zei
hy, met nauweiyks verstaanbare stem:
„Ik ben niet zoo slecht en harteloos als u
schynt te denken. Ik was eens een heer,
zooals u me daar straks zoo smalend verweten
hebt; ik ben nog een man. Ik heb het kind
niets
is nauw In staat deze ranke dieren te doen
wegvluchten, wanneer hy hen nadert. Alleen
een aangaloppeerend paard doet ze In wilde
'Vlucht wegrennen, dieper de bosschen In.
Konyntjes komen hier in grooten
voor. Ieder oogenbllk ziet men ze
boschpaden wegstuiven.
De fazanten, die vooral veel onder Beuken-
burgh zitten, vallen moeliyker te ontdekken.
Wanneer men er soms een aantreft, Is dat
altyd zeer toevallig en dikwyis Is de ontmoe
ting zoo plots en onverwacht, dat de schrik
aan beide zyden even groot is.
Ervaren ruiters hebben moeite gehad in het
zadel te biyven, wanneer een luid kryschenoe
fazant plotseling vlak voor de beenen van hun
paard opvloog.
Eens hebben wy. hoog boven de hoogste krui
nen der beukeboomen, de roerlooze sUp van
een biddenden valk gezien. De plaats, waar hy
tenslotte neerschoot, was echter zoo ver ver
wijderd. dat het onmogelyk was te onderzoe
ken of zyn snelle val bult had opgeleverd.
Een boommarter hebben we ook een keer In
deze bosschen aangetroffen. De gelegenheid, dit
zeld&am geworden kleine roofdier aandachtig
te beschouwen, hebben wy en we bekennen
het met schaamte voorby laten gaan, en
dat lag niet aan hem, maar aan ons.
Het gezicht, dat een In het nauw gebrachte
en blazende boommarter oplevert, Is echter al
lesbehalve geruststellend en sluit elke animo tot
rustig observeeren uit. 1
De vlugge, nieuwsgierige eekhoorns schar
relen bedrijvig rond tusschen de afgevallen
boomblaren of buitelen en turnen in de naakte
takken. In dezen herfsttyd is de eekhoorn het
dier, dat in Eyckensteln domineert.
Het Is herfst....
In de bosschen van Eyckensteln en Beuken-
burgh dwarrelt ,Jn dollen dans” het beuken
blad. De padvinders kennen de schoonheid van
de stervende natuur. Maar waarom alleen de
padvinders?
Ja, waarom?
De bosschen hebben hun zachte bladertapyten
nog steeds voor slechts enkele bezoekers ge
spreid.
Dienzelfden avond had het bal van mevrouw
Acher plaats, waarop men zich in de voor
naamste kringen al verscheidene weken ver
heugd had.
Madge had haar rouw afgeworpen en tot
verbazing en verdriet van alle oude vrienden van
Mersia sloeg ze geen enkel vermaak, geen enkel
feest over.
Op dezen avond van het groote bal van
Archer zag ze er nog vorstelyker
uit dan gewoonlijk Haar natuuriyke
wat hy is. Mijn Lily's vader is een ontslagen
gevangene!’’
„Dat weet ik. dat weet ik! Maar dat hoeft
Lily nooit te weten. En hy heeft toch berouw
gehad. U moet hem vergeven. We hebben
allemaal vergiffenis noodig. zult nooit meer
een gelukkig oogenbllk hebben, als u hem
wegstuurt!”
Juffrouw Carter trachtte haar hand los te
wringen; maar Irene hield ze styf vast. Juist
toen het lot van den man in de weegschaal
lag, werd de deurkruk van buiten omgedraald
en Llly kwam binnen.
„Waar Is die man gebleven, die daarstraks
hier was. grootmoe?” vroeg ze. „Ik wou zou
graag nog eens met hem praten! Hy was zoo
aardig tegen me en heeft zoon prettige stem."
Ze stond midden In het kleine vertrek, haar
llchtlooze oogen strak voor zich uit gericht, In
een houding, alsof ze luisterde. Niemand ver
roerde zich; een verschrikkeiyke stilte hing in
de gezellige kleine keuken de stilte der
tragedie.
„Ha. daar bent u nog!" riep ze plotseling
met haar helder stemmetje. „Ik was al bang,
dat u weg )*is. Ga nog niet weg! Ik wij
nog een beetje met u praten. Wat Is uw hand
koud! Kom een beetje by het fornuis zitten.
Dat mag hy wel, niet grootmoe?”
„Ja,” zei Juffrouw Carter met een diepe stem,
na een oogenbllk stilte.
Alsof hy niet by machte was. te weerstaan.
Het hy zich door Llly naar het fornuis trekken,
en zakte daar neer op een stoel, terwyi hy
haar handje bleef vasthouden en naar haar
De ruiters der Bllthovensche manege komen,
als het weer dit maar even toelaat, deze kanten
uitgetrokken.
Het terrein dat zy hier vinden. Is Ideaal voor
de paardensport, en ze weten ervan te profi
teered Over het algemeen stuit men hier by
zyn omzwervingen makkeiyker op een krui
sende rulterpatroullle dan op wandelaars.
Dlkwyis trekken de ruiters vla deze bosschen
naar de Lage Vuursche; een schitterende, ge
notvolle rit, waarby slechte een klein stuk
straatweg behoeft te worden afgelegd. Voor de
rest is alles boechgrond en helde. Zulk een
tocht duurt gemiddeld twee uur en waarborgt
den sportman zoowel als den natuurliefhebber
een genotvollen middag.
Waar de paardensport vooral In het 'laatste
jaar veel aan populariteit gewonnen heeft, Is
het een verbiydend feit, dat zoo dicht onder
Utrecht en in de onmlddeliyke nabyheid der
forensen-plaateen als de Bilt en Zeist zulke
uitstekende terreinen zyn, waarop naar harte
lust gerulterd kan worden.
Dat deze terreinen niet alleen In onze stre
ken ais zoodanig bekend zyn, biykt om. wel uit
het feit, dat In het voorjaar van 1935 een der
grootste Zuld-HoUandsche maneges hier een
cross organiseerde.
In de omstreken van Beukenburg!) en
Eyckensteln klinkt nooit de doffe knal van een
dubbelloops. Jagers komen hier niet; het wild
Is beschermd. De reeën leven er In kleine kud
den vredig en ongestoord byeen. De wandelaar
Zoo zingen de padvinders, maar niet alleen
de padvinders hebben het privilege de wilde
schoonheid van den herfst te kunnen onder
gaan. Voor lederen mensch is dit weggelegd;
voor eiken mensch die oogen heeft om te zien
en een gemoed dat voor stemmingen open ligt.
Onder Bllthoven liggen de uitgestrekte
Eyckenstelnsche bosschen In de plechtige
droomstille sfeer van het vorderende najaars-
seizoen.
De breede rechte beukenlanen verliezen zich
in een verschiet, dat wazig Is en onwerkeiyk, de
contouren vervloeid en verdoezeld. Door oe
machtige kruinen der boomen heeft den laat-
sten tyd zoo dlkwyis de Westerstorm gehuild;
verdorde bladeren en afgewaaide takken
men op den grond een zacht tapyt, dat v<
durend ritselt onder je voeten. En merkwaar
dig, dat Juist dit aanhoudend ritselen de stilte
in deze bosschen zoo accentueert. Tusschen het
rank opgeschoten naaldhout plekken hier en
daar de tot zacht geel en bruin verkleurde loof-
boschjes. Waar voor nieuwen aanplant werd
gerooid, zwermen wat kraaien in hun somber
zwart veerenpak. Ze fungeeren als stemmige
doodsbidders by het sterfbed van moeder Na
tuur.
De paddestoelen, die geheimzinnige vlug óp
schietende zwammen van den herfst, hebben
reeds overal bezit van den boechgrond geno
men; ze woekeren voort langs de randen der
ruiterpaden of omringen, dicht opeen gepropt,
den voet van een boom.
Het Haagsch Comité voor Volksfeesten heeft
aldaar het initiatief genomen tot de plechtige
herdenking van 17 November 1813, den dag
waarop de onafhankeiykheld van Nederland
werd ingeluid. Met het oog op den Zondag zal
de herdenking plaats vinden Zaterdag 18 No
vember 1935 op het Plein 1813 voor het feeste-
HJk verlicht Monument aldaar, aanvang te 20.30
uur. De herdenking zal bestaan In het uit
voeren van toepasseiyke muziek door de Ko
ninklijke Militaire Kapel en het aanhechten
van een krans'aan het Monument.
en weer,
deren.
Hy verstond de kunst-rijderij uitmuntend,
zy was daarin nog niet zoo byzonder bedreven,
had van tyd tot tyd wel een steuntje noodig,
waarvoor Dolf gaarne zorgde. Ja, hy mocht
Stlen heel graag, had een byzonder zwak voor
haar. En nu ze zoo zy aan zy, kruislings, over
de baan zweefden, nu drong het plotseling
tot hem door, dat hy er heel geen spyt van
sou hebben, als hy zyn geheele leven zoo
naast haar zou kunnen zweven
Lang dacht hy daarover na; wilde haar toch
zoo graag vertellen, hoe veel hy eigenlyk van
haar hield. Peinsde zich suf, hoe hy beginnen
zou, en toen hy eindelyk wat gevonden had...',
toen durfde hy niet. Ja! Van nature was hy
nu eenmaal verschrikkelyk verlegen
„Wat ben je toch stil!" zei Stlen opeens.
„Jkke?”
.Jawel, ja. Waar dacht je toch aan?”
„O.... ehikik dacht aan
heel moeiiyke puzzle.”
„Een puzzle? Een rebus misschien?”
,EenJajaja, ik dacht aan een kolossaal
moeiiyke rebus
'„Pas toch op!” maande Stlen dan. ..kyk toch
uit waar je rijdt. Zoo meteen komen we nog
In botsing. En dat voor zoo een onnoozele
rebus!"
..Och Stlen!” zei hy zacht. ..Al» je er lief
hebberij in hebt, vind je dat puzzlen heusch
niet onnoozel. Bovendien zyn er dlkwyis heel
mooie prijzen mee te verdienen!”
„Dat weet ik. Dolf. Ik houd er zelf óók wel
van!”
Toen keken ze^/lkaar lachend aan.
.Stlen!” zei hy plotseling vol aandoening....
„Stlen!”
Hy voelde, dat het nu het juiste moment'
was
„Ja. wat Is er? Trek toch niet zoo en pas
op die scheur daar!”
Al zyn moed voelde hy
schoenen zinken.
„Stlen!” zei hy even later.
weer over Is.... willen we dan samen eens
een paar rebussen oplossen en die samen In
sturen? Ja Stlen?”
„Heel best, hoor Dolf. Ja, dat Is dan afge-
'aarom zouden we daar-
totdat de vorst over
prachtig als ik u nog nooit gezien heb.
kan vanavond niemand op het bal zyn.
ook maar in uw schaduw kan staan!
wagen staat voor de deur, my lady: en ik ge
loof. dat we heelemaal klaar zyn."
Madge daalde de trap af en liep langhaam
door de hall, waar de bedienden zich verdron
gen om haar behulpzaam te zyn. de voordeur
en het portier vgp den auto voor haar te
openen.
T -r r at de menigte in Dultschland thans
yy het meest belang Inboezemt, dat is het
T gaan en staan van het driemanschap,
dat den nieuwen staat beheerscht. Het drie
manschap met zyn aanhang en het nest
van intriges dat er natuuriyk omheen zit. Al
lerlei verhalen doen de ronde over het kluize
naarsleven van Hitler, over den Ietwat operette-
achtlgen lust tot opschik en blikjes van den
met embonpoint gezegenden Goering, over de
intellectueele vyandschappen van Goebbels. En
daarby komt ook ter sprake de rol die de
vrouwen In het leven van deze nieuwbakken
groote mannen spelen.
In het algemeen schynt de rol van de vrouw
in de kringen van de leiders der Natlonaal-
Socialisten niet gering. Ondanks, of misschien
juist vanwege de manifeste manneiykheid dier
helden, hebben zich de wezens die de .Jiimm-
lische Paden" vlechten door de aardschheid
van het leven der Nazi-kapiteins. stevig ge
nesteld in hunne aandacht en hun leven. Leni
Riefenstahl en Emmy Sonnemann „Bril-
lanten-Emmy” zegt de volkscritiek, die nimmer
zwygt zitten aan de eerste lessenaara Het
typeert, deze aandacht, overwegend voor
theater- en filmsterren, zy stemt niet zoo erg
overeen met de Scholle- en Bodentheorieën in
zake de onschuldige boerenmeisjes met de
lange vlechten, zy doet een beetje denken aan
den smaak van den commis-voyageur die „De
Lach” zit te lezen. O tempera o mores!
Aan dat geïnteresseerde yerkeer met
macht en Invloed strevende, elkaar met woe
dende jalouzle beschouwende vrouwen, doet
eehter één man niet mee. Dat is de Führer
verteld, al kostte het me de grootste
Inspanning, niet myn armen om haar heen te
en te roepen; „Ik ben je vader!” Ze
weet niets, en ze hoeft nooit iets te weten. Zeg
het kind” de hoest belette hem een oogen-
blik te spreken en hy snakte naar adem, „dat
enkel een doodgewone landlooper was
zooals Ik ook ben. Ik zou u willen danken
voor alles, wat u voor haar doet, maar ik
begryp, dat u van my geen dank zoudt willen
In de boschrijke omgeving van Eyckensteln
en Beukenburg!), en op de woeste, glooiende
helde daarachter, gaat de wandelaar als een
eenzame door de eenzaamheid.
Toen het natuurschoon van Bllthoven door
woninggidsen, propaganda-brochures enz. onder
de groote massa bekendheid verwierf, trokken
de natuurmlnnenden naar deze streken. Zy
moesten hulzen hebben en zoo ontstond de af-
schuweiyke lintbebouwing, een kapitale nagel
aan de doodkist van ieder, wlen het Land-
schap ter harte gaat.
De groote toevloed natuurliefhebbers heeft de
voorname rust der Eyckenstelnsche bosschén
nog niet kunnen storen. Waar deze mensenen
zich ook mogen ophouden om de natuur ten
volle te kunnen beleven, hier zwerven er
slechte enkele rond.
Bejaarde heeren ziet men nog het meest on
der de weinige wandelaars, ze kiezen hun weg
dwarrelen wat
sproken. Alleen
mee eigenlyk wachten.
Is?”
Dien avond sprak Dolf zyn boezemvriend over
het geval.
„Man, als je haar hebben wilt..,, dan moet
Je haar vragen!” zei deze wys.
„Ja. Piet, maarhoe moet ik dat zeg
gen?”
„Kom nou! Daar ben Je toch oud genoeg
voor! Maar als je het dan absoluut weten wilt:
zeg het met bloemen!”
„Met bloemen?”
„Precies! Met rozen by voorbeeld
„Met rozen?'
„Of met viooltjes!”
„Met viooltjes? In dezen tyd van het jaar,
het hartje van den winter?"
„Nou, zeg het dan met edelweissmaar
In leder geval: zég het. man. en wacht niet te
lang. Zoolets moet je geen gras over laten
groeien.
Den volgenden morgen was Stlen al vroeg
op de ysbaan, maar toch niet zóó vroeg, of
Dolf was er al. Op een apart afgeschoten deel
was hy bezig met kunstryden.
Velen stonden naar hem te kyken en by hen
schaarde zich Stlen. die al heel spoedig een en
al oog was voor haar Dolf.
Daar kreeg hy haar in de gaten. Wuifde haar
vriendelyk toe.
Dan plotseling kreeg hy een idee.
Even stond hy stil.... begon dan opnieuw;
reed een grooten S-sllnger, aan het uiteinde
waarvan hy zich met veel zwier omkeerde, om
dan deselfde S weer terug te ryden, er daarby
wel op lettend, dat hy een flink diepe Insnydtng
in het ys maakte.
Sien knikte, ten teeken, dat ze gezien had
Dan sprong hy opzy, reed In rechte baan van
boven naar beneden, en weer terug. sprong
nogmaals opzy en reed in een kring in het rond,
totdat Stien hem wenkte, dat ze weer gezien
en begrepen had. Naast de groote 8 stond
nu duldeiyk in het y» gegrift het cyfer 10.
Toen sprong de kunstryder ten derden male
opzy. reed een nieuw figuur: een hart! In sler-
zelf. Hitler is vrijgezel en hy leeft als een
anachoreet, alleen denkend aan de taak die
hy zich gesteld heeft, alles uitbannend wat het
werk, wat zyn Idee-fixe zou kunnen schaden.
Zonder twyfel Is daar een zekere grootheid in.
Éénmaal heeft men gefluisterd, dat ook Adolf
Hitler het zoet der minne zou leeren kennen.
Hy werd toen veel in Bayreuth gezien, waar
de Wagnertempel staat, die heel Germagne's
bordpapieren Walhalla bevat. En men bracht
die bezoeken In verband met de weduwe van
Siegfried Wagner. Maar het schynt dat de
geruchten voorbarig waren, er Is in leder ge
val niets gekomen van die verbintenis en Hitler
zet zyn kluizenaarsachtig vrygezellenleven
voort. Een dier Eenzamen In de volste bran
ding van 's werelds belangstelling en nieuws
gierigheid, hermetisch gesloten biyvend onder
den vloed van licht uit de schynwerpers.
Geen wonder dat de vrouwen brandend
nieuwsgierig zyn om iets van Hitler te weten
te komen en men zegt dat de Führer het ver
mogen heeft om die nieuwsgierigheid tot het
uiterste te prikkelen, zyn manier van leven,
de rigoureus strenge zeden van dezen man,
die zooveel machtiger is dan de ydele Wilhelm
II ooit was, zyn goedkoope uniform,
krappe Jacquetje en zyn grijze regenjas, zijn
„trench coat” uit een confectiemagazyn, zyn
werkzaam en ernstig bestaan, vervuld van één
enkele Idéé, dat alles Is een mysterie dat he
viger op de verbeelding werkt dan welk over
tuigend sex-appeal ook.
Volgens de laatste foto's Is Hitler mager ge
worden, hy heeft zelfs zyn ceintuur een paar
gaatjes verder kunnen Inhalen, zyn gezicht
ziet er nog meer getourmenteerd uit dan vroe
ger. Bewonderen doet men vooral de manier,
waarop hy zyn ploeg byeen weet te houden en
mannen weet te doen samenwerken, die elkaar
het liefst zouden verslinden. Hy bezweert al
lerlei interne drama's. Het is zyn geheim, om
zeer ulteenloopende personen samen te brengen,
en dan als arbiter tusschenbelden te komen
wanneer zy elkander byna In de haren zitten.
Hy Is dan de man die olie op de golven werpt
en het evenwicht herstelt.
Cherchez la femme! Men kan waarachtig
geen vrouw noemen die door Hitler in het by
zonder wordt begunstigd. Bestond er een uit
verkorene, het zou geen dag duren of heel
Beriyn kletste erover. Geen favoriete, is ep
echter te vermelden, hoe veel gegadigden ook
graag In aanmerking zouden komenHet
trench-coatje zou „embarras du choix” heb
ben, als het wilde.
Het schynt dat Hitler zelf het vermakeiyke
geheimzinnige van deze situatie ook wel
in de gaten heeft. Hy is op de hoogte van zyn
speciale charme en soms houdt hy ervan zyn
verleidlngsmacht actief te maken. Een van zijn
zeldzame Uefhebberyen Is, te dineeren met
aantrekkeiyke Jonge meisjes. Hy vraagt er drie
of vier tegeiyk. zeker niet meer, en zy komen
uit de beste kringen. In dat opzicht is hy zyn
collega's beslist voor. É)le eetpartytjes zyn
zeer gezellig en strikt intiem, zy verpoozen den
Führer, die by het frissche praten der Jonge
dames voor eenige oogenblikken zyn drukken
de zorgen kan vergeten. Alles verloopt echter
volkomen correct en vormeiyk. Hitler eet van
zyn worteltjes en andyvle (hy is vegetariër,
zooals men weet) en drinkt mineraalwater,
maar hy heeft er plezier in de meisjes aan te
sporen tot het drinken van een paar glazen
wyn, voor de gezelligheid. Dan vertelt hy van
zyn reizen en avonturen. Langzaam komt hy
er in, hy begeestert zlch-zelf, hy liegt een
tikje. En half candide, half berekend, behaagt
hy *de schoone bloemen die zyn tafel sieren.
Hy speelt een beetje viool op de jonge harten.
En als de koffie is gedronken, waarby het
stoutmoedigste deerntje zich nog aan een
pousse waagt, staat Hitler op, prevelt lets over
de stapels van stukken die hij in de late
avonduren nog heeft te doorwerken, maakt een
diepe buiging, kust de handruggen, geleidt de
dames tot de deur en verdwynt in zyn kabinet.
Mymerend en neuriënd gaan de meisjes naar
huls en 's nachts droomen zy va» een
Zwaanridder in een zilveren rusting.
Zoo zoekt de Führer, als de staatszaken hem
51 te zwaar gaan drukken, zijn kluizenaars
leven een oogenblikje onderbrekend, het gezel
schap van Jonge, ongerepte zielen. Even een
bad In frlschheld en spontaneïteit, weg uit de
intriges, uit de smeer, uit de laagheden. Naar
een sfeer van reinheid en luchtige badinage,
naar de illusie.
Wit Hitler ook wezen moge, hy Is simpel en
volstrekt.
wierig zwaaiden ze saam over de baan,
Dolf en Stlen. Ze kenden elkaar al jaren,
gingen heel venrouweiyk met elkaar om. sneed het steeds dieper in
Och ja, ze hadden samen nog op de school
banken gezeten en sindsdien elkaar nooit uit
het oog verloren. Samen hadden ze getennist
en gehockeyd.... en waren nu dan aan het
schaatsenrijden.
Beiden hadden Amerikaansche kunstschaat
sen onder, laveerden in sieriyke bochten been
van den eenen kant naar den an-
zonnlg gezichtje keek, byna alsof hy de aan
wezigheid der twee anderen geheel vergeten
was. Juffrouw Carter liep langzaam op hem
toe en trok het kind zachtjes van hem weg,
maar gaf hem een teeken om te biyven waar
hy was.
„Llly," -begon ze, „ik moet Je iets vertellen."
Maar ze was niet In staat, verder te gaan, en
keerde zich met een aandoenlyke hulpeloos
heid naar Irene. „Vertel jy het haar. Marga
ret; ik kan niet!”
Irene knielde by Llly neer en drukte haar
vast tegen zich aan.
.Llly. lieveling,” zei ze. vechtend tegen haar
eigen tranen, „je hebt me laatst een» verteld,
dat Je zoo graag wilde, dat Je een vader had
zooals andere kleine meisjes; dat het Je zoo
speet, dat hy gestorven was Zou Je heel blU
zyn al» Je hoorde, dat hy nog leefde en
heel, heel erg veel van Je hield?"
„Ja." zei ze met een ernstig stemmetje,
„Ik zou erg graag een vader hebben, die met
me kon uitgaan en me optillen In zyn armen,
de vader van Jenny van den molen
doet. En heb Ik er nu een gekregen; heusen
heusch waar?"
„Ja." fluisterde Irene. „Zul Je niet schrik
ken of bang zyn. Llly? Hy is vandaag thuis
gekomen hy zit daar In dien stoel!”
Het kind beefde en deed een stapje achter
uit. Irene nam haar by de hand en trok haar
zachtjes naar Peters, die haar met uitgestrekte
armen wachtte.
„Myn kind! myn kind!” was al, wat hy kon
uitbrengen.
aannemen. U zult nooit meer iets van
hoorenlang heb Ik trouwens niet meer
leven. En zelfs als dat wel het geval
zou ik u nooit meer vragen, het kind nog eens
te mogen zien, hoewel ik zyn stem brak.
„Neen, neen! Vaarwel!"
Hy sleepte zich langzaam naar de deur
een beeld van wanhoop en ellende.
Irene staarde nog steeds door het raam, maar
ze kon niets zien door de tranen, die haar ver
blindden.
Met een snik liep ze op Juffrouw Carter toe
en legde een hand op haar arm.
„O. heb toch medelijden met hem!” smeekte
ze. „Hy heeft spyt van wat hy gedaan heeft
dat weet ik zeker. Hy heeft toch ook veel
verdriet gehad en kyk maar eens, hoe ziek
hy is werkelyk niet sterk genoeg om rond
te zwerven, zonder Iemand die voor hem zorgt.
Stuur hem niet weg!”
Peters stond met de hand aan de deurkruk
en deemoedig gebogen hoofd.
„Neen, neen!” zei hy. „Ik zal gaan.”
„Och. ga toch gauw naar hem toe en zeg
hem. dat hy biyvei) mag." pleitte Irene, ter-
ze Juffrouw Carter's hand In de hare
die bezwerend drukte. „Laat hem
niet gaan! Dat kunt u niet u hebt een veel
te goed hart. Laat hem niet gaan!"
Juffrouw Carter keek haar aan er leek
Iets te breken in het strakke gezicht en de
vastbesloten lippen begonnen te trillen.
...Je weet niet, wat Je vraagt,” zei ze schor,
terwijl ze haar best deed, onbuigzaam te
biyven. „Je hebt hem zelf hooren vertellen,
Stlen was stil geworden. Peinzend staarde ze
voor zich uit, zag nog slechte dat groote, sym
bolische hart; merkte nauweiyks, dat Dolf zyn
rit beëindigd had en nu naar haar toekwam
,E»)?" vroeg hy belangstellend.
Maar Stien zei niets. Zwygend gaf ze hem een
arm, en samen
zwierden ze even
later weer over j
Stien stil voor
een bergopgesta-
pelde ysschotsen.
„Dolf?" vroeg ze zacht, „mag Ik me even
Je vasthouden?”
„Maar natuuriyk!”
En terwyi ze op één schaats bleef staan,
grifte ze met haar andere schaats in den ys-
berg dit eene woordje: JA.
Toen werd Dolf stilen van lieverlede
begon zy de letters nog wat dieper in te krassen
met haar schaats
Dat was te veel voor den wankelen berg. De
bovenste schots gleed weg, sleurde andere
schotsen met zich mee en in duizend stukken
viel de heele berg uiteen
.Dolf!” zei ze toen, „het ys is gebroken!”
.Daar zeg Je een waar woord. Stlen. Ja, den
hemel zy dank, dat het kapot te en.ik ge
loof.,.. dat we elkaar begrepen hebben?”
Hy strekte zyn armen uit en dadeiyk viel ze
hem om den hals.
Nog «enzelfden avond sprak hy weer
zyn boezemvriend.
,JPlet!” «ei hy opgetogen, ,Jk heb bet ge
vraagd... en ze heeft JA gezegd. O Piet, je
weet niet hoe gelukkig ik my nu voel!”
„Van harte, hoor, van harte! En vertel me
dan eens: hoe heb Je het nu gevraagd: met
sneeuwklokjes
.Mis. Plet: met schaatsen!”
„Met.... met.... met.... met schaatsen?”
.Jawel! Met schaatsen!”
„Interessant! Hoogst origineel! En hoe ant
woordde zy daarop?”
„Stien? Wel.... die antwoordde ook met
schaatsen. Daarom. Plet, te van nu af myn
leuze: „Zeg het met schaatsen!"
(Nadruk verboden.)
'v’
lm'-