s
H
m
i
De onlusten in Egypte. Maarschalk Badoglic opvolger
van
4-
Dienstboden
4*
I
4
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
I a 11
Plaats dan een „Omroeper”
gezinnen
ft
H
A
L 1
voor 80.
De Bono.
De Vrouw en haar huishouding
4-
n.
Een praatje over parfum
DENK OM DE BOLLEN!
lil
in
A
111
v
/COEDKOOPE KNIPPATRONEN
e
I
J
Een manteltje voor onze
tweejarige
DINSDAG 18 NOVEMBER 1935
R--- W
k
'"**9
Damonstreerend* gtudanton in de skretee ven Cairo tijden* de jongate onlusten In Egypte,
welke oen ernstig karakter aannamen
1ZJL-.
K
z j
A
-.4
e J>«
Ik. -■<
•s-ii
Duinen* te den Haeg had Maandag de be-
-— In verband met da werk-
station In de hoofdstad een hulpperron
in gebruik genomen. Rechts het oude
perron
f
,«t
t
’I
i
t
c-
1J
i
der bloemen
maakt men
groote
r
D.
I
meisje
N. W.
kl
veel
1M
J
SSSiÜi
I
I
I
I
De spoorwegwerken In Amsterdam-
Oost.
I
I
I
I
I
De mode van dezen winter. Het cape-
model U over heer teleend
i
e
t
<1
8
t
n
k
Deze worden
daar dit van
Wanneer de
o
tl
d
U
r/ i
FOTOREPORTAGE
4F
■-- >-x-:.>y
/X—
V
Is alles geknipt, dan rijgt men het man
teltje eerst even in elkaar, om het te pas
sen. Zit het goed, dan kunnen zij-, schou
der- en mouwnaden dichtgestlkt worden, nen oliën en reukstoffen aan het planten-.
Ook de knol-begonia’s moeten den grond
uit. Dat het loof bevriest, geeft niets, doch
de bollen kunnen geen vorst verdragen.
Bij mooi weer rooit men ze op, snijdt het
stengeldeel af en droogt den knol in de zon
Ten ruwste worden de wortels verwijderd,
waarna men de bollen laagsgewijze in een
kistje legt met zand er tusschen, want ’t is
beter dat ze elkaar niet raken.
Als ’t kan legt men de knollen een paar
dagen in de zon, om op te drogen. Men
bergt ze weg op een koele, droge en vorst-
vrije plaats. *t Gemakkelijkst doet men ze
in een kist, rechtop naast elkaar, terwijl
men de tusschenruimten opvult met turf
molm of wit duinzand.
dieren- en vruchtenrljk ontleend.
Meestal evenwel ligt het succes van een
reukstof in het Juiste mengen van verschil
lende stoffen door elkaar, waarbij Juist
zeer kleine hoeveelheden van het een of
ander dikwijls van grooten invloed zijn.
Frankrijk heeft o a een bloeiende par-
fum-industrle. De uitgestrekte tuinen der
kweekers en parfumeurs bevatten schatten
Minister Slotemaker da Bruine hield
Maandagavond te dan Haag een korte
radiorede over „de Kunst In nood**.
De minister voor de microfoon
Van alle op deze bladzijde voorko
mende genummerde modellen, die
aan het mode-album „Winterweelde”
ontleend zijn kunnen bij het Patro
nenkantoor „Panora", Nassauplein 1,
Haarlem, patronen besteld worden
tegen den prijs van SO ets. voor com
plets, 35 ets .voor mantels en japon
nen, en 20 ets. voor rokken, kleine
avondjasjes en kinderkleeding. Voor
toezending per post, ook bij bestel
ling aan de agenten, 10 ets. extra.
4 cM. naar binnen slaat en dit even vast
rijgt. Dan wordt onderaan de zoom Inge
maakt en ook bij de mouwtjes, waarna
de mouwtjes Ingezet kunnen worden. Den
mouwnaad neemt men 2 cJd. meer naar
voren dan den zijnaad van he^ manteltje.
Het kraagje kan van dubbele stof genomen
Op de begraafplaats .Nieuw Eik en T j,_w
grafenis plaats van den bekenden concertzanger Thom Denijs. De stoei op weg
naar de groeve
H
12!
Gloxinia- en Amaryllls-bollen behandelt
men als de Begonia’s, doch hun staan
plaats moet iets warmer z n. Amaryllis
kan men ook heel goed in den pot bewa- Waarna men middenvoor aan beide zijden
ren, als men ze maar op een droog, vooral
niet te koel plekje zet. Een heel goede
plaats Is een kast, waar een warme schoor
steen doorloopt.
Ook Gladiolen moeten nu uit den grond
en gedroogd worden. Deze moeten geheel
droog op een droge, koele plaats worden
bewaard. worden. Indien deze tenminste n^t te dik
is, anders liever voeren met satinet of
pongé. Het wordt langs den heelen buiten
omtrek gestikt, waarna het wordt omge
haald en zóó langs de halslijn van het
manteltje gezet dat het precies tot midden
voor komt. Aan lederen kant blijft dus twee
centimeter van den overslag over,
wordt tegen elkaar Ingeslagen en
genaaid.
■w yoor dit manteltje hebben we noodig
85 cM. stof van 130 c.M. breed of
110 c.M. van een Meter breed, ander
half el satinet en drie groote en zes kleine
knoopjes. De lengte van den schouder ge
meten is 45 c_M., de mouwlengte 26 cJd.
Het manteltje wordt gemaakt van tweed,
laken, fluweel of een andere, niet te dikke
stof. Het patroon, op de aangegeven ma
ten gemaakt, wordt op de stof gelegd en
daaruit geknipt, er rekening mee houdend
onderaan het manteltje nog een zoom van
6 c.M. en aan de mouwtjes een van 4 cM.
te knippen.
aan kant, tafeldekken (theezetten, enz.);
acht uur: bedden uitleggen enz., trappen
en gangen; negen uur: tafel af ruimen, af-
wasschen, daarna: de een of andere goede
beurt; elf uur: koffiezetten; twaalf uur:
tafeldekken, slaapkamers; 's middags: eten
voor diner schoonmaken; verder strijken
of stoppen.
Een en ander is natuurlijk geheel afhan
kelijk van de hoeveelheid werk en de
grootte van de woning. Toch kan ’t met "n
beetje overleg wel zoo geregeld woqlen,
dat eventueele bovenkamers vóór 9 of na
12 uur worden gedaan.
Het lijstje voor de groote beurten kan er
b.v. als volgt uitzien:
Maandag: wasschen; Dinsdag: slaapka
mer en badkamer; Woensdag: keuken- en
kinderwasch; Donderdag: woonkamer;
Vrijdag: trappen, gangen, W.C.’s; Zater
dag: buitenboel en strijken. Zijn er meer
dere woon- en/of slaapkamers, dan wor
den deze om de beurt gedaan.
Uit de practijk is gebleken, dat elk meis
je ’t op den duur erg prettig vindt volgens
een vast systeem te werken. Zij kan dan
rustig haar gang gaan en weet vooruit,
wat zij al of niet klaar kan krijgen.
En 'als we dan een goed
treffen
aan: oranje-bloesem, rozen, jasmijn, vio
len, cassia’s, hyacinten, etc.
uiterst zorgvuldig verzorgd,
veel invloed op den geur is.
bloesems geoogst zijn, worden ze in reus
achtige ketels gedaan; bij sommige wordt
dan wat water gevoegd en zoo -worden se
gekookt, waarna het gewonnen geurige sap
zorgvuldig wordt gedistilleerd.
Terwijl de kroonblaadjes
den voornaamsten grondslag vormen voor
onze plantaardige parfums,
toch gebruik van sommige groene blade
ren, schorsen, zaden, wortels, houtsoorten
en enkele soorten harsachtige gom.
Niet alleen van natuurlijke oliën maar
ook uit chemische producten zijn voortref
felijke parfums te bereiden. Dultschland
heeft oa. een bloeiende chemische parfum
industrie.
et is nu de tijd om de bollen van
dahlia's enz. uit den grond te ha
len. Als de dahlia’s door een flin
ke nachtvorst zwart zijn gekleurd en de
bloemen minder goed meer zijn te her
kennen, dan raakt men spoedig met de
namen in de war. Daarom vooraf, als het
nog kan, een label met den naam erop.
Veelal bindt men ze aan den stengel, doch
men doet verstandiger ze te bevestigen
aan den steunstok. De hoofdstengels snijdt
men ongeveer op 20 c.M. lengte af en
draalt daaromheen het etiketje. Doch, wat
ziet men vaak in het voorjaar? De stengel
Is ingedroogd en het etiket is er afgescho
ven. Dan ontstaat vaak verwarring. Om dit
euvel te voorkomen, doet men beter een
grooten spijker dwars door het harde sten
geldeel te slaan en door het ontstane
gaatje een ijzerdraad te* trekken, waaraan
de label wordt vastgemaakt.
Maarschalk Badoglio, da
opvolger van maarschalk
De Bono als gouverneur^
generaal van Eritrea
e kunst om parfum te bereiden was
1 reeds In de oude Oostersche landen
nog vóór den tijd van Cleopatra
bekend. De parfums van eeuwen en eeuwen
geleden hadden *n bltjvenden en heerlijken
geur, ondanks het weinige materiaal en
de geringe technische kennis. Parfume
rieën dienden waarschijnlijk allereerst om
de onaangenaam riekende uitwasemingen
van het menscheltjk lichaam, vooral in de
heete gewesten, te verdringen.
De reukstoffen, die voor de vervaardiging
van parfum noodig waren, werden meestal
aan het plantenrijk en ook enkele aan bet
dierenrijk ontleend, zooals muskus, civet,
bever en amber.
Somtijds werden zij on>ermengd gebruikt
zooals de wierook. Niet alleen voor par
fums. maar ook voor religieus gebruik die-
zaamheden is aan het Mulderpoort-
Dtt
over-
De rafels van kraag en mantel
komen naar één kant. Nadat het kraagje
is langsgestikt, worden langs de halslijn
knipjes gegeven tot aan het stiksel, waar
na de rafels met een schuin biesje plat
op het manteltje worden afgewerkt. De
drie knoopsgaten komen in de rechterhelft
en wel op 2, 7 en 12 c.M. van den boven
kant.
De rafels aan den binnenkant kunnen
met een schuin biesje worden afgewerkt,
maar mooier is het, het geheele manteltje
met satinet of pongé te voeren. Het voe-
ringmanteltje wordt dan langs halsje,
voorkanten en onder aan de mouwtjes
langsgezoomd de onderkant blijft los
voot het optrekken.
Het manteltje wordt nu eerst flink ge
perst, waarna aan de mouwtjes drie kleine
en aan het manteltje zelf drie
knoopen worden gezet.
Aan den tweeden luitenant J. Witkamp van de bereden afdeeling der Vrijwillige Burgerwacht te
Haarlem werd Maandagavond de ridderorde van de Kroon van Italië uitgereikt voor zijn hulpverleening
bij het ongeluk met een der vliegtuigen van het Belbo-eskader bij het bezoek aan ons land
ijn ze er nog, de goede ouderwetsebe?
X ‘t Klinkt sprookjesachtig, als we de
verhalen hooren uit onze Jeugd, toen
de dienstmeisjes slechts enkele guldens
per week verdienden, een tulen mutsje
droegen en ’s avonds laat nog onze kanten
strookjes van schortjes en nachtponnetjes
stonden te strijken, alsof ze den dag pas
begonnen.
Ze leefden in dien tijd mee met ’t gezin.
Of de meisjes minder vrij waren en daar
door ..meer slaaf"? Misschien wel, maar
ze waren er niet ongelukkiger door. Ze
keken niet elk oogenblik in de krant, of
er iets voordeellgers voor hen in stond, om
dan gauw haast je rep je hun boeltje te
pakken en op te zeggen, zonder te weten
of ’t werkelijk wel voordeelen zouden zijn:
„een avond meer vrij en een gulden meer
loon”. In bijna alle gevallen wordt er voor
een buitensporig loon ook wat meer ge
vraagd: ’t is b.v. een extra groot gezin, een
zaak aan huis of een groote wasch. Waar
er eigenlijk twee meisjes noodig zoudep
zijn, bezuinigt men tegenwoordig en geeft
dan dat eene meisje een extra mooi loon.
Maar ze moet er voor zwoegen!
In elke betrekking moet natuurlijk ge
werkt worden, maar 't maakt een groot
verschil of een meisje 's middags om 4 uur
kousen zit te stoppen of ze ligt nog de
trap te boenen, terwijl er nog een groote
afwasch op de aanrecht staat van „de
koffie”.
Een meisje voor dag en nacht kin *t
goed hebben. *t Loon dat ae verdient is in
verhouding veel grooter dan dat van een
dagmeisje (en in vele gevallen heeft ze
tegenwoordig meer over voor kleedgeld
dan mevrouw zelf!)
Haar werkdag is echter lang. Om zeven
uur beneden en werken tot ’s avonds acht
uur, dat valt niet mee. Er moet dan ook
voor een verstandige werklndeeling ge
zorgd worden, die ’t meisje van tijd tot tijd
gelegenheid geeft, zittend werk te ver
richten.
Een klein roostertje in de keuken helpt
ons daarbij. Laten we er dan aan denken,
om in die uren, dat er vaak gebeld kan
worden, niet anders dan parterre te laten
werken; we besparen haar daarmee
trappengeloop. De werklndeeling kan er
b.v. als volgt uitzien: zeven uur: kamers