den dag
can
I
Met twee kameraadjes op avonturenreis
<KUc&Aaal
H
T
H
W. D. Hals
I De Dubbelgangster I
door Charles Garvice
Benedictijnen in
Transvaal
1
GEMENGDE HUWELIJKEN
Zelfmoordkrecord
Vischgeluiden
Overwintering op de Pamir
BniiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiH
J
DINSDAG 26 NOVEMBER 1935
Zegenrijke arbeid
Drinken en fluitspeleneen pas ontdekt schilderij van W. D. Hals
zün
Fransch-Duitsche films
F roelich-Jannings
St. Jan’s Evangelie
I
in Duitschland ontbonden
worden
De prefectuur van Pietersburg,
zetel der missie, viert haar
zilveren jubilé, samen
met de Zuid-Afri-
haansche Unie
mooi
UJk j
p levenslange geheele c
A f <Jve“ verlies van belde armen.
Af I C A DPïMN d** blad Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen
/A I «I <r< /AD V/1 v 11 I-J O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen
ongeschiktheid tot werken door P ölJ een onEeT’u m<t p 9EZO verllee van een bana
a, belde beenen of belde oogen a doodelljken afloop 1 een voet of een oog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
cate punt,
op
JOHN SIMBON
home,
hem
•gde
voorhoofd
de wük
HOOFDSTUK XXXVITI
maar
was onwettig,
zün
wettige
Mersia.
Ze
vertrouwde haar genoeg opa haar te trouwen
en haar mijn naam te geven. Voor deze dwaas
heid ben ik zwaa
werkelijke foutepr
uitsluitend >vöor
ze mij.
ze weS"
!v
Onder een oude collectie van papyri in de
John Rylands Bibliotheek te Manchester Is een
papyrus gevonden, die wordt aangezien voor
een fragment van een manuscript van het
Evangelie van Joannes. Het fragment zou bet
oudste zijn, dat ooit van den Bijbel is gevon
den en den Codex Slnaïtlcus belangrijk in leef
tijd overtreffen.
naar adem wankelde ze naar de
deur en vond ae gesloten. Za ging
naar bulten.
Met den eersten trein vertrok Hermann,
uitgeleide gedaan door zijn vrouw en kin
deren en Piet en Wiet, die zich belden erg
aan hem gehecht hadden. Toen de trein ver
trok kon niemand zich goed houden en allen
schreiden om het hardst. Toen was het hun
beurt om te vertrekken.
Ze waren zoo arm dat ze de reis haast
niet konden betalen en thans hadden ze een
plaatsje gekregen in de goederenwagen,
waar ze op koffers en kisten moesten gaan
zitten.
Zij zelf zou met de kinderen, ook Piet en
Wiet, een onderkomen zoeken bij haar fa
milie in BelgiS. In het begin had Hermann
er niet veel ooren naar, maar eindelijk
vond hij het toch ook zoo het beste en dus
werd besloten dat Hermann zich weer bij
depolitie zou melden. Het afscheid was
erg droevig.
In Duitschland werken Carl Froelich en Emil
Jannlngs rteder samen (respectievelijk als re
gisseur en acteur) aan de film „Traumulus"
naar het tooneelstuk van Arno Holz.
Voor de derde maal zullen zes Russische on
derzoekers gaan overwinteren in het obser
vatorium bij den Fedsjenko-gletscher in het
Westen van Pamir, op een hoogte van ruim
4000 meter. Het bestudeeren van dezen gl»t-
scher geschiedt in het bijzonder met het oog
op de watervoorziening van de Amoe-Darya De
expeditie is o. a. uitgerust met een radio-zend-
installatie en men heeft thans te Moskou be
richt ontvangen, dat .op den gletscher hevige
sneeuwstormen woeden en de temperatuur is
gedaald tot 20 graden onder nul. De expeditie
is voorzien van een grooten voedselvoorraad,
terwijl men drinkwater verkrijgt door het smel
ten van sneeuw. De leider der expeditie seinde,
dat men geen last heeft van de eenzaamheid
of de afzondering, aangezien men eiken dag
het werk en de waarnemingen, die verricht
moeten worden, nauwelijks afkan, zoodat men
slechts *s avonds een weinig vrijen tijd heeft,
en dan houdt men zich gewoonljjk bezig met
de radio.
In de Tobis-studios te'Epinay regisseert mo
menteel Jacques Feydor de film ,J3e slimme
Vrouwen”, spelend in de zestiende eeuw in
Vlaanderen. De film krijgt een Fransche en een
Duitsche versie.
er gelegenheid van de International Vre-
desbedevaart der Katholieke Oud-Strü-
ders is, op 9 September JJ„ Dom Modes-
tus Van Assche OJ3-B.. abt van de 8t. Pieters
abdij te Steenbrugge, te Castel Gandolfo in
particuliere audiëntie ontvangen door Z. H
Paus Pius XI. In deze audiëntie heeft Zijns
Heiligheid zijn bijzonderen zegen willen schen
ken aan de Benedictijner missie van Noord-
Transvaal.
De prefectuur van Pietersburg, zetel der mts-
sie, viert haar zilveren jubilé, samen met de
Zuld-Afrlkaansche Unie, welke, zoo men weet,
dateert van 31 Mei 1910, terwijl de Prefectuur
op 23 December van hetzelfde jaar werd on
gericht. Door een gelukkig samentreffen is de
missle-lntentie van het Apostolaat des Ocbeds
voor de maand December: de Katholieke Actie
in Zuid-Afrika.
Onze dag- en weekbladen hebben terecht aan
de jubelvlerlng van dat prachtige en rijke land
met zijn goudvelden en diamantmijnen en
vruchtbare landerijen zeer degelijke artikelen
gewijd, niet alleen omwille der schier onbeperk
te mogelijkheden, maar ook ter oorzake van de
stam- en taalverwantschap met onze lage lan
den aan de zee.
Men heeft echter minder den nadruk gelegd
op de mlsslonneering. alhoewel de godsdienstige
toestanden, meer nog dan het ongeëvenaarde
natuurschoon, de belangstelling verdienen der
Katholieken hier te lande, al schijnen ze op
het eerste gezicht dan niet zoo schitterend.
Na een paar mislukte proefnemingen van
mlsslonneering in de eerste helft der 19e eeuw
door Nederlandsche en Vlaamsche missionaris-,
sen, moest in een land, waar het Protestantis
me als het ware deel uitmaakte van het staats
leven der Blanken en reeds begon binnen te
dringen bij de zwarte bevolking, nog alles ge-
- daan worden door de Katholieken. De tweede
helft der 19e eeuw is gekenmerkt door een be-
wonderenswaardlge mlssle-actle, welke meer
moeilijkheden te overwinnen had dan resultaten
te boeken, en waarin de Benedictijnen en de
Nederlanders een leidende rol speelden.
Pas in t begin dezer eeuw drongen de mis
sionarissen door tot het Noordelijk gedeelte
van Transvaal, waar de Boeren nog t best hun
eigen aard en karakter hadden bewaard en.
met hun eigen taal en hun geest van onafhan
kelijkheid, ook hun haat tegen Rome.
Toen in 1906 de eerste Vlaamsche Benedic
tijner monniken in Noord-Transvaal aankwa
men om de mogelijkheid te onderzoeken er een
missie te beginnen, was er in gansch dat uit
gestrekte gebied, bijna tweemaal zoo groot ais
België en Nederland samen, maar één missie
post met enkele katholieken te Pietersburg.
t Duurde tot 1910 vooraleer een Prefectuur
werd opgericht en gedurende vele Jaren kenden
de missionarissen niets anders dan moeilijk
heden van allen aard en bittere ontgoochelin
gen.
Na 35 jaar mogen ze, niettegenstaande de
beperkte middelen waarover ze beschikken, den
Heer danken voor het gezegende werk, hetwelk
in Zuid-Afrika algemeene bewondering wekt.
De enkele Benedictijner monniken uit Affll-
gem, Dendermonde en Steenbrugge, bijgestaan
door een twintigtal Broeders van Liefde van
Gent, van een dertigtal Zusters van Liefde van
Heuie en van twee Congregaties van mMMdon-
nee rende Dominicanessen, hebben op dit oogen
blik de onbetwistbare leiding In de lagere en
middelbare scholen voor blanken en zwarten en
nemen daardoor elk jaar een grooten voor
sprong op de Protestanten van alle denomina
ties.
Op de audiëntie bjj den H. Vader wees Z. H.
erop, dat in de missiën van Afrika vooral de
- Toen Madge langzaam tot bewustzijn kwam,
zag ze. dat ze op een bed lag in een klein,
schamel vertrekje Haar hoofd deed zoo ver
schrikkelijk pijn, dat ze de eerste minuten haar
oogen nauwelijks kon openhouden: maar einde
lijk slaagde ze er in, zich een beetje op te
63
„U vertelt me maar precies wat u kwijt wilt
zijn, en meer niet, my lord." zei juffrouw
Carter rondborstig; hoewel dit met een
ondeugend lachje. ,.u hebt er per ongeluk al
iets van laten ontsnappen, toen u daarstraks
-Lady Irene” zei."
„Irene juffrouw Warner ik weet
nauwelijks, noe ik van haar moet spreken,"’
zet Redmayne, terwijl zijn hand onder de tafel
die van Irene zocht, „Is de dochter van den
graaf van Mersia, die mijn beste vriend was;
maar tengevolge van omstandigheden, die voor
ons belden te droevig zijn om ze hier nu aan
te roeren, draagt ze geenerlei titel. Er Is een
zuster, een halfzuster: Lady Margaret Mersia
moet mijn lief meisje maar eenvoudig „Irene"
noemen."
„Ze zal altijd dezelfde voor ons blijven, hoe
We haar ook noemen," zei Juffrouw Carter
„Wilt u nog een kopje thee?” vroeg ze. niet
haastig, maar met de kalmte van ware fijn
gevoeligheid en tact.
Toen het eenvoudig maal was afgeloopen, zei
juffrouw Carter.
ter.
van huis weg om met me te trouwen,
haar moeder zich tegen ons huwelijk
zette. Haar voorgevoelens hebben haar
bedrogen! Ik had een goede man voor Susan
(Bijzondere correspondentie uit Budapest)
-j-s en in New-York woonachtig Jong Neder-
H lander, Marcel van de Werken, ontvouw-
-*—• de op een avond de „New York Times” en
las de volgende sensationeele mededeellng:
„Een mooi meisje heeft zich reeds honderd
maal van het leven willen berooven maar ze
leeft nog.”
Budapest. Marika Nagy, bekoorlijk jong
schilderes is de recordhoudster in pogingen
van zelfmoord. Maar het lukte haar nooit.
Toen men haar de laatste maal uit de gol
ven van den Donau heeft gered, bekende zü.
dat dit haar honderdste zelfmoordpoging was."
Na het lezen-van dB bericht, zette zich Mar
cel van de Werken wam zijn schrijftafel, en
schreef ’n brief aan den hoofdcommissaris van
politie te Budapest, voor Miss Marika Nagy.
Hij schreef op een mooi violet papier, met mo
nogram er op. het volgende: „Hooggeachteheer
hoofdcommissaris, wilt u zoo vriendelijkzijn,
bijgesloten brief aan de recordhoudster van de
zelfmoordpogingen te doen toekomen? Ik zou
misschien in staat zijn, haar gezond te ma
ken, haar gelukkig te maken. BIJ voorbaat
dankzeggend Marcel van de Werken."
De hoofdcommissaris schudde zijn hoofd,
toen hij begon den brief aan Marika Nagy te
oe langer hoe meer blijkt wel, dat de ras
sentheorie een der voornaamste grond -
slagen van den nationaal soclallstlschen
staat is. De consequenties worden dan ook In
elk opzicht getrokken. Niet alleen is een ge
mengd huwelijk, d wz. een huwelijk tusschen
•Ariërs” en Joden vertxxlen, maar ook kunnen
bestaande huwelijken gemakkelük worden ont
bonden. Teekenend is In dit opzicht een uit
spraak van het .Kammergericht" ten aanzien
van een scheiding door een .Ariër” Aangevraagd,
die voor de nationaal-soclallstlsche revolutie een
„niet-arische” vrouw had gehuwd. Hij verklaar
de wel te hebben geweten, dat zijn vrouw van
joodsche origine was. maar was zich bjj het aan
gaan van het huwelijk niet van de lichamelijke,
geestelijke en zedeljjke kenmerken van het
joodsche ras bewust geweest.
De rechtbank stelde zich In zijn uitspraak op
het standpunt (Juridische Wochenschrlft 44
(3120), dat de massa van het volk toenmaals in
derdaad met het rassenvraagstuk nog onvol
doende bekend was. K de afkondiging van het
partij-programma werd weliswaar de beteekenis
van het rassenprobleem nader tot bet volk ge
bracht, maar toch niet in die mate als door een
breed opgezette propaganda mogelijk was. De
lijdensweg van 14 jaren van strijd moest eerst
doorschreden worden, voordat het volk in zijn
geheel van de nieuwe wereldbeschouwing door
drongen was. Juist de nationaal socialistische
rassenleer zoo luidt de uitspraak werd door
de joodsche pers, talrijke geestelijken en door
andere politieke partijen bestreden, verdraaid en
bespot. Eerst sinds de revolutie kon men met
een breed opgezette voorlichting beginnen en
aan de politiek en wetenschappelijk (sic!) onge
schoolde volksgenooten de beteekenis van de te
genstelling der rassen duidelijk maken.
Het „Kammergericht" is daarom van meenlng
dat een Juist Inzicht in het rassenbegrip in den
regel eerst na de overwinning van de nationaal
socialistische beweging te verwachten is. In het
onderhavige geval bezat de „ariër" dit inzicht
blijkbaar niet, wat reeds daaruit bemerkbaar is,
dat hij het Jodendom als een godsdienstige ge
meenschap en niet als ras beoordeelde. Hij had
dus bij het aangaan van zijn huwelijk een on
juiste meenlng omtrent de beteekenis van de
raskenmerken van zijn vrouw. Op grond hiervan
werd dan ook door de rechtbank het huwelijk
ontbonden verklaard.
De houding van deze „rechV’-bank toont-op
nieuw de onoverbrugbare kloof, die er tusschen
de nationaal socialistische en öe christelijke op
vattingen bestaat.
Irene werd bleek, en Redmayne strekte zijn
hand uit en streek haar kalmeerend over dën
schouder.
„De nsam van mijn vrouw was Elsa Gra-
en de man. met wien zij een ongeldig
en ongeoorloofd huwelijk sloot, daar Ik, haar
man, immers nog leefde, was graaf
twee Meter lang kan worden. Daar bezit de
zwemblaas uitstulpingen van verschillende
lengte, die afzonderlijk In trilling kunnen ko
men. Daardoor beschikt deze visch over een
reeks tonen en wel zeer luide
Ook de Knorhaan produceert het knorrend
geluld door spieren, die de lucht in de zwem
blaas In trilling brengen.
Over de beteekenis. die de geluiden voor het
leven der visschen bezitten weet men nog wei
nig.
Wel Is door den Münchener zoöloog Von
Frlsch bewezen, dat visschen kunnen boeren.
Dit werd echter aangetoond bij een klein aqua
rium vischje. den ellritz. die, zoover bekend, zelf
geen geluid voortbrengt. Men kan deze vischjes
erop dresseeren om bü het aanblazen van een
fluit naar de oppervlakte van/het water te
zwemmen om het voedsel te zoeken, dat hun
steeds gegeven werd als de fluit klinkt.
Dressuurproeven met de bovengenoemde ge
luidgevende visschen ontbreken nog. maar wel
wijst Sorensen erop, dat de bovengenoemde
meerval In rivieren met sterk troebel water le
ven. waar dus een gezichtswaarneming wellicht
moeilijk is. Bij sommige vischsoorten vindt men
het vermogen tot geluldproductle alleen bij één
der geslachten. Misschien wijst dit op de bio
logische beteekenis van het geluld. Immers ook
bij vele andere dieren (sprinkhanen zoowel als
kikkers en vogels) staat de geluidsvoortbrenging
in dienst van de voortplanting.
Men ziet hieruit dus. dat de stomheid” van
de visschen alleen onder reserve kan worden
aanvaard. Zij hinneken niet, dj blaten niet en
zij claxonneeren niet. Maar tot een beetje
drukte weten zij het toch wel te brengen.
enri was student, studeerde in de let
teren. In werkelijkheid deed hij echter
meer aan sport en nóg meer aan fuiven.
Henri schikte zich best in dat leven; onder
vond aan den anderen kant er toch ook wel
eenlge moeilijkheden van. welke moeilijkheden
voornamelijk tot uiting kwamen in zijn geld
middelen. Hij zat natuurlijk altijd short. Maar
och! Hij vroeg hier eens wat. en dan daar
weer en als hij er dan nog niet komen kou, dan
trachtte hü wat te leenen
Ook nu zat hü weer in de verlegenheid: hij
moest op de een of andere wijze honderd gul
den zien te krijgen voor een heel aantrekkelijk
reisje, dat hjj met zijn vriendjes had uitge
dacht.
Peinzend ging hij het rijtje langs van zijn
weldoeners en- bleef tenslotte stilstaan bij neef
BoudewUn, een ietwat eigenaardig, ongetrouwd
heer, waar hij In lang niet geweest was. De
aangewezen persoon om ditmaal aan te kloppen
Den volgenden dag toog hij er al heen.
Neef Boudewijn was schrijver. Hij zat achter
een groot bureau-minlstre, met stapels papie
ren er op, kris en kras door elkaar, toen Henri
b inne nk wam
„Henri!” zei hij dadelijk, toen hij hem zag,
terwijl hij hem een hand toestak. .Aardig van
Je om mij nog eens te komen opzoeken. Neem
een stoel, ga zitten, maak het Je gemakkelijk
Steek een lekkere sigaar op en vertel mij de
laatste studenten-nleuwtjes.”
Henri deed, zooals hem gezegd was: stak
onmiddellijk van wal. Verteldevertelde.,
heel opgewekt, heel geanimeerd, terwijl neef
Boudewijn met open ooren zat te luisteren
„Ja!" zei Henri tenslotte. „En nu staat er
een heerlijk vacantierelsje op het programma
Honderd gulden zou dat kosten, maarIk
heb geen honderd gulden!"
Neef Boudewijn zat opeens recht
stoel, nam zijn sigaar uit den mond.
,Je kunt gezellig vertellen!” knikte hij dan,
„en je bent gekomen om aan mij honderd vul
den te vragen voor een vacantie-reisje! Ja ja.
anders had Ik Je natuurlijk hier niet gezien
vandaag!”
Henri zweeg en neef Boudewijn stond Ineens
op. Hij keek den letterkundigen student leuk
aan, verdween dan. zonder een woord te zeggen
in zijn bibliotheek.
Lang bleef hij weg. En Henri droomde al van
het reisje, zag in zijn verbeelding al de noo-
dige contanten voor zich. Toch, toen neef te
rugkwam, verdween al heel gauw de plooi van
plezier van zijn gezicht. Neef Boudewijn had
namelijk niet anders dan een boek in zijn han
den, dat hij zoo voorzichtig droeg, als ware het
een el.
„Mijn laatste werk!" zelde hij mét nadruk.
..Henri, Ik had graag, dat Je dit eens las en
mij dan Je .oordeel erover zelde. Het Is een
filosofische verhandeling over de deugden van
aen mensch en natuurlijk je begrijpt self
wel over ’smenschen ondeugden wordt ook
het noodige gezegd. Enkele hoofdstukken heb
ik bovendien gewijd aan de plichten van den
mensch en zijn noodzakelijke ontspanningen.
Henri keek zoo ongeveer als een uil in doods,
nood.
„Kun je mij volgen?" vroeg neef Boudewijn
dan plotseling.
„Zekerzekerja, dat moet bepaald
een heel mooi boek zijn."
„Hier heb je ’t!" zei neef Boudewijn gul.
lezen, toch werd hij steeds meer en meer door
een warm gevoel overmeesterd.
„My dear Marika zoo vangt de brief aan
ik heb In de kranten gelezen, dat Je de
kampioene van de zelfmoordenaressen bent.
Wat scheelt er aan? Liefde? Ziekte? Wat zou
’t zijn, wanneer je naar New-York zou komen?
Meen je niet, dat het beter zou zijn een nieuw
leven te beginnen? Ik ben In Holland gebo
ren, en leef sinds jaren In Amerika. Ik lek!
een eerlijk, beschaafd leven, als particulier
chauffeur bij een rijke familie. Ik wil Je graag
helpen en zou Je graag tot vrouw willen heb
ben. Je zou onafhankelijk kunnen worden, en
werken; Je moet niet uit het oog verliezen.dat
er hier „mogelijkheden" zijn. Binnenkort ver
trek ik naar Rotterdam, voor het bezoek aan
mijn moeder. Wanneer Je wilt kun Jij ons In
Holland ontmoeten, en dan met mij naar
Amerika terugkeeren. Schrijf Marika. Je kunt
mij Hollandsch, Fransch of ook Duitsch schrij
ven. Stuur mij ook een portret van Jou. en ik
zal je mijn foto sturen. Ik wil hopen, dat Je
niet meer probeert, je van kant te maken, zoo
jong als Je bent, waar toch zoo veel geluk nog
op deze aarde bestaat. Met oprechte groeten
Marcel van de Werken, USA. New-York.
Gen. del. 25 South St.”
De politie van de Hongaarsche hoofdstad
heeft alles gedaan, om Marika Nagy op te spo
ren. Maar er Is gebleken, dat de naam ver
moedelijk veranderd in de Amerlkaansche bla
den kwam te staan. In elk geval verscheen
enkele dagen geleden bij den hoofdcommissaris
van politie een mooi blond vrouwtje, mevrouw
K. MunkAcsi-geboren Irene Szeles. en ver
klaarde dat zij de zekere Marika Nagy is, die
door M. van de Werken gezocht werd
Het Is een feit, dat zij het was, die in de
laatste Jaren de meeste zelfmoordpogingen
heeft ondernomen en de „Rettungsgesellschaft"
en de politie hebben haar herhaaldelijk ge
holpen. Zjj sprong meermalen in den Donau,
men heeft haar op het laatste oogenblik van
de rails van het spoor weggetrokken, nog voor
de trein haar had kunnen grijpen, zij nam
sublimaat, veronal, morfium, In; heeft de gas
kraan geopend gehad, enz.
De leider van de „Levensredder-afdeellng”
heeft Irene Szeles beloofd, dat hij zoodra Marcel
Vgn de Werken, die met de ,B. 8 He de
France” op weg naar Europa Is. te Budapest
zal arriveeren, haar onmiddellijk met hem tn
kennis zal brengen.
-j—v e uitdrukking .zoo stom als een visch”
V wijst er reeds op. dat dit dier volgens al-
gemeene opvatting niet In staat Is eenig
geiuld voort te brengen. Terwijl de geheele die
renwereld. althans de gewervelde, op een of an
dere 'wijze geluld maakt, is de visch de stille be
woner van rivier en zee. Wel spreekt men over
den „knorhaan", maar slechts weinigen zullen
uit ervaring weten, dat deze visch Inderdaad een
knorrend geluid voortbrengt.
Door den Deenschen onderzoeker Sörensen is
een overzicht gegeven van de verschillende
hulpmiddelen, waarmede visschen geluiden
kunnen maken. Dr. Jacobs geeft hiervan In
„Natur und Volk" een kort uittreksel.
In de eerste plaats zijn er vischsoorten, waar
de geluldproductie een toevallig begeleidend
verschijnsel Is van het oprichten en neerklappen
der stekels.
Zoo bezit de hoornvlsch in Nieuw-Guinea een
rugvin, die uit drie doornen bestaat, waarvan
de voorste vooral sterk ontwikkeld is. Deze ste
kels kunnen door een sper inrichting worden
vastgezet.
Daarbij wrijven ruwe beenoppervlakten langs
elkaar, waarbij een knakkend geluid ontstaat.
Zoo zjjn er vele vischsoorten. waar men bij de
gewrichten der stekels ruwe beenoppervlakten
vindt, die bij het wrijven over elkaar hun
geluid produceeren.
De voornaamste inrichting voor de geluid-
voortbrenging bU visschen is de zwemblaas. Dit
orgaan, dat dient om het dier In het water te
laten zweven, is een orgaan, dat zeer verschil
lend gebouwd kan zijn.
Bjj een Zuid-Amerikaanschen meerval Is een
spier zoodanig met de zwemblaas verbonden,
dat de lucht hierin in trilling kan komen. Sö
rensen vertelt, dat het brommend geluld van
een 70 c.M. lang dier, dat uit het water werd
opgehaald, nog op 35 Meter afstand hoorbaar
was. In den nacht kon men ook uit de diepte
van de rivier het geluid van deze soort meerval
duidelijk hooren.
Er zijn enkele soorten van visschen. waar de
geluldsvoortbrenging nog meer ontwikkeld Is,
zoo bUvoorbeeld bU den Adelaarsvisch, die tot
missionarissen moeten steunen op de Katho
lieke Actie en nooit den echUn mogen wekken
te staan in den dienst van welk imperialisme
dan ook, maar wel In dien van het volk dat ze
mlasionneeren. Dat is In Zuld-Afrlka het deli
cate punt, gezien de scherpe tegenstellingen
tusschen blanken en zwarten De groote be
kommernis der Katholieke Actie In Zuld-Afrlka
was dan ook totnogtoe, de voor de zwarten on
rechtvaardige sociale en economische toestan
den op billijke wUze te regelen. Daarbij treedt
de schoolkwestie op den voorgrond. Het gouver
nement waardeert de katholieke scholen ten
zeerste en wint ook wel den raad in der katho
lieke missionarissen, zonder, tot den dag van
heden, tot een ondersteuning te kunnen beslui
ten In de mate, die noodlg blUkt te zUn.
De mooie kerken, meestal met eigen handen
gebouwd, de 5000 katholieken, de 2500 leerlin
gen In de scholen, de meest moderneanltlatle-
ven van Katholieke Actie zUn In NooW-Trans
vaal de sprekende bewijzen van taaie Vlaam
sche werkkracht en van BenedlctUner geduld,
steunend op de Benedictijner leuze: Ora et
Labors” door gebed en werk sterk
lechts weinigen weten dat ook de neef
van Frans Hals schilderde. Het Wurz-
bach lexicon deelt mede, dat van W. D.
Hals twee doeken bekend zUn; het eerste een
stilleven, is spoorloos verdwenen, bet tweede,
een Jongeman met wijnglas en een fluitspeler
met drie andere personen.
In het begin van dit Jaar heeft de Picture
Galery te Londen ’n ongesigneerd doek gekocht
met de bovenomschreven voorstelling. Het schil-
derU stond gecatalogiseerd als van een onbe
kenden Hollandschen meester.
Het schllderU kwam later In het bezit van
een Hongaarsch kunstverzamelaar, die ter
stond aan het werk ging en niet rustte vóór
dat in den linker benedenhoek de signatuur
W. D. Hals te voorschijn kwam. Thans Is het
doek bU' dep heer G. D. Gratama, directeur
van het Frans Hals-museum te Haarlem, wien
bet te koop werd aangeboden.
De waarde van het doek als kunstschepping
staat niet In verhouding tot zijn beteekenis
als kunsthistorisch curiosum.
dat het kamertje niet alleen arme lijk, maar ook
vuil en verwaarloosd was.
Met een kreet sprong ze van* het tod en
viel daarbU bijna op den grond, want het
verdoovlngsmlddel was nog niet heelemaal
uitgewerkt en ze voelde zich ellendig-dulze-
llg en onpasselijk. Ze ging naar het kleine
waschtafeltje en terwui ze er zich met één
hand aan vast klemde, bette ze haar gezicht
met den katoenen handdoek Het koude water
deed haar goed en ze was nu In staat, naar
de deur te gaan. Die bleek niet afgesloten.
Toen zU ze opende, kwam haar een zwakke
geur tegemoet; een geur, dien ze dadelijk met
afschuw herkende. Zóó had het geroken In en
om Stephanota s laboratorium in het 8t.
Mattheus-hospltaal.
De deur gaf geen toegang tot een gang,
maar tot een ander vertrek en met een rilling
zag ze daar de retorten, mengglazen. flesschen
met chemicaliën en andere benoodlgbeden
staan, waarme* ze vroeger zoo vertrouwd was
geweest
Hijgend
volgende
naar het raam en keek naar bulten. Ben
soort van binnenplaats, vol hoopen rommel en
af val. lag beneden hasur In de dlejite.
..Neem het mee, lees het op Je gemak, en ver
tel mU dan, wat Je er precies van vindt. Over
twee dagen hoop Ik je dan terug te zien
*s morgen om 9 uur, niet later, want zie Je
langer kan ik het boek niet missen."
Henri wreef eens langs zUn neus Zoo lang hU
student was, had hU om 9 uur s morgens nog
altUd geslapen.
„Enals je het dan gelezen hebt,” ver
volgde neef Boudewjjn minzaam, „dan spreken
we nog wel eens
met elkaar. Je
begrijpt mU ae-
greep het dade-
„Zeker, neef,
zeker, kunt vast op mU rekenen. Ik zal
dadelük beginnen hét boek te lezen, zoo gauw
als Ik thuis ben."
Henri ging, een boek onder den arm. en hon
derd gulden zoo goed als zeker In zijn zak. Dat
stemde hem vroolfjk. Op de kroeg gaf hU een
rondje en aan tafel dronk hij een stevig glas
wijn. Dien avond was er Joolen Henri
deed eens zoo hard mee.
Maar twee dagen later, ’s morgens precies
om negen uur, bezocht hij neef Boudewijn voor
de tweede maal!
Met een breed gebaar gaf hu het boek terug.
„En?” Informeerde neef BoudewUn belang-
stellend.
„Prachtigschitterendkolossaal!"
riep Henri opgetogen uit. ,Jk sou niet weten,
wat Ik déAr op moest aanmerken. Het leest
prettig, en loopt overal even vlot. Trouwens,
Uw stUl doet altUd goed aan. Verder Is het
verband heel duidelUk en de inhoud zoo lo
gisch, als het maar kan. Uwe gedachten hebt U
al bUzonder helder uiteengezet. WerkelUk, neef
BoudewUn, als ik het zoo zeggen mag, en U
het niet te vleierig vindt klinken. Ik geloof
heusch, dat dit verreweg Uw beste boek Is."
Neef BoudewUn kneep zUn oogjes half toe
Een glimlach speelde om zUn mond. Het was
hem aan te zien, dat de entiek hem beviel. Ja,
iedere schrUver is nu eenmaal gevoelig voor
een waardeerend woord
„En?" vroeg Henri dan plotseling, ietwat
bedeesd, „hoe staat het nu met dat reisje?
Magmagmag ik op U rekenen, neef
BoudewUn?”
,J3at zullen we dadelijk eens zien. Henri!”
Neef Boudewijn nam het boek op, dat hü zoo
juist had teruggekregen, wipte de elastiekjes
eraf, die er omheen zaten, bekeek het dan met
een welgevallig oog. Vervolgens bladerde hU
er wat in en sloeg blz. 50 op: een bankje van
vuf en twintig gulden lachte hem tegen. Voor
zichtig nam hü het weg en keek eens op blz.
100. Ook daar zoo’n mooi bankje van vijf en
twintig. Volgden nog de bladzüden 150 en 200.
waar eveneens een papiertje van vUf en twintig
bleek opgeborgen te zijn.
Bedachtzaam nam hü de vier bankjes bü el
kaar, keek dan ietwat spottend in de richting
van zün neef, den student, die een kleur gekre
gen had als een gekookte kreeft.
„Tkjongetsjongevel hjj sarcas
tisch. „Wat heb JU Uverlg in dit boek gele
zen. Laat ik Je een goeden raad geven, Henri:
keer Je om, en maak dat je zoo gauw mogeluk
wegkomt!"
Nadruk verboden
da< gestraft dan voor mün
Ruim een Jaar leefden wü
ons vermaak: toen verliet
Jk^had het altüd wel gevreesd, want
zoo lichtzinnig en ongestadig als een
„yHnder. Ze was actrice, en omringd door be
wonderaars mannen, die een weinig begrip
van plicht en eer hadden als züzelf. Ze ver
trok met een van hen. en ik deed geen moeite,
haar terug te halen. Ik trachtte zelfs geen wet-
telUke regeling te treffen. Ik had meer dan
genoeg van het oude leven, dat ze mü tot een
hel had gemaakt, en ik verliet Engeland
Hü snakte naar lucht en veegde het zweet
van zün voorhoofd met den rug van zün
hand.
„Ik was bovendien ook gedwongen,
te nemen, want zU had al mün geld verkwist,
en. erger nog, ik had een misdaad begaan om
aan geld voor haar te komen. Ik had een
chèque vervalscht er Is geen reden om dit
langer te verzwijgen en met dit gestolen geld
nam zü de vlucht. Twee Jaar bleef tk In het
buitenland; toen Ik terugkwam, hoorde ik. dat
mün vrouw dood was. Ik zwierf eenigen tüd
rond, en op een van mün zwerftochten maakte
Ik kennis met Juffrouw Carter en haar doch-
Tk - ging van Susan houden en ze liep
daar
ver
niet
ik door een rechercheur herkend, gearres
teerd voor de vervalsching en veroordeeld."
Jufrouw Carter liep naar het raam en bleef
onbeweeglük naar bulten staan küken.
„Ik had Susan niet verteld, dat Ik al eens
eerder getrouwd was geweest en dat mün
vroegere vrouw bigamie had gepleegd en met
een anderen man getrouwd was."
Een verschrlkkelüke hoestbui overviel
en eenigen tUd leunde hü geheel uitgeput In
zün stoel achterover. Irene bracht hem een
glas water en Redmayne dwong hem, er wat
van te drinken. Peters keek dankbaar naar
hem op en toen zün krachten terugkeerden,
ging hü verder:
„Ja, ze was opnieuw getrouwd. Ze was al
dood, toen ik er van hoorde Ik had geen
lust, het verleden weer op te rakelen Ik
was veel te dankbaar, dat het achter •ten rug
was. Ze was dood, en daarmee was alles afge
loopen. Wat ze verder nog misdaan had,
nadat ze mü verliet, ging mü niet aan. Maar
nu zün handen krampten zich om de
stoelleuningen en hü keek Irene met een
elgenaardigen blik aan, „nu moet Ik spreken.
Ik heb wel eens hooren zeggen, dat men
de plannen der Voorzienigheid niet kan ver
ijdelen, al zou men dat willen. Vandaag heb ik
het bewüs daarvoor gehad. U komt hier, en ik
hoor den naam van deze dame, en dien van
haar vader, en het wordt me in mün laatste
uur nog gegeven, althans lets van het verleden
goed te maken. Er is niet de minste reden, my
lady, om u te schamen over den titel, dien u
stierf, maar vóórdien had ze een kind
ter wereld gebracht een meisje. Dat kind
Graaf Mersia hertrouwde, en
dochter uit dat huwelük Is zün eenlge
wettige dochter deze dame!”
Hü wees met zün bevende hand naar Irene.
Zün adem ging snel en moellük.
„De directeur van de gevangenis heeft mün
huwelüksacte Ik heb die bü hem in bewa
ring gelaten het kan allemaal bewezen wor
den en ik zal nog juist lang genoeg leven
om te zien, hoe het onrecht wordt hersteld
zü heeft het leven van mün kind gered ik
kan haar iets van mün schuld terug betalen
Zün hoofd viel achterover. Irene'sprong met
een kreet op hem toe.
„HU Is flauwgevallen! Mayne!"
.Margaret ik bedoel Irene je wilt Lord
Redmayne zeker wel eens de kweekerü laten
zien?”
Blozend stond Irene op en nam haar zonne
hoed. Terwül ze dat deed, richtte de gebogen
gedaante in den stoel zich op, moeizaam steu
nend op den tafelrand.
„Wacht u een oogenblik!" zei Peters met
zün holle stem. ,Jk heb u iets te zepgëh,
my lord my lady." Een hoestaani
hem voor enkele oogenbllkken het zwügen op.
„U zei. dat deze dame de dochter van den
graaf van Mersia was?”
Redmayne ging naar hem toe.
„Ja,” zei hü- „Kende u den graaf? Maar
wilt u niet gaan zitten? U bent zwak en ziek."
„Neen, Ik kende hem niet," zei Peters schor.
„Tk heb hem nooit ontmoet; hü wist niets van
mün bestaan en toch was ons beider lot nauw
verbonden. My lord. Ik heb u een geschiedenis
te vertellen." ging hü voort, „en ik moet kort
zün en proflteeren van het restje kracht dat
m«. nog over blüft. Ik was eens heer ja,
hoewel daar nu erg weinig meer van te zien
Is. Ik had geld en vrienden te veel geld,
te veel zoogenaamde vrienden U zult wel weten,
hoe het een man in zoo’n geval gewoonlijk
gaat -4 te meer als er een vrouw In het spel
Is, die niet tot ware liefde In staat Is. die
slechts berekening en hebzucht kent."
Hü moest even wachten om weer wat op
adem te komen; toen ging hü voort:
„De vrouw was slecht en harteloos.