den dag can I Met twee kameraadjes op avonturenreis <KUc&Aaal H T H W. D. Hals I De Dubbelgangster I door Charles Garvice Benedictijnen in Transvaal 1 GEMENGDE HUWELIJKEN Zelfmoordkrecord Vischgeluiden Overwintering op de Pamir BniiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiH J DINSDAG 26 NOVEMBER 1935 Zegenrijke arbeid Drinken en fluitspeleneen pas ontdekt schilderij van W. D. Hals zün Fransch-Duitsche films F roelich-Jannings St. Jan’s Evangelie I in Duitschland ontbonden worden De prefectuur van Pietersburg, zetel der missie, viert haar zilveren jubilé, samen met de Zuid-Afri- haansche Unie mooi UJk j p levenslange geheele c A f <Jve“ verlies van belde armen. Af I C A DPïMN d** blad Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen /A I «I <r< /AD V/1 v 11 I-J O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen ongeschiktheid tot werken door P ölJ een onEeT’u m<t p 9EZO verllee van een bana a, belde beenen of belde oogen a doodelljken afloop 1 een voet of een oog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL cate punt, op JOHN SIMBON home, hem •gde voorhoofd de wük HOOFDSTUK XXXVITI maar was onwettig, zün wettige Mersia. Ze vertrouwde haar genoeg opa haar te trouwen en haar mijn naam te geven. Voor deze dwaas heid ben ik zwaa werkelijke foutepr uitsluitend >vöor ze mij. ze weS" !v Onder een oude collectie van papyri in de John Rylands Bibliotheek te Manchester Is een papyrus gevonden, die wordt aangezien voor een fragment van een manuscript van het Evangelie van Joannes. Het fragment zou bet oudste zijn, dat ooit van den Bijbel is gevon den en den Codex Slnaïtlcus belangrijk in leef tijd overtreffen. naar adem wankelde ze naar de deur en vond ae gesloten. Za ging naar bulten. Met den eersten trein vertrok Hermann, uitgeleide gedaan door zijn vrouw en kin deren en Piet en Wiet, die zich belden erg aan hem gehecht hadden. Toen de trein ver trok kon niemand zich goed houden en allen schreiden om het hardst. Toen was het hun beurt om te vertrekken. Ze waren zoo arm dat ze de reis haast niet konden betalen en thans hadden ze een plaatsje gekregen in de goederenwagen, waar ze op koffers en kisten moesten gaan zitten. Zij zelf zou met de kinderen, ook Piet en Wiet, een onderkomen zoeken bij haar fa milie in BelgiS. In het begin had Hermann er niet veel ooren naar, maar eindelijk vond hij het toch ook zoo het beste en dus werd besloten dat Hermann zich weer bij depolitie zou melden. Het afscheid was erg droevig. In Duitschland werken Carl Froelich en Emil Jannlngs rteder samen (respectievelijk als re gisseur en acteur) aan de film „Traumulus" naar het tooneelstuk van Arno Holz. Voor de derde maal zullen zes Russische on derzoekers gaan overwinteren in het obser vatorium bij den Fedsjenko-gletscher in het Westen van Pamir, op een hoogte van ruim 4000 meter. Het bestudeeren van dezen gl»t- scher geschiedt in het bijzonder met het oog op de watervoorziening van de Amoe-Darya De expeditie is o. a. uitgerust met een radio-zend- installatie en men heeft thans te Moskou be richt ontvangen, dat .op den gletscher hevige sneeuwstormen woeden en de temperatuur is gedaald tot 20 graden onder nul. De expeditie is voorzien van een grooten voedselvoorraad, terwijl men drinkwater verkrijgt door het smel ten van sneeuw. De leider der expeditie seinde, dat men geen last heeft van de eenzaamheid of de afzondering, aangezien men eiken dag het werk en de waarnemingen, die verricht moeten worden, nauwelijks afkan, zoodat men slechts *s avonds een weinig vrijen tijd heeft, en dan houdt men zich gewoonljjk bezig met de radio. In de Tobis-studios te'Epinay regisseert mo menteel Jacques Feydor de film ,J3e slimme Vrouwen”, spelend in de zestiende eeuw in Vlaanderen. De film krijgt een Fransche en een Duitsche versie. er gelegenheid van de International Vre- desbedevaart der Katholieke Oud-Strü- ders is, op 9 September JJ„ Dom Modes- tus Van Assche OJ3-B.. abt van de 8t. Pieters abdij te Steenbrugge, te Castel Gandolfo in particuliere audiëntie ontvangen door Z. H Paus Pius XI. In deze audiëntie heeft Zijns Heiligheid zijn bijzonderen zegen willen schen ken aan de Benedictijner missie van Noord- Transvaal. De prefectuur van Pietersburg, zetel der mts- sie, viert haar zilveren jubilé, samen met de Zuld-Afrlkaansche Unie, welke, zoo men weet, dateert van 31 Mei 1910, terwijl de Prefectuur op 23 December van hetzelfde jaar werd on gericht. Door een gelukkig samentreffen is de missle-lntentie van het Apostolaat des Ocbeds voor de maand December: de Katholieke Actie in Zuid-Afrika. Onze dag- en weekbladen hebben terecht aan de jubelvlerlng van dat prachtige en rijke land met zijn goudvelden en diamantmijnen en vruchtbare landerijen zeer degelijke artikelen gewijd, niet alleen omwille der schier onbeperk te mogelijkheden, maar ook ter oorzake van de stam- en taalverwantschap met onze lage lan den aan de zee. Men heeft echter minder den nadruk gelegd op de mlsslonneering. alhoewel de godsdienstige toestanden, meer nog dan het ongeëvenaarde natuurschoon, de belangstelling verdienen der Katholieken hier te lande, al schijnen ze op het eerste gezicht dan niet zoo schitterend. Na een paar mislukte proefnemingen van mlsslonneering in de eerste helft der 19e eeuw door Nederlandsche en Vlaamsche missionaris-, sen, moest in een land, waar het Protestantis me als het ware deel uitmaakte van het staats leven der Blanken en reeds begon binnen te dringen bij de zwarte bevolking, nog alles ge- - daan worden door de Katholieken. De tweede helft der 19e eeuw is gekenmerkt door een be- wonderenswaardlge mlssle-actle, welke meer moeilijkheden te overwinnen had dan resultaten te boeken, en waarin de Benedictijnen en de Nederlanders een leidende rol speelden. Pas in t begin dezer eeuw drongen de mis sionarissen door tot het Noordelijk gedeelte van Transvaal, waar de Boeren nog t best hun eigen aard en karakter hadden bewaard en. met hun eigen taal en hun geest van onafhan kelijkheid, ook hun haat tegen Rome. Toen in 1906 de eerste Vlaamsche Benedic tijner monniken in Noord-Transvaal aankwa men om de mogelijkheid te onderzoeken er een missie te beginnen, was er in gansch dat uit gestrekte gebied, bijna tweemaal zoo groot ais België en Nederland samen, maar één missie post met enkele katholieken te Pietersburg. t Duurde tot 1910 vooraleer een Prefectuur werd opgericht en gedurende vele Jaren kenden de missionarissen niets anders dan moeilijk heden van allen aard en bittere ontgoochelin gen. Na 35 jaar mogen ze, niettegenstaande de beperkte middelen waarover ze beschikken, den Heer danken voor het gezegende werk, hetwelk in Zuid-Afrika algemeene bewondering wekt. De enkele Benedictijner monniken uit Affll- gem, Dendermonde en Steenbrugge, bijgestaan door een twintigtal Broeders van Liefde van Gent, van een dertigtal Zusters van Liefde van Heuie en van twee Congregaties van mMMdon- nee rende Dominicanessen, hebben op dit oogen blik de onbetwistbare leiding In de lagere en middelbare scholen voor blanken en zwarten en nemen daardoor elk jaar een grooten voor sprong op de Protestanten van alle denomina ties. Op de audiëntie bjj den H. Vader wees Z. H. erop, dat in de missiën van Afrika vooral de - Toen Madge langzaam tot bewustzijn kwam, zag ze. dat ze op een bed lag in een klein, schamel vertrekje Haar hoofd deed zoo ver schrikkelijk pijn, dat ze de eerste minuten haar oogen nauwelijks kon openhouden: maar einde lijk slaagde ze er in, zich een beetje op te 63 „U vertelt me maar precies wat u kwijt wilt zijn, en meer niet, my lord." zei juffrouw Carter rondborstig; hoewel dit met een ondeugend lachje. ,.u hebt er per ongeluk al iets van laten ontsnappen, toen u daarstraks -Lady Irene” zei." „Irene juffrouw Warner ik weet nauwelijks, noe ik van haar moet spreken,"’ zet Redmayne, terwijl zijn hand onder de tafel die van Irene zocht, „Is de dochter van den graaf van Mersia, die mijn beste vriend was; maar tengevolge van omstandigheden, die voor ons belden te droevig zijn om ze hier nu aan te roeren, draagt ze geenerlei titel. Er Is een zuster, een halfzuster: Lady Margaret Mersia moet mijn lief meisje maar eenvoudig „Irene" noemen." „Ze zal altijd dezelfde voor ons blijven, hoe We haar ook noemen," zei Juffrouw Carter „Wilt u nog een kopje thee?” vroeg ze. niet haastig, maar met de kalmte van ware fijn gevoeligheid en tact. Toen het eenvoudig maal was afgeloopen, zei juffrouw Carter. ter. van huis weg om met me te trouwen, haar moeder zich tegen ons huwelijk zette. Haar voorgevoelens hebben haar bedrogen! Ik had een goede man voor Susan (Bijzondere correspondentie uit Budapest) -j-s en in New-York woonachtig Jong Neder- H lander, Marcel van de Werken, ontvouw- -*—• de op een avond de „New York Times” en las de volgende sensationeele mededeellng: „Een mooi meisje heeft zich reeds honderd maal van het leven willen berooven maar ze leeft nog.” Budapest. Marika Nagy, bekoorlijk jong schilderes is de recordhoudster in pogingen van zelfmoord. Maar het lukte haar nooit. Toen men haar de laatste maal uit de gol ven van den Donau heeft gered, bekende zü. dat dit haar honderdste zelfmoordpoging was." Na het lezen-van dB bericht, zette zich Mar cel van de Werken wam zijn schrijftafel, en schreef ’n brief aan den hoofdcommissaris van politie te Budapest, voor Miss Marika Nagy. Hij schreef op een mooi violet papier, met mo nogram er op. het volgende: „Hooggeachteheer hoofdcommissaris, wilt u zoo vriendelijkzijn, bijgesloten brief aan de recordhoudster van de zelfmoordpogingen te doen toekomen? Ik zou misschien in staat zijn, haar gezond te ma ken, haar gelukkig te maken. BIJ voorbaat dankzeggend Marcel van de Werken." De hoofdcommissaris schudde zijn hoofd, toen hij begon den brief aan Marika Nagy te oe langer hoe meer blijkt wel, dat de ras sentheorie een der voornaamste grond - slagen van den nationaal soclallstlschen staat is. De consequenties worden dan ook In elk opzicht getrokken. Niet alleen is een ge mengd huwelijk, d wz. een huwelijk tusschen •Ariërs” en Joden vertxxlen, maar ook kunnen bestaande huwelijken gemakkelük worden ont bonden. Teekenend is In dit opzicht een uit spraak van het .Kammergericht" ten aanzien van een scheiding door een .Ariër” Aangevraagd, die voor de nationaal-soclallstlsche revolutie een „niet-arische” vrouw had gehuwd. Hij verklaar de wel te hebben geweten, dat zijn vrouw van joodsche origine was. maar was zich bjj het aan gaan van het huwelijk niet van de lichamelijke, geestelijke en zedeljjke kenmerken van het joodsche ras bewust geweest. De rechtbank stelde zich In zijn uitspraak op het standpunt (Juridische Wochenschrlft 44 (3120), dat de massa van het volk toenmaals in derdaad met het rassenvraagstuk nog onvol doende bekend was. K de afkondiging van het partij-programma werd weliswaar de beteekenis van het rassenprobleem nader tot bet volk ge bracht, maar toch niet in die mate als door een breed opgezette propaganda mogelijk was. De lijdensweg van 14 jaren van strijd moest eerst doorschreden worden, voordat het volk in zijn geheel van de nieuwe wereldbeschouwing door drongen was. Juist de nationaal socialistische rassenleer zoo luidt de uitspraak werd door de joodsche pers, talrijke geestelijken en door andere politieke partijen bestreden, verdraaid en bespot. Eerst sinds de revolutie kon men met een breed opgezette voorlichting beginnen en aan de politiek en wetenschappelijk (sic!) onge schoolde volksgenooten de beteekenis van de te genstelling der rassen duidelijk maken. Het „Kammergericht" is daarom van meenlng dat een Juist Inzicht in het rassenbegrip in den regel eerst na de overwinning van de nationaal socialistische beweging te verwachten is. In het onderhavige geval bezat de „ariër" dit inzicht blijkbaar niet, wat reeds daaruit bemerkbaar is, dat hij het Jodendom als een godsdienstige ge meenschap en niet als ras beoordeelde. Hij had dus bij het aangaan van zijn huwelijk een on juiste meenlng omtrent de beteekenis van de raskenmerken van zijn vrouw. Op grond hiervan werd dan ook door de rechtbank het huwelijk ontbonden verklaard. De houding van deze „rechV’-bank toont-op nieuw de onoverbrugbare kloof, die er tusschen de nationaal socialistische en öe christelijke op vattingen bestaat. Irene werd bleek, en Redmayne strekte zijn hand uit en streek haar kalmeerend over dën schouder. „De nsam van mijn vrouw was Elsa Gra- en de man. met wien zij een ongeldig en ongeoorloofd huwelijk sloot, daar Ik, haar man, immers nog leefde, was graaf twee Meter lang kan worden. Daar bezit de zwemblaas uitstulpingen van verschillende lengte, die afzonderlijk In trilling kunnen ko men. Daardoor beschikt deze visch over een reeks tonen en wel zeer luide Ook de Knorhaan produceert het knorrend geluld door spieren, die de lucht in de zwem blaas In trilling brengen. Over de beteekenis. die de geluiden voor het leven der visschen bezitten weet men nog wei nig. Wel Is door den Münchener zoöloog Von Frlsch bewezen, dat visschen kunnen boeren. Dit werd echter aangetoond bij een klein aqua rium vischje. den ellritz. die, zoover bekend, zelf geen geluid voortbrengt. Men kan deze vischjes erop dresseeren om bü het aanblazen van een fluit naar de oppervlakte van/het water te zwemmen om het voedsel te zoeken, dat hun steeds gegeven werd als de fluit klinkt. Dressuurproeven met de bovengenoemde ge luidgevende visschen ontbreken nog. maar wel wijst Sorensen erop, dat de bovengenoemde meerval In rivieren met sterk troebel water le ven. waar dus een gezichtswaarneming wellicht moeilijk is. Bij sommige vischsoorten vindt men het vermogen tot geluldproductle alleen bij één der geslachten. Misschien wijst dit op de bio logische beteekenis van het geluld. Immers ook bij vele andere dieren (sprinkhanen zoowel als kikkers en vogels) staat de geluidsvoortbrenging in dienst van de voortplanting. Men ziet hieruit dus. dat de stomheid” van de visschen alleen onder reserve kan worden aanvaard. Zij hinneken niet, dj blaten niet en zij claxonneeren niet. Maar tot een beetje drukte weten zij het toch wel te brengen. enri was student, studeerde in de let teren. In werkelijkheid deed hij echter meer aan sport en nóg meer aan fuiven. Henri schikte zich best in dat leven; onder vond aan den anderen kant er toch ook wel eenlge moeilijkheden van. welke moeilijkheden voornamelijk tot uiting kwamen in zijn geld middelen. Hij zat natuurlijk altijd short. Maar och! Hij vroeg hier eens wat. en dan daar weer en als hij er dan nog niet komen kou, dan trachtte hü wat te leenen Ook nu zat hü weer in de verlegenheid: hij moest op de een of andere wijze honderd gul den zien te krijgen voor een heel aantrekkelijk reisje, dat hjj met zijn vriendjes had uitge dacht. Peinzend ging hij het rijtje langs van zijn weldoeners en- bleef tenslotte stilstaan bij neef BoudewUn, een ietwat eigenaardig, ongetrouwd heer, waar hij In lang niet geweest was. De aangewezen persoon om ditmaal aan te kloppen Den volgenden dag toog hij er al heen. Neef Boudewijn was schrijver. Hij zat achter een groot bureau-minlstre, met stapels papie ren er op, kris en kras door elkaar, toen Henri b inne nk wam „Henri!” zei hij dadelijk, toen hij hem zag, terwijl hij hem een hand toestak. .Aardig van Je om mij nog eens te komen opzoeken. Neem een stoel, ga zitten, maak het Je gemakkelijk Steek een lekkere sigaar op en vertel mij de laatste studenten-nleuwtjes.” Henri deed, zooals hem gezegd was: stak onmiddellijk van wal. Verteldevertelde., heel opgewekt, heel geanimeerd, terwijl neef Boudewijn met open ooren zat te luisteren „Ja!" zei Henri tenslotte. „En nu staat er een heerlijk vacantierelsje op het programma Honderd gulden zou dat kosten, maarIk heb geen honderd gulden!" Neef Boudewijn zat opeens recht stoel, nam zijn sigaar uit den mond. ,Je kunt gezellig vertellen!” knikte hij dan, „en je bent gekomen om aan mij honderd vul den te vragen voor een vacantie-reisje! Ja ja. anders had Ik Je natuurlijk hier niet gezien vandaag!” Henri zweeg en neef Boudewijn stond Ineens op. Hij keek den letterkundigen student leuk aan, verdween dan. zonder een woord te zeggen in zijn bibliotheek. Lang bleef hij weg. En Henri droomde al van het reisje, zag in zijn verbeelding al de noo- dige contanten voor zich. Toch, toen neef te rugkwam, verdween al heel gauw de plooi van plezier van zijn gezicht. Neef Boudewijn had namelijk niet anders dan een boek in zijn han den, dat hij zoo voorzichtig droeg, als ware het een el. „Mijn laatste werk!" zelde hij mét nadruk. ..Henri, Ik had graag, dat Je dit eens las en mij dan Je .oordeel erover zelde. Het Is een filosofische verhandeling over de deugden van aen mensch en natuurlijk je begrijpt self wel over ’smenschen ondeugden wordt ook het noodige gezegd. Enkele hoofdstukken heb ik bovendien gewijd aan de plichten van den mensch en zijn noodzakelijke ontspanningen. Henri keek zoo ongeveer als een uil in doods, nood. „Kun je mij volgen?" vroeg neef Boudewijn dan plotseling. „Zekerzekerja, dat moet bepaald een heel mooi boek zijn." „Hier heb je ’t!" zei neef Boudewijn gul. lezen, toch werd hij steeds meer en meer door een warm gevoel overmeesterd. „My dear Marika zoo vangt de brief aan ik heb In de kranten gelezen, dat Je de kampioene van de zelfmoordenaressen bent. Wat scheelt er aan? Liefde? Ziekte? Wat zou ’t zijn, wanneer je naar New-York zou komen? Meen je niet, dat het beter zou zijn een nieuw leven te beginnen? Ik ben In Holland gebo ren, en leef sinds jaren In Amerika. Ik lek! een eerlijk, beschaafd leven, als particulier chauffeur bij een rijke familie. Ik wil Je graag helpen en zou Je graag tot vrouw willen heb ben. Je zou onafhankelijk kunnen worden, en werken; Je moet niet uit het oog verliezen.dat er hier „mogelijkheden" zijn. Binnenkort ver trek ik naar Rotterdam, voor het bezoek aan mijn moeder. Wanneer Je wilt kun Jij ons In Holland ontmoeten, en dan met mij naar Amerika terugkeeren. Schrijf Marika. Je kunt mij Hollandsch, Fransch of ook Duitsch schrij ven. Stuur mij ook een portret van Jou. en ik zal je mijn foto sturen. Ik wil hopen, dat Je niet meer probeert, je van kant te maken, zoo jong als Je bent, waar toch zoo veel geluk nog op deze aarde bestaat. Met oprechte groeten Marcel van de Werken, USA. New-York. Gen. del. 25 South St.” De politie van de Hongaarsche hoofdstad heeft alles gedaan, om Marika Nagy op te spo ren. Maar er Is gebleken, dat de naam ver moedelijk veranderd in de Amerlkaansche bla den kwam te staan. In elk geval verscheen enkele dagen geleden bij den hoofdcommissaris van politie een mooi blond vrouwtje, mevrouw K. MunkAcsi-geboren Irene Szeles. en ver klaarde dat zij de zekere Marika Nagy is, die door M. van de Werken gezocht werd Het Is een feit, dat zij het was, die in de laatste Jaren de meeste zelfmoordpogingen heeft ondernomen en de „Rettungsgesellschaft" en de politie hebben haar herhaaldelijk ge holpen. Zjj sprong meermalen in den Donau, men heeft haar op het laatste oogenblik van de rails van het spoor weggetrokken, nog voor de trein haar had kunnen grijpen, zij nam sublimaat, veronal, morfium, In; heeft de gas kraan geopend gehad, enz. De leider van de „Levensredder-afdeellng” heeft Irene Szeles beloofd, dat hij zoodra Marcel Vgn de Werken, die met de ,B. 8 He de France” op weg naar Europa Is. te Budapest zal arriveeren, haar onmiddellijk met hem tn kennis zal brengen. -j—v e uitdrukking .zoo stom als een visch” V wijst er reeds op. dat dit dier volgens al- gemeene opvatting niet In staat Is eenig geiuld voort te brengen. Terwijl de geheele die renwereld. althans de gewervelde, op een of an dere 'wijze geluld maakt, is de visch de stille be woner van rivier en zee. Wel spreekt men over den „knorhaan", maar slechts weinigen zullen uit ervaring weten, dat deze visch Inderdaad een knorrend geluid voortbrengt. Door den Deenschen onderzoeker Sörensen is een overzicht gegeven van de verschillende hulpmiddelen, waarmede visschen geluiden kunnen maken. Dr. Jacobs geeft hiervan In „Natur und Volk" een kort uittreksel. In de eerste plaats zijn er vischsoorten, waar de geluldproductie een toevallig begeleidend verschijnsel Is van het oprichten en neerklappen der stekels. Zoo bezit de hoornvlsch in Nieuw-Guinea een rugvin, die uit drie doornen bestaat, waarvan de voorste vooral sterk ontwikkeld is. Deze ste kels kunnen door een sper inrichting worden vastgezet. Daarbij wrijven ruwe beenoppervlakten langs elkaar, waarbij een knakkend geluid ontstaat. Zoo zjjn er vele vischsoorten. waar men bij de gewrichten der stekels ruwe beenoppervlakten vindt, die bij het wrijven over elkaar hun geluid produceeren. De voornaamste inrichting voor de geluid- voortbrenging bU visschen is de zwemblaas. Dit orgaan, dat dient om het dier In het water te laten zweven, is een orgaan, dat zeer verschil lend gebouwd kan zijn. Bjj een Zuid-Amerikaanschen meerval Is een spier zoodanig met de zwemblaas verbonden, dat de lucht hierin in trilling kan komen. Sö rensen vertelt, dat het brommend geluld van een 70 c.M. lang dier, dat uit het water werd opgehaald, nog op 35 Meter afstand hoorbaar was. In den nacht kon men ook uit de diepte van de rivier het geluid van deze soort meerval duidelijk hooren. Er zijn enkele soorten van visschen. waar de geluldsvoortbrenging nog meer ontwikkeld Is, zoo bUvoorbeeld bU den Adelaarsvisch, die tot missionarissen moeten steunen op de Katho lieke Actie en nooit den echUn mogen wekken te staan in den dienst van welk imperialisme dan ook, maar wel In dien van het volk dat ze mlasionneeren. Dat is In Zuld-Afrlka het deli cate punt, gezien de scherpe tegenstellingen tusschen blanken en zwarten De groote be kommernis der Katholieke Actie In Zuld-Afrlka was dan ook totnogtoe, de voor de zwarten on rechtvaardige sociale en economische toestan den op billijke wUze te regelen. Daarbij treedt de schoolkwestie op den voorgrond. Het gouver nement waardeert de katholieke scholen ten zeerste en wint ook wel den raad in der katho lieke missionarissen, zonder, tot den dag van heden, tot een ondersteuning te kunnen beslui ten In de mate, die noodlg blUkt te zUn. De mooie kerken, meestal met eigen handen gebouwd, de 5000 katholieken, de 2500 leerlin gen In de scholen, de meest moderneanltlatle- ven van Katholieke Actie zUn In NooW-Trans vaal de sprekende bewijzen van taaie Vlaam sche werkkracht en van BenedlctUner geduld, steunend op de Benedictijner leuze: Ora et Labors” door gebed en werk sterk lechts weinigen weten dat ook de neef van Frans Hals schilderde. Het Wurz- bach lexicon deelt mede, dat van W. D. Hals twee doeken bekend zUn; het eerste een stilleven, is spoorloos verdwenen, bet tweede, een Jongeman met wijnglas en een fluitspeler met drie andere personen. In het begin van dit Jaar heeft de Picture Galery te Londen ’n ongesigneerd doek gekocht met de bovenomschreven voorstelling. Het schil- derU stond gecatalogiseerd als van een onbe kenden Hollandschen meester. Het schllderU kwam later In het bezit van een Hongaarsch kunstverzamelaar, die ter stond aan het werk ging en niet rustte vóór dat in den linker benedenhoek de signatuur W. D. Hals te voorschijn kwam. Thans Is het doek bU' dep heer G. D. Gratama, directeur van het Frans Hals-museum te Haarlem, wien bet te koop werd aangeboden. De waarde van het doek als kunstschepping staat niet In verhouding tot zijn beteekenis als kunsthistorisch curiosum. dat het kamertje niet alleen arme lijk, maar ook vuil en verwaarloosd was. Met een kreet sprong ze van* het tod en viel daarbU bijna op den grond, want het verdoovlngsmlddel was nog niet heelemaal uitgewerkt en ze voelde zich ellendig-dulze- llg en onpasselijk. Ze ging naar het kleine waschtafeltje en terwui ze er zich met één hand aan vast klemde, bette ze haar gezicht met den katoenen handdoek Het koude water deed haar goed en ze was nu In staat, naar de deur te gaan. Die bleek niet afgesloten. Toen zU ze opende, kwam haar een zwakke geur tegemoet; een geur, dien ze dadelijk met afschuw herkende. Zóó had het geroken In en om Stephanota s laboratorium in het 8t. Mattheus-hospltaal. De deur gaf geen toegang tot een gang, maar tot een ander vertrek en met een rilling zag ze daar de retorten, mengglazen. flesschen met chemicaliën en andere benoodlgbeden staan, waarme* ze vroeger zoo vertrouwd was geweest Hijgend volgende naar het raam en keek naar bulten. Ben soort van binnenplaats, vol hoopen rommel en af val. lag beneden hasur In de dlejite. ..Neem het mee, lees het op Je gemak, en ver tel mU dan, wat Je er precies van vindt. Over twee dagen hoop Ik je dan terug te zien *s morgen om 9 uur, niet later, want zie Je langer kan ik het boek niet missen." Henri wreef eens langs zUn neus Zoo lang hU student was, had hU om 9 uur s morgens nog altUd geslapen. „Enals je het dan gelezen hebt,” ver volgde neef Boudewjjn minzaam, „dan spreken we nog wel eens met elkaar. Je begrijpt mU ae- greep het dade- „Zeker, neef, zeker, kunt vast op mU rekenen. Ik zal dadelük beginnen hét boek te lezen, zoo gauw als Ik thuis ben." Henri ging, een boek onder den arm. en hon derd gulden zoo goed als zeker In zijn zak. Dat stemde hem vroolfjk. Op de kroeg gaf hU een rondje en aan tafel dronk hij een stevig glas wijn. Dien avond was er Joolen Henri deed eens zoo hard mee. Maar twee dagen later, ’s morgens precies om negen uur, bezocht hij neef Boudewijn voor de tweede maal! Met een breed gebaar gaf hu het boek terug. „En?” Informeerde neef BoudewUn belang- stellend. „Prachtigschitterendkolossaal!" riep Henri opgetogen uit. ,Jk sou niet weten, wat Ik déAr op moest aanmerken. Het leest prettig, en loopt overal even vlot. Trouwens, Uw stUl doet altUd goed aan. Verder Is het verband heel duidelUk en de inhoud zoo lo gisch, als het maar kan. Uwe gedachten hebt U al bUzonder helder uiteengezet. WerkelUk, neef BoudewUn, als ik het zoo zeggen mag, en U het niet te vleierig vindt klinken. Ik geloof heusch, dat dit verreweg Uw beste boek Is." Neef BoudewUn kneep zUn oogjes half toe Een glimlach speelde om zUn mond. Het was hem aan te zien, dat de entiek hem beviel. Ja, iedere schrUver is nu eenmaal gevoelig voor een waardeerend woord „En?" vroeg Henri dan plotseling, ietwat bedeesd, „hoe staat het nu met dat reisje? Magmagmag ik op U rekenen, neef BoudewUn?” ,J3at zullen we dadelijk eens zien. Henri!” Neef Boudewijn nam het boek op, dat hü zoo juist had teruggekregen, wipte de elastiekjes eraf, die er omheen zaten, bekeek het dan met een welgevallig oog. Vervolgens bladerde hU er wat in en sloeg blz. 50 op: een bankje van vuf en twintig gulden lachte hem tegen. Voor zichtig nam hü het weg en keek eens op blz. 100. Ook daar zoo’n mooi bankje van vijf en twintig. Volgden nog de bladzüden 150 en 200. waar eveneens een papiertje van vUf en twintig bleek opgeborgen te zijn. Bedachtzaam nam hü de vier bankjes bü el kaar, keek dan ietwat spottend in de richting van zün neef, den student, die een kleur gekre gen had als een gekookte kreeft. „Tkjongetsjongevel hjj sarcas tisch. „Wat heb JU Uverlg in dit boek gele zen. Laat ik Je een goeden raad geven, Henri: keer Je om, en maak dat je zoo gauw mogeluk wegkomt!" Nadruk verboden da< gestraft dan voor mün Ruim een Jaar leefden wü ons vermaak: toen verliet Jk^had het altüd wel gevreesd, want zoo lichtzinnig en ongestadig als een „yHnder. Ze was actrice, en omringd door be wonderaars mannen, die een weinig begrip van plicht en eer hadden als züzelf. Ze ver trok met een van hen. en ik deed geen moeite, haar terug te halen. Ik trachtte zelfs geen wet- telUke regeling te treffen. Ik had meer dan genoeg van het oude leven, dat ze mü tot een hel had gemaakt, en ik verliet Engeland Hü snakte naar lucht en veegde het zweet van zün voorhoofd met den rug van zün hand. „Ik was bovendien ook gedwongen, te nemen, want zU had al mün geld verkwist, en. erger nog, ik had een misdaad begaan om aan geld voor haar te komen. Ik had een chèque vervalscht er Is geen reden om dit langer te verzwijgen en met dit gestolen geld nam zü de vlucht. Twee Jaar bleef tk In het buitenland; toen Ik terugkwam, hoorde ik. dat mün vrouw dood was. Ik zwierf eenigen tüd rond, en op een van mün zwerftochten maakte Ik kennis met Juffrouw Carter en haar doch- Tk - ging van Susan houden en ze liep daar ver niet ik door een rechercheur herkend, gearres teerd voor de vervalsching en veroordeeld." Jufrouw Carter liep naar het raam en bleef onbeweeglük naar bulten staan küken. „Ik had Susan niet verteld, dat Ik al eens eerder getrouwd was geweest en dat mün vroegere vrouw bigamie had gepleegd en met een anderen man getrouwd was." Een verschrlkkelüke hoestbui overviel en eenigen tUd leunde hü geheel uitgeput In zün stoel achterover. Irene bracht hem een glas water en Redmayne dwong hem, er wat van te drinken. Peters keek dankbaar naar hem op en toen zün krachten terugkeerden, ging hü verder: „Ja, ze was opnieuw getrouwd. Ze was al dood, toen ik er van hoorde Ik had geen lust, het verleden weer op te rakelen Ik was veel te dankbaar, dat het achter •ten rug was. Ze was dood, en daarmee was alles afge loopen. Wat ze verder nog misdaan had, nadat ze mü verliet, ging mü niet aan. Maar nu zün handen krampten zich om de stoelleuningen en hü keek Irene met een elgenaardigen blik aan, „nu moet Ik spreken. Ik heb wel eens hooren zeggen, dat men de plannen der Voorzienigheid niet kan ver ijdelen, al zou men dat willen. Vandaag heb ik het bewüs daarvoor gehad. U komt hier, en ik hoor den naam van deze dame, en dien van haar vader, en het wordt me in mün laatste uur nog gegeven, althans lets van het verleden goed te maken. Er is niet de minste reden, my lady, om u te schamen over den titel, dien u stierf, maar vóórdien had ze een kind ter wereld gebracht een meisje. Dat kind Graaf Mersia hertrouwde, en dochter uit dat huwelük Is zün eenlge wettige dochter deze dame!” Hü wees met zün bevende hand naar Irene. Zün adem ging snel en moellük. „De directeur van de gevangenis heeft mün huwelüksacte Ik heb die bü hem in bewa ring gelaten het kan allemaal bewezen wor den en ik zal nog juist lang genoeg leven om te zien, hoe het onrecht wordt hersteld zü heeft het leven van mün kind gered ik kan haar iets van mün schuld terug betalen Zün hoofd viel achterover. Irene'sprong met een kreet op hem toe. „HU Is flauwgevallen! Mayne!" .Margaret ik bedoel Irene je wilt Lord Redmayne zeker wel eens de kweekerü laten zien?” Blozend stond Irene op en nam haar zonne hoed. Terwül ze dat deed, richtte de gebogen gedaante in den stoel zich op, moeizaam steu nend op den tafelrand. „Wacht u een oogenblik!" zei Peters met zün holle stem. ,Jk heb u iets te zepgëh, my lord my lady." Een hoestaani hem voor enkele oogenbllkken het zwügen op. „U zei. dat deze dame de dochter van den graaf van Mersia was?” Redmayne ging naar hem toe. „Ja,” zei hü- „Kende u den graaf? Maar wilt u niet gaan zitten? U bent zwak en ziek." „Neen, Ik kende hem niet," zei Peters schor. „Tk heb hem nooit ontmoet; hü wist niets van mün bestaan en toch was ons beider lot nauw verbonden. My lord. Ik heb u een geschiedenis te vertellen." ging hü voort, „en ik moet kort zün en proflteeren van het restje kracht dat m«. nog over blüft. Ik was eens heer ja, hoewel daar nu erg weinig meer van te zien Is. Ik had geld en vrienden te veel geld, te veel zoogenaamde vrienden U zult wel weten, hoe het een man in zoo’n geval gewoonlijk gaat -4 te meer als er een vrouw In het spel Is, die niet tot ware liefde In staat Is. die slechts berekening en hebzucht kent." Hü moest even wachten om weer wat op adem te komen; toen ging hü voort: „De vrouw was slecht en harteloos.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 3