Verkeersfonds aan de orde De kwestie-Graaf De Marchant 1 a Berucht smokkelaar staat terecht Utrecht 1 ft- „De Beul” niet in I Kerkelijk Leven DE TOESTAND BIJ DE SPOORWEGEN VOOR KANTONGERECHT TE HAARLEM HET ONDERZOEK VAN DEN GELOOFSBRIEF W - "1 DONDERDAG 5 DECEMBER 1935 TWEEDE KAMER Pastoor G. Waterreu* i* u. de douane Opvoering niet wenschelyk geacht PASTOOR. J. d. WEDDEN CONFLICT BIJ DE ETNA? Uitgebreide smokkelarij Bespreking met de regeering ST. CATHAR1NA-APOSTOLAAT EERSTE KAMER Het koperen bestaansfeest Was hy Nederlander? j 1 T Minister Deckers naar het Westland De opheffing van de Haarlemmermeerlijnen Zijn dienst nemen in vreemden krijgsdienst lating als lid der Kamer opnieuw besproken Spiritussmokkelarij tiert welig DE MUZIEK-PROGRAMMA’S VAN DEN K.R.O. WERKVERSCHAFFING EN WERKFONDS Bezoek gebracht aan de West- landsche bloemenveiling en den proeftuin te Naaldwijk fnterdepartementale commissie onderzoekt thans hoe sanee- ring mogelijk is Pogingen om te misleiden B eer» weldaad worUw huid Dag en nacht joeg de douane van verschillende landen achter den verdachte en zijn schip aan Geliefd om zyn diepe godsvrucht en milddadigheid Ook niet in Haarlem Goede vangst Overbrenging van het stoffelijk overschot naar Volendam In een vervolg-verslag wordt de kwestie der al- of niet-toe- Een meer paedagogisch karakter Leening aan „Werkspoor” i 1 essen- 9 Doos 20cl herhaaldelük een büna hopeloos gebrek mensclielüke hulpmiddelen Beproevingen De heer W. d'Ablalng, muziek-advteeur van den K. R. O. schrijft ons om. het volgende: Voor dit verstandige besluit van den direc teur van den schouwburg te Utrecht hebben wij alle waardeering en brengen hem daarvoor dan ook gaarne een woord van lof, waarmede naar wij overtuigd rijn in breede kringen zal worden ingestemd. De jongste kinderen van Mussolini hebben ook bijgedragen voor den strijd tegen de sancties, nJ. hun gouden en zilveren medailles Het is zoo goed als zeker, dat hem nimmer eenige oproeping met betrekking tot den ml- litieplicht heeft bereikt. Bij de afdeeling „Spoorwegen” is de Katho lieke afgevaardigde VAN POLL nog eens terug gekomen op de leening door de Spoorwegen verstrekt aan „Werkspoor". De Minister ging op het al of niet wenschelijke van deze leening en de daaraan door zijn ambtsvoorganger ge geven goedkeuring niet diep meer in. De rente wordt regelmatig betaald. De aflossing moet eerst tegen het einde van 1938 geschieden. En self zal de Minister, als zich nog eens derge- HJke gevallen mochten voordoen, zeer angstval lig te werk gaan. toezegging was, dat hü nog eens wil over wegen, of niet de treinen van Amsterdam naar Uithoorn voortaan kunnen doorloopen naar Nieuwersluls, omdat tusschen Uithoorn en Nieuwersluls geen behoorlijke wegverbin ding bestaat. lijke eigen Woensdagmiddag Is de zeereerw. heer O. A. M. Waterreus, pastoor der St. Victorkerk te Noordwijkerhout overleden. De pastoor was reeds eenigen tijd ongesteld, doch Woensdagmiddag verergerde de tontand dusdanig, dat den herder de laatste H. H. Sa cramenten moesten worden toegediend. Pater Hildebrand, directeur van het Re traitehuis. die in allerijl ontboden was. trof den pastoor stervende aan. Na eenige oogenblikken gaf pastoor Waterreus den geest. .rover te oor- aangifte ter de. militie had moeten zor- De Katholieke afgevaardigde OV AN DER WEIJDEN maakte bezwaar, dat door de op heffing van de Haarlemmermeerlijnen met name de Hjn AlfenUithoorn deze streek geïsoleerd zal worden. Hij wenschte voortzetting van het personenvervoer met goedkoope motorwagens, 's Ministers eenige te van daaruit opnieuw met een stoomboot de K.N. 8. M. naar Havre. Daar heeft Hoop II” de spiritus aan boord genomen. Naar de heer E. W. de Blauw, directeur van den Stadsschouwburg te Utrecht aan „Het Volk” mededeelde, zal het stuk „De Beul” dat in Amsterdam door het gezelschap van Var. Dalsum is gegeven en dat daar aanleiding werd tot demonstraties niet in Utrecht worden ge speeld, omdat de heer De Blauw de opvoering daar ter stede niet wenschelijk acht. In dit verband vernemen wi), dat met Ingang van 1 Januari de K.R.O. verschillende muziek uitvoeringen van een toelichting zal doen ver gezeld gaan. De methode waarop de muziekpro gramma's worden gebracht, zal dus meer een Pzedagogisch karakter dragen. Ook de Katholieke afgevaardigde VAN DER PUIT had niet veel succes met zijn pleidooi voor Eindhoven, waar de spoorwegovergang nog altijd een ergernis Is. Het ophoogen van de spoorbanen kost 9 millloen, zei de Minister. Be zwaren dus! De Dieseltreinen, aldus de Minister tot zijn partijgenoot Van Kempen, zijn in leder geval zuinig in exploitatie. Uit een oogpunt van be drijfszekerheid en bedrfjfsvoordeel voldoen zij zeer goed. Een wensch op het gebied van de tariefsver laging, n.m.l. de invoering van weekend-retours, zal de Minister aan de Directie der Spoorwe gen overbrengen. Bij de afdeelingen „Waterwegen" en „Land wegen" in de laatste afdeeling bleef de Ka mer steken zijn diverse plaatselijke belangen verdedigd, o.a. door de Katholieke afgevaar digden VAN DE BILT en LOCKEFEER We komen daar morgen aan de hand van ’s Minis ters antwoord’op terug. In de avondvergadering gaat de Kamer de Defensiebegrooting aansnijden. Wat de Spoorwegtekorten betreft, Is thans een interdepartementale commissie bezig, naar ingrijpende maatregelen te zoeken, die in combinatie met de reeds doorgevoerde en nog door te voeren bezuinigingen den toestand zullen moeten saneeren. Den Haag, 4 December 1935 Met de Algemeene Beschouwingen over de begrootlng van het Verkeersfonds is de Kamer gauw klaar geweest. Na de vier sprekers van des nachts volgde er des middags nog een achttal. En minister VAN LIDTH DE JEUDE, minder lang van stof dan de vorige dagen, vatte de. aangeroerde onderwerpen op nuttige wijze samen. De directie van de N V. Ijzergieterijen en Emailleerfabrieken „Etna" te Breda heeft haar personeel medegedeeld, dat zij voornemens is een loonsverlaging van 10 pet. in te voeren. Volgens de Volkskr. zullen de arbeidersor ganisaties zich beraden over het stellen van een ultimatum. Voor den Haarlemschen kantonrechter heeft gisterenmiddag een berucht smokke laar terecht gestaan. Hem was ten laste ge legd dat hjj als gezagvoerder van het vis- schersvaartuig „De Hoop II” de haven van Havre (Frankrijk) had verlaten, zonder dat het schip ‘t verelschte certificaat van zee waardigheid en van uitwatering aan boord had. Voorts was hem ten laste gelegd dat hij, toen het schip zich op zee bevond, van 13 tot 27 Februari j.1. het scheepsjournaal niet behoorlijk had bijgehouden. Gulpen, waar zijn vader woonde; hij zelf woon de in Duitschland. Intusschen is Graaf de Marchant slechts InschrijvingspUchtig geweest, Indien hjj óf Nederlander óf ingezetene-niet-Nederlander was. Van de hoedanigheid van ingezetene in den zin van de Militlewet kon te zijnen op zichte geen sprake zijn, omdat een der ver- eischten daarvoor was, dat hij zelf in Neder land woonde. Blüft over de vraag of hij Ne derlander was. De datum waarop door het thans benoemde Eerste Kamerlid Graaf de Marchant et d Ansembourg het naturalisatieverzoek tot de Pruisische autoriteiten werd gericht en de be weegredenen daartoe zijn den ministers niet be kend. Hedenmiddag zal het stoffelijk overschot van willen pastoor v d Weijden vanutt Warmond naar zijn geliefd Volendam worden vervoerd Te vier uur zal de baar door de jeugdvereenl- gingen en sociale organisaties in een stoet met met rouw omfloerste vlaggen en vaandels naar de parochiekerk worden gebracht en daar wor den opgebaard. Bij de lijkbaar zal zich een eerewacht van Gezellen en Kruisvaarders opstellen. In al de woningen zal bij wijze van rouw naar plaat- selljke gewoonte een raam worden gesloten, 's Avonds te zeven uur worden de plechtige Met ten gezongen. Vrijdag is de Requiemmis en de teraardebestelling. Naar wij vernemen ligt het In het voorne men van den voorzitter der Eerste Kamer op Vrijdag 13 December dea ochtends te erf uur in een openbare vergadering aan de orde te stellen de beslissing omtrent de toelating van het benoemde lid der. Kamer graaf de Marchant et d'Ansembourg (N. 8. B* 122CRÈME Een 29-jarig inspecteur van den Douane- en Recherchedienst uit Amsterdam deelde als ge tuige mede, dat de douane op 21 September 1934 wist, dat éen lading van 15.000 L. spiritus per stoomschip van de Kon. Ned. Stccm xx>t Mij. naar Santander (Spanje* was gebracht. De spiritus was bestemd om in België of Holland binnengesmokkeld te worden. Vervolgens vernam de douane dat het vis- schersvaartulg „De Hoop II" uit Dmuiden was vertrokken met een zeer bekend splritussmokke- laar als kapitein. Het schip arriveerde, na Vlaardlngen binnengeloopen te zijn, te ftavre. De leider van de smokkelcombinatie liet daarop de 15.000 L. spiritus per stoomschip van de K. N. S M. naar Amsterdam vervoeren, ver volgens per lichter naar Rotterdam en tenslot- van „De De kapitein van ..De Hoop II” heeft eenige zaken wegens smokkelarij loopen. Wij ontleenen hieraan in de eerste plaats het antwoord op vragen, ovfergebracht aan de ministers van Justitie, van Buitenlandsche Za ken en van Defensie al. Op de vragen, tot de belde eerstgenoemde ministers gericht, werd in een door hen, onder dagteekenlng van 15/20 November j.l. aan den voorzitter der Kamer gericht schrijven een volgend antwoord ont vangen. De commissie had o.m. gevraagd: Is inder tijd aan den heer J. B. O. E. M. Graaf de Marchant et d’Ansembour 's Konlngs toe stemming verleend tot het zich begeven in vreemden krijgsdienst? De ministers antwoorden hierop, dat bü een ingesteld ondersoek niet is kunnen bljjken, dat de bedoelde toestemming sou ■Un verleend of veraochk Aan de verkeersordening, aldus de minister wordt binnenshuis flink gewerkt. Men bedenke nechtep ook hier, dat haastige spoed zelden goed Is. De smokkelarij in spiritus, zoo vervolgde spr.. tiert thans welig. De hooge accijns maakt dat de smokkelarij dan ook zeer loo- nend is. Voortdurend wordt spiritus uit Ne derland uitgevoerd (de fabrieken krijgen dan den betaalden eccjjns terug) om dan op onregelmatige tijdstippen bij kleine hoeveel heden tegelijk weer op de kust gebracht te worden. Vooral Zeeland leent zich goed voor die smokkelarij omdat schepen, mits ze geen lading aan boord hebben, op de stroomen vrij van inklaring mogen binnenkomen. Mo- torvletjes nemen dan den spiritus van het smokkelschip over. De minister acht het niet noodig, zooals de Christelük-Historteche afgevaardigde KRIJGER heden had bepleit, commercieele deskundigen uit het bedrijfsleven en de handelswereld aan deze commissie toe te voegen, omdat de proble men, welke zij beziet, In hoofdzaak de verhou ding tusschen de Spoorwegen en het Rijk be treffen. Nakaarten over vroeger begane fouten b.v. den aanleg van de lijntjes GoudaBoskoop en Schaesberg—Kerkrade acht de Regêerlng van weinig nut. De liberaal VAN KEMPEN, die in de Kamer altijd Ijverig met artikelen uit liberale bladen werkt, had dit gedaan. Een zeer ernstige druk de vrijzlnnig-de- mocraat EBELS wees daar nog eens op wordt op het Spoorwegbedrijf uitgeoefend door den geweldigen kapitaallast. DAAr zal allereerst moeten worden ingegrepen. Hier echter dient jhr. DE GEER en ook de minister we zen daarop te worden gedacht aan het cre- dlet van den Staat, hetwelk zou worden onder- mjjnd, wanneer men de door den Staat ge garandeerde verplichtingen der Spoorwegen met dwang zou gaan verminderen. De Regeering is dan ook zoekende naar een oplossing langs minnelijken weg. Een ander belangrijk vraagstuk, bij de Alge meene Beschouwingen aangeroerd, is de druk van de scheeovaartrechten op de binnenvaart. De heer ERELS had de suggestie aan de hand gedaan, om deze rechten in navolging van de bij het verkeer te land gevolgde methode voortaan uniform te gaan heffen. Want da druk varieert zeer naar gelang de onderschei dene streken des lands. Blijkens 'smlnlsteis antwoord komt ook de verkeersconlmlssie-Pa- tjjn tot de conclusie, dat een ander systeem van heffing noodzakelijk is. Over het geheele land genomen worden de onderhoudskosten der waterwegen op geen stukken na door de op brengst van de scheepvaartrechten gedekt Dan is het natuurlijk een wantoestand, dat. zooals generaal DUYMAER VAN TWIST bleef vol houden, in het Noorden des lands een kanaal zóóveel aan rechten opbrengt, dat met het saldo een weg te land kon worden aangelegd Verder leverden de Algemeene Beschouwingen niet veel op. De sociaal-democraat JAN TER LAAN had geklaagd, dat de vaste oeververbin ding te Rotterdam maar niet ópschiet, omdat nu weer door proefaanbestedlngen de prijzen van een tunnel en een brug nauwkeurig moeten worden vergeleken. De Minister antwoordde hem terecht, dat een eventueel verschil van eenige millioenen met een uitstel niet te duur gekocht is. Voor 80 pCt. stond het voor ons vast, aldus ge tuige, dat deze spiritus in België of Holland binnengesmokkeld zou worden. Steeds hebben daarom schepen voor de kust gevaren en weken lang hebben douanebeambten dag en nacht de wacht op de Nederlandsche kusten gehouden, terwijl de douanen telefonisch ook in verbin ding gestaan hebben met de autoriteiten in Havre en aan de Belgische kust. Niettemin moet het schip op een bepaald moment voor LTmul- den geweest zijn, zonder dat het echter deze ha ven binnenliep. Het is tenslotte te Dover in be slag genomen. Naar de Volkskr meldt Is te ’s Gravenhage op verzoek der drie groote vakcentrales, tus schen vertegenwoordigers dezer centrales en de ministers van Waterstaat en van Sociale Zaken, waarbij tegenwoordig waren eenige hoofdambtenaren en vertegenwoordigers der drie groote bouwvakarbeidersbonden, een be spreking gehouden over de vraag of het Juist geacht moet worden, dat door het Werkfonds gelden worden gevoteerd om de uitvoering van werkverschaffingswerkeh mogelijk te maken Van de zijde der organisatie werden daar tegen bezwaren ontwikkeld. De bespreking, welke geruimen tijd duurde, had tot resultaat, dat wederzijds een en ander nader zal worden overwogen. In Juni 1923 gingen eenige Zusters onder den regel van 8t. Domlnicus Derde Orde samen wonen. om te Zwolle catechismusonderricht, woonwagenwerk, drankbestrijding en lectuur- verspreldlng te beoefenen. Het ledental nam toe. de werkzaamheden breidden sich uit, er kwamen nieuwe liefdewerken bjj, zieke moeders kregen hulp In het gezin, dat vaak onverzorgd blijft, als de moeder, afgetobd, niet meer in staat is haar taak te vervullen. Jonge moeders moesten bijgestaan bij en na de geboorte van haar kind. De Zusters vatten dit alles aan in het besef welk een gezlnsnood er heerscht en om te kunnen meestrijden tegen de onchriste lijke gezins-ideeën. die er doordringen tot in onze eigen christelijke samenleving Een belangrijke taak der Zusters is ook het „clubwerk" voor meisjes uit ongeregelde at ge mengde gezinnen, meisjes, die in de gewone Jcugdvereenigingen niet zijn onder te brengen en die juist zooveel behoefte hebben aan een hou vast en een geestelijken steun in haar dikwijls zoo gevaarlijke omstandigheden. Er sou nog meer op te noemen zijn. De Dr Arlënsvereemging mag getuigen wat het St Catharina-apostolaat voor de redding van haar drankzuchtige patiënten heeft ge daan. Maar zonder meer op bijzonderheden in te gaan, mogen we zeggen dat het St. Catha rina-apostolaat zich op geheel het terrein van vrouwelljken apostoltechen arbeid thuis voelt. Telkens weer is gebleken dat het nog wel uit komst wist waar andere organisaties geen hulp konden brengen. Zoo is er een leemte aange vuld Het te begnjpHjk, dat bU de uitbreiding van het getal zusters, die een groei over heel de Unie mogelijk maakte, het benedenhutaje. waar begonnen werd, al spoedig te klein Meek. In den loop van 1925 moest een „heel" huis worden betrokken, wat in Maart 1928 officieel den naam van 8t Catharlna-hute ontving. Ook dit beele huls kon op den duur niet volstaan. De nood zaak van verdere vergrootlng en verdere inner- organ Isa th- en het verlangen naar een kapel werkten samen, om in 1930 het waagstuk te ondernemen naar het zooveel rui mere „Frtela State" te verhuizen. Zoowel om financleele als om andere redenen was het een waagstuk, maar het gelukte en bracht zegen mee. Den 8en December viert daar het apos tolaat zijn koperen feest. Het heeft heel wat zorgen en offers gevraagd vóór de communiteit in haar ontwikkelings gang de hoogte van dit oogenbUk oerelkte Er was aan van den miaet verscheiden aard bleven niet utt. destijds te Amsterdam woonde. Ook heeft deze zelf, voor zoover bekend, geen stappen gedaan om de Inschrijving alsnog in orde te brengen. Ware hl) wèl ingeschreven, dan te hiermee nog niet gezegd, dat hij ook tot dienstvervul ling geroepen zou zijn en Indien ook dit het geval zou zijn geweest, zou hu waarschün'ük evenals in andere soortgelijke gevallen te geschied van werkelljken dienst in vredes tijd zijn vrijgesteld. Zoolang hij burgemeester was, zou hij bovendien vrijsteUing van werke lljken dienst in geval van mobilisatie hebben genoten. Bij informatie deelde de directeur van den Stadsschouwburg te Haarlem, de heer Deinum, ons mede, dat de Amsterdamsche Tooneelver- eenlging gevraagd heeft ,J2e Beul” in Haarlem te mogen vertoonen. Het antwoord te afwijzend geweest, mede om het feit, dat de burgemeester eventueel geen toestemming tot opvoering gegeven zou heb ben. De Minister van Landbouw en Vlsscherü. z Exc mr. dr. L. N Deckers, heeft Woensdagmor gen een bezoek aan het Westland gebracht. Omstreeks half tien arriveerde Zijne Excel lentie aan de Coöperatieve Centrale Westland sche Bloemenveiling te Naaldwtfk-Honselersdljk. waar de hooge bezoeker werd ontvangen door de heeren P Vis en H Koers, resp. voorzitter en secretaris der Bloemenveiling en de heeren J. Barendse en M Prins, voorzitter en secretaris van den Bond Westland. Bij deze begroeting was mede aanwezig de heer Q A Nederpel, secretaris van de Provinciale Commissie uit de veilingen in Zuid-Holland. De Minister vertoefde geruimen tijd in de veilinghal, waar juist groote partijen bloemen ten verkoop stonden opgesteld. Met groote aan dacht liet i. Exc. zich door de bestuursleden der veiling voorlichten omtrent de Westlandsche bloemencultuur en het verloop van den bloemen handel in de streek De veelzijdige aanvoer van allerlei bloemen, welke tegenwoordig in het Westland geteeld worden, maakte op den Mi nister een goeden indruk. Na den rondgang door 't velllngsgebouw begaf de Minister zich naar de bestuurskamer, waar eenige aangelegenheden, speciaal ook met be trekking tot de Westlandsche bloemen- en fruitteelt, werden besproken. Vervolgens vertrok Z. Exc. naar den proeftuin Zuid-Hollandsch glasdistrict, waar ir. J. M. Riemens, directeur van fien proeftuin en het dagelijksch bestuur van de Vereeniging Proef tuin. den bezoeker opwachtten. Hier werd den Minister een uitvoerige uiteen zetting gegeven van de verschillende proefne mingen, welke op tuinbouwkundig gebied op den tuin genomen worden. haar vergadering van 3 December 1935 te i schijnen, teneinde haar naar aanleiding enkele der aan laatstgenoemde ministers stelde vragen alsnog eenige opheldering te schaffen. De briefwisseling tusschen den griffier en den heer de Marchant reeds gepubliceerd te aan het slot van het vervolg.veralag op genomen. Verdachte was niet verschenen. Tegen hem werd verstek verleend. Het eerst werd gehoord de heer De G., direc teur van de N.V. ZeevisscherU Mij. „De Hoop" te IJmulden, eigenares van de belde visschers- vaartuigen „De Hoop I” en „De Hoop II”. Deze vertelde dat hij „De Hoop II” in begin October 1934 had verhuurd aan een zekeren v. V., die hem verklaard had, dat hij met het schip ter vischvangst uittrok. Er waren echter geen net ten aan boord. In Engeland zouden volgens den heer V. netten gekocht worden. Geruimen tjjd daarna werd getuige bericht, dat het schip in Dover (Engeland) in beslag genomen was wegens smokkelarij, HIJ heeft toen een groot bedroeg aan cautie en aan onkosten moeten storten om het schip weer vrij te krijgen. Daar hij de bemanning van „De Hoop II" niet ver trouwde, is hij met het schip „De Hoop I" naar Dover gevaren, met vergroote bemanning, met de bedoeling om deze bemanning over beide schepen te verdeelen en „De Hoop II" door „De Hoop I” naar IJmulden, waar beide sche-. pen thuisbehooren, te laten sieepen. De volgende getuigen, een 28-jarig matroos uit Rotterdam, die. hoewel geen visscher, zich toch op „De Hoop II" had laten aan- monsteren, omdat hij werkloos was. en een 54- jarlg machinist uit Rotterdam, die als zoodanig op „De Hoop II” had gediend, verklaarden, dat bij hun aanmonstering te Vlaardlngen was medegedeeld, dat het schip voor de visch vangst was bestemd. Er waren echter geen netten aan boord. Op zee kreeg het schip last met den ketel, waarom het in Havre binnen- B(j onderzoek door de douane was. gebleken dat zich geen certificaten van zeewaardigheid en uitwatering aan boord bevonden, terwijl het dag boek niet was bijgehouden De ambtenaar van het O.M. merkte in zon requisitoir op det de douanen een buitengewoon goede vangst gedaan hebben. Op een onzee waardig schip wordt de bemanning blootgesteld aan levensgevaar. Daarom moet een certificaat van zeewaardigheid aan boord zijn. Daaraan wordt streng de hand gehouden. Spr. elschte vcor het niet aan boord zijn van de belde pa pieren twee maanden hechtenisstraf en voor het niet bijhouden van het scheepsjournaal 100 boete of 1 maand hechtenisstraf. De kantonrechter maakte ervan: twee maan den hechtenisstraf en 50 boete of 25 dagen hechtenis. liep. Daar werden 1500 vaten, ieder met 10 liter benzine, aan boord genomen. Het schip vertrok toen met bestemming voor Helsingfors (Finland). Onderweg kreeg men met zwaar weer te kampen en raakte de kolenvoorraad op. Het schip liep daarom Folkestone (Engeland) aan, maar omdat daar geen kolen g-bunkerd werden, vertrok het naar Dover. Daar is het door de douane wegens smokkelarij in beslig genomen. Eerst in Havre, waar het schin drie maanden in de haven had gelegen en de ketel was gerepareerd, hadden getuigen bemerkt, dat het voor smokkelarij diende. Verschenen is een vervolg-verslag naar aan leiding van het in de afdeelingen der Eerste Kamer verhandelde betreffende het rapport der commissie tot onderzoek van den geloofs brief, met bUbehoorende stukken, van den heer M. V. E. H. J. M. Graaf de Marchant et d’Ansembourg. Ten aanzien van het met Duitschland geslo ten vestigingsverdrag valt op te merken, dat dit Verdrag, zoowel van Dultsche als van Ne derlandsche zijde steeds Is beschouwd alleen betrekking te hebben op personen, die óf Duit- scher óf Nederlander, maar niet allebei tegelijk zijn. Aan art. 4 van dit Verdrag zou Graaf de Marchant derhalve alleen vrijdom van den Nederlandschen dienstplicht hebben kunnen ontleenen, indien hij Duitscher was, zonder te vens Nederlander te zijn. De commissie van rapporteurs is van mea ning. dat het antwoord, door den minister van Defensie al. verstrekt, volledig bescheid geeft op de gestelde vragen. Ten aanzien van het bescheid, door de mi nisters van Justitie en van Buitenlandsche Zaken gegeven, is z(j daarentegen van oordeel dat dit niet het noodige licht verspreidt over hetgeen de afdeelingen der Kamer blikbaar te dezer zake nog verlangden te weten, voor dat de toelating van den heer de Marchant weder in openbare behandeling komt. Mits dien heeft de commissie het haar plicht geacht den griffier der Kamer op te dragen, den beer de Marchant namens haar uit te noodlgen. in v er van <e- ver- nog De Officier van Justitie te Middelburg heeft Juist dezer dagen de Instructie gesloten. Verdachte smokkelt geregeld met gehuurde schepen en dan met veel grootere hoeveelheden dan 15.000 L ,De Hoop H” was zeer ingenieus uitgerust met een smokkeltank. waarin de spiritus wordt ge borgen en welke van het achterschip af aan een stevigen kabel achter t schip onder water wordt voortgesleept, zoodat by binnenkomst In Zee land inderdaad ..geen lading" aan boord is. De lading vaart dan achter het schip aan. De tank is in beslag genomen en vernietigd. j De eerste, die geroepen was daai deelen, ,was degene, die voor de inschrijving voor gen. Deze verplichting zou aangenomen, dat de in Duitschland wonende zoon in Januari 1913 ook niet in Gulpen vertoefde op den vader hebben gerust. Deze had echter den burgemeester van Gulpen bü brief van 6 De cember 1912 medegedeeld zij het ook niet bepaaldelijk met betrekking tot de militie dat zijn zoom in Duitschland genaturaliseerd was en dientengevolge de Nederlandsche na tionaliteit verloren had. Uit het feit, dat de vader hetzf) dan te recht of ten onrechte in de overtuiging leefde, dat zijn hier be doelde zoon geen Nederlander meer was, volgt, dat er voor hem ook geen aanleiding bestond, dezen zoon ter inschrijving voor de militie aan te geven. Op den burgemeester rustte de taak om. zoo- dra hij zou ontdekken, dat de inschrijving ten onrechte achterwege was gebleven, ambtshalve tot Inschrijving over te gaan. Dit moet in het algemeen ook nog geschieden, Indien een der- gelljk verzuim eerst na geruimen tijd aan den dag treedt. De burgemeester van Gulpen heeft Graaf de Marchant Jr. nimmer voor de militie ingeschreven. Wat de reden hiervan is. is na zooveel jaren niet met zekerheid na te gaan. De meentng van den vader, dat zijn zoon sinds zijn naturalisatie in Duitschland geen Nederlander meer was was tot 1920 ook die van den zoon zelf, getuige diens op 27 Decem ber 1919 gedane aanvraag om door naturali satie de hoedanigheid van Nederlander te her krijgen. Toen de minister van Justitie bü de beschik king van 15 September 1920 te* kennen gaf. dat niet was gebleken, dat Graaf de Marchant zün door geboorte verkregen Nederlanderschap had verloren, dat hü m a.w. steeds Nederlan der was geweest, volgde hieruit voor wie deze uitspraak als juist aanvaardt, dat Graaf de Marchant in 1913 voor de militie had moeter worden ingeschreven De burgemeester van Gulpen te echter tot.korten tüd geleden van deze beschikking onkundig gebleven, wat zjln vetklariog iueriu vindt, dat Graal de MaxcüAUt Waar de radio zich o.a. tot taak stelt muziek culturen werk te verrichten, daar brengt dit den duren plicht mede, alles in het werk te stellen, opdat de uitzendingen van hooge kunstwaarde niet voor enkele bevoorrechten een genot zün, maar dat zooveel moge lijk luisteraars deel krijgen aan dat kunstgenot. Leeren onderscheiden uit de bontheid van het muzikaal door de radio gebodene, te een eerste behoefte voor niet enkelen, maar voor alle luisteraars. Door deze overwegingen geleid, zal de K RO binnenkort een zeer krachtige poging doen den luisteraar, die in de veelheid van de muzikale indrukken, welke de radio pleegt te geven, be- grüpelükerwüze vaak het spoor bijster moet rakerf, nog meer dan tot dusver tot gids te dienen. Van een gedachtenwisseling over dat verzoek tusschen de Pruisische en de Ne derlandsche regeering te niet gebleken. In 1920 werd gerapporteerd, dat het verzoek zou zün gedaan door den vader. Eenigerlei verband tusschen dit verzoek en het dienst- nemen of het zich begeven in het Dultsche leger is den ministers niet bekend. Evenmin is den ministers bekend, of de heer de Marchant voor 3.Maart 1914, dus vóór zijn inlijving, zich in vóór-opleiding heeft be geven of anderszins dienst genomen heeft in of in betrekking heeft gestaan tot het vreem de leger. Waar*de Nederlandsche regeering in een ont slag uit het Dultsche staatsverband niet te gemoeid geweest, beschikken de ministers hier omtrent niet over bescheiden ter toezending aan de Kamer, ook niet over een aan belang hebbende verschafte oorkonde van ontslag of over een afschrift daarvan. Wat betreft de vragen: 1 Kan een minder jarige door eigen naturalisatie in een vreemd land zün Nederlandsche nationaliteit verlie zen? en 2 Is voor het zich begeven in vreem den krijgsdienst de vrijwilligheid een tieel element? waarvan de eerste ontkennend en de tweede door de commissie tot onderzoek van den geloofsbrief bevestigend wordt beant woord, zeggen de ministers, dat deze opvat ting van de commissie overeenstemt met een in zich voordoende gevallen door opvolgende ministers van Justitie bezegelde practük. Ook te in deze practük gehuldigd de stelling der commissie, dat Iemand zün Nederlanderschap niet verliest, tenzü dit ontwijfelbaar vaststaat. Aan het antwoord op de tot den minister van Defensie a.i. gestelde vragen wordt het volgende ontleend: De heer M. V. E. H J. M. Graaf de Mar chant et d’Ansembourg, geboren 18 Januari 1894 zou naar zün leeftüd in Januari 1913 in aanmerking zün gekomen om voor de mi litie te worden ingeschreven. De inschrüvlng had dan moeten getchieden In de gemeente Pastoor Waterreus werd geboren te *s-Gra- venhage op 11 Maart 1870 en bereikte dus den leeftijd van 66 jaren. Hü werd op 15 Augustus 1894 door Mgr. Bottemanne z.g. priester gewüd en was achtereenvolgens kapelaan te Hoofddorp, te Kralingen. Rotterdam, aan de Kruiskade en te Amsterdam (de Duif), waarna zün benoe ming volgde tot pastoor te Rhoon bü Rotter dam. Na een verblüf aldaar van slechts Aén jaar, werd hü benoemd tot pastoor te Langen- dük. waar hü twaalf Jaar werkzaam te geweest, totdat eindelijk in November 1923 zün benoe ming volgde tot pastoor der 8t. Victor-paroehle te Noordwijkerhout Ruim 12 jaar te hü hier pastoor geweest. Veel heeft de thans ontslapene herder voor zijn parochie gedaan vooral tot ver betering en verfraaiing van het Godshuis. Zoo werd de beschildering, welke door de weersge steldheid veel geleden had. geheel gerestaureerd, en werd de kerk voorzien van een glazuren wandbetegeling, waardoor het Inwendige van deze mooie oude kerk aeer werd verfraaid. Ook werd een centrale verwarming aangelegd, waar door het Interieur van de kerk, dat in den win ter veel van het weer te lüden had, in goeden staat bleef. De overledene was bü de parochianen gezien om zijn diepe godsvrucht en om zün milddadig heid voor de armen. Door zün zorgen werden enkele liefdadige Instellingen, als Mariavereeni- gtng en „Llefdebeurs" opgericht. Ook werd hü als trouw ziekenbezoeker geroemd. Zeer zeker zal de overledene in het Priestergraf. waar de vorige pastoors reeds rusten, op het parochlekerkhof worden bügezet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 5