Verkeersfonds aan de orde
De kwestie-Graaf De Marchant
1
a
Berucht smokkelaar staat terecht
Utrecht
1
ft-
„De Beul” niet in
I
Kerkelijk Leven
DE TOESTAND BIJ DE
SPOORWEGEN
VOOR KANTONGERECHT
TE HAARLEM
HET ONDERZOEK VAN
DEN GELOOFSBRIEF
W -
"1
DONDERDAG 5 DECEMBER 1935
TWEEDE KAMER
Pastoor G. Waterreu* i*
u.
de douane
Opvoering niet wenschelyk geacht
PASTOOR. J.
d. WEDDEN
CONFLICT BIJ DE ETNA?
Uitgebreide smokkelarij
Bespreking met de regeering
ST. CATHAR1NA-APOSTOLAAT
EERSTE KAMER
Het koperen bestaansfeest
Was hy Nederlander?
j
1
T
Minister Deckers naar
het Westland
De opheffing van de
Haarlemmermeerlijnen
Zijn dienst nemen in
vreemden krijgsdienst
lating als lid der Kamer
opnieuw besproken
Spiritussmokkelarij
tiert welig
DE MUZIEK-PROGRAMMA’S
VAN DEN K.R.O.
WERKVERSCHAFFING EN
WERKFONDS
Bezoek gebracht aan de West-
landsche bloemenveiling en
den proeftuin te Naaldwijk
fnterdepartementale commissie
onderzoekt thans hoe sanee-
ring mogelijk is
Pogingen om
te misleiden
B eer» weldaad
worUw huid
Dag en nacht joeg de douane van
verschillende landen achter
den verdachte en zijn
schip aan
Geliefd om zyn diepe godsvrucht
en milddadigheid
Ook niet in Haarlem
Goede vangst
Overbrenging van het stoffelijk
overschot naar Volendam
In een vervolg-verslag wordt de
kwestie der al- of niet-toe-
Een meer paedagogisch karakter
Leening aan „Werkspoor”
i
1
essen-
9
Doos 20cl
herhaaldelük een büna hopeloos gebrek
mensclielüke hulpmiddelen Beproevingen
De heer W. d'Ablalng, muziek-advteeur van
den K. R. O. schrijft ons om. het volgende:
Voor dit verstandige besluit van den direc
teur van den schouwburg te Utrecht hebben wij
alle waardeering en brengen hem daarvoor dan
ook gaarne een woord van lof, waarmede
naar wij overtuigd rijn in breede kringen
zal worden ingestemd.
De jongste kinderen van Mussolini hebben ook bijgedragen voor den strijd
tegen de sancties, nJ. hun gouden en zilveren medailles
Het is zoo goed als zeker, dat hem nimmer
eenige oproeping met betrekking tot den ml-
litieplicht heeft bereikt.
Bij de afdeeling „Spoorwegen” is de Katho
lieke afgevaardigde VAN POLL nog eens terug
gekomen op de leening door de Spoorwegen
verstrekt aan „Werkspoor". De Minister ging
op het al of niet wenschelijke van deze leening
en de daaraan door zijn ambtsvoorganger ge
geven goedkeuring niet diep meer in. De rente
wordt regelmatig betaald. De aflossing moet
eerst tegen het einde van 1938 geschieden. En
self zal de Minister, als zich nog eens derge-
HJke gevallen mochten voordoen, zeer angstval
lig te werk gaan.
toezegging was, dat hü nog eens wil over
wegen, of niet de treinen van Amsterdam
naar Uithoorn voortaan kunnen doorloopen
naar Nieuwersluls, omdat tusschen Uithoorn
en Nieuwersluls geen behoorlijke wegverbin
ding bestaat.
lijke
eigen
Woensdagmiddag Is de zeereerw. heer O. A.
M. Waterreus, pastoor der St. Victorkerk te
Noordwijkerhout overleden.
De pastoor was reeds eenigen tijd ongesteld,
doch Woensdagmiddag verergerde de tontand
dusdanig, dat den herder de laatste H. H. Sa
cramenten moesten worden toegediend.
Pater Hildebrand, directeur van het Re
traitehuis. die in allerijl ontboden was. trof den
pastoor stervende aan. Na eenige oogenblikken
gaf pastoor Waterreus den geest.
.rover te oor-
aangifte ter
de. militie had moeten zor-
De Katholieke afgevaardigde OV AN DER
WEIJDEN maakte bezwaar, dat door de op
heffing van de Haarlemmermeerlijnen
met name de Hjn AlfenUithoorn deze
streek geïsoleerd zal worden. Hij wenschte
voortzetting van het personenvervoer met
goedkoope motorwagens, 's Ministers eenige
te van daaruit opnieuw met een stoomboot
de K.N. 8. M. naar Havre. Daar heeft
Hoop II” de spiritus aan boord genomen.
Naar de heer E. W. de Blauw, directeur van
den Stadsschouwburg te Utrecht aan „Het
Volk” mededeelde, zal het stuk „De Beul” dat
in Amsterdam door het gezelschap van Var.
Dalsum is gegeven en dat daar aanleiding werd
tot demonstraties niet in Utrecht worden ge
speeld, omdat de heer De Blauw de opvoering
daar ter stede niet wenschelijk acht.
In dit verband vernemen wi), dat met Ingang
van 1 Januari de K.R.O. verschillende muziek
uitvoeringen van een toelichting zal doen ver
gezeld gaan. De methode waarop de muziekpro
gramma's worden gebracht, zal dus meer een
Pzedagogisch karakter dragen.
Ook de Katholieke afgevaardigde VAN DER
PUIT had niet veel succes met zijn pleidooi
voor Eindhoven, waar de spoorwegovergang nog
altijd een ergernis Is. Het ophoogen van de
spoorbanen kost 9 millloen, zei de Minister. Be
zwaren dus!
De Dieseltreinen, aldus de Minister tot zijn
partijgenoot Van Kempen, zijn in leder geval
zuinig in exploitatie. Uit een oogpunt van be
drijfszekerheid en bedrfjfsvoordeel voldoen zij
zeer goed.
Een wensch op het gebied van de tariefsver
laging, n.m.l. de invoering van weekend-retours,
zal de Minister aan de Directie der Spoorwe
gen overbrengen.
Bij de afdeelingen „Waterwegen" en „Land
wegen" in de laatste afdeeling bleef de Ka
mer steken zijn diverse plaatselijke belangen
verdedigd, o.a. door de Katholieke afgevaar
digden VAN DE BILT en LOCKEFEER We
komen daar morgen aan de hand van ’s Minis
ters antwoord’op terug.
In de avondvergadering gaat de Kamer de
Defensiebegrooting aansnijden.
Wat de Spoorwegtekorten betreft, Is thans
een interdepartementale commissie bezig,
naar ingrijpende maatregelen te zoeken, die
in combinatie met de reeds doorgevoerde
en nog door te voeren bezuinigingen den
toestand zullen moeten saneeren.
Den Haag, 4 December 1935
Met de Algemeene Beschouwingen over de
begrootlng van het Verkeersfonds is de Kamer
gauw klaar geweest. Na de vier sprekers van
des nachts volgde er des middags nog een
achttal. En minister VAN LIDTH DE JEUDE,
minder lang van stof dan de vorige dagen,
vatte de. aangeroerde onderwerpen op nuttige
wijze samen.
De directie van de N V. Ijzergieterijen en
Emailleerfabrieken „Etna" te Breda heeft haar
personeel medegedeeld, dat zij voornemens is
een loonsverlaging van 10 pet. in te voeren.
Volgens de Volkskr. zullen de arbeidersor
ganisaties zich beraden over het stellen van
een ultimatum.
Voor den Haarlemschen kantonrechter
heeft gisterenmiddag een berucht smokke
laar terecht gestaan. Hem was ten laste ge
legd dat hjj als gezagvoerder van het vis-
schersvaartuig „De Hoop II” de haven van
Havre (Frankrijk) had verlaten, zonder dat
het schip ‘t verelschte certificaat van zee
waardigheid en van uitwatering aan boord
had. Voorts was hem ten laste gelegd dat
hij, toen het schip zich op zee bevond, van
13 tot 27 Februari j.1. het scheepsjournaal
niet behoorlijk had bijgehouden.
Gulpen, waar zijn vader woonde; hij zelf woon
de in Duitschland.
Intusschen is Graaf de Marchant slechts
InschrijvingspUchtig geweest, Indien hjj óf
Nederlander óf ingezetene-niet-Nederlander
was. Van de hoedanigheid van ingezetene in
den zin van de Militlewet kon te zijnen op
zichte geen sprake zijn, omdat een der ver-
eischten daarvoor was, dat hij zelf in Neder
land woonde. Blüft over de vraag of hij Ne
derlander was.
De datum waarop door het thans benoemde
Eerste Kamerlid Graaf de Marchant et
d Ansembourg het naturalisatieverzoek tot de
Pruisische autoriteiten werd gericht en de be
weegredenen daartoe zijn den ministers niet be
kend.
Hedenmiddag zal het stoffelijk overschot van
willen pastoor v d Weijden vanutt Warmond
naar zijn geliefd Volendam worden vervoerd
Te vier uur zal de baar door de jeugdvereenl-
gingen en sociale organisaties in een stoet met
met rouw omfloerste vlaggen en vaandels naar
de parochiekerk worden gebracht en daar wor
den opgebaard.
Bij de lijkbaar zal zich een eerewacht van
Gezellen en Kruisvaarders opstellen. In al de
woningen zal bij wijze van rouw naar plaat-
selljke gewoonte een raam worden gesloten,
's Avonds te zeven uur worden de plechtige Met
ten gezongen. Vrijdag is de Requiemmis en de
teraardebestelling.
Naar wij vernemen ligt het In het voorne
men van den voorzitter der Eerste Kamer
op Vrijdag 13 December dea ochtends te erf
uur in een openbare vergadering aan de orde
te stellen de beslissing omtrent de toelating
van het benoemde lid der. Kamer graaf de
Marchant et d'Ansembourg (N. 8. B*
122CRÈME
Een 29-jarig inspecteur van den Douane- en
Recherchedienst uit Amsterdam deelde als ge
tuige mede, dat de douane op 21 September
1934 wist, dat éen lading van 15.000 L. spiritus
per stoomschip van de Kon. Ned. Stccm xx>t
Mij. naar Santander (Spanje* was gebracht. De
spiritus was bestemd om in België of Holland
binnengesmokkeld te worden.
Vervolgens vernam de douane dat het vis-
schersvaartulg „De Hoop II" uit Dmuiden was
vertrokken met een zeer bekend splritussmokke-
laar als kapitein. Het schip arriveerde, na
Vlaardlngen binnengeloopen te zijn, te ftavre.
De leider van de smokkelcombinatie liet
daarop de 15.000 L. spiritus per stoomschip van
de K. N. S M. naar Amsterdam vervoeren, ver
volgens per lichter naar Rotterdam en tenslot-
van
„De
De kapitein van ..De Hoop II” heeft
eenige zaken wegens smokkelarij loopen.
Wij ontleenen hieraan in de eerste plaats
het antwoord op vragen, ovfergebracht aan de
ministers van Justitie, van Buitenlandsche Za
ken en van Defensie al. Op de vragen, tot de
belde eerstgenoemde ministers gericht, werd
in een door hen, onder dagteekenlng van 15/20
November j.l. aan den voorzitter der Kamer
gericht schrijven een volgend antwoord ont
vangen.
De commissie had o.m. gevraagd: Is inder
tijd aan den heer J. B. O. E. M. Graaf de
Marchant et d’Ansembour 's Konlngs toe
stemming verleend tot het zich begeven in
vreemden krijgsdienst?
De ministers antwoorden hierop, dat bü
een ingesteld ondersoek niet is kunnen
bljjken, dat de bedoelde toestemming sou
■Un verleend of veraochk
Aan de verkeersordening, aldus de minister
wordt binnenshuis flink gewerkt. Men bedenke
nechtep ook hier, dat haastige spoed zelden
goed Is.
De smokkelarij in spiritus, zoo vervolgde
spr.. tiert thans welig. De hooge accijns
maakt dat de smokkelarij dan ook zeer loo-
nend is. Voortdurend wordt spiritus uit Ne
derland uitgevoerd (de fabrieken krijgen
dan den betaalden eccjjns terug) om dan op
onregelmatige tijdstippen bij kleine hoeveel
heden tegelijk weer op de kust gebracht te
worden. Vooral Zeeland leent zich goed voor
die smokkelarij omdat schepen, mits ze geen
lading aan boord hebben, op de stroomen
vrij van inklaring mogen binnenkomen. Mo-
torvletjes nemen dan den spiritus van het
smokkelschip over.
De minister acht het niet noodig, zooals de
Christelük-Historteche afgevaardigde KRIJGER
heden had bepleit, commercieele deskundigen
uit het bedrijfsleven en de handelswereld aan
deze commissie toe te voegen, omdat de proble
men, welke zij beziet, In hoofdzaak de verhou
ding tusschen de Spoorwegen en het Rijk be
treffen.
Nakaarten over vroeger begane fouten b.v.
den aanleg van de lijntjes GoudaBoskoop en
Schaesberg—Kerkrade acht de Regêerlng
van weinig nut. De liberaal VAN KEMPEN,
die in de Kamer altijd Ijverig met artikelen
uit liberale bladen werkt, had dit gedaan.
Een zeer ernstige druk de vrijzlnnig-de-
mocraat EBELS wees daar nog eens op
wordt op het Spoorwegbedrijf uitgeoefend door
den geweldigen kapitaallast. DAAr zal allereerst
moeten worden ingegrepen. Hier echter dient
jhr. DE GEER en ook de minister we
zen daarop te worden gedacht aan het cre-
dlet van den Staat, hetwelk zou worden onder-
mjjnd, wanneer men de door den Staat ge
garandeerde verplichtingen der Spoorwegen met
dwang zou gaan verminderen. De Regeering is
dan ook zoekende naar een oplossing langs
minnelijken weg.
Een ander belangrijk vraagstuk, bij de Alge
meene Beschouwingen aangeroerd, is de druk
van de scheeovaartrechten op de binnenvaart.
De heer ERELS had de suggestie aan de hand
gedaan, om deze rechten in navolging van
de bij het verkeer te land gevolgde methode
voortaan uniform te gaan heffen. Want da
druk varieert zeer naar gelang de onderschei
dene streken des lands. Blijkens 'smlnlsteis
antwoord komt ook de verkeersconlmlssie-Pa-
tjjn tot de conclusie, dat een ander systeem
van heffing noodzakelijk is. Over het geheele
land genomen worden de onderhoudskosten der
waterwegen op geen stukken na door de op
brengst van de scheepvaartrechten gedekt Dan
is het natuurlijk een wantoestand, dat. zooals
generaal DUYMAER VAN TWIST bleef vol
houden, in het Noorden des lands een kanaal
zóóveel aan rechten opbrengt, dat met het
saldo een weg te land kon worden aangelegd
Verder leverden de Algemeene Beschouwingen
niet veel op. De sociaal-democraat JAN TER
LAAN had geklaagd, dat de vaste oeververbin
ding te Rotterdam maar niet ópschiet, omdat
nu weer door proefaanbestedlngen de prijzen
van een tunnel en een brug nauwkeurig moeten
worden vergeleken. De Minister antwoordde hem
terecht, dat een eventueel verschil van eenige
millioenen met een uitstel niet te duur gekocht
is.
Voor 80 pCt. stond het voor ons vast, aldus ge
tuige, dat deze spiritus in België of Holland
binnengesmokkeld zou worden. Steeds hebben
daarom schepen voor de kust gevaren en weken
lang hebben douanebeambten dag en nacht de
wacht op de Nederlandsche kusten gehouden,
terwijl de douanen telefonisch ook in verbin
ding gestaan hebben met de autoriteiten in
Havre en aan de Belgische kust. Niettemin moet
het schip op een bepaald moment voor LTmul-
den geweest zijn, zonder dat het echter deze ha
ven binnenliep. Het is tenslotte te Dover in be
slag genomen.
Naar de Volkskr meldt Is te ’s Gravenhage
op verzoek der drie groote vakcentrales, tus
schen vertegenwoordigers dezer centrales en
de ministers van Waterstaat en van Sociale
Zaken, waarbij tegenwoordig waren eenige
hoofdambtenaren en vertegenwoordigers der
drie groote bouwvakarbeidersbonden, een be
spreking gehouden over de vraag of het Juist
geacht moet worden, dat door het Werkfonds
gelden worden gevoteerd om de uitvoering van
werkverschaffingswerkeh mogelijk te maken
Van de zijde der organisatie werden daar
tegen bezwaren ontwikkeld.
De bespreking, welke geruimen tijd duurde,
had tot resultaat, dat wederzijds een en ander
nader zal worden overwogen.
In Juni 1923 gingen eenige Zusters onder den
regel van 8t. Domlnicus Derde Orde samen
wonen. om te Zwolle catechismusonderricht,
woonwagenwerk, drankbestrijding en lectuur-
verspreldlng te beoefenen. Het ledental nam
toe. de werkzaamheden breidden sich uit, er
kwamen nieuwe liefdewerken bjj, zieke moeders
kregen hulp In het gezin, dat vaak onverzorgd
blijft, als de moeder, afgetobd, niet meer in
staat is haar taak te vervullen. Jonge moeders
moesten bijgestaan bij en na de geboorte van
haar kind. De Zusters vatten dit alles aan in
het besef welk een gezlnsnood er heerscht en
om te kunnen meestrijden tegen de onchriste
lijke gezins-ideeën. die er doordringen tot in
onze eigen christelijke samenleving
Een belangrijke taak der Zusters is ook het
„clubwerk" voor meisjes uit ongeregelde at ge
mengde gezinnen, meisjes, die in de gewone
Jcugdvereenigingen niet zijn onder te brengen en
die juist zooveel behoefte hebben aan een hou
vast en een geestelijken steun in haar dikwijls
zoo gevaarlijke omstandigheden. Er sou nog
meer op te noemen zijn.
De Dr Arlënsvereemging mag getuigen wat
het St Catharina-apostolaat voor de redding
van haar drankzuchtige patiënten heeft ge
daan. Maar zonder meer op bijzonderheden in
te gaan, mogen we zeggen dat het St. Catha
rina-apostolaat zich op geheel het terrein van
vrouwelljken apostoltechen arbeid thuis voelt.
Telkens weer is gebleken dat het nog wel uit
komst wist waar andere organisaties geen hulp
konden brengen. Zoo is er een leemte aange
vuld
Het te begnjpHjk, dat bU de uitbreiding van
het getal zusters, die een groei over heel de
Unie mogelijk maakte, het benedenhutaje. waar
begonnen werd, al spoedig te klein Meek. In
den loop van 1925 moest een „heel" huis worden
betrokken, wat in Maart 1928 officieel den naam
van 8t Catharlna-hute ontving. Ook dit beele
huls kon op den duur niet volstaan. De nood
zaak van verdere vergrootlng en verdere inner-
organ Isa th- en het verlangen naar een
kapel werkten samen, om in 1930 het
waagstuk te ondernemen naar het zooveel rui
mere „Frtela State" te verhuizen. Zoowel om
financleele als om andere redenen was het een
waagstuk, maar het gelukte en bracht zegen
mee. Den 8en December viert daar het apos
tolaat zijn koperen feest.
Het heeft heel wat zorgen en offers gevraagd
vóór de communiteit in haar ontwikkelings
gang de hoogte van dit oogenbUk oerelkte Er
was
aan
van den miaet verscheiden aard bleven niet utt.
destijds te Amsterdam woonde. Ook heeft deze
zelf, voor zoover bekend, geen stappen gedaan
om de Inschrijving alsnog in orde te brengen.
Ware hl) wèl ingeschreven, dan te hiermee
nog niet gezegd, dat hij ook tot dienstvervul
ling geroepen zou zijn en Indien ook dit het
geval zou zijn geweest, zou hu waarschün'ük
evenals in andere soortgelijke gevallen te
geschied van werkelljken dienst in vredes
tijd zijn vrijgesteld. Zoolang hij burgemeester
was, zou hij bovendien vrijsteUing van werke
lljken dienst in geval van mobilisatie hebben
genoten.
Bij informatie deelde de directeur van den
Stadsschouwburg te Haarlem, de heer Deinum,
ons mede, dat de Amsterdamsche Tooneelver-
eenlging gevraagd heeft ,J2e Beul” in Haarlem
te mogen vertoonen.
Het antwoord te afwijzend geweest, mede om
het feit, dat de burgemeester eventueel geen
toestemming tot opvoering gegeven zou heb
ben.
De Minister van Landbouw en Vlsscherü. z
Exc mr. dr. L. N Deckers, heeft Woensdagmor
gen een bezoek aan het Westland gebracht.
Omstreeks half tien arriveerde Zijne Excel
lentie aan de Coöperatieve Centrale Westland
sche Bloemenveiling te Naaldwtfk-Honselersdljk.
waar de hooge bezoeker werd ontvangen door
de heeren P Vis en H Koers, resp. voorzitter en
secretaris der Bloemenveiling en de heeren J.
Barendse en M Prins, voorzitter en secretaris
van den Bond Westland. Bij deze begroeting
was mede aanwezig de heer Q A Nederpel,
secretaris van de Provinciale Commissie uit de
veilingen in Zuid-Holland.
De Minister vertoefde geruimen tijd in de
veilinghal, waar juist groote partijen bloemen
ten verkoop stonden opgesteld. Met groote aan
dacht liet i. Exc. zich door de bestuursleden
der veiling voorlichten omtrent de Westlandsche
bloemencultuur en het verloop van den bloemen
handel in de streek De veelzijdige aanvoer van
allerlei bloemen, welke tegenwoordig in het
Westland geteeld worden, maakte op den Mi
nister een goeden indruk.
Na den rondgang door 't velllngsgebouw begaf
de Minister zich naar de bestuurskamer, waar
eenige aangelegenheden, speciaal ook met be
trekking tot de Westlandsche bloemen- en
fruitteelt, werden besproken.
Vervolgens vertrok Z. Exc. naar den proeftuin
Zuid-Hollandsch glasdistrict, waar ir. J. M.
Riemens, directeur van fien proeftuin en het
dagelijksch bestuur van de Vereeniging Proef
tuin. den bezoeker opwachtten.
Hier werd den Minister een uitvoerige uiteen
zetting gegeven van de verschillende proefne
mingen, welke op tuinbouwkundig gebied op den
tuin genomen worden.
haar vergadering van 3 December 1935 te i
schijnen, teneinde haar naar aanleiding
enkele der aan laatstgenoemde ministers
stelde vragen alsnog eenige opheldering te
schaffen.
De briefwisseling tusschen den griffier en
den heer de Marchant reeds gepubliceerd
te aan het slot van het vervolg.veralag op
genomen.
Verdachte was niet verschenen. Tegen hem
werd verstek verleend.
Het eerst werd gehoord de heer De G., direc
teur van de N.V. ZeevisscherU Mij. „De Hoop"
te IJmulden, eigenares van de belde visschers-
vaartuigen „De Hoop I” en „De Hoop II”. Deze
vertelde dat hij „De Hoop II” in begin October
1934 had verhuurd aan een zekeren v. V., die
hem verklaard had, dat hij met het schip ter
vischvangst uittrok. Er waren echter geen net
ten aan boord. In Engeland zouden volgens
den heer V. netten gekocht worden. Geruimen
tjjd daarna werd getuige bericht, dat het schip
in Dover (Engeland) in beslag genomen was
wegens smokkelarij, HIJ heeft toen een groot
bedroeg aan cautie en aan onkosten moeten
storten om het schip weer vrij te krijgen. Daar
hij de bemanning van „De Hoop II" niet ver
trouwde, is hij met het schip „De Hoop I" naar
Dover gevaren, met vergroote bemanning, met
de bedoeling om deze bemanning over beide
schepen te verdeelen en „De Hoop II" door
„De Hoop I” naar IJmulden, waar beide sche-.
pen thuisbehooren, te laten sieepen.
De volgende getuigen, een 28-jarig matroos
uit Rotterdam, die. hoewel geen visscher,
zich toch op „De Hoop II" had laten aan-
monsteren, omdat hij werkloos was. en een 54-
jarlg machinist uit Rotterdam, die als zoodanig
op „De Hoop II” had gediend, verklaarden, dat
bij hun aanmonstering te Vlaardlngen was
medegedeeld, dat het schip voor de visch
vangst was bestemd. Er waren echter geen
netten aan boord. Op zee kreeg het schip last
met den ketel, waarom het in Havre binnen-
B(j onderzoek door de douane was. gebleken
dat zich geen certificaten van zeewaardigheid en
uitwatering aan boord bevonden, terwijl het dag
boek niet was bijgehouden
De ambtenaar van het O.M. merkte in zon
requisitoir op det de douanen een buitengewoon
goede vangst gedaan hebben. Op een onzee
waardig schip wordt de bemanning blootgesteld
aan levensgevaar. Daarom moet een certificaat
van zeewaardigheid aan boord zijn. Daaraan
wordt streng de hand gehouden. Spr. elschte
vcor het niet aan boord zijn van de belde pa
pieren twee maanden hechtenisstraf en voor het
niet bijhouden van het scheepsjournaal 100
boete of 1 maand hechtenisstraf.
De kantonrechter maakte ervan: twee maan
den hechtenisstraf en 50 boete of 25 dagen
hechtenis.
liep. Daar werden 1500 vaten, ieder met 10
liter benzine, aan boord genomen. Het schip
vertrok toen met bestemming voor Helsingfors
(Finland). Onderweg kreeg men met zwaar
weer te kampen en raakte de kolenvoorraad op.
Het schip liep daarom Folkestone (Engeland)
aan, maar omdat daar geen kolen g-bunkerd
werden, vertrok het naar Dover. Daar is het
door de douane wegens smokkelarij in beslig
genomen. Eerst in Havre, waar het schin drie
maanden in de haven had gelegen en de ketel
was gerepareerd, hadden getuigen bemerkt, dat
het voor smokkelarij diende.
Verschenen is een vervolg-verslag naar aan
leiding van het in de afdeelingen der Eerste
Kamer verhandelde betreffende het rapport
der commissie tot onderzoek van den geloofs
brief, met bUbehoorende stukken, van den heer
M. V. E. H. J. M. Graaf de Marchant et
d’Ansembourg.
Ten aanzien van het met Duitschland geslo
ten vestigingsverdrag valt op te merken, dat
dit Verdrag, zoowel van Dultsche als van Ne
derlandsche zijde steeds Is beschouwd alleen
betrekking te hebben op personen, die óf Duit-
scher óf Nederlander, maar niet allebei tegelijk
zijn. Aan art. 4 van dit Verdrag zou Graaf
de Marchant derhalve alleen vrijdom van den
Nederlandschen dienstplicht hebben kunnen
ontleenen, indien hij Duitscher was, zonder te
vens Nederlander te zijn.
De commissie van rapporteurs is van mea
ning. dat het antwoord, door den minister van
Defensie al. verstrekt, volledig bescheid geeft
op de gestelde vragen.
Ten aanzien van het bescheid, door de mi
nisters van Justitie en van Buitenlandsche
Zaken gegeven, is z(j daarentegen van oordeel
dat dit niet het noodige licht verspreidt over
hetgeen de afdeelingen der Kamer blikbaar
te dezer zake nog verlangden te weten, voor
dat de toelating van den heer de Marchant
weder in openbare behandeling komt. Mits
dien heeft de commissie het haar plicht geacht
den griffier der Kamer op te dragen, den beer
de Marchant namens haar uit te noodlgen. in
v er
van
<e-
ver-
nog
De
Officier van Justitie te Middelburg heeft Juist
dezer dagen de Instructie gesloten. Verdachte
smokkelt geregeld met gehuurde schepen en dan
met veel grootere hoeveelheden dan 15.000 L
,De Hoop H” was zeer ingenieus uitgerust met
een smokkeltank. waarin de spiritus wordt ge
borgen en welke van het achterschip af aan een
stevigen kabel achter t schip onder water wordt
voortgesleept, zoodat by binnenkomst In Zee
land inderdaad ..geen lading" aan boord is. De
lading vaart dan achter het schip aan.
De tank is in beslag genomen en vernietigd. j
De eerste, die geroepen was daai
deelen, ,was degene, die voor de
inschrijving voor
gen. Deze verplichting zou aangenomen, dat
de in Duitschland wonende zoon in Januari
1913 ook niet in Gulpen vertoefde op
den vader hebben gerust. Deze had echter den
burgemeester van Gulpen bü brief van 6 De
cember 1912 medegedeeld zij het ook niet
bepaaldelijk met betrekking tot de militie
dat zijn zoom in Duitschland genaturaliseerd
was en dientengevolge de Nederlandsche na
tionaliteit verloren had. Uit het feit, dat de
vader hetzf) dan te recht of ten onrechte
in de overtuiging leefde, dat zijn hier be
doelde zoon geen Nederlander meer was, volgt,
dat er voor hem ook geen aanleiding bestond,
dezen zoon ter inschrijving voor de militie aan
te geven.
Op den burgemeester rustte de taak om. zoo-
dra hij zou ontdekken, dat de inschrijving ten
onrechte achterwege was gebleven, ambtshalve
tot Inschrijving over te gaan. Dit moet in het
algemeen ook nog geschieden, Indien een der-
gelljk verzuim eerst na geruimen tijd aan den
dag treedt. De burgemeester van Gulpen heeft
Graaf de Marchant Jr. nimmer voor de militie
ingeschreven. Wat de reden hiervan is. is na
zooveel jaren niet met zekerheid na te gaan.
De meentng van den vader, dat zijn zoon
sinds zijn naturalisatie in Duitschland geen
Nederlander meer was was tot 1920 ook die
van den zoon zelf, getuige diens op 27 Decem
ber 1919 gedane aanvraag om door naturali
satie de hoedanigheid van Nederlander te her
krijgen.
Toen de minister van Justitie bü de beschik
king van 15 September 1920 te* kennen gaf.
dat niet was gebleken, dat Graaf de Marchant
zün door geboorte verkregen Nederlanderschap
had verloren, dat hü m a.w. steeds Nederlan
der was geweest, volgde hieruit voor wie deze
uitspraak als juist aanvaardt, dat Graaf de
Marchant in 1913 voor de militie had moeter
worden ingeschreven De burgemeester van
Gulpen te echter tot.korten tüd geleden van
deze beschikking onkundig gebleven, wat zjln
vetklariog iueriu vindt, dat Graal de MaxcüAUt
Waar de radio zich o.a. tot taak stelt muziek
culturen werk te verrichten, daar brengt dit den
duren plicht mede, alles in het werk te stellen,
opdat de uitzendingen van hooge kunstwaarde
niet voor enkele bevoorrechten een genot zün,
maar dat zooveel moge lijk luisteraars deel
krijgen aan dat kunstgenot.
Leeren onderscheiden uit de bontheid van het
muzikaal door de radio gebodene, te een eerste
behoefte voor niet enkelen, maar voor alle
luisteraars.
Door deze overwegingen geleid, zal de K RO
binnenkort een zeer krachtige poging doen den
luisteraar, die in de veelheid van de muzikale
indrukken, welke de radio pleegt te geven, be-
grüpelükerwüze vaak het spoor bijster moet
rakerf, nog meer dan tot dusver tot gids te
dienen.
Van een gedachtenwisseling over dat
verzoek tusschen de Pruisische en de Ne
derlandsche regeering te niet gebleken.
In 1920 werd gerapporteerd, dat het verzoek
zou zün gedaan door den vader. Eenigerlei
verband tusschen dit verzoek en het dienst-
nemen of het zich begeven in het Dultsche
leger is den ministers niet bekend.
Evenmin is den ministers bekend, of de
heer de Marchant voor 3.Maart 1914, dus vóór
zijn inlijving, zich in vóór-opleiding heeft be
geven of anderszins dienst genomen heeft in
of in betrekking heeft gestaan tot het vreem
de leger.
Waar*de Nederlandsche regeering in een ont
slag uit het Dultsche staatsverband niet te
gemoeid geweest, beschikken de ministers hier
omtrent niet over bescheiden ter toezending
aan de Kamer, ook niet over een aan belang
hebbende verschafte oorkonde van ontslag of
over een afschrift daarvan.
Wat betreft de vragen: 1 Kan een minder
jarige door eigen naturalisatie in een vreemd
land zün Nederlandsche nationaliteit verlie
zen? en 2 Is voor het zich begeven in vreem
den krijgsdienst de vrijwilligheid een
tieel element? waarvan de eerste ontkennend
en de tweede door de commissie tot onderzoek
van den geloofsbrief bevestigend wordt beant
woord, zeggen de ministers, dat deze opvat
ting van de commissie overeenstemt met een
in zich voordoende gevallen door opvolgende
ministers van Justitie bezegelde practük. Ook
te in deze practük gehuldigd de stelling der
commissie, dat Iemand zün Nederlanderschap
niet verliest, tenzü dit ontwijfelbaar vaststaat.
Aan het antwoord op de tot den minister
van Defensie a.i. gestelde vragen wordt het
volgende ontleend:
De heer M. V. E. H J. M. Graaf de Mar
chant et d’Ansembourg, geboren 18 Januari
1894 zou naar zün leeftüd in Januari 1913
in aanmerking zün gekomen om voor de mi
litie te worden ingeschreven. De inschrüvlng
had dan moeten getchieden In de gemeente
Pastoor Waterreus werd geboren te *s-Gra-
venhage op 11 Maart 1870 en bereikte dus den
leeftijd van 66 jaren. Hü werd op 15 Augustus
1894 door Mgr. Bottemanne z.g. priester gewüd
en was achtereenvolgens kapelaan te Hoofddorp,
te Kralingen. Rotterdam, aan de Kruiskade en
te Amsterdam (de Duif), waarna zün benoe
ming volgde tot pastoor te Rhoon bü Rotter
dam. Na een verblüf aldaar van slechts Aén
jaar, werd hü benoemd tot pastoor te Langen-
dük. waar hü twaalf Jaar werkzaam te geweest,
totdat eindelijk in November 1923 zün benoe
ming volgde tot pastoor der 8t. Victor-paroehle
te Noordwijkerhout Ruim 12 jaar te hü hier
pastoor geweest. Veel heeft de thans ontslapene
herder voor zijn parochie gedaan vooral tot ver
betering en verfraaiing van het Godshuis. Zoo
werd de beschildering, welke door de weersge
steldheid veel geleden had. geheel gerestaureerd,
en werd de kerk voorzien van een glazuren
wandbetegeling, waardoor het Inwendige van
deze mooie oude kerk aeer werd verfraaid. Ook
werd een centrale verwarming aangelegd, waar
door het Interieur van de kerk, dat in den win
ter veel van het weer te lüden had, in goeden
staat bleef.
De overledene was bü de parochianen gezien
om zijn diepe godsvrucht en om zün milddadig
heid voor de armen. Door zün zorgen werden
enkele liefdadige Instellingen, als Mariavereeni-
gtng en „Llefdebeurs" opgericht. Ook werd hü
als trouw ziekenbezoeker geroemd.
Zeer zeker zal de overledene in het Priestergraf.
waar de vorige pastoors reeds rusten, op het
parochlekerkhof worden bügezet.