De H. Ambrosius
Milaan
den daq
van
Met twee kameraadjes op avonturenreis
is
Jan van Leeuwen
F 250-
I’
KWIEK EN VIEF
De baard
KATHEDRAAL 8-3879
De negergod van Harlem
DElOSPRIJS
i
I
Een veelzijdig ontwikkelde
persoonlijkheid
VOOR LONDEN
I
V
WOENSDAG 11 DECEMBER 1935
Ruusbroec’s goede kok
9
F
DOOR FLETCHER
1
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Z
Dom H. P. LOUWERSE, O.SB.
op dit blad zijn ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen
stallen
een
Het volgende
vagen
Een
man
1
TWEEDE DEEL
NATUURLIJKE DOOD OF MOORD?
EERSTE HOOFDSTUK
De
wat
1) Ultg. de Boccard, 1 rue de Médlcls, Parijs:
1 deel gr. 8®, 60 fr.
Ademloos luisterden de kinderen naar het
prachtige verhaal van Jan, die bij het zien
I tot werken door
■1de beenen of beide oogen
M’n baas sei niet,
hoe diep ik graven
moet. Weet je ook,
wat voor klimaat het
aan den anderen kant
van de aarde is? Ik
heb geen flanelletje
aan.
(Smith's Wseklr)
U hebt het eerste bewijs van onze macht
gehad met bet geval van uw stamboek-
had
om
wonde
is onze ..Omroeper" Eiken avond weer opnieuw
spreekt hij in 80.000 gezinnen, waar hij steeds
een trouw gehoor vindt. Zaken-Otnroepers 50
ct. per regel. Particuliere Omroepers 20 ct. per
-egel. Betrekkingen (gevraagd en aangeboden»
10 ct. per regel.
Ze gaf vol gas en voort snelde de auto met
zijn eigenaardigen last. De dame was zoo over
stuur. dat ze seeds harder ging rijden en
niet bemerkte dat ze een onbewaakten over
weg naderde, waar juist een trein langs reed.
In eens een schok, en daar Vloog de auto
boven op den rijdenden trein.
van zooveel aandacht glom van enoegc.ii
..Nou," vervolgde Jan. „Zoo kwaomen we op het
staotion, en daot was me daor een konster-
nasie. Ik verkocht de stier op de markt en
met het geld ging lek terug nair den boer
van wien de stier waa geweest. „Hier hè Je de
sjente boer, iek heb Je stier verkocht." zei
Jan tegen hem. Deze bedankte hem en. ver-
telde lachend dat het Juist zMn plan was ge
weest om den stier te verkoopen.
De boer gaf me veur main moeite een
gulden," zei Jan en vol trots toonde hij de
kinderen het geldstuk. Vol bewondering
keken ze help aan. Alleen Plet twijfelde een
beetje aan de waarheidslievendheid van Jan’s
verhaal en toen hij dat aan hem zei, krab
belde Jan wel een beetje terug. „Nou jao.”
zet hij, ,,’t was toch een prechtig verhaol
zulle", en dat moesten ze hem toegeven.
T-,1 „Kroniek der Nederlandsche Letteren"
I l.an De Gids behandelt in het Dec.-num-
ner een specifiek katholiek onderwerp, nJ.
.Ruusbroec en Jan van Leeuwen als dichters".
Jan van Leeuwen, Juister zou zijn Jan van Leu-
van (Jean de Louvlan), is een te weinig bekende
figuur uit onze letterkundige geschiedenis. Wij
ontleenen aan De Gids het volgende:
Ml Terne» van een bana
een voet af een oog
A I f A O AT AT C1 op dit blad zijn ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen E* MJ levenslange geheele ongeschiktheid
/A 111 la 11 r O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen r VV«“ verlies van belde armen, belde beenei
weten voorshands nog niet of het vee
natuurlijken dood gestorven is, waagde
Lesbia aan te voeren.
Hjk en regelmatig" verhaal van wat er gebeurd
was. Nog grooter was zijn verbazing toen ze
Zn de Koninklijke Bibliotheek te Brussel
bevindt zich een handschrift van frag
menten uit het werk pan Jan van Leeu
wen (Ms. II. 139), verlucht met de hier
boven gereproduceerde voorstelling van
den goeden kok, links aan den arbeid in
de keuken, rechts in zijn studeercel
schrijvende
vee. Het volgende zal menschen gelden.
De mededeeling was geteekend met het zegel,
dat mr. Pontifex reeds gezien had op den
gouden ring, dien George Albert ^lermey bi) de
stroosehelf op Somerboumè had opgeraapt.
slommeringen lezen kon. Toen de prior hem
eens vroeg, welke kleur dit habijt nu eigenlijk i
had, antwoordde de goede kok, dit niet te we
ten. Hij droeg het kleed al Jaren, maar had
nimmer op de kleur gelet. Eenmaal. In stervens
gevaar, lag hij te kreunen: „Ter uwer eere. o
Heer, ter uwer eere, o Heer en de toege
snelde medebroeders hoorden hem den zin vol
tooien: .Ter uwer eere, o Heer, wil Jan des
noods verdoemd worden." Zulke volksaardige
uitingen van kloosterlijke ingetogenheid en ne
derigheid, maakten hem algemeen bernjnd. Ge
stegen tot de mystieke schouwing naar het
voorbeeld van zijn meester, bewaarde hij in de
weergave zijner ervaringen het accent van zijn
eenvoud. Ken reeks geschriften, rijk aan volks
eigen beelden en zegswijzen, maar weinig ge
ordend. leert hem kennen als een oprecht ka
tholiek. die zich nederig onderwierp aan het
gezag, maar fel en in kleurige taal kon tomen
tegen de dwaling en tegen de godsdienstige wan
toestanden van zijn tijd. Jan van Leeuwen im
porteert den volkstoon in de middelnederland-
sche mystiek. Zijn Idealen verdedigt hij op een
wijze, die steeds aan zijn afkomst herinnert.
Men kon naar aanleiding dezer Idealen zelfs
van een democratische streving gewagen.
De drle-en-twintig boeken van den goeden
kok zijn nog nimmer in druk verschenen. Ze
genoten nochtans veel populariteit in Noord- en
Zuld-Nederland en werden in verschillende
handschriften bewaard. Laat in de zeventiende
eeuw, wanneer de volksmystlek geheel vergeten
is en ruimte heeft gemaakt voor een vrjj alle-
daagsche ascese, herinnert pater Petrus Croon
zich nog de gestalte van den .Bonus Cocus”
en noemt er een boektitel naar..
Nader dan van eenlg ander mysticus staat de
taal van Jan van Leeuwen tot het gesproken
Brabantsch zijner dagen. De schrijver kende
geen latjjn en onderging geen invloed van vreem
de zinsvoeglngen. Hij stortte zijn hart uit op
deaelfde manier als hij het zijn moeder h^d
hooren doen. De woordkeus is niet altijd even
fijn, maar dikwijls raak. Gewoonlijk Is hjj aan
woorden te rijk. Ruusbroec’s samenvattend for-
muleervermogen, dat in één enkelen volzin wel
het overdachte van een geheele week zwMgens
onderbrengt, zocht hij zeker niet na te volgen.
Hjj praatte op papier breeduit, kinderlijk, goed
moedig en soms geniaal. Zijn lmprovlsatie-ta-
lent sleept hem mee, zijn vlotte, krachtige ver
beelding stelt hem in staat, de Minne te zien
als een tegenspeler in het llefde-spel der mystiek
en zelfs een dialoog met de Minne te beginnen,
waarbij men een oogenblik denken moet aan de
vroolijke twistgesprekken der kluchten en boer
den. „Balen wij ommer moeten paerlementen
vraagt de Liefde. Dichter bij het alledaagsche
leven is de taal der mystiek niet vaak gespro
ken. Toch vergeet de goede kok onder 't schrij
ven al wat hem met de wereld verbindt. Zijn
ongewilde stijl stijgt naar de toppen zonder dat
hij eenlge moeite doet. HM schrijft maar, schrijft
maar, en bemerkt zelf niet, dat er een schoon
heid ontstaat, die gaaf wordt als een boom
vrucht, zoodra ze maar groeien mag uit zijn
landelijke bezieling.
{lat verscheidene lieden naar Groenendael kwa
men, alleen gedreven door de zucht naar de
„voortreffelMke spijzen", die Jan van Leeuwen
bereidde. Ze werden in dit geval, zoo voegt hM
er aan toe. niet minder Ingenomen door bet
geestelijk voorbeeld dan door de lichamelMke
verkwikking. Groot was zijn Ingetogenheid en
men vertelde de anecdote, dat broeder Jan, die
nooit een nieuw kleed vroeg, rondliep in een
habijt, waarop men de sporen zijner ambtsbe-
maal bM hoog en bM laag vol dat ik wel dege
lijk dien ochtend reeds geweest was en dat
ze allen de huur reeds afgedragen hadden
Beetgenomen was Je dus!
Langzamerhand begreep ik dat het bitter
ernst was. Ik sprong op mijn fiets, trapte wat
ik trappen kon naar het volgende tadres en ook
daar viel me deaelfde ontvangst te beurt Toen
wilde ik trachten te redden wat er nog te red
den was en ik vlopg naar het adres, waar ik
gewoonlijk het laatst kwam. Maar ook hier van
hetzelfde laken een pakje. En uit de verhalen
die de menschen me gedaan hadden, maakte
ik de gevolgtrekking, dat er dien ochtend een
man. een „als heer gekleed persoon" zich aan
mijn adressen vervoegd had, die volgens de ge
gevens. die overal gelijkluidend waren, als twee
druppels water op mij moesten gelijken en van
deze sprekende gelijkenis misbruik gemaakt had
om wederrechtelijk de huur te innen.
Een goocheme oplichter dus!
Ja. dat lag er duimdik op. Maar omdat
aan niemand van de huurders het bedrog was
opgevallen, kwam UT tot de conclusie, dat die
kerel, wie het dan dan ook was. ten eerste
geheel en al van mMn doen en laten op de hoog
te moest zijn en ten tweede dat hij door zyn
sprekende gelijkenis met mM zooveel als mijn
dubbelganger moest zijn.
Schiet op! Wat deed Je verder?
Vroeger had ik al eens gehoord van aller
lei netelige posities, waarin iemand door een
zoogenaamden dubbelganger verzeild kon ra
ken. Dien avond kwam ik met tnMn broer over
een het verlies samen te deelen en de politie
maar liever er buiten te laten. Maar tevens
besloten we een radicaal middel toe te passen,
om dien dubbelganger voorgoed onschadelMk te
maken. Ik Het mMn board afscheren. En ver
der lieten we de zaak maar blauw-blauw.
Ik had het er niet bM laten zitten!
Man, wat koop Je voor die herrie met de
politie? Een hoop rompslomp, en je centen zie
Je toch niet terug.
Die baard had je gerust op zijn plaats
kunnen laten. Je kon immers op je vingers
narekenen dat die snuiter het een tweeden keer
wel uit z’n hart zou laten!
Dat is ook zoo, hernam Mulder. En mijn
huurders dachten er nóg anders over. Want
toen ik den volgenden Maandagochtend aan
mMn eerste adres kwam, begonnen mMn klan
ten me uit te schelden. Ze dreigden met de
politie. En of Ik al volhield dat ik werkelijk
Mulder was. en juist omdat ik voor de tweede
maal niet beetgenomen wou worden, met op-
aet mMn ulterlMk veranderd had er was niet
één die me geloofde, en overal kon ik onver-
rlchterzake ophoepelen. De vierde huurder ech
ter, dien ik bezocht, had blMkbaar zijn maat
regelen reeds genomen. Want op hetzelfde
oogenblik waarop ik aanbelde, werd ik door een
paar ijzersterke vuisten in den nek gegrepen
en mee naar het politiebureau genomen.
En verder?
Daar geloofden ze me evenmin. Toen vroeg
ik of-het niet het beste zou zyn dat de politie
mun broer als getuige zou halen, om te be
vestigen dat ik werkelMk Mulder was. gerech
tigd om de huur in zMn naam op te halen.
En toen?
Dat gebeurde Nadat Ik eindelek, wat ze
dan noemen, gerehabiliteerd was. sprang ik
onmiddellMk op mMn fiets en trapte als een
bezetene naar het laatste adres. En daar bleek
dat mMn dubbelganger er wéér in geslaagd was
alle huurders opnieuw bM den neus te nemen
Want h M had zMn baard niet laten afscheren!
En wat deed Je toen?
Toen deed Ik niet veel meer. Want mMn
vrouw gaf me een pot in m’n heupen en zei:
,,’t Is half negen, man. Het wordt Je tijd om de
huur te gaan ophalen Maar hoe kom je er bu.
om ip je droom aan één stuk door over een man
met een baard te wauwelen!"
de stallen waren binnengegaan en hM het
doode vee zag.
De dieren moeten ongeveer twaalf uur
dood zMn, merkte hM na een vluchtig onder
zoek op. En wat het ook Is, dat ze gedood
heeft, de dood Is onmiddellMk geweest. Ze lig
gen rustig, wat slechts bM een plotsellngen dood
■vnogelMk is U kunt zelf zien, er is geen enkel
teeken van doodsstrijd of van pMn te bespeuren
Dit gaat boven mMn macht, mr. Pontifex. U
zult er een deskundige in vergiften bM moeten
halen. Want Ik zou er op kunnen zweren dat
het een of ander soort vergif Is geweest
Zouden we Acheson niet vragen mMnheer?
opperde Jocelyn, doelend op den bekendsten
deskundige van het departement van Binnen-
landsche Zaken. Ik ken zijn privé adres
De Eerste Minister belde Acheson op en de
beroemde man kwam nog in den loop van den
dag. HM en Marchant sloten zich met een der
doode dieren op en ze kwamen weer even wijs
te voorschMn.
Er is geen spoor van eenig bekend vergif
te ontdekken, zei Acheson. terwMl hM de zaak
met den Eersten Minister besprak U staat hier
tegenover Iets waaromtrent ik geen enkele
onderstelling durf maken.
Maar zMn er dan geen symptonen, geen
teekenen of Iets dergelMks? vroeg mr* Pontifex
Er moet toch stellig Iets zijn waarop u. met uw
uitgebeelde ondervinding een bepaalde theorie
kunt bouwen?
De specialist hief de handen op en liet ze
weer zakken.
Er is niets, zei hM wanhopig. Absoluut
Dat Ruusbroec door de eenvoudigen onder zMn
tMdgenooten ook Inderdaad begrepen werd, be
wijzen de geschriften van den „goeden kok” van
Groenendael. den leekebroeder Jan van Leeu
wen, geboortig uit Afflighem, wiens aandoen-
IMke levensgeschiedenis werd opgeteekend door
Pomerius In het derde boek zMner geschiedenis
van Ruusbroec’s klooster. Broeder Jan kende
den lateren prior van Groenendael reeds, toen
deze nog kapelaan te Brussel was. HM volgde
hem naar de eenzaamheid van het Zoniënboach
en daar trok hM door zMn nederigen toeleg op
de vroomheid en door de buitengewone ge-
nadegiften, welke hM ontving, aller bewondering.
Ruusbroec stelde hem gaarne ten voorbeeld aan
de geleerde contemplatieven, die te liever met
hem te doen hadden, omdat hM bM alle heilig
heid een slagvaardig en goedmoedig Brabantsch
volkstype bleef. ZMn dikke bulk. zMn blozend
gezicht, zMn kerngezond voorkomen, door geen
strengheid van vasten te deren, wekten de vroo-
IMkheid. De goede kok onderhield het klooster-
Hjke optimisme, ook wanneer hM ondervond, hoe
schraal de pot soms wordt in de keuken der
heilige armoede. Dit belette hem trouwens niet,
de plichten van zMn staat waar te nemen met
een ernst en een nauwgezetheid, als gold het
steeds een feestmaal. De gasten ontving hM,
hetzM ze van edelen huize of bedelaars waren,
altMd met een eerbiedig ceremonieel, hM diende
hen in de gastenkamer „met een blM gezicht,
een welwillend voorkomen en een opgewekt ge
moed" „laeta facie” zegt Pomerius, „benlgno
vulto, alacrique animo” en de leniging hunner
llchamelMke nooden verschafte hem gelegen
heid tot een bescheiden zielzorg, hem door nie
mand kwalijk aangerekend. In heel Brabant ge
noot hM de reputatie de meest bekwame kloos
terkok des lands te zijn en Pomerius suggereert.
aanwezig is en het woord voert. HM predikt
den wereldvrede, den vrede der ziel, het geluk
HM geeft ons ook het geluk. In hem te geloo
ven Is voldoende om zijn geest te voelen Wij
hebben 30 mlllioen leden In Amerika, Afrika en
Europa.
Twintig mlllioen leden Is niet weinig! Maar
misschien Is de heer Lamb, hoewel nauwkeurig,
ook een optimist En beriep Huey Long zich
ook niet op 20 mlllioen aanhangers? Heeft ook
de religieus-sociallstische gemeenschap der
„Utoplëre” niet 27 mlllioen leden in de Nieuwe
Wereld en ver daarbuiten? De suggestie van het
getal heeft daarenboven waarde voor de pro
paganda.
Geld hebben we niet, zegt Lamb, want Father
Divine voorziet In al onze nooden. WM stellen,
moet u weten, geen belang in geld. Hoe Father
Divine aan het geld komt, weten wM ook niet.
HM is schat- en schatrMk, buitengewoon mach
tig, heeft een Rolls Royce, een vliegtuig met
acht zitplaatsen. hM zou een paleis kunnen
bouwen InpMats van de kathedraal 83879.
maar het is beter, eenvoudig te bUjven. Onze
gastmalen zMn echter uitstekend, ja. veel beter
dan in de beste restaurants
De Journalist gaat binnen in de ontvangzaal
van Father Divine, waar de gastmalen plaats
vinden. Negerinnen drinken er koffie met
brood. Het is een langwerpig, leeg lokaal zon
der eenige luxe. Houten banken. Houten tafels.
Refterlucht.
Toch schMnt de heer Lamb, die ’n nauwkeu
rig man Is, te gelooven wat hM zelf vertelt:
„Ja, veel weelderiger dan in eenlg restaurant...."
Inmiddels weerklinkt een klnderlMk gezang.
„WM zMn allemaal kinderen" zegt de heer
Lamb „Hoe oud schat u mM?"
„Dertig jaar.”
„Ik heb geen leeftMd meer! Zie. dit Is het
portret van Father Divine U schat hem om en
bM de vMftig jaar? Dat denkt u maar.! Wij heb
ben de bewijzen, dat hM vMftig Jaar geleden
in Zuld-Amerlka leefde. Toen ^schatte men hem
zeventig Jaar. HM wordt steeitZ'kfliger Ik heb
x*k geen leeftijd nicer. Waar de Father Dlvm»
vandaan komt, weet niemand. HM sa» wel altMd
blMven leven."
De vergaderzaal der negers IMkt op een
schuur of een garage. Men gaat er zitten om
drie uur. Men zit er om acht uur nog. Men
wenscht elkander: Vrede. Men voelt niet, dat de
tMd voorbjj gaat. Er gebeurt niets. Men is als
onder hypnose, maar er gebeurt niets. Dit is
het innerlMke geluk, de Inwendige vrede van
het koninkrMk. Verklaren kan men dit niet. Het
is alleen maar te voelen."
Tot zoover de correspondent van Parls-Solr,
wiens verslag wM, ietwat verkort, weergeven.
Wat Se denken van dit zonderlinge verhaal, niet
zonder ironie verteld?
Het bewMst den erbarmelijken Godsnood van
dezen bezeten tMd. Alle volkeren voelen de be
hoefte aan de concentratie, de stilte van den
inwendlgen vrede, het innerlMke geluk, maar
wie geeft hun die? De suggestie van het getal,
de suggestie van het pers-verslag, de suggestie
van de reclame, de suggestie van de Rolls-
Royce en van de onmetelMke rijkdommen bc-
rooven den mensch van de innerlMke rust. H(i
zoekt een schMn van wat de moderne realiteit
hem onthoudt.
Daar het letsel dat Jocelyn Chenery aan
zMn rechterhand had opgejoopen hem van zjjn
verplichtingen als secretaris voor den loopen
den tijd onthief, was de jongeman aan zich zelf
overgelaten En zoo kwam hM op de gedachte
dat hM wel slechter kon doen dan een bezoek
afleggen bM een tante van moederszijde die op
Wight woonde en van wie hM hooge verwach
tingen koesterde.
HM reisde dus naar het eiland af op den-
getuige was van het
Eersten Minister aan den
had er geen flauw vermoeden van wat me dien
middag boven het hoofd hing. Nadat Ik m’n
twaalfuurtje opgepeuzeld bad, reed ik naar mMn
eersten middagklant. Ik duwde de voordeur
open en brulde in het portaal m’n gewonen
roep naar boven. En nu wou ik dat jullie de
gezichten van die menschen eens gezien had
die naar beneden kwamen.
„Zeg. Mulder!" zei er een. „Als ons nou
In de maling wilt nemen!"
„Goed is t-le!” lachte een tweede. „Laat
Mulder op z’n ouwen dag nou óók nog eens
lollig worden
Ik kon er op het eerste oogenblik geen
touw aan vastknoopen. Die menschen riepen
me. de een na den ander, allerlei grappen toe
en tenslotte kwam de aap uit den mouw, dat
ze allemaal met elkaar in de veronderstelling
waren dat ik dien dag ê's morgens al geweest
En hoe ik ze ook aan het verstand
trachtte te bren
gen dat ik van
verdere grappen
niet gediend was,
en dat ik mijn
tMd wel beter ge
bruiken kon
ze hielden
John Lamb ontvangt de boodschappen; hij
ontving ook den reizendèn verslaggever van
Parls-Solr, die zich als journalist had aange
meld in het groote willekeurige huls, dat ka
thedraal 83879 in werkeUjkheld is. Op de
trappen wachten werklooze negers en negerin
nen. rMk aan kinderen, die ze meebrengen om
er een waakzaam oog op te hodden.
..Peace. Brother, peace,” zoo begroeten zM den
vreemdeling. Dit is hun vaste groet: Vrede.
John Lamb houdt bureau In wat men een
uitgebeelde telefooncel zou kunnen noemen. hM
heeft een schrMfmachlne op een ruwhouten
tafel voor zich, voorts eenlge vlugschriften, en
twee IngelMste fotografieën, voorstellende een
gewonen neger, zooals men er honderden tegen
komt In Harlem en een dikke negerin. Dit zMn
.Bather Divine" en diens wettige huisvrouw,
„mother Divine,” de steeds dienstvaardige help
ster van de geïncarneerde godheid. De heer
Lams is een blanke, die geen enkel spoor van
exaltatie vertoont. HM vat zMn secretarlta op
als job," een baantje, en maakt den Indruk
ran een nauwgezet ambtenaar zonder zenuwen.
Ik kan ji onze beweging niet verklaren, zegt
hM, want ze is onverklaarbaar. Men moet haar
voelen. Het beste wat gij doen kunt, is onze
plechtigheden bMwonen, onze bMeenkomsten en
maaltMden, waar Father Divine persoonlMk
Neen, lieve, daar heb Je gelMk aan. was
het antwoord. Maar we kunnen zelf onze ge
volgtrekkingen maken. Ik heb nog nooit ge
hoord, dat 22 stuks vee, in goede conditie en
volkomen gezond, te gelMkertMd dood neej.-
vlelen. en Sk kan me niet voorstellen WT
Iemand anders wel eens zoo iets zou hebban
gehoord. Neen. Lesbla, deze kerels zMn dulve'sEfi'
knap, voor menschen van hun soort Is In Sc
toekomst de wereldheerschappM weggelegd. D^
man die uw vader tegenhield, de gezant van de
bende, wist terdege wat hM zei. toen hM op
merkte dat de macht tn handen lag van de
chemici. Ik ben niet zoo’n zware denker, zooals
Je weet, maar daarover heb Ik toch zelf dlk-
wMls genoeg nagedacht. Vloten en legers zullen
in de toekomst afgedaan hebben, Lesbla.
Inplaats van de menschen dood te schieten
zullen we ze vergiftigen of verstikken of ze
doen Ineenschrompelen of
We zullen spoedig weten of het vee ver
giftigd Is. onderbrak Lesbla. want daar Is
Marchant, de veearts en die zal het wel weten
te vertellen.
Jocelyn Het Lesbla In den tuin achter en
ging met mr. Pontifex, MarlUler en den vee
arts het park door. Marchant was een Jonge-
die in zMn beroep reeds naam gemaakt
had; hM had In het loopende Jaar de gouden
medaille gekregen en hM studeerde nog steeds
De verbazing stond op zMn gezicht te lezen,
terwMl hM luisterde naar mr. Pontifex’ dulde-
ja! zei Mulder tot zMn clubgenooten. Dit
is om den dooien dood geen mop, en
als mMn broer nog In leven was, zou die
jullie nog kunnen vertellen hoe hM er ten^otte
nog bM te P«« is moeten komen, om me uit
het politie-bureau vandaan te halen.
Mop of geen mop! Vertel maar op.
Wie het niet gelooven wil. moet het laten!
Maar leder van jullie had lets dergelMks even
goed kunnen overkomen. Ze zeggen trouwens
wel eens dat ieder mensch een dubbelganger
heeft
Zit niet zoo te leuteren! Gooi los.
Welnu dan, begon Mulder zjjn verhaal,
het Is al jaren geleden. MMn broer leefde toen
nog. die. zooals jullie wel weten, er warmpjes
in zat. Een groot gedeelte van zMn vermogen
had hM In zoogenaamde weekwonlngen belegd.
Maar hM sukkelde toen al aan z’n hart en om
dat ik niet veel om het IMf had en een talrMk
gezin had te onderhouden, kwamen we overeen
dat ik, vanzelfsprekend tegen een redelMke ver
goeding. geregeld de huurbedragen van zMn
woningen zou incasseeren.
Zeg het nu maar op z’n Hollandsch: Je
moet de centen van de huur ophalen
Ook goed. Het waren er een kleine hon
derd. En dat moet Je niet uitvlakken, want als
Je niet zorgde dat 's Maandags de buit binnen
was. liep Je veel kans dat je Dinsdags voor
lauw kwam. Ik had dan ook 's Maandags mMn
handen vol. Ik trapte al die adressen beurt
voor beurt met mMn flets af en meestal had ik
's avonds vrMwel de heele poet te pakken.
Tegenwoordig zul je nog wel eens een
keertje terug mogen komen!
Reken maar van yes! Maar Jullie begrM-
pen wel zoo’n beetje hoe dat ging. AltMd zoo-
wat op denzelfden tMd duwde Je de voordeu’
open, nadat Je aangebeld had; in het portaal
gaf Je een gil van „de huur!” of ..Mulder!" en
dan kwamen je klantjes vanzelf de dulten naar
beneden dragen Dat ging toentertijd zoo maar,
zonder kwitantie of zoo de menschen leken
toen wel van een ander slag dan tegenwoordig
en in een oogenblik was Je weer een deur
verder. lederen Maandag ging dat zoo toujours
hetzelfde ritje en het liep, week in week uit.
als van een leien dakje.
Daar is niet veel bMzonders aan.
Uit laten praten! Op een goeden Maan
dag ging alles als gewoonlMk gesmeerd, en ik
en Soutliampton. Op de kleine stoomboot
waarvan hM gebruik maakte bevond zich veel
volk, daar het toeristenseizoen reeds begon
nen was Men vond er menschen van allerlei
naties. Jocelyn Hen het dek op en neer en
monsterde zMn medepassagiers met critlschen
blik HM zag Franschen. Duitschers en Ameri
kanen in grooten getale en toen hM «Mn
onderzoek had beëindigd, moest hM erkennen
dat er niemand onder hen was die hem op
bijzondere wyze belang inboezemde Plotseling
echter ontdekte hM een medepassagier die hem
zoo sterk interesseerde, dat hM voor niets of
niemand anders In de eerste drie vier uren meer
oog had.
Die medepassagier was een jongeman, dien
Jocelyn had bemerkt toen de boot aan den
steiger van West Cowes aanlegde.
VermoedelMk was hM van Ryde of Oost
Cowes gekomen, hu hield zich van de andere
passagiers afzijdig, terwMl hM peinzend het
geooe aan boord in zich opnam, 't Was een
lange goed-gebouwde jOTigeman van ongeveer
zes of zeven en twintig jaar. Met zMn gebruinde
wangen, dicht krulhaar, rijzige figuur en zMn
pak van blauwe serge, dat hem als aangegoten
zat. had hM veel weg van een militair Jocelyn
deelde hem terstond bij het leger In HM onder
wierp hem aan een nader ondersoek en maakte
in zich zelf de opmerking dat de bruine tint het
gevolg moest zMn van de inwerking van de
tropische zon op de huid Overigens zou hM van
den jongeman geen bMaondere notitie hebben
genomen wanneer bet toeval niet tumchen-
belde was getreden. (Wbrdt vervolgd
zelfden middag welke
bezoek van den
tweede-hands-boekwinkel. Hy bleef daar twee
dagen waarop hM, beseffend dat hM aan zMn
verplichtingen had voldaan, naar de stad
terugkeerde om den dokter naar zMn snel
heelende wonde te laten zien. Het noodlot
wilde, dat hem op zMn terugreis een avontuur
overkwam dat hem eens te meer in aanraking
bracht met de raadselachtige gebeurtenis van
den vorigen Zondag op Soinerbourne Huize
Jocelyn Chenery’s tante woonde bM West
Cowes en Jocelyn reisde terug via de Solent
17 bij een ongeval met
doodelljken afloop
■j-x ij de stichting van Nieuw Amsterdam, dat
later New York zou worden, hebben de
Nederlanders niet vergeten, ook een ne
derzetting te noemen naar Noord-Hol.ands
hoofdstad Haarlem. Thans nog heet de groote
negerwMk van New York naar deze Holland-
sche herinnering aan patria: „Hariem
In dit Harlem hebben de negers hun eigen
godsdlenstX^mpels, waar de pakkende negro
spirituals heerklinken, zM hebben er de kathe
draal 83879, waar het KoninkrMk der Heme
len vertegenwoordigd wordt door den „Father
Divine,” den „OoddelMken Vader” aller negers,
wiens adres luidt: 20 West 115e street, Harlem
New York, en wiens secretaris gehoorzaamt op
den naam John Lamb.
darstellen, terwijl wij hier te doen hebben
met een noodzakelijkerwijs bóvennatuurlljk
superieuren persoon, hoe rijk verder zijn
menschelijkheid moge geweest zijn aan ge
breken. Dit een en ander doet echter aan
de algemeene waarde van het boek niets
af, deze Is groot, aAn grondigheid ontbreekt
het nergens. Achtereenvolgens worden de
betrekkingen bestudeerd tusschen St. Am
brosius en de keizers: Valentlnlanus I Gra-
tianus, Yalentlnlanus n. Theodosius,
(Eugenlus), Honorius, waarna de schrijver
een uitgebreide synthese geeft van St. Am
brosius’ politieke beginselen en begrippen.
In drie groote aanhangsels vindt men ten
slotte ondergebracht al het bewijsmateriaal,
dat op deze wijze op zichzelf overzichtelijker
is, en den loop van het verhaal der geschie
denis niet belemmert. Voor alles verdient de
schrijver den dank van allen.
niets! Die baas of bedrMfslelder van u of hoe
u hem noemt, slaat met zMn drukdoenerij den
spMker op den kop. t Is een bezoeking En..,,
het maakt mM beangst.
Mr. Pontifex keerde den volgenden dag in
ernstige zenuwoverspanning met Lesbla naar
de stad terug. Wat stond hem te doen? Moest
hM zMn collega’s van het kabinet mededeellng
doen van de geheimzinnige gebeurtenis op
Somerboum? of moest hM de aangelegenheid
voor zich houden En wanneer zou de volgende
slag vallen
Ondanks zMn angst en zMn voorgevoelens
vond mr. Pontifex in den namiddag van dien
Maandag tMd naar een tweede-handschen boek-
verkooper te rMden. die hem kortelings een
cataloog gestuurd had. waarin een paar zeld
zame boeken stonden vermeld, die de Eerste
Minister als Mverige boekenverzamelaar
wenschte te bezitten Er was heel wat volk
in den winkel, toen mr Pontifex er aankwam.
Een of twee personen kwamen na hem binnen
De eigenaar diepte de boeken voor hem op:
mr. Pontifex legde ze op zM. terwMl hM het
kantoor van den eigenaar binnenging om een
cheque te schrijven. HM kwam terug, pakte zMn
nleuw-verworven schatten op en stapte zMn auto
binnen. Zooals Iedere boekliefhebber dóén zou
opende hM terstond een der oude deelen.
opgevouwen blocnote-velletje viel er uit. Mr
Pontifex opende het en keek het in. De Inkt
was nog verach. De tekst luidde:
e H. Kerk herdenkt op 7 December
111 een harer grootste zonen: Sint Ambro
sius van Milaan, die op dezen dag
niet, stierf (hij stierf op Paaschzaterdag, 4
April 397), maar, gelijk men tot dusver aan
nam, zMn bisschopswijding ontving in het
jaar 374. Men voert heden redenen aan, die
aan het jaar 373 de voorkeur geven, en
hiermede zou dan gepaard gaan (hoewel
niet volstrekt noodzakeltfk) de verwisseling
van den datum tegen den Isten December.
St. Ambrosius was een veelzijdig ontwik
kelde persoonlijkheid, die door de Voorzie
nigheid bestemd werd tot de vervulling van
een geheel bijzondere zending, welke door
pater Pranse in de levensbeschrijving die
hij kort geleden over qnzen Heilige uitgaf in
de serie ,X>e Gemeenschap der Heiligen”, in
korte trekken op voortreffelijke, voor ieder
een overzlchtelijke en bevattelijke wijze, ge
schetst werd. Menigeen zal echter nu vra
gen naar meer, om met den grooten Heilige
van naderbij kennis te kunnen maken. Dan
bestaan er voor hem uitgebreider werken
althans in het Fransch en het Dultschvan
Foerster: Ambrosius, Bischof van Malland
(Halle, 1884), van de Labrlolle: Saint Am-
brolse (Parijs 1908). Wanneer men zich
daarbij afvragen zou in welk opzicht St
Ambrosius wel het grootst was. dan zal men
zeker allereerst moeten erkennen: als
Christen, dat Is hier: als Heilige, en het
schoonste in hem was zeker zijn innerlijk
Wil men hem echter verder afwegen naar
wat hij voor de Kerk was, dan is een beslis
send oordeel niet zoo licht uit te spreken
Zeker is het dat hij een zeer bijzondere en
belangrijke rol heeft gespeeld (belangrijke’
dan iemand anders van zijn tijd in ditzelf
de opzicht, de Paus niet uitgezonderd!), in
de betrekkingen tusschen het Staatsgezag
en het gezag der Kerk. Milaan was ten dag*
van St. Ambrosius de zetel der Keizers van
net West-Romeinsche rijk, en op het eind
die van Theodosius den Grooten als Alleen-
heerscher. Milaan was dus het voornaamste
raakpunt der beide machten, en zoo wa.’
het praktisch St. Ambrosius die daarin de
Kerk vertegenwoordigde. Wanneer men
daarbij voorts in aanmerking neemt he:
feit, dat toen nog slechts sinds een goede
halve eeuw die keizers Christenen waren
of althans het wilden zijn of meenden t»
zijn, zonder echter vaak bij machte te zijn
te onderscheiden tusschen orthodoxie en
ketterij, en op staathuishoudkundig gebied
tusschen Christendom en heidendom (droe
gen zij tot dusver nog niet steeds den titel
van Opperpriester: Pontifex Maximus, als
hun heidensche voorganeersl), dan beseft
men de geheel bijzondere belangrijkheid van
de rol, die hier aan St. Anbrosius door de
Voorzienigheid werdtoebedeeld. Aanhou
dend had hij beslissingen te nemen in con
crete gevallen en zijn standpunt te bepa
len, zonder in de gelegenheid te zMn daar
over met anderen, zelfs niet met den Paus,
van gedachten te kunnen wisselen! Het was
hem echter toevertrouwd, de Voorzienigheid
had hem relf tot die taak opgeleid; was hij
niet van hooge diplomatenafkomst, zelf
sinds een jaar gouverneur van een groot
gedeelte van Noord-Italië met Milaan tot
residentie, toen hij. nog slechts catechu
meen, zich plotseling zag verkozen tot
bisschop! Een jurist was hij van ras en van
vorming. Dat nu iemand (en iemand die
ertoe bekwaam is) het op zich nam onzen
Heilige in de vervulling dezer rol van nabij
te bestudeeren, kan slechts tot blijdschap
stemmen, en het lijvige deel „Saint Ambroise
*t ITrnplre romain” van Jean-Rémy Pa-
lanqt-e 1) zal welkom zijn aan allen die be
langstelling voor den Heilige koesteren.
600 bldz. zijn uitsluitend gewijd aan
de titel bepaalt, hoewel een belangrijk on
derdeel ervan een eigen onderwerp uit
maakt: de herziening van de chronologie,
waarbij de schrijver af en toe komt tot be
sluiten die afwijken van de tot dusver ge
houden meeningen. GelMk overal elders, ge
tuigt hM ook hier van een groote scherp
zinnigheid en een uitgebrelde feitenkennis,
toch is wellicht niet overal zMn bewijsvoe
ring zóó afdoend als hM zelf schMnt te
meenen. Ook heeft hM de neiging om bM
zijn held te uitsluitend louter menschelMke
bedoelingen en berekeningen, ook begeer
ten, tot verklaring zMner daden te veron-
9
Hoe ik op die gedachte kom? Daar hoeft
men niet zoo ver voor te gaan. Ik bedoel dit.
Na Jou is er geen levend wezen waar je vader
zooveel om geeft. In jouw plaats Lesbla. zou
ik door en door voorzichtig zMn. ’t Is vergif, ze
zouden het In Je ochtendthee kunnen doen
of.
De zaak Is te ernstig voor een grapje,
Jocelyn, zei ze, hem verwMtend aanziend
Juist veel en veel ernstiger dan je
denkt. Lesbla. antwoordde MM
slachtoffer zal een mensch zMn. Misschien
vagen ze met een grooten slag het heele
kabinet weg. met uitzondering van den Eerste
Minister. Of, zooals ik zei, ze zouden het op
Jou gemunt kunnen hebben. Dat hangt heele-
maal van hun geaardheid af. Het zal In alle
geval Iets zMn dat Je vader ten sterkste treft.
Daarom Lesbla, ais die kerels Inderdaad oo zoo
vreeselMke wMze dood en verderf kunnen zaaien,
dan zullen ze hun tien mlllioen krMgen Daar is
geen ontkomen aani
Wa
geen