4
i
De -terugkéer van het Nederlandsch voetbalteam
r
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel
Het betoove
k
Plaats dan een Omroeper
gezinnen
voor 80.'
onze
M’N VARKEN
A
jeugdige lezersj
iNnmmmiinmmimniiiiminiininiintnmninmiiiiinimiiinffliii
Voor
L
Schaduwbeelden
-
Dr. Max Euwe feliciteert dr. A. Y.
d. Heulen,
de Gemeentelijke Universiteit te Amater-
aan
dam
PIET BROOS.
I
De
af
De
woord
ridden.
en
het Nederlandsch elftal.
met zijn promotie tot doctor in de geneeskunde
Je snapt natuurlijk allemaal.
Wat of het is voor een;
M’n varken is een spaarpot en
Is heelemaal van steen!
Z’n huid is glad en groen van kleur.
Hij heeft geen rose huid.
En als je aan m’n varken schudt.
Dan valt er soms wat uit!
Dit moet natuurlijk altijd gebeuren al* ’t
donker Is, of wanneer de gordijnen stijf Be
sloten zijn.
de feest. Zij haalde haar arme ouders naar
het slot en daar leefden zij nog lange jaren
tevreden en gelukkig.
En als er tn z’n dikken bulk
Geen enkele cent meer kan.
Dan slacht ik hem en 't varkentje
Voelt lekker niets er van!
t
1
d
I
spr
Ik heb een aardig varkentje.
Maar ‘t is niet zoo’n gewoon,
Zoo een, die in de modder wroet.
Het mijne is altijd schoon!
1
I
Hl
die
ten«
het
fc 1
M
Hisl
revc
erai
•een;
Tra
rege
de
inza
tem
er o
Blek
■lek
leve
af.
het
MC
ged
ter,
aar
ont
het
en
we
een
aan
ond
der
De heer H Th. Cox, oud-dlrecteur der
Hollandsche Stoombootmaatschappij, la
te Amersfoort overleden
Ni
■ekc
Part
re
bl
lie
vc
Stl
m
ni
gil
is
lei
no
,g
he
op
ka
sy;
bo
bij
b.i
tei
de
te
La
al«
sul
is
vei
stonden
brachten
fijnste
Ma-
•Air
Fan
Een felle uttslaande brand heeft oen
sigarenmagazijn in de Koningstraat te
den Haag verwoest
Ik gooi er trouw m’n centjes tn,
Die ’t varken goed bewaart.
En na een poosje heb ik too
Al aardig wat gespaard!
Het Nederlandsch elftal, dat te Dublin Zondag zoo schitterend Ierland won, is Woensdag op Vaderland*
schon bodem teruggekeerd.v_ De aankomst met do .Batavier' te Rotterdam
Geen lekkere schijven ham of spek
Geeft *t varkentje me hoor!
Het geeft alleen de centjes weer
En daar koop ik wat voor!
I
if
de slot
Marietje vertelde hoe zij in het slot geko
men was. Daarop zei de jongeling:
„Zo heeft dus de oude tovenaar
gehouden en wij hebben allemaal honderd
jaar als stenen gezeten. Jij hebt ons ver
lost. Denk je eens in, wij zaten hier zo als
jij ons daarstraks aangetroffen hebt bij
een vrolijke maaltijd; toen klopte een be
delaar aan de deur en smeekte om een ga
ve. Ik liet hem om een grapje te maken in
mijn overmoed stenen in plaats van brood
aanreiken. Maar de oude man riep woe
dend: „Vervloekt zal je zijn, jij en allen
die je toebehoren. Honderd jaar lang zul je
in steen veranderd zijn tot eindelijk een
jong meisje, goed en mooi, je self stenen te
eten geeft. Dan pas sul je weer levend wor
den Dat heb jU gedaan, mijn kind en
daarvoor aal ik je rijkelijk belonen.”
Marietje werd tot jonkvrouwe verheven
an toen atj oud genoeg geworden was, werd
De uitreiking der Nobelprijzen door Koning Gustaaf
Hans Spemann ontvangt den Nobelprijs voor physiologie en medicijnen; rechts: prof. James
Chadwick ontvangt den Nobelprijs voor physica
Marietje nam de steen van de grond en
stak hem bij de sleutel in haar zak.
Intussen was het middag geworden.
zon brandde heet en Marietje kreeg honger
en dorst. Daarom ging zij naar het bos,
zocht een schaduwrijk plekje op en at het
droge brood op dat haar moeder haar mee
gegeven had. Haar honger was nu voorbij,
maar des te meer dorst had zij gekregen.
Zjj nam nu de sleutel in haar hand en zei
bedroefd:
„Je zou me geluk aanbrengen en je kunt
me niet eens een paar druppeltjes water
^rschaffen. Ik wil water hebben, breng mij
water!”
Terwijl zij dat riep sloeg zij driftig met
de sleutel tegen een boom en,., nee maar
het zuiverste, mooiste water stroomde uit
de boom. Vlug hield Marietje haar mond
er onder en dronk tot zij genoeg had. Nu
wist Marietje dat zij een toversleutel bezat
en vol vreugde sprong zij op en liep verder.
dat je lamp niet te ver van je handen
staat of hangt. Wanneer jullie thuis geen
verplaatsbare lamp hebben, dan hindert
dat ook al niets. Je vraagt even aan een
broer of zus van je, of die een stuk wit
papier even wil vast houden ongeveer een
meter van de lamp in de kamer. Jijzelf nu
gaat met je handen, dus tussen lamp en
papier in, de verschillende voorbeelden la
ten zien.
Zij bereikte nu spoedig een groot meer.
Op de andere oever bemerkte zij een
prachtig en machtig slot dat tussen dicht
begroeide bomen uitstak.
„Hè, als ik toch eens aan de overkant kon
komen," riep Marietje uit.
Niet ver van haar af bemerkte zij plotse
ling een kleine kano. Die was met een zwa
re ketting aan een paal gesloten. Maar Ma
rietje had niet voor niets haar toversleutel.
Zij maakte het slot open en sprong in de
kano. Nauwelijks was zij gaan zitten of de
boot schoot als een pijl uit de boog over het
water. Van plezier wilde Marietje met haar
handen in het water plassen, maar zo iets
had zij nog nooit meegemaakt.haar han
den gingen niet onder.... het water was
één harde stenen massa.
Aan de andere oever bleef de kano lig
gen. Het meisje sprong er uit en snelde
naar de berg waar het slot boven op lag.
Maar alles op haar weg was even eigenaar
dig. Er stonden een paar herten, die haar
nieuwskierig aankeken. Ook toen zij de die
ren naderde liepen deze niet weg; ze zag
toen dat ze van steen waren. Verderop wil
de een haas dwars over de weg lopen, maar
hij kwam niet van zijn plaats en het eek
hoorntje dat zo vlug tegen de stam van
een boom op wilde kauteren verroerde zich
niet, hoewel Marietje toch in haar handen
klapte om het te verschrikken.
Alle dieren die zij op haar weg ontmoette
waren zonder leven. Nu stond zij voor een
grote muur, die het slot omgaf. Terwijl zij
nog stond te overleggen of zij wel door de
grote poort naar binnen zou gaan of maar
liever om zou keren, hoorde zij weer die
eigenaardige stem:
„Maak open, het is je geluk!"
Zij ging dus met d^ toversleutel naar bin
nen en stond nu in een grote tuin. Ook hier
zag zij het zelfde eigenaardige beeld. Paar
den stonden er die door edelknapen vast
gehouden werden. Op het ene zat een jon
ge jager, met de jachthoorn aan zijn lippen,
net of hij wilde gaan blazen, maar geen
geluid werd er gehoord De paarden zagen
er ongeduldig uit, alsof zij de grond met
hun hoeven om wilden Woelen. De honden,
die aan kettingen vastgehouden waren,
stonden met open bek om te blaffen. Maar
niemand of niets verroerde zich. Alles was
van steen. Marietje ging verder het slot in.
In een lange zaal aan een rijk gedekte ta
fel zaten veel voorname heren, etend en
drinkend. Achter de hoge zetels
tientallen lakeien en bedienden
In. gouden en zilveren schotels de
spijzen of schonken parelende wijn,
rietje liep om de tafel heen en betastte ao
hier en daar eentje van de stenen figuren.
Plotseling stond zij aan het hoofd van de
latei voor een beeldschonen jongeling. HU
had zijn beker omhooggeheven en lachend
zijn mond geopend om te drinken. Marietje
moest er echt om lachen en dacht bij zich
self: ,Jn die lachende mond past precies
het kadetje van steen dat ik in mijn zak
heb.” Zij pakte dat en stopte het voor de
aardigheid in de hand van de stenen pop
„Eet maar lekker” zei zij hardop, maar nau
welijks waren die woorden uit haar mond
of het hele gezelschap begon te leven; de
bedienden liepen af en aan met de scho
tels. de borden kletterden onder de messen
en vorken van de Ijverig etende
Buiten hinnikten de paarden en* trapten
met de hoeven in de grond en de honden
blaften ongeduldig. Daar boven uit schalde
de hoorn van den jachtmeester dat het Ujd
was om op te breken.
De jongeling zette zijn beker neer
vroeg aan Marietje:
„Hoe kom JU hier?”
hierbij afgebeelde schaduwbeelden
zien er op het eerte gezicht nog al moei
lijk uit om na te maken, vinden jullie niet?
Maar ’t is toch heus niet moeilijk, hoor!
Ik hoef hier niets bij uit te leggen, want
de tekeningen zijn duidelijk genoeg om te
zien hoe je je handen moet houden.
Het komt natuurlijk het scherpste uit,
wanneer je het doet op een vlakke, liefst
witte muur en Je moet er ook voor zorgen.
oud-doelverdediger van
■j—r was eens een meisje dat Marietje
M heette. Haar ouders waren heel erg
arm. Op een goeden dag zei de moe
der tot het meisje: .Marietje, je bent nu
oud genoeg en kunt best Je brood zelf ver
dienen. Hier heb je een pakje boterham
men en een beetje zout. Trek de wijde we
reld in en zorg dat je je geluk vindt.”
Het meisje nam het brood en het zout
aan en vertrok.
Toen zij nu over een eenzame landstraat
liep, zag zij plotseling een grote ijzeren
sleutel liggen. Eerst wilde zij hem laten lig
gen, maar in het voorbijgaan riep een stem:
„Neem mij mee! Het is je geluk!’
Vlug bukte Marietje zich en stak de sleu-
tel In haar zak. Toen zij weer een tijdje ge
lopen had, stiet zij met haar voet tegen een
dikke steen. HU leek wel een beetje op een
wittebroodje. Achteloos gaf Marietje er een
achop tegen maar weer riep een stem:
„Neem mij mee! Het is je geluk!”
FOTOREPORTAGE
in
St
ki
d
d
Dl
SC
Puck van Haal ontvangt aan bloemen
hulde van een kleinen voetbal-enthou-
siast bij den terugkeer van het Neder*
landsch elftal te Rotterdam