1
Met twee kameraadjes op avonturenreis
4
De Italiaansche bisschoppen
en het conflict
^Cdw^iaal uan den daq
I
I
DONDERDAG 12 DECEMBER 1935
Proefwerk
DElOSPRIJS
I
VOOR LONDEN
GROOTE MOGELIJKHEDEN
worden U geboden door advertenUe-reclame in
de rubriek „Omroepers". Laat die U niet ont
glippen. De prijs kan geen bezwaar «ün, want
voor slechts 50 cent per regei komt Uw zaken-
Omroeper onder de aandacht van 80.000 ge
zinnen.
DE PANTOFFEL IIII
f
I
,J2e mui. dia met zjjn vrouw s
een gemeenschappelijke buis-
houding heeft, kan ten aan-
zien van zaken, welke kenne-
Hik de behoeften der hula- S
houding betreffen, geen huur- S
koop aangaan zonder schril-
telljke toestemming van zijne
vrouw, of hare medewerking 2
tot de akte’
I
a
Y
f
DOOR FLETCHER
s
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERL.UK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
A
Onze Rom. correspondent schrijft ons:
vermoord
zal
NASCHRIFT DER REDACTIE
bls-
zal
Al wandelend waren ze aan het station
„Stut, jong, niets vraoge,” antwoordde Jan.
Chenery.
antwoordde
nir.
De
ant-
10
te
al
op
Als
gekomen, waar juist een trein op het punt
stond om te vertrekken. Jan tilde de kinde
ren een voor een over het perronhekje en
wipte er daarna zelf overheen. ..Mag dat zoo
maar,” vroeg Piet met een benauwde stem.
Ze liepen nu langs den trein en keken met
aandacht naar de passagiers die Instapten en
naar de drukte, welke er altijd heerscht,
wanneer er een trein vertrekt.
nog
een
Italiaansche
Amerlkaanschen
dat zoo is. zou ik hem graag nog eens willen
zien.
Ja. mijnheer U hebt gelijk I De initialen
P. B. staan in zijn hoed. Hij heet dus niet
Willem Smit.
Juist, vriend. Die vijf minuten heb je dus 1
niet weten te benutten. Tóch zal ik je adres nog
even bewaren, omdat je op gebied van betrouw
baarheid je sporen verdiend hebt.
De Locarno-zaal in het ministerie van Buitenlandsche Zaken, waar thans
de plenaire zittingen van de vlootconferentie gehouden worden. De confe
rentie zelf vindt plaats in Clarence House
nog
kijk
aan
i
I
I
mededeeling
peltfke curie
Vaticaansche
1 weerspreekt,
het buitenland
De chef die juist het vertreksein wou ge
ven. zag het groepje en wenkte driftig dat
ze in moesten stappen, want hij dacht dat
ze ook met den trein mee moesten.
„Katholieken van de gansche wereld, zoo
roept hij, in naam van het geloof dat ons
vereenigt, rijst op. Laat ons Italië verde
digen, want daarmee verdedigen wij het
katholicisme. Vandaag nog. Morgen zal
het misschien te laat zijn.”
dien man in het oog. Hier, steek dit geld In je
terwijl hü den
Volg
adres
keek.
Ik heb daarvan wel eens gehoord nu*.
Chenery. Maar waarom vraagt u dat?
Omdat Ik dezen morgen van Weet Cowee
naar Waterloo-statlon gereisd heb met een man
die een nauwkeurig duplicaat van dezen ring
droeg, antwoordde Jocelyn.
Hè, mr. Chenery. riep hij uit. Ala die man
gevolgd had kunnen warden I
(Wordt vervolgd»
In deze en dergelijke politieke beschou
wingen spiegelt zich de uiterste spanning,
waarin Italië leeft. Men moet, om deze woor
den te verstaan, bedenken, dat het land in
oorlog is, dat deze bisschoppen de jonge
mannen uit hun diocees als soldaten heb
ben zien vertrekken en hun moeders de ker
ken zien vullen om te bidden voor hun be
houden wederkeer.
De opvlammende nationale hartstocht, die
Italië in dit tragische uur bezielt, verklaart
hoe sommige van deze bisschoppelijke brie
ven niet blijven bij de opwekking tot loyale
en vurige vaderlandsche offervaardigheid,
maar bittere beschuldigingen uiten tegen
andere landen.
Evenals In den grooten oorlog, dreigt ook
nu weer het gevaar, dat het lichaam der ka
tholieke Kerk uiteengereten wordt door de
overweldigende hartstochten van den strijd
om het bestaan.
Daarbij doet het zonderling aan, wanneer
men den lof leest, dien de natlonaalsocialls-
tlsche Duitsche pers juist voor de meest na
tionalistische uitingen der Italiaansche bis
schoppen over heeft.
Sommige Italianen uiten echter de mee-
nintdat de zaak van Italië óók het belang
van de katholieke Kerk is. Ik heb vroeger
reeds enkele malen het orgaan van de Flo-
rentljnsche katholieke literatoren „Tror.-
Dit toeval was het volgende. Het weer was
dien morgen in de Solent wat buiig en de zee
stond bijgevolg vrij hol. De vreemdeling
stond aan den kant van de boot, hü hield de
reeling vast met zijn linkerhand welke in een
blijkbaar nieuwen en daarom smettelooaen gelen
handschoen stak.
Plotseling wierp een zware golf een flinke
stortzee tegen de boot en ontlastte zich voor
een deel op zijn arm en zijn hand. Toen de
boot weer recht lag. trok hU zich terug, schudde
het water van zijn arm en begon met *n grljn»
zijn doorweekten handschoen uit te trekkc/i
En Jocelyn Chenery die in de nabijheid stond
en hem gadesloeg bemerkte plots hü kon er
«lin oogen niet van afwenden dat hij een
ring droeg die volmaakt het evenbeeld was van
den gehelmzlnnigen ring, dien George Albert
vorigen Zondagmorgen bjj de
Somerbourne Huize had opge-
„In naam van het vaderland,” zoo schrijft
de bisschop van Lecce, „dat ter verdediging
van zjjn goed recht strijdt op de velden
van Afrika, heb ik u onlangs om gebed en
Offervaardigheid gevraagd. Nu vraag ik U
goud.” „Zooals gisteren,” besluit het schrij
ven, „de stem van Italia aan de Piave ge
bood: „hier komt de vreemdeling niet voor
bij,” zoo klinkt heden het groote woord van
den Duce: „Wij trekken voorwaarts.”
deren. Ik wil alléén weten, of die man Wil
lem Smit heet, of niét. En daarvoor geef
ik je vijf minuten
Alfred van' den Berg sprong van zijn stoel op,
en vloog naar de deur:
Binnen vijf minuten weet u het!
Hola! Wacht eens even, vriend, hield de
detective hem tegen. Dat gaat zóó niet! Je wou
aeker in razende vaart in een taxi naar z'n
adres rijden, en er dAAr achter zien te komen,
niet? Neen, waarde heer, zóó gemakkelijk zullen
we je het niet maken! Het te «en proef, ver
geet dat niet, hoofdzakelijk wat betreft je be
trouwbaarheid en denkvermogen!
Er te al anderhalve minuut om. mijnheer!
Hoe moet ik er dAn achter komen?
Dat zal Ik je zeggen, ging de detective on
verstoorbaar verder. Vjjf minuten is een kort
oogenbllk óf een zee van tijd, al naar gelang je
ze te gebruiken weet. Jtf gaat nu hier vandaan
naar het restaurant „Rlche” op het Spul. Je
gaat er voor het raam zitten en bestelt een kop
thee. Om klokslag vier uur dat doet hy al
jaren komt onae man, Willem Smit of niet
Willem Smit dat heb j Ij uit te visschen
het restaurant binnen, hangt jas en hoed aan
den kapstok en neemt plaats aan de leestafel.
Aan de foto, die je gezien hebt, sul je hem on-
mlddellük herkennen.
En dan, mijnheer?
Ik verbied je denk om de betrouwbaar
heid! je met iemand, wien dan ook, in ver
binding te stellen. Je moogt met geen mensch
ook maar een woord spreken! Dus geen kellners
uithooren. nog minder ’n praatje met den man
zelf gaan maken! Sterker nog, deze kegelvor
mige capsules stop je in je ooren, waardoor je
vijf minuten lang stokdoof zult zjjn! Ondanks
dat moet je me na vjjf minuten weten te ver
tellen. of die man Willem Smit heet, of niet. Je
moogt je, wei verstaan 1 n bet restaurant en dus
niet daarbuiten, vrjj bewegen, maar niemand
mag je In vertrouwen nemen. En om vijf mi
nuten over vier bel je me op! Begrepen?
Jawel, mijnheer, Ik beloof u, dat Ik me
strikt aan uw voorschrift zal houden.
Goed zoo, vriend. Dan wordt het nu je
tjjd. ’t is over half vier. Succes! Denk erom,
scherp toezien, nadenken, combineeren! Het is
een schaakspel, meer niet. Ik voor mfj zou geen
halve minuut voor dien zet noodlg hebben, maar
Jou geef ik volle vjjf minuten, een zee van tüd.
De sollicitant ging heen en spoedde zich naar
het restaurant, zijn hersens koortsachtig af
tobbend.
Klokslag vier uur kwam de gezochte binnen
Alfred van den Berg herkende hem onmiddel-
lük. Wat nu? In 's hemelsnaam! Wat moet Ik
nu beginnen, om erachter te komen? Maar dat
is een onmogelijkheid! Ik kan toch niet heksen!
De vijf minuten waren onbenut voorbijge
gaan
Om 4.05 klingelde de. telefoon van den detec
tive. HU nam den hoorn van den haak en vroeg,
niet onvriendelijk
Gevonden?
Het spijt me, mijnheer. Om klokslag vier
uur kwam hij werkelijk binnen, zooals u gezegd
hebt, en ging aan de leestafel zitten. Maar ik
zie geen kans
Wat deed hjj, toen hij binnenkwam?
Hij hing jas en hoed aan den kapstok,
zooals u gezegd hebt, en ging toen.
Loop dan een» even naar dien kapstok, en
kijk eens in den binnenkant van zijn hoed!
De bisschop van Aquino schrijft:
„WH men weten, welke de gedachte van
den bisschop is? Zoo men mij vraagt, of
de oorlog die nimmer is verklaard maar
door de noodzaak ontstaan is, moet wor
den gesteund, wanneer het natuurlijk»,
recht op "het leven, dat is de expansie-Ifbod-
zaak van een volk, dat vordert, vrees ik
niet te antwoorden: ja. En wel zoolang, tot
de Natie de zekerheid heeft van het brood
en de veiligheid van haar grenzen.”
ok indien men de hierboven gegeven
1 citaten leest in het licht der verkla-
v-'z ring van de „Osservatore Romano”,
blijken zij met nog voldoende chauvinisti
sche propaganda doortrokken, om nlet-Ita-
liaansche Katholieken meer dan te be
vreemden. Opnieuw doen deze citaten zien,
hoe eenzijdig zelfs sommige kerkelijke over
heden in het oorlogvoerende land worden
beïnvloed door de propaganda, die sedert
maanden in de pers, door de radio en aller
lei betoogingen het patrlotlsme op onhoud
bare argumenten van gewettigde expansie
door een rechtvaardigen oorlog heeft opge
zweept zonder de waarheid tot deze massa
le misleiding te laten doordringen.
Ongetwijfeld wordt de verantwoordelijk
heid voor den onrechtvaardigen aanval op
Abessynië door de regeering van den Staat
gedragen. Desniettemin was het onnoodig
geweest, dat sommige Bisschoppen in im
provisaties en op andere wijze zich te buiten
gingen aan instemmingen, welke niet de
goedkeuring hadden van den H. Stoel, van
wiens verklaringen zij verre afweken. Bui
ten de Italiaansche grenzen wordt in ka
tholieke kringen dan ook vrij veel kritiek
uitgeoefend op een houding van kerkelijke
personen, dig zich In het tragische conflict
niet vrij wisten te houden van nationalen
hartstocht, noch zich te bepalen tot het
die misschien Iets op zijn kerfstok heeft, en
mlsschten ook niet, ik ken dien man. Ik weet
alles af van zijn doen en laten, van ’s morgens
vróeg tot 's avonds laat. Ik weet zelfs, wat bij
*3 nachts uitvoert. Slapen namelijk! Niets bij
zonders dus. f
De detective stond op. nam een kaart en een J
foto uit een systeemkaart, en gaf ae den nauw
lettend toezienden jongeman in de hand.
Bekijk die foto eens goed! ik wil het je
niet te moeilijk maken, hij heeft geen alle-
daagsch gezicht en je zult hem dus gemakkelük
herkennen. Lees verder deze gegevens! Je zult
er veel omtrent hem vermeld vinden, leeftijd,
lengte, beroep, adres, bijzondere kenteekenen
alleen zijn naam zul je er niet vermeld vinden.
En daar te het me juist om te doen! Dat wil
zeggen
U wilt weten, hoe die man heet?!
Bedaard blijven, Alfred! Schakers blijven
óók bedaard. Je hebt het mis. Ik wil Juist we
ten, hoe hij niet heet! Gek, hè? Luister nu
eens goed! Ik wil alléén weten, of die man Wil
lem Smit heet, of
niet. Meer niet
Ik behoef dus
niet te weten, of
hl) dan Jansen
heet of Gerritsen
of Pietersen, en
óók niet, of wie
zijn schoonmoeder vermoord heeft, of van
plan is de Nederlandsche Bank leeg te plun-
Natuurlijk,
Marillier.
Hjj opende een kast en haalde er een klein
doosje uit.
Hier is hij. mijnheer, u hebt toch niets ont
dekt dat er mee in verband staat?
Neen, antwoordde Jocelyn Tenminste op
het oogenbllk nog niet.
Hjj draaide den ring in gedachten rond
Neen, er was geen twijfel mogelijk. hij was het
volmaakte duplicaat van dien aan den vinger
van zijn medereiziger. Hij overhandigde den
ring weer aan Marillier die hem nieuwsgierig
had gadegeslagen.
Hebt u ooit iets met geheime genoot
schappen te doen gehad, Inspecteur? vroeg
Jocelyn.
Een klein beetje, mr. Chenery, antwoordde
Marillier. Een heel klein beetje.
Weet u ook of hun leden ringen of
spelden of andere sieraden dragen, waaraan
zij elkander kennen? informeerde Jocelyn
verder, terwijl hij den Inspecteur scherp aan-
Dë aartsbisschop van Brindisi spreekt
van „de sancties, die het koude egoïsme
en de aanmatiging van Engeland, tegen
alle redenen van billijkheid en recht in,
ten nadeele van ons vaderland gewild
hebben”:
zei hü tot
stellig niet
het zonder
zoo precies
eender als de eene helft van een gespleten erwt
lijkt op de andere.
HU verliet zUn coupé aan bet Waterloo-
statlon. zonder zich om zijn reisgezel te bekom
meren die naar hü wist aan de scherpzinnig
heid van Jannaway ten volle was toevertrouwd.
Op het perron lien hu Janna way voorbU
Janna way keek langs hem heen zonder het lid
van zUn oog te bewegen. Jocelyn was voor zün
knecht een totaal onbekende: hü moest on
willekeurig lachen, toen Jannaway voorbij was,
hU wist dat zUn knecht zUn prooi sou volgen,
moest die vervolging hem bü de wilden
brengen van Midden-Afrlka. Met die gerust
stellende zekerheid reed hü naar zUn kamers
in Down street en na zich te hebben verkleed
begaf hU zich naar New Scotland Yard, waar hü
naar inspecteur Marillier yroeg
U hebt toch den ring nog. die op Somer
bourne gevonden werd? vroeg hij. toen de
inspecteur tech bU hem vervoegd had.
Met de handen in zUn zakken liep de knecht
te Southampton van de boot af. en Jocelyn
had naar een witkiel om te zien om de bagage
naar den trein voor Waterloostatlon te bren
gen. De vreemdeling stond op het perron
voor hem; het was niets bUzonders dat ze
beiden, elk door 'n witkiel geleid, in den-
zelfden eerste-klas-rookcoupé werden geplaatst.
En gedurende de heele reis naar de stad had
Jocelyn volop gelegenheid den gehelmzlnnigen
ring te zien en wel honderdmaal
zichzelf dat al was die ring dan
die welken Jermey had gevonden,
eenigen twUfel zUn evenbeeld was.
tesplzlo” geciteerd, waarin de opvatting tot
uiting kwam, dat de tegenstelling Italië—
Volkenbond vertaald kan worden als ka
tholieke cultuur contra communisme en
maconnerle.
In het „Oiomale dTtalla” van 5 Decem
ber schrijft epn overigens onbekend pries
ter als zoodanig een ingezonden stuk, om
te betoogen, dat de katholieke actie der
gansche wereld de rechten van Italië zou
moeten helpen verdedigen, die de rechten
van de christelijke beschaving zouden zijn.
hü zou te weten komen wie hü was, of in alle
geval waar hü woonde. HU slaagde er in nog
enkele verstolen blikken op den ring te werpen
en nadat hü volkomen bevredigd was en buiten
allen twUfel had gesteld dat de belde ringen
op elkaar leken als twee druppels water, vormde
hU snel een plan de campagne.
Jocelyn had een bediende bü zich, een
zekeren Jannaway, een rasechten doortrapten
Londenaar, klein van stuk maar slim als een
vos, glad als een aal en getrouw als een hond.
Jocelyn vond hem zitten tusschen twee
valiezen terwUl hij naar het Wetley-ziekenhuls
keek, dat zü juist voorbijvoeren en zich afvroeg
hoeveel patiënten het wel sou bevatten.
BlUf zitten Jannaway, zei Jocelyn,
voor de knecht had kunnen opstaan en
niet alsof we iets bUzonders met elkaar
het bespreken zUn. KUk onbevangen.
Ja, mijnheer, antwoordde Jannaway, die
onmlddellUk begreep dat er iets aan de hand
was.
KUk toevallig om je heen, neem er den
tüd voor, vervolgde Jocelyn. Zie je daar op
zU dien heer in een blauw plak met een stroo-
hoed op?
Die wat van een officier weg heeft?
Ja mUnheer. antwoordde Jannaway terwUl hü
op den vreemdeling een snellen maar alles
omvattenden blik wierp. Ik zie hem, mijnheer.
Ik moet weten, waar hjj woont, 't doet
er niet toe waar. Als we in Southampton
ankeren bekommer je dan niet verder om mU
en deze dingen hier; je moet me zelfs niet
kennen. Ik zal op de koffers letten, JU houdt
boek).
't Wetboek heeft een nieuw artikel.
Dat ons, mannen, maakt tot knecht,
Vader Staat ontpopt zich daar als
Kampioen voor huw’lijksrecht
Huurkoop is iets zeer gevaarlijks,
t Was al vaker opgemerkt;
Voortaan kan ik niets meer koopen
Als mijn vrouw niet mede werkt!
Vooit kan 'k meer mijn vrouw
verrassen
Met een huurkoop-gasfomuis,
Met een radio, een ijskast.
k Ben geen baas in eigen huis!
Stel je voor: de heer der schepping,
Die de vraag verwachten moet.
Als ie ergens wat komt koopen
..Vindt uw vrouw dat ook wel goed?”
Vader Staat, je valt me tegen.
Och, hoe kan het toch bestaan?
Heusch, je weet niet wat j' ons,
mannen.
Met die wet hebt aangedaan!
Als je ’t nu nog omgekeerd had.
fa. dan was het zooals 't hoort.
Kreeg ik nooit meer rekeningen
Van modisten, en zoo voort.
Maar van déze wetsbepaling
Sta ik werkelijk versteld.
Dit artikel maakt den man zelfs
Wettelijk tot pantoffelheld!
HERMAN KRAMER
SiiiHiHiiiiminiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiuiiiitiiiiiiiiiiinii^
zak. Jannaway, vervolgde hU, U.
kecht een paar briefjes overhandigde,
hem, waar hij ook heen gaat tot Je zUn
te pakken heb# Heb Je het begrepen?
Ik heb het begrepen, mijnheer,
woordde Jannaway. Ik zal er voor zorgen.
Afstand zeker geen bezwaar. mUnheer?
Neen, antwoordde Jocelyn Als Je meer
geld noodlg hebt, telegrafeer dan. Nu moet je
me niet meer kennen. Ga met de anderen te
Southampton van de boot, laat de koffers voor
mU staan. JU past enkel op dien man. Do a
het handig Jannaway. daar hangt alles van af.
Laat het maar aan mij over mUnheer.
Ik ga oogenblikkelUk met mijn nieuwe taak
beginnen.
Jocelyn wandelde naar een ander deel van
de boot en om te toonen hoe behendig hU de
allures van een geheimen detective kon aan
nemen. liet Jannaway oogenblikkelUk de valiezen
en de andere bagage welke hü onder zUn be
rusting had In den steek en een sigaar opste
kend begon hU het dek op en neer te loopen.
zooals ieder die niets te doen had.
HU maakte van de gelegenheid gebruik om
den Jongeman welke zUn meester hem had
aangeduid wat nauwkeuriger op te nemen en
merkte een paar dingen op die aan de aan
dacht van Jocelyn Chenery zouden zün ont
gaan. Want Jannaway was uit een klasse ont
sproten. welke geleerd had voortdurend den
oogen den kost te geven en het leek wel of
hU achter op z’n hoofd ook een paar oogen
had.
besluit
„Het goud van de exvoto’s
ius alleen worden gegeven in den
de
deze
dat Jocelyn verwonderd was,
ware een al te zachte uitdrukking. HU voelde zich
•Jsof hU plotseling op iets geweldigs stiet.
HU had het aegelvlak duldelUk gezien; vergis-
„Itallë vroeg slechts een weinig ruimte
voor zijn zonen, en vroeg dat van een volk,
dat vjjf maal minder talrijk is dan het on
ze en dat, men weet niet waarom en met
welk recht, een gebied bezet houdt, dat
viermaal zoo groot is als Italië, zonder dat
het de schatten weet vruchtbaar te ma
ken, waarmee de Voorzienigheid het ten
gunste van den mensch heeft verrijkt. Lan
ge jaren werd geduld geoefend, aanvallen
en onrecht verdragen; en toen wij, niet
langer kunnende, onze toevlucht namen tot
(Nieuw art. 183 a Burg. Wet- 5
8
I
n de grootmoedige offervaardigheid,
waarmede het Italiaansche volk zijn
kostbaarheden aanbiedt om den Blinken
den goudvoorraad van het vaderland te
sterken, hebben de bisschoppen een Indruk
wekkend voorbeeld gegeven.
Deze inzender wijst op de verdiensten
van het fascistische regime voor het her
stel van het katholieke leven in Italië en
de oplossing van het Romelnsche vraag
stuk en beroept zich op de
bisschoppen enden
„radlo-priest” Coughlin. Maar niet op den
Paus.
Ook de verschillende brieven der
schoppen gewagen niet van de uitspraken,
die de Paus in een vroeger stadium gedaan
heeft over de rechtspositie in dit con
flict of men zou een zinspeling daarop
moeten zoeken in de woorden van den
aartsbisschop van Brindisi: „WU zullen
niet discuteeren over de gronden van oor
log en vrede....”
In het Vaticaan wordt uitdrukkelijk ver
klaard, dat de Italiaansche bisschoppen,
die in hun herderlijke brieven zulke poli
tieke beschouwingen hebben ingevlochten,
dit op eigen gezag en zonder voorkennis
van den H. Stoel hebben gedaan.
De H. Stoel zelf heeft zich sedert de bei-
de toespraken van den Paus van 27 Juli
en 7 September niet meer uitgesproken.
Terwijl het pauselijke oordeel over de
gebrekkige rechtsgronden van den dreigen
den oorlog nimmer is herroepen, heeft het
opperste kerkbestuur zijn beste krachten
gegeven aan de pogingen, totnogtoe vruch
teloos, om het conflict op den weg naar een i hartstocht> noch ^ch te bepalen tot
vreedzame en billijke oplossing te brengen, lenigen van de volksnooden tengevolge van
Intusschen nam de H. Stoel, ook in het den oorlog en der sancties.
A I I TT A °P dlt blad z^n ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen btJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door IJ 7^0 blJ een ongeval met IT OCfl verlies van een hand
I <1 1 ?i 1 v O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 f VVt” verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen JT f aJUe" doodeljjken afloop JT een voet of een oog
uitersten nood en alleen voor
urmen. De juiste tekst van
der aartsbisschoppe- t
te Milaan, aldus het
blad, komt gelegen,
omdat zij weerspreekt, wat men
vooral in het buitenland insinueert,
n.l. dat het gaud van de kerken
gegeven wordt voor den oorlog, om
den oorlog te steunen en dus zijn
leed te verlengen, waarmee men
meent een nieuw bewijs van waar
heid te kunnen leveren voor de
door ons reeds ontmaskerde laste
ring van „een kerkelijke financie
ring van den ootlog”. De gaven van
de bisschoppen zijn echter voor de
armen.”
sing was ten eenenmale onmogelUk. Alle
twUfel was uitgesloten, de ring aan den mid
delvinger van de linkerhand van dien vreem
deling was een zuivere cople van den ring,
welke °P Somerbourne gevonden was en welke
zich nu in handen van Inspecteur Marillier be
vond.
Jocelyn wandelde het dek rond en vroeg zich
onderhand af, wat dit beduiden kon. De
teekenlng op den ring waa zoo karakteristiek
en zoo eigenaardig, dat hU zich niet kon voor
stellen, dat ergens ter wereld een ring zou zUn
te vinden, die er een getrouw evenbeeld van
was af hU moest exnresselUk zUn vervaardigd
HU was er zeker van dat indien de ring van
dezen vreemdeling en die welke door Jermey’s
zoon was gevonden, samen in een hoed werden
geworpen, hU ze niet meer uit elkaar zou
kennen Het was hem heel wat waard als hij wist
wat dat beteekende. wat die opvallende ge
lijkheid kon beduiden.
In den korten tUd dat hü diplomatieke
ondervinding had ongedaan, had Jocelyn een
en ander gehoord van geheime genoot
schappen HU wist dat deze gebruik maak
ten van bepaalde teekens en symbolen, dat
de leden ervan vaak een ring droegen. *n
dasspeld of zelfs manchetknoopen. waaraan
se elkaar kenden. Was deze eigenaardig
geteekende ring misschien een symbool, was
hü het teeken van die mannen wier bood
schapper mr. Pontifex had opgewacht? Het
leek er wel op en als het zoo was. dan zou
hü. Jocelyn Chenery een oogje op dien Sbl-
dateaken Jongeman in, het blauwe pak houden;
In bijgaande berichtgeving van
onzen Romeinschen correspondent
wordt de opvatting weergegeven
van sommige Bisschoppen in Italië,
die in tegenstelling met den H.
Vader op chauvinistische wijze
tot de goud-inzameling aansporen.
Men dient evenwel in het oog te
houden, dat deze inzameling door
de Osservatore Romano werd ge
preciseerd als bestemd voor de ar
men, die onder den druk der sanc
ties bijzonder te lijden hebben. Het
blad citeert een desbetreffend be
sluit van Z. Em. Kardinaal Schus
ter, Aartsbisschop van Milaan, en
Dagelijks hebben de Italiaansche kranten
kunnen berichten van bisschoppen, die hun
gouden keten-soms het eenlge sieraad,
dat zij bezaten afstonden voor de vader
landsche Inzameling. Spoedig schijnt er
géén van de 280 Italiaansche bisschoppen
op deze lijst meer te zullen ontbreken. In
verschillende diocesen heeft de bisschop de
geestelijken aangespoord zijn voorbeeld te
volgen; op sommige plaatsen is de goud-
inzameling van de preekstoelen aanbe
volen.
Het is een grootsch voorbeeld van offer
vaardigheid, dat ongetwijfeld een sterk
effect heeft.
Een bijzonder Initiatief werd genomen
door den bisschop van Monreale, die het
voornemen geult heeft om de ex-voto’s uit
de heiligdommen van zijn diocees, voorzoo-
verre ze geen bijzondere kunstwaarde of
beteekenis hebben, aan den Staat af te
staan, om versmolten te worden. De bedoe
ling was niet, ze te schenken, maar van
den Staat de tegenwaarde in schuldpaple-
ren te ontvangen, welke dan ten goede zou
den komen aan de liefdadige instellingen
der kerken, die de ex-voto’s hadden afge
staan.
Het schijnt echter twijfelachtig, of dit Ini
tiatief in dezen vorm zal worden doorge-
voerd, daar het stuit op kanoniek-rëch-
telijke bezwaren, die vaak niet toelaten, de
bestemming van deze wijgeschenken te
veranderen.
De Italiaansche pers maakt eveneens bij
na dagelijks melding van de herderlijke
brieven, waarmee verscheidene bisschop
pen zich tot de geestelijkheid en de geloo-
vlgen van huft diocesen wenden, om hen
tot offervaardige vaderlandsliefde en trou
we gehoorzaamheid aan te sporen. Dikwijls
ontbreekt het in deze brieven niet aan een
scherp oordeel over de sancties en een vuri
ge verdediging van Italië’s goed recht in
het Abessinische conflict. Zulke politieke
beschouwingen deelen, zooals begrijpelijk
is, de opvatting, welke de Italiaansche pers
steeds heeft verkondigd en volgehouden,
ook In dit punt, dat de sancties het werk
van Engeland zijn en dat de andere vijftig
naties mln of meer gedwongen het Engel-
sche voorbeeld volgen.
Enkele van de in dit opzicht meest ka
rakteristieke passages uit deze bisschop
pelijke brieven mogen hier volgen.
aan-
werden op ons, voor
l, de befaamde sancties toe-
-
hef recht der wapenen, werden wij tot
vallers gestempeld en werden op ons.
de eerste maal,
gepast.” ,Wlj zullen voortgaan op onzen weg,
niet discuteeren over de gronden van oor
log en vrede en geen berichten weergeven,
integendeel hun verbreiding beletten, wel
ke de geesten in verwarring kunnen bren
gen.”
belang van deze bemiddelingspogingen, een
groote reserve in de beoordeeling van de
.verdere ontwikkeling van het conflict en
met name van de sancties. Deze terughou
dendheid moest ten overstaan van de
uitingen der Italiaansche bisschoppen nog
grooter worden en bleek dezer dagen ook in
het nlet-plaats hebben van de reeds aange-
kondigde audiëntie der fascistische vrouwe-
welijke tegensanctie-comlté’s.
Des te grooter is nu in alle kringen de
spanning, waarmede men het Consistorie
van 16 December a.s. tegemoet ziet. Men
verwacht, dat de Paus zich alsdan opnieuw
zal uitspreken over het conflict, zooals dat
intusschen is uitgegroeid. En dit met
plechtiger gezag dan voorheen, daar
consistoriale rede bijna de waarde en het
gewicht heeft van een encycliek.
In de spanning en verwarring, die dit
conflict ook onder de katholieken veroor
zaakt, ziet men naar dit woord des Pausen
uit als naar een lichtenden gids.
Jermey den
«trooechelf
raapt.
Te «eggen
t-v het schaduwen van een der verdachten
JA was de assistent van den detective in een
oogenbllk van onachtzaamheid door een
voorbljsulzenden auto gegrepen en de val had
hem behalve eenlge schrammen en schaafwon
den, een gescheurde halsspier bezorgd, die hem
minstens vier weken gedwongen rust oplegde.
De bekende detective, die dé hulp van een
vluggen, handlgen medewerker gedurende zoo
langen tüd niet ontberen kon. zocht dus naar
een geschlkten plaatsvervanger voor zUn intel-
llgenten. veelbelovenden assistent, en had te
dien einde eenlge sollicitanten naar dit veel
begeerde emplooi opgeroepen.
De detective, die ter bepaling van den graad
dér noodlge scherpzinnigheid bü «ün mede
helpers een eigen methode volgde, was er ech
ter tot nu toe niet in geslaagd een geschikte
noodhulp voor dit pienterheid eischend werk
op den kop te tikken, en ook ditmaal zou zün
eerste indruk, die hem zelden of nimmer par
ten speelde, de juiste blüken.
Hü huldigde den stelregel dat men een jonge
man, die blüken van ambitie en werklust ver
toont. een kans dient te geven, en toen de sol
licitant dan ook bescheiden doch niettemin vol
verwachting zün werkkamer betrad, noodlgde
hü hem vrlendelük uit plaats te nemen, of
freerde hem een slgarjJ__eu -stak van wal.
Er zün weinig jongelui, zoo begon hü, óle
geschikt voor dit baantje zün. Laat ik je dAt
op den voorgrond zeggen, jongeman. Ik zeg dit
niet om je reeds bü voorbaat te ontmoedigen,
maar om je duldelUk te maken welke etechen
aan een goed detective-asslstent gesteld moe
ten worden. Hoe heet je ook alweer?
Alfred van den Berg. mUnheer.
Juist. Dat is ook zoo. KUk eens. Alfred,
de meeste jongelui gaan van de veronderstel
ling uit, dat een haast ongeloofelüke lenigheid,
lichaamskracht, vermommlngskunst, vaardig
heid In het uitdenken 'van sluw-gerafflneerde
truos, onverschrokkenheid bü het hanteeren
van revolvers, vechtpartijen met beroepsmoor
denaars, giftmengers of meisjeshandelaars aan
de orde van den dag zün. Het tegendeel is waar.
Ik ben anders voor geen mensch bang.
mUnheer! Zelfs voor den duivel niet, als het
er op aankomt.
Des te beter. Alfred. Dit is een zeer goede
eigenschap, die je te gelegener tüd. ook als je
géén detective zoudt worden, te pas zal kunnen
komen. Maar waar het voor m op de eerste
plaats, op de allereerste plaats op aankomt, is
betrouwbaarheid, absolute betrouwbaarheid.
Daar sta ik voor in, mUnheer.
Uitstekend. Dat wil ik dan aannemen.
Maar verder en hier heb ik ook je voorgan
ger, die zich een paar weken koest moet hou
den, maar die het ongetwijfeld spoedig ver zal
brengen. herhaaldelUk op gewezen verder Is
de geheele kunst niets anders dan een goed-
gespeeld schaakspel. Je oogen den kost geven!
Nadenken! Combineeren! Je hersens gebruiken!
Wie, dAt doet, kAn een goed schaakspeler en
een goed detective worden. En dan doet er
niets toe of je ook al eens een spelletje ver
liest. Heelemaal niet! Je dient dus te beginnen
met te bewüzen dat je in staat bent zelf, zon
der hulp van anderen, je hersens te gebruiken.
En om te zien of je hiertoe in staat bent, wil
ik Je bü wijze van proefneming een kleine op
dracht geven.
Alsjublleft, mUnheer! U zult zien....
Bedaard blüven, jonge vriend. Niet vooruit
loopenLuister nu eens goed.
Ja, münheer.
Ik ben een man op het spoor, een heer,
I