slot J r 1 h De teragkeer van het Nederlandsch voetbalteam Het betooverde Zoekt gij betrouwbaar Personeel? Plaats dan een „Omroeper voor 80. gezinnen z jeugdige lezers onze M’N VARKEN ft: IIHEbf j amnnnnnn DONDERDAG 12 DECEMBER 1935 aan Schaduwbeelden •iz de di?1 t ■i i 1 FOTOREPORTAGE Dr. Max Euwe feliciteert dr. A. Y. d. Heulen, met zijn promotie tot doctor in de geneeskunde terwijl hij per schrijfmachine zijn orders uitdeelt PIET BROOS. De en Universiteit ie Amster» :e i spr Je snapt natuurlijk allemaal. Wat of hot ie voor een; M’n varken is een spaarpot en Is heelemaal van steen! Z’n huid is glad en groen van kleur. Hij heeft geen rose huid, Rn als je aan m’n varken schudt. Dan valt er soms wat uit!. Hollandtche Stoombootmaatschappij, is te Amersfoort overleden Dit moet natuurlijk altijd gebeuren als *t donker is, of wanneer de gordijnen stijf ge sloten zijn. zij de burchtvrouwe en het hele land vier de feest. Zij haalde haar arme ouders naar het slot en daar leefden zij nog lange jaren tevreden en gelukkig. Ik gooi er trouw m’n centjes te, Die *f varken goed bewaart. En na een poosje heb tfc zoo Al aardig wat gespaard! Ik heb een aardig varkentje. Maar 1 is niet zoo’n gewoon. Zoo een, die in de modder wroet, Het mijne is altijd schoon!. gen< het En M< ge< ter aai ont het en we een aan one der sy br bl b. te de te al su is ve Ni •ekc Part I Eee folio uitsiaando brand hoort sigarenmagazijn in do Koningstraat to don Haag verwoest Geen letters schijven ham of spek Geeft "t varkentje me hoor! Het geeft alleen de eentjes weer En daar koop ik wat voor! En als er in En dikken buik Geen enkele cent meer'kan. Dan slacht ik hem en t varkentje Voelt lekker niets ar van! Hls rev< crai een Tro regi de inzs ten er giek giek leve af. het Marietje nam de steen van de grond en stak hem bij de sleutel in haar zak. Intussen was het middag geworden, zon brandde heet en Marietje kreeg honger en dorst. Daarom ging zij naar het bos, zocht een schaduwrijk plekje op en at het droge brood op dat haar moeder haar mee gegeven had. Haar honger was nu voorbij, maar des te meer dorst had zij gekregen. Zij nam nu de sleutel in haar hand en zei bedroefd „Je zou me geluk aanbrengen en je kunt me niet eens een paar druppeltjes water verschaffen. Ik wil water hebben, breng mij water!’’ Terwijl zij dat riep sloeg zij driftig met de sleutel tegen een boom en,.nee maar. het zuiverste, mooiste water stroomde uit de boom. Vlug hield Marietje haar mond er onder en dronk tot zij genoeg had. Nu wist Marietje dat zij een toversleutel bezat en vol vreugde sprong zij op en liep verder. De hierbij afgebeelde schaduwbeelden zien er op het eerte gezicht nog al moei lijk uit om na te maken, vinden jullie niet? Maar *t is toch heus niet moeilijk, hoor! Ik hoef hier niets bij uit te leggen, want de tekeningen zijn duidelijk genoeg om te zien hoe je je handen moet houden. Het komt natuurlijk het scherpste uit, wanneer je het doet op een vlakke, liefst witte muur en je moet er ook voor zorgen. Hans Spemann ontvangt den Nobelprijs voor physiologic en medicijnen; rechts: prof. James Chadwick ontvangt den Nobelprijs voor physica Het Nederlandsch elftal, dat te Dublin Zondag zoo schitterend van Ierland won, is Woensdag op Vaderland- schen bodem teruggekeerd. De aankomst met de .Batavier* te Rotterdam bloemen hulde van een kleinen voetbal-enthou» siast bij den terugkeer van het Neder* landsch elftal te Rotterdam dat je lamp niet te ver van je handen staat of hangt. Wanneer jullie thuis geen verplaatsbare lamp hebben, dan hindert dat ook al niets. Je vraagt even aan een broer of zus van je, of die een stuk wit papier even wil vast houden ongeveer een meter van de lamp in de kamer. Jijzelf nu gaat met je handen, dus tussen lamp en papier In, de verschillende voorbeelden la ten zien. had zijn beker omhooggeheven en'lachend zijn mond geopend om te drinken. Marietje moest er echt om lachen en dacht bij zich zelf: „In die lachende mond past precies het kadetje van steen dat ik in mijn zak heb.” Zij pakte dat en stopte het voor de aardigheid in de hand van de stenen pop „Eet maar lekker” zei zij hardop, maar nau welijks waren die woorden uit haar mond of het hele gezelschap begon te leven; de bedienden liepen af en aan met de scho tels, de borden kletterden onder de messen en vorken van de Ijverig etende ridders. Bulten hinnikten de paarden en trapten met de hoeven in de grond en de honden blaften ongeduldig. Daar boven uit schalde de hoorn van den jachtmeester dat het tijd was om op te breken. De jongeling zette zijn beker neer vroeg aan Marietje: „Hoe kom jij hier?” Marietje vertelde hoe zij in het slot geko men was. Daarop zei de jongeling: „Zo heeft dus de oude tovenaar woord gehouden en wij hebben allemaal honderd jaar als stenen gezeten. Jij hebt ons ver lost. Denk je eens in, wij zaten hier zo als jij ons daarstraks aangetroffen hebt bij een vrolijke maaltijd; toen klopte een be delaar aan de deur en smeekte om een ga ve. Ik liet hem om een grapje te maken in mijn overmoed stenen in plaats van brood aanreiken. Maar de oude man riep woe dend: „Vervloekt zal je zijn, jij en allen die je toebehoren. Honderd jaar lang sul je in steen veranderd zijn tot eindelijk een jong meisje, goed en mooi, je zelf stenen te eten geeft. Dan pas sul je weer levend wor den. Dat heb jij gedaan, mijn kind en daarvoor zal ik je rijkelijk belonen.” Marietje werd tot jonkvrouwe verheven en toen sU oud genoeg geworden was, werd r was eens een meisje dat Marietje H heette. Haar ouders waren heel erg arm. Op een goeden dag zei de moe der tot het meisje: „Marietje, je bent nu oud genoeg en kunt best je brood zelf ver dienen. Hier heb je oen pakje boterham men en een beetje zout. Trek de wijde we reld in en zorg dat je je geluk vindt." Het meisje nam het brood en het zout aan en vertrok. Toen zij nu over een eenzame landstraat Hep, zag zij plotseling een grote ijzeren sleutel liggen. Eerst wilde zij hem laten lig gen, maar in het voorbijgaan riep een stem: „Neem mij mee! Het is je gelukt’ Vlug bukte Marietje zich en stak de sleu tel in haar zak. Toen zij weer een tijdje ge lopen had, stiet zij met haar voet tegen een dikke steen. Hij leek wel een beetje op een wittebroodje. Achteloos gaf Marietje er een schop tegen maar weer riep een stem: „Neem mij mee! Het is je geluk!” Zij bereikte nu spoedig een groot meer. Op de andere oever bemerkte zij een prachtig en machtig slot dat tussen dicht begroeide bomen uitstak. „Hè, als ik toch eens aan de overkant kon komen,” riep Marietje uit. Niet ver van haar af bemerkte zij plotse ling een kleine kano. Die was met een zwa re ketting aan een paal gesloten. Maar Ma rietje had niet voor niets haar toversleutel. Zij maakte het slot open en sprong in de kano. Nauwelijks was zij gaan zitten of de boot schoot als een pijl uit de boog over het water. Van plezier wilde Marietje met haar handen in het water plassen, maar zo iets had zij nog nooit meegemaakt., haar han den gingen niet onder.... het water was één harde stenen massa. Aan de andere oever bleef de kano lig gen. Het meisje sprong er uit en snelde naar de berg waar het slot boven op lag. Maar alles op haar weg was even eigenaar dig. Er stonden een paar herten, die haar nieuwskierig aankeken. Ook toen zij de die ren naderde liepen deze niet weg; ze zag toen dat ze van steen waren. Verderop wil de een haas dwars over de weg lopen, maar hij kwam niet van zijn plaats en het eek hoorntje dat zo vlug tegen de stam van een boom op wilde kauteren verroerde zich niet, hoewel Marietje toch in haar handen klapte om het te verschrikken. Alle dieren die zij op haar weg ontmoette waren zonder leven. Nu stond sU voor een grote muur, die het slot omgaf. Terwijl zij nog stond te overleggen of zij wel door de grote poort naar binnen zou gaan of maar liever om zou keren, hoorde zij weer die eigenaardige stem: „Maak open, het is je geluk!” Zij ging dus met de toversleutel naar bin nen en stond nu in een grote tuin. Ook hier zag zij het zelfde eigenaardige beeld. Paar den stonden er die door edelknapen vast gehouden werden. Op het ene zat een jon ge jager, met de jachthoorn aan zijn lippen, net of hij wilde gaan blazen, maar geen geluid werd er gehoord. De paarden zagen er ongeduldig uit, alsof zU de grond met hun hoeven om wilden woelen. De honden, die aan kettingen vastgehouden waren, stonden met open bek om te blaffen. Maar niemand of niets verroerde zich. Alles was van steen. Marietje ging verder het slot in. in een lange zaal aan een rijk gedekte ta fel zaten veel voorname heren, etend en irinkend. Achter de hoge zetels stemden Hen tallen lakeien en bedienden brachten i n gouden en zilveren schotels de fijnste I spijzen of schonken parelende wijn. Ma- rietje liep om de tafel heen en betastte zo lier en daar eentje van de stenen figuren. Plotseling stond zij aan het hoofd van de afel voor een beeldschonen jongeling. Hij oud-doelverdediger van het Nederlandsch elftal. hi oi k; st m n r< b U •’S 1 l’WW - -te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 4