DE KERK VAN ABESSINIË H p Met twee kameraadjes op avonturenreis <Ket oertaal wm den daq beklaagde de vrouw, „kan ie z’n huisje niet meer vinden?” I HAAR ONTWIKKELING MULTATULI Vondels geloof VOOR LONDEN de|osprijs 1 i DOOR FLETCHER Nieuwe nederlaag Missie in Abessinië x mBar j De dikke man en het poesje Succes in de 17e eeuw Hereenigingspogingen f X1®* r h in een E. Douwes Dekker Een tentoonstelling en hoef tot Toen den I moeit raad (Wordt vervolgd' TWEEDE HOOFDSTUK den met Toen hü echter merkte wie daar aankwa men en hü Jan harkende, werd hü boos e i hief dreigend den .seinlepel”, waarmede hU het vertreksein moest geven omhoog. De kin deren stoven uiteen, behalve Piet. Deze stap te naar den chef toe en met een bevend stemmetje vroeg bü of hü hier even moch- blijven, daar hij het hier zoo leuk vond. De trein vertrok. zal zoo S. Eduard en S. Maria, een email van Nico Wttteman meer dan één blsschop had. die daarenboven een geboren copte moest zijn. De herhaalde Invallen van de Mahomedanen voerden het land nog verder van Rome weg. hebben van Papa, sou die dans wel •ver de brug nogen T (Ric A Rac). en met kloppend hart volgde hü den sta tionschef naar diens bureau. Jongens, wat was het hier prachtig. Langs de wanden stonden allemaal geheimzinnige instrumen ten met blinkende knoppen en zoomeer en Plet raakte haast niet uitgekeken aan al dat moois. De anderen hadden het pciron reeds ver laten en Pietje stond daar nog steeds. HU vond het hier zoo gezellig. De chfef kwam nu naar hem toe en vroeg of hü het hier zoo gezellig vond. Piet knikte en de chef vroeg ot hü even mee naar zün bureau ging. Dat liet Piet zich geen tweemaal vragen MD 11 Hü wordt gevolgd, antwoordde Jocelyn rustig. Mün knecht volgt hem en ik verzeker u dat hü hem te pakken zal krügen waar heen hü ook gaat. U zult nader van ons hooren, inspecteur. Hü nam afscheid en vulde verder den dag op gezellige wüse tot het tüd werd om naar huis te gaan en zich te kleeden voor het diner Op zün kamers aangekomen vond hü Janna way bezig zün avondtoilet uit te leggen. En Jannkway vroeg hü. waar was het? Sint John's Wood, münheer, antwoordde zelfbewust De woning heet Villa En hü ging er natuurlük ook binnen? Ja münheer. met bagage en al. Zoo! Heb je z'n naam te weten kunnen komen Jannaway? Ja münheer. Waterloo-statlon Het heeft niet lang mogen duren. Het was te mooi! De vüanden der dynastie, de polyga- mlsten, de machtdragers in de schismatieke kerk, vooral de monniken, domme verdedigers van X alleenzaligmakende oeroude, kwamen spoedig weer in beweging Door vriend en vij and werd de negus op alle mogelüke wijzen be werkt. En zes Jaar later in 1632 teekende hü X keizerlijke raadsbesluit: ieder mag voortaan weer zün eigen godsdienst kiezen. Wel heeft Seltan Sagad eenlge maanden later op zün sterfbed alles herroepen en beval hü »ün zoon hü was er zich volkomen van bewust dat de scherpe oogen van zün bedienden zün wille keurige beweging hadden opgemerkt. Zool selde hü- VUJa Flrenza, niet, Janna way? En waar ligt die Villa Flrenza? In een van de rustigste straten achter Lord's Cricket Grounds münheer, antwoordde de bediende. Tusschen Lord s en C reus Road. Reed de man er recht naar toe? Ja münheer! n het Decembernummer van „Stemmen des Tüds” wijdt Dr. O. Th velaar in zün lite raire kroniek een waardeerend woord aan „Vondels geloof” het boek van Prof. G. Brom. De kroniekschrijver beperkt zich tot een voor- loopige vermelding, doch geeft hierin reeds eenlge belangrijke suggests voor de Ohtvangzt in ProCestantsche kringen. Dr. Tazelaar verklaart te dien aanzien o.a. „Het breede studiewerk dat ik bedoel kan naar waarde niet worden besproken in enkele tientallen regels, zelfs niet binnen het rulm- tebestek, dat ik voor deze kroniek heb. Zou men van dit boek „Vondels geloof' door Ge rard Brom een eenigszlns volledig beeld willen geven, dan moest men beschikken over een behoorlük aantal bladzijden Want het is veel meer dan een studie over één onderwerp: het Is de compacte, haast overdadige mededeellng van de resultaten, die een jarenlang zorgvul dig speuren en verzamelen hebben opgeleverd. Naar men weet is Professor Brom in 1907 gepromoveerd op een dissertatie over „Vondels geloof". Dertig jaar geleden was hü dus al In deze materie bezig en al de verdere Jaren is hü er mee doende gebleven. Bij zulk een opzet nu valt er niet aan te denken iets anders te doen dan het eerbied wekkende werk te vermelden: een levenswerk, dat voor de Vondel-studle monumentaal is, breeder nog, dat voor de bestudeering van de geestesstructuur der gouden eeuw onmisbaar is De 15 hoofdstukken hebben wel alle eenlg moment van Vondels leven of werkzaamheid tot onderwerp, maar die zün eigenlijk uitgangs punt voor een Uterair-hlstorische en misschien meer nog algemeen-critische behandeling van de 17e-eeuwsche verschijnselen op letterkundig maar ook op theologisch, politiek, wetenschap pelijk, philosophised gebied. Op verschillende punten heeft de lezer Vondel haast uit het oog verloren, verwikkeld als hü is in een 17e eeuwsche quaestle van cultureelen Inhoud En dan is er nog een tweede reden, die het ónmogelijk maakt in beperkt bestek op het boek nader in te gaan. Het is natnelük niet een dor, wetenschappelijk betoog, doch een le vendig. persoonlük-gestempeld, dlkwüls agres sief essay van heel grooten omvang (500 blad züden). Overal b.v. doet de schrijver scherpe aanvallen: op Calvün en zün leer, op „de Ge reformeerde dictatuur”, op de Hervormers en hun streven. En zulke passages prikkelen tot weerspraak maar die vordert clteeren en ar- gumenteeren, wat weer alleen mogelük is bü voldoende plaatsruimte. Bovendien ligt zulk een polemiek meer op den weg van een ander, dan van den llteralren kronlekschrüver. Op deze gronden dan meen ik te moeten volstaan met vermelding van het werk, maar die doen dan toch juist door hun argumen tatie uitkomen, wat de beteekenis is van bet boek: dat het namelük is een bü uitstek ge documenteerde, specifiek Roomsch-Kathoiieke behandeling van de 17e-eeuwsdhe culuur en een door het veelvuldig materiaal belangrijke toevoeging aan de Vondel-biografie.” weet niet hoevelen van mün medeburgers en medeburgeressen. Dat beneemt me mün slaap, mün eetlUkt, mün gezondheid. Maar laat geen tüd verspillen In het kort komt wat ge beurd is hierop neer, en hü vertelde dan aan Joce lyn van zün bezoek aan den tweede-handschen boekwinkel en van de waarschuwing welke hü in een der daar gekochte deelen gevonden had Wat maak JU daaruit op. Chenery, vroeg hü kregel. Stel je eens voor, dat die schurken aan het moorden slaan van mannen en vrouwen en misschien zelfs kinderen, zooals as mün vee vermoord hebben t Is al te verschrlkkelük om er aan te denken en toch denk ik sr voort durend aan. Ik geloof dat u ernstlgen Inwinnen, münheer. sei Jocelyn. De Eerste Minuter maakte met zün han den het karakteristieke gebaar, dat men van hem kende en dat zooveel Inhield als: wan neer je niets beters west, dan swüg "u,r liever heel em aal Maar tot wien moet ik dan om raad gaan? klaagde hü. Ata ik er met Rlvereford over spreek zal hü zün monocle In zün oog steken en zich afvragen of ik mün verstand verloren heb. als ik naar Merton ga aal hü probeeren mü er van te ove-tuigen dat er geen reden 1* om mü ongerust te maken. Dat lukte me al aan het Ik zag de labels oo zün valles en zün koffer. Daar stond op Rederdale V. C. Rederdale Esq. Er waren etiketten op geplakt, nog nieuwe van Parijs Grand hotel en van Ryde Pier Hotel. Dat heb je goed gedaan. Jannaway. zet Jocelyn. Enwat voor soort huls leek je dat, die Villa Flrenza? Ik kón van het huis niet zoo heel veel sten, münheer. X Is een van die huiven met ren hoogen, vervelenden muur er om heen. Er staan er zoo een heeleboel in die buurt. Uit wat ik er van zien kon, maakte ik op dat het nog al groot moet zün. en in den tuin staat nog een gebouw, een atelier of soo iets Juist, sei Jocelyn nadenkend. Je hebt Je best gedaan. Jannaway. Ik wou heel graag weten, waar die man heenging. Hü set met geen woord aan Jannaway dat hü sün vervolging van den man met den Chenery voor een intiem diner op een bepaal den dag en met den wensch dat de verwon dingen die hü had opgeloopen volkomen gene zen zouden zün. Jocelyn stak den brief in zün portefeuille en overdacht eenlgen tüd in alle kalmte de gebeurtenissen van den dag. Hü had gene eg gezien in het leven om te weten, dat de stoutste verbeelding vaak door de feltten wordt over troffen en dat, wat wonderlük toeval lükt. met toeval niets heeft uit te stun, niettemin piekerde hü er over dat zün medepassagier van dien morgen rechtstreeks van Waterloo- statlon was doorgegaan naar wat blükbar Vespucci’s huls was. En zich herinnerend ging hü naar de telefooS en belde den Inspecteur op. inspecteur Marinier, zei hü, toen de verbinding tot stand gebracht was, u herinnert zich nog wel ons gesprek van hedenmiddag? Zeker mr. Chenery. Zoudt u soo vriendelük willen zün, in geval u mr Pontifek ziet of spreekt, er tegenover hem geen melding van te maken? Zooals u verlangt, münheer. Mün dank inspecteur. Hebt u nog met niemand over de zaak gesproken? Met geen sterveling münheer. Mooi.doe me een pleister en spreek er ook met geen Xnenach over tot we elkaar ont moet hebben, zei Jocelyn, terwül hü zich ge reed maakte om af te bellen. Goeden middag. Een oogenbllk. münheer, zei Marinier Heeft uw bediende Iets ontdekt? Mag ik vragen of hü te weten gekomen la.... Maar Jocelyn had reeds afgebeld. Hü hing Eerst in 1839 is de Propaganda erin geslaagd den missionarissen in Abessinië een mln of meer vast verbluf te verzekeren. Eenlge La zaristen onder Mgr. de Jacobis en Capucünen met Mgr. Massa la vonden een weg door de on herbergzame woestijnen. Zü zün de grondleggers geworden van het huidige Katholicisme in die streken. Aanvankelijk hadden zü nogal succes: 12000 bekeeringen; vooral de vorming van In- landsche geestelijkheid gaf goede hoop. Maar nog eens moest het bloed der martelaren het zaad der Christenen worden. Vervolging bleef niet uit; slachtoffers vielen o. a. de Zalige La zarist Ghebra Michael. Keizer Menelik <18891913) was de missie welwillender gezind. Daarvan getuigen de leeu wen, die hü Plus X ten geschenke zond Voor al bleek dat uit zün verhouding tot den Apoe- tollschen Vicaris. Mgr. Taurin. Want toen hü ais generalissimus ten oorlog trok tegen Italië (18961 bracht hü hem zün zoon. Ras Tafari, den teginwoordlgen Negus Hailé Selassie: „Hier geef ik u 't kostbaarste wat ik heb. Als ik sterf, wees gij dan zün vader." Trouwe vriendschap heeft Hailé Selasslè steeds met de missie verbonden gehouden. Mgr. Jarozaeau, Apostolisch Vicaris der Galla's schrijft over hem: „Is de missie veel aan hem verschuldigd, hü dankt haar zün eigen op komst en succes. Wü zün altüd zün raadslie den geweest. Nooit nam hü een voorname be slissing zonder ons te raadplegen Het bezoek dat hü in 1924 den Paus bracht, is een ander bewijs van zün sympathie voor Rome. Toch is alles te zamen de vrucht van de laat ste büna honderdjarige prediking niet büzon- der groot te noemen. Er Is een katholiek le prozenhuis; er zün hospitalen, weeshuizen, scholen, een klelh en een groot-seminarie; er zün enkele Inlandsche priesters, en ongeveer 10.000 Katholieken. De Invloed van Alexandrlë en van de schismatieke monniken die zün er meer dan het land katholieken telt! is nog altüd groot, evenredig met hun eigen dom heid en de onwetendheid der bevolking. Licht punten zün daartegenover de vriendschap van den Negus, de aansluiting van Abessinië bü den Volkenbond, afschaffing van de slavemü. de ernstige opleiding en vorming der Katho lieken. Maar op’een massa-terugkeer naar Ro me is nog weinig uitzicht. Of daar de oorlog met Italië, dat Rome tot hoofdstad heeft, veel goed aan doen? Gods wegen zijn wonderbaar, eindigt pater van Kempen zijn belangwek kende beschouwing. den hoorn aan den haak en richtte zich lachend naar zün studeerkamer. Hü had liever niet, dat iemand van de ontdekking van Jannaway afwtat, totdat zü zichzelf een helderder voorstellig van haar beteekenis had gevormd. Hü zou dien avond bü mr. Pontifex dlneeren en hü ging er vroeg heep om Leabla een minuut of tien voor zichzelf te hebben. Bü zün aan komst vond hü haar echter in druk onder houd met haar vader die hem ultnoodlgde zich bü hen te voegen. Jocelyn merkte terstond op. dat de Premier er ontstemd en geërgerd uitzag. alsof een zware verantwoordelükheld van anderen aard dan die der gewone regee- rlngssorgen hem drukte. Met een wenk noo- dlgde h0 zün secretaris uit, plaats te nemen. Waar ik u alles op qomerbourne verteld het». Chenery, begon hü, nadat Jocelyn vader en dochter begroet had en een paar vragen omtrent sün bezoek aan Wight had beant woord. geloof ik. dat ik u ook moet vertellen, wat sindsdien ta voorgevallen en Lesbla ta het daarmee eens. U doelt seker op die geheimzinnige ge schiedenis münheer, ik hoop dat er niet* ernstigs is om u te verontrusten zei Jocelyn Er is Inderdaad iets gebeurd dat mü F er ernstig verontrust en natuurlük doel Ik on die geschieden!*. sei mr Pontifex ietwat geprikkeld. Die geheimzinnige geachledenis zooals u het noemt, ta sinds Zondagmorgen niet uit mün gedachten geweest; het sou gek zün als hel anders was wanneer Je den ernst er van inliet. Ik voel mi) verantwoordelük neen, tk ben ver- antwoordelük, Chenery, voor het leven van ik „Hü hoort dAAr, geloof ik,” zei het 'eerste meisje en weez naar mün huis. Er kwam een Jongen bü staan. „Ga maar eens vragen,” sei de vrouw, en ik was aan de deur vóór hü kon kloppen. .Hier ia je katje,” sei de Jongen, en hü hield X me voor. „Ga weg met het beest,” snauwde ik. Ik was het beu. „Ga weg en verdrink 't of hou t. of 't kan me niet schelen wat. Breng 't maar naar X poUtle-bu- reau.” De jongen zette het dier voor m’n i voeten neer en voegde zich bü de drie op *t trottoir. ,,’t Is een schande,” sei de vrouw met de waschmand. Toen kwam de dikke man er aan. HU droeg nu een vet hoedje in plaats van een vette pet en de stoppels op z’n vol gezicht waren ver dwenen. Ik herkende hem echter direct. „Wat is er?” vroeg hü aan x groepje. ,,’n Katje," zei de vrouw, ,,’n klein zwart katje. Hü heeft X de deur uitgegooid! HU wil X verdrinken! X Is een schandaal!” De dikke man ging over X bek leunen, keek naar het katje en toen naar mü- ..Als Ik een kat had en ik kon er geen vreten voor betalen,” zet hü luid, „dan bracht ik hem naar de kennel.” Het zwarte diertje sprong op de stoep tus schen m’n voeten en wreef met z'n zükanten langs m’n pantoffels en miauwde zacht. „KUk es,” zei de dikke man. ,Hü kent ta. Zoo’n hartelük beessie. X Is een schandaal. Als je een kat hebt en je kunt nog geen graatje voor 'm betalen, hoef je m nog niet op straat te laten verhongeren." Een kruldeniersjongen sprong van z’n fiets om het geval te onderzoeken. „Hü zegt dat X niet van hem is,” legde de dikke man hem uit, .en dan mot je zien hoe ie m anhaalt, zoo’n hartelük beest.” Ik zei nog eens langzaam en duidelük, dat ik nooit een kat had bezeten. De dikke man hitste het publiek verder op ,,’t Katje kent 'm. En as ie zegt dat X zün katje niet is. dan liegt ie. Hü heeft X opstraal gegooid, dat ta X. Op straat gegooid om te ver hongeren. As je geen eten voor een kat kan betalen, hoef je ’m nog niet op straat te gooien.” Het katje bleef op de stoep met opgeheven staartje heen en weer tippelen. „Je zou zoo zeggen." sarde de dikke man weer, „als iemand in zoo’n buurt woont, kan je we! 'n kat onderhouwen. Graatjes en afval Maar dat eten ze zeker zelf op. ..Heb ik ook al gezegd," zei de vrouw. kwam er weer een meisje aan, een meisje, dat ik nog niet gezien had. Ze was iets grooter dan de vorige twee en ze had óók een driehoekige scheur in haar schort. Ze keek naar den dikken man en toen naar het katje op zün stoep: „O, vader!” riep ze den dikken man toe, „m’n poessie!” het ware en goede Roomsche geloof en den Patriarch en de Paters aan. maar de troonop volger had reeds alle gemeenschap met hen ver boden en zou al heel gauw het verbannlngs- decreet onderschrüven. Eenlge Jezuïeten weten zich verborgen te houden om tot troost en op beuring van de weinig trouwgeblevenen honger en dorst te verdragen, maar ook zü vielen wel dra als martelaren voor het geloof. Vanuit Goa werd nog eenlge malen een poging gewaagd het land binnen te dringen; de meesten vleien als slachtoffers van de Tiu’ken. die overal mees ter waren van de kusten der Roode Zee. In 85 jaren was de bodem van Abessinië, men mag wel zeggen doordrenkt geworden van het zweet en bloed van 56 leden der Jezuïetenorde; als een droom waren de 6 Jaren van hereenlglng voorbügegaan; wat een bittere werkelükheld was er van overgebleven! Capucünenpaters. Franciscanen. Carmelleten. Augustünen hebben toen getracht hulp te bie den; ze vielen onder X zwaard of de steenen van den dubbelen vüand: de Turken en de Schlsmatieken. Het succes had God bewaard voor hun mede broeder Paéz. die in 1604 in Abessinië aankomt na in zün tienjarige ballingschap bü de Turken geschiedenis en gewoonten van zün toekomstige kudde bestudeerd te hebben. Al aanstonds weet hü priesters voor Rome te winnen, zelfs den keizer; langzaam aan. volgens opgezet plan terwül X keizerlük hof vóórgaat, moet het volk ontwend worden aan zün voorvaderlüke schis matieke gewoonten. Eerst nog eenlge Jaren van strüd met „woorden en zwaarden en dan komt het hooge woord eruit: niet aan Alexandrlë maar aan Rome vraagt de keizer om een pa triarch. Met uitbundige vreugde en praal wordt in 1626 Alphonsifs Mendez 8.J. ais abouna ont vangen en eenlge dagen later volgt de geloofs- belüdenta en onderwerping aan Urbanus VIII. Konlng, troonopvolger, al de kerkelüke en we- reldlüke waardlgheidsbekleeders zweren eed van trouw De R. K. Kerk is nu Staatskerk. Een heel volk ineens teruggevoerd In den éénen schaap stal onder den éénen herder. Jocelyn stek het kaartje dat de aardige Ttaliaansche hem gegeven had weer in zün zak an trachtte onbevangen t« küken, maar In het begin der zestiende eeuw werd vooral door de bemoeiingen van keizerin Helena op nieuw steun gezocht bü de Pausen Leo X Cle mens VII en Paulus III en ook bü de ko- ningen van Portugal, met wie de Abesslnlërs een verdrag hadden gesloten, waarbü Portugal hel pen zou tegen de Turken en zü vrUheld en bescherming beloofden aan de katholieke mis sionarissen Konlng Jan III van Portugal richtte tot den H. Ignatius een verzoek om den Z. Petrus Fa ber als Patriarch naar Abessinië te sturen Hoe jammer dat deze pas gestorven was Maar als Ignatius geen ander kan vinden, zal hü zelf wel gaan. Want de hereenlglng der ker ken had al Jaren lang zün volle aandacht. Dat Ignatius ging, vond geen züner metgezel len goed De keus viel toen op Paschaslus Brouet, die als Pauselük legaat In Ierland en als hervormer van bisdommen en kloosters ge toond had al cïe verelschten te bezitten voor de ze opdracht. Nu begint de koping te talmen Maar Ignatius laat hem niet los en blüft hem m zün brieven voortdurend herinneren aan zün vroegere plannen. In 1553 wordt dan door Ju lius III. Pater Joannes Nunez Barreto als pa triarch naar Abessinië gezonden en als mede helpers kreeg hü behalve 10 Paters ook nog als bisschoppen mee: Melchior Carnerlo en Andreas Oviedo, allen leden der Sociëteit van Jezus In Lissabon werden ze gewüd en in Maart 1555 vertrok het Ulustre gezelschap naar Goa Maar intusschen hebben daar de Schlsma tieken bü dit dreigende gevaar ook niet stil gezeten. De gewone insinuaties natuurlük: De Jezuïeten komen om het terrein voor de verove ring der Portugeezen voor te bereiden, enz. Op deze religieuze hoogspanning barst nu een tweede vervolging los. Oviedo met zün ge trouwen worden naar de woestünen verbannen Uit vrees voor Portugal spaarde men hun le ven Maar deze gevangenis was erger dan de dood. ring geheim moest houden, omdat hü wist dat die voorzorg volmaakt overbodig was. Zün bediende had zich doen kennen als een toonbeeld van .trouw; bovendien koesterde hü een persoonlük^ genegenheid voor zün meester, welke nauw verwant leek aan die welke vaak door trouwe honden aan den dag wordt ge legd In al wat hem betrof wist hü dat Janna way zoo gesloten was als het graf. Jocelyn vond een aantal brieven op hem liggen wachten in het vertrek dat hü als werkkamer en bibliotheek gebruikte. Hü kende va'n elk het handschrift en legde ze lusteloos terzü. tot hü onderop er een tegenkwam waar van hü het schrift niet kon thuisbrengen. Hü opende dezen het eerst en stond verwonderd toen hü bemerkte, dat het adres hetzelfde was als Jannaway hem zoo juist had genoemd Villa "Flrenza, St. John’s Wood. De brief was van den oom van de aardige Italiaanache en uit de manier waarop hü onderteeksnde leidde Jocelyn af, dat hü in zün eigen land een edelman van beteekenis moest zün. In zeer hoffelüke bewoordingen bracht de schrijver Jocelyn dank voor den dienst dien hU Blgnorina Vespucci had bewezen deor haar gellefkoosden .hond, waaraan, naar schrijver verklaarde, de slgnoria zeer gehecht was, te redden. Het schrijven gaf voorts uitdrukking aan hst oprechte leedwezen van den schrijver dat hü tengevolge van een ziekte welke hem belette zün woning te verlaten niet in staat was geweest bü mr. Chenery een bezoek af te leg gen om hem persoonlük sün dank te betuigen En het eindigde met een uitnoodlglng aan mr. A T I 17 A op dit blad Zijn ingevolge de veraekeringsvoorwaarden tegen D* by leven*lan«e geheele ongeschiktheid tot werken door E* bW een ongeval met I? O CA bü verlies van een hand AI <1 Ti A r> v# Ik I F* O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen I MVFe" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen 1 f JU*" doodelljken afloop 1 d&iiJVo** een voet of een oog AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL ater J. van Kempen S. J. schrijft het December-nummer van Studiën een samenvattend overzicht over de geschiedenis van de Kerk in Abessinië. Men herinnert zich dat in de „Handelingen der Apostelen” de opperschatmeester van Candace, konlng der Ethlopiërs, genoemd wordt. De apostel Philippus onderricht en doopt hem. Deze schatmeester is echter niet de stichter van de Abesslnische kerk. Ook niet de apostelen Mattheus of Bartholomeus. Aan de twee gebroeders Frumentlus en Edeslus, die als slaven gevangen naar het hof van den konlng In Aksum werden ge voerd en daar in zoo hoog aanzien kwamen, dat ze zelfs opvoeders werden van den troonopvolger, is de stichting der Abessi- nlsche kerk te danken, aldus pater Van Kempen. Door hun invloed wisten zij voor de Grieksche kooplui vrijheid van gods dienstuitoefening te verkrijgen; aan het hof en elders verbreidden zij de kennis van de leer van Christus. Zelf vrijgelaten gin gen ze bij den H. Athanasius, Patriarch van Alexandrlë, apostolische zending en priesterlijke macht halen om vruchtbaarder werk te kunnen verrichten. Wekira werd van uit Alexandrlë In Abessinië een eigen kerkprovincie opgericht, aan wier hoofd een metropoliet en zes bisschoppen gesteld werden in afhankelijkheid van het Alexan- drljnsche patriarchaat. Dit zou later haar ongeluk worden. Voot het Arianisme heeft de jonge Kerk zich steeds weten te bewaren, hoe lastig en listig de ketters hun aanvallen ook maak ten. Zóóver bleef zij daarvan steeds verwij derd, dat nu nog onder X gewone volk de naam van Arius als een gruwel geldt. Maar tegen dwalingen, die langs Alexandrlë haar kwamen bleek ze niet bestand. in 1237 Jeruzalem hoevelen in Abessinië zou den zoo graag die slultboomen van het schis matieke Egypte breken! Als missionarissen mogen Dominlcus' zonen den bodem van Abes- slnlë betreden. Hun succes is van korten duur; het slaat spoedig om tn vervolging en dood. Ata er dan na verioop van tijd weer een pe riode van rust en opbloei van kloosterleven en studies volgt, gaat men opnieuw steun zoeken bü oe Pausen. En oog deze verlangen niets vu rige» dan in hun hereenigingspogingen ook de Jacobitlsche Abesslnlërs te betrekken. Toen in 4439 Grieken en Armeniërs zich met Rome wil den vereenlgen, zocht Paus Eugenlus IV ook de Jacobteten van Syrië, Egypte en Aethioplë voor de eenheid te winnen. Daartoe werd de Franciscaan Albert Sarchiano als gedelegeer de naar Egypte en Palestina gezonden, waar hü ook met afgevaardigden van den Negus Zan> Jacob onderhandelde. Ook op het concilie van Florence verschenen deze en legden den Paus het getuigenis af: „Onze Vader Nicodemus, uw dienaar in Jerusalem, geeft U de verzeke ring, dat den Keizer van Aethioplë op aarde niets zoozeer ter harte gaat ata de eenheid met de Roomsche Kerk. Hü wü zich aan Uw geheiligde voeten nederwerpenzóó groot zün voor hem de naam van Rome en het geloof der Latünen 4 Febr. 1442 werd de vereenlgtng van de Jacobitlsche, Copttache en Aethiopl- ache kerk met de Algemeene Kerk uitgeroepen Helaas van korten duur! Want toen de Grie ken afvielen, gingen ook de anderen weer me de. En voortaan zou het AlexandrUnsche pa triarchaat aUes op het apel zetten, om een blü- vende unie van Abeasynië met Rome te ver hinderen en duldde zelfs niét, dat het arme land et was in het voorjaar, dat ik den dik ken man leerde kennen. Ik waa In m’n tuin aan X wieden. Toen ik overeind kwam, zag ik een pet en een hoofd boven het tuinhek uitstéken. De pet was vet en het ge zicht er onder was ook vet; een pafferig ge zicht, een en al stoppelhaar. Het gezicht zal Ik u niet beschrUven, maar het was geen ge zicht om veel vertrouwen in te- boezemen. „Goeden morgen,” zei ik en Ik greep bloempot van den grond. „Heb u ook vodden of beenen of iets anders op te ruimen?” vroeg de dikke man. „Vandaag niet, dank u," antwoordde Ik, en verwisselde den bloempot voor een hark. Vüf minuten later keek Ik op; het gezicht was er nog. „Wat wou u?” vroeg ik. „Vodden of beenen of iets anders op te rui men?" vroeg het gezicht weer. „Ik heb niets voor u,” antwoordde ik een beetje ongeduldig. „Ouwe kleeren of schoenen of flesachen?" klonk het weer. „Als je niet weggaat zetik, en ik raapte een anderen bloempot op. nu met een plant er in. „Had ik wel kunnen snappen,” zei de man. .Je draagt al Je ouwe kleeren zelf op, hè?” En het gezicht verdween. Toen zag ik het gezicht langen tüd niet meer, tot vorige week. X Ging zoo: Er was een klop op de deur, die aan een klein kind deed denken, een klop, gevolgd door een bons. Iemand was opgesprongen naar den klopper, en weer op den drempel teruggevallen. Ik deed de deur open en zag een meisje met een smerig rood jurkje aan en een schort met een driehoekige scheur: een armoedig klein meisje, dat op een sliert van d'r eigen haar stond te kauwen. „Is dat uw poessie?" vroeg ze en vertoonde een bundeltje zwart dons, dat met al z’n klau wen aan haar schort hing. „Neen," zei Ik. „Ik heb geen kat.” „X Zat in uw tuin,” beweerde ze, en er klonk verwüt in haar stem. „Ik heb 'm In uw tuin gevonden. Hü zat te huilen." „Toch Is X niet van mü.” zei ik. „Vraag maar hier naast of ergens anders.” ,,’t Zat in uw tuin,” herhaalde het kind. ,,’t Huilde.” Ze wreef haar rechterschoen op en neer langs haar llnkerscheen en wachtte. „Neen,” zet ik met nadruk en op een toon of drie te hard voor een kind, „ik heb geen kat." „Tc Hem 'm in uw tuin gevonden,” kwam door de brievenbus en ik ging weer lezen. Tien minuten later klopte de klopper weer. Een ander klein meisje met hetzelfde poesje. „Is dat van u?” vroeg ze en hield het op een armlengte voor zich. Ik vertelde opnieuw dat we geen katje hielden. Ik zag dat het eerste kleine meisje bulten stond te wachten. Vüf minuten later zag ik ze met den vonde ling spelen. Ze sleepten een touwtje over het trottoir en riepen: poes, poes, poes! Een vrouw met een mand waschgoed ■bleef naar ze staan küken. „X Is verdwaald.” zei een van de meisjes, en de vrouw zette haar mand neer. „Komt ie dan? Is ie verdwaald? Ann poessie!” Jannaway Firénza. X Was Jocelyn at hü «en schok kraag. HU haalde een kaartje uit in zak en hü keek er naar al wist hü wat er op mo-st staan Juist zooals bü gedacht had! Hetze’fde adres ata dat »an Blgnorina PepUa Vespucci Wat de Abesslnische Kerk steeds eigen is ge weest en nog kenmerkt, ta dat zü nooit tot man. nelüke rijpheid is uitgegroeid. De evangelisa tie van Frumentlus greep wel geweldig om zich heen; maar nooit heeft zü diepgang ge kend. altüd bleef de Kerk In haar kindersta- dlum staan. Dat komt vooral door haar slaaf- ache afhankelükheld van de Egyptische moe derkerk, van wie zü de dwaling van het mo- nophysitisme overnam, waardoor haar de le vendmakende. bevrüdende leer van den vollen en geheelen Christus. Weg, Waarheid en Leven onthouden werd. Resten van joodsche en hei- densche dwalingen kwamen dat Christusbeeld nog verminken. Wel hebben orthodoxe predi kers vanuit Byzantium gezonden een tüdlang het kloosterleven en de wetenschap tot bloei gebracht; maar als dan weer de islam als een alles verwoestend sprinkhanenleger over de vruchtdragende akkers valt; wanneer dan twee eeuwen lang de patriarch van Alexandrlë geen bisschoppen wil of kan zenden, wanneer het land door voortdurende revoluties geteisterd wordt; geen wonder dat dan een gezonde ontwik keling van kerkelük en godsdienstig leven on mogelük ta. Maar evenmin is dan te verwonde ren. dat bü de besten het verlangen om met de oude Roomsche Kerk in verbinding te komen aldoor sterker wordt. De Dominicanen JacobiUschen patriarch Rome hereenlgrt Een tentoonstelling, welke een voortreffelük beeld geeft van het leven van den tnensch en kunstenaar Eduard Douwes Dekker, die zich onder zün nom de plume Multatuli een blü- vende plaats In onze letterkunde heeft ver zekerd, Is te Amsterdam in de Universitelts- Blbllotheek opengesteld. De zaal van de UB., welke met het Vondel- Museum en het Fr. van Eeden-Museum aan het Multatull-Museum onderdak verleent, is thans geheel ingericht voor deze expositie, wel ke een groot deel van haar büzondere waarde ontleent aan het feit, dat door de Vereeniglng uit de nalatenschap van MultatuU’s tweede echtgenoote, de in 1930 overledqp mevrouw DekkerHammlnck Schepel, zéér belangrijk materiaal is aangekocht. Op overzlchtelüke wüze gerangschikt, wordt de ruimte van enkele vitrines ingenomen door handschriften van verscheidene van MultatuU’s werken; os. het fün geschreven schrift van zfln „Max Havelaar”, waarin de door Van Lennep aangebrachte veranderingen duidelük waarneembaar zün; voorts kan men kennis nemen van stukken, betrekking hebbend op het rechtsgeding tusschen Van Lennep en Douwes Dekker over het „copyright" van de „Max Havelaar". Brieven van Multatuli aan Tine en aan zün broer Jan, die, toen hü het werk, dat hem beroemd zou maken, op zün armoedig zolderkamertje te Brussel schreef, financieel steunde, vormen mede Interessante beziens waardigheden, evenals de foto's, betrekking hebbend op zün Indischen tüd en de offlcieele aanstellingen, die een beeld geven van zün vlotte Indische carrière, vóór hü verbitterd ont slag vroeg. In de handschriften van zün „Ideeën” valt het geheel veranderde karakter van zün schrift blijkbaar in groote scheppingsdrift op het papier „gesmeten” zinnen met doorhalingen duidelük op; hier Is de op litérair ge bied homme arrivé aan het woord, die min der consideratie behoeft te hebben met zün uitgever! Merkwaardig zün ook MultatuU’s portret met opdracht, waarvan hü verscheidene exempla ren verkocht heeft om aan geld te komen voor de uitgave van een dagblad; zün aanteekenln- gen uit voordrechtenzün boekenkast met boeken en leelük exemplaar van meubel kunst uit dien tüd het schrijfbureau, dat hem ter gelegenheid van de opvoering van zün Vorstenschool’’ door vrienden ten geschenke is gegeven. De urnen met MultatuU’s asch en die van zün echtgenoote, de roode sofa, waarop hü ta gestorven en voorts tal van curiosa, maken mede deel uit van deze expositie, welke een be zoek overwaard is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1935 | | pagina 10