DE KERK VAN ABESSINIË
H
p
Met twee kameraadjes op avonturenreis
<Ket oertaal wm den daq
beklaagde de vrouw, „kan ie z’n huisje niet
meer vinden?”
I
HAAR ONTWIKKELING
MULTATULI
Vondels geloof
VOOR LONDEN
de|osprijs
1
i
DOOR FLETCHER
Nieuwe nederlaag
Missie in Abessinië
x mBar j De dikke man
en het poesje
Succes in de 17e eeuw
Hereenigingspogingen
f X1®*
r
h
in
een
E. Douwes Dekker
Een tentoonstelling
en
hoef
tot
Toen
den
I
moeit
raad
(Wordt vervolgd'
TWEEDE HOOFDSTUK
den
met
Toen hü echter merkte wie daar aankwa
men en hü Jan harkende, werd hü boos e i
hief dreigend den .seinlepel”, waarmede hU
het vertreksein moest geven omhoog. De kin
deren stoven uiteen, behalve Piet. Deze stap
te naar den chef toe en met een bevend
stemmetje vroeg bü of hü hier even moch-
blijven, daar hij het hier zoo leuk vond. De
trein vertrok.
zal
zoo
S. Eduard en S. Maria, een email van Nico
Wttteman
meer dan één blsschop had. die daarenboven
een geboren copte moest zijn. De herhaalde
Invallen van de Mahomedanen voerden het land
nog verder van Rome weg.
hebben
van
Papa, sou die dans wel
•ver de brug nogen T
(Ric A Rac).
en met kloppend hart volgde hü den sta
tionschef naar diens bureau. Jongens, wat
was het hier prachtig. Langs de wanden
stonden allemaal geheimzinnige instrumen
ten met blinkende knoppen en zoomeer en
Plet raakte haast niet uitgekeken aan al dat
moois.
De anderen hadden het pciron reeds ver
laten en Pietje stond daar nog steeds. HU
vond het hier zoo gezellig. De chfef kwam nu
naar hem toe en vroeg of hü het hier zoo
gezellig vond. Piet knikte en de chef vroeg ot
hü even mee naar zün bureau ging.
Dat liet Piet zich geen tweemaal vragen
MD
11
Hü wordt gevolgd, antwoordde Jocelyn
rustig. Mün knecht volgt hem en ik verzeker
u dat hü hem te pakken zal krügen waar
heen hü ook gaat. U zult nader van ons hooren,
inspecteur.
Hü nam afscheid en vulde verder den dag
op gezellige wüse tot het tüd werd om naar
huis te gaan en zich te kleeden voor het diner
Op zün kamers aangekomen vond hü Janna
way bezig zün avondtoilet uit te leggen.
En Jannkway vroeg hü. waar was het?
Sint John's Wood, münheer, antwoordde
zelfbewust De woning heet Villa
En hü ging er natuurlük ook binnen?
Ja münheer. met bagage en al.
Zoo! Heb je z'n naam te weten kunnen
komen Jannaway?
Ja münheer.
Waterloo-statlon
Het heeft niet lang mogen duren. Het was
te mooi! De vüanden der dynastie, de polyga-
mlsten, de machtdragers in de schismatieke
kerk, vooral de monniken, domme verdedigers
van X alleenzaligmakende oeroude, kwamen
spoedig weer in beweging Door vriend en vij
and werd de negus op alle mogelüke wijzen be
werkt. En zes Jaar later in 1632 teekende hü
X keizerlijke raadsbesluit: ieder mag voortaan
weer zün eigen godsdienst kiezen. Wel heeft
Seltan Sagad eenlge maanden later op zün
sterfbed alles herroepen en beval hü »ün zoon
hü was er zich volkomen van bewust dat de
scherpe oogen van zün bedienden zün wille
keurige beweging hadden opgemerkt.
Zool selde hü- VUJa Flrenza, niet, Janna
way? En waar ligt die Villa Flrenza?
In een van de rustigste straten achter
Lord's Cricket Grounds münheer, antwoordde
de bediende. Tusschen Lord s en C reus Road.
Reed de man er recht naar toe?
Ja münheer!
n het Decembernummer van „Stemmen des
Tüds” wijdt Dr. O. Th velaar in zün lite
raire kroniek een waardeerend woord aan
„Vondels geloof” het boek van Prof. G. Brom.
De kroniekschrijver beperkt zich tot een voor-
loopige vermelding, doch geeft hierin reeds
eenlge belangrijke suggests voor de Ohtvangzt in
ProCestantsche kringen. Dr. Tazelaar verklaart
te dien aanzien o.a.
„Het breede studiewerk dat ik bedoel kan
naar waarde niet worden besproken in enkele
tientallen regels, zelfs niet binnen het rulm-
tebestek, dat ik voor deze kroniek heb. Zou
men van dit boek „Vondels geloof' door Ge
rard Brom een eenigszlns volledig beeld willen
geven, dan moest men beschikken over een
behoorlük aantal bladzijden Want het is veel
meer dan een studie over één onderwerp: het
Is de compacte, haast overdadige mededeellng
van de resultaten, die een jarenlang zorgvul
dig speuren en verzamelen hebben opgeleverd.
Naar men weet is Professor Brom in 1907
gepromoveerd op een dissertatie over „Vondels
geloof". Dertig jaar geleden was hü dus al In
deze materie bezig en al de verdere Jaren is
hü er mee doende gebleven.
Bij zulk een opzet nu valt er niet aan te
denken iets anders te doen dan het eerbied
wekkende werk te vermelden: een levenswerk,
dat voor de Vondel-studle monumentaal is,
breeder nog, dat voor de bestudeering van de
geestesstructuur der gouden eeuw onmisbaar
is De 15 hoofdstukken hebben wel alle eenlg
moment van Vondels leven of werkzaamheid
tot onderwerp, maar die zün eigenlijk uitgangs
punt voor een Uterair-hlstorische en misschien
meer nog algemeen-critische behandeling van
de 17e-eeuwsche verschijnselen op letterkundig
maar ook op theologisch, politiek, wetenschap
pelijk, philosophised gebied. Op verschillende
punten heeft de lezer Vondel haast uit het
oog verloren, verwikkeld als hü is in een 17e
eeuwsche quaestle van cultureelen Inhoud
En dan is er nog een tweede reden, die het
ónmogelijk maakt in beperkt bestek op het
boek nader in te gaan. Het is natnelük niet
een dor, wetenschappelijk betoog, doch een le
vendig. persoonlük-gestempeld, dlkwüls agres
sief essay van heel grooten omvang (500 blad
züden). Overal b.v. doet de schrijver scherpe
aanvallen: op Calvün en zün leer, op „de Ge
reformeerde dictatuur”, op de Hervormers en
hun streven. En zulke passages prikkelen tot
weerspraak maar die vordert clteeren en ar-
gumenteeren, wat weer alleen mogelük is bü
voldoende plaatsruimte. Bovendien ligt zulk
een polemiek meer op den weg van een ander,
dan van den llteralren kronlekschrüver.
Op deze gronden dan meen ik te moeten
volstaan met vermelding van het werk, maar
die doen dan toch juist door hun argumen
tatie uitkomen, wat de beteekenis is van bet
boek: dat het namelük is een bü uitstek ge
documenteerde, specifiek Roomsch-Kathoiieke
behandeling van de 17e-eeuwsdhe culuur en
een door het veelvuldig materiaal belangrijke
toevoeging aan de Vondel-biografie.”
weet niet hoevelen van mün medeburgers en
medeburgeressen. Dat beneemt me mün slaap,
mün eetlUkt, mün gezondheid. Maar laat
geen tüd verspillen In het kort komt wat ge
beurd is hierop neer, en hü vertelde dan aan Joce
lyn van zün bezoek aan den tweede-handschen
boekwinkel en van de waarschuwing welke hü
in een der daar gekochte deelen gevonden had
Wat maak JU daaruit op. Chenery, vroeg hü
kregel. Stel je eens voor, dat die schurken aan
het moorden slaan van mannen en vrouwen en
misschien zelfs kinderen, zooals as mün vee
vermoord hebben t Is al te verschrlkkelük
om er aan te denken en toch denk ik sr voort
durend aan.
Ik geloof dat u ernstlgen
Inwinnen, münheer. sei Jocelyn.
De Eerste Minuter maakte met zün han
den het karakteristieke gebaar, dat men van
hem kende en dat zooveel Inhield als: wan
neer je niets beters west, dan swüg "u,r
liever heel em aal
Maar tot wien moet ik dan om raad
gaan? klaagde hü. Ata ik er met Rlvereford
over spreek zal hü zün monocle In zün oog
steken en zich afvragen of ik mün verstand
verloren heb. als ik naar Merton ga aal hü
probeeren mü er van te ove-tuigen dat er
geen reden 1* om mü ongerust te maken.
Dat lukte me al aan het
Ik zag de labels oo zün
valles en zün koffer. Daar stond op Rederdale
V. C. Rederdale Esq. Er waren etiketten
op geplakt, nog nieuwe van Parijs Grand hotel
en van Ryde Pier Hotel.
Dat heb je goed gedaan. Jannaway. zet
Jocelyn. Enwat voor soort huls leek je
dat, die Villa Flrenza?
Ik kón van het huis niet zoo heel veel
sten, münheer. X Is een van die huiven met
ren hoogen, vervelenden muur er om heen. Er
staan er zoo een heeleboel in die buurt. Uit wat
ik er van zien kon, maakte ik op dat het nog al
groot moet zün. en in den tuin staat nog een
gebouw, een atelier of soo iets
Juist, sei Jocelyn nadenkend. Je hebt Je
best gedaan. Jannaway. Ik wou heel graag
weten, waar die man heenging.
Hü set met geen woord aan Jannaway
dat hü sün vervolging van den man met den
Chenery voor een intiem diner op een bepaal
den dag en met den wensch dat de verwon
dingen die hü had opgeloopen volkomen gene
zen zouden zün.
Jocelyn stak den brief in zün portefeuille
en overdacht eenlgen tüd in alle kalmte de
gebeurtenissen van den dag. Hü had gene eg
gezien in het leven om te weten, dat de stoutste
verbeelding vaak door de feltten wordt over
troffen en dat, wat wonderlük toeval lükt. met
toeval niets heeft uit te stun, niettemin
piekerde hü er over dat zün medepassagier van
dien morgen rechtstreeks van Waterloo-
statlon was doorgegaan naar wat blükbar
Vespucci’s huls was. En zich herinnerend ging hü
naar de telefooS en belde den Inspecteur op.
inspecteur Marinier, zei hü, toen de
verbinding tot stand gebracht was, u herinnert
zich nog wel ons gesprek van hedenmiddag?
Zeker mr. Chenery.
Zoudt u soo vriendelük willen zün, in geval
u mr Pontifek ziet of spreekt, er tegenover
hem geen melding van te maken?
Zooals u verlangt, münheer.
Mün dank inspecteur. Hebt u nog met
niemand over de zaak gesproken?
Met geen sterveling münheer.
Mooi.doe me een pleister en spreek er
ook met geen Xnenach over tot we elkaar ont
moet hebben, zei Jocelyn, terwül hü zich ge
reed maakte om af te bellen. Goeden middag.
Een oogenbllk. münheer, zei Marinier
Heeft uw bediende Iets ontdekt? Mag ik vragen
of hü te weten gekomen la....
Maar Jocelyn had reeds afgebeld. Hü hing
Eerst in 1839 is de Propaganda erin geslaagd
den missionarissen in Abessinië een mln of
meer vast verbluf te verzekeren. Eenlge La
zaristen onder Mgr. de Jacobis en Capucünen
met Mgr. Massa la vonden een weg door de on
herbergzame woestijnen. Zü zün de grondleggers
geworden van het huidige Katholicisme in die
streken. Aanvankelijk hadden zü nogal succes:
12000 bekeeringen; vooral de vorming van In-
landsche geestelijkheid gaf goede hoop. Maar
nog eens moest het bloed der martelaren het
zaad der Christenen worden. Vervolging bleef
niet uit; slachtoffers vielen o. a. de Zalige La
zarist Ghebra Michael.
Keizer Menelik <18891913) was de missie
welwillender gezind. Daarvan getuigen de leeu
wen, die hü Plus X ten geschenke zond Voor
al bleek dat uit zün verhouding tot den Apoe-
tollschen Vicaris. Mgr. Taurin. Want toen hü
ais generalissimus ten oorlog trok tegen Italië
(18961 bracht hü hem zün zoon. Ras Tafari, den
teginwoordlgen Negus Hailé Selassie: „Hier geef
ik u 't kostbaarste wat ik heb. Als ik sterf, wees
gij dan zün vader."
Trouwe vriendschap heeft Hailé Selasslè
steeds met de missie verbonden gehouden. Mgr.
Jarozaeau, Apostolisch Vicaris der Galla's
schrijft over hem: „Is de missie veel aan hem
verschuldigd, hü dankt haar zün eigen op
komst en succes. Wü zün altüd zün raadslie
den geweest. Nooit nam hü een voorname be
slissing zonder ons te raadplegen Het bezoek
dat hü in 1924 den Paus bracht, is een ander
bewijs van zün sympathie voor Rome.
Toch is alles te zamen de vrucht van de laat
ste büna honderdjarige prediking niet büzon-
der groot te noemen. Er Is een katholiek le
prozenhuis; er zün hospitalen, weeshuizen,
scholen, een klelh en een groot-seminarie; er
zün enkele Inlandsche priesters, en ongeveer
10.000 Katholieken. De Invloed van Alexandrlë
en van de schismatieke monniken die zün
er meer dan het land katholieken telt! is
nog altüd groot, evenredig met hun eigen dom
heid en de onwetendheid der bevolking. Licht
punten zün daartegenover de vriendschap van
den Negus, de aansluiting van Abessinië bü
den Volkenbond, afschaffing van de slavemü.
de ernstige opleiding en vorming der Katho
lieken. Maar op’een massa-terugkeer naar Ro
me is nog weinig uitzicht.
Of daar de oorlog met Italië, dat Rome
tot hoofdstad heeft, veel goed aan
doen? Gods wegen zijn wonderbaar,
eindigt pater van Kempen zijn belangwek
kende beschouwing.
den hoorn aan den haak en richtte zich lachend
naar zün studeerkamer. Hü had liever niet, dat
iemand van de ontdekking van Jannaway afwtat,
totdat zü zichzelf een helderder voorstellig
van haar beteekenis had gevormd.
Hü zou dien avond bü mr. Pontifex dlneeren
en hü ging er vroeg heep om Leabla een minuut
of tien voor zichzelf te hebben. Bü zün aan
komst vond hü haar echter in druk onder
houd met haar vader die hem ultnoodlgde zich
bü hen te voegen. Jocelyn merkte terstond
op. dat de Premier er ontstemd en geërgerd
uitzag. alsof een zware verantwoordelükheld
van anderen aard dan die der gewone regee-
rlngssorgen hem drukte. Met een wenk noo-
dlgde h0 zün secretaris uit, plaats te nemen.
Waar ik u alles op qomerbourne verteld
het». Chenery, begon hü, nadat Jocelyn vader
en dochter begroet had en een paar vragen
omtrent sün bezoek aan Wight had beant
woord. geloof ik. dat ik u ook moet vertellen,
wat sindsdien ta voorgevallen en Lesbla ta het
daarmee eens.
U doelt seker op die geheimzinnige ge
schiedenis münheer, ik hoop dat er niet*
ernstigs is om u te verontrusten zei Jocelyn
Er is Inderdaad iets gebeurd dat mü F er
ernstig verontrust en natuurlük doel Ik on die
geschieden!*. sei mr Pontifex ietwat geprikkeld.
Die geheimzinnige geachledenis zooals u het
noemt, ta sinds Zondagmorgen niet uit mün
gedachten geweest; het sou gek zün als hel
anders was wanneer Je den ernst er van inliet.
Ik voel mi) verantwoordelük neen, tk ben ver-
antwoordelük, Chenery, voor het leven van ik
„Hü hoort dAAr, geloof ik,” zei het 'eerste
meisje en weez naar mün huis. Er kwam een
Jongen bü staan.
„Ga maar eens vragen,” sei de vrouw, en ik
was aan de deur vóór hü kon kloppen.
.Hier ia je katje,” sei de Jongen, en hü hield
X me voor.
„Ga weg met het beest,” snauwde ik. Ik
was het beu. „Ga weg en verdrink 't of hou t.
of 't kan me
niet schelen wat.
Breng 't maar
naar X poUtle-bu-
reau.”
De jongen zette
het dier voor m’n i
voeten neer en
voegde zich bü de drie op *t trottoir.
,,’t Is een schande,” sei de vrouw met de
waschmand.
Toen kwam de dikke man er aan. HU droeg
nu een vet hoedje in plaats van een vette pet
en de stoppels op z’n vol gezicht waren ver
dwenen. Ik herkende hem echter direct.
„Wat is er?” vroeg hü aan x groepje.
,,’n Katje," zei de vrouw, ,,’n klein zwart
katje. Hü heeft X de deur uitgegooid! HU wil
X verdrinken! X Is een schandaal!”
De dikke man ging over X bek leunen, keek
naar het katje en toen naar mü-
..Als Ik een kat had en ik kon er geen vreten
voor betalen,” zet hü luid, „dan bracht ik hem
naar de kennel.”
Het zwarte diertje sprong op de stoep tus
schen m’n voeten en wreef met z'n zükanten
langs m’n pantoffels en miauwde zacht.
„KUk es,” zei de dikke man. ,Hü kent ta.
Zoo’n hartelük beessie. X Is een schandaal. Als
je een kat hebt en je kunt nog geen graatje
voor 'm betalen, hoef je m nog niet op straat
te laten verhongeren."
Een kruldeniersjongen sprong van z’n fiets
om het geval te onderzoeken.
„Hü zegt dat X niet van hem is,” legde de
dikke man hem uit, .en dan mot je zien hoe
ie m anhaalt, zoo’n hartelük beest.”
Ik zei nog eens langzaam en duidelük, dat
ik nooit een kat had bezeten.
De dikke man hitste het publiek verder op
,,’t Katje kent 'm. En as ie zegt dat X zün
katje niet is. dan liegt ie. Hü heeft X opstraal
gegooid, dat ta X. Op straat gegooid om te ver
hongeren. As je geen eten voor een kat kan
betalen, hoef je ’m nog niet op straat te
gooien.”
Het katje bleef op de stoep met opgeheven
staartje heen en weer tippelen.
„Je zou zoo zeggen." sarde de dikke man
weer, „als iemand in zoo’n buurt woont, kan je
we! 'n kat onderhouwen. Graatjes en afval
Maar dat eten ze zeker zelf op.
..Heb ik ook al gezegd," zei de vrouw.
kwam er weer een meisje aan, een
meisje, dat ik nog niet gezien had. Ze was iets
grooter dan de vorige twee en ze had óók een
driehoekige scheur in haar schort. Ze keek naar
den dikken man en toen naar het katje op
zün stoep:
„O, vader!” riep ze den dikken man toe, „m’n
poessie!”
het ware en goede Roomsche geloof en den
Patriarch en de Paters aan. maar de troonop
volger had reeds alle gemeenschap met hen ver
boden en zou al heel gauw het verbannlngs-
decreet onderschrüven. Eenlge Jezuïeten weten
zich verborgen te houden om tot troost en op
beuring van de weinig trouwgeblevenen honger
en dorst te verdragen, maar ook zü vielen wel
dra als martelaren voor het geloof. Vanuit Goa
werd nog eenlge malen een poging gewaagd het
land binnen te dringen; de meesten vleien als
slachtoffers van de Tiu’ken. die overal mees
ter waren van de kusten der Roode Zee. In 85
jaren was de bodem van Abessinië, men mag
wel zeggen doordrenkt geworden van het zweet
en bloed van 56 leden der Jezuïetenorde; als
een droom waren de 6 Jaren van hereenlglng
voorbügegaan; wat een bittere werkelükheld
was er van overgebleven!
Capucünenpaters. Franciscanen. Carmelleten.
Augustünen hebben toen getracht hulp te bie
den; ze vielen onder X zwaard of de steenen
van den dubbelen vüand: de Turken en de
Schlsmatieken.
Het succes had God bewaard voor hun mede
broeder Paéz. die in 1604 in Abessinië aankomt
na in zün tienjarige ballingschap bü de Turken
geschiedenis en gewoonten van zün toekomstige
kudde bestudeerd te hebben. Al aanstonds weet
hü priesters voor Rome te winnen, zelfs den
keizer; langzaam aan. volgens opgezet plan
terwül X keizerlük hof vóórgaat, moet het volk
ontwend worden aan zün voorvaderlüke schis
matieke gewoonten. Eerst nog eenlge Jaren van
strüd met „woorden en zwaarden en dan komt
het hooge woord eruit: niet aan Alexandrlë
maar aan Rome vraagt de keizer om een pa
triarch. Met uitbundige vreugde en praal wordt
in 1626 Alphonsifs Mendez 8.J. ais abouna ont
vangen en eenlge dagen later volgt de geloofs-
belüdenta en onderwerping aan Urbanus VIII.
Konlng, troonopvolger, al de kerkelüke en we-
reldlüke waardlgheidsbekleeders zweren
eed van trouw
De R. K. Kerk is nu Staatskerk. Een heel
volk ineens teruggevoerd In den éénen schaap
stal onder den éénen herder.
Jocelyn stek het kaartje dat de aardige
Ttaliaansche hem gegeven had weer in zün
zak an trachtte onbevangen t« küken, maar
In het begin der zestiende eeuw werd vooral
door de bemoeiingen van keizerin Helena op
nieuw steun gezocht bü de Pausen Leo X Cle
mens VII en Paulus III en ook bü de ko-
ningen van Portugal, met wie de Abesslnlërs een
verdrag hadden gesloten, waarbü Portugal hel
pen zou tegen de Turken en zü vrUheld en
bescherming beloofden aan de katholieke mis
sionarissen
Konlng Jan III van Portugal richtte tot den
H. Ignatius een verzoek om den Z. Petrus Fa
ber als Patriarch naar Abessinië te sturen
Hoe jammer dat deze pas gestorven was Maar
als Ignatius geen ander kan vinden, zal hü
zelf wel gaan. Want de hereenlglng der ker
ken had al Jaren lang zün volle aandacht.
Dat Ignatius ging, vond geen züner metgezel
len goed De keus viel toen op Paschaslus
Brouet, die als Pauselük legaat In Ierland en
als hervormer van bisdommen en kloosters ge
toond had al cïe verelschten te bezitten voor de
ze opdracht. Nu begint de koping te talmen
Maar Ignatius laat hem niet los en blüft hem
m zün brieven voortdurend herinneren aan zün
vroegere plannen. In 1553 wordt dan door Ju
lius III. Pater Joannes Nunez Barreto als pa
triarch naar Abessinië gezonden en als mede
helpers kreeg hü behalve 10 Paters ook nog
als bisschoppen mee: Melchior Carnerlo en
Andreas Oviedo, allen leden der Sociëteit van
Jezus In Lissabon werden ze gewüd en in
Maart 1555 vertrok het Ulustre gezelschap naar
Goa
Maar intusschen hebben daar de Schlsma
tieken bü dit dreigende gevaar ook niet stil
gezeten. De gewone insinuaties natuurlük: De
Jezuïeten komen om het terrein voor de verove
ring der Portugeezen voor te bereiden, enz.
Op deze religieuze hoogspanning barst nu
een tweede vervolging los. Oviedo met zün ge
trouwen worden naar de woestünen verbannen
Uit vrees voor Portugal spaarde men hun le
ven Maar deze gevangenis was erger dan de
dood.
ring geheim moest houden, omdat hü wist
dat die voorzorg volmaakt overbodig was.
Zün bediende had zich doen kennen als een
toonbeeld van .trouw; bovendien koesterde hü
een persoonlük^ genegenheid voor zün meester,
welke nauw verwant leek aan die welke vaak
door trouwe honden aan den dag wordt ge
legd In al wat hem betrof wist hü dat Janna
way zoo gesloten was als het graf.
Jocelyn vond een aantal brieven op hem
liggen wachten in het vertrek dat hü als
werkkamer en bibliotheek gebruikte. Hü kende
va'n elk het handschrift en legde ze lusteloos
terzü. tot hü onderop er een tegenkwam waar
van hü het schrift niet kon thuisbrengen. Hü
opende dezen het eerst en stond verwonderd
toen hü bemerkte, dat het adres hetzelfde was
als Jannaway hem zoo juist had genoemd
Villa "Flrenza, St. John’s Wood.
De brief was van den oom van de aardige
Italiaanache en uit de manier waarop hü
onderteeksnde leidde Jocelyn af, dat hü in zün
eigen land een edelman van beteekenis moest
zün. In zeer hoffelüke bewoordingen bracht
de schrijver Jocelyn dank voor den dienst dien
hU Blgnorina Vespucci had bewezen deor haar
gellefkoosden .hond, waaraan, naar schrijver
verklaarde, de slgnoria zeer gehecht was, te
redden. Het schrijven gaf voorts uitdrukking
aan hst oprechte leedwezen van den schrijver
dat hü tengevolge van een ziekte welke hem
belette zün woning te verlaten niet in staat was
geweest bü mr. Chenery een bezoek af te leg
gen om hem persoonlük sün dank te betuigen
En het eindigde met een uitnoodlglng aan mr.
A T I 17 A op dit blad Zijn ingevolge de veraekeringsvoorwaarden tegen D* by leven*lan«e geheele ongeschiktheid tot werken door E* bW een ongeval met I? O CA bü verlies van een hand
AI <1 Ti A r> v# Ik I F* O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen I MVFe" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen 1 f JU*" doodelljken afloop 1 d&iiJVo** een voet of een oog
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ater J. van Kempen S. J. schrijft
het December-nummer van Studiën
een samenvattend overzicht over de
geschiedenis van de Kerk in Abessinië.
Men herinnert zich dat in de „Handelingen
der Apostelen” de opperschatmeester van
Candace, konlng der Ethlopiërs, genoemd
wordt.
De apostel Philippus onderricht en doopt
hem. Deze schatmeester is echter niet de
stichter van de Abesslnische kerk. Ook niet
de apostelen Mattheus of Bartholomeus.
Aan de twee gebroeders Frumentlus en
Edeslus, die als slaven gevangen naar het
hof van den konlng In Aksum werden ge
voerd en daar in zoo hoog aanzien kwamen,
dat ze zelfs opvoeders werden van den
troonopvolger, is de stichting der Abessi-
nlsche kerk te danken, aldus pater Van
Kempen. Door hun invloed wisten zij voor
de Grieksche kooplui vrijheid van gods
dienstuitoefening te verkrijgen; aan het
hof en elders verbreidden zij de kennis van
de leer van Christus. Zelf vrijgelaten gin
gen ze bij den H. Athanasius, Patriarch
van Alexandrlë, apostolische zending en
priesterlijke macht halen om vruchtbaarder
werk te kunnen verrichten. Wekira werd
van uit Alexandrlë In Abessinië een eigen
kerkprovincie opgericht, aan wier hoofd
een metropoliet en zes bisschoppen gesteld
werden in afhankelijkheid van het Alexan-
drljnsche patriarchaat. Dit zou later haar
ongeluk worden.
Voot het Arianisme heeft de jonge Kerk
zich steeds weten te bewaren, hoe lastig en
listig de ketters hun aanvallen ook maak
ten. Zóóver bleef zij daarvan steeds verwij
derd, dat nu nog onder X gewone volk de
naam van Arius als een gruwel geldt. Maar
tegen dwalingen, die langs Alexandrlë
haar kwamen bleek ze niet bestand.
in 1237
Jeruzalem
hoevelen in Abessinië zou
den zoo graag die slultboomen van het schis
matieke Egypte breken! Als missionarissen
mogen Dominlcus' zonen den bodem van Abes-
slnlë betreden. Hun succes is van korten duur;
het slaat spoedig om tn vervolging en dood.
Ata er dan na verioop van tijd weer een pe
riode van rust en opbloei van kloosterleven en
studies volgt, gaat men opnieuw steun zoeken
bü oe Pausen. En oog deze verlangen niets vu
rige» dan in hun hereenigingspogingen ook de
Jacobitlsche Abesslnlërs te betrekken. Toen in
4439 Grieken en Armeniërs zich met Rome wil
den vereenlgen, zocht Paus Eugenlus IV ook
de Jacobteten van Syrië, Egypte en Aethioplë
voor de eenheid te winnen. Daartoe werd de
Franciscaan Albert Sarchiano als gedelegeer
de naar Egypte en Palestina gezonden, waar hü
ook met afgevaardigden van den Negus Zan>
Jacob onderhandelde. Ook op het concilie van
Florence verschenen deze en legden den Paus
het getuigenis af: „Onze Vader Nicodemus,
uw dienaar in Jerusalem, geeft U de verzeke
ring, dat den Keizer van Aethioplë op aarde
niets zoozeer ter harte gaat ata de eenheid
met de Roomsche Kerk. Hü wü zich aan Uw
geheiligde voeten nederwerpenzóó groot zün
voor hem de naam van Rome en het geloof der
Latünen 4 Febr. 1442 werd de vereenlgtng
van de Jacobitlsche, Copttache en Aethiopl-
ache kerk met de Algemeene Kerk uitgeroepen
Helaas van korten duur! Want toen de Grie
ken afvielen, gingen ook de anderen weer me
de. En voortaan zou het AlexandrUnsche pa
triarchaat aUes op het apel zetten, om een blü-
vende unie van Abeasynië met Rome te ver
hinderen en duldde zelfs niét, dat het arme land
et was in het voorjaar, dat ik den dik
ken man leerde kennen. Ik waa In m’n
tuin aan X wieden. Toen ik overeind
kwam, zag ik een pet en een hoofd boven het
tuinhek uitstéken. De pet was vet en het ge
zicht er onder was ook vet; een pafferig ge
zicht, een en al stoppelhaar. Het gezicht zal
Ik u niet beschrUven, maar het was geen ge
zicht om veel vertrouwen in te- boezemen.
„Goeden morgen,” zei ik en Ik greep
bloempot van den grond.
„Heb u ook vodden of beenen of iets anders
op te ruimen?” vroeg de dikke man.
„Vandaag niet, dank u," antwoordde Ik, en
verwisselde den bloempot voor een hark. Vüf
minuten later keek Ik op; het gezicht was er
nog.
„Wat wou u?” vroeg ik.
„Vodden of beenen of iets anders op te rui
men?" vroeg het gezicht weer.
„Ik heb niets voor u,” antwoordde ik een
beetje ongeduldig.
„Ouwe kleeren of schoenen of flesachen?"
klonk het weer.
„Als je niet weggaat zetik, en ik raapte
een anderen bloempot op. nu met een plant
er in.
„Had ik wel kunnen snappen,” zei de man.
.Je draagt al Je ouwe kleeren zelf op, hè?” En
het gezicht verdween.
Toen zag ik het gezicht langen tüd niet meer,
tot vorige week. X Ging zoo:
Er was een klop op de deur, die aan een
klein kind deed denken, een klop, gevolgd door
een bons. Iemand was opgesprongen naar den
klopper, en weer op den drempel teruggevallen.
Ik deed de deur open en zag een meisje met
een smerig rood jurkje aan en een schort met
een driehoekige scheur: een armoedig klein
meisje, dat op een sliert van d'r eigen haar
stond te kauwen.
„Is dat uw poessie?" vroeg ze en vertoonde
een bundeltje zwart dons, dat met al z’n klau
wen aan haar schort hing.
„Neen," zei Ik. „Ik heb geen kat.”
„X Zat in uw tuin,” beweerde ze, en er klonk
verwüt in haar stem. „Ik heb 'm In uw tuin
gevonden. Hü zat te huilen."
„Toch Is X niet van mü.” zei ik.
„Vraag maar hier naast of ergens anders.”
,,’t Zat in uw tuin,” herhaalde het kind.
,,’t Huilde.” Ze wreef haar rechterschoen op en
neer langs haar llnkerscheen en wachtte.
„Neen,” zet ik met nadruk en op een toon of
drie te hard voor een kind, „ik heb geen kat."
„Tc Hem 'm in uw tuin gevonden,” kwam
door de brievenbus en ik ging weer lezen.
Tien minuten later klopte de klopper weer.
Een ander klein meisje met hetzelfde poesje.
„Is dat van u?” vroeg ze en hield het op
een armlengte voor zich. Ik vertelde opnieuw
dat we geen katje hielden. Ik zag dat het
eerste kleine meisje bulten stond te wachten.
Vüf minuten later zag ik ze met den vonde
ling spelen. Ze sleepten een touwtje over het
trottoir en riepen: poes, poes, poes! Een vrouw
met een mand waschgoed ■bleef naar ze staan
küken.
„X Is verdwaald.” zei een van de meisjes, en
de vrouw zette haar mand neer.
„Komt ie dan? Is ie verdwaald? Ann poessie!”
Jannaway
Firénza.
X Was Jocelyn at hü «en schok kraag. HU
haalde een kaartje uit in zak en hü keek er
naar al wist hü wat er op mo-st staan Juist
zooals bü gedacht had! Hetze’fde adres ata dat
»an Blgnorina PepUa Vespucci
Wat de Abesslnische Kerk steeds eigen is ge
weest en nog kenmerkt, ta dat zü nooit tot man.
nelüke rijpheid is uitgegroeid. De evangelisa
tie van Frumentlus greep wel geweldig om
zich heen; maar nooit heeft zü diepgang ge
kend. altüd bleef de Kerk In haar kindersta-
dlum staan. Dat komt vooral door haar slaaf-
ache afhankelükheld van de Egyptische moe
derkerk, van wie zü de dwaling van het mo-
nophysitisme overnam, waardoor haar de le
vendmakende. bevrüdende leer van den vollen
en geheelen Christus. Weg, Waarheid en Leven
onthouden werd. Resten van joodsche en hei-
densche dwalingen kwamen dat Christusbeeld
nog verminken. Wel hebben orthodoxe predi
kers vanuit Byzantium gezonden een tüdlang
het kloosterleven en de wetenschap tot bloei
gebracht; maar als dan weer de islam als een
alles verwoestend sprinkhanenleger over de
vruchtdragende akkers valt; wanneer dan twee
eeuwen lang de patriarch van Alexandrlë geen
bisschoppen wil of kan zenden, wanneer het
land door voortdurende revoluties geteisterd
wordt; geen wonder dat dan een gezonde ontwik
keling van kerkelük en godsdienstig leven on
mogelük ta. Maar evenmin is dan te verwonde
ren. dat bü de besten het verlangen om met de
oude Roomsche Kerk in verbinding te komen
aldoor sterker wordt.
De Dominicanen
JacobiUschen patriarch
Rome hereenlgrt
Een tentoonstelling, welke een voortreffelük
beeld geeft van het leven van den tnensch en
kunstenaar Eduard Douwes Dekker, die zich
onder zün nom de plume Multatuli een blü-
vende plaats In onze letterkunde heeft ver
zekerd, Is te Amsterdam in de Universitelts-
Blbllotheek opengesteld.
De zaal van de UB., welke met het Vondel-
Museum en het Fr. van Eeden-Museum aan
het Multatull-Museum onderdak verleent, is
thans geheel ingericht voor deze expositie, wel
ke een groot deel van haar büzondere waarde
ontleent aan het feit, dat door de Vereeniglng
uit de nalatenschap van MultatuU’s tweede
echtgenoote, de in 1930 overledqp mevrouw
DekkerHammlnck Schepel, zéér belangrijk
materiaal is aangekocht.
Op overzlchtelüke wüze gerangschikt, wordt
de ruimte van enkele vitrines ingenomen door
handschriften van verscheidene van MultatuU’s
werken; os. het fün geschreven schrift van
zfln „Max Havelaar”, waarin de door Van
Lennep aangebrachte veranderingen duidelük
waarneembaar zün; voorts kan men kennis
nemen van stukken, betrekking hebbend op het
rechtsgeding tusschen Van Lennep en Douwes
Dekker over het „copyright" van de „Max
Havelaar". Brieven van Multatuli aan Tine en
aan zün broer Jan, die, toen hü het werk, dat
hem beroemd zou maken, op zün armoedig
zolderkamertje te Brussel schreef, financieel
steunde, vormen mede Interessante beziens
waardigheden, evenals de foto's, betrekking
hebbend op zün Indischen tüd en de offlcieele
aanstellingen, die een beeld geven van zün
vlotte Indische carrière, vóór hü verbitterd ont
slag vroeg.
In de handschriften van zün „Ideeën” valt
het geheel veranderde karakter van zün schrift
blijkbaar in groote scheppingsdrift op het
papier „gesmeten” zinnen met doorhalingen
duidelük op; hier Is de op litérair ge
bied homme arrivé aan het woord, die min
der consideratie behoeft te hebben met zün
uitgever!
Merkwaardig zün ook MultatuU’s portret met
opdracht, waarvan hü verscheidene exempla
ren verkocht heeft om aan geld te komen voor
de uitgave van een dagblad; zün aanteekenln-
gen uit voordrechtenzün boekenkast met
boeken en leelük exemplaar van meubel
kunst uit dien tüd het schrijfbureau, dat
hem ter gelegenheid van de opvoering van zün
Vorstenschool’’ door vrienden ten geschenke
is gegeven.
De urnen met MultatuU’s asch en die van
zün echtgenoote, de roode sofa, waarop hü ta
gestorven en voorts tal van curiosa, maken
mede deel uit van deze expositie, welke een be
zoek overwaard is.