Met twee kameraadjes op avonturenreis I i I den daq Moppen 'ASSEN.... l\ Bi DE „NOTE GAIE” nog NIET VERDWENEN DElOSPRIJS VOOR LORDEN tl. fen Ut I Dg eerste kennismaking met een eend Livia’s Gezondheidszorg a II Naar betere handels- betrekkingen DOOR FLETCHER „WH**”» in omloop by onu Oost* lyha buren, by honderdtallen „gebundeld” uitgegeven doch natuurlyh niet in Duittchland I vergissing i Lectuur, waarom men smakelijk lacht B- ÜSA.-AS.«» A I I A blBd 111,1 to*6’01»8 veraekeringsvoorwaarden tegen p* 7^0 bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 bij een ongeval met T7 OCCj I Ta J li I 14 o ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen verlies van beide armën, beide beenen of beide oogen «JVFe- doodeiyken afloop AANGIFTE MOÉT, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK. DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEV. 5 en zegt: iter .1 T' J. n. itl de uuawtg blauwe 18 OP V n, althans ten slotte weer aan de eigenaars ze >2 tbad (Wordt vervolgd) r r-* Bb Nieuwe Duitsche films von Hitler von Göring von Göbbels von Schacht von Darre ▼on Streicher Kan Valentin, de Münchener komiek, ver- Khynt ten tooneele. Terwijl hij den rechterarm omhoog brengt, roept hy .Keil....”, even pauze «n dan: Vreeaelijk, ontzettend, nou ben ik dien wm vergeten I" Wat is het onderscheid tusschen den Rtfkz- Maschop en een missionaris? De missionaris maakt de wilden vroom en de Rijksbisschop maakt de vromen wild. Meln Versprechen Maskerad Eln Mund. det nie lügt Goldrausch Bauemtragödle Jud SUss zoo dacht liep 3M leg. len >en Dit ■an nd 1de len n. e- Tot slot de overtreffende trap: „Für das Vaterland zu sterben 1st schOn. Für das Vaterland zu leben 1st noch schöner. Aber vom Vaterland zu leben 1st am schor sten." Zoo ziet men dat ondanks alles, de „note gale” in het Derde Rijk nog niet „verechwun- den” is.... Een inrijpoort er voor, Maar toen er brand was, kon, helaas, De spuit er niet meer door! Sn Neerland boven den Moerdijk Dat lachte zich haast slap, Maar laat het stil zijn, want ook daar Beleeft men nu zoo’n grap: In Utrecht immers schafte men Een boevenwagen aan, Die daarna bleek, niet door de poort Van het paleis te gaan Sn Utrecht is nu radeloos, Sn Leiden is in last; Waarom heeft men zich ook niet bjj Zijn boeven aangepast? f HERMAN KRAMSR. Göbbels eek loor «e- lei- m- ten en tot de ter sp. »l- De ver: ging Wat kan er nog uitgevonden worden? Iets, wat Göbbels nog nlej. gedementeerd beeft. Kr ia ons medegedeeld, dat u een bul- tegewoon knap chemicus bent, signor Ves pucci, zei de minister. Vespucci keek tersluiks naar Jocelyn Ohenery. Ik zie hier een heer die mijn gast ge- Ik heb hem mijn bij verlies van een hand, een voet of oen oog idea, buitenlandsche per- t economische leven is K. Wiggins, President van katoenspinnersbond. Op n Januari as. zal de Alg. Ned. Ver. Sociale Geneeskunde in haar wintervergade ring dit onderwerp aan de orde stellen en wel in het bijzonder in het licht van onderling hulpbetoon. Dr. O. J. Brenkman (Amsterdam) en Arts R. Homstra (Nyeveen-Dr.) hebben reeds eenige hoofdpunten uit het betoog van hun inleidin gen voor deze vergadering meegedeeld in het juist verschenen Tijdschrift voor Sociale Ge neeskunde van Januari 1038. Zoo zal geschetst worden, op welke wjjze de gezondheidszorg zich heeft ontwikkeld en wat daarvan in de toekomst verwacht mag worden. De middelen, die ten dienste staan om het gestelde doel de be vordering van de gezondheid der bewoners van ons land te bereiken, en de wegen, die daar bij kunnen worden Ingeslagen, sullen by deze besprekingen nauwgezet onder oogen worden gezien om te onderzoeken, waar, hoe en of de organisatie voor de gezondheidszorg wellicht te verbeteren valt. De Gezondheidszorg draagt sterk het karakter van onderling hulpbetoon door samenwerking van alle rangen der bur gerij, al zal de practise!» organisatie in land en stad verschillen. De leiding van de overheid (rijk, provincie of gemeente) kan nuttig stlmuleerend werk ver richten. De geneeskundigen hebben eveneens een taak hierbij. Door het bevorderen van ge westen) ke samenwerking kan ook in dezen tijd tetah ingrijpende bezbtdging 'MAitgrgt werk verzicht worden. Het is niet de eerste keer dat fci slechte tijden Juist een belangrijke stap vooruit t.a.v. de gezondheidszorg gezet zou worden. Het particulier initiatief heeft reeds veel bereikt, door samenwerking van allen kan het geheel tot een krachtige organisatie worden uitgewerkt tot nut van de geheele Nederland- sche bevolking. Voor ntet-teden der vereeniging zijn introduc ties tot deze vergadering en nadere inlichtingen te verkrijgen bij den secretaris dr. M. G. Neur- denburg, Frans van Mierisstraat 134, Amster dam (Zuid). AUeen door de Joden hebben we den wereld oorlog verloren I" „SelbstverstAndllch. er waren te veel joden bij den Generalen Staf.” „Wat zeg je? In onzen Generalen Staf waren teen Joden.” •Stlmmt auch. maar by de anderen!” Bekend is, dat Göring niet vrjj is van ijdel heid. Op zekeren morgen was er een geweldig ru moer in den huize Göring: er mankeerde een „International Textiles”, het viertalige, in ternationale textlel-vaktydschrlft, is zoo juist met een speciaal aan den wereldhandel gewijd gedeelte verschenen, waarin een reeks vooraan staande persoonlijkheden uit het bedrijfsleven der verschillende landen een appèl tot de re- geeringen richt, tot herstel van normale han- delsbetrekkingen. De heer F. H. Fentener van Vllssingen, President van de Internationale Ka mer van Koophandel, legt er den nadruk op, dat autarkie verlaging van den levensstandaard beteekent en doet een oproep hooren ter ver dediging van den zoo stiefmoederlijk behan delden wereldhandel. De heer Daniels, gedele geerd lid van den Raad van Bestuur der N.V. Internationaal Kunstzijde-Verkoopkantoor, te Arnhem, wijst er op, dat ondanks de enorm gestegen kunstzyde-productie de kunstzjjde- exporten, behalve die van Japan, zijn gedaald. ivia Flowerdale zat aan haar ontbtjt- bureau. had een vulpenhouder in dT vin gers en staarde droomend door het raam naar bulten. Telkens ais ze voetstappen op straat boorde, schrok ze op. Ze zat er al meer dan een half uur en haar brief schoot niet op Met een zucht keek ze naar de klok, om dan weer naar den brief te kijken, waarvan het op schrift luidde: „Lieve Mercy.” Eensklaps vloog de deur open en stapte een heer op leeftijd de kamer binnen. Zn haar was wit, maar z’n oogen schitterden, terwijl z'n heele manier van doen iets jongensachtig had. Hij droeg een ol le» rfschildery in de hand. -Uvia,” spraio^tj, «wat voer je uit?” Jk achrUOneven vader,” zet Uvia zocht. „Schrijf dan direct voor my naar Tavlsh, dat z’n aanbod van dertig pond voor dat prachtige schildery een beleedlging is. Schrijf dat hy een afzetter is. Al is-het een slechte tyd, dan be hoeft iemand z’n schilderstukken nog niet voor niets te verkoopen.” -Ja. vader, het lijkt me ook een te 'N' prijs ▼oor dat schilderstuk.” zei Uvia in gedachten. -Een van de mooiste doeken die ik ooit schil derde,” schreeuwde Flowerdale meer dan hy sprak. ..Nu, je schrijft maar wat ik gezegd heb aan dien Tavlsh.” Daarop verdween hy. de deur achter zich dicht slaande. Uvia bleef kalm zitten, ze was gewend aan zulke uitbarstingen; ze hadden niets te beteekenen. Ze dacht aan iets anders. Ze verwachtte elk oogenbllk Edgar Vane, met wten as drie jaar geleden byna verloofd was geweest. Maar Edgar, die myn-lngenieu? was, moest naar Amerika vertrekken om promotie te maken. Hy was evenals Uvia, zonder middelen. Ze schreven elkander nu en dan korte, harte - lyke brieven, maar dat was alles. Nu was die rare tyd voorby en Edgar wa< terug in z'n ge boortestad. En natuuriyk zou hy haar veel te vertellen hebben. Ze zat in haar kamer, onder het voorwendsel brieven te schrijven. Vandaag, dacht ze, zou Edgar komen om haar te vragen ergens mee naar toe te gaan, zy alleen wist dat hy om haar kwam, geen van haar broers en zusters wist daar iets van. Vroeger had hy wel eens gezegd dat hy haar ngoit alleen aantrof Ze was vast besloten dat hy dit nu niet zou kun nen zeggen. ..Laat ik eerst voor vader aan Tavlsh schry ven," ast ze tot zich zelf. Ze nam haar vulpen houder weer op en schreef: .Mynheer. Myn vader draagt my op u te zeggen, dat hy met uw verzoek volstrekt niet tevreden is. Hy vindt het byna beleedlgend. Ik mag er wel aan toevoegen, dat dit ook geheel myn meaning is. Uvia Flowerdale." „Ziezoo, dat is klaar,” en ze ging naar het raam. Ditmaal klaarde haar heele gezichtje op. Edgar.... Eindeiyk! De lang verwachte gestalte kwam om den hoek te voorschyn. Haar hart klopte van vreugde, toen ze dien knappen jon gen man zag naderen. Hy keek een beetje wre velig, dacht ze, en was bleeker dan anders. Na tuuriyk kwam hy regelrecht hierheen. Neen, hy ging voorby, heel langzaam voorby. Hy draalde zich weer om en scheen terug te ko men. Hy moet vooral niet zien dat ik naar hem sta uit te kyken, dacht Uvia en boog zich on der de vensterbank. Toen ze eenige oogenblik- ken later weer overeind kwam, liep Edgar Vane vlug in de tegenovergestelde richting. Hy ging den hoek om en. was verdwenen. Verdrietig wierp het meisje zich in een grooten fauteuil. Wat had dat nu te beteekenen? Waarom keek hy zoo ontstemd? Waar glnthy heen? Epn bridge-party zeker. Wat moesthy eigeiflyl.bok hier doen? Hy kende zooveel menschen en ook zooveel meisjes. Maar toch.... Enfin, er was niets aan te doen. Ze zou maar wat gaan lezen of wat gaan wandelen. Het huls scheen uitgestorven. Ze voelde zich nu eenzaam en verlaten. Ze liep de kamer eens rond en bleef stilstaan voor het schildery, waarvoor mynheer Tavlsh dertig pond geboden had. Het *’M een lief schilderstuk, een portret van baar zelf, drie Jaren geleden gemaakt. Haar eigen sprekende bruine oogen lachten haar toe van onder de schaduw van een grooten witten hoed. Een paar er, wietje”, vroeg deze verschrikt. Het meisje wees hevig snikkend op een zielige figuur, die tn een portiek van een warenhuis met een trommel voor zyn borst daar roerloos stond. Het was een plnda- Oisteren is er in het paleis van Gdring Inge broken; 43 uniformen werden ontvreemd. Uit Gteing’s naaste omgeving werd echter verno men, dat hy het verlies niet eens bemerkt heeft. De Nederlandsche politiek Kent nog maar éine leus: Er moet meer worden aangepast. Er schijnt geen and’re keus. Dus ieder past zich dan maar aan Met moed en met beleid, En 't schoonste voorbeeld komt, als steeds, Gdring gaat in de hel naar Nero toe om hem te begroeten.. Doch verachteiyk wendt deze zich af: „Stumper!" „Heb jy de laatste rede van Hitler gehoord?” ,4a, al een jaar geleden.” Hitler bezocht een school waar hy verschil lende vragen aan de jongens stelde: „Hoe heet jy, beste Jongen?” .Fritz, Herr Relchskanzler.” „En tot welke party behoor Je?” ,4ch bin Nasi, Herr Relchskanzler.” „Zeer goed, uitstekend.” Hitler richt zich tot een anderen leerling: „En hoe beet jy?” „Kurt, Herr Relchskanzler.” ..En tot welke party behoor jy?” ,Jch bln auch Nazi, Herr Relchskanzler." Achter in de klas ziet Hitler een Jongen, die hem onafgebroken aanklikt. „Hoe heet JU?” vroeg Hitler hem. •Max." „En tot welke party behoor jy?” ,Jk ben communist.” „Communist? Waarom?” ,Myn heele familie is communist, dus ik ook.” ,Js dat een reden?” roept Hitler verontwaar digd. „En als je heele familie nu eens inbre kers geweest waren, moordenaars, dieven, zou jy dan ook....” .Dann wire ich Nasi, Herr Relchskanzler I” was het prompte antwoord. wyien Hindenburg, die door Hitler altyd met „Generalfeldmarschall” inplaats van met JSykspresldent” aangesproken werd heeft daar voor als bewijs van dankbaarheid den korporaal Hitler tot .Korporaal honoris causa” benoemd. De nieuwe naam van de Ryksbank? JJeviaen-GMkchtniskirche". Gdbbels nieuwste titel: „Minister dss jddi- schen Aeussern.” dag staat in brand I” Garing kykt eens op z’n horloge „Nu al?” Toen Hindenburg gestorven was, liet Gdring zich aandienen by Hitler. „Hindenburg is dood.” sprak GOring, ,#n je weet toch, dat pultsch- land niet bulten een veldmaarschalk kan. wat zou Je ervan denken, als Je my daartoe liet be noemen, ik kan goed representeeren, enz.” „Ga en praat met Blomberg.” antwoordde Hit ler. .Maar, in vredesnaam, let er dan op, dat hy my elndeiyk ook tot onderofficier benoemt.” „Zeg meisje zei de stuurman. Je behoeft toch niet bang te zyn voor dien armen man, hy is toch een landgenoot van je. Zullen we eens naar hem toe gaan?” Wiet je, wiens tranen alweer waren opgedroogd, schudde van Ja. Hy schrijft de ateemeene afsluitingsmaatre- gelen toe aan de dumping van verschillende, landen, welke de industrieën in de betreffende staten er toe dwingt, op haar beurt by haar regeertngen op meerdere bescherming door in voerrechten en contingenteering aan te dringen. .1het oogenbljk oct dfi, autarkie-mureh, alvoraa men hand kan beginnen te slechte hooger op te trekken. Van de uitlatingen sooniykheden uit h| de stem vaa Mr. W.n den IntemaMonalep/ katoenspinnersbond. wel het opmerkenswtfardigst. Hy ziet voor de ka toennijverheid in verschillende landen hoop volle teekenen voor de toekomst. M. Dubrulle, President der internationale Wolvereenlglng. houdt daarentegen concrete re sultaten eerst dan voormogeiyk, wanneer er een internationale stabilisatie der valuta is tot stand gebracht. Robert Brasseur, vice-presi dent der .Association Beige des fllateurs de coion” komt op voor een vergeiyk tusachen de afzoéderiyke industrieele groepen der verschil lende landen. Aan deze uitlatingen over de aspecten van den Internationalen handel sluit een omvang rijk geïllustreerd gedeelte aan, waarin „Inter national Textiles” door een overvloed van af beeldingen bewijst, hoe sterk juist op het ge bied der textielnyverheld de internationale be trekkingen zijn. *1 i Er schynen by onze Oosteiyke buren zóóveel Mpeu in omloop te zyn. dat ze zelfs ,ge- bundeld” werden en in een boekje zyn uitge geven Nrtuuriyk niet in Duitachland, want nie- n^nd zal wel den euvelen moed hebben, om daar te lande zooiets het licht te doen zien.... Mogeiy wel in 't geheim. Neen, dit boekske ia een dezer dagen verschenen in Cassarate by ds .Xlbrerla Internazionale”, de titel luidt: Witse, Karikaturen und sonstige Ergfitallch- keiten aus dem III. Reich”. De schrijver, zekere Otto Hoffmann (de naam doet „Dultsch” aan), heeft hier eenige honder den moppen verzameld, die op de Duitsche toestanden van de laatste drie Jaar slaan, t Is lectuur, waarom men zoo nu en dan smakeiyk lachen moet, al zyn er grapjes by, die zoo nu en wel eens wat te ver” gaan uit een oogpunt tan fatsoen. De teekenlngen, die het geheel hier en daar verluchten, zyn allerkosteiykst en vooral de Führer” is herhaaldeiyk op rake wljse getroffen. Reeds de allereerste „mop” te niet van humor ontbloot. V leze maar eens: „Onder de grootste geheimhouding wordt van een zyde, die in nauwe connectie met de Re- geering staat, medegedeeld, dat de adelaar uit het Duitsche wapen verdwynen zal en vervan gen zal worden door een kangoeroe, omdat dat het een. s dier Is, dat met een leegen buidel nog gror sprongen maker kan.” Een andere, die er dadeiyk op volgt: „Wat het onde^fchelt, tusschen Italië en Dultschland? Over (ttber) Italië hemel. Over Dultschland lacht de heele wereld.” Korten tyd geleden, vervolgde de Lord- Kanseller, verloor de overleden Premier een aantal stuks waardevol vee, ze stierven precies op dezelfde wyze als de ongelukkige Jongelui in Hotel Petronla. In de nabyheid op de werf werd een eigenaardige ring gevonden. Eenige dagen later ontmoette mr. Chenery op reis van Southampton naar Waterloo een jongeman, die een precies eenderen ring droeg. Later trof hy dien Jongeman in uw woning aan en vroeg hem naar dien ring. De Jongeman. Rederdale vertelde dat hy hem aan u gegeven had. Kunt u ons dienaangaande iets zeggen? Aangaande den ring in verband met bet vee en aangaande bet vee zelf weet ik niets, antwoordde Vespucci. Ven dien anderen ring weet ik heel wat. Maar waar is die ring, welke werd gevonden? Van onze overheid. Toch is geen menschenwerk volmaakt, Da’s treurig, maar toch waar. En soms wordt heel slecht aangepast, U oordeelt zelve maar: In ‘t Zuiden was een spuitenhuis, ‘t Gebouw was al heel oud, ‘t Moest noodig worden opgeknapt. En fraai^werd er verbouwd. Men plaatste, eenmaal toch aan 't werk, jota's morgens door zyn vrouw >ch. waarom heb je me gestoord?". >M6mt hy misnoegd. Jk bad juist zoo’n beer- lyken droom.” „Wat heb je dan gedroomd?” „Ik droom de. dat het 1936 was en ik nog in leven!” Schacht’s oudsten zoon werd by het gods- dlenstonderwys op school gevraagd: „Noem my eens. beste Jongen, den naam van een goed ■taM» I niqr.. zonder ook maar Oogenbllk te aar* zelen Samen liepen ze op den armen Chinees toe, die daar roerloos voor zich uit stond te staren, af en toe met zachte stem dezelfde woorden herhalend van „plndah. lekkah”. Vlak voor den Chinees bleven beiden staan. en wy huweiyk, erfden wy Marco verlangde te reizen en gedurende enkele Jaren zag ik hem niet. Ik verbleef veelal in Itahë. ik had my te Rome gevestigd. Ik trouwde niet.... ik wydde my zooals nu nog aan de proefondervindelijke wetenschappen. Die smaak was overgeërfd: mijn vader was een der grootste scheikundigen van zyn tyd. Na een aantal jaren schreef Marco, die de heele wereld doorrelsd had. me. dat hy zich te Parijs had gevestigd en hy verzocht me hem op te komen zoeken. Ik deed dat al heel spoedig Ik bevond te Parys dat hy zich had geïnstal leerd in een geriefeiyk kasteel, enkele mijlen bulten de stad en dat hy op het punt stond te trouwen met een Bpaansche jongedame^ die hy in New York had ontmoet. Ik bleef *>y Marco tot na zyn huweiyk en had de voldomilng te zien dat hy gelukkig op zyn bestemming was, met alles wat een man maar wensch-n kon en met een lieve vrouw die hy a Ik bemerkte spoedig dat Marco ik. den smaak voor experimenteels wetenschap, dien hy van vader bad geërfd, ontwikkeld had. Hy had alle groote geleerden der wereld be zocht, hy was lid van vele wetenschappeiyke reikte over. U zoudt een verklaring willen afleggen, mynheer, zei hy daarop uitnoodlgend tot Vespucci. Deze, die nadat de te Somerbourne gevonden ring te voorschijn gekomen was. in gedachten verzonken scheen, knikte. Juist, zei hy. Misschien is het my veroor loofd, datgene wat ik te zeggen heb. te zeggen op myn eigen manier. Ik moet bekennen, dst ik verwonderd sta op het vernemen van het bestaan van den ring, dien u my getoond neb en nog meer verwonderd op het zien er van Daar zit iets raadselachtigs in, waarvan ik de draagkracht niet besef.... hopeiyk sullen we het weten te doorgronden. Hy hield een oogenbllk tn als om zyn ge dachten met het oog op hetgeen hy ging zeggen, te verzamelen. De aanwezigen die gevoelden dat ze met een bijzondere persoonlijkheid te doen hadden, zagen hoffeiyk naar hem ep Toen hy weer begon t^^preken was het alsof zyn oogen naar verre dingen staarden. Ik aal moeten teruggaan naar vroegere dagen, heeren, zei hy. Ik zal moeten spreken van half-vergeten zaken; van menschen die overleden zyn. moet dan weten dat ik af komstig ben van Bologna, waar Ik negta en veertig jaar geleden geboren werd. Myn vader was een man van grooten rijkdom en booeen stand onze familie waakteen alremeen be kend en men zal ze zich dSy nog wel berin- neren, al heb ik sinds jaren Bologna niet meer bezocht. Ik had slechts ëén broer, Maroo, die genootschappen; nu hy gehuwd wee en geves tigd, bouwde hy een keurig uitgerust labora torium. om zyn proeven en onderzoekingen voort te zetten. Ik ontdekte echter al gauw, dat hy geen belang stelde in de dingen die my meer Interesseerden; zyn richting was de mijne niet. Gedurende den tyd dien Ik by hem door bracht, zoowel voor als na zijn huweiyk, ver toefde hy eiken dag geheel alleen uren tn zyn laboratorium; aan niemand en niets was toege staan hem te storen. Ik leidde er uit af. dat hy met een gewichtige proef bezig was m vroeg niets. Op een dag echter kort voor ik Parijs verliet, sprak hy: Pietro, zei hy. al hebben we elkaar de laatste Jaren niet gezien, we zijn toch trouwe broeders en ware vrienden en ik heb me voor genomen Je myn geheim toe te vertrouwen, aan jou alleen op de heele wereld, mijn lieve vrouw niet uitgezonderd. Ik staarde hem verwonderd aan, heeren. want ik besefte dat hy het over iets heel ernstigs had. Hy waa een van die oohtgenooten die bun vrouw van alles deelgenoot maken wat kon het zyn dat zelfs zy niet weten mocht» Alles wat je me vertelt. Maroo, zet Ik. zal heilig voor me zyn. Hy knikte als beschouwde hy die ver zekering van mynentwege overbodig. Je hebt wel gemerkt. Pietro, vervolgde htj, dak ik in mijn labonAmium werk met nlemar.d anders. - Ontelbaau- zyn de moppen op dgul Dr. Oöbbels en Hermartn GörirtJ. Zoo vraagt Germania den Führer: „Is er dan werkeiyk niets tegen den vleesch- nood In Dultschland te doen, Heber Adolf?” Waarop----- -c - liebe C ëm snderen!- t Men deelde Gflring mede, dat rich een man aangediend had. die alle moppen, die over hem Göring onder het volk in omloop zyn, ver tellen koe,. Göring noodlgde den man. Het hem ep *n stoel zitten, gaf hem 'n sigaar en boud hem *n glas wyn aan. Bovendien zegde hy hem volledige vrijheid toe. als hy hem al deze mep pen zou willen vertellen. De man zit er vandaag nog en vertelt.... Ietwat .actueel" la de vraag, wat het onder scheid is tusschen een stomme film en winter hulp. Vrij eenvoudig, zegt het volk: By de stomme film ziet men veel en hoort niets, en by de win terhulp hoort men veel en ziet niets! De vroi:w van een „Mlnlsterlalrat" van het ministerie van Göbbels schenkt het leven aan een zoon. Men vertelt dit asm Göring. die daarop antwoordt: „Eindeiyk. eindeiyk komt er vat uit hef Propaganda-ministerie, dat han den en voeten heeft.” Het ligt voor de hand, dat de „Jiddische gein” ook opgeld doet. De be.... Julius Strei cher werd onlangs op een morgen wakker, he rig transpireerend. zyn huisknecht kwam naar hem toe en vroeg: .Maben Sie elnen schlechten Traum gehabt. Herr Gauleiter?” „Een vree wijken droom, je moet d*r niet aan denken! Ik droomde, dat er geen Joden meer op de wereld waren!” Marinier kwam naar voren en overhandigde den Minister van Blnnenlandsche Zaken een klein doosje. De ring zit hierin mynheer, zei hy zacht. Ook Vespucci haalde een rtngendoosje uit zyn zak. En hier, zei hy, is de ring dien ik van Rederdale kreeg, en dien hy in Parijs op- dulkte. Vergeiykt ze heeren, als u wilt, maar verwisselt ze alstublieft niet, aan dén mVnen is een geschiedenis verbonden.... en wellicht ook aan den anderen. Iedereen toeyverde zich de ringen te zien. Het was duldeiyk dat het volmaakte even beelden waren. Men kon niet bet geringste verschil er tusschen ontdekken. De Minister thans dood is. Hy was drie jaar Jonger dan ik. Die Marco, bedacht Jocelyn Chenery. moest dan de vader van Pepita zyn geweest Hy luisterde gretig naar elk woord dat van Ves pucci’s lippen kwam. Toen ik vier en twintig was en Marco een en twintig, zoo vervolgde de Italiaan, stierf onze vader. Daar moeder reeds dood was de eenige kinderen waren uit hun erfden wy vaders groot fortuin. weest is, repliceerde hy laboratorium laten zien. WS hebben onze inlichtingen niet op de eerste plaats van mr. Ohenery, merkte de minister op. Ik kan u verzekeren, dat hy de wetten der gastvrijheid volkomen geëerbiedigd heeft. We hoorden over u van.... andere zyde. Best mogeiyk. gaf Vespucci toe. Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik proeven neem, 't Is het eenige wrat ik in myn toestand doen kan. Bracht de mededeellng daarvan u op de gedachte mynheer, dat Ik mat die slaehtparty op groote schaal Iets te maken had? i De Minister van Blnnenlandsche Zaken voerde een oogenbllk een fluisterend gesprek met den Lord-Kanselier. Deze laatste wendde zich daarop met een vriendeiyk lachje tot Vespucd. - - Ali tf vrijwillig opheldering wilt geven Signor Vespucci, zet hy Vespucd lichtte 'de hand op. Er valt door mil geen opheldering te geven, aaide hy. Ik kwam om een belangrijke ver klaring af te leggen en een wenk te geven. In alle geval zult u zich wellicht niet verzetten tegen de beantwoording van een naar vragen, hernam de Lord-Kanselier, üw antwoord sou ons zeer van dienst kunnen zyn. Vespuocl knikte toestemmend. Volkomen terecht, merkte hy op Dit Is e*n bijeenkomst. Signor, van verschillende voorname en hooggeplaatste personen, ex- Ptesseiyk byeengeroepen om de aangelegen heid waarover u my wenscht te spreken onder de oogen te sten. O kunt hier volkomen vrijuit «preken. Ik wil u nog wel zeggen, dat toen u *erd aangediend wy juist bespraken om een «mbtenaar naar u toe te zenden om een paar inlichtingen^- Vespucci's verrassing was onmiskenbaar. Naar my. mynheer? riep hy uit Wy 'hadden eenig vermoeden dat u wel licht iets van deze zaak zoudt afweten. Signor Vespucci. zei de minister, terwyi hy den Italiaan scherp opnam. En dat schUnt ook het (eval te zyn. daar u gekomen bent om er my ®ver te spreken. De verbazing van den Italiaan nam tnerk- OMr toe. Ik geloof wel. dat ik u eenige in lichtingen verschaffen kan, zei hy. Daarvoor ben ik hier. Mas: ik sta er verstomd van te Vernemen, dat u *n doodeenvoudig 'persoon ais ben. daarby een gebrekkige, met deze zaak verband hebt kunnen brengen. kastanje-bruine krulletjes kwamen onder den broeden rand uitgluren. Edgar had het prachtig gevonden en er dik- wyis met haar over gesproken, terwijl ze po seerde. Maar as wikte nu niet meer aan hem denken en maar een half uurtje plano gaan spelen. Eensklaps werd er gebeld. Ze sprong op en liep naar t raam. Opnieuw teleursteUlng. Dtt keer was het een briefje voor haar. .Jemand die op antwoord wacht, hlffrouw.” kondigde bet meisje aan, dat baar het briefje bracht. Ltvia nam het aan, scheurde het open en tas: .Xievv juffrouw Flowerdale.Uvia, ik.... heb vanmiddag al ebn paar maal langs je huis geloopen, met bet voornemen aan te bellenr maar zou ditmaal liever niet je familie ont moeten. Je zult zelf wel begrijpen wat ik Je te vragen heb. Je bent allee voor my, maar ik krtjg nooit gelegenheid je alleen te spreken. Stuur me een woord van hoop. Geef bet dit meisje mee. Zeg me waar en wanneer ik je zien Iran, t.t. Bde-ar Vfcne”. Uvia's oogen schitterden van vreugde, ze nam een vel papier en schreef: .Klefste Edgar!” Ze wachtte even, verscheur de het papier en schreef toen, zonder aanhef: „Ja, natuuriyk, is bet goed. Kom maar gauw. Er is niemand thuis. Ik wacht je zoo spoedig mogeiyk.” - Ze legde bet papier op baar bureau. „Zou dat goed zyn?” ze. Ze nadenkend de kamer op en neer. Ja, dat was voldoende. Het briefje kon zoo weg. Haastig koer de ze weer op haar schreden terug en deed het briefje in een enveloppe. Daarna ging ae naar beneden en gaf bat aan bet wach tende meisje. brengt het direct weg, niet?" vroeg ze. .Met is een belangrijke brief.” Uvia danste als t ware naar de kamer terug. Haar oogen vielen op den brief van Tavlsh, die nog steeds opgevouwen lag. Die moest ook di rect weg. Ze schreef het adres op een enve loppe en deed den brief er in. „Hoe vervelend! Geen postzegels!” riep ze. „Die brief moet weg vóór vader er weer naar vraagt.” Ze hoorde den melkwagen. Rick, de melk- boer, zou hem wel meenemen. Die kwam toch' voorby de woning van mynheer Tavlsh. De melkboer beloofde hem direct te zullen afgeven. Ziezoo, dat was klaar. Nu afwachten. De tijd teek echter wel stil te staan. Ze pro beerde te lezen, piano te speten, maar nergens had ze rust of duur. De minuten kropen voorbij. Maar geen Edgar. Meer dan een uur was al voorby. Uvia ging in den grooten stoel zitten en wachtte, wachtte, totdat groote schaduwen reeds de hoeken der kamer vulden. Geen geluid verstoorde de stilte. Kwartier na kwartier ver liep, maar geen Edgar. Kwartier voor achten! Ze voelde zich byna ziek van teleurstelling. Wat kon er gebeurd zyn? Ze begreep er niets van. zou hy plotseling ziek geworden zyn? Mis schien was hem wel een ongeluk overkomen! Ze hoorde teven in huls. Haar broers en zusters waren terug van hun wandeling. Ze moest naar beneden Die avond aan tafel was voor Ltvia een ware kwelling. Edgar had bepaald in een opwelling geschreven en had er al spyt van. Of er moest iets” in haar antwoord staan dat hem tegen- mond Een harde M-vteed hngMtft haar ge mijmer opecbrikice» Ze bield«htear adem in. Zou het Edg&r „Wie is die idioot, die zoo’n leven maakt?” stoof haar vader op. ..Mynheer lavish, om u te spreken,” zei het dienstmeisje. „Zeker om z’n excuses aan te bieden en met een beter voorstel te komen,” meende Flower date. „Heb je hem geschreven, zooals ik je ge zegd heb. Livia?" .Ja, vader.” Mynheer Flowerdale schoof zyn stoel achter uit en verliet het vertrek. Het duurde niet tang of men hoorde in de eetkamer opgewonden stemmen. Uvia stond op en ging naar *t atelier. „Schreef je niet dat z’n aanbod beleedlgend was?" vroeg haar vader. •Mynheer Tavlsh Is zoo brutaal dit te ont kennen.” .Juffrouw Flowerdate,” sprak Tavlsh, „uw va der nam m’n aanbod aan in een brief, dien u geschreven hebt. Het schildery is nu van my. Ik heb uw geschreven woord.” <- „Dat is een leugen!” riep de kunstschilder woedend. „Laat dien brief dan zien.” Mynheer Tavlsh haalde uit s*n binnenzak een gryze enveloppe. „Ate-u-blieft, juffrouw Flo werdale. Ben ik nu een leugenaar?” Uvia nam het papier en tas: Ja, natuuriyk. is het goed. Kom maar gauw. Kr is niemand thuis. Ik wacht Je zoo spoedig mogeiyk.” Ze hield dien brief sprakeloos in d*r hand en biyde gedachten vlogen door haar hoofd. Nu begreep ze het. Ze had by vergissing de brie ven verwisseld. „Deze brief is niet voor u bestemd, mynheer Tavlsh, hy was bestemd voor...." Ze sprak niet verder, z^tte hoed en mantel op en liep zoo hard ze kon naar Edgar. „Die kunstenaarskinderen zyn al even vjeemd als de kunstenaars zelf,” bromde mijnheer Ta- vish. toen hy een oogenbllk tater de woning van Flowerdale verliet. 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 13