<Mfiaal*van den dag
ft
Met twee kameraadjes óp avónturenreis
O
I
F 750.-
De vrouwelijke weergave vas»«!H«s^r&’
K Nederlandschen Sinterklaas
W1
ROMEINSCHE BEFANA
P. Mandonnet O.P.
DElOSPRIJS
De onderwijze^»
opleiding
VOOR LORDEN
j|l
BbATAPHfl
WOENSDAG 15 JANUARI 1936
RETRA1TEN
I
r
Het bende-wêzen in
Amerika
Met den bouw van 77 nieuwe
theater» begonnen
OOOR FLETCHER
In „St. Pet rut Canitiut”
Bergen (N.H.)
Invloed van den oorlog
in Abessinië
Vriendelijke gewoonte, om aan de
politie eenmaal in het jaar
cadeautje aan tebied
De verjongings- i
kuur
1
VerZie# voor </e Orde
ses’
van
deel gecentraliseerd is en zich bevindt in han-
JANUARI:
Van
FEBRU.
Congreganisten boven
I geboren
hij daar-
En afgezien van de waarde
lachte spottend. Mn goeie
M
(Wordt vervolgd)
Dit bericht, bevat behalve een mln of meer
verbasterende mededeellng, bovendien nog een
les voor hen. wier levensbeschouwing door het
communisme wordt bedreigd. Hier valt een en
ander van den vijand te leeren.
h dien ring van u te koopen. HU is in uw
Hoeveel moet u er voor hebben?
77 nieuwe bioscoop-theaters, waar
3a.0flr 1
de
lange
al vtooenten der kweekscholep ver-
veneens in het meergemelde tijdvak
ran 1304 tot'op 1160. -
e het aantal kweekscholen. Hoewel
den
Uw
Li Chang had steeds een foto van Wietje
bewaard en hU hoopte haar nog wel eens
te zullen vinden. Hoe verheugd en gelukkig
was de Chinees, toen bleek dat zUn meisje
nu gezond en wel weer bü hem was. De
goede man was dol gelukkig en blU en vol
dankbaarheid, dat Pietje’s ouders zich het
lot van zijn kind hadden aangetrokken.
Zaterdag 18—31. Dienstplichtigen.
Dinsdag 21—24. Meisjes boven 17 jaar.
Vrijdag 24—37. St. Jozefgezellen.
Maandag 2730. St. Jozefgezellen.
Vrijdag 31 Jan1 Febr. Gehuwde mannen
os. uit Obdam.
Li Chang was hoogst dankbaar dat hem
de gelegenheid werd gegeven om weer met
'ijn kind naar het vaderland terug te kee-
-en en de stuurman overhandigde hem een
flinke som gelds, welke door hem en Wiet's
rader bü elkaar was gebracht, om den over-
ocht te betalen.
I e» vischte een artdere das op.
Ik ---
ik liet hem niet los vóór ik de
den bekenden Dominicaan-
schen geleerde, pater Petrus Man
donnet OZ, op 4 Januari Jl in bet
klooster te Saulchoir (Kaïn) in België
overleden, deelt men ons nog bet vólgende
mede:
mtrent
deze "ge
en wel
-w T iemand rel mü tegenspreken, als ik be-
weer, dat we allemaal zitten te springen
A v naar den eersten van de maand. Maar als
die dag er te. springen we pas goed. De eene
springt naar de comedie, de ander naar de
Dinsdag 4—7. Mei
17 jaar.
Zaterdag 811. R. K. Rüwlelclub.
Dinsdag 11—if. Gehtiwde Vrouwen
Zaterdag 15—18. Jonge Mannen.
Dinsdag 1821. Meisjes boven 17 Jaar.
Zaterdag 20—3 Maart. St. Jozefgezellen, dis
trict Haarlem.
wat ik wil hebben; vragen doe ik niet. Nu. Jk
wei-- - -
be^
De geest der hebzucht kwam over Marinier.
Iets zelde hem, dat bU hier de grootste kans
van het leven had.
Ik heb niet het recht er over te beschik
ken, mompelde hU schor.
De onbekende lachte.
Och kom! zei hü. Bezit is negentiende
van het recht. Je hebt hem gekregen, dus je
bezit hem. Als ik mü werkelijk heb voorgesteld
om iets te bezitten, dan ben ik gedwongen om
er mü ten slotte meester van te maken. Ik heb
relikwieën gekocht uit kerken, ik heb schilde
rijen gekocht waarvan ik wist, dat ze gestolen
waren en ik bewaar ze daar waar niemand
behalve ik zelf ze ooit kan zien. En waarom
niet? Ik bezit zooveel mllioenen, dat ik kan doen
wat ik wil. Ik wensch dien ring te hebben.
Marinier keek tersluiks rond Er was nie
mand'die hem hooren kon; dat gedeelte van
den tuin was heel rustig.
Veronderstel, dat het ontdekt werd, aar
zelde hU-
Het zou uw eigen schuld zijn, als het
ooit ontdekt werd, zei de onbekende. U kunt
zeggen, dat u hem verloren hebt of neen,
een veel beter idee is, dat hü u te ontstolen.
Bravol Ja, die is goed. We spreken af, dat u
den ring in uw vestzak steekt, en dat ik hem
er uit haal. Dan overhandig ik u wat we over
eenkomen dat is te zeggen, op voorwaarde
natuuriuk, dat de ring de echte is; geen valsche
waar, hoorl
FrühWlrth, het Magiteriaat in de theologie.
Tüdens de Frelburgsche jaren verschenen de
meeste zUner publicaties. o.a. in 1899 zUn wem
„Biger le Brabant et 1'AverroIsme latln au XIII
siècle”, dat met zün voorstudies en vervolg
artikels baanbrekend werk verrichtte voor de
geschiedenis der middeleeuwsche philosophic.
Het zou ons te ver voeren hier een overzicht te
geven van de talrijke grootere en kleinere wer
ken, artikels, kritieken en bijdragen voor ency
clopedieën. waarvan de meeste belangrijk zun
en van groote beteekenis voor de geschiedenis
der Theologie en die zijner Orde. Wij verwüzen
hier naar het tweedeelige werk „Mélanges Man
donnet”, dat in 1930 te züner eer verscheen.
Het vernJeWt eveneens de Frelburgsche disser
taties. die onder zUn bevruchtende leiding wer
den samengesteld en tevens bewijzen, dat Man
donnet een eigen school had weten te vormen,
waar *ün historische methode en werken Uverlg
door zijn leerlingen werd gevolgd. Zün laatste
werk verscheen op het einde van 1935; het was
gewUd aan den re^tesfelüken dichter der
„Dlvlna Comcdla'^M^Aten hU reeds vroeger
een aantal merkwaartSBFstudies had gewijd.
De dood vaft P. Mandonnet beteekent een
groot wezltes voor de wetenschap, nog meer
echter voor zün Orde, die hü naar het getui
genis van een züner medebroeders hartstochte-
lük beminde. Zün strikte rechtvaardigheid, va
derlijke goedheid en liefde voor zün medebroe
ders hadden allpr harten veroverd; door zijn
veel omvattenden arbeid was hü een sieraad
der Orde. Moge op hem het woord van toe
passing zün: „Die velen onderwezen hebben,
zullen schitteren als sterren in de eeuwigheid.”
aagaift heej zün leven de
rlnnerlngep zou meedragen. Zun
Orde van St. Dominlcus kreeg
tüdens zün verblüf op het col-
waar t,ü
den Parüschen
Maar heel kort heb ik al dat fraais gedragen.
Een week later stopte ik m'n heele verjongings
kuur achter in m’n kleerkast: het nieuwe pak.
het nieuwe overhemd, ds nieuwe das, de nieuwe
sokken, den nieuwen hoed en den nieuwen zak
doek. En toen ik me zelf in den spiegel bekeek,
begreep ik dat maar één ding noodig had, één
ding, dat ik niet koopen kon: een Jong, nieuw
1 gezicht.
andere waarde dan als een curiositeit. Als
zoodanig wil ik hem hebben. Ik gaf eens
duizend gulden voor een vooranümes dat oor
spronkelijk zeven en een halven stuiver had
gekost, alleen omdat een berucht misdadiger,
een Frgnschman, er zün werk van maakte met
dat mes halzen af te snüden.
Marinier aarzelde. Maak er zesduizend van.
zei hü.
Mün vriend, zei de vreemdeling, ik heb
een hekel aan ftiarchandeeren. Op, voorwaarde
dat u geen verdere eischen stelt zal ik een
duizend pond zeggen uw eigen prijs t Iet
een aardig bedrag, sesdutaend pond, oordeel
kundig uitgezet brengt het u een jaarlgkach
inkomen van minstens driehonderd pond op.
En nu, wanneer denkt u mü den ring te over
handigen?
a e onderwüsstatlstiek verstrekte ons in
I 1 Mededeellng No. 19 eenlge gegevens‘over
de onderwüzersopleidlng. Wü vinden
deae gegevens belangrijk genoeg aan er te deser
plaatse de aandacht op te vestigen. De cüfers
hebben betrekking op het loópende tohopljaar
1935/1938 en wel naar den toestand opia Sep
tember 1935. Alzoo seer recente cüfers.
OpviBend is de verminderde animo voor bet
onderwüsexsambt. Overigens begrüpelük. Het
groot aantal afgestudeerde onderwüzers, dat
óf in t geheel niet ófwel een betrekking tegen
pen seer geringe vergoeding heeft, houden
den van 12 tot 18 groote misdadigers, waarvan
volkomen onbekend zün
manngp krijgen riechta
bekendheid, die ahdere gangsters
Zü oefenen hun bedrijf uit dót#- middel
plaatsvervangers, die op hun beurt weer
„Ik wou een hoed hebben,” zei ik.
„t Zelfde model als u op hebt?” vroeg de
hoedenbaas.
„Neen.” antwoordde ik. „Juist heel Iets an
ders.” 1
Hü bestudeerde m’n gezicht en stond stil
atapr er een portret van me gemaakt werd.
Nadat de man uitgestudeerd was, ging hü °P
een heel hooge plank staan. Daarna daalde hü
met een hoofddeksel er weer van af Het was
een model waaronder mün gezicht geheel ver
dween.
„Misschien kunt u me nog wel een anderen
hoed laten zien." stelde ik voor.
JO zeker, deae te misschien een ietsje.
HU bood me een hoed aan, waar practlsch
geen rand aan zat. De vorige hoed had m’n
hoofd opgeslokt; dezen slokte mün hoofd büna
op. Toen begre
pen de hoeden-
koopman en ik
dat een hoofd
deksel nog niet
zoon eenvoudig
probleem was en
we gingen ern
stig aan 't passen en prabeeren.
We probeerden acht exemplaren en
het achtste, alleen omdat ik het zoo i
naar m'n eigen gezicht in deh spiegel te
loopbaan te kiezen. Ook de immer „vast” ge
waande betrekking heWt door de op groote
schaal voorkomende op wachtgeldstelllng veel
van haar aantrekkelükheid verloren.
En nu de cüfers. Bedroeg in 1934 het aantal
leerlingen in*opleiding aan de A-afdeelingen
der-kweekachmen (lagere akte) 8508, op 18 Sep
tember 1935 was dit aantal teruggevallen tot
op 7005: een daling in één Jaar vein 18 pct. De
.opleidingen aan de zg. Normaallessen vertoon
den een nog sterker daling. Daar liep in het
zelfde tijdsverloop het aantal leerlingen terug
van’863 tot 358 ofwel met 46 pCt. Het aantal
dezer Normaallessen daalde van 33 op ld.
Zooals de lezer zal opmerken, ziet het er niet
naar uit, dat de kweekschool In de toekomst
uitsluitend het opleidingsinstituut voor onder-
wüsers zal worden. Een toestand, welke op goe
de gronden roads meermalen door deskundigen
als de Juiste werd aangewezen.
Het aantal B-leerlingen (hoofdakte-candl-
daten) der kweekscholen verminderde met 115
en bedroeg op 18 September 1938 3077. Hier te
de vermindering (3.5 pet.) veel geringer dan
bü de A-afdeellngen. De sterk verinlnderde toe
loop zal bü deze Brafdeelingei/ vermoedelük
eerst na enkele jaren tot uiting komen.
Het aam
piinderde 4
en daalde!
Ten slot’
vermindering vaifvhet aantal dezer inrichtin
gen meermalen als onderdeel eener algeheele
beperking der opleiding werd bepleit, is in het
afgeloopen jaar slechts een kweekschoolafdee-
llng van een lyceum bpgeheven. De overige
jKholen bleven gehandhaafd. Gemiddeld hadden
de 106 kweekscholen per A-afdeellng 66 leer
lingen in 1935 tegenover 80 in 1934.
V. d. M.
Uit Moskou wordt gemeld, dat groote bedra
gen beschikbaar zün gesteld voor den bouw van
nieuwe bioscooptheaters en circussen. Er zullen
in 11.000 bioscooptheaters Installaties voor ge
luidfilms worden geplaatst. Verleden jaar zun
in 2000 bioscopen geluidinstallaties aange
bracht. Men te nu begonnen met den bouw
1L meer dan
fff plaatsen 'zullen worden Ingericht. Te
kou zal een bioscooptheater voor 4000 per
sonen worden gebouwd. In den loop van.ciit
jaar zullen 20 nieuwe circussen worden
opend.
Bulffaartche posteegels tet
herdenking van den na-
ttonalen held Hadji Di
meter, die in den strijd
voor de bevrijding van zijn
land van de Turken in het
jaar 18M sneuvelde
'Dit Jaar viel het overigens nogal mee, dank
zü het feit, dat de „tong van Menellk*^ die in
vele monden den toeter verving. geluidloos
was als een oude film.
Toch was het zeker genoeg, om een ,JSe-
rodus te verdrijven”. De Dultschers, die boos
zün over de Italiaansche kritiek op hun Kerst
boom, zeggen, dat dit feestrumoer echter een
overblüfsel te van oude heidensche feesten ter
eere van Janus Agonlus. den god van de
wedstrijden, die hier op het Navona-plein, dat
ook nu nog den vorm van een renbaan heeft
bewaard, worden uitgevierd. Wat daarvan zü,
het lawaai te zeker „heidensch".
P. Petrus Mandonnet werd den 23sten -Feor.
1858 te Beaumont bü Clermont-Ferrand gebo
ren. Óp twaalfjarigen leeftüd deed htj zün In
trede in het pensionaat Godefroy de Bouillon,
dat bestuurd werd dog^ de Broeders der Chris
telijke scholen,
dankbaarste hei
roeping tot de
hü echter eerst „J
lege St. Etienne, waar hü kennis maakte met
de werken van den Parüschen Kanselredenaar
Lacordaire, wiens leven van St. Dominlcus hem
spoedig begeesterde voor het middeleeuwsche
Orde-ideaal der Predikbroeders. Van nu af, zegt
hü, „werd ik Predlkbroeder.” Maar al dadelük
ondervond hü grooten .tegenstand bü zün
ouders, die het religieuze leven waanchünlük
te zwaar vonden voor zün zwakke gezondheid
en hem liever als seculier priester aan de ziel
zorg zagen deelnemen.
Door tusschenkomst van een Dominicaan
trad hü te Clermont-Fterrand in het Groot-Se-
mlnarie, waar hü in 1882 zün eerste groote wü-
dlng kreeg. De seminariejaren hadden echter
zün verlangen naar bet kloosterleven niet ver
zwakt, maar eerder versterkend op zün roeping
gewerkt en kort na zün eerste wüdlng vertrok
Mandonnet naar Spanje, waar hü den 28sten
October 1883 in het Dominicanenklooster van
Belmonte het Ordehabüt ontving. HU bleef er
tot aan zün professie den laten Febr. 1884 en
zette toen zün studies voort in Tyrol, later te
Corbara op Corsica. In 188^ werd hü priester
gewüd. Kort daarop vinden wü hem te Rüssel
op den kansel, maar in 1889 riepen zün Over
sten hem jeeds terug naar Corsica om in bet
klooster van Corbara zün jeugdige medebrow
ders in te leiden in de theologische weten-
schappen,
In bet jaar 1891 werd hü benoemd tot hoog
leraar in de Kerkgeschiedenis aan de nas op
gerichte unlversltelt te Freiburg in Zwitser
land. waar hü zich omringd sag door talrüke
eollega’s, waarvan hü er spoedig verschillenden
onder zün intiemste vrienden rekenen mocht.
Wü noemen bier slechts Joseph Bédler, Jean
Brunhes, Victor Qiraud, Gustave Mlchant,
Maurice Masson en Pierre de Labriolle. Tüdens
zün verblüf aan de unlversltelt werd voor goed
zün wetenschappelüke naam gevestigd. Twee
malen, in 1893 en in 1906, werd hü tot deken
der theologische faculteit gekozen. Van 1903 tot
1903 was hü rector der unlversltelt. In Januari
1897 werd hü baccalaureus in de theologie en
zes Jaren later ontving hü uit de handen van
den Generaal der Orde, den lateren Kardinaal
M’n waarde heer, zei hü. bUJf zitten en
Praat geen onzin. Ik wensch u te spreken En
Jaar ik nooit iemand vraag, mü iets voor niets
geven, zelfs niet tien minuten voor een
°nderhoud, zal ik u op voorhand voor uw tüd
«n moeite betalen.
Hü haalde een portefeuille uit zün vestzak
*n opende ze onverschillig. Marllller’s scherp
toeziende oogen zagen, dat ze opgepropt zat met
Engelsche bankbiljetten, nieuw en frisch heer-
*ük om te aanschouwen. De vreemdeling haalde
*r het eerste het beste dat hü tusschen de
pngers kreeg uit, keek ternauwernood naar het
pëdrag dat er op stond aangegeven en over-
“kndlgde.het den detective.
Alsjeblief, steek dat in uw zak, zei hü
Ah vergoeding voor de tien minuten die u
[hü toestaat. Ik maak me sterk, dat het meer
dan u In een week op Scotland Yard ver
eent.
Marinier wist dat het meer was, dan hü in
•tor weken op Scotland Yard verdiende, want
®*t biljet dat voor hem lag was er een van
’vitlg pond. Achterdochtig echter als altüd
1
En voor de meisjes waren de zwarte poppen,
kleine Abeasinische slavenkinderen, aeer ge-
r et genoegen heb ik gezien, zoo schrijft
^1 onze correspondent in de Eeuwige Stad,
A dat een gewoonte, die in Rome zelf nog
niet oud is, ookjWÏtommlge Nederlandsche ste
den navolgingCTfcat gevonden: de vriendelüke
gewoonte nX onr sin de politie éénmaal in het
jaar een cadeautje aan te bieden.
Kik jaar op Driekoningen is het een kleine
bezienswaardigheid op de kruispunten van het
jtomelnsch verkeer. De armzwaaiende verkeers
agent staat tusschen een berg van tulbanden,
Kerstbrooden, bonbondoosen en wünflesschen.
De gouverneur van Rome brengt een fraai
cadeau met een lint in de stadskleuren, de partü-
secretarls blüft niet achterwege en de auto’s van
bet Corps Diplomatique komen langzaam voor
bij en laten hun gave achter. Maar het 1
glleen de elite, die op deze wüze den verkeers
agent huldigt; ook de eenvoudige weggebruiker
offert zün gave, die soms niet de geringste is.
Zoo sag men gisteren uit een onooglüken ouden
wagen een heele „damlgiana”, d.1. een 25-liter-
flesch vol Frascati aan de voeten van den agent
neervielen.
Is het elgenUjk vriendelüker van de automo
bilisten om te geven, of van de politie om te
ontvangen? Een ieder heeft wel eens de intimi
teit geproefd van het moment, wanneer een
politie-agent, na aan zün plicht voldaan, dus
na u verhoord of uw kelder doorzocht of liw
klacht genoteerd te hebben, wanneer de amb-
.tenaar In functie, zegik, zün handschoenen
uittrekt en een sigaar ot een borrel accepteert.
'■Het is een kostelU^ oogentdlk. Uit'de gestalte
van den dienaar der orde verdwünt als bü too-
verslag de ambtelüke stüfsel; de sterke arm
wordt zacht; de man van de wet*wordt een man
uit het volk, met menschelüke behoeften en
droppels aan zün snor.
Dit moment van menschelüke broederschap
nu, dat men anders slechts toevallig en ln-offl-
cieel (misschien is het zelfs tegen de dienstvoor
schriften?) kan beleven, wordt og Befanadag tot
een officieels ceremonie verheven. De politie
agent „ontvangt” in den meest volledigen zin
van het woord. Hü neemt alles aan; ge kunt hem
een doos cigareten geven of een zoeten koek, een
fleach wün of een wollen das of een potlood;
maar ik wed, dat kinderspeelgoed of zelfs een
pop, mits discreet aangeboden, bü de groote
verdeeling In het hoofdkwartier een gegadigde
sou vinden.
Het is dan ook een vroolüke vertooning, die.
altüd veel toeschouwers trekt. De verkeersagent
zelf heeft vaak nauweUJks den tüd om te zien,
wat e^aan zün voeten wordt neergelegd en om
tusecHflF twee afgemeten seingebaren dóór een
bulging van dank ta zenden naar een büzonder
bekoorlijke schenkster. Doch hü staat daar
openlük als een voorwerp van sympathie en
goedgeefschheid. En een agent, die'' éénmaal
zoo tot aan de knieën gestaan heeft in een berg
van gekregen koek en wün, kan, dunkt mü,
nooit meer een „beul” worden.
In Nederland heeft men dit Jaar
woonte hier en daar nagebootst, en wel op
Nieuwjaar. Die datum lijkt niet gelukkig geko
zen. omdat ze deze verkéers-hulde tot een ding
op zichzelf maakt. Men zou het op Sinterklaas
moeten doen, in het feestelüke kader van de al-
gemeene cadeautjesvreugde, -zooals het ook in
Rome op .jBefana” het geval is.
De Romeinsche Befana is immers een vrouwe-
lüke weergave van onzen Nederlandschen Sin
terklaas. Het woord is elgenlük een verbastering
van Epiphania, de kerkelüke benaming van het
Driekoningenfeest, die Veraphünjng beteekent.
omdat Christus’ geboorde- in de Drie Koningen
aan de nlet-Joodsche volkeren werd geopen
baard. De „Befana” heeft echter van deze theo
logische beteekenis weinig of niets behouden;
zü is een soort van tante, die cadeautjes bringt
Evenals Sinterklaas komt zü over de daken;
maar waar hier meestal de schoorsteenen ont
breken, is haar weg verder niet precies aange
geven.
Voor de armen organiseeren de fascistische
partü en andere instellingen elk jaar op Befana
een groote pokjesverdeeling aan kinderen en
grooten. Maar het middelpunt van het Ro-
melnsche feest ligt op de Piazza Navona, sedert
Kerstmis al bebouwd met een grooten kring van
kramen, waarin naast schiettenten en kermis-
vertooningen vooral speelgoed en suikergoed te
koop is.
Dit jaar kwam de Befana blijkbaar uit Abes-
rinië. Het speelgoed was voor het overgroote deel
oorlogstuig in kinderformaat. Een vierjarige
baby kon al een geweertje dragen en een tropen
helm op zün ronde hoofd. Grootere jongens kre
gen een'koppelriem met een revolver en spelen
met tanks van een dubbeltje, met luchtafweer
geschut en geblindeerde auto’s hun modern
oorlogje”.
tanut Abessinië der toon aan; büv.
'ton8 van Menelik", die men als een 1-
sliert kon laten afrollen, en de negus als een
duiveltje-uit-de-doos.
Op den vooravond van Driekoningen
bjj verlies van een hand,
een voet of een oog
e „Times” meldt uit New York, dat de
I 1 buitengewone groote Jury, die een onder-
zoek heeft ingesteld naar het bende
wezen in New York, Donderdag gouverneur
Lehmann aanbevolen heeft twee groote jury's
bijeen te roepen en deze ononderbroken gedu
rende twee Jaar at langer büeen te laten komen.
In haar rapport aan rechter McCook van het
Hooggerechtshof, verzekert de jury. dat het
uitoefenen van de z.g. rackets voor een groot
A I I T? A n/’VA.T'K.T'É' >C! op dit blad «Un ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 bü een ongeval met p O KA
/Al «I tr*< /A I w r« O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen hJXJe verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen VV«" doodelüken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
grinnikte hü alleen en keek aarzelend naai
het waardevolle papier.
Het kan wel namaak zün van Iets wat
Ik ken, zei hü weinig beleefd. Ik ben geen des
kundige.
De onbekende stak een dikberingde hand
op en wenkte den dichtst büzünden kellner
Hü nam het bankbiljet op en overhandigde het
den bediende.
Laat dit biljet even wisselen bü den kas
sier In biljetten van tien pond zei hü- Toen de
man vertrokken was, wendde hü zich weer
tot Marilller. Achterdocht schünt een aan
hangsel van uw werk te zün, vriend, zei hü
met een glimlach. v
Ik weet niet, wlen ik tegenover mü heb,
riposteerde Marilller. Men kan nooit te voor
zichtig zün.
Welnu, ik ben niet van plan u verder
in te lichten, zei de onbekende. U kunt mü
den miUlonnair van Nergershuizen noemen. Ik
ben miUlonnair. multl-mlllionnair zelfs, multl-
multl-mllllonnatr. Ik ben een verwoed verzame
laar van curiositeiten van allerlei aara en
tegen eiken prijs, vooropgesteld dat het wer
kelijk curiositeiten rijn. En daarom, mün
vriend, verlang ik den ring te bezitten, waar
over ik zoo juist sprak.
Marinier knikte. Hü begon de zaak te be
grijpen en te doorzién. Hü had wel eens van
Pierpont Morgan gehoord; eens had hü <*n
schllderü moeten bewaken, dat die münheer
gekocht had. De, man met de vele bankbil
jetten hoorde zeker tot denzelfden kring Maril
ller had groot ontzag voor geld. Al bezat hü
vraagd. Ook in allerlei gebruikelüke „surpri
ses” gaf Abessinië detr toon aan;
„tong van Menelik”, die men als
ik Kocht
moAgras
Thuis gekomen, ontdekte ik dat m’n niWwe
hoed precies dezelfde was afe .z’n voorganger,
alleen schooner en duurder.
*s Middags glpg ik naar m’n kleermaker.
Uk wilde dezen keer graag iets lichters heb-
ben,” begon ik.
De man lachte en ontrolde een vroolük bruin
met een gele kruiswoord-puzzle daarneven.
„Vanmorgen pag ontvangen,” prees de kleer
maker.
„Dan zóu t Jammer zün, als ’t er vanmiddag
al weer uR ging," gei ik. „Hebt u iet* goeds in
donkerblauw?”
Elk jaar neem Ik het vas^ besluit nu eens
geen donkerblauw te nemen, en leder jaar wordt
het tóch donkerblauw. Maar dit keer zat er een
fün, wit streepje in. Ik kocht het dus.
Op weg naar huls werd ik aangehouden door
een züden zakdoek in een étalage, een zakdoek
vol met roode en gele vlekken. Wie daar een
paar centimeters van liet küken, moest wei
„furore” bü z’n meisje, maken.
ik ging dus den winkel binnen en kocht hem.
„Mag ik u ook een overhemd laten zien?”
vroeg de bediende met de uiterste beleefdheid.
Ook voor deae vriendelüke vraag befcweek ik.
Ik zal me niet wagen aan een beschrijving
van dat overhemd.
voor het
i zefden de
verwerven
van
door
handlangers gesteund worden.Tp* jury achtaftet
van weinig nut vervolgingen in te steljen tegen
afzonderlüke op dit gebied gepleegde mlsdadén.
daar deze toch niets anders dan een klein feit
uit een groote reeks vormen. Er moet vaal en
uitgebreid onderzoekingswerk verricht worden,
zoodat men kan doordringen tot de wortels
van het kwaad en telkens een geheel racket
kan vernietigen. Felle crltiek wordt In het rap
port uitgeoefend op de zakenlieden, die soo
uiterst schoorvoetend inlichtingen over racket-
teera verstrekken, selfs wanneer zü onder hun
slachtoffers behooren. Het rapport wUst er ten
slotte op, dat vele vakvereenlgingen en haaj
„hulpeloooe leden” op „meedoogenlooce wüze
geëxploiteerd worden door corrupte leiders sn
gangsters, die vakvereenlgingen in het leven
roepen.ten eigen bate en met behulp daarvan
de zakenlieden zoowel als de aangesloten ar
en ik spring van den eenen winkel in den an
deren. Laat ik nog even^aeggen, dat Ik de 40
al gepasseerd ben.
De eerste winkel is gewooulük een da men -
Winkel. Zoo waa *t in ieder geval deae maand
Er lag voor het raam een verfukkelüke da*, een
soort licht oranje met rood. Dat klinkt natuur
lijk verschrlkkelük, en t w*e ook verschrikke
lijk, magfje ziet er met kleuren ook altüd jong
uit, en als je *t idee hebt al op te schieten, en
near de hand van een lief meisje dingt, dan zie
je er graag jong uit.
„Ik wou graag die das hebben,” aei Ik, toen ik
binnen WM.
„Welke das.
Ik verbaasde
namen zjfn oogen een sluwe, listige uitdruk
king aan.
Neen neen! zei hü- Ik zie dat u da
waarde van dien ring kent. Ik sou veel meer
moeten hebben.
van den ring, ik loop een verschrlkkelük
risico.
De onbekende
vriend, zei hü. de ring aou door eiken goud
smid op misschien zes of acht pond geschat'
worden, sis het zelfs zooveel is. HU heeft geen
-L i curiositeit,
ik hem hebben. Ik gaf
Thuis gekomen was het een drukte van
belang. Iedereen was even gelukkig en ver
heugd, dat alles zoo’n goed einde had ge
nomen. Thans moest men eens overleggen
wat er met Wietje en haar vader moest
gebeuren, en er werd na lang beraad be
sloten. dat beiden weer naar China terug
mochten.
Een volle minuut wel staarde Marilller be
dachtzaam naar de aach van zün sigaar.
Neen, zei hü dan, het hoofd schuddend
Ik geloof niet dat het te doen is; ’t la ónmoge
lijk.
Dat woord komt In mün woordenboek niet
voor, zei de vreemdeling Luister eens. vriend.
Naar uw ulterlük te oordeelen bent u op
rand van den leeftüd. waarop gü. beambten
ontslag neemt.
En? vroeg Marilller.
Dan krügt u pensioen. Welnu, ging hü
voort, zal dat pensioen voldoende zün. om u
het prettige gemakkelüke {eventje met al zün
gerief te verschaffen, dat Ai wel zoudt willen
lelden? Zou het dat zün, zelfs als u daar uw
weinige spaarcenten aan toevoegde? Welnu?
We zouden er allemaal wel wat bü kun
nen gebruiken, bekende de detective.
Dat spreekt vanzelf; dat is nog de ver
standigste opmerking, welke ik van u gehoord
heb, zei de onbekende weer. Geef nu oök zulk
een verstandig antwoord op het aanbod, dat
Ik u ga doen. U geeft mü dien ring of laat
hem mü u ontnemen en ik overhandig u
vüfdulaend pondl
Vüfdulzend pondl De detective meende
sün hart te hooren kloppen. Vüfdulzend pond
voor een gewonen gouden ring, dik en mas
sief waarachünlük en met een eigenaardig zegel
er op maar welks zuivere waarde stellig niet
meer bedroeg dan enkele ponden. Hü keek den
vreemdeling aan of hü met een krankzinnige
te doen had, tegelük zün uiterste best doend om
geen emotie te doen blükan. En plotseling
dan niet veel verbeeldingskracht, trü had toch
een droom, dien hü koesterde. Zün lange onder
vinding van het Londensche leven had hem
niet tot een Londenaar gemaakt. Altüd hing
hü nog aan het platteland waar hü
en getogen wm; sinds lang ambieerde I
heen terug te gaan en op bescheiden voet als
gepensionneerde te leven. Hü wilde een huis
koopen met een stukje land, een boomgaard;
hü wilde een aardig rijtuigje houden en een
goed paard, hü zou willen rondslenteren tus
schen zün kippen, zün vee en schapen en zich
den eigenaar van die kudden voelen en een paar
honden moest hü hebben. Daartoe spaarde hü
wat hü kon en hü dacht er aan zich terug
te trekken met zün pensioen en zün spaar
centen op het eind van het volgende jaar.
Intusscben. sporadische giften als deze van
vüftig pond waren niet te versmaden. Hü had
den kellner, die het biljet was gaan wisselen,
nageoogd, zoolang hü hem zien kon en lette nu
op zün terugkeer.
Asjeblieft, zei de miUlonnair van Ner-
genshuizen. Marilller de vüf biljetten van tien
pond toestekend, toen de kellner was terug
gekomen. U suit deze stellig wel goed vinden.
Hotelkasslers hoeven hier intusschen den neus
niet in te steken. En laten we nu eens praten.
Denk er aan. Ik heb uw tüd gekocht ’t Is
geen omkooperü.
Marilller borg zorgvuldig de biljetten weg.
Als u het ax> opvat, zei hü. natuurlük
dan....
Zoo vat ik bet op, zei de onbekende. Er
bestaat voor mü geen andere manier; ik koop
Inl^er?” vroeg de winkelier,
eer over, dat hü dat niet da
delijk begreep.'b was maar één das in de we
reld, die dien naam verdiende, en die lag vlak
in de nabUheid, v^ke 't raam.
,jO die.” klikte hü. en hü ging naar binnen
ep vischte een luidere das op
'Ik waa echter in ^en overmoedige stemming;
—xu— Waar tk
voor kwam. Ik liet hem nog étns visschen en
Ik bleef bulten staan, om hem den weg te wü-
zen, terwui hü «’n arm in allerlei bochten'wrong.
Hü ontweek er maar één van. de andere maakte
een noodlanding op een overhemd.
Teen Ut binnen de winkelruimte de das be
keek, leek die me lang soo schitterend niet.
Dassen moeten in een étalage staan, net als
bloemen in 1 water' Maar, de das leek toen
nog iets <büzonders, aelfs in het halfdonker. Ik
vroeg dus naar den prils. Die was maar dubbel
zoo hoog als ik gedacht had, dua kocht ik haar
„Hebt u misschien overhemden noodig?'
vroeg dfc winkelier.*
„U mag me eep paar sokken laten zien/’
zei ik.
Hü bracht me een langen bok, waarin een
massa van die dingen lagen. Ze stonden me
geen van alle aan.
„Ik zal eens voor 1 raam küken,” zei ik
Ik keek, kwam opgewonden terug en beschreef
een paar sokken met een geel en blauw ruitje.
Het waren sokken die er woolük uitzagen en
Jong maakten en ze zeiden tegen me: „de man.
die hier boven uitsteekt, is een heer.”
„Kunt u me die uit de étalage krijgen?" vroeg
Ut.
.Hoeft niet, münheer.”
HU vestigde mün aandacht op het bovenste
'der massa paren, die ik bezichtigd bad. Het
waren dezelfde sokken.
„Geef die dan maar,” zei Ik gelaten. M’n
geestdrift voor het gele en blauwe ruitje was al
wat bekoeld.
Er waren nog een massa andere dingen, die
ik in dien zelfden winkel had kunnen koopen.
maar t is met winkolwnet als met banken: je
moet je nooit aan één strop verhangen. Een
paar minuten tater stevende Ut een hoeden
winkel binnen.
Op den vooravond van Driekoningen wordt
„Herodes verdreven" Dat wü zeggrn, dat de
losse bevolking vafl Rome naar de Piazza
Navona stroomt "^IWRiaaj^een helsch lawaai
verwekt met toeters, piepersStAtwfiere kinder-
lüke instrumenten. Wie nooit zulk een Drie
koningenavond op het Navona-plein, of ook
den avond van Sint Jan bü Lateraan heeft
bügewoond. kan zich geen voorstelling vormen
van het tuitende lawaai, dat de Romeinsche
JongeUngschap weet voort te brengen en waar
in zü een groote feestvreugde schept. De luent
scheurt er van en de tritonen en barbaren van
Bernini’s murmelende MHRfnen neten hun
waterhorens los om zich de ooren dicht te stop-
t
s