<Mfiaal*van den dag ft Met twee kameraadjes óp avónturenreis O I F 750.- De vrouwelijke weergave vas»«!H«s^r&’ K Nederlandschen Sinterklaas W1 ROMEINSCHE BEFANA P. Mandonnet O.P. DElOSPRIJS De onderwijze^» opleiding VOOR LORDEN j|l BbATAPHfl WOENSDAG 15 JANUARI 1936 RETRA1TEN I r Het bende-wêzen in Amerika Met den bouw van 77 nieuwe theater» begonnen OOOR FLETCHER In „St. Pet rut Canitiut” Bergen (N.H.) Invloed van den oorlog in Abessinië Vriendelijke gewoonte, om aan de politie eenmaal in het jaar cadeautje aan tebied De verjongings- i kuur 1 VerZie# voor </e Orde ses’ van deel gecentraliseerd is en zich bevindt in han- JANUARI: Van FEBRU. Congreganisten boven I geboren hij daar- En afgezien van de waarde lachte spottend. Mn goeie M (Wordt vervolgd) Dit bericht, bevat behalve een mln of meer verbasterende mededeellng, bovendien nog een les voor hen. wier levensbeschouwing door het communisme wordt bedreigd. Hier valt een en ander van den vijand te leeren. h dien ring van u te koopen. HU is in uw Hoeveel moet u er voor hebben? 77 nieuwe bioscoop-theaters, waar 3a.0flr 1 de lange al vtooenten der kweekscholep ver- veneens in het meergemelde tijdvak ran 1304 tot'op 1160. - e het aantal kweekscholen. Hoewel den Uw Li Chang had steeds een foto van Wietje bewaard en hU hoopte haar nog wel eens te zullen vinden. Hoe verheugd en gelukkig was de Chinees, toen bleek dat zUn meisje nu gezond en wel weer bü hem was. De goede man was dol gelukkig en blU en vol dankbaarheid, dat Pietje’s ouders zich het lot van zijn kind hadden aangetrokken. Zaterdag 18—31. Dienstplichtigen. Dinsdag 21—24. Meisjes boven 17 jaar. Vrijdag 24—37. St. Jozefgezellen. Maandag 2730. St. Jozefgezellen. Vrijdag 31 Jan1 Febr. Gehuwde mannen os. uit Obdam. Li Chang was hoogst dankbaar dat hem de gelegenheid werd gegeven om weer met 'ijn kind naar het vaderland terug te kee- -en en de stuurman overhandigde hem een flinke som gelds, welke door hem en Wiet's rader bü elkaar was gebracht, om den over- ocht te betalen. I e» vischte een artdere das op. Ik --- ik liet hem niet los vóór ik de den bekenden Dominicaan- schen geleerde, pater Petrus Man donnet OZ, op 4 Januari Jl in bet klooster te Saulchoir (Kaïn) in België overleden, deelt men ons nog bet vólgende mede: mtrent deze "ge en wel -w T iemand rel mü tegenspreken, als ik be- weer, dat we allemaal zitten te springen A v naar den eersten van de maand. Maar als die dag er te. springen we pas goed. De eene springt naar de comedie, de ander naar de Dinsdag 4—7. Mei 17 jaar. Zaterdag 811. R. K. Rüwlelclub. Dinsdag 11—if. Gehtiwde Vrouwen Zaterdag 15—18. Jonge Mannen. Dinsdag 1821. Meisjes boven 17 Jaar. Zaterdag 20—3 Maart. St. Jozefgezellen, dis trict Haarlem. wat ik wil hebben; vragen doe ik niet. Nu. Jk wei-- - - be^ De geest der hebzucht kwam over Marinier. Iets zelde hem, dat bU hier de grootste kans van het leven had. Ik heb niet het recht er over te beschik ken, mompelde hU schor. De onbekende lachte. Och kom! zei hü. Bezit is negentiende van het recht. Je hebt hem gekregen, dus je bezit hem. Als ik mü werkelijk heb voorgesteld om iets te bezitten, dan ben ik gedwongen om er mü ten slotte meester van te maken. Ik heb relikwieën gekocht uit kerken, ik heb schilde rijen gekocht waarvan ik wist, dat ze gestolen waren en ik bewaar ze daar waar niemand behalve ik zelf ze ooit kan zien. En waarom niet? Ik bezit zooveel mllioenen, dat ik kan doen wat ik wil. Ik wensch dien ring te hebben. Marinier keek tersluiks rond Er was nie mand'die hem hooren kon; dat gedeelte van den tuin was heel rustig. Veronderstel, dat het ontdekt werd, aar zelde hU- Het zou uw eigen schuld zijn, als het ooit ontdekt werd, zei de onbekende. U kunt zeggen, dat u hem verloren hebt of neen, een veel beter idee is, dat hü u te ontstolen. Bravol Ja, die is goed. We spreken af, dat u den ring in uw vestzak steekt, en dat ik hem er uit haal. Dan overhandig ik u wat we over eenkomen dat is te zeggen, op voorwaarde natuuriuk, dat de ring de echte is; geen valsche waar, hoorl FrühWlrth, het Magiteriaat in de theologie. Tüdens de Frelburgsche jaren verschenen de meeste zUner publicaties. o.a. in 1899 zUn wem „Biger le Brabant et 1'AverroIsme latln au XIII siècle”, dat met zün voorstudies en vervolg artikels baanbrekend werk verrichtte voor de geschiedenis der middeleeuwsche philosophic. Het zou ons te ver voeren hier een overzicht te geven van de talrijke grootere en kleinere wer ken, artikels, kritieken en bijdragen voor ency clopedieën. waarvan de meeste belangrijk zun en van groote beteekenis voor de geschiedenis der Theologie en die zijner Orde. Wij verwüzen hier naar het tweedeelige werk „Mélanges Man donnet”, dat in 1930 te züner eer verscheen. Het vernJeWt eveneens de Frelburgsche disser taties. die onder zUn bevruchtende leiding wer den samengesteld en tevens bewijzen, dat Man donnet een eigen school had weten te vormen, waar *ün historische methode en werken Uverlg door zijn leerlingen werd gevolgd. Zün laatste werk verscheen op het einde van 1935; het was gewUd aan den re^tesfelüken dichter der „Dlvlna Comcdla'^M^Aten hU reeds vroeger een aantal merkwaartSBFstudies had gewijd. De dood vaft P. Mandonnet beteekent een groot wezltes voor de wetenschap, nog meer echter voor zün Orde, die hü naar het getui genis van een züner medebroeders hartstochte- lük beminde. Zün strikte rechtvaardigheid, va derlijke goedheid en liefde voor zün medebroe ders hadden allpr harten veroverd; door zijn veel omvattenden arbeid was hü een sieraad der Orde. Moge op hem het woord van toe passing zün: „Die velen onderwezen hebben, zullen schitteren als sterren in de eeuwigheid.” aagaift heej zün leven de rlnnerlngep zou meedragen. Zun Orde van St. Dominlcus kreeg tüdens zün verblüf op het col- waar t,ü den Parüschen Maar heel kort heb ik al dat fraais gedragen. Een week later stopte ik m'n heele verjongings kuur achter in m’n kleerkast: het nieuwe pak. het nieuwe overhemd, ds nieuwe das, de nieuwe sokken, den nieuwen hoed en den nieuwen zak doek. En toen ik me zelf in den spiegel bekeek, begreep ik dat maar één ding noodig had, één ding, dat ik niet koopen kon: een Jong, nieuw 1 gezicht. andere waarde dan als een curiositeit. Als zoodanig wil ik hem hebben. Ik gaf eens duizend gulden voor een vooranümes dat oor spronkelijk zeven en een halven stuiver had gekost, alleen omdat een berucht misdadiger, een Frgnschman, er zün werk van maakte met dat mes halzen af te snüden. Marinier aarzelde. Maak er zesduizend van. zei hü. Mün vriend, zei de vreemdeling, ik heb een hekel aan ftiarchandeeren. Op, voorwaarde dat u geen verdere eischen stelt zal ik een duizend pond zeggen uw eigen prijs t Iet een aardig bedrag, sesdutaend pond, oordeel kundig uitgezet brengt het u een jaarlgkach inkomen van minstens driehonderd pond op. En nu, wanneer denkt u mü den ring te over handigen? a e onderwüsstatlstiek verstrekte ons in I 1 Mededeellng No. 19 eenlge gegevens‘over de onderwüzersopleidlng. Wü vinden deae gegevens belangrijk genoeg aan er te deser plaatse de aandacht op te vestigen. De cüfers hebben betrekking op het loópende tohopljaar 1935/1938 en wel naar den toestand opia Sep tember 1935. Alzoo seer recente cüfers. OpviBend is de verminderde animo voor bet onderwüsexsambt. Overigens begrüpelük. Het groot aantal afgestudeerde onderwüzers, dat óf in t geheel niet ófwel een betrekking tegen pen seer geringe vergoeding heeft, houden den van 12 tot 18 groote misdadigers, waarvan volkomen onbekend zün manngp krijgen riechta bekendheid, die ahdere gangsters Zü oefenen hun bedrijf uit dót#- middel plaatsvervangers, die op hun beurt weer „Ik wou een hoed hebben,” zei ik. „t Zelfde model als u op hebt?” vroeg de hoedenbaas. „Neen.” antwoordde ik. „Juist heel Iets an ders.” 1 Hü bestudeerde m’n gezicht en stond stil atapr er een portret van me gemaakt werd. Nadat de man uitgestudeerd was, ging hü °P een heel hooge plank staan. Daarna daalde hü met een hoofddeksel er weer van af Het was een model waaronder mün gezicht geheel ver dween. „Misschien kunt u me nog wel een anderen hoed laten zien." stelde ik voor. JO zeker, deae te misschien een ietsje. HU bood me een hoed aan, waar practlsch geen rand aan zat. De vorige hoed had m’n hoofd opgeslokt; dezen slokte mün hoofd büna op. Toen begre pen de hoeden- koopman en ik dat een hoofd deksel nog niet zoon eenvoudig probleem was en we gingen ern stig aan 't passen en prabeeren. We probeerden acht exemplaren en het achtste, alleen omdat ik het zoo i naar m'n eigen gezicht in deh spiegel te loopbaan te kiezen. Ook de immer „vast” ge waande betrekking heWt door de op groote schaal voorkomende op wachtgeldstelllng veel van haar aantrekkelükheid verloren. En nu de cüfers. Bedroeg in 1934 het aantal leerlingen in*opleiding aan de A-afdeelingen der-kweekachmen (lagere akte) 8508, op 18 Sep tember 1935 was dit aantal teruggevallen tot op 7005: een daling in één Jaar vein 18 pct. De .opleidingen aan de zg. Normaallessen vertoon den een nog sterker daling. Daar liep in het zelfde tijdsverloop het aantal leerlingen terug van’863 tot 358 ofwel met 46 pCt. Het aantal dezer Normaallessen daalde van 33 op ld. Zooals de lezer zal opmerken, ziet het er niet naar uit, dat de kweekschool In de toekomst uitsluitend het opleidingsinstituut voor onder- wüsers zal worden. Een toestand, welke op goe de gronden roads meermalen door deskundigen als de Juiste werd aangewezen. Het aantal B-leerlingen (hoofdakte-candl- daten) der kweekscholen verminderde met 115 en bedroeg op 18 September 1938 3077. Hier te de vermindering (3.5 pet.) veel geringer dan bü de A-afdeellngen. De sterk verinlnderde toe loop zal bü deze Brafdeelingei/ vermoedelük eerst na enkele jaren tot uiting komen. Het aam piinderde 4 en daalde! Ten slot’ vermindering vaifvhet aantal dezer inrichtin gen meermalen als onderdeel eener algeheele beperking der opleiding werd bepleit, is in het afgeloopen jaar slechts een kweekschoolafdee- llng van een lyceum bpgeheven. De overige jKholen bleven gehandhaafd. Gemiddeld hadden de 106 kweekscholen per A-afdeellng 66 leer lingen in 1935 tegenover 80 in 1934. V. d. M. Uit Moskou wordt gemeld, dat groote bedra gen beschikbaar zün gesteld voor den bouw van nieuwe bioscooptheaters en circussen. Er zullen in 11.000 bioscooptheaters Installaties voor ge luidfilms worden geplaatst. Verleden jaar zun in 2000 bioscopen geluidinstallaties aange bracht. Men te nu begonnen met den bouw 1L meer dan fff plaatsen 'zullen worden Ingericht. Te kou zal een bioscooptheater voor 4000 per sonen worden gebouwd. In den loop van.ciit jaar zullen 20 nieuwe circussen worden opend. Bulffaartche posteegels tet herdenking van den na- ttonalen held Hadji Di meter, die in den strijd voor de bevrijding van zijn land van de Turken in het jaar 18M sneuvelde 'Dit Jaar viel het overigens nogal mee, dank zü het feit, dat de „tong van Menellk*^ die in vele monden den toeter verving. geluidloos was als een oude film. Toch was het zeker genoeg, om een ,JSe- rodus te verdrijven”. De Dultschers, die boos zün over de Italiaansche kritiek op hun Kerst boom, zeggen, dat dit feestrumoer echter een overblüfsel te van oude heidensche feesten ter eere van Janus Agonlus. den god van de wedstrijden, die hier op het Navona-plein, dat ook nu nog den vorm van een renbaan heeft bewaard, worden uitgevierd. Wat daarvan zü, het lawaai te zeker „heidensch". P. Petrus Mandonnet werd den 23sten -Feor. 1858 te Beaumont bü Clermont-Ferrand gebo ren. Óp twaalfjarigen leeftüd deed htj zün In trede in het pensionaat Godefroy de Bouillon, dat bestuurd werd dog^ de Broeders der Chris telijke scholen, dankbaarste hei roeping tot de hü echter eerst „J lege St. Etienne, waar hü kennis maakte met de werken van den Parüschen Kanselredenaar Lacordaire, wiens leven van St. Dominlcus hem spoedig begeesterde voor het middeleeuwsche Orde-ideaal der Predikbroeders. Van nu af, zegt hü, „werd ik Predlkbroeder.” Maar al dadelük ondervond hü grooten .tegenstand bü zün ouders, die het religieuze leven waanchünlük te zwaar vonden voor zün zwakke gezondheid en hem liever als seculier priester aan de ziel zorg zagen deelnemen. Door tusschenkomst van een Dominicaan trad hü te Clermont-Fterrand in het Groot-Se- mlnarie, waar hü in 1882 zün eerste groote wü- dlng kreeg. De seminariejaren hadden echter zün verlangen naar bet kloosterleven niet ver zwakt, maar eerder versterkend op zün roeping gewerkt en kort na zün eerste wüdlng vertrok Mandonnet naar Spanje, waar hü den 28sten October 1883 in het Dominicanenklooster van Belmonte het Ordehabüt ontving. HU bleef er tot aan zün professie den laten Febr. 1884 en zette toen zün studies voort in Tyrol, later te Corbara op Corsica. In 188^ werd hü priester gewüd. Kort daarop vinden wü hem te Rüssel op den kansel, maar in 1889 riepen zün Over sten hem jeeds terug naar Corsica om in bet klooster van Corbara zün jeugdige medebrow ders in te leiden in de theologische weten- schappen, In bet jaar 1891 werd hü benoemd tot hoog leraar in de Kerkgeschiedenis aan de nas op gerichte unlversltelt te Freiburg in Zwitser land. waar hü zich omringd sag door talrüke eollega’s, waarvan hü er spoedig verschillenden onder zün intiemste vrienden rekenen mocht. Wü noemen bier slechts Joseph Bédler, Jean Brunhes, Victor Qiraud, Gustave Mlchant, Maurice Masson en Pierre de Labriolle. Tüdens zün verblüf aan de unlversltelt werd voor goed zün wetenschappelüke naam gevestigd. Twee malen, in 1893 en in 1906, werd hü tot deken der theologische faculteit gekozen. Van 1903 tot 1903 was hü rector der unlversltelt. In Januari 1897 werd hü baccalaureus in de theologie en zes Jaren later ontving hü uit de handen van den Generaal der Orde, den lateren Kardinaal M’n waarde heer, zei hü. bUJf zitten en Praat geen onzin. Ik wensch u te spreken En Jaar ik nooit iemand vraag, mü iets voor niets geven, zelfs niet tien minuten voor een °nderhoud, zal ik u op voorhand voor uw tüd «n moeite betalen. Hü haalde een portefeuille uit zün vestzak *n opende ze onverschillig. Marllller’s scherp toeziende oogen zagen, dat ze opgepropt zat met Engelsche bankbiljetten, nieuw en frisch heer- *ük om te aanschouwen. De vreemdeling haalde *r het eerste het beste dat hü tusschen de pngers kreeg uit, keek ternauwernood naar het pëdrag dat er op stond aangegeven en over- “kndlgde.het den detective. Alsjeblief, steek dat in uw zak, zei hü Ah vergoeding voor de tien minuten die u [hü toestaat. Ik maak me sterk, dat het meer dan u In een week op Scotland Yard ver eent. Marinier wist dat het meer was, dan hü in •tor weken op Scotland Yard verdiende, want ®*t biljet dat voor hem lag was er een van ’vitlg pond. Achterdochtig echter als altüd 1 En voor de meisjes waren de zwarte poppen, kleine Abeasinische slavenkinderen, aeer ge- r et genoegen heb ik gezien, zoo schrijft ^1 onze correspondent in de Eeuwige Stad, A dat een gewoonte, die in Rome zelf nog niet oud is, ookjWÏtommlge Nederlandsche ste den navolgingCTfcat gevonden: de vriendelüke gewoonte nX onr sin de politie éénmaal in het jaar een cadeautje aan te bieden. Kik jaar op Driekoningen is het een kleine bezienswaardigheid op de kruispunten van het jtomelnsch verkeer. De armzwaaiende verkeers agent staat tusschen een berg van tulbanden, Kerstbrooden, bonbondoosen en wünflesschen. De gouverneur van Rome brengt een fraai cadeau met een lint in de stadskleuren, de partü- secretarls blüft niet achterwege en de auto’s van bet Corps Diplomatique komen langzaam voor bij en laten hun gave achter. Maar het 1 glleen de elite, die op deze wüze den verkeers agent huldigt; ook de eenvoudige weggebruiker offert zün gave, die soms niet de geringste is. Zoo sag men gisteren uit een onooglüken ouden wagen een heele „damlgiana”, d.1. een 25-liter- flesch vol Frascati aan de voeten van den agent neervielen. Is het elgenUjk vriendelüker van de automo bilisten om te geven, of van de politie om te ontvangen? Een ieder heeft wel eens de intimi teit geproefd van het moment, wanneer een politie-agent, na aan zün plicht voldaan, dus na u verhoord of uw kelder doorzocht of liw klacht genoteerd te hebben, wanneer de amb- .tenaar In functie, zegik, zün handschoenen uittrekt en een sigaar ot een borrel accepteert. '■Het is een kostelU^ oogentdlk. Uit'de gestalte van den dienaar der orde verdwünt als bü too- verslag de ambtelüke stüfsel; de sterke arm wordt zacht; de man van de wet*wordt een man uit het volk, met menschelüke behoeften en droppels aan zün snor. Dit moment van menschelüke broederschap nu, dat men anders slechts toevallig en ln-offl- cieel (misschien is het zelfs tegen de dienstvoor schriften?) kan beleven, wordt og Befanadag tot een officieels ceremonie verheven. De politie agent „ontvangt” in den meest volledigen zin van het woord. Hü neemt alles aan; ge kunt hem een doos cigareten geven of een zoeten koek, een fleach wün of een wollen das of een potlood; maar ik wed, dat kinderspeelgoed of zelfs een pop, mits discreet aangeboden, bü de groote verdeeling In het hoofdkwartier een gegadigde sou vinden. Het is dan ook een vroolüke vertooning, die. altüd veel toeschouwers trekt. De verkeersagent zelf heeft vaak nauweUJks den tüd om te zien, wat e^aan zün voeten wordt neergelegd en om tusecHflF twee afgemeten seingebaren dóór een bulging van dank ta zenden naar een büzonder bekoorlijke schenkster. Doch hü staat daar openlük als een voorwerp van sympathie en goedgeefschheid. En een agent, die'' éénmaal zoo tot aan de knieën gestaan heeft in een berg van gekregen koek en wün, kan, dunkt mü, nooit meer een „beul” worden. In Nederland heeft men dit Jaar woonte hier en daar nagebootst, en wel op Nieuwjaar. Die datum lijkt niet gelukkig geko zen. omdat ze deze verkéers-hulde tot een ding op zichzelf maakt. Men zou het op Sinterklaas moeten doen, in het feestelüke kader van de al- gemeene cadeautjesvreugde, -zooals het ook in Rome op .jBefana” het geval is. De Romeinsche Befana is immers een vrouwe- lüke weergave van onzen Nederlandschen Sin terklaas. Het woord is elgenlük een verbastering van Epiphania, de kerkelüke benaming van het Driekoningenfeest, die Veraphünjng beteekent. omdat Christus’ geboorde- in de Drie Koningen aan de nlet-Joodsche volkeren werd geopen baard. De „Befana” heeft echter van deze theo logische beteekenis weinig of niets behouden; zü is een soort van tante, die cadeautjes bringt Evenals Sinterklaas komt zü over de daken; maar waar hier meestal de schoorsteenen ont breken, is haar weg verder niet precies aange geven. Voor de armen organiseeren de fascistische partü en andere instellingen elk jaar op Befana een groote pokjesverdeeling aan kinderen en grooten. Maar het middelpunt van het Ro- melnsche feest ligt op de Piazza Navona, sedert Kerstmis al bebouwd met een grooten kring van kramen, waarin naast schiettenten en kermis- vertooningen vooral speelgoed en suikergoed te koop is. Dit jaar kwam de Befana blijkbaar uit Abes- rinië. Het speelgoed was voor het overgroote deel oorlogstuig in kinderformaat. Een vierjarige baby kon al een geweertje dragen en een tropen helm op zün ronde hoofd. Grootere jongens kre gen een'koppelriem met een revolver en spelen met tanks van een dubbeltje, met luchtafweer geschut en geblindeerde auto’s hun modern oorlogje”. tanut Abessinië der toon aan; büv. 'ton8 van Menelik", die men als een 1- sliert kon laten afrollen, en de negus als een duiveltje-uit-de-doos. Op den vooravond van Driekoningen bjj verlies van een hand, een voet of een oog e „Times” meldt uit New York, dat de I 1 buitengewone groote Jury, die een onder- zoek heeft ingesteld naar het bende wezen in New York, Donderdag gouverneur Lehmann aanbevolen heeft twee groote jury's bijeen te roepen en deze ononderbroken gedu rende twee Jaar at langer büeen te laten komen. In haar rapport aan rechter McCook van het Hooggerechtshof, verzekert de jury. dat het uitoefenen van de z.g. rackets voor een groot A I I T? A n/’VA.T'K.T'É' >C! op dit blad «Un ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 bü een ongeval met p O KA /Al «I tr*< /A I w r« O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen hJXJe verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen VV«" doodelüken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UIT ER LUK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL grinnikte hü alleen en keek aarzelend naai het waardevolle papier. Het kan wel namaak zün van Iets wat Ik ken, zei hü weinig beleefd. Ik ben geen des kundige. De onbekende stak een dikberingde hand op en wenkte den dichtst büzünden kellner Hü nam het bankbiljet op en overhandigde het den bediende. Laat dit biljet even wisselen bü den kas sier In biljetten van tien pond zei hü- Toen de man vertrokken was, wendde hü zich weer tot Marilller. Achterdocht schünt een aan hangsel van uw werk te zün, vriend, zei hü met een glimlach. v Ik weet niet, wlen ik tegenover mü heb, riposteerde Marilller. Men kan nooit te voor zichtig zün. Welnu, ik ben niet van plan u verder in te lichten, zei de onbekende. U kunt mü den miUlonnair van Nergershuizen noemen. Ik ben miUlonnair. multl-mlllionnair zelfs, multl- multl-mllllonnatr. Ik ben een verwoed verzame laar van curiositeiten van allerlei aara en tegen eiken prijs, vooropgesteld dat het wer kelijk curiositeiten rijn. En daarom, mün vriend, verlang ik den ring te bezitten, waar over ik zoo juist sprak. Marinier knikte. Hü begon de zaak te be grijpen en te doorzién. Hü had wel eens van Pierpont Morgan gehoord; eens had hü <*n schllderü moeten bewaken, dat die münheer gekocht had. De, man met de vele bankbil jetten hoorde zeker tot denzelfden kring Maril ller had groot ontzag voor geld. Al bezat hü vraagd. Ook in allerlei gebruikelüke „surpri ses” gaf Abessinië detr toon aan; „tong van Menelik”, die men als ik Kocht moAgras Thuis gekomen, ontdekte ik dat m’n niWwe hoed precies dezelfde was afe .z’n voorganger, alleen schooner en duurder. *s Middags glpg ik naar m’n kleermaker. Uk wilde dezen keer graag iets lichters heb- ben,” begon ik. De man lachte en ontrolde een vroolük bruin met een gele kruiswoord-puzzle daarneven. „Vanmorgen pag ontvangen,” prees de kleer maker. „Dan zóu t Jammer zün, als ’t er vanmiddag al weer uR ging," gei ik. „Hebt u iet* goeds in donkerblauw?” Elk jaar neem Ik het vas^ besluit nu eens geen donkerblauw te nemen, en leder jaar wordt het tóch donkerblauw. Maar dit keer zat er een fün, wit streepje in. Ik kocht het dus. Op weg naar huls werd ik aangehouden door een züden zakdoek in een étalage, een zakdoek vol met roode en gele vlekken. Wie daar een paar centimeters van liet küken, moest wei „furore” bü z’n meisje, maken. ik ging dus den winkel binnen en kocht hem. „Mag ik u ook een overhemd laten zien?” vroeg de bediende met de uiterste beleefdheid. Ook voor deae vriendelüke vraag befcweek ik. Ik zal me niet wagen aan een beschrijving van dat overhemd. voor het i zefden de verwerven van door handlangers gesteund worden.Tp* jury achtaftet van weinig nut vervolgingen in te steljen tegen afzonderlüke op dit gebied gepleegde mlsdadén. daar deze toch niets anders dan een klein feit uit een groote reeks vormen. Er moet vaal en uitgebreid onderzoekingswerk verricht worden, zoodat men kan doordringen tot de wortels van het kwaad en telkens een geheel racket kan vernietigen. Felle crltiek wordt In het rap port uitgeoefend op de zakenlieden, die soo uiterst schoorvoetend inlichtingen over racket- teera verstrekken, selfs wanneer zü onder hun slachtoffers behooren. Het rapport wUst er ten slotte op, dat vele vakvereenlgingen en haaj „hulpeloooe leden” op „meedoogenlooce wüze geëxploiteerd worden door corrupte leiders sn gangsters, die vakvereenlgingen in het leven roepen.ten eigen bate en met behulp daarvan de zakenlieden zoowel als de aangesloten ar en ik spring van den eenen winkel in den an deren. Laat ik nog even^aeggen, dat Ik de 40 al gepasseerd ben. De eerste winkel is gewooulük een da men - Winkel. Zoo waa *t in ieder geval deae maand Er lag voor het raam een verfukkelüke da*, een soort licht oranje met rood. Dat klinkt natuur lijk verschrlkkelük, en t w*e ook verschrikke lijk, magfje ziet er met kleuren ook altüd jong uit, en als je *t idee hebt al op te schieten, en near de hand van een lief meisje dingt, dan zie je er graag jong uit. „Ik wou graag die das hebben,” aei Ik, toen ik binnen WM. „Welke das. Ik verbaasde namen zjfn oogen een sluwe, listige uitdruk king aan. Neen neen! zei hü- Ik zie dat u da waarde van dien ring kent. Ik sou veel meer moeten hebben. van den ring, ik loop een verschrlkkelük risico. De onbekende vriend, zei hü. de ring aou door eiken goud smid op misschien zes of acht pond geschat' worden, sis het zelfs zooveel is. HU heeft geen -L i curiositeit, ik hem hebben. Ik gaf Thuis gekomen was het een drukte van belang. Iedereen was even gelukkig en ver heugd, dat alles zoo’n goed einde had ge nomen. Thans moest men eens overleggen wat er met Wietje en haar vader moest gebeuren, en er werd na lang beraad be sloten. dat beiden weer naar China terug mochten. Een volle minuut wel staarde Marilller be dachtzaam naar de aach van zün sigaar. Neen, zei hü dan, het hoofd schuddend Ik geloof niet dat het te doen is; ’t la ónmoge lijk. Dat woord komt In mün woordenboek niet voor, zei de vreemdeling Luister eens. vriend. Naar uw ulterlük te oordeelen bent u op rand van den leeftüd. waarop gü. beambten ontslag neemt. En? vroeg Marilller. Dan krügt u pensioen. Welnu, ging hü voort, zal dat pensioen voldoende zün. om u het prettige gemakkelüke {eventje met al zün gerief te verschaffen, dat Ai wel zoudt willen lelden? Zou het dat zün, zelfs als u daar uw weinige spaarcenten aan toevoegde? Welnu? We zouden er allemaal wel wat bü kun nen gebruiken, bekende de detective. Dat spreekt vanzelf; dat is nog de ver standigste opmerking, welke ik van u gehoord heb, zei de onbekende weer. Geef nu oök zulk een verstandig antwoord op het aanbod, dat Ik u ga doen. U geeft mü dien ring of laat hem mü u ontnemen en ik overhandig u vüfdulaend pondl Vüfdulzend pondl De detective meende sün hart te hooren kloppen. Vüfdulzend pond voor een gewonen gouden ring, dik en mas sief waarachünlük en met een eigenaardig zegel er op maar welks zuivere waarde stellig niet meer bedroeg dan enkele ponden. Hü keek den vreemdeling aan of hü met een krankzinnige te doen had, tegelük zün uiterste best doend om geen emotie te doen blükan. En plotseling dan niet veel verbeeldingskracht, trü had toch een droom, dien hü koesterde. Zün lange onder vinding van het Londensche leven had hem niet tot een Londenaar gemaakt. Altüd hing hü nog aan het platteland waar hü en getogen wm; sinds lang ambieerde I heen terug te gaan en op bescheiden voet als gepensionneerde te leven. Hü wilde een huis koopen met een stukje land, een boomgaard; hü wilde een aardig rijtuigje houden en een goed paard, hü zou willen rondslenteren tus schen zün kippen, zün vee en schapen en zich den eigenaar van die kudden voelen en een paar honden moest hü hebben. Daartoe spaarde hü wat hü kon en hü dacht er aan zich terug te trekken met zün pensioen en zün spaar centen op het eind van het volgende jaar. Intusscben. sporadische giften als deze van vüftig pond waren niet te versmaden. Hü had den kellner, die het biljet was gaan wisselen, nageoogd, zoolang hü hem zien kon en lette nu op zün terugkeer. Asjeblieft, zei de miUlonnair van Ner- genshuizen. Marilller de vüf biljetten van tien pond toestekend, toen de kellner was terug gekomen. U suit deze stellig wel goed vinden. Hotelkasslers hoeven hier intusschen den neus niet in te steken. En laten we nu eens praten. Denk er aan. Ik heb uw tüd gekocht ’t Is geen omkooperü. Marilller borg zorgvuldig de biljetten weg. Als u het ax> opvat, zei hü. natuurlük dan.... Zoo vat ik bet op, zei de onbekende. Er bestaat voor mü geen andere manier; ik koop Inl^er?” vroeg de winkelier, eer over, dat hü dat niet da delijk begreep.'b was maar één das in de we reld, die dien naam verdiende, en die lag vlak in de nabUheid, v^ke 't raam. ,jO die.” klikte hü. en hü ging naar binnen ep vischte een luidere das op 'Ik waa echter in ^en overmoedige stemming; —xu— Waar tk voor kwam. Ik liet hem nog étns visschen en Ik bleef bulten staan, om hem den weg te wü- zen, terwui hü «’n arm in allerlei bochten'wrong. Hü ontweek er maar één van. de andere maakte een noodlanding op een overhemd. Teen Ut binnen de winkelruimte de das be keek, leek die me lang soo schitterend niet. Dassen moeten in een étalage staan, net als bloemen in 1 water' Maar, de das leek toen nog iets <büzonders, aelfs in het halfdonker. Ik vroeg dus naar den prils. Die was maar dubbel zoo hoog als ik gedacht had, dua kocht ik haar „Hebt u misschien overhemden noodig?' vroeg dfc winkelier.* „U mag me eep paar sokken laten zien/’ zei ik. Hü bracht me een langen bok, waarin een massa van die dingen lagen. Ze stonden me geen van alle aan. „Ik zal eens voor 1 raam küken,” zei ik Ik keek, kwam opgewonden terug en beschreef een paar sokken met een geel en blauw ruitje. Het waren sokken die er woolük uitzagen en Jong maakten en ze zeiden tegen me: „de man. die hier boven uitsteekt, is een heer.” „Kunt u me die uit de étalage krijgen?" vroeg Ut. .Hoeft niet, münheer.” HU vestigde mün aandacht op het bovenste 'der massa paren, die ik bezichtigd bad. Het waren dezelfde sokken. „Geef die dan maar,” zei Ik gelaten. M’n geestdrift voor het gele en blauwe ruitje was al wat bekoeld. Er waren nog een massa andere dingen, die ik in dien zelfden winkel had kunnen koopen. maar t is met winkolwnet als met banken: je moet je nooit aan één strop verhangen. Een paar minuten tater stevende Ut een hoeden winkel binnen. Op den vooravond van Driekoningen wordt „Herodes verdreven" Dat wü zeggrn, dat de losse bevolking vafl Rome naar de Piazza Navona stroomt "^IWRiaaj^een helsch lawaai verwekt met toeters, piepersStAtwfiere kinder- lüke instrumenten. Wie nooit zulk een Drie koningenavond op het Navona-plein, of ook den avond van Sint Jan bü Lateraan heeft bügewoond. kan zich geen voorstelling vormen van het tuitende lawaai, dat de Romeinsche JongeUngschap weet voort te brengen en waar in zü een groote feestvreugde schept. De luent scheurt er van en de tritonen en barbaren van Bernini’s murmelende MHRfnen neten hun waterhorens los om zich de ooren dicht te stop- t s

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 11