awtv&Aaal den dag wn D: I Met twee kameraadjes op avonturenreis O De vrouwelijke weergave van onzen Nederlandschen Sinterklaas ROMEINSCHE BEFANA P. Mandonnet O.P. OElOSPRIJS De onderwijzers opleiding VOOR LORDEN Invloed van den oorlog in Abessinië BbATAPHq WOENSDAG 15 JANUARI 1936 V«rZi«g voor Orde De verjongings kuur DOOR FLÊTCHER Het bende-wezen in m a» Ame klooster te Saulcholr (Kaïn) in België overleden, deelt men ons nog het volgende mede: I bij verlies van een hand, een voet Vriéndelijke gewoonte, om aan de politie eenmaal in het jaaf een cadeautje aan te bieden A I I T7 A n/^’K.TKT'C'JC* °P dlt blad ,1Jn >n««701ge de versekerlngsvoorwaarden tegen p* 7*^A - Iev9ttel*nge geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7CJA bU een ongeval met 17 OKfl IAt lil r*. o on«evaUen verzekerd voor een der volgend* uitkeerlngen VFKJe" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen MVFe" doodelljken afloop düiWVa" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN Ü1TERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL r RETRAITEN mm hoi den wn 13 tot 1S groot* overhemden noodig?’ - me geluidloos i het lawaai la zeker „heldensch". JANUARI: FEBRUARI: 36 handlgen? CWordt vervolgd) 1 t X deze wel Thuis gekomen was het een drukte van belang. Iedereen was even gelukkig en ver heugd, dat alles zoo’n goed einde had ge nomen. Thans moest men eehs overleggen wat er met Wietje en haar vader moest gebeuren, en er werd na lang beraad be sloten, dat belden weer naar China terug mochten. ztef waarschijnlijk en met een er op, maar welks sulvers Dit bericht bevat behalve een mln at meer verbijsterende mededeeling, bovendien nog een les voor hen, wier levensbeschouwing door het communisme wordt bedreigd, mer valt een en ander van den vijand te leeren. Li Chang was 'hoogst dankbaar dat hem ie gelegenheid werd gegeven om weer met djn kind naar het vaderland terug te kee- -en en de stuurman overhandigde hem een (linke som gelds, welke door hem en Wiet’s /ader bij elkaar was gebracht, om den over zicht te betalen. Maar heel kort heb ik al dat fraais gedragen. Een week later stopte ik m’n boete verjcuglngs- kuur achter In m’n kleerkast: het nieuwe pak. het nieuwe overhemd, de nieuwe das. de nieuwe sokken, den nieuwen hoed en den nieuwen zak doek En toen ik me self in den spiegel bekeek, begreep ik dat maar Mn ding noodig bad, Mn ding, dat ik niet koopen kon: een jong, nieuw gezicht. inkomen van minstens driehonderd pond cx. En nu. wanneer denkt u mij den ring te over- Dinsdag 4—7. Meisjes Congreganlstan boven 17 Jaar. Zaterdag 811. R. K. Rljwlelclub. Dinsdag 1114. Gehuwde Vrouwen. Zaterdag 15—18. Jonge Mannen. Dinsdag 18—31. Meisjes boven 17 Jaar. Zaterdag 29—3 Maart. 84. JosefgeaeUen. dis trict Haarlem. soodat men kan doordringen' tot de van ihee écwaad kan vernietigen. port uitgeoefend op de zakenlieden. U Chang had steeds een foto van Wietje bewaard en hjj hoopte haar nog wel eens, te sullen vinden. Hoe verheugd en gelukkig .was de Chinees, toen bleek dat zün meisje nu gezond en wel weer bij hem was. De goede man was dol gelukkig en blij en vol dankbaarheid, dat Pietje’s ouders zich het lot van zijn kind hadden aangetrokken. andere waarde dan als een zoodanig wil Uit Moskou wordt gemeld, dat groote bedra gen beschikbaar zijn gesteld voor den bouw van nieuwe bioscooptheaters en circussen. Kr suilen In 11.000 bioscooptheaters installaties voor ge luidfilms worden geplaatst. Verleden jaar sun in 3000 bioscopen geluidinstaüatles aange bracht. Men is nu begonnen met den bouw van 77 nieuwe bioscoop-theaters, waar meer dan 32.000 plaatsen sullen' worden ingericht. Te Moskou zal een bioscooptheater voor 4000 per sonen worden gebouwd. In den loop van dit jaar zullen 30 nieuwe circussen worden ge opend. T iemand zal mij tegenspreken, als ik be- IXl weer, dat we allemAl zitten te springen •*- naar den eersten van de maand. Maar als die dag er is, springen we pas goed. De eene springt naar de comedie. do ander naar de mtrent den bekenden Domlnlcaan- schen geleerde, pater Petrus Man donnet O.P., op 4 Januari JX in het (Kaïn) in werk verscheen op het einde van 19JS, het was gewijd aan den onsterfelljken dichter der Divtna Oomedia”, aan wien hjj roette vroeger een aantal merkwaardige studies had gewijd. De dood van F. Mandonnet beteekent een groot verlies voor de wetenschap nog meer echter voor zijn Orde, die hü naar het getui genis van een zijner medebroeders hartstochte- Hjk beminde. Zijn strikte rechtvaardigheid, va derlijke goedheid en liefde voor zijn medebroe ders hadden aller harten veroverd; door zijn veel omvattenden arbeid was hij een sieraad der Orde. Moge op hem het woord van toe passing zjjn: „Die velen onderwezen hebben, zullen schitteren als sterren In de eeuwigheid." wat ik wil hebben; vragen doe ik niet. Nu. ik wensch dien ring van u te koopen. HU -is In uw bezit. Hoeveel moet u er voor hebben? De geest der hebzucht kwam over Marilller. Iets aelde hem, dat bU hier de grootste kans van het leven had. Ik heb niet het recht er over te beschik ken, mompelde hij schor. De onbekende lachte. Och kom! zei hl). Bezit Is negentiende van het recht. Je hebt hem gekregen, dus je bezit hem. Als Ik mjj werkelijk heb voorgesteld om iets te bezitten, dan ben Ik gedwongen om er mU ten slotte meester van te maken. Ik heb relikwieën gekocht uit kerken, ik heb schilde rijen gekocht waarvan ik wist, dat ze gestolen waren en ik bewaar se daar waar niemand behalve ik self ze ooit kan zien. En waarom niet? Ik bezit zooveel muloenen, dat Ik kan doen wat Ik wil. ik wensch dien ring te hebben. Marilller keek tersluiks rond. Er was - nie mand die hem hooren kon; dat gedeelte van den tuin was heel rustig. Veronderstel, dat het ontdekt werd, aar zelde hij. Het zou uw eigen schuld zijn, als het ooit ontdekt werd, zei de onbekende. U kunt zeggen, dat u hem verloren hebt of neen, een veel beter idee is. dat hij u ia ontstolen. Bravo! Ja, die is goed. We spreken af, dat u den ring in uw vestsak steekt, en dat ik hem er uit haal. Dan overhandig ik u wat we over eenkomen dat is te seggen, op voorwaarde natuurlijk, dat da ring de echte ia; gaan vabebe waar, boorl en ik spring van den eenen winkel In den an deren. Laat ik nog even seggen, dat ik da 40 ^De’emM^wtatal ia gewoonljjk een ita men winkel. Zoo was t in ieder geval dese maand Kr 1« voor het raam een verrukkelijke das, een soort licht oranje met rood. Dat klinkt natuur lijk verschrikkelijk, en t wa< ook verschrikke lijk, maar je siet er met kleuren ook altijd jong uit, en als je t idee hebt al op te schieten, en near de hand van een lief meisje dingt, dan zie je graag jong uit. „Ik wou graag die das hebben." set ik, toen ik binnen was. „Welke das, mijnheer?" vroeg de wlnkeUer. Ik verbaasde me ér over, dat hjj dat niet da delijk begreep. Er was maar één das in de we reld, die dien naam verdiende, en die lag vlak in de nabijheid, voor t raam. „O die," knikte hij, en hij ging naar binnen en viachte een andere das op Ik wa< echter in een overmoedige stemming; ik liet hem niet los vóór Ik de das had, waar ik voor kwam. Ik liet hem nog eens visschen en ik bleef buiten staan, om hem dén weg te wij zen, terwijl hij s’n arm in allerlei bochten wrong. HU ontweek er maar één van, de andere maakte een noodlanding op een overhemd. Toen ik binnen de winkelruimte de das be keek, leek die me lang aoo schitterend niet. Dassen moeten in een étalage staan, net als bloemen in *t water. Maar de das leek toch nog tets büaonders, selfs In het halfdonker. Ik vroeg dus naar den prijs. Die was maar dubbel zoo hoog als ik gedacht had. dus kocht ik haar „Hebt u misschien vroeg de wlnkeUer. „U mag me een paar sokken laten zien." ari ik. HU bracht me een langen bak. waarin een massa van die dingen lagen. Ze stonden me geen van alle aan. „Ik zal eens voor t raam kijken," set ik. Ik keek, kwam opgewonden terug en beschreef een paar sokken met een geel en blauw ruitje. Het waren sokken die er vroolUk uitzagen en jong maakten en ze zelden tegen me: „de man. die hier boven uitsteekt, Is een heer." .Kunt u me die uit de étalage krijgen?” vroeg ik. .Hoeft niet, tnünheer." HU vestigde mUn aandacht op het bovenste der massa paren, die ik bezichtigd had. Het waren dezelfde sokken. „Geef die dan maar," zei ik gelaten. M’n geestdrift voor het gele en blauwe ruitje was al wat bekoeld. Er waren nog een massa andere dingen, die ik in dien zelfden winkel had kunnen koopen. maar t is met winkels net als met banken: Je moet je nooit aan één strop verhangen. Een paar minuten later stevende ik een hoeden winkel binnen. Thuis gekomen, ontdekte ik dat m’n nieuwe hoed precies deaelfde was al» s’n voorganger, alleen schooner en duurder. te Middags ging ik naar m’n kleermaker. Jk wilde desen keer graag iets Hchtars heb ben,” begon ik. De man lachte en ontrolde een vrooHJk bruin met een gele krulswoord-puzaie daaraeven. „Vanmorgen pas ontvangen." prees de kis er maker. „Dan sou t Jammer zün, als 't er vanmiddag al weer ui» ging." ael ik. „Hebt u iets goeds in donkerblauw?" Elk jaar neem ik het vaste besluit nu eens geen donkerblauw te nemen, en leder jaar wordt het tóch donkerblauw. Maar dit keer zat er een tUn. wit streepje in. Ik kocht het dus. Op weg naar huls werd ik aangehouden door een zijden zakdoek in een étalage, een zakdoek vol met roode en gele vlekken. Wie daar paar centimeters van liet kUken, mnest wel „furore" bU s’n meisje maken Ik ging dus den winkel binnen en kocht ham. „Mag ik u ook'een overhemd laten zien?" vroeg de bediende met de uiterste beleefdheid. Ook voor dese vriéndelijke vraag besweek ik. Ik «al me niét wagen aan- een beschrijving van dat overhemd. dan niet veel verbeeldingskracht, hü had toch een droom, dien hU koesterde. ZUn lange onder vinding van het Londensche leven had rem niet tot een Londenaar gemaakt. Altijdjhing hU nog aan het platteland waar hü geboren en getogen was; sinds lang ambieerde hü daar heen terug te gaan en op bescheiden voet als gepensionneerde te leven. HU wilde een huls koopen met een stukje land, een boomgaard: hU wilde een aardig rijtuigje houden en een goed paard, hU zou willen rondslenteren tus schen zün kippen, zjjn vee en schapen en zich den eigenaar van die kudden voelen en een paar honden moest hU hebben. Daartoe spaarde hU wat hij kon en hu dacht er aan zich terug te trekken met zUn pensioen en zün spaar centen op het eind van het volgende jaar. Intusschen, sporadische giften als dese van vUftlg pond waren niet te versmaden. HU had den keUner, die het biljet was gaan wisselen, nageoogd, zoolang hU hem zien kon en lette nu op zjjn terugkeer. Asjeblieft, zei de millionnair van Ner gens huizen, Marilller de vüf biljetten van tien pond toestekend, toen de kellner was terug gekomen. U zult dese stellig wel goed vinden. Hotelkasslers hoeven hier intusschen den neus niet in te steken. En laten we nu eens praten. Denk er aan. Ik heb uw tijd gekocht t is geen omkooperij. Marilller borg zorgvuldig de biljetten weg. Als u het soo opvat, zei hjj, natuurlUk dan. Zoo vat ik het op, set de onbekende Er bestaat voor tntf geen andere manier; ik koop Jk wou een hoed hebben." sel ik. „te Zelfde model als u op hebt?" vroeg de hoedenbaas. J*esn."|a ders." J. Hu bestudeerde m'n gericht en ik stond stfl alsof er een portret van me gemat kt werd. Nadat ds man uitgestudeerd was. ging hü op een heel hooge plank staan Daarna daalde hij met een hoofddeksel er weer van af. Het was een model waaronder mijn gericht geheet ver dween. „Misschien kunt u me nog wel een anderen hoed laten zien," stelde ik voor. „O aeker, deae is misschien ent ietsje...." HU bood me een hoed aan, waar practlach geen rand aan zat. De vorige hoed bad m’n hoofd opgeslokt; desen slokte mUn hoofd bfjna op. Toen begre pen de hoeden- knopman en ik dst een hoofd- deksel nog nfrpt soo’n eenvoudig probleem was en we gingen ern stig aan te passen en probeeren. We probeerden acht exemplaren en ik kocht bet achtste, alleen omdat ik het soo moe was naar m’n eigen geaicht in den spiegel te kijken. -j-^. e OnderwUsstatlstlek verstrekte ons in I Mededeeling No. 19 eenige gegevens over de enderwUsersopleidlng. Wü vinden dese gegevens belangrijk genoeg om er te deser plaatse ds aandacht op te vestigen. De cijfers hebben betrekking op het loopende schooljaar 1935/1938 en wel naar den toestand op 13 Sep tember 1938. Alsoo zeer recente cUfers. Opvallend Is de verminderde animo voor bet onderwUsersambt. Overigens begrUpelUk. Het groot aantal afgestudeerde onderwUsers, dat M in te geheel niet ófwel een betrekking tegen een seer geringe vergoeding heeft, houden ouders en kinderen ervan terug de onderwljsers- loopbaan te kiezen. Ook de immer „vast" ge waande betrekking heeft door de op groote schaal voorkomende op wachtgeldstelllng veel van haar aantrekkelUkheid verloren. En nu de cUfers. Bedroeg in 1934 het aantal leerlingen in opleiding aan de A-afdeelingen der kweekscholen (lagere akte) 8508, op 18 Bep- tember 1935 was dit aantal teruggevallen tot op 7005: een daling in één jagr van 18 pet. De opleidingen aan de sg. Normaallessen vertoon den een nog sterker daling. Daar liep in het zelfde tijdsverloop het aantal leerlingen terug van M3 tot 358 ofwel met 48 pCt. Het aantal deser Normaallessen daalde van 23 op 18. Zooals de leser sal opmerken, ziet bet er niet naar uit, dat de kweekschool in de toekomst uitsluitend het opleidingsinstituut voor onder wUsers zal worden. Een toestand, welke op goe de gronden reeds meermalen door deskundigen als de juiste werd aangeweaen. Het aantal B-leerlingen (hoofdakte-czmdl- daten) der kweekscholen verminderde met 115 en bedroeg qp 18 September 1935 3077. Hier is de vermindering -S84 pet.) veel geringer dan bU de A-afdeelingeh. De sterk verminderde toe loop sal bU deze B-afdeeüngen vermoedelUk eerst na enkele Jaren tot uiting komen. Het aantal docenten der kweekscholen ver minderde eveneens in het meergemelde tijdvak en daalde van 1204 tot op 1169. Ten slotte bet aantal kweekscholen. Hoewel vermindering van het aantal dezer inrichtin gen meermalen als onderdeel eener algeheele beperking der opleiding werd bepleit, is in het afgeloopen Jaar slechts een kweekschoolafdee- llng van een lyceum opgeheven. De overige scholen bleven gehandhaafd. Gemiddeld hadden de 108 kweekscholen per A-afdeellng 88 leer lingen in 1935 tegenover 80 in 1934. I Bulgaarsehe postMgtls t«T herdenking van den na- ttonalen held Hadfi Di meter die in den strijd voor de bevrijding van zijn land van de Turken in het grinnikte hU alleen en keek aarzelend naar het waardevolle papier. Het kan wel namaak zjjn van iets wat ik ken, zei hü weinig beleefd. Ik ben geen des kundige. De onbekende stak een dlkberingde hand op en wenkte den dichtst bUzUnden kellner HU nam het bankbiljet op en overhandigde het den bediende. Laat dit biljet even wisselen bU <*»n kas sier in biljetten van tien pond zei hij. Toen de man vertrokken was, wendde hU zich weer tot Marilller. Achterdocht schUnt een aan hangsel van uw werk 4e «Un, vriend, aei hU met een glimlach. Ik weet niet, wien ik tegenover mij heb, riposteerde Marilller. Men kan nooit te voor zichtig ztin. Welnu, ik ben niet van plan u verder in te lichten, zei de onbekende. U kunt mU den millionnair van Nergershuizen noemen. Ik ben millionnair, multi-milUonnair zelfs, multl- multi-millionnalr. Ik ben een verwoed verzame laar van curiositeiten van allerlei aam en tegen eiken prijs, vooropgesteld dat het wer kelijk curiositeiten rijn. En daarom. mUn vriend, verlang ik den ring te bezitten, waar over ik soo juist sprak. Marinier knikte. HU begon de saak te be grijpen en te doorzién. HU had wel eens van Pierpont Morgan gehoord; eens had hij een schilderU moeten bewaken, dat die mijnheer gekocht had. De man met de vele bankbil jetten hoorde zeker tot denaelfden kring. Maril- ller had groot ontsag voor geld. Al bezat MJ Frilhwlrth, het Magiteriaat in de theologie. Tijdens de ï’reiburgsche Jaren verschenen de meeste zUner publicaties, oa. in 1899 zUn werz „Siger ie Brabant et l’Averroïsme latin au XIII siècle", dat met zUn voorstudies en vervolg artikels baanbrekend werk verrichtte voor de geschiedenis der mlddeleeuwsche philosophic. Het zou ons te ver voeren hier een overzicht te geven van de talrijke grootere en kleinere wer ken, artikels, kritieken en bUdragen voor ency clopedieën, waarvan de meeste belangrijk sun en van groote beteekenls voor de geschiedenis der Theologie en die zUner Orde. WU verwUzen hier naar het tweedeellge werk .Mélanges Man donnet", dat in 1930 te zUner eer verscheen. Het vermeldt eveneens de Freiburgsche disser taties, die onder zün bevruchtende leiding wer den samengesteld en tevens bewijzen, dat Man donnet een eigen school had weten te vormen, waar zUn historische methode en’werken Ijverig door zUn leerlingen werd gevolgd. ZUn laatste werk verscheen op het einde van II gewUd aan den onsterfelljken r et genoegen heb ik gezien, zoo schrijft |YZ| onse correspondent in de Eeuwige Stad, dat een gewoonte, die in Rome zelf nog niet oud is, ook in sommige Nederlandsche ste den navolging heeft gevonden: de vriendehjke gewoonte nJ. om aan de politie éénmaal in het jaar een cadeautje aan te bieden. Elk Jaar op Driekoningen is het een kleine bezienswaardigheid op de kruispunten van bet Romeinach verkeer. De armzwaaiende verkeers agent staat tusschen een berg van tulbanden, Kentbrooden, bonbondoozen en wUnflesschen. De gouverneur van Rome brengt een fraai cadeau met een lint in de stadskleuren, de partij secretaris blUft niet achterwege en de autoW van bet Corps Diplomatique komen langzaam voor bij en laten hun gave achter. Maar het is niet alleen dé elite, die op deze wUze den verkeers agent huldigt; ook de eenvoudige weggebruiker offert zUn gave, die soms niet de geringste is. Zoo zag men gisteren uit een onooglUken ouden wagen een heele „damigiaaa”, d.l. een 25-liter- flesch vol Frascati aan de voeten van den agent neervleien. Is het eigenlUk vriendelUker van de automo bilisten om te geven, of van de politie om te ontvangen? Een ieder heeft wel eens de intimi teit geproefd van het moment, wanneer een polltle-agent. na aan zUn plicht voldaan, dus na u verhoord of uw kelder doorzocht of uw klacht genoteerd te hebben, wanneer de amb tenaar in functie, zeg ik, zUn handschoenen uittrekt en een sigaar of een borrel accepteert. Het la een kostelUk oogenblik. Uit de gestalte van den dienaar der orde verdwUnt als bjf too- verslag de ambteUjke stUfsel; de sterke arm wordt zacht; de man van de wet wordt een man uit het volk, met menscheUjke behoeften en droppels aan zUn snpr. Dit moment van menschelUke broederschap nu, 0at men anders slechts toevallig en in-offl- cieel (misschien is het zelfs tegen de dienstvoor schriften?) kan beleven, wordt op Befanadag tot een officleele ceremonie verheven. De politie agent „ontvangt" in den meest volledigen sin van het woord. HU neemt alles aan; ge kunt hem een doos clgareten geven of een zoeten koek, een flesch wUn of een wollen das of een potlood; maar ik wed, dat kinderspeelgoed of zelfs een pop, mits discreet aangeboden, bU de groote verdeellng in het hoofdkwartier een gegadigde sou vinden. Het is dan ook een vrootijke vertoonlng, die altUd veel toeschouwers trekt. De verkeersagent zelf heeft vaak nauwelUks den tijd om te zien, wat er aa^^zlj^vqptqmwtjfd^peygelejd jp om, tusschen twee afgemeten selngebaren dóór een bulging van dank te zenden naar een btjbonder bekoorlUke schenkster. Doch hU staat daar openlUk als een voorwerp van sympathie en goedgsefschheid. En een agent, die éénmaal zoo tot aam de knieën gestaan heeft in een berg van gekregen koek en wün. kan, dunkt mU. nooit meer een „beul” worden. In Nederland heeft men dit Jaar deze ge woonte hier en daar nagebootst, en wel op Nieuwjaar. Die datum IUkt niet gelukkig geko zen, omdat se dese verkeers-hulde tot een ding op zichzelf maakt. Men zou het op Sinterklaas moeten doen, in het feestelUke kader van de al- gemeene cadeautjesvreugde, zooals het ook in Rome op „Befana” het geval is. De Romelnsche Befana is Immers een vrouwe- Uike weergave van onzen Nedertandschen Sin terklaas. Het woord is eigenlUk een verbastering van Epiphanla, de kerkelUke benaming van het Driekoningenfeest, die VerschUning beteekent. omdat Christus’ geboorte in de Drie Koningen aan de niet-Joodsche volkeren werd geopen baard. De „Befana” heeft echter van deze theo logische beteekenls weinig of niets behouden; «V is een soort van tante, die cadeautjes brengt. Evenals Sinterklaas komt zU over de daken; maar waar hier meestal de schoorsteenen ont breken, is haar weg verder niet precies aange geven. Voor de armen organiseeren de fascistische partü en andere instellingen elk jaar op Befana een groote pakjesverdeeling aan kinderen en grooten. Maar het middelpunt van het Ro melnsche feest ligt op de Piazza Navona, sedert Kerstmis al bebouwd met een grooten kring van kramen, waarin naast schiettenten en/kermls- vertooningen vooral speelgoed en suikergoed te koop is. Dit jaar kwam de Befana blUkbaar uit Abes- sfnië. Het speelgoed was voor het overgroote deel oorlogstuig in kinderformaat. Een vierjarige baby kon al een geweertje dragen en een tropen helm op zUn ronde hoofd. Grootere Jongens kre gen een koppelriem met een revolver en spelen met tanks van een dubbeltje, met luchtafweer geschut en geblindeerde auto’s hun modern „oorlogje”. Een volle minuut wel staarde Marilller be dachtzaam naar de aach van aün sigaar. Neen, zei hU dan, bet hoofd schuddend Ik geloof niet dat het te doen ia; 't is onmoge- 1WL Dat woord komt in mijn woordenboek niet voor, zei de vreemdeling. Luister eens, vriend. Naar uw uiterlUk te oordeelen bent u op den rand van den leeftijd, waarop gy, beambten uw ontslag neemt. En? vroeg Marilller. Dan krijgt u pensioen. Welnu, ging hU voort, zal dat pensioen voldoende rijn, om u bet prettige gemakkeluke leventje met al «U» gerief te verschaffen, dat u wel zoudt willen lelden? Zou het dat zün, zelfs als u daar uw weinige spaarcenten aan toevoegde? Welnu? We zouden er allemaal wel wat bU kun nen gebruiken, bekende de detective. Dat spreekt vanzelf; dat ia nog de ver standigste opmerking, welke ik van u gehoord heb, zei de onbekende weer. Geef nu ook zulk een verstandig antwoord op het aanbod, dat ik u ga doen. U geeft mü dien ring of laat hem mü u ontnemen en Ik overhandig u vijfduizend pond VUfduizend pond! De detective meende zün hart te hooren kloppen. Vüfdulaend pond voor een gewonen gouden ring, dik en mas- m eigenaardig zegel waarde stellig niet meer bedroeg dan enkele ponden. HU keek den vreemdeling aan of hü met een krankzinnig» te doen had. tegelUk zün uiterste beet doend om geen emotie te doen blijken. En nlotoellng En voor de meisjes waren de zwarte poppen, kleine Abeasinlache slavenkinderen, seer ge vraagd. Ook in allerlei gebruikelüke „surpri ses" gaf Abesslnië den toon aan: bUv. de „tong van Menelik”, die men als een lange sliert kon laten afrollen, en de negus als een dulveltje-uit-de-doos. Op den vooravond’ van Driekoningen wordt „Herodes verdreven" Dat wil seggen, dat de losse bevolking van Rome naar de Piazza Navona stroomt en daar een helsch lawaai verwekt met toeters, piepers en andere kinder- lUke Instrumenten. Wie nooit zulk een Drie koningenavond op het Navóna-pleln, of ook den avond van Sint Jan bü Lateraan heeft bUgewoond, kan zich geen voorstelling vormen van het tuitende lawaai, dat de Romelnsche Jongelingschap weet voort te brengen en waar in zü een groote feestvreugde schept. De luent scheurt er van en de tritonen en barbaren van Bernini’s murmelende fonteinen lieten hun waterhorens los om zich de ooren dicht te stop pen. Dit Jaar viel het overigens nogal mee, dank sU het feit, dat de „tong van Menelik”, die in vele monden den toeter verving, was als een oude film. Toch was bet zeker genoeg, om een Jlo- rodus te verdrijven". De Dultschers, die boos zün over de Italiaansche kritiek op hun Kerst boom, zeggen, dat dit feestrumoer eehter een overblüfsel is van oude heidensche feesten ter eere van Janus Agonlua. den god van de wedstrijden, die hier op het Navona-pleln, dat ook nu nog den vorm van een renbaan heeft bewaard, worden uitgevierd. Wat daarvan sü. e „Times" meldt uit New York, dat de j 1 buitengewone groote Jury, die een onder- zoek heeft ingesteld naar het bende wezen in New York, Donderdag gouverneur Lehmann aanbevolen heeft twee groote Jury's bUeen te roepen en deze ononderbroken gedu rende twee jaar of langer büeen te laten komen. In baar rapport aan rechter McCook van het Hooggerechtshof, verzekert de jury, dat bet uitoefenen van de zg. rackets voor een groot deel gecentraliseerd is en zich bevindt in han- P. Petrus Mandonnet werd den 23sten Feor. 1858 te Beaumont bü Clermont-Ferrand gebo ren Op twaalfjarigen leeftüd deed hü zün in trede in het pensionaat Godefroy de Bouillon, dat bestuurd werd door de Broeders der Chns- telüke scholen, aan wl» bü heal zün leven 8» dankbaarste herinneringen zou meedragen. Zijn roeping tot de Orde van St. Domlnlcus kreeg hü echter eerst tijdens zün verblüf op het col lege St. Etienne, waar hü kennis maakte met de werken van den Parüschen Kanselredenaar Lacorttalre, wiens leven van St. Domlnlcus hem spoedig begeesterde voor het mlddeleeuwsche Orde-ideaal der Predlkbroeders. Van nu af, zegt hü. „werd Ik Predikbroeder.” Maar al dadelük ondervond hü grooten tegenstand bü zün ouders, die het religieuze leven waarschünlük te zwaar vonden voor zün zwakke gezondheid en hem liever als seculier priester aan de riel- zorg sagen deelnemen. Door tusschenkomst van een Dominicaan trad hü te Clermont-Ferrand in bet Groot-Se- mlnarie, waar hü In 1883 zün eerste groote wü- dlng kreeg. De seminariejaren hadden echter «Uil verlangen naar het kloosterleven niet ver zwakt, maar eerder versterkend op zün roeping gewerkt en kort na zün eerste wüdlng vertrok Mandonnet naar Spanje, waar hü den 28sten October 1883 in het Dominicanenklooster van Belmonte het OrdehabUt ontving. HU bleef er tot aan zün professie den Isten Febr. 1884 en zette toen zün studies voort tn Tyrol, later te Corbara op Corsica. In 1887 werd hü priester gewUd. Kort daarop vinden wü hem te Rljssel op den kansel, maar in 1889 riepen zün Over sten hem reeds terug naar Corsica om in het klooster van Corbara zün jeugdige medebroe ders In te leiden in de theologische weten- schappen. In bet jaair 1891 werd hü benoemd tot hoog- leeraar in de Kerkgeschiedenis aan de oaa op gerichte unlverritelt te Freiburg in Zwitser land, waac, hü- rich-omringd zag doos talrijke, collegrf’s, ribarlknAMr er spMHlg verscMllendell' onder zUn Intiemste vrienden rekenen mocht. Wü noemen hier slechts Joseph Bédier, Jean Brunhes. Victor Giraud. Gustave Mlchant, Maurice Masson en Pierre de Labriolle. Tüdens zün verblüf Mn de universiteit werd voor goed zün wetenschappelüke naam gevestigd. Twee malen, in 1893 en in 1906, werd hü tot deken der theologische faculteit gekozen. Van 1903 tot 1903 was hU rector der universiteit. In Januari 1897 werd hü baccalaureus in de theologie en zes Jaren later ontving hü uit de handen van den jGeneraal der Orde, den tateren Kardinaal de mrsatan voifcoaasn onbekend zün voor het publiek. Deze mannen krijgen slechts zelden de bekendheid, die andere gangsters verwerven ZU oefenen hun bedrijf uit door middel van plaatsvervangers, die op hun beurt weer door handlangers gesteund woeden. D» Jury acht het van weinig nut vervolgingen in te stellen tegen aisonderlüke op dit gebied gepleegde misdaden daar dese toch niets anders dan een klein feit uit een groote reeks vormen. Er moet veel en uitgebreid onderzoekingswerk verricht worden, 1 wortels eierflkens een geheel racket Fefle critiek wordt in het reb- dle soo uitent schoorvoetend Inlichtingen over racket- teers verstrekken, selfs wanneer sü onder hun slachtoffers beboeren. Het rapport wijst er ten slotte op, dat vele vakvereenlglngen en haar „hulpelooss leden” op .jnsedoogenloqee wljae geëxploiteerd worden door corrupte leiders sn gangsters, die vakvereenlglngen in het leven roepen ten eigen bate en met behulp daarvan de zakenlieden zoowel als de aangesloten ar beiders uitsulgen." Zaterdag 18—21. Dienstplichtigen. Dinsdag 31—34. Meisjes boven 17 Jaar. Vrijdag 24—27. 8t. Josefgesellen. Maandag 37—30. St. Jozefgezellen. Vrijdag 31 Jan—3 Febr. Gehuwde mannen oa. uit Obdam. M’n weerde heer, aei hü, blüf zitten en Praat géén onzin. Ik wensch u te spreken. daar ik nooit iemand vraag, mü iets voor niet» ie geven, zelfs niet tien minuten voor een onderhoud, zal ik u op voorhand voor uw tijd •n moeite betalen. HU haalde een portefeuille uit zün vestzak 4o opende ze onverschillig. Marillier’s scherp toeziende oogen zagen, dat ze opgepropt sat met «gelsche bankbiljetten, nieuw en friach heer lijk om te aanschouwen. De vreemdeling haalde er het eerste het beste dat hü tusschen de ringers kreeg uit, keek ternauwernood naar 'bet «drag dat er op stond aangegeven en over handigde het den detective. Alsjeblief, steek dat in uw zak, zei hü vergoeding voor de tien minuten die u toegaat. Ik maak me sterk, dat het meer dan u In een week op Scotland Yard ver dient. Marilller wist dat het meer was, dan hü In rier weken op Scotland Yard verdiende, want y. bUjet dat voor hem lag was er een van Pond. Achterdochtig echter als altijd namen zün oogen een sluwe, listige uitdruk king aan. Neen neen! aei hü Ik ste dat u d» waarde van dien ring kent. Ik sou veel meer moeten hebben. En afgeslen van de waarde van Mn ring, ik loop een verschrikkelijk risico. De onbekende lachte spottend. M’n goeie vriend, zei hü. de ring aou door eiken goud smid op misschien see of acht pond geschat worden, al» het selfs sooveel ia. Hü heeft geen -curiositeit. <te ik hem hebben. Ik gaf eens duizend gulden voor een voorsnijmes dat oor- «pronkelük seven en een halven stuiver bad gekost, alleen omdat een berucht misdadiger, een Franschman. er sün werk van maakte met dat me» halsan af te snijden. Marinier aarselde. Maak er girinlmiij van. set hü Mün vriend, aei de vreemdeling, fk heb een hekel aan marehandeeren. Op voorwaarde dat u geen verdere eiechen stelt aal Ik s» duizend pond zeggen uw eigen Prijs t Is sen aardig bedrag, zeeduiaend pond, oordeel kundig uitgeest brengt het u een JaarlUkscb inkomen van minstens driehonderd pond op. 9 1808-J933

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 3