awtv&Aaal
den dag
wn
D:
I
Met twee kameraadjes op avonturenreis
O
De vrouwelijke weergave van onzen
Nederlandschen Sinterklaas
ROMEINSCHE BEFANA
P. Mandonnet O.P.
OElOSPRIJS
De onderwijzers
opleiding
VOOR LORDEN
Invloed van den oorlog
in Abessinië
BbATAPHq
WOENSDAG 15 JANUARI 1936
V«rZi«g voor Orde
De verjongings
kuur
DOOR FLÊTCHER
Het bende-wezen in
m a» Ame
klooster te Saulcholr (Kaïn) in België
overleden, deelt men ons nog het volgende
mede:
I
bij verlies van een hand,
een voet
Vriéndelijke gewoonte, om aan de
politie eenmaal in het jaaf een
cadeautje aan te bieden
A I I T7 A n/^’K.TKT'C'JC* °P dlt blad ,1Jn >n««701ge de versekerlngsvoorwaarden tegen p* 7*^A - Iev9ttel*nge geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7CJA bU een ongeval met 17 OKfl
IAt lil r*. o on«evaUen verzekerd voor een der volgend* uitkeerlngen VFKJe" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen MVFe" doodelljken afloop düiWVa"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN Ü1TERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
r
RETRAITEN
mm hoi
den wn 13 tot 1S groot*
overhemden noodig?’ -
me
geluidloos
i
het lawaai la zeker „heldensch".
JANUARI:
FEBRUARI:
36
handlgen?
CWordt vervolgd)
1
t
X
deze
wel
Thuis gekomen was het een drukte van
belang. Iedereen was even gelukkig en ver
heugd, dat alles zoo’n goed einde had ge
nomen. Thans moest men eehs overleggen
wat er met Wietje en haar vader moest
gebeuren, en er werd na lang beraad be
sloten, dat belden weer naar China terug
mochten.
ztef waarschijnlijk en met een
er op, maar welks sulvers
Dit bericht bevat behalve een mln at meer
verbijsterende mededeeling, bovendien nog een
les voor hen, wier levensbeschouwing door het
communisme wordt bedreigd, mer valt een en
ander van den vijand te leeren.
Li Chang was 'hoogst dankbaar dat hem
ie gelegenheid werd gegeven om weer met
djn kind naar het vaderland terug te kee-
-en en de stuurman overhandigde hem een
(linke som gelds, welke door hem en Wiet’s
/ader bij elkaar was gebracht, om den over
zicht te betalen.
Maar heel kort heb ik al dat fraais gedragen.
Een week later stopte ik m’n boete verjcuglngs-
kuur achter In m’n kleerkast: het nieuwe pak.
het nieuwe overhemd, de nieuwe das. de nieuwe
sokken, den nieuwen hoed en den nieuwen zak
doek En toen ik me self in den spiegel bekeek,
begreep ik dat maar Mn ding noodig bad, Mn
ding, dat ik niet koopen kon: een jong, nieuw
gezicht.
inkomen van minstens driehonderd pond cx.
En nu. wanneer denkt u mij den ring te over-
Dinsdag 4—7. Meisjes Congreganlstan boven
17 Jaar.
Zaterdag 811. R. K. Rljwlelclub.
Dinsdag 1114. Gehuwde Vrouwen.
Zaterdag 15—18. Jonge Mannen.
Dinsdag 18—31. Meisjes boven 17 Jaar.
Zaterdag 29—3 Maart. 84. JosefgeaeUen. dis
trict Haarlem.
soodat men kan doordringen' tot de
van ihee écwaad
kan vernietigen.
port uitgeoefend op de zakenlieden.
U Chang had steeds een foto van Wietje
bewaard en hjj hoopte haar nog wel eens,
te sullen vinden. Hoe verheugd en gelukkig
.was de Chinees, toen bleek dat zün meisje
nu gezond en wel weer bij hem was. De
goede man was dol gelukkig en blij en vol
dankbaarheid, dat Pietje’s ouders zich het
lot van zijn kind hadden aangetrokken.
andere waarde dan als een
zoodanig wil
Uit Moskou wordt gemeld, dat groote bedra
gen beschikbaar zijn gesteld voor den bouw van
nieuwe bioscooptheaters en circussen. Kr suilen
In 11.000 bioscooptheaters installaties voor ge
luidfilms worden geplaatst. Verleden jaar sun
in 3000 bioscopen geluidinstaüatles aange
bracht. Men is nu begonnen met den bouw van
77 nieuwe bioscoop-theaters, waar meer dan
32.000 plaatsen sullen' worden ingericht. Te
Moskou zal een bioscooptheater voor 4000 per
sonen worden gebouwd. In den loop van dit
jaar zullen 30 nieuwe circussen worden ge
opend.
T iemand zal mij tegenspreken, als ik be-
IXl weer, dat we allemAl zitten te springen
•*- naar den eersten van de maand. Maar als
die dag er is, springen we pas goed. De eene
springt naar de comedie. do ander naar de
mtrent den bekenden Domlnlcaan-
schen geleerde, pater Petrus Man
donnet O.P., op 4 Januari JX in het
(Kaïn) in
werk verscheen op het einde van 19JS, het was
gewijd aan den onsterfelljken dichter der
Divtna Oomedia”, aan wien hjj roette vroeger
een aantal merkwaardige studies had gewijd.
De dood van F. Mandonnet beteekent een
groot verlies voor de wetenschap nog meer
echter voor zijn Orde, die hü naar het getui
genis van een zijner medebroeders hartstochte-
Hjk beminde. Zijn strikte rechtvaardigheid, va
derlijke goedheid en liefde voor zijn medebroe
ders hadden aller harten veroverd; door zijn
veel omvattenden arbeid was hij een sieraad
der Orde. Moge op hem het woord van toe
passing zjjn: „Die velen onderwezen hebben,
zullen schitteren als sterren In de eeuwigheid."
wat ik wil hebben; vragen doe ik niet. Nu. ik
wensch dien ring van u te koopen. HU -is In uw
bezit. Hoeveel moet u er voor hebben?
De geest der hebzucht kwam over Marilller.
Iets aelde hem, dat bU hier de grootste kans
van het leven had.
Ik heb niet het recht er over te beschik
ken, mompelde hij schor.
De onbekende lachte.
Och kom! zei hl). Bezit Is negentiende
van het recht. Je hebt hem gekregen, dus je
bezit hem. Als Ik mjj werkelijk heb voorgesteld
om iets te bezitten, dan ben Ik gedwongen om
er mU ten slotte meester van te maken. Ik heb
relikwieën gekocht uit kerken, ik heb schilde
rijen gekocht waarvan ik wist, dat ze gestolen
waren en ik bewaar se daar waar niemand
behalve ik self ze ooit kan zien. En waarom
niet? Ik bezit zooveel muloenen, dat Ik kan doen
wat Ik wil. ik wensch dien ring te hebben.
Marilller keek tersluiks rond. Er was - nie
mand die hem hooren kon; dat gedeelte van
den tuin was heel rustig.
Veronderstel, dat het ontdekt werd, aar
zelde hij.
Het zou uw eigen schuld zijn, als het
ooit ontdekt werd, zei de onbekende. U kunt
zeggen, dat u hem verloren hebt of neen,
een veel beter idee is. dat hij u ia ontstolen.
Bravo! Ja, die is goed. We spreken af, dat u
den ring in uw vestsak steekt, en dat ik hem
er uit haal. Dan overhandig ik u wat we over
eenkomen dat is te seggen, op voorwaarde
natuurlijk, dat da ring de echte ia; gaan vabebe
waar, boorl
en ik spring van den eenen winkel In den an
deren. Laat ik nog even seggen, dat ik da 40
^De’emM^wtatal ia gewoonljjk een ita men
winkel. Zoo was t in ieder geval dese maand
Kr 1« voor het raam een verrukkelijke das, een
soort licht oranje met rood. Dat klinkt natuur
lijk verschrikkelijk, en t wa< ook verschrikke
lijk, maar je siet er met kleuren ook altijd jong
uit, en als je t idee hebt al op te schieten, en
near de hand van een lief meisje dingt, dan zie
je graag jong uit.
„Ik wou graag die das hebben." set ik, toen ik
binnen was.
„Welke das, mijnheer?" vroeg de wlnkeUer.
Ik verbaasde me ér over, dat hjj dat niet da
delijk begreep. Er was maar één das in de we
reld, die dien naam verdiende, en die lag vlak
in de nabijheid, voor t raam.
„O die," knikte hij, en hij ging naar binnen
en viachte een andere das op
Ik wa< echter in een overmoedige stemming;
ik liet hem niet los vóór Ik de das had, waar ik
voor kwam. Ik liet hem nog eens visschen en
ik bleef buiten staan, om hem dén weg te wij
zen, terwijl hij s’n arm in allerlei bochten wrong.
HU ontweek er maar één van, de andere maakte
een noodlanding op een overhemd.
Toen ik binnen de winkelruimte de das be
keek, leek die me lang aoo schitterend niet.
Dassen moeten in een étalage staan, net als
bloemen in *t water. Maar de das leek toch
nog tets büaonders, selfs In het halfdonker. Ik
vroeg dus naar den prijs. Die was maar dubbel
zoo hoog als ik gedacht had. dus kocht ik haar
„Hebt u misschien
vroeg de wlnkeUer.
„U mag me een paar sokken laten zien."
ari ik.
HU bracht me een langen bak. waarin een
massa van die dingen lagen. Ze stonden me
geen van alle aan.
„Ik zal eens voor t raam kijken," set ik.
Ik keek, kwam opgewonden terug en beschreef
een paar sokken met een geel en blauw ruitje.
Het waren sokken die er vroolUk uitzagen en
jong maakten en ze zelden tegen me: „de man.
die hier boven uitsteekt, Is een heer."
.Kunt u me die uit de étalage krijgen?” vroeg
ik.
.Hoeft niet, tnünheer."
HU vestigde mUn aandacht op het bovenste
der massa paren, die ik bezichtigd had. Het
waren dezelfde sokken.
„Geef die dan maar," zei ik gelaten. M’n
geestdrift voor het gele en blauwe ruitje was al
wat bekoeld.
Er waren nog een massa andere dingen, die
ik in dien zelfden winkel had kunnen koopen.
maar t is met winkels net als met banken: Je
moet je nooit aan één strop verhangen. Een
paar minuten later stevende ik een hoeden
winkel binnen.
Thuis gekomen, ontdekte ik dat m’n nieuwe
hoed precies deaelfde was al» s’n voorganger,
alleen schooner en duurder.
te Middags ging ik naar m’n kleermaker.
Jk wilde desen keer graag iets Hchtars heb
ben,” begon ik.
De man lachte en ontrolde een vrooHJk bruin
met een gele krulswoord-puzaie daaraeven.
„Vanmorgen pas ontvangen." prees de kis er
maker.
„Dan sou t Jammer zün, als 't er vanmiddag
al weer ui» ging." ael ik. „Hebt u iets goeds in
donkerblauw?"
Elk jaar neem ik het vaste besluit nu eens
geen donkerblauw te nemen, en leder jaar wordt
het tóch donkerblauw. Maar dit keer zat er een
tUn. wit streepje in. Ik kocht het dus.
Op weg naar huls werd ik aangehouden door
een zijden zakdoek in een étalage, een zakdoek
vol met roode en gele vlekken. Wie daar
paar centimeters van liet kUken, mnest wel
„furore" bU s’n meisje maken
Ik ging dus den winkel binnen en kocht ham.
„Mag ik u ook'een overhemd laten zien?"
vroeg de bediende met de uiterste beleefdheid.
Ook voor dese vriéndelijke vraag besweek ik.
Ik «al me niét wagen aan- een beschrijving
van dat overhemd.
dan niet veel verbeeldingskracht, hü had toch
een droom, dien hU koesterde. ZUn lange onder
vinding van het Londensche leven had rem
niet tot een Londenaar gemaakt. Altijdjhing
hU nog aan het platteland waar hü geboren
en getogen was; sinds lang ambieerde hü daar
heen terug te gaan en op bescheiden voet als
gepensionneerde te leven. HU wilde een huls
koopen met een stukje land, een boomgaard:
hU wilde een aardig rijtuigje houden en een
goed paard, hU zou willen rondslenteren tus
schen zün kippen, zjjn vee en schapen en zich
den eigenaar van die kudden voelen en een paar
honden moest hU hebben. Daartoe spaarde hU
wat hij kon en hu dacht er aan zich terug
te trekken met zUn pensioen en zün spaar
centen op het eind van het volgende jaar.
Intusschen, sporadische giften als dese van
vUftlg pond waren niet te versmaden. HU had
den keUner, die het biljet was gaan wisselen,
nageoogd, zoolang hU hem zien kon en lette nu
op zjjn terugkeer.
Asjeblieft, zei de millionnair van Ner
gens huizen, Marilller de vüf biljetten van tien
pond toestekend, toen de kellner was terug
gekomen. U zult dese stellig wel goed vinden.
Hotelkasslers hoeven hier intusschen den neus
niet in te steken. En laten we nu eens praten.
Denk er aan. Ik heb uw tijd gekocht t is
geen omkooperij.
Marilller borg zorgvuldig de biljetten weg.
Als u het soo opvat, zei hjj, natuurlUk
dan.
Zoo vat ik het op, set de onbekende Er
bestaat voor tntf geen andere manier; ik koop
Jk wou een hoed hebben." sel ik.
„te Zelfde model als u op hebt?" vroeg de
hoedenbaas.
J*esn."|a
ders." J.
Hu bestudeerde m'n gericht en ik stond stfl
alsof er een portret van me gemat kt werd.
Nadat ds man uitgestudeerd was. ging hü op
een heel hooge plank staan Daarna daalde hij
met een hoofddeksel er weer van af. Het was
een model waaronder mijn gericht geheet ver
dween.
„Misschien kunt u me nog wel een anderen
hoed laten zien," stelde ik voor.
„O aeker, deae is misschien ent ietsje...."
HU bood me een hoed aan, waar practlach
geen rand aan zat. De vorige hoed bad m’n
hoofd opgeslokt; desen slokte mUn hoofd bfjna
op. Toen begre
pen de hoeden-
knopman en ik
dst een hoofd-
deksel nog nfrpt
soo’n eenvoudig
probleem was en
we gingen ern
stig aan te passen en probeeren.
We probeerden acht exemplaren en ik kocht
bet achtste, alleen omdat ik het soo moe was
naar m’n eigen geaicht in den spiegel te kijken.
-j-^. e OnderwUsstatlstlek verstrekte ons in
I Mededeeling No. 19 eenige gegevens over
de enderwUsersopleidlng. Wü vinden
dese gegevens belangrijk genoeg om er te deser
plaatse ds aandacht op te vestigen. De cijfers
hebben betrekking op het loopende schooljaar
1935/1938 en wel naar den toestand op 13 Sep
tember 1938. Alsoo zeer recente cUfers.
Opvallend Is de verminderde animo voor bet
onderwUsersambt. Overigens begrUpelUk. Het
groot aantal afgestudeerde onderwUsers, dat
M in te geheel niet ófwel een betrekking tegen
een seer geringe vergoeding heeft, houden
ouders en kinderen ervan terug de onderwljsers-
loopbaan te kiezen. Ook de immer „vast" ge
waande betrekking heeft door de op groote
schaal voorkomende op wachtgeldstelllng veel
van haar aantrekkelUkheid verloren.
En nu de cUfers. Bedroeg in 1934 het aantal
leerlingen in opleiding aan de A-afdeelingen
der kweekscholen (lagere akte) 8508, op 18 Bep-
tember 1935 was dit aantal teruggevallen tot
op 7005: een daling in één jagr van 18 pet. De
opleidingen aan de sg. Normaallessen vertoon
den een nog sterker daling. Daar liep in het
zelfde tijdsverloop het aantal leerlingen terug
van M3 tot 358 ofwel met 48 pCt. Het aantal
deser Normaallessen daalde van 23 op 18.
Zooals de leser sal opmerken, ziet bet er niet
naar uit, dat de kweekschool in de toekomst
uitsluitend het opleidingsinstituut voor onder
wUsers zal worden. Een toestand, welke op goe
de gronden reeds meermalen door deskundigen
als de juiste werd aangeweaen.
Het aantal B-leerlingen (hoofdakte-czmdl-
daten) der kweekscholen verminderde met 115
en bedroeg qp 18 September 1935 3077. Hier is
de vermindering -S84 pet.) veel geringer dan
bU de A-afdeelingeh. De sterk verminderde toe
loop sal bU deze B-afdeeüngen vermoedelUk
eerst na enkele Jaren tot uiting komen.
Het aantal docenten der kweekscholen ver
minderde eveneens in het meergemelde tijdvak
en daalde van 1204 tot op 1169.
Ten slotte bet aantal kweekscholen. Hoewel
vermindering van het aantal dezer inrichtin
gen meermalen als onderdeel eener algeheele
beperking der opleiding werd bepleit, is in het
afgeloopen Jaar slechts een kweekschoolafdee-
llng van een lyceum opgeheven. De overige
scholen bleven gehandhaafd. Gemiddeld hadden
de 108 kweekscholen per A-afdeellng 88 leer
lingen in 1935 tegenover 80 in 1934.
I
Bulgaarsehe postMgtls t«T
herdenking van den na-
ttonalen held Hadfi Di
meter die in den strijd
voor de bevrijding van zijn
land van de Turken in het
grinnikte hU alleen en keek aarzelend naar
het waardevolle papier.
Het kan wel namaak zjjn van iets wat
ik ken, zei hü weinig beleefd. Ik ben geen des
kundige.
De onbekende stak een dlkberingde hand
op en wenkte den dichtst bUzUnden kellner
HU nam het bankbiljet op en overhandigde het
den bediende.
Laat dit biljet even wisselen bU <*»n kas
sier in biljetten van tien pond zei hij. Toen de
man vertrokken was, wendde hU zich weer
tot Marilller. Achterdocht schUnt een aan
hangsel van uw werk 4e «Un, vriend, aei hU
met een glimlach.
Ik weet niet, wien ik tegenover mij heb,
riposteerde Marilller. Men kan nooit te voor
zichtig ztin.
Welnu, ik ben niet van plan u verder
in te lichten, zei de onbekende. U kunt mU
den millionnair van Nergershuizen noemen. Ik
ben millionnair, multi-milUonnair zelfs, multl-
multi-millionnalr. Ik ben een verwoed verzame
laar van curiositeiten van allerlei aam en
tegen eiken prijs, vooropgesteld dat het wer
kelijk curiositeiten rijn. En daarom. mUn
vriend, verlang ik den ring te bezitten, waar
over ik soo juist sprak.
Marinier knikte. HU begon de saak te be
grijpen en te doorzién. HU had wel eens van
Pierpont Morgan gehoord; eens had hij een
schilderU moeten bewaken, dat die mijnheer
gekocht had. De man met de vele bankbil
jetten hoorde zeker tot denaelfden kring. Maril-
ller had groot ontsag voor geld. Al bezat MJ
Frilhwlrth, het Magiteriaat in de theologie.
Tijdens de ï’reiburgsche Jaren verschenen de
meeste zUner publicaties, oa. in 1899 zUn werz
„Siger ie Brabant et l’Averroïsme latin au XIII
siècle", dat met zUn voorstudies en vervolg
artikels baanbrekend werk verrichtte voor de
geschiedenis der mlddeleeuwsche philosophic.
Het zou ons te ver voeren hier een overzicht te
geven van de talrijke grootere en kleinere wer
ken, artikels, kritieken en bUdragen voor ency
clopedieën, waarvan de meeste belangrijk sun
en van groote beteekenls voor de geschiedenis
der Theologie en die zUner Orde. WU verwUzen
hier naar het tweedeellge werk .Mélanges Man
donnet", dat in 1930 te zUner eer verscheen.
Het vermeldt eveneens de Freiburgsche disser
taties, die onder zün bevruchtende leiding wer
den samengesteld en tevens bewijzen, dat Man
donnet een eigen school had weten te vormen,
waar zUn historische methode en’werken Ijverig
door zUn leerlingen werd gevolgd. ZUn laatste
werk verscheen op het einde van II
gewUd aan den onsterfelljken
r et genoegen heb ik gezien, zoo schrijft
|YZ| onse correspondent in de Eeuwige Stad,
dat een gewoonte, die in Rome zelf nog
niet oud is, ook in sommige Nederlandsche ste
den navolging heeft gevonden: de vriendehjke
gewoonte nJ. om aan de politie éénmaal in het
jaar een cadeautje aan te bieden.
Elk Jaar op Driekoningen is het een kleine
bezienswaardigheid op de kruispunten van bet
Romeinach verkeer. De armzwaaiende verkeers
agent staat tusschen een berg van tulbanden,
Kentbrooden, bonbondoozen en wUnflesschen.
De gouverneur van Rome brengt een fraai
cadeau met een lint in de stadskleuren, de partij
secretaris blUft niet achterwege en de autoW van
bet Corps Diplomatique komen langzaam voor
bij en laten hun gave achter. Maar het is niet
alleen dé elite, die op deze wUze den verkeers
agent huldigt; ook de eenvoudige weggebruiker
offert zUn gave, die soms niet de geringste is.
Zoo zag men gisteren uit een onooglUken ouden
wagen een heele „damigiaaa”, d.l. een 25-liter-
flesch vol Frascati aan de voeten van den agent
neervleien.
Is het eigenlUk vriendelUker van de automo
bilisten om te geven, of van de politie om te
ontvangen? Een ieder heeft wel eens de intimi
teit geproefd van het moment, wanneer een
polltle-agent. na aan zUn plicht voldaan, dus
na u verhoord of uw kelder doorzocht of uw
klacht genoteerd te hebben, wanneer de amb
tenaar in functie, zeg ik, zUn handschoenen
uittrekt en een sigaar of een borrel accepteert.
Het la een kostelUk oogenblik. Uit de gestalte
van den dienaar der orde verdwUnt als bjf too-
verslag de ambteUjke stUfsel; de sterke arm
wordt zacht; de man van de wet wordt een man
uit het volk, met menscheUjke behoeften en
droppels aan zUn snpr.
Dit moment van menschelUke broederschap
nu, 0at men anders slechts toevallig en in-offl-
cieel (misschien is het zelfs tegen de dienstvoor
schriften?) kan beleven, wordt op Befanadag tot
een officleele ceremonie verheven. De politie
agent „ontvangt" in den meest volledigen sin
van het woord. HU neemt alles aan; ge kunt hem
een doos clgareten geven of een zoeten koek, een
flesch wUn of een wollen das of een potlood;
maar ik wed, dat kinderspeelgoed of zelfs een
pop, mits discreet aangeboden, bU de groote
verdeellng in het hoofdkwartier een gegadigde
sou vinden.
Het is dan ook een vrootijke vertoonlng, die
altUd veel toeschouwers trekt. De verkeersagent
zelf heeft vaak nauwelUks den tijd om te zien,
wat er aa^^zlj^vqptqmwtjfd^peygelejd jp om,
tusschen twee afgemeten selngebaren dóór een
bulging van dank te zenden naar een btjbonder
bekoorlUke schenkster. Doch hU staat daar
openlUk als een voorwerp van sympathie en
goedgsefschheid. En een agent, die éénmaal
zoo tot aam de knieën gestaan heeft in een berg
van gekregen koek en wün. kan, dunkt mU.
nooit meer een „beul” worden.
In Nederland heeft men dit Jaar deze ge
woonte hier en daar nagebootst, en wel op
Nieuwjaar. Die datum IUkt niet gelukkig geko
zen, omdat se dese verkeers-hulde tot een ding
op zichzelf maakt. Men zou het op Sinterklaas
moeten doen, in het feestelUke kader van de al-
gemeene cadeautjesvreugde, zooals het ook in
Rome op „Befana” het geval is.
De Romelnsche Befana is Immers een vrouwe-
Uike weergave van onzen Nedertandschen Sin
terklaas. Het woord is eigenlUk een verbastering
van Epiphanla, de kerkelUke benaming van het
Driekoningenfeest, die VerschUning beteekent.
omdat Christus’ geboorte in de Drie Koningen
aan de niet-Joodsche volkeren werd geopen
baard. De „Befana” heeft echter van deze theo
logische beteekenls weinig of niets behouden;
«V is een soort van tante, die cadeautjes brengt.
Evenals Sinterklaas komt zU over de daken;
maar waar hier meestal de schoorsteenen ont
breken, is haar weg verder niet precies aange
geven.
Voor de armen organiseeren de fascistische
partü en andere instellingen elk jaar op Befana
een groote pakjesverdeeling aan kinderen en
grooten. Maar het middelpunt van het Ro
melnsche feest ligt op de Piazza Navona, sedert
Kerstmis al bebouwd met een grooten kring van
kramen, waarin naast schiettenten en/kermls-
vertooningen vooral speelgoed en suikergoed te
koop is.
Dit jaar kwam de Befana blUkbaar uit Abes-
sfnië. Het speelgoed was voor het overgroote deel
oorlogstuig in kinderformaat. Een vierjarige
baby kon al een geweertje dragen en een tropen
helm op zUn ronde hoofd. Grootere Jongens kre
gen een koppelriem met een revolver en spelen
met tanks van een dubbeltje, met luchtafweer
geschut en geblindeerde auto’s hun modern
„oorlogje”.
Een volle minuut wel staarde Marilller be
dachtzaam naar de aach van aün sigaar.
Neen, zei hU dan, bet hoofd schuddend
Ik geloof niet dat het te doen ia; 't is onmoge-
1WL
Dat woord komt in mijn woordenboek niet
voor, zei de vreemdeling. Luister eens, vriend.
Naar uw uiterlUk te oordeelen bent u op den
rand van den leeftijd, waarop gy, beambten uw
ontslag neemt.
En? vroeg Marilller.
Dan krijgt u pensioen. Welnu, ging hU
voort, zal dat pensioen voldoende rijn, om u
bet prettige gemakkeluke leventje met al «U»
gerief te verschaffen, dat u wel zoudt willen
lelden? Zou het dat zün, zelfs als u daar uw
weinige spaarcenten aan toevoegde? Welnu?
We zouden er allemaal wel wat bU kun
nen gebruiken, bekende de detective.
Dat spreekt vanzelf; dat ia nog de ver
standigste opmerking, welke ik van u gehoord
heb, zei de onbekende weer. Geef nu ook zulk
een verstandig antwoord op het aanbod, dat
ik u ga doen. U geeft mü dien ring of laat
hem mü u ontnemen en Ik overhandig u
vijfduizend pond
VUfduizend pond! De detective meende
zün hart te hooren kloppen. Vüfdulaend pond
voor een gewonen gouden ring, dik en mas-
m eigenaardig zegel
waarde stellig niet
meer bedroeg dan enkele ponden. HU keek den
vreemdeling aan of hü met een krankzinnig»
te doen had. tegelUk zün uiterste beet doend om
geen emotie te doen blijken. En nlotoellng
En voor de meisjes waren de zwarte poppen,
kleine Abeasinlache slavenkinderen, seer ge
vraagd. Ook in allerlei gebruikelüke „surpri
ses" gaf Abesslnië den toon aan: bUv. de
„tong van Menelik”, die men als een lange
sliert kon laten afrollen, en de negus als een
dulveltje-uit-de-doos.
Op den vooravond’ van Driekoningen wordt
„Herodes verdreven" Dat wil seggen, dat de
losse bevolking van Rome naar de Piazza
Navona stroomt en daar een helsch lawaai
verwekt met toeters, piepers en andere kinder-
lUke Instrumenten. Wie nooit zulk een Drie
koningenavond op het Navóna-pleln, of ook
den avond van Sint Jan bü Lateraan heeft
bUgewoond, kan zich geen voorstelling vormen
van het tuitende lawaai, dat de Romelnsche
Jongelingschap weet voort te brengen en waar
in zü een groote feestvreugde schept. De luent
scheurt er van en de tritonen en barbaren van
Bernini’s murmelende fonteinen lieten hun
waterhorens los om zich de ooren dicht te stop
pen.
Dit Jaar viel het overigens nogal mee, dank
sU het feit, dat de „tong van Menelik”, die in
vele monden den toeter verving,
was als een oude film.
Toch was bet zeker genoeg, om een Jlo-
rodus te verdrijven". De Dultschers, die boos
zün over de Italiaansche kritiek op hun Kerst
boom, zeggen, dat dit feestrumoer eehter een
overblüfsel is van oude heidensche feesten ter
eere van Janus Agonlua. den god van de
wedstrijden, die hier op het Navona-pleln, dat
ook nu nog den vorm van een renbaan heeft
bewaard, worden uitgevierd. Wat daarvan sü.
e „Times" meldt uit New York, dat de
j 1 buitengewone groote Jury, die een onder-
zoek heeft ingesteld naar het bende
wezen in New York, Donderdag gouverneur
Lehmann aanbevolen heeft twee groote Jury's
bUeen te roepen en deze ononderbroken gedu
rende twee jaar of langer büeen te laten komen.
In baar rapport aan rechter McCook van het
Hooggerechtshof, verzekert de jury, dat bet
uitoefenen van de zg. rackets voor een groot
deel gecentraliseerd is en zich bevindt in han-
P. Petrus Mandonnet werd den 23sten Feor.
1858 te Beaumont bü Clermont-Ferrand gebo
ren Op twaalfjarigen leeftüd deed hü zün in
trede in het pensionaat Godefroy de Bouillon,
dat bestuurd werd door de Broeders der Chns-
telüke scholen, aan wl» bü heal zün leven 8»
dankbaarste herinneringen zou meedragen. Zijn
roeping tot de Orde van St. Domlnlcus kreeg
hü echter eerst tijdens zün verblüf op het col
lege St. Etienne, waar hü kennis maakte met
de werken van den Parüschen Kanselredenaar
Lacorttalre, wiens leven van St. Domlnlcus hem
spoedig begeesterde voor het mlddeleeuwsche
Orde-ideaal der Predlkbroeders. Van nu af, zegt
hü. „werd Ik Predikbroeder.” Maar al dadelük
ondervond hü grooten tegenstand bü zün
ouders, die het religieuze leven waarschünlük
te zwaar vonden voor zün zwakke gezondheid
en hem liever als seculier priester aan de riel-
zorg sagen deelnemen.
Door tusschenkomst van een Dominicaan
trad hü te Clermont-Ferrand in bet Groot-Se-
mlnarie, waar hü In 1883 zün eerste groote wü-
dlng kreeg. De seminariejaren hadden echter
«Uil verlangen naar het kloosterleven niet ver
zwakt, maar eerder versterkend op zün roeping
gewerkt en kort na zün eerste wüdlng vertrok
Mandonnet naar Spanje, waar hü den 28sten
October 1883 in het Dominicanenklooster van
Belmonte het OrdehabUt ontving. HU bleef er
tot aan zün professie den Isten Febr. 1884 en
zette toen zün studies voort tn Tyrol, later te
Corbara op Corsica. In 1887 werd hü priester
gewUd. Kort daarop vinden wü hem te Rljssel
op den kansel, maar in 1889 riepen zün Over
sten hem reeds terug naar Corsica om in het
klooster van Corbara zün jeugdige medebroe
ders In te leiden in de theologische weten-
schappen.
In bet jaair 1891 werd hü benoemd tot hoog-
leeraar in de Kerkgeschiedenis aan de oaa op
gerichte unlverritelt te Freiburg in Zwitser
land, waac, hü- rich-omringd zag doos talrijke,
collegrf’s, ribarlknAMr er spMHlg verscMllendell'
onder zUn Intiemste vrienden rekenen mocht.
Wü noemen hier slechts Joseph Bédier, Jean
Brunhes. Victor Giraud. Gustave Mlchant,
Maurice Masson en Pierre de Labriolle. Tüdens
zün verblüf Mn de universiteit werd voor goed
zün wetenschappelüke naam gevestigd. Twee
malen, in 1893 en in 1906, werd hü tot deken
der theologische faculteit gekozen. Van 1903 tot
1903 was hU rector der universiteit. In Januari
1897 werd hü baccalaureus in de theologie en
zes Jaren later ontving hü uit de handen van
den jGeneraal der Orde, den tateren Kardinaal
de mrsatan voifcoaasn onbekend zün voor het
publiek. Deze mannen krijgen slechts zelden de
bekendheid, die andere gangsters verwerven
ZU oefenen hun bedrijf uit door middel van
plaatsvervangers, die op hun beurt weer door
handlangers gesteund woeden. D» Jury acht het
van weinig nut vervolgingen in te stellen tegen
aisonderlüke op dit gebied gepleegde misdaden
daar dese toch niets anders dan een klein feit
uit een groote reeks vormen. Er moet veel en
uitgebreid onderzoekingswerk verricht worden,
1 wortels
eierflkens een geheel racket
Fefle critiek wordt in het reb-
dle soo
uitent schoorvoetend Inlichtingen over racket-
teers verstrekken, selfs wanneer sü onder hun
slachtoffers beboeren. Het rapport wijst er ten
slotte op, dat vele vakvereenlglngen en haar
„hulpelooss leden” op .jnsedoogenloqee wljae
geëxploiteerd worden door corrupte leiders sn
gangsters, die vakvereenlglngen in het leven
roepen ten eigen bate en met behulp daarvan
de zakenlieden zoowel als de aangesloten ar
beiders uitsulgen."
Zaterdag 18—21. Dienstplichtigen.
Dinsdag 31—34. Meisjes boven 17 Jaar.
Vrijdag 24—27. 8t. Josefgesellen.
Maandag 37—30. St. Jozefgezellen.
Vrijdag 31 Jan—3 Febr. Gehuwde mannen
oa. uit Obdam.
M’n weerde heer, aei hü, blüf zitten en
Praat géén onzin. Ik wensch u te spreken.
daar ik nooit iemand vraag, mü iets voor niet»
ie geven, zelfs niet tien minuten voor een
onderhoud, zal ik u op voorhand voor uw tijd
•n moeite betalen.
HU haalde een portefeuille uit zün vestzak
4o opende ze onverschillig. Marillier’s scherp
toeziende oogen zagen, dat ze opgepropt sat met
«gelsche bankbiljetten, nieuw en friach heer
lijk om te aanschouwen. De vreemdeling haalde
er het eerste het beste dat hü tusschen de
ringers kreeg uit, keek ternauwernood naar 'bet
«drag dat er op stond aangegeven en over
handigde het den detective.
Alsjeblief, steek dat in uw zak, zei hü
vergoeding voor de tien minuten die u
toegaat. Ik maak me sterk, dat het meer
dan u In een week op Scotland Yard ver
dient.
Marilller wist dat het meer was, dan hü In
rier weken op Scotland Yard verdiende, want
y. bUjet dat voor hem lag was er een van
Pond. Achterdochtig echter als altijd
namen zün oogen een sluwe, listige uitdruk
king aan.
Neen neen! aei hü Ik ste dat u d»
waarde van dien ring kent. Ik sou veel meer
moeten hebben. En afgeslen van de waarde
van Mn ring, ik loop een verschrikkelijk
risico.
De onbekende lachte spottend. M’n goeie
vriend, zei hü. de ring aou door eiken goud
smid op misschien see of acht pond geschat
worden, al» het selfs sooveel ia. Hü heeft geen
-curiositeit. <te
ik hem hebben. Ik gaf eens
duizend gulden voor een voorsnijmes dat oor-
«pronkelük seven en een halven stuiver bad
gekost, alleen omdat een berucht misdadiger,
een Franschman. er sün werk van maakte met
dat me» halsan af te snijden.
Marinier aarselde. Maak er girinlmiij van.
set hü
Mün vriend, aei de vreemdeling, fk heb
een hekel aan marehandeeren. Op voorwaarde
dat u geen verdere eiechen stelt aal Ik s»
duizend pond zeggen uw eigen Prijs t Is
sen aardig bedrag, zeeduiaend pond, oordeel
kundig uitgeest brengt het u een JaarlUkscb
inkomen van minstens driehonderd pond op.
9 1808-J933