Met twee kameraadjes op avonturenreis
.1»
^CdwïAaal wm den da^
Hoeveel woorden gebruiken wij?
Oudé costuums
F 250.-
X IK
fa
Puckie
DElOSPRIJS
VOOR LORDEN
Belangwekkend artikel van
Prof. Dr. Jac.
ZATERDAG 18 JANUARI 1936
Een unieke expositie
van
Ginneken
Een Romeinsche tempel
Rancune
Romeinsche vazen
1
DOOR FLETCHER
Rudyard Kipling
«SE
En zou het
in het begin van
fa.
ingericht ate
l
(Einde)
bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
i
39
HU had op het punt gestaan wellicht, om
in ’s levens werkelijkheid terugriep en op
een
(Wordt vervolgd)
De beide mannen moesten vertellen hoe
ae zoo bü elkaar waren geraakt en Her
mann vertelde daarop dat hU den profes
sor op het station had zien staan. De man
bleek, erg senuwadhtig te wezen en hü
had aan Herinann gevraagd of hü hier
ook Pietje van Leeuwen wist te wonen.
Daar Hermann met precies hetzelfde doel
naar Boschlust was gekomen, kon hü den
braven geleerde spoedig helpen en daar
na waren de beide mannen tezamen naar
Plet s huls gegaan.
watV
minder
doet
De dag van het vertrek van Wiet je met
haar vader was aangebroken. Dit afscheid
viel niet mee, want Piet en Wiet waren
door hun avonturen zoo aan elkaar ge
bet kleedje voor zün bedje lag, en dan eerst
viel baby in zUn rustlgen, vredigen kinderslaap.
BU het huis gekomen hadden ze aange
beld, doch geen gehoor gekregen. Daarom
waren ze maar door den tuin achterom ge-
loopen, hadden daar een deur zien open
staan en waren zoo maar ongenood naar
binnengeloopen om temidden in de feest
vreugde binnen te vallen.
Toen William bü EUy’s woning aangekomen
was, had hü de bloemen gladweg vergeten en
kwam in de plaats daarvan met een bemod-
derd, jankend straathondje aandragen.
Nu hebben reeds tal van fabrikanten en win
keliers in de meest uiteenloopende artikelen
door middel van aanlokkelüke reclames van „zeg
het met dit" of „zeg het met wat anders" hun
waren onder de aandacht van het koopkrachtig
publiek trachten te brengen, maar ik ben van
oordeel, dat nog nergens tér wereld een bruide
gom op de gedachte gekomen is om zün ge
voelens van genegenheid door middel van een
straathondje tot uiting te brengen. En Iedere
andere bruid zou dan ook bü het zien van
Een hoekje op de tentoonstelling „Het cos
tuum in den loop der eeuwen", voorstellen
de de vrouwenkleeding in h
den empire-tijd
Toen kwam er een avond, waarop pappie en
mammie niet thuis waren.
En, terwül het dienstpersoneel in zorgeloozen
kout den avond in de keuken doorbracht, ter
wül de cocker-spaniels, de greyhounds en de
FUesenschnautzer rustig in hun hokken sliepen,
sloop er een roover door den donkeren achter
tuin van de villa.
Hü klom, langzaam schuifelend, tegen het
latwerk van de wildewingerd-ranken omhoog,
hü greep met de magere grijpvingers zich vast
om de kozUnposten van babies slaapvertrek,
wrong zich, onhoorbaar verder schuivend, door
het opgeschoven kamervenster, gleed naar bin
nen, naderde zacht-sluipend het kinderbedje,
strekte de roofhanden uit naar Elly’s lieveling.
In een veld bü Turn Severin zün bü land
arbeid een dertigtal oude Romeinsche vazen
gevonden, alle nog In goeden staat. De vasen
sün van een zeldzame schoonheid, en waren ge
vuld met munten en menschelüke beenderen.
bij verlies van een hand,
een voet of een oog
Een Engelsch letterkundig bureau schreef on
langs een prijsvraag
van een roman. Een
daarvoor gezamenlük
f27.000 uitgeloofd.
Thans is'blj gemeld bureau bericht ontvangen
dat Italië zich van de deelneming aan deze
prijsvraag heeft teruggetrokken.
Zoo is het, ging Hadley voort, als ried
gedachte. U denkt aan Rederdale.
het.... in deze kamer?
Neen, antwoordde Jocelyn gejaagd. Hier
naast in de eetkamer. Ik heb ze sindsdien
niet meer gebruikt. En uw broer....
Men zei, dat bet hartverlamming was. zei
Hadley. Maar ik weet, dat het dat niet was
hü werd vermoord. En het Is mün heilige over
tuiging, mr. Chenery. Ik zou er op kunnen
zweren dat degenen die hem vermoordden
dezelfden zün, als degenen die Milman en zün
achttien vrienden vermoordden In hotel
Petronla, het vee van mr. Pontifex op zün
hoeve ter dood brachten en die den dood van
Rederdale in uw kamer hiernaast on haar ge
weten hebben.
Jocelyn staarde zün bezoeker in de hoogste
verwondering aan. Meent u dat?
Dat meen ik. antwoordde Hadley. Ik ben
er zeker van. En. Oode zü dank, ton slotte begin
ik er ook de bewüsen voor te krijgen, mr.
Chenery. Ik aal u een» iets toornen.
hecht geraakt, dat ze maar noode konden
scheiden. Maar toch het moest. Op den
vastges telden dag brachten lallen Wiet je
met haar vader naar een boot die hen
naar het vaderland zou terug brengen. Nog
lang stonden Plet en de anderen bet schip
na te wulven, tot het etndelük als een
stip a&n de horizon verdween. Het leven
hernam weer sün gewone sleur. Piet’s span
nende avonturen hadden een einde ge
nomen.
Bü Garni in de Armeensche Sovjet-republlek
wordt een Romeinsche tempel, die in 1679 dooi
een aardschok werd verwoest, gerestaureerd on
der leiding van den Russischen hoogleeraar
Boenistyan.
De tempel werd in de eerste eeuw gebouwd
op bevel van den toenmaligen Armeenschen ko-
ning, aan den rotsachtigen oever van de Azat.
In de onmiddellüke nabüheld verrijzen de ruï
nes van een oude Romeinsche sterkte.
Na de restauratie zal de tempel hetzelfde
uiterlük hebben als 19 eeuwen geleden.
hü zün
Gebeurde
Hü haalde een klein pakje uit zün vestzak,
ontdeed het van het züden papier waarin het
gewikkeld was en liet Jocelyn een glinsterend
voorwerp zien, dat hü op de palm van zün
hand hield.
Herkent u dat? vroeg hü-
Jocelyn sprong van verbazing haast uit "U»
stoel.
Natuurlük, riep hü uit. Het is een van
ringen.
Juist, beaamde hü- t Is een van de ringen.
*t Doet er niet toe, welke en hoe ik hem in mün
bezit kreeg. Ik heb er mü éérst gisteren van
meester gemaakt. HU ziet er onschuldig ge
noeg uit, vindt u niet?
En? Jocelyn hield de rest van zün vraag
In.
Hadley lachte opnieuw, scherper nog en nog
bitterder.
Deze is ongevaarlük thans, zei hü. <*en
ring op tafel leggend. HU is als een van jullie
Op hetzelfde oogenblik waarop William den
huissleutel in de voordeur stak, klonk er een
schot in den nacht.
De honden sloegen aan, het personeel sprong
hevig-verschrikt overeind, EUy en haar man
stormden tegelük de trappen op, die leidden
naar babies slaapvertrek....
Een knip aan den lichtknop bracht een bundel
stralend licht in babies kamer.... Voor hun
ontzette oogen zagen de ouders den roover
ruggelings ter aarde liggen, terwül de vlümend-
scherpe tanden van den doodelük gewonden
Puck diep en vast in zün hals gegroefd stonden.
En baby schreide hartverscheurend:
Puckie.... Puckie!
zware kanonnen In vredestüd hü is niet
geladen. Maar als hü geladen is dan beteekenen
uw zwaarste kanonnen in oorlogsrijd er niets
tegen. Dat is een feit.
Jocelyn staarde eerst Hadley aan, dan den
ring en dan Hadley weer. De Amerikaan knikte
als wilde hü herhalen: Dat Is een feit «o
Is het. Dan opende hü een kleine portefeuille
die bü uit een binnenzak gehaald bad.
minuten komt hü deze brieven halen en dan
blüft hü weg tot elf uur.
Hadley knikte en rookte zonder iets te zeg
gen tot Jannaway de brieven had gehaald en
vertrokken was. HU keek Jocelyn met een
eigenaardig lachje aan en zei dan:
Ik vermoed dat u zich afvraagt, wat mü
hier bracht.
Ik geloof dat ik het wel kan raden, ant
woordde Jocelyn. Het geheim van de Mllman-
zaak en wat er aan vast zit. Is er een nieuwe
phase opgetreden?
De Amerikaan knipte bedachtzaam het puntje
van een groote zware sigaar, die hü tusschen
zün dunne lippen in den hoek van zün mond
stak.
Ik heb u heel wat te vertellen mr. Che
nery, merkte hü op. Ik ben naar u toegekomen
om drie redenen: ten eerste omdat de Minister
van Binnenlandsche Zaken het mü heeft aan
geredenten tweede omdat u een Engelschman
bent en eën gentleman, ten derde omdat u in de
zaak gemoeid züt geweest.
Jocelyn boog het hoofd en zuchtte.
Ik zou oprecht wenschen dat ik er nooit
In gemoeid was! riep hü uit.
Zoo denk Ik er ook over, zei Hadley.
Maar Ik geloof dat Ik er heel wat sterker In
gemoeid ben dan u, omdat ik de zaak zal
moeten meemaken tot het bittere einde. De
-Minister van Binnenlandsche Zaken is van
meentng dat ik met u diende te praten en dat
ik even openhartig tegenover u behoorde te
züo ah tegenover hem. Ifc moet dus veraoe-
hem op,
had den avond alleen door te brengen.
Eerbied voor de nagedachtenis van zün overleden hü
chef weerhield Jocelyn deel te nemen aan de k"1
voornamere bezigheden van de i
kiratenaars, dffl^Kt er
gen; zich met hee^Lat m
-stellen. Een Shakmpeare
1/5, Shelley met 1/7 en Homeros
waarschünlük met 1/10. Tennysön
Theodor Storm en Vergilius met 1/31
Ovidius, Horetlus en Cornelius Nepos
niet te spreken. Dat dus de mlndere\
zonder litteraire aanspraken het gewo
best met 1/40 kunnen doen, spreekt büna
zelf.
„In het licht dezer cüfers doet het getal van
de 6000 woorden der Amerikaansche journa
listen. dat is 1/20. nog heel vleiend aan. en
nemen wü van Ritchie Smith weer heel graag
aan. dat de doorsnee-Amerikaan aan de helft,
dat is dus juist 1/40 of 3000 woorden, voor zün
dagelüksch gebruik genoeg heeft,
bü ons wel zooveel anders zUn?
tafereel XIII opgesteld, terwül bet Zaansche
costuum. zeker niet minder bekoorlük, waar
ook hlerbü kap en Juweeten zulk een voornaam
deel ervan uitmaken, in tafereel XVII is geëxpo
seerd Hier werd tevens typisch in beeld ge
bracht hoe men met het in de Zaanstreek on
misbare „tentjagt” naar de kerk en op Zondags-
vlslte ging.
Afzonderlük zün tentoongesteld een drietal
costumes uit de verzameling van H. M. de Ko
ningin, bestaande uit een costuum, door Haar
als prinses gedragen als Amalia van Solms”,
voorts de Friesche kleeding van H. M., gedragen
bü haar bezoek aan de Noordelüke provinciën
in 1892 en tenslotte de japon van wit satün,
versierd met het Grootkruis der Mil. Willems
orde, door Haar gedragen bü de inhuldigings
plechtigheid In de Nieuwe Kerk te Amsterdam
op 6 Sept. 1898.
Verschillende tafereelen zün ingericht ate
speciale gelegenheidsvoorstellingenzoo vindt
men er een avondmaaltijd uit den tüd van Ho
ning Lodewük Napoleon, een mutsen- en kant-
winkel uit 1835, een theekransje van tien jaar
later, een kraamkamer uit 1860, waarbü vooral
de kraamheer een onvergetelüken indruk maakt,
een middagbezoek in 1895 en derg.. waarbü ook
de sleepkoets en de postkoets hun toon in de
couleur locale aanbrengen.
Behalve deze uit historisch en folkloristisch
oogpunt zeer belangrUke overzlchtstafereelen, is
in het midden der zaal een groot aantal model
len saamgebracht, welke een chronologische
reeks vormen van 1760 af tot 1913. Deze zeldzame
collectie dames- en heerencostuums, waarvan
verschillende tüdens de .shows" door manne
quins sullen worden gedemonstreerd, laat zich
niet in een kort bestek beschrijven; genoemd
moeten er echter van worden de rüke brulds-
costuums en een Russisch hofcoetuum, zooals
in 1735 door Keizerin Anna van Rusland aan
haar hofdames werd voorgeschreven. Slechts
de twaalf hoogst in rang staande dqjnes waren
gerechtigd tot het dragen van zulk een
costuum, waarvan de kleur nog naar gelang
van den rang varieerde. Dit costuum, al staat
het naast de nationale mode, heeft toch door
de historische verwantschap waarde voor deze
expositie.
Verschillende attracties en een basar sullen
de tentoonstelling oplulsteren.
Barwash verliest een vriend
ATT T7 A °P dlt blad ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen p 7^>fl biJ levenslange gebeele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 a bW een ongeval met
I ,1 ,1^1 riVyl w I v r< O ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen vFkze verlies van beide armen, beide Beenen of belde oogen wva doodelljken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ken een heele geschiedenis van vertrouwelüken
VerteMne wat wilt, zei Jocelyn, die zich
afvroeg, wat hü te hooren zou krügen.
Welnu dan, mr. Chenery, zei Hadley,
met weer een van sün eigenaardige glim
lachjes, laat ik beginnen met u te zeggen, dat
mün ware naam niet John Hadley is, Ik ben
geen octrooibezorger, al heb ik daarvoor een
kantoor Jn Norfolk Street, een kantoor waarin
twee beëedigde deskundigen zitting houden en
ten slotte ben Ik geen vriend van Villa Firenza
waar ik kennis met u heb gemaakt
Jocelyn keek verbaasd. Hadley knikte be
grijpend en ging verder, waarbü hü tusschen
de zinnen een haal deed aan zün groote sigaar.
Neen, münheer. ik ben niet in Europa om
geld te verdienen, met patiënten of met wat
anders, noch oen de een of andere vennootschap
te dienen. Ik ben hier met slechts één doel
voor oogen, mr. Chenery, en ik zal niet rusten
voor ik dat doel heb bereikt.
Jocelyn antwoordde niet. Het gelaat van den
man tegenover hem was zoo grimmig en zoo
vastbesloten dat hü besefte, dat hetgeen
Hadley ter hand genomen had, zou worden door
gezet. Hü wachtte, zich afvragend wat hü verder
hooren sou.
Mr. Chenery vervolgde Hadley, ik sal u
zeggen, waarvoor ik bier ben. Ik ben in Londen
om den moordenaar te zoeken van mün eenigen
broer.
Jocelyn begreep thans, waarofn de oogen van
zün bezoeker zulk een vastbeslotenheid uit
drukten. Het waren de oogen van een dier dat
zulk zonderling bruidsgeschenk minstens eenige
verwondering aan den dag gelegd hebben.
Maar het zal u duldelük worden, dat Elly’s
blikken, toen zü haar bruidegom In gezelschap
van dit onooglüke wezentje voor zich zag staan,
nog sterkere gevoelens dan die van verwonde
ring verrieden. Want EUy Rheede was niet min
der dan een van de beste kynologen in het
land. Haar kennel, bevolkt met cockel-spaniels,
St. Bernards, greyhounds en Riesenschnautzer,
herbergde de beroemdste exemplaren van hun
ras en tal van bekroningen, toegekend na de
denkbaar strengste keuringen op wereldexpo-
sitles, waren EUy Rheede reeds ten deel ge
vallen.
Het behoeft daarom geen betoog, dat EUy
bü de eerste kennismaking een ware minach
ting aan den dag legde voor Williams bastaard-
schlppertje „Puck", hetwelk in zün uiterlük en
gedragingen alle teekenen van een van-de-
straat-opgeraapte vondeling vertoonde.
Dat mormel wil ik beslist niet in m’n huls
hebben! zei ze minachtend.
En een oogenblik zag het er naar uit, of Puck
Na een jaar tüds kwam er een klein WU-
ïiampje ter wereld en het duurde niet lang of
WllUam junior en Puck waren dikke vrienden. w
Nauwelüks had Junior door een luidruchtig
gekraai vmx zün bestaan kennis gegeven, of
Puck wlld^oor een nóg luider gekef zün rech
ten doen gelden en Puck en WllUam junior be
gonnen een verwoeden wedkamp in ravotten
en lawaai maken.
De eerste nauw-verstaanbare klank, dien ju
nior hooren Uet, leek het meest op „pappie",
de tweede kon voor een welwillend oor voor
„mammie" doorgaan, maar de derde was zon
der den minsten twüfcl duldelük verneembaar
als „Puckie”.
En de voorliefde voor Puckie scheen van
vader op zoon te zün overgegaan. Want junior
een kleine dwingeland als hü wag wilde
niet zonder Puckie zün, en Pupkie was van
Juniors bedje niet af te slaan.
Zelfs *8 avonds, terwül mammie haar baby
in slaap zong, vergewiste hü zich eerst nog
met de half geloken oogjes, of Puckie wel op
t
De Amerikaan sprak eenige minuten met
benüdenswaardige radheid van tong over
en nog wat. totdat hü, met een beteekenls-
zün tüd en zijn gedachten zoozeer vollen blik op de deur naar Jocelyn toeboog
sn hem zachtjes toevoegde:
Mr. Chenery ik ben hier gekomen met een
speciale boodschap voor u op aanreden
van den Minister van Binnenlandsche Zaken,
dien Ik zoo juist verliet. Kunnen wü hier vrij
spreken?
Jocelyn’s algeheele apathie ging In verras
sing over, hü voelde dat er iets op komst was.
De Minister van Binnenlandsche Zaken zou
Hadley niet ontvangen zonder reden, en even
min sou hy Hadley zonder reden naar zün huls
toesturen.
Niet heter te weten dringt van deze kamer
niets naar buiten door, zei hü- Maar in alle
geval, mÜQ knecht gaat uit. Binnen een paar
uit voor de samenstelling
twaalftal landen heeft
een prüs van ongeveer
de zoo goed .gis
wezenlüke trouw-
plannen van zün
nieuwen meester
in duigen zou
doen vallen, want
WUllom ant
woordde kort en
vastberaden: -
Puck blüft bü mü, zoolang die leeft, EUy!
Van het oogenblik af waarop ik hem in let-
terlüken zin van de straat opraapte, heb ik de
moreele verpUchtlng op mü genomen z’n leven
lang voor hem te zorgen. Dit is mün opvatting,
waarvan ik niet afwük. Je hebt dus te kieaen
tusschen mü mét Puck, of geen van beiden.
Toen had EUy een korten, snel-beslisten
tweestrijd gestreden. Mogelijk had William’s
manhaftige standvastigheid haar dermate ge
ïmponeerd, dat zü niet langer weerstand bood.
Nog waarschünlüker is dat boven haar hart-
grondlgen afkeer van lederen niet-rasechten
hond, haar alles overheerschende genegenheid
de overhand kreeg. -
Hoe het dan ook zü, Puck vormde tenslotte
geen huwelüksbeletsel, en toen het jongge
trouwde paar zün keurig-ingerichte villa be
trok, was Puck van een achteruitgezetten ver
schoppeling tot de favoriet van de menagerie
gepromoveerd.
En, terwül nare cflile'-y» ravhfyiden met
strenge tucht in de voor hen bestemSê nokkën
verblüf dienden te houden, trippelde Puck op
uitdrukkelük verlangen van zün meester, als
een dwanglooze vrübuiter in de woon- en slaap
vertrekken lustig rond. Tot niet geringe erger
nis van EUy besmeurde hü vaik met zün van
buiten meegebrachte modderpooten haar klee
ding en meubelstoffage en gedroeg zich in al
les als een onhebbelüke, voor EUy onuitstaan
bare dwingeland.
ilnder dik opleg-
rnoeten tevreden
\et reeds met
doet het
met 1/13,
(1 om van
nqg maar
■oden
Onze Londensche correspondent schrijft ons:
BU het vaUen van den avond trad Maandag
een groep dorpelingen de kleine kerk van het
kleine Burwash binnen. Zü allen knielden neer
en baden.
Zü baden voor hun grooten dorpsgenoot
Rudyard Kipling, die in het Middlesex Hospital
te Londen een zware operatie ondergaan had.
en van wien men juist vernomen had. dat zün'
toestand ernstig was.
Onder de biddenden bevonden zich ook kin
deren.
Een ieder houdt van hem, want hü is goed,
vriencelük en. evenals zün gedichten, eerlük
en eenvouodig. Maar de kinderen van Burwash
houden het meest van hem. Zün gedichten zün
voor hen als Sanskriet, maar hijzelf is ongekun-
steld-Engelsch, en zü begrijpen hem beter dan
menigen obscuren maar pompeuzen volwassene.
Diezelfde KipUng. jile een der ongenaakbaarste
menschen is niet uit trots, doch uit afkeer
van huldigende woorden is toegankelük voor
elk dorpskind. Voor de jeugd van Burwash is
hü niet de groote dichter, die Engeland een
nieuwe poëtische gedachte geschonken heeft,
maar de ’gulle oom, om wiens lippen steeds de
dlchterlüke glimlach der blümoedlge liefde
speelt.
Wanneer wü in zorg verkeeren om het leven
van iemand die ons dierbaar is, dan vervult het
schemeruur ons van angst en ontzag. In het
sterven van den dag zien wü het symbool van
het stervende leven. De schemering is als de
bewusteloosheid van den stervende. Vandaar
die angst. Maar ontzag tevens, want het licht
dat thans verduisterd is, zal weldra schUnen in
groote glorie.
Terwül de duisternis zich uitspreidde over het
stille heuvelland van Sussex, baden in het
kerkje van Burwash de dorpelingen, oud en
jong, en smeekten God den loop van de dalende
zon te vertragen.
Want zoo heel Engeland in angst verkeerde
om den grootsten züner natiora'e dichters,
Burwash vreesde voor het leven van een grooten
vriend.
En een vriend verlieaen wü door den dood;
een dichter niet.
lelne oorzaken kunnen groote gevolgen,
hebben. Een bewijs hiervan levert de
volgende geschiedenis, welke verhaalt hoe
een klein, onoogUjk bastaardhondje büna de
oorzaak geworden was, waardoor de verloving
van EUy met WllUam verbroken zou zün en
daarna.... doch laten we de gebeurtenissen
niet voorultloopen.
<!De verlovingstijd had reeds plaats gemaakt
voor den bruidstüd, en op een avond begaf
William zich op weg naar zün bruid. HU stond
juist op het punt een bloemenwinkel binnen
te loopen, voornemens EUy nogmaals met bloe
men te zeggen wat hü haar al zoo dikwüls in
nog duldelüker taal te kennen had gegeven, toen
hü onder aan zün broekspüpen een zacht ge
wriemel gewaar werd, hetwelk bü nader on
derzoek teweeg gebracht werd door een jong,
schaarsch-behaard, kwispelstaartend schipper
tje, dat blükbaar zün baas was kwütgeraakt en
nu vriendschap met William probeerde te slui
ten.
William bukte zich, streelde het beestje eens
over den kop, bekeek- het eens goed, consta
teerde dat zün haarkleur zeker in het half-
jUataaw- ondefinieerbaar was, dat de vorm van
zün bibberende pootjes, z’n omhoog gekrulde
kwispelstaart en slap-afhangende ooren op
allesbehalve een adellüke afstamming schenen
te wüzen en. terwül hü het diertje nog eens
van naderbü in oogenschouw nam, kwam hü
tot de onwrikbare overtuiging: dat beestje is
beslist leelük.
Dan zette hü het hondje weer op straat en
Jlep een paar huizen verder, van oordeel het
op deze wü» gemakkelük te zullen kwütraken.
Maar William vergiste zich hierin, want het
schippertje bleef hem niet alleen op den voet
volgen, maar begon nu ook, terwül het met de
pooten tegen William’s broekspüpen opklauter
de en met z’n spuitje diens schoenen besnuffel
de, een jammerend geluid te laten hooren, en
keek daarbü met vragende oogjes tot William
omhoog.
WllUam bleef andermaal staan. Opnieuw
bukte hü zich om het diertje op te heffen,
en toen hü het nogmaals nauwlettend bekeek,
vond hü dat het toch wel een aardigen trouw-
hartigen oogopslag had.
Toen nam WllUam een kort besluit. HU legde
het beestje op den arm en zei glimlachend:
Leelük ben i k ook. en tóch wil ae me
hebben.... Puck! Jou neem ik mee.
n de Ridderzaal en de daaraan grenzende
locaUtelten is JJ. Woensdagavond door den
burgemeester van Den Haag, mr. S. J. R.
de Monchy, in tegenwoordigheid der leden van
het Eere-Comlté en vele genoodlgden, de tén-
toonstelUng ,Het Costuum onzer Voorouders"
geopend, welke aldaar tot en met 5 Febr. as.
gehouden wordt ten bate van de vereeniglng
„Tegemoetkoming in büzondere omstandig-'
heden.”
Bü de bezichtiging van deze tentoonstelling
kan men onmlddellük constateeren, dat het
comité volledig in zün bedoelingen is geslaagd.
De oproep, aan aUe famlUes in Nederland ge
daan voorzoover deze nog over oude costuums
beschikten werd niet tevergeefs geult. Een bü-
zonder fraaie collectie is van alle zUden voor
het doel beschikbaar gesteld door particuUeren
en slechts hier en daar aangevuld door musea-
bezlt. Dit geeft aan de expositie het unieke
karakter van een nog nergens eerder vertoonde
verzameUng antieke kleedlngstukkeir onder het
oog van het pubUek te brengen. Teneinde deze
kostbare verzameling op de beste wü«e tot haar
recht te doen komen, is een deel ervan geplaatst,-
in een getrouwe nabootsing van de omgeving
waarin ze gedragen werd. Zoo ontstonden 17
tafereelen uit de Jaren 17501915, elk een
groep in een oud-HoUandsch intérieur vor
mende tot aan de moderner rijden toe, welke
nog betrekkelük kort achter onze generatie
Uggen.
Bü den overvloed van schakeerlngen, welke
de provinciale en zgn. streek-kleederdrachten
vertoonen, viel er niet aan te denken om daar
ook maar overzichtelük een beeld van te geven.
Men heeft zich daarom bepaald tot het Friesche
en Zaansche costuum in den loop der laatste
eeuwen bü de andere tafereelen op te nemen,
waarbü voorts helaas niet verder teruggegaan
kon worden dan tot het midden der 18e eeuw;
vroegere voorbeelden ontbraken jammer genoeg.
De stands openen met het kostbare „Wat-
tean"-oostuum, zooals het nog lang na den
dood van den schilder In 1731 genoemd bleef
worden. Het tafereel waarin verschlUende mo
dellen hiervan opgestejd zün. is opgezet in den
vorm van een ontvangst tn het jaar 1760, waarbü
de lakeien met een rük-verslerde draagkoets
niet ontbreken. Niet minder interessant is tafe
reel II, waarbij, een muziekavondje rond het
spinet uit het tüdvak omstreeks 1775 werd ge
reconstrueerd en büzondere aandacht gevraagd
wordt voor een gala-japon uit dien tüd.
In het derde tafereel zün verschlUende con
trasten uit den overgangstüd tusschen den
Lodewük XV- en Lodewük XVI-stül büeenge-
bracht, waar de bekende „luifelhoed” voor het
eerst in voorkomt. Het volgend tafereel doet
recht aan den Empire-stül, waarin een nieuwe
weelde tot uiting komt in de fünheid der züden
stoffen en uit de hand geborduurde versieringen,
In tafereel V en VI is deze gedachte weer ge
heel losgelaten en komen de nieuwe modeUen
van 1820 aan de beurt, rüker gegarneerd aan
hals en rokzoom.
Daarna herbeleeft men het tijdperk der steeds
wüder wordende rokken (1850) waarin het Ble-
dermeier-costuum tot volle ontplooiing komt,
en *n extremiteit als de crinoline zich zelfs 15 Jaar
wist te handhaven. De tafereelgp VIII—XII
zün aan deze mode gewüd, waarbü .inmiddels
ook modellen van militaire tenue's verschünen.
Aan de heerschappü van de hoepelrok komt
tegen 1870 een einde, de reactie is wel heel
groot, want nu doen de nauwe rokken met tour
nure hun intrede. Ook deze ontwikkelen zich
echter in 1883-^1889 weer tot zwaar gedrapeerde
kleedingstukken, die het loopen büna onmoge-
lük maakten. Tafereel XV geeft dan de mode
der negentiger jaren met een eenvoudiger snit
te zien, waarna het XVIe tafereel de laatste
wisseling met de excessen uit de jaren 1910—
1914 voorstelt.
Het Friesche costuum, dat gedeeltelük ge
trouw de wereldsche mode navolgde, doch met
behoud van oorijzers, muts. kap. enz., is in
Prof. Dr. Jac. van Ginneken, de vermaarde
taalgeleerde, heeft In „Onze Taaltuin" een be
langwekkend artikel geschreven over „BÏ be
trekkelük weinige woorden die wü gebruiken, en
de ontzaglük vele die wij verstaan." De hoog
leeraar gebruikte hiervoor aanteekeningen van
vroeger, die hü teruggevonden heeft.
Het verschil tusschen actleven en passiever.
Woordenschat is zeer groot. Prof, van Ginneken
beschouwt eerst den rükdom van den passievee
woordenschat en zegt dan over het actieve
woordgebruik:
„Hoe staat het nu met het actieve woordge
bruik der hooger-ontwikkelden op lateren leef-
tüd? Een ontwikkeld Engelschman, die aan de
unlversltelt gestudeerd heeft, en die verder
getrouw zUn Bübel, z’n Shakespeare, z’n Times
en nog noodlge wetenschappelüke vakboe-
ken leest, maar er verder geen litteraire pre
tenties op. na hoixjt. gebruikt In zün dagelük-
schen omgang volgens Max Müller (Vorlesun-
tfen, Leipzig 1892 blz. 360) niet meer dan 4000
woorden. Friedrich Kluge (Bunte Blatter, Frei
burg 1910 blz. 181) stemt hiermee In en Ritchie
Smith (Presbyterian and Reformed Review
1891 blz. 647) berekende zelfs koor den univer
sitair-ontwikkelden AmerikaanV een doorsnee-
cüfer van slechts 3000 actief gebruikte woor
den. Met woorden worden, hier als overal, de
sulver lexicale woorden bedoeld, en niet ae
verschülende vormen van een woord. Alleen de
scherpe denkers en de betere stilisten gaaiwln
hun actief gebruik volgens Max Müller tot de
10.000 woorden.
„Hieruit volgt dus, dat mannen rond 1860 als
dr. E. Holden (die 33.456 woorden uit Websteys
Dictionary van 1852 begreep of althans meende
te kennen) met een passief vocabulalr van
33.000 woorden er in hun dagelüksch leven
toch slechts een 3000 of 4000 actief gebruikten.
En dat deze verhouding van 1/10 in de laatste
M jaar niet anders geworden is blükt uit het
’«mderzoek van Miss R. C. Eldridge: Six Thou
sand Common English Words, New York 1911.
die tot de conclusie komt, dat de Amerikaan
sche Journalist in doorsnee en dat Is dus
toch nog wel iemand van het schrüversvak
in zün krant niet meer dan 6000 woorden pleegt
te gebruiken, die zü in extenso afdrukt, en nie
mand is er tegen op gekomen. En toch zün er
onder deze Journalisten zeker wetenschappelUk
ontwikkelde mannen, die naar de bevinding
van Babbit over een pass!even woordenschat
van 60.000 woorden beschikken. De verhouding
van 1/10 is dus juist dezelfde gebleven. En hoe
staat het nu hieromtrent met ons Nederlandsen
publiek? Waarschünlük wükt dat niet zoo heel
ver van de Amerikaansche doorsnee 1/10 af.
Maar het is moellük hieromtrent tot nauwkeu
riger uitkomst te geraken.”
Dan geeft Van Ginneken eenige cüfers voor
het taalgebruik in het Oude en Nieuwe Testa
ment, in Ilias en Odyssee etc., in een tabel voor
Jiet aantal lexicale woorden bü verschillende
schrijvers verwerkt. Bü Victor Hugo vindt men
b.v. 38.000, bü Shakespeare 34.000, in het Nieu
we Testament.... 4800 woorden.
„Natuurlük moeten wü hlerbü bedenken,”
■egt Van Ginneken, .dat deze cüfers ook in niet
geringe mate afhankelUk zün van den heelen
omvang van ieders werken, maar van den
anderen kant nam ik Juist één der werken van
Victor Hugo, namelük de twee deelen van zün
roman Notre Dame ook nog eens afzonderlük
op, om te laten zien, dat dit onze heele indee-
ling toch allesbehalve waardeloos maakt. Ten
slotte heeft natuurlük ook de synthetische
natuur der oudere talen, die voor al de vormen
van hun rüke werkwoordsconjugatle maar één
lexicaal woord toebedeeld krügen, terwül de
nieuwere schril vers daar vaak telkens een ander
synoniem voor gebruiken, een storenden in
vloed op de vergelükbaarhtid dezer cüfers.
Maar daar het ons hier juist om' den rükdom
aan zelfstandige woorden, en niet om den rük
dom der verbaaisystemen te doen is, heeft deze
vergelükende - lijst den bescheiden lezer toch
altüd nog heel wat te zeggen; en ik eindig
slechts eenerzüds met de verondersteUing, dat
een Vondel en Hooft, een Lodewük van Deys-
ael en een Israël Querido, als voor hen eens een
telbare woordenlüst of concordans bestond, in
dit staatje nog niet zoo’n kwaad figuur zouden
maken; en anderzUds met de constateerlng, dat
de laatste vüf (in de tabel) genoemde dichters
en schrüvers met VlrgUlus» (5300 woorden) en
Theodor Storm (5458 woorden) incluis dus
wereldberoemd zün geworden met een actleven
woordenschat, die zeker biet grooter is, dan die
van vele niet-litteralre maar ontwikkelde man
nen van den tegenwoordlgen tüd; want woorden
zün toch nog maar woorden.”
Na gewezen te hebben op den woordenrijk
dom van de talen der „natuurvolken” („de men
schelüke geest behoefde de Europeesche hoog-
cultuur niet af te wachten om tot een rijken
taalschat te komen,” zegt Van Ginneken), geeft
de hoogleeraar nog een beschouwing over bet
actieve taalgebruik bü den gemiddelden mensch.
Jbt is niemand ter wereld, die ook maar in
de verste verte in staat zou zUn. den heelen
taalschat züner gemeenschap actief te gebrui
ken. En dat dit toch BUderdüks Ideaal was.
bewüst opnieuw hoe ver deze zeker hoog
begaafde zün persoonlüke krachten over
schatte. Als Victor Hugo, dien wü voor zün
taalgebruik gerust met Israël Querido mogen
vergelüken, nog in de verste verte niet reikt
aan dg helft van den Franschen natlonalen
woordenschat, spreekt het toch vanzelf, dat de
„Brille, zwUgzame naturen of menschen
die zich moellük uitspreken, zün er In alle
landen, en In Nederland zeker relatief nog
meer dan In Amerika, Duitschland of
Frankrük. De gevaUen. dat de verhouding
1:400 is, gelük dat van de Engejsche dor
pelingen, die Rev. ^D’Orsey beschreef, zullen
thans bü ons wel niet meer voorkomen
Maar ik geloof vast, dat een verhouding van
1100, dus een actieve Neder-
landsche woordenschat van 1400
woorden, op het platteland zeker nog
veel zal voorkomen.’’
onmeedoogenloos zün prooi nazet. Hü huiverde.
De moordenaar van uw broer, herhaald^
hü.
Hadley knikte en zün gelaat nam een zachter
uitdrukking aan.
Mün eenige broer, mr. Chenery, ver
volgde hü, werd twaalf maanden geleden in
Parijs vermoord. Er werd gezegd dat hü stierf
aan een hartverlamming.
Jocelyn sprong op in zün stoel. Oogen-
schüniük stond Rederdale hem weer voor den
geest.
heette
n aan ae Koine en «gareiten en awaïn ai gauw wv
uitgaande conclusie dat hü werkelük blü was hem te
gaan en hü probeerde zün belangsteUing
gaande te maken voor een partü nieuwe boe
ken die hü van de bibliotheek ontvangen had,
toen Jannaway binnentrad en mr. John Hadley
aandiende. Vlak daarop stond de Amerikaan
voor hem.
Jocelyn wist zelf niet of hü verheugd was
over dit bezoek of niet, het kwam vaag in
dat het in zün bedoeling gelegen
Maar
Hadley welkom, offreerde hem
koffie en sigaretten en kwam al gauw tot de
voornamere oezigneaen van ae uugaanav cmiwi
wereld, welke in dit seizoen drukker en vroolü- kien.
ker was dan ooit. HU dacht er aan Londen wat landerig te worden. Hadley's gezeUigheld
vaarwel te zeggen en op de zalmvangst te gaan dacht hü. zou hem goed doen.
in Noorwegen, toen er iets gebeurde dat Rem
tn ’s levens werkelijkheid terugriep en op-
nieuw zün aandacht vroeg voor het geheim dat aUes
voor kort
in beslag had genomen en op welks op ossing
op de een of andere wüze hü met wat op onver
schilligheid leek, zat te wachten Hü was tot de
conclusie gekomen dat die zaak zün verstand
en zün bevattingsvermogen te boven ging, hij
twüfelde er niet aan of ook de ontknooplng
zou van vreemden aard zün. het kwam hem
echter voor dat hü er verder geen deel aan
hebben zou. dat de zaak buiten hem omging
een misvatting zooals hem uit de gebeurtenissen
weldra blüken zou.
Op een avond had hü in zün kamer gedi
neerd iets ongewoons, te dankan aan het
dubbele feit dat hü er niets voor voelde onder
de menschen of naar een van zün clqbs te