71
Kunstenaarsellende in Parijs
Wat Kikker Karel en Tuimeltje beleefden
p
I
tKdu&Aaal van
Wat is instinct?
ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750.- F 250.-
n
DElOSPRIJS
de nood is hoog
GESTEGEN
VOOR LONDEN
MAANDAG 20 JANUARI 1936
•t:
<*-
i/
Zijn eigenschappen
n
I
■t*
De vergeten
parapluie
Zvfaar getroffen gilde
der artisten
ROMANSCHRIJFSTER OM HET
LEVEN GEKOMEN
DOOR FLETCHER
I
'V
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
het
t
naar eigen believen trekt: de
n
k
M. B.
f
lUn Parijs—Rouaan
I
TWEEDE HOOFDSTUK
van dit
kunnen
bezweren
ant-
(Wordt vervolgd.)
r
e
t
Meer
hoorde
Atelier», dia door goede meubelt
en enkele koet bare etukken een
misleidenden indruk
maken
i
i
Twee kaboutertje*. Tim en Tuimeltje gingen op een goelen
middag samen visschen. Ze hadden echter niet één vischj»
kunnen vangen en wilden juist naar huls gaan, toen Tim plot
seling de meeste moeite had om zijn hengel vast te houden, die
heftig heen en weer ging. ,Jk geloof dat er iets in de nabij
heid is” mompelde hij. Nauwelijks had hij dit gezegd of er
kwam een groote kikvorsch lachend met zijn kop te voorschijn.
Snaren Vespucci woonde op een kasteel in de
nabijheid van Parijs. hü was inderdaad rijk
en
i
I
i
a - f
In de kerk van Gamsborough (Enge
land) wordt lederen Zondagavond na
den dienet *n klankfilmvoorstelling ge
geven, welke de kerkbezoekers kunnen
bifwOnen. Ome foto laat het film
apparaat in de kerk zien
wordt gedrukt gaan deze twee gaatjes open en
daaruit ontsnapt dan het doodeijjke vluchtige
vergif, dat het geheim is van deze moorde
naars. Niet alle moorden zjjn met deze ringen
mr. Chenery, maar het ontastbare
was steeds hetzelfde. Dit is wellicht
ring geweest waarmee mijn broer
begaan,
vergif
dezelfde
vermoord werd.
Hadley, in Gods naam, wien verdenkt u.
riep Jooelyn. Wie wiet
Hadley glimlachte kalm.
Tk verdenk antwoordde hij, Signor Pietro
Vespucci.
t moel-
serzijae
elschen
het leven
de onze),
aankleeding
het uiterlijk spelen. zoowel) van de per-
'zlch tenslotte
iale hotel- en
vergist zich
van den ver-
ihem bepaald
tusschen be-
H'et was geen gewone kikker, dat zag Tim wel en van angst
sloeg hij op de vlucht. Tuimeltje echter keek dit dier eens
vriéndelijk aan en alsof de kikker dat begreep, sprong hü uit
het water en kwam bü Tuimeltje zitten. ,Jk ben kikker Karei,”
zei de kikvorsch en ik vind jou wel een aardig ventje. Als je
wilt zal ik jou ons kikkerland eens laten zien. Hoe heet jü ka
boutertje?
pucci was dien avond dat Kressler zijn proeven
deed, zag u toen niet den merkwaardlgen
diamant, gevat in platina, dten Pepita aan haar
WU vinden een artist in bed liggen. Zijn
ziekte bestaat in algeheele ondervoeding, toch
hangt werk van hem in het Luxembourg!
Ben andere, een jonge man nog, laat zich
niet uit het veld slaan door het feit, dat na
zün eerste tentoonstelling en de prachtige
persbeoordeelingen daarvan geen enkel kooper
meer is opgedaagd. HU heeft dertig gulden
ondersteuning per maand; daarmee doet hü
wonderen. Want omdat niemand zün schilde
rijen koopt, legt hü zich thans op andere din
gen toe. HU maakte niet enkel zUn eigen meu
bels, hü speelde het zelfs klaar, om van een
lap goedkoops stof een pak te naaien.
,JIoe ik dat geleerd heb, vraagt u? Ik heb
het niet geleerd, ik heb een oud pak heeie-
maal uit elkaar gehaald en nagemaakt. Alleen
de knoopsgaten, weet u. dat Is moetlük.”
ley is Woensdag dood in haar woning gevon
den. Het is vrijwel zeker, dat zü door kolen
dampvergiftiging om het leven is gekomen.
Men schudt zUn hoofd over zooveel onder
nemingsgeest en handigheid. Maar de jonge
generatie kan die eigenschappen gebruiken.
Wij zagen dezen morgen slechts betrekkelijk
gelukkigen, artisten, die ondersteuning ontvan
gen, al ia het niet veel. Parüs bergt een veel
grooter aantal, dat niets ontvangt, en ook
deze moeten leven. Sommigen doen het inder
daad. door een dagelUksch wonder naar het
schijnt, anderen sakken langzaam af tot zü
OBheekeabaar worden in de massa van ge-
«randenen overtolllgen In de wereldstad.
ik dachtik meende.
Ze lachte schalksch.
—Ik ben blU, dat je het meende. Herman. En
Ik heb je maar in die meenlng gelaten, omdat
het een goede manier was, om weer vrede te
sluiten.
J 'r’.'S
de Minister u over een en ander heeft inge
licht.
Dat deed hij, antwoordde Hadley. Onder
de belofte der geheimhouding wat evenwel niet
geldt voor u. daar u ook aanwezig was heeft
hü mij verteld van de informatorteche confe
rentie welke in den morgen na het gevat van
Hotel Petronia door eenlge vooraanstaande man
nen gehouden is.
Dan heeft hü u ook zeker verteld dat Ves
pucci op die conferentie is gekomen.
Natuuriük, was het antwoord.
Welnu, gelooft u, dat Vespucci, als hü de
verantwoordelijke persoon was, zoo naar het
departement zou zijn gegaan?
Hadley lachte vroolUk.
Ik vind dat een van de koetelUkste staaltjes
van overbluffing waarvan ik ooit gehoord heb,
antwoordde hü WU aan den anderen kant van
den Oceaan zijn daar ook wel in thuis en we
gaan er wat groot op. maar ik geloof dat Ves
pucci ons zou slaan. Naar het verslag van uw
Minister van Blnnenlandsche Zaken te oor-
deelen en hU achUnt een goed geheugen te
hebben moet het schitterend geweest zijn.
O. Vespucci is een volmaakt tooneelspeler.
Maar gelooft u. dst zUn verhaal waar
heid bevat? Ik bedoel zUn verhaal omtrent
zUn broer, Marco Vespucci, hernam Jocelyn.
Ik weet, dat het in alle opzichten waar
ts. behalve wat het geheime vergif betreft ant
woordde Hadley. Ik was in de ge’egenheld ik
tal u dadel Uk zeggen hoe nog niet zoo lang
geleden de geschiedenis van de familie Ves
pucci op mm gemak te bestudeeien. Ja,
Elly!....
Ze nam haar taschje en ping naar de deur.
HU wilde haar volgen, maar plotseling viel zün
oog op een parapluie, die onder het tafeltje
lag. Een glimlach gleed over zUn gezicht. In
de haast om weg te komen, had ae het ding
vergeten en het zou de ..Postillon d' amour”
zün. die hen weet samenbracht. Vlug raapte
hü het voorwerp op en even voor den uitgang
haalde hü haar in.
Elly, ael hü. je hebt je parapluie laten
liggen.
Verrast keerde *U zich om.
O.
Ik wil niet, dat je zonder bescherming in
den regen loopt. Hoe kan Je aoo dom zün?
Ach, wat bezorgd! antwoordde ze sarcas
tisch. Ze deed een greep naar het regenscherm,
maar hü trok het snel terug. Hü had nu een
wapen in de hand en daar sou hU van profi-
teeren, voor het lunchuurtje voorbU was.
Geef hier, zet ze Mtg. Het is mün eigen- -■
.•Mün naam is Tuimeltje”, zei de kabouter Ik wil wel met
Jou mee. Zeg eens, waar Is jullie kikkerland?” En naar den
oever van het water springend, antwoordde kikker Karei; ..Daar
onder op den bodem van het water, daar ligt een klein paleis
en daar leven wü gelukkig en tvreden. Als Je zin hebt, hou me
dan maar vast, dan zwemmen wü naar beneden.
giste hü zich
In het
dom.
Neen, sprak hü lachend, eerst zal je me
aan hoor en, eerder krüg je je eigendom niet
terug.
Ze aarzelde, toen boog ae het hoofd.
Als dat de eenlge manier is. om mün
parapluie terug te krijgen, zeg dan dadelük
wat je te zeggen heb. maar maak het kort.
Goed, maar niet hier. Laten we aan het
tafeltje gaan zitten.
Ze gaf geen antwoord, maar liep naar het
tafeltje en Herman volgde haar. Hü sprak met
vuur en tien minuten later was de vrede her
steld. De vier stalen klemmen van het helder
witte kleedje lagen op den grond. Ze speelde
er zoo graag mee. Langzaam gleed haar blik
naar de draaideur en eensklaps kreeg ze op
nieuw een kleur. Herman keek haar angstig
aan.
Wat is er. schat? Waarom kleur je?
Ze stond op en antwoordde zacht:
Laten we gaan. Herman. Daar komt een
dame aan. die even voordat JU kwam, aan dit
tafeltje heeft gezeten. Ze denkt, dat ik doof
en aenuwpatlénte ben, omdat ik haar geen
antwoord gwf. Neenlaat die parapluie maar
staan. Die is niet van mü. De juffrouw heeft
het ding vergeten en nu komt ae erom.
Niet van jou? stotterde de jongeman. En
Ze deed geen moeite tot verderw. conversatie,
alleen de booze blikken van het meisje, die ze
naar de deur wierp, telkens als deze openging,
wekten haar belangstelling Dan zag ze diepe
rimpels in haar voorhoofd komen en hoorde
ae de woorden, die Elly tot zichzelf sprak:
HU komt niet. Neen, natuuriük niet, de
„nieuwe” heeft hem Ingepalmd.
Ze boog zich diep over haar bord met de
dunne boterhammetjes, maar telkens wierp ae
een steelschen blik naar de deur.
Het was gaan regenen en het aantal bezoe
ker* van het restaurant nam toe. De deur ging
weer open en de oude dame constateerde, dat
de rimpels in het voorhoofd van Elly onrust
barend diep werden. Bovendien werd haar ge
laat bedekt met een roode kleur, waarvan ze
de oorzaak niet begreep. Ze zag, dat bet konse.
dat Elly juist naar haar mond bracht, büha
uit de bevende vingers viel.
Ach. zuchtte ze medelijdend. Hardhoorlg
en nog zenuwpatiënte bovendien. Ongelukkig
kind.
Ze stond op en met een vriendelijk hoofd
knikje verliet ze het tafeltje.
Herman Venema was iets later dan anders,
omdat hü de stenotypiste nog enkele instruc
ties voor den middag moest geven, maar toen
was hij zoo vlug
mogelük naar
den overkant
gekomen. On
gevraagd liet hü
zich op den stoel,
die de oude dame
zooeven verlaten
had neervallen en fluisterde:
Elly. Ik moet je iets zeggen, nu dadelük.
Ze gaf geen antwoord maar schonk al haar
aandacht aan het ontbüt, diep over het bord
gebogen, opdat de kleur op haar gezicht de iF-
moedsaandoening niet verraden sou.
Elly, herhaalde hü met nadruk, maar ae
deed alsof hü er niet was. Hü legde zijn hand
op haar arm. Ze schudde hem ruw van zich af.
Laat dat, münheer, zei ze boos, zonder
hem aan te zien.
Elly, wees niet boos, t Is een vergissing
van je.
Vergissing of niet, beet ae hem toe. Ik
wensch niet door u aangesproken te worden,
münheer. Eh.... buiten kantoortüd natuuriük.
t Is uit voor altüd.
Zoo vond men een vierkant web tusschen twee
evenwüdige spülen van een brug. en ook heeft
men jonge spinnen er toe kunnen dwingen om
zuiver ronde netten te maken in een flesch
BU den nestbouw der vogels blUkt dat deze
dieren, ook wat betreft het gebruikte mate
riaal. op verschillende wUzen te werk kunnen
gaan, en soms zelfs üserdraad daarbü gebrui
ken. Het Instinct vertoont dus een zekere elas
ticiteit, een vermogen om de handeling te va-
rleeren in verband met de omstandigheden.
Een laatste groep van büzondere verschün-
selen vormen de instlnctregulatles. In het al
gemeen 1* de volgorde, waarin de onderdeden
eener instincthandellng elkaar opvolgen, een
zeer bepaalde. Een voorbeeld van zulk een
vaste volgorde levért het gedrag der zandwesp,
die een nest graaft in tiet zand, dan wegvliegt
en een rups opzoekt, deze verlamt door steken
in het zenuwstelsel en daarna de prooi naar
het nest sleept. Daar legt de wesp op de rups
een el en sluit de opening van het nest af.
Nu heeft men eens bU het nest van zulk een
zandwesp, die Juist de opening had afgeslo
ten, een rups neergelegd die door den steek
van een andere wesp was verlamd. De sand-
wesp wilde wegvliegen, maar sag toen de rups
liggen. Deze waarneming bracht het dier er
toe om volgens bet gewone werkprogram
bü het zien dezer prooi het nest te openen.
Toen evenwel zag de wesp de andere rups
daarin liggen en sloot het nest weer af. Dit
openen en sluiten werd nog eenmaal herhaald
en toen vloog het dier, blükbaar wüzer ge
worden, weg.
Hieruit blükt nu dat de wesp in het begin
zuiver automatisch te werk ging bü het zien
der prooi, maar dat na eenigen tüd aanpasslAg
aan de omstandigheden optrad. In andere ge
vallen evenwel ziet men dadelük een doelma
tige regulatie van het werkprogram optreden
die rekening houdt met veranderde omstandig
heden. Zoo vond men bü een wespsoort in de
Kongo dat na beschadiging der broedoellen
deze eerst werden hersteld alvorens er eieren
en voedsel in werden gebracht. Verder 1* ge
bleken dat zulk een regulatie bü jonge dieren
gemakkelüker optreedt dan bü oude, waarbü
door gewoontevormlng de handeling een ze
kere starheid heeft gekregen. Deze starheid is
dus een secundair, door gewoonte ontstaan
kenmerk; oudere dieren worden „conserva
tief.”
De mogelUkheden dezer regulatie zün echter
niet onbeperkt, maar gebonden aan zekere
grenzen. Deze grenzen zün gegeven door een
bepaalde inrichting van het werkprogram, dat
wel tot op zekere hoogte, maar niet onbeperkt
kan worden gevarieerd. Duidelük ziet men dit
bü den bouw van een spinneweb, waarbü wü
het werkprogram in den vorm van een bepaal
de figuur als het ware voor ons ultgeteekend
zien. Het dier kan deze figuur varieeren. maar
binnen de grenzen die door 'n bepaald „grond
plan" zün aangegeven.
Ten slotte moet er op gewezen worden dat
elke diersoort zün eigen instincten heeft, al
kunnen deze bü verwante soorten en groepen
ook veel op elkaar gelüken. Alles bijeen geno
men vertoonen de instincten ons dan ook een
rük gevarieerd beeld, zoowel door de veelheid
der handelingen bü één soort als door het ver
schil in gewoonten bü verschillende dieren, He»
dierenleven vertoont daardoor een rtJkdom aan
merkwaardige gewoonten, die het bestudeeren
der dieren in hun eigen omgeving zoo «an-
trekkelük maakt.
Weet men nu de rupsen aldus te lelden dat
zü een gesloten ring vormen, dan blUven zU
in (het rond loopen. natuuriük zonder het voed
sel te bereiken. Fabre zag dit zeven dagen lang
doorgaan, waarbü de dieren 355 maal rondtrok
ken tot elndslük enkele rupsen zich uit den
vtcleuzen cirkel wisten te bevrijden. Dit voor
beeld leert duidelük hoe het instinct blindelings
te werk gaat, krachtens een aangeboren, on
bewust schema van handelen.
Wel echter maken instincthandellngen een
zekere ontwikkeling door in verband met de
ervaringen die het dier opdoet. Zoo pikken
jonge kuikens gerst evenzeer naar steentjes
als naar het gestrooide voer. Al spoedig echter
leeren zü door de ervaring wat goed, verteer
baar voedsel is en wat niet. Het aangeboren
schema van ihandeten wordt aldus op doel
matige wüze door de ervaring nader bepaald.
Merkwaardig zün vooral die instincten welke
passen bü een bepaald object, dat zelf daarop
ook weer op harmonische wüze reageert. Hier
onder behoort de veelbesproken „fremddien-
Uche Zweckmiszigkeit”, zooals die voorkomt
bü de verhouding eikenblad-galwesp. Wü zien
in dit geval de wesp zün eieren op het Wad
leggen, waarop dit dan door galvormlng aldus
reageert dat de Indringer er voordeel van on
dervindt, omdat de eieren in de gallen zich
ongeetoord kunnen ontwiktaelen. Terwijl nu
in dit geval het voordeel naar alle waarschijn
lijkheid alleen aan den kant der wesp ligt en
de boom slechts nadeel ondervindt, zün er ook
enkele gevallen bekend waarin men geneigd is
te spreken van een „vooropgestelde harmonie.”
Merkwaardig is vooral de samenhang die is
waargenomen in het gedrag der Yucca-
mot, een tropisch vlindertje dat in de nabü-
held der Yuccabloemen wordt aangetroffen.
Het motje vliegt, na uit de pop te zün gekro
pen, naar een Noem, haalt stuifmeel uit een
der meeldraden en zoekt nu een andere bloem
op. Hier worden eerst in het vruchtbeginsel
enkele eieren gelegd; daarna brengt het motje
het stuifmeel op den stempel. Door de aldus
optredende bestuiving kunnen de zaadknoppen
zich ontwikkelen en vinden tevens de larven
der mot het noodige voedsel. De plant edhter
heeft ook voordeel, want ofschoon een deel
der zaden door de larven wordt opgegeten komt
een ander deel tot rijpheid, wat zonder de mot
niet zou gebeuren. Zoowel Yuccaplant als mot
hebben hier dus voordeel.
Een andere eigenschap van het instinct is
een zeker aanpassingsvermogen aan verschil
lende omstandigheden. Dit blükt büvoorbeeld
bü den bouw van een spinneweb, waarvan de
vorm zich voegt naar de takjes of andere
voorwerpen waartusschen het is uitgespannen.
bij verlieg van een hand,
een voet at een oo<
Venema stoer met een klap
journaal dicht. Het wilde niet
vlotten met bet werk. Telken* ver
in de verschillende posten.
begin dacht hü dat het kwam
door oververmoeidheid van de laatste dagen,
maar langzamerhand moest hü zichzelf beken
nen, dat de oorzaak een andere was. Hü had
dien morgen woordenwisseling met sün meisje
gehad. Juffrouw Elly Veltkamp en hü waren
op hetzelfde kantoor werkzaam en in het Jaar.
dat achter hen lag. hadden zü elkaar leeren
kennen en.... liefhebben. Het gevolg ervan
was dat zü nu reeds ruim drie maanden offi
cieel verloofd waren. Geen enkel wolkje had tot
dusverre hun geluk verduisterd tot op een dag
de „nieuwe" kwam.
Herman had de nieuwe stenotypiste in de ge
heimen van het kantoor moeten inwüden en
hü deed het. zooals een jongeman, die een be-
hooriüke opvoeding genoten heeft, tegenover
dames verplicht is.
In het begin schonk Elly niet veel aandacht
aan hen, maar na den eersten dag ging ze wat
scherper toezien. Het kwain haar voor, dat
Herman overdreven vriendelük en beleefd te
genover de „nieuwe" was en dat wekt* haar
üverzucht op. Ze bespiedde het tweetal in al
hun bewegingen en het slot was, dat ze ervan
overtuigd was. dat Herman meer voor de steno
typiste voelde dan voor haar. Ze voelde zich
verwaarloosd, veronachtzaamd door hem. De
jaloezie striemde haar hart en elndelük kon ae
haar oppekropte zenuwen niet langer in be
dwang houden. Ze had het hem gezegd, op een
manier, waarvan ze zelf schrok. Ze beschuldig
de hem van ontrouw. Hü voelde niets vóórhaar;
bad nooit werkelük van haar gehouden. HÜ
had met haar gespeeld als tüdverdrüf- Alle ar
gumenten die zü maar bedenken kon wierp ze
hem met scherpe stem voor zün voeten. Het
einde was, dat de verloving door haar verbro
ken werd.
De jongeman stond verslagen. Hü had er
geen oocenblik aan gedacht, Elly te verwaar-
loozen. Wat hü gedaan had, was niets meer dan
zün plicht als chef van het kantoor. Natuuriük
probeerde hü haar van haar dwaling te ge
nezen. maar de jaloezie had al zoozeer op het
hartje van het jonge meisje gewerkt, dat ze er
niets van hooren wilde. Het was uit en het
bleef uit. Een prop kwam in haar keel, als zü
aan het onderhoud van dien morgen dacht en
even kwam een gevoel van spüt in haar op, dat
ze het zoo bruut had afgemaakt. Ze wist het.
ze kon toch eigenlük niet bulten hem. Ze hield
dolveel van Herman, maar ze wilde het niet
laten blüken. En nu was het uit, voor altüd.
Ook het gezamenlüke lunchuurtje in het
restaurant aan den overkant behoorde tot het
verleden. Als hü het wapen sou. aan haar tafel
tje plaats te nemen, dan. ja dan. liep ze weg.
zonder hem een blik waardig te keuren. Ze
zou net doen of hü lucht was, dan zou hü ook
eens voelen, wat het zeggen wil, veronacht
zaamd te worden.
Ze dacht er zelfs even aan, haar ontslag te
nemendan zou ze hem ook gedurende
kantoortüd niet meer zien en dat was.... Het'
maakte haar gek van jaloezie. Ze peinsde er
nog over toen zü 's middags als altüd aan het
marmeren tafeltje zat. Het tafeltje in den boek,
waar nooit iemand hen stoorde, waar zü als
tortelduifjes altüd plannen voor de toekomst
smeedden. Het tafeltje met het helder witte
kleedje, In de hoeken vastgehouden door stalen
klemmen, waar ze altüd zoo graas mee speelde.
Vandaag had zich echter, alsof het noodlot
het zoo wilde, een Indringster aan het tafeltje
neergezet en het was of haar boosheid nog toe
nam, toen zü zich tegenover de oude dame
neerzette. Ze antwoordde zelfs niet op de
vriendelüke woorden van haar tafelgenoot*.
Slecht weer vandaag, juffrouw, zei ze.
Elly deed alsof -ze de woorden niet hoorde,
ook toen de dame haar woorden herhaalde. Ze
ging naar het buffet en kwam even daarna
terug met een kom dampende thee. De juffrouw
keek haar meewarig aan en mompelde:
Ach, zoo jong nog en dan al hardhoorend.
De vreemde gravure op het zegel van den
zoo onschuldig ultzienden ring op de tafel
tusschen hem en Hadley.
Wat denkt u daarvan? vroeg de Ameri
kaan. t
Jocelyn gaf de foto terug en schudde het
hoofd.
Ik weet het niet, antwoordde hü. Het
is wonderlük men leest als het ware in de
oogen van een doode de waarheid omtrent een
geheim dat hü met zich heeft meegenomen.
Juist, zoo is het! bevestigde Hadley. In
dien die Franschman niet zoo handig geweest
was, dien tndnik vast te leggen, zou Ik nooit
dit hoogstbe’angrüke spoor hebben ontdekt Die
zegelring met die eigenaardige gravure, mr
Chenery. was het laatste wat mün broer gezien
heeft. Blijkbaar werd hü op het moment voor
zün dood vlak voor of althans heel dicht bü
zün oogen gehouden.
Jocelyn voelde de geheimstnnigbeld
alles.
Bekük den steen van <fen ring nu eens
nauwkeurig, mr. Chenery. vervolgde Hadley
U zult zien dat zich in de eigenaardige gravure
drie kleine ronde puntjes bevinden, omsloten
door wat diamanten lüken. Kük nu ééns naar
diezelfde punten op de foto wat ziet U?
De punten op de foto aehtjnen open te
zün, antwoordde Jocelyn. Ze zün zwart, bol.
Geef den ring eens hier zei Hadley en
hü schoof hem aan den middelvinger Zoo ia
hü volkomen ongevaarlijk en kun je er straf
feloos over heen bu'gen. Maar kijk ao- dra
op de veer aan den onderkant van den ring
T T «t is voor Hollandsche oogen yi
I—I lük de ellende te herkennen, wai
A Aji u stad als Parüs ontmoeten. Wie
niet kent, welke de Parüzenaar aazf'
stelt, ten die geheel verschillen Van
wie niet weet welke Andere rol
en
soon als van de woning wie
binnen het kader der intematioi
uitgaanswereld heeft gehouden,
zoo goed als zeker in de taxatie!
armden Parijzenaar. en het is
onmogelük de nuance te zien
schelden en behoeftig.
Wanneer dat nu al geldt voor het'
volk in het algemeen, hoeveel te meeF dan
nog voor die büzondere klasse, die haar normen
mln of meer naar eigen believen trekt: de
kunstenaars!
Voor den oppervlakkigen kenner van Parijs
zün en blüven Zü dat lustige volkje, wier extra
vagantie de lichtstad een geheel eigen charme
geeft
En toch, wanneer de economische crisis één
gilde heeft getroffen, dan is het wel het gilde
der artisten. Daarbü hoeft men nog niet eens
te denken aan die eeuwige bohémiens, die
het ook in goede tUden tot niets beters bren
gen dan een zwierige levenswüze. Het is een
feit, dat de nood al heel wat hooger is ge
stegen en dat erkende kunstenaars honger
lijders van beroep zün geworden, zelfs schil
ders, wier werk in menig Europeesch museum
hangt.
Maar nog eens, zonder gids komt men daar
zoo niet achter Vooral de erkende artist
schuwt niets meer dan het openbaar worden
van zün armoede. Onze leidsman door vele
ateliers van Parüs hü is er een. die het
naadje van de sok kent, daar hü con
troleur is van de werkloosheidsverzekering
vertelde, hoe herhaaldelük het voorkomt, dat
artisten met hun familie op straat worden ge
zet. terwül zü al jaren en soms maanden werk
loosheidssteun hadden moeten ontvangen. Des
te erger! na twaalf maanden vervalt voor ieder
arbeider, die niets van zich heeft laten hooren,
dus ook voor den artist, het recht t op deze
ondersteuning.
Met genoemden gids gingen wü er een mor
gen op uit. van het eene atelier in het andere.
Sommige waren nog in goede buurten ge
legen. enkele tamelük luxueus gemeubeld, en
steeds zocht men er de sporen van krassen
nood.
,J5eker”, was de opmerking van mün leids
man. toen wü stonden in pen ruim atelier in
de Rue de Broca, „de artist, die hier woont
is een van de grootste plateelwerkers van
dezen tüd, zün werk ontbreekt in geen enkele
goede collectie. De man lüdt honger, maar hü
zou het geen enkelen oningewüde willen toe
geven.” Daar komt hü, een ongebogen grijs
aard, nog vol levenskracht en van een opti
misme. dat zich aan ons meedeelt. Hij vertelt
van zün werk, in den verleden tijd helaas,
want zün oven staat nu koud in den kelder.
Enkele bakkpn met aarde «n klei zün er. vol,
vingerafdrukken van den meester. Hü heeft
n.l. steeds zün mengsel zelf samengesteld, hü
war stec'h ziln «deen orbc'li? en pottenbakke-
En zelfs meer dan een kunstenaar en hand
werksman was hü. want hü deed ook onder
zoekingen op technisch gebied. Een klein labo
ratorium heeft hü in zün atelier, uiterst be
langrijk voor iemand, die het vak verstaat en
nog curieus genoeg voor een leek.
„De toekomst? Het moet beter worden. Tk
heb een nieuwe vinding gedaan. Zoodra het
publiek weer aan de luxe Van ceramiek kan
denken....” ZUn lach klinkt ons na als wü
het atelier verlaten. En deze man heeft een
zieke vrouw te onderhouden, bovendien een
schoonzuster, ouder dan hü en zonder eenlge
bron van bestaan. Hü- ontvangt thans onder
steuning: 280 francs per maand
Er zün meer van die ateliers, die door
goede meubels en enkele kostbare stukken een
misleidenden indruk maken. Mün gids, zelf uit
artlstenkrlngen, verklaart dat: „Voor een artist
is de „ambiance” eenvoudig alles! Verlang niet
van hem, dat hü zün dozün kostbare boeken,
zün paar gobelins of antieke pullen voor eer
stuk, brood ruilt. Trouwens, ver zou het somme
tje voor zün spullekens niet reiken!”
Maar we zien ook andere woningen, die den
naam atelier allang niet meer verdienen en
eerder afgeschoten zolderhoeken zün. <De be
woner wüst op het nauwe dakraam en zegt,
„uitstekend* licht om onder te beeldhouwen”).
En vochtige woonruimten in het souterrain,
zonder lucht en zonder licht, -een ware hel voor
de gevoelige ziel van een kunstenaar.
Jocelyn Chenery was zoo verbaasd over deze
rondborstige en eerlüke verklaring, een verkla
ring welke de haast volstrekte overtuigdheid
inhield van wat hü zelf met schrik als niet
onmogelijk had voorgesteld, dat hü niet dadelük
antwoordde.
Hadley keek hevn met denselfden rustlgen
ondoorgrondelüken glimlach aan en herhaalde
dan: Ja. Pietro Vespucci.
Jocelyn verzamelde zün gedachten.
U zei dat u bü den Minister van Bln
nenlandsche Zaken geweest was? merkte hü
op.
Ja. antwoordde Hadley. De ben wel een
uur'of langer bü hem geweest, voor tk naar u
toe kwam. Ik had een Introductie van onzen
ambassadeur. Belden weten wat ik u verteld
heb.
Ik vraag me af, Mi Jocelyn langzaam of
«0
Die Fransche. mr. Chenery. merkte hü
op, terwül hü tusschen de panieren zocht,
waarmee-de' portefeuille gevuld was. zün soms
buitengewoon pienter en bü de hand, vooral als
het om een misdaad paat. Het Bertillon
systeem en de beste detectiven komen uit nun
land, dnze methoden om misdaden te ontdek
ken zün over het algemeen zoo doeltreffend
niet als de hunne. Welnu, toen mün broer ge
vonden werd dood zooals ik zeg kreeg
iemand de lumineuze gedachte, dat waar hü
stellig nog slechts enkele minuten dood was.
de indruk van wat hü het laatst zag door het
netvlies van zün oogen kon zün vast gehouden:
een sterke camera werd oogenblfkkelük ge
haald en aangewend. En dit mr. Chenery was
het resultaat.
en meer verwonderd over wat hij
nam Jocelyn een foto, welke Hadley
hem overhandigde en sloeg het doorschünende
Papier dat re beschermde terug.
Goede God! zei hü- Hoe is het mogelük?
In sün handen hield hü een vergrnotlng van
het mensche’ük oóg op we’ks netvües duideHJk
niteesttopeM stond.... ja. in 'a hemelsnaam,
wat was dat?
inzending als geheel zal worden
steld.
Zü noodlgen daarom de Nederlandsche foto
grafen uit, voor dese tentoonstelling te willen
inrenden aan het adres van den heer Paul
Schuytema, Mauriteweg 42b, Rotterdam.
n Die Naturwissenschaften troffen wü een
tweetal büdragen aan van Bierens de Haan
uit Amsterdam over het dierlük instinct,
waarin belangwekkende resultaten van het on
derzoek op dit gebied worden besproken. Het
instinct wordt door den auteur een „oerphae-
nomeen van tiet dierlük leven” genoemd omdat
het een groep van opvallende levensuitingen
omvat die door ons wel kunnen worden be
schreven maar zich niet nader laten verkla.
ren, evenmin als men ontstaan en bloeien van
een bloem verklaren kan.
Het faat in dit geval om een reeks van op
eenvolgende (handelingen van het dier, die door
bepaalde zintuigwaamemingen worden opge
wekt en op een bepaald doel sün gericht.
Men denke in dit verband aan den nestbouw
der vogels.
Deze vindt plaats volgen* een aangeboren
drang, want de vogels doen dit van nature,
zonder dat ze dit behoeven te leeren. Als de
tüd van den nestbouw eenmaal is aangebroken
voert een lüster büvoorbeeld een reeks van in
gewikkelde handelingen uit, zoekt grassprieten
en veertjes en vlecht deze te zamen tot het
bekende, kunstvol gebouwde nest.
Het is duidelük dat alle handelingen hier
gericht zün op een bepaald te bereiken resul
taat; anderzüds echter moeten we uit het ge
drag der dieren opmaken dat geen kennis van
het te bereiken doel en de te gebruiken mid
delen van te voren aanwezig is. Hierop Immers
wüst het stereotype karakter der tiandellngen
die tot den nestbouw voeren. Men mag dus de
instincthandellngen niet al te zeer van men-
schelük standpunt beoordeelen, ook al lükt
het ons vaak of de dieren „verstand” toonen
te bezitten. Het ontbreken daarvan blükt ech
ter duidelük uit de onmacht der dieren om in
sommige abnormale omstandigheden een be
paalde handeling tot een goed einde te voeren.
Dit blükt vooral uit proeven van den be
kenden Franschen insectenkenner Fabre. Deze
experimenteerde met zoogenaamde processie-
rupsen, die hun voedsel gaan zoeken in een
lange rü. waarbü de dieren elkaar aanraken
om het onderling verband niet te verliezen.
hals droeg?
Ja ik herinner hem mü heel goed
antwoordde Jocelyn. Ik was getroffen door zün
gloed en zün schittering en door iets ik
weet niet wat het is, want ik ben geen deskun
dige dat mü deed denken dat hü verschilde
van de diamanten die Ik ooit gezien heb.
Ik feliciteer u met uw opmerkingsgave,
zei Hadley glimlachend. U had goed gezien.
Er bestaan zoo slechts drie diamanten op de
wereld, mr. Chenery Een er van is tn mijn
bezit, de tweede heeft mlin zuster en de derde
te die welken signorina Vesnucd dien avond
droeg
Jocelyn kon een uiting van ongetoovigheid
niet onderdrukken.
Dat zou u moeilük
«ei hü
Besweren? Ik kan het bewüren! ant
woordde Hadley met klem. Die diamant werd
van mün broer afgenomen en ik ben daar aoo
zeker van als dat ik u hier voor me zie.
Had u hem miss Peptta al vroegeer alen
dragen? vroeg Jocelyn.
Ja. gaf Hadley ten antwoord, t Waa
daarom dat tk Villa Firenza begon te bezoeken.
- Meer kan aal Ik u vertellen neen mr.
Chenery, met U toeetemmtng vil ft u allee
«enen. Daarvoor ben ik hier, want u kunt me
helpen.
Int. Foto-tentoon*telling te Praag
De vereenlging van beeldende kunstenaars
„Manes” te Praag, organiseert van 29 Februari
tot 19 April een internationale tentoonstelling
voor moderne fotografie.
De vereenlging heeft een Hollandsche com
missie gevormd, bestaande uit de heeren: G.
Klljan. Paul Hchuytema en Plet Zwart; om een
Hollandsche intending te organlseeren, welke
tentoonge-
getrouwd met eert Spaansch meisje, dat
gelijk met hem bü een spoorwegongeluk op de
iün ParüsRouaan omkwam. Pepita Is hun
eenig kind en hun erfgename. Pepita 1* heei
rijk. Ja, het relaas van Pietro Vespucci over
zün familie te Juist. Of hü het echter was of
Marco die dat verschrikkelük vergif ontdekte,
weet alleen de hemel. Maar ik heb mijn vaste
overtuiging, mr. Chenery, voor wat betreft de
vraag wie er den laatsten tijd gebruik van heeft
gemaakt.
Jocelyn overschouwde nog eens het geheel
en woog de feiten om te trachten er wjjs uit te
worden Hü was er zich van bewust, dat hü
verdenking gehad had op Vespucci sinds nel
geval-Rederdale. maar hü wist dat die verden
king slechts steunde op vermoeden*. Had wel
licht de Amerikaan zich laten lelden door wat
ook enkel vermoedens waren?
Ik veronderstel dat u voor uw meenlng.
.dat Vespucd de schuldige is, nog een andere
reden hebt, dan u mü verteld hebt, merkte hü
Plotseling op.
Hadley’s dunne lippen trokken zich samen
en zün gelaat vertoonde weer den grlmmtgen
trek. x
Ja. antwoordde hü kortaf.
Een goede reden? vroeg Jocelyn weer.
Een heel goede reden, waa bet antwoord.
Hadley boog zich over het kleed waarop ’lun
stoelen geplaatst waren en klopte Jocelvn on
de knie. Mr. Chenery. rei hü dan. den nadruk
leggende op haast leder woord, toen u bü Ves-
/-
‘r- :r