71 Kunstenaarsellende in Parijs Wat Kikker Karel en Tuimeltje beleefden p I tKdu&Aaal van Wat is instinct? ALLE ABONNÉ’S F 750.- F 750.- F 250.- n DElOSPRIJS de nood is hoog GESTEGEN VOOR LONDEN MAANDAG 20 JANUARI 1936 •t: <*- i/ Zijn eigenschappen n I ■t* De vergeten parapluie Zvfaar getroffen gilde der artisten ROMANSCHRIJFSTER OM HET LEVEN GEKOMEN DOOR FLETCHER I 'V AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL het t naar eigen believen trekt: de n k M. B. f lUn Parijs—Rouaan I TWEEDE HOOFDSTUK van dit kunnen bezweren ant- (Wordt vervolgd.) r e t Meer hoorde Atelier», dia door goede meubelt en enkele koet bare etukken een misleidenden indruk maken i i Twee kaboutertje*. Tim en Tuimeltje gingen op een goelen middag samen visschen. Ze hadden echter niet één vischj» kunnen vangen en wilden juist naar huls gaan, toen Tim plot seling de meeste moeite had om zijn hengel vast te houden, die heftig heen en weer ging. ,Jk geloof dat er iets in de nabij heid is” mompelde hij. Nauwelijks had hij dit gezegd of er kwam een groote kikvorsch lachend met zijn kop te voorschijn. Snaren Vespucci woonde op een kasteel in de nabijheid van Parijs. hü was inderdaad rijk en i I i a - f In de kerk van Gamsborough (Enge land) wordt lederen Zondagavond na den dienet *n klankfilmvoorstelling ge geven, welke de kerkbezoekers kunnen bifwOnen. Ome foto laat het film apparaat in de kerk zien wordt gedrukt gaan deze twee gaatjes open en daaruit ontsnapt dan het doodeijjke vluchtige vergif, dat het geheim is van deze moorde naars. Niet alle moorden zjjn met deze ringen mr. Chenery, maar het ontastbare was steeds hetzelfde. Dit is wellicht ring geweest waarmee mijn broer begaan, vergif dezelfde vermoord werd. Hadley, in Gods naam, wien verdenkt u. riep Jooelyn. Wie wiet Hadley glimlachte kalm. Tk verdenk antwoordde hij, Signor Pietro Vespucci. t moel- serzijae elschen het leven de onze), aankleeding het uiterlijk spelen. zoowel) van de per- 'zlch tenslotte iale hotel- en vergist zich van den ver- ihem bepaald tusschen be- H'et was geen gewone kikker, dat zag Tim wel en van angst sloeg hij op de vlucht. Tuimeltje echter keek dit dier eens vriéndelijk aan en alsof de kikker dat begreep, sprong hü uit het water en kwam bü Tuimeltje zitten. ,Jk ben kikker Karei,” zei de kikvorsch en ik vind jou wel een aardig ventje. Als je wilt zal ik jou ons kikkerland eens laten zien. Hoe heet jü ka boutertje? pucci was dien avond dat Kressler zijn proeven deed, zag u toen niet den merkwaardlgen diamant, gevat in platina, dten Pepita aan haar WU vinden een artist in bed liggen. Zijn ziekte bestaat in algeheele ondervoeding, toch hangt werk van hem in het Luxembourg! Ben andere, een jonge man nog, laat zich niet uit het veld slaan door het feit, dat na zün eerste tentoonstelling en de prachtige persbeoordeelingen daarvan geen enkel kooper meer is opgedaagd. HU heeft dertig gulden ondersteuning per maand; daarmee doet hü wonderen. Want omdat niemand zün schilde rijen koopt, legt hü zich thans op andere din gen toe. HU maakte niet enkel zUn eigen meu bels, hü speelde het zelfs klaar, om van een lap goedkoops stof een pak te naaien. ,JIoe ik dat geleerd heb, vraagt u? Ik heb het niet geleerd, ik heb een oud pak heeie- maal uit elkaar gehaald en nagemaakt. Alleen de knoopsgaten, weet u. dat Is moetlük.” ley is Woensdag dood in haar woning gevon den. Het is vrijwel zeker, dat zü door kolen dampvergiftiging om het leven is gekomen. Men schudt zUn hoofd over zooveel onder nemingsgeest en handigheid. Maar de jonge generatie kan die eigenschappen gebruiken. Wij zagen dezen morgen slechts betrekkelijk gelukkigen, artisten, die ondersteuning ontvan gen, al ia het niet veel. Parüs bergt een veel grooter aantal, dat niets ontvangt, en ook deze moeten leven. Sommigen doen het inder daad. door een dagelUksch wonder naar het schijnt, anderen sakken langzaam af tot zü OBheekeabaar worden in de massa van ge- «randenen overtolllgen In de wereldstad. ik dachtik meende. Ze lachte schalksch. —Ik ben blU, dat je het meende. Herman. En Ik heb je maar in die meenlng gelaten, omdat het een goede manier was, om weer vrede te sluiten. J 'r’.'S de Minister u over een en ander heeft inge licht. Dat deed hij, antwoordde Hadley. Onder de belofte der geheimhouding wat evenwel niet geldt voor u. daar u ook aanwezig was heeft hü mij verteld van de informatorteche confe rentie welke in den morgen na het gevat van Hotel Petronia door eenlge vooraanstaande man nen gehouden is. Dan heeft hü u ook zeker verteld dat Ves pucci op die conferentie is gekomen. Natuuriük, was het antwoord. Welnu, gelooft u, dat Vespucci, als hü de verantwoordelijke persoon was, zoo naar het departement zou zijn gegaan? Hadley lachte vroolUk. Ik vind dat een van de koetelUkste staaltjes van overbluffing waarvan ik ooit gehoord heb, antwoordde hü WU aan den anderen kant van den Oceaan zijn daar ook wel in thuis en we gaan er wat groot op. maar ik geloof dat Ves pucci ons zou slaan. Naar het verslag van uw Minister van Blnnenlandsche Zaken te oor- deelen en hU achUnt een goed geheugen te hebben moet het schitterend geweest zijn. O. Vespucci is een volmaakt tooneelspeler. Maar gelooft u. dst zUn verhaal waar heid bevat? Ik bedoel zUn verhaal omtrent zUn broer, Marco Vespucci, hernam Jocelyn. Ik weet, dat het in alle opzichten waar ts. behalve wat het geheime vergif betreft ant woordde Hadley. Ik was in de ge’egenheld ik tal u dadel Uk zeggen hoe nog niet zoo lang geleden de geschiedenis van de familie Ves pucci op mm gemak te bestudeeien. Ja, Elly!.... Ze nam haar taschje en ping naar de deur. HU wilde haar volgen, maar plotseling viel zün oog op een parapluie, die onder het tafeltje lag. Een glimlach gleed over zUn gezicht. In de haast om weg te komen, had ae het ding vergeten en het zou de ..Postillon d' amour” zün. die hen weet samenbracht. Vlug raapte hü het voorwerp op en even voor den uitgang haalde hü haar in. Elly, ael hü. je hebt je parapluie laten liggen. Verrast keerde *U zich om. O. Ik wil niet, dat je zonder bescherming in den regen loopt. Hoe kan Je aoo dom zün? Ach, wat bezorgd! antwoordde ze sarcas tisch. Ze deed een greep naar het regenscherm, maar hü trok het snel terug. Hü had nu een wapen in de hand en daar sou hU van profi- teeren, voor het lunchuurtje voorbU was. Geef hier, zet ze Mtg. Het is mün eigen- -■ .•Mün naam is Tuimeltje”, zei de kabouter Ik wil wel met Jou mee. Zeg eens, waar Is jullie kikkerland?” En naar den oever van het water springend, antwoordde kikker Karei; ..Daar onder op den bodem van het water, daar ligt een klein paleis en daar leven wü gelukkig en tvreden. Als Je zin hebt, hou me dan maar vast, dan zwemmen wü naar beneden. giste hü zich In het dom. Neen, sprak hü lachend, eerst zal je me aan hoor en, eerder krüg je je eigendom niet terug. Ze aarzelde, toen boog ae het hoofd. Als dat de eenlge manier is. om mün parapluie terug te krijgen, zeg dan dadelük wat je te zeggen heb. maar maak het kort. Goed, maar niet hier. Laten we aan het tafeltje gaan zitten. Ze gaf geen antwoord, maar liep naar het tafeltje en Herman volgde haar. Hü sprak met vuur en tien minuten later was de vrede her steld. De vier stalen klemmen van het helder witte kleedje lagen op den grond. Ze speelde er zoo graag mee. Langzaam gleed haar blik naar de draaideur en eensklaps kreeg ze op nieuw een kleur. Herman keek haar angstig aan. Wat is er. schat? Waarom kleur je? Ze stond op en antwoordde zacht: Laten we gaan. Herman. Daar komt een dame aan. die even voordat JU kwam, aan dit tafeltje heeft gezeten. Ze denkt, dat ik doof en aenuwpatlénte ben, omdat ik haar geen antwoord gwf. Neenlaat die parapluie maar staan. Die is niet van mü. De juffrouw heeft het ding vergeten en nu komt ae erom. Niet van jou? stotterde de jongeman. En Ze deed geen moeite tot verderw. conversatie, alleen de booze blikken van het meisje, die ze naar de deur wierp, telkens als deze openging, wekten haar belangstelling Dan zag ze diepe rimpels in haar voorhoofd komen en hoorde ae de woorden, die Elly tot zichzelf sprak: HU komt niet. Neen, natuuriük niet, de „nieuwe” heeft hem Ingepalmd. Ze boog zich diep over haar bord met de dunne boterhammetjes, maar telkens wierp ae een steelschen blik naar de deur. Het was gaan regenen en het aantal bezoe ker* van het restaurant nam toe. De deur ging weer open en de oude dame constateerde, dat de rimpels in het voorhoofd van Elly onrust barend diep werden. Bovendien werd haar ge laat bedekt met een roode kleur, waarvan ze de oorzaak niet begreep. Ze zag, dat bet konse. dat Elly juist naar haar mond bracht, büha uit de bevende vingers viel. Ach. zuchtte ze medelijdend. Hardhoorlg en nog zenuwpatiënte bovendien. Ongelukkig kind. Ze stond op en met een vriendelijk hoofd knikje verliet ze het tafeltje. Herman Venema was iets later dan anders, omdat hü de stenotypiste nog enkele instruc ties voor den middag moest geven, maar toen was hij zoo vlug mogelük naar den overkant gekomen. On gevraagd liet hü zich op den stoel, die de oude dame zooeven verlaten had neervallen en fluisterde: Elly. Ik moet je iets zeggen, nu dadelük. Ze gaf geen antwoord maar schonk al haar aandacht aan het ontbüt, diep over het bord gebogen, opdat de kleur op haar gezicht de iF- moedsaandoening niet verraden sou. Elly, herhaalde hü met nadruk, maar ae deed alsof hü er niet was. Hü legde zijn hand op haar arm. Ze schudde hem ruw van zich af. Laat dat, münheer, zei ze boos, zonder hem aan te zien. Elly, wees niet boos, t Is een vergissing van je. Vergissing of niet, beet ae hem toe. Ik wensch niet door u aangesproken te worden, münheer. Eh.... buiten kantoortüd natuuriük. t Is uit voor altüd. Zoo vond men een vierkant web tusschen twee evenwüdige spülen van een brug. en ook heeft men jonge spinnen er toe kunnen dwingen om zuiver ronde netten te maken in een flesch BU den nestbouw der vogels blUkt dat deze dieren, ook wat betreft het gebruikte mate riaal. op verschillende wUzen te werk kunnen gaan, en soms zelfs üserdraad daarbü gebrui ken. Het Instinct vertoont dus een zekere elas ticiteit, een vermogen om de handeling te va- rleeren in verband met de omstandigheden. Een laatste groep van büzondere verschün- selen vormen de instlnctregulatles. In het al gemeen 1* de volgorde, waarin de onderdeden eener instincthandellng elkaar opvolgen, een zeer bepaalde. Een voorbeeld van zulk een vaste volgorde levért het gedrag der zandwesp, die een nest graaft in tiet zand, dan wegvliegt en een rups opzoekt, deze verlamt door steken in het zenuwstelsel en daarna de prooi naar het nest sleept. Daar legt de wesp op de rups een el en sluit de opening van het nest af. Nu heeft men eens bU het nest van zulk een zandwesp, die Juist de opening had afgeslo ten, een rups neergelegd die door den steek van een andere wesp was verlamd. De sand- wesp wilde wegvliegen, maar sag toen de rups liggen. Deze waarneming bracht het dier er toe om volgens bet gewone werkprogram bü het zien dezer prooi het nest te openen. Toen evenwel zag de wesp de andere rups daarin liggen en sloot het nest weer af. Dit openen en sluiten werd nog eenmaal herhaald en toen vloog het dier, blükbaar wüzer ge worden, weg. Hieruit blükt nu dat de wesp in het begin zuiver automatisch te werk ging bü het zien der prooi, maar dat na eenigen tüd aanpasslAg aan de omstandigheden optrad. In andere ge vallen evenwel ziet men dadelük een doelma tige regulatie van het werkprogram optreden die rekening houdt met veranderde omstandig heden. Zoo vond men bü een wespsoort in de Kongo dat na beschadiging der broedoellen deze eerst werden hersteld alvorens er eieren en voedsel in werden gebracht. Verder 1* ge bleken dat zulk een regulatie bü jonge dieren gemakkelüker optreedt dan bü oude, waarbü door gewoontevormlng de handeling een ze kere starheid heeft gekregen. Deze starheid is dus een secundair, door gewoonte ontstaan kenmerk; oudere dieren worden „conserva tief.” De mogelUkheden dezer regulatie zün echter niet onbeperkt, maar gebonden aan zekere grenzen. Deze grenzen zün gegeven door een bepaalde inrichting van het werkprogram, dat wel tot op zekere hoogte, maar niet onbeperkt kan worden gevarieerd. Duidelük ziet men dit bü den bouw van een spinneweb, waarbü wü het werkprogram in den vorm van een bepaal de figuur als het ware voor ons ultgeteekend zien. Het dier kan deze figuur varieeren. maar binnen de grenzen die door 'n bepaald „grond plan" zün aangegeven. Ten slotte moet er op gewezen worden dat elke diersoort zün eigen instincten heeft, al kunnen deze bü verwante soorten en groepen ook veel op elkaar gelüken. Alles bijeen geno men vertoonen de instincten ons dan ook een rük gevarieerd beeld, zoowel door de veelheid der handelingen bü één soort als door het ver schil in gewoonten bü verschillende dieren, He» dierenleven vertoont daardoor een rtJkdom aan merkwaardige gewoonten, die het bestudeeren der dieren in hun eigen omgeving zoo «an- trekkelük maakt. Weet men nu de rupsen aldus te lelden dat zü een gesloten ring vormen, dan blUven zU in (het rond loopen. natuuriük zonder het voed sel te bereiken. Fabre zag dit zeven dagen lang doorgaan, waarbü de dieren 355 maal rondtrok ken tot elndslük enkele rupsen zich uit den vtcleuzen cirkel wisten te bevrijden. Dit voor beeld leert duidelük hoe het instinct blindelings te werk gaat, krachtens een aangeboren, on bewust schema van handelen. Wel echter maken instincthandellngen een zekere ontwikkeling door in verband met de ervaringen die het dier opdoet. Zoo pikken jonge kuikens gerst evenzeer naar steentjes als naar het gestrooide voer. Al spoedig echter leeren zü door de ervaring wat goed, verteer baar voedsel is en wat niet. Het aangeboren schema van ihandeten wordt aldus op doel matige wüze door de ervaring nader bepaald. Merkwaardig zün vooral die instincten welke passen bü een bepaald object, dat zelf daarop ook weer op harmonische wüze reageert. Hier onder behoort de veelbesproken „fremddien- Uche Zweckmiszigkeit”, zooals die voorkomt bü de verhouding eikenblad-galwesp. Wü zien in dit geval de wesp zün eieren op het Wad leggen, waarop dit dan door galvormlng aldus reageert dat de Indringer er voordeel van on dervindt, omdat de eieren in de gallen zich ongeetoord kunnen ontwiktaelen. Terwijl nu in dit geval het voordeel naar alle waarschijn lijkheid alleen aan den kant der wesp ligt en de boom slechts nadeel ondervindt, zün er ook enkele gevallen bekend waarin men geneigd is te spreken van een „vooropgestelde harmonie.” Merkwaardig is vooral de samenhang die is waargenomen in het gedrag der Yucca- mot, een tropisch vlindertje dat in de nabü- held der Yuccabloemen wordt aangetroffen. Het motje vliegt, na uit de pop te zün gekro pen, naar een Noem, haalt stuifmeel uit een der meeldraden en zoekt nu een andere bloem op. Hier worden eerst in het vruchtbeginsel enkele eieren gelegd; daarna brengt het motje het stuifmeel op den stempel. Door de aldus optredende bestuiving kunnen de zaadknoppen zich ontwikkelen en vinden tevens de larven der mot het noodige voedsel. De plant edhter heeft ook voordeel, want ofschoon een deel der zaden door de larven wordt opgegeten komt een ander deel tot rijpheid, wat zonder de mot niet zou gebeuren. Zoowel Yuccaplant als mot hebben hier dus voordeel. Een andere eigenschap van het instinct is een zeker aanpassingsvermogen aan verschil lende omstandigheden. Dit blükt büvoorbeeld bü den bouw van een spinneweb, waarvan de vorm zich voegt naar de takjes of andere voorwerpen waartusschen het is uitgespannen. bij verlieg van een hand, een voet at een oo< Venema stoer met een klap journaal dicht. Het wilde niet vlotten met bet werk. Telken* ver in de verschillende posten. begin dacht hü dat het kwam door oververmoeidheid van de laatste dagen, maar langzamerhand moest hü zichzelf beken nen, dat de oorzaak een andere was. Hü had dien morgen woordenwisseling met sün meisje gehad. Juffrouw Elly Veltkamp en hü waren op hetzelfde kantoor werkzaam en in het Jaar. dat achter hen lag. hadden zü elkaar leeren kennen en.... liefhebben. Het gevolg ervan was dat zü nu reeds ruim drie maanden offi cieel verloofd waren. Geen enkel wolkje had tot dusverre hun geluk verduisterd tot op een dag de „nieuwe" kwam. Herman had de nieuwe stenotypiste in de ge heimen van het kantoor moeten inwüden en hü deed het. zooals een jongeman, die een be- hooriüke opvoeding genoten heeft, tegenover dames verplicht is. In het begin schonk Elly niet veel aandacht aan hen, maar na den eersten dag ging ze wat scherper toezien. Het kwain haar voor, dat Herman overdreven vriendelük en beleefd te genover de „nieuwe" was en dat wekt* haar üverzucht op. Ze bespiedde het tweetal in al hun bewegingen en het slot was, dat ze ervan overtuigd was. dat Herman meer voor de steno typiste voelde dan voor haar. Ze voelde zich verwaarloosd, veronachtzaamd door hem. De jaloezie striemde haar hart en elndelük kon ae haar oppekropte zenuwen niet langer in be dwang houden. Ze had het hem gezegd, op een manier, waarvan ze zelf schrok. Ze beschuldig de hem van ontrouw. Hü voelde niets vóórhaar; bad nooit werkelük van haar gehouden. HÜ had met haar gespeeld als tüdverdrüf- Alle ar gumenten die zü maar bedenken kon wierp ze hem met scherpe stem voor zün voeten. Het einde was, dat de verloving door haar verbro ken werd. De jongeman stond verslagen. Hü had er geen oocenblik aan gedacht, Elly te verwaar- loozen. Wat hü gedaan had, was niets meer dan zün plicht als chef van het kantoor. Natuuriük probeerde hü haar van haar dwaling te ge nezen. maar de jaloezie had al zoozeer op het hartje van het jonge meisje gewerkt, dat ze er niets van hooren wilde. Het was uit en het bleef uit. Een prop kwam in haar keel, als zü aan het onderhoud van dien morgen dacht en even kwam een gevoel van spüt in haar op, dat ze het zoo bruut had afgemaakt. Ze wist het. ze kon toch eigenlük niet bulten hem. Ze hield dolveel van Herman, maar ze wilde het niet laten blüken. En nu was het uit, voor altüd. Ook het gezamenlüke lunchuurtje in het restaurant aan den overkant behoorde tot het verleden. Als hü het wapen sou. aan haar tafel tje plaats te nemen, dan. ja dan. liep ze weg. zonder hem een blik waardig te keuren. Ze zou net doen of hü lucht was, dan zou hü ook eens voelen, wat het zeggen wil, veronacht zaamd te worden. Ze dacht er zelfs even aan, haar ontslag te nemendan zou ze hem ook gedurende kantoortüd niet meer zien en dat was.... Het' maakte haar gek van jaloezie. Ze peinsde er nog over toen zü 's middags als altüd aan het marmeren tafeltje zat. Het tafeltje in den boek, waar nooit iemand hen stoorde, waar zü als tortelduifjes altüd plannen voor de toekomst smeedden. Het tafeltje met het helder witte kleedje, In de hoeken vastgehouden door stalen klemmen, waar ze altüd zoo graas mee speelde. Vandaag had zich echter, alsof het noodlot het zoo wilde, een Indringster aan het tafeltje neergezet en het was of haar boosheid nog toe nam, toen zü zich tegenover de oude dame neerzette. Ze antwoordde zelfs niet op de vriendelüke woorden van haar tafelgenoot*. Slecht weer vandaag, juffrouw, zei ze. Elly deed alsof -ze de woorden niet hoorde, ook toen de dame haar woorden herhaalde. Ze ging naar het buffet en kwam even daarna terug met een kom dampende thee. De juffrouw keek haar meewarig aan en mompelde: Ach, zoo jong nog en dan al hardhoorend. De vreemde gravure op het zegel van den zoo onschuldig ultzienden ring op de tafel tusschen hem en Hadley. Wat denkt u daarvan? vroeg de Ameri kaan. t Jocelyn gaf de foto terug en schudde het hoofd. Ik weet het niet, antwoordde hü. Het is wonderlük men leest als het ware in de oogen van een doode de waarheid omtrent een geheim dat hü met zich heeft meegenomen. Juist, zoo is het! bevestigde Hadley. In dien die Franschman niet zoo handig geweest was, dien tndnik vast te leggen, zou Ik nooit dit hoogstbe’angrüke spoor hebben ontdekt Die zegelring met die eigenaardige gravure, mr Chenery. was het laatste wat mün broer gezien heeft. Blijkbaar werd hü op het moment voor zün dood vlak voor of althans heel dicht bü zün oogen gehouden. Jocelyn voelde de geheimstnnigbeld alles. Bekük den steen van <fen ring nu eens nauwkeurig, mr. Chenery. vervolgde Hadley U zult zien dat zich in de eigenaardige gravure drie kleine ronde puntjes bevinden, omsloten door wat diamanten lüken. Kük nu ééns naar diezelfde punten op de foto wat ziet U? De punten op de foto aehtjnen open te zün, antwoordde Jocelyn. Ze zün zwart, bol. Geef den ring eens hier zei Hadley en hü schoof hem aan den middelvinger Zoo ia hü volkomen ongevaarlijk en kun je er straf feloos over heen bu'gen. Maar kijk ao- dra op de veer aan den onderkant van den ring T T «t is voor Hollandsche oogen yi I—I lük de ellende te herkennen, wai A Aji u stad als Parüs ontmoeten. Wie niet kent, welke de Parüzenaar aazf' stelt, ten die geheel verschillen Van wie niet weet welke Andere rol en soon als van de woning wie binnen het kader der intematioi uitgaanswereld heeft gehouden, zoo goed als zeker in de taxatie! armden Parijzenaar. en het is onmogelük de nuance te zien schelden en behoeftig. Wanneer dat nu al geldt voor het' volk in het algemeen, hoeveel te meeF dan nog voor die büzondere klasse, die haar normen mln of meer naar eigen believen trekt: de kunstenaars! Voor den oppervlakkigen kenner van Parijs zün en blüven Zü dat lustige volkje, wier extra vagantie de lichtstad een geheel eigen charme geeft En toch, wanneer de economische crisis één gilde heeft getroffen, dan is het wel het gilde der artisten. Daarbü hoeft men nog niet eens te denken aan die eeuwige bohémiens, die het ook in goede tUden tot niets beters bren gen dan een zwierige levenswüze. Het is een feit, dat de nood al heel wat hooger is ge stegen en dat erkende kunstenaars honger lijders van beroep zün geworden, zelfs schil ders, wier werk in menig Europeesch museum hangt. Maar nog eens, zonder gids komt men daar zoo niet achter Vooral de erkende artist schuwt niets meer dan het openbaar worden van zün armoede. Onze leidsman door vele ateliers van Parüs hü is er een. die het naadje van de sok kent, daar hü con troleur is van de werkloosheidsverzekering vertelde, hoe herhaaldelük het voorkomt, dat artisten met hun familie op straat worden ge zet. terwül zü al jaren en soms maanden werk loosheidssteun hadden moeten ontvangen. Des te erger! na twaalf maanden vervalt voor ieder arbeider, die niets van zich heeft laten hooren, dus ook voor den artist, het recht t op deze ondersteuning. Met genoemden gids gingen wü er een mor gen op uit. van het eene atelier in het andere. Sommige waren nog in goede buurten ge legen. enkele tamelük luxueus gemeubeld, en steeds zocht men er de sporen van krassen nood. ,J5eker”, was de opmerking van mün leids man. toen wü stonden in pen ruim atelier in de Rue de Broca, „de artist, die hier woont is een van de grootste plateelwerkers van dezen tüd, zün werk ontbreekt in geen enkele goede collectie. De man lüdt honger, maar hü zou het geen enkelen oningewüde willen toe geven.” Daar komt hü, een ongebogen grijs aard, nog vol levenskracht en van een opti misme. dat zich aan ons meedeelt. Hij vertelt van zün werk, in den verleden tijd helaas, want zün oven staat nu koud in den kelder. Enkele bakkpn met aarde «n klei zün er. vol, vingerafdrukken van den meester. Hü heeft n.l. steeds zün mengsel zelf samengesteld, hü war stec'h ziln «deen orbc'li? en pottenbakke- En zelfs meer dan een kunstenaar en hand werksman was hü. want hü deed ook onder zoekingen op technisch gebied. Een klein labo ratorium heeft hü in zün atelier, uiterst be langrijk voor iemand, die het vak verstaat en nog curieus genoeg voor een leek. „De toekomst? Het moet beter worden. Tk heb een nieuwe vinding gedaan. Zoodra het publiek weer aan de luxe Van ceramiek kan denken....” ZUn lach klinkt ons na als wü het atelier verlaten. En deze man heeft een zieke vrouw te onderhouden, bovendien een schoonzuster, ouder dan hü en zonder eenlge bron van bestaan. Hü- ontvangt thans onder steuning: 280 francs per maand Er zün meer van die ateliers, die door goede meubels en enkele kostbare stukken een misleidenden indruk maken. Mün gids, zelf uit artlstenkrlngen, verklaart dat: „Voor een artist is de „ambiance” eenvoudig alles! Verlang niet van hem, dat hü zün dozün kostbare boeken, zün paar gobelins of antieke pullen voor eer stuk, brood ruilt. Trouwens, ver zou het somme tje voor zün spullekens niet reiken!” Maar we zien ook andere woningen, die den naam atelier allang niet meer verdienen en eerder afgeschoten zolderhoeken zün. <De be woner wüst op het nauwe dakraam en zegt, „uitstekend* licht om onder te beeldhouwen”). En vochtige woonruimten in het souterrain, zonder lucht en zonder licht, -een ware hel voor de gevoelige ziel van een kunstenaar. Jocelyn Chenery was zoo verbaasd over deze rondborstige en eerlüke verklaring, een verkla ring welke de haast volstrekte overtuigdheid inhield van wat hü zelf met schrik als niet onmogelijk had voorgesteld, dat hü niet dadelük antwoordde. Hadley keek hevn met denselfden rustlgen ondoorgrondelüken glimlach aan en herhaalde dan: Ja. Pietro Vespucci. Jocelyn verzamelde zün gedachten. U zei dat u bü den Minister van Bln nenlandsche Zaken geweest was? merkte hü op. Ja. antwoordde Hadley. De ben wel een uur'of langer bü hem geweest, voor tk naar u toe kwam. Ik had een Introductie van onzen ambassadeur. Belden weten wat ik u verteld heb. Ik vraag me af, Mi Jocelyn langzaam of «0 Die Fransche. mr. Chenery. merkte hü op, terwül hü tusschen de panieren zocht, waarmee-de' portefeuille gevuld was. zün soms buitengewoon pienter en bü de hand, vooral als het om een misdaad paat. Het Bertillon systeem en de beste detectiven komen uit nun land, dnze methoden om misdaden te ontdek ken zün over het algemeen zoo doeltreffend niet als de hunne. Welnu, toen mün broer ge vonden werd dood zooals ik zeg kreeg iemand de lumineuze gedachte, dat waar hü stellig nog slechts enkele minuten dood was. de indruk van wat hü het laatst zag door het netvlies van zün oogen kon zün vast gehouden: een sterke camera werd oogenblfkkelük ge haald en aangewend. En dit mr. Chenery was het resultaat. en meer verwonderd over wat hij nam Jocelyn een foto, welke Hadley hem overhandigde en sloeg het doorschünende Papier dat re beschermde terug. Goede God! zei hü- Hoe is het mogelük? In sün handen hield hü een vergrnotlng van het mensche’ük oóg op we’ks netvües duideHJk niteesttopeM stond.... ja. in 'a hemelsnaam, wat was dat? inzending als geheel zal worden steld. Zü noodlgen daarom de Nederlandsche foto grafen uit, voor dese tentoonstelling te willen inrenden aan het adres van den heer Paul Schuytema, Mauriteweg 42b, Rotterdam. n Die Naturwissenschaften troffen wü een tweetal büdragen aan van Bierens de Haan uit Amsterdam over het dierlük instinct, waarin belangwekkende resultaten van het on derzoek op dit gebied worden besproken. Het instinct wordt door den auteur een „oerphae- nomeen van tiet dierlük leven” genoemd omdat het een groep van opvallende levensuitingen omvat die door ons wel kunnen worden be schreven maar zich niet nader laten verkla. ren, evenmin als men ontstaan en bloeien van een bloem verklaren kan. Het faat in dit geval om een reeks van op eenvolgende (handelingen van het dier, die door bepaalde zintuigwaamemingen worden opge wekt en op een bepaald doel sün gericht. Men denke in dit verband aan den nestbouw der vogels. Deze vindt plaats volgen* een aangeboren drang, want de vogels doen dit van nature, zonder dat ze dit behoeven te leeren. Als de tüd van den nestbouw eenmaal is aangebroken voert een lüster büvoorbeeld een reeks van in gewikkelde handelingen uit, zoekt grassprieten en veertjes en vlecht deze te zamen tot het bekende, kunstvol gebouwde nest. Het is duidelük dat alle handelingen hier gericht zün op een bepaald te bereiken resul taat; anderzüds echter moeten we uit het ge drag der dieren opmaken dat geen kennis van het te bereiken doel en de te gebruiken mid delen van te voren aanwezig is. Hierop Immers wüst het stereotype karakter der tiandellngen die tot den nestbouw voeren. Men mag dus de instincthandellngen niet al te zeer van men- schelük standpunt beoordeelen, ook al lükt het ons vaak of de dieren „verstand” toonen te bezitten. Het ontbreken daarvan blükt ech ter duidelük uit de onmacht der dieren om in sommige abnormale omstandigheden een be paalde handeling tot een goed einde te voeren. Dit blükt vooral uit proeven van den be kenden Franschen insectenkenner Fabre. Deze experimenteerde met zoogenaamde processie- rupsen, die hun voedsel gaan zoeken in een lange rü. waarbü de dieren elkaar aanraken om het onderling verband niet te verliezen. hals droeg? Ja ik herinner hem mü heel goed antwoordde Jocelyn. Ik was getroffen door zün gloed en zün schittering en door iets ik weet niet wat het is, want ik ben geen deskun dige dat mü deed denken dat hü verschilde van de diamanten die Ik ooit gezien heb. Ik feliciteer u met uw opmerkingsgave, zei Hadley glimlachend. U had goed gezien. Er bestaan zoo slechts drie diamanten op de wereld, mr. Chenery Een er van is tn mijn bezit, de tweede heeft mlin zuster en de derde te die welken signorina Vesnucd dien avond droeg Jocelyn kon een uiting van ongetoovigheid niet onderdrukken. Dat zou u moeilük «ei hü Besweren? Ik kan het bewüren! ant woordde Hadley met klem. Die diamant werd van mün broer afgenomen en ik ben daar aoo zeker van als dat ik u hier voor me zie. Had u hem miss Peptta al vroegeer alen dragen? vroeg Jocelyn. Ja. gaf Hadley ten antwoord, t Waa daarom dat tk Villa Firenza begon te bezoeken. - Meer kan aal Ik u vertellen neen mr. Chenery, met U toeetemmtng vil ft u allee «enen. Daarvoor ben ik hier, want u kunt me helpen. Int. Foto-tentoon*telling te Praag De vereenlging van beeldende kunstenaars „Manes” te Praag, organiseert van 29 Februari tot 19 April een internationale tentoonstelling voor moderne fotografie. De vereenlging heeft een Hollandsche com missie gevormd, bestaande uit de heeren: G. Klljan. Paul Hchuytema en Plet Zwart; om een Hollandsche intending te organlseeren, welke tentoonge- getrouwd met eert Spaansch meisje, dat gelijk met hem bü een spoorwegongeluk op de iün ParüsRouaan omkwam. Pepita Is hun eenig kind en hun erfgename. Pepita 1* heei rijk. Ja, het relaas van Pietro Vespucci over zün familie te Juist. Of hü het echter was of Marco die dat verschrikkelük vergif ontdekte, weet alleen de hemel. Maar ik heb mijn vaste overtuiging, mr. Chenery, voor wat betreft de vraag wie er den laatsten tijd gebruik van heeft gemaakt. Jocelyn overschouwde nog eens het geheel en woog de feiten om te trachten er wjjs uit te worden Hü was er zich van bewust, dat hü verdenking gehad had op Vespucci sinds nel geval-Rederdale. maar hü wist dat die verden king slechts steunde op vermoeden*. Had wel licht de Amerikaan zich laten lelden door wat ook enkel vermoedens waren? Ik veronderstel dat u voor uw meenlng. .dat Vespucd de schuldige is, nog een andere reden hebt, dan u mü verteld hebt, merkte hü Plotseling op. Hadley’s dunne lippen trokken zich samen en zün gelaat vertoonde weer den grlmmtgen trek. x Ja. antwoordde hü kortaf. Een goede reden? vroeg Jocelyn weer. Een heel goede reden, waa bet antwoord. Hadley boog zich over het kleed waarop ’lun stoelen geplaatst waren en klopte Jocelvn on de knie. Mr. Chenery. rei hü dan. den nadruk leggende op haast leder woord, toen u bü Ves- /- ‘r- :r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 7