van
Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden
1?
den day
Engeland rouwt
F 750.-
deIosprijs
Ninon
VOOR LORDEN
4
ZATERDAG 25 JANUARI 1936
George V en Kipling
'4
vn
Geschriften van Leiiin
16
17
DOOR FLETCHER
- W
i.
4.
OP
dan?” *n BUI verwijt la* in haar
die
koningin Victoria wordt verteld,
JT
zou
▼er-
doende
AWtordt vervolgd)
De apotheose van Koning Georges roem rijke regeering, die hij op 6 Mei J. nog mocht beleven. De terugkeer van den vorst
op Buckingham Palace na den dienst in St. Paul’s-cathedral
Toen
weende |ala een kind.
liet
van
Neen, Tuimeltje had nooit gedacht, dat kikvorschen boo’d
mooie muziek konden maken. Alle muzikanten zaten op een
versierde verhooging. Ze hadden zwarte broekjes en jasjes aan
met mooie gesteven overhemdjes en kleine zwarte dasjes. De
slagwerker sloeg voortdurend twee koperen deksels tegen el
kaar. De cellist, die al oud scheen te zijn, bespeelde heel
vaardig zjjn instrument en de twee andere leden van het
muziekcorps toeterden er gezellig op los.
Na Ninon’s vertrek scheen hU nog rwljgaa
mer te worden. Gloeiend heet had de son ge
brand en loodzwaar drukte da lucht op het
grauwe watervlak. De oude dame staarde da
patrijspoort uit naar de dreigende wolken, dia
van alle kanten kwamen opeetten.
„Storm op til. m’n jongen,” zeide sa,
„Storm op til, zoo te het, de zee is wonderlijk
wispelturig als een vrouw, moederl”
HU zag haar Hef gezicht voi toewijding naar
hém gekeerd.
„Kn ik dan, m’n jongen?” ‘n Licht verwQb
lag in haar stem. Zachtjes, heel zachtjes sloot
ze het venster en ging voor hem staan.
u, moeder, behalve u.” sel hjj kort.
Joseph ztfn armen om haar been en
papieren
voorschijn
het behoud van ’n leven, dat vocht
meedoogenlooae golven. Als veralin-
De werken van Lenin genieten een buitenge»
wone belangstelling tn Sovjet-Rualand. m de 73
talen van bet land zijn 2380 werken van Lenin
uitgegeven, met een totale oplaag van meer
dan 84 millioen. Gedurende bet jaar IMS ztjn
140 werken van Lenin uitgegeven zoet een op
laag van 8.137.000 exemplaren.
Tuimeltje vergat heelemaal, dat de koning op hem zat te
wachten en liep met de twee kikkers mee. Ze kwamen in de
balzaal en daar was volop muziek. Alle kikkertjes waren ver
kleed.' De een al gekker dan de ander. Ze huppelden op de
maat van de muziek op en neer en maakten de gekste spron
gen. Een heel dikke kikvorsch hield er de stemming in. HU
laohte zoo lang en zoo hard, dat het boven de muziek uitklonk
en Tuimeltje begon al direct mee te dansen.
het heele geval als
zich
man, die hem bjj den rechteram
bij verlies van een hand,
een voet of een oog
drie vorsten de gedachte van het Britsche I me_Meniad.’
keizerrijk in krachtige poëzie wist te beli
chamen, en die, spijts het Ietwat grove en
rhetorische karakter van veel zijner ge
dichten, den zin en het wezen van de En
gelsche wereldmacht in sterke poëtische
formuleeringen heeft uitgedrukt.
Prachtig ging de zon onder. de gouden stra
len vulden de kajuit onder ‘n rossen gloed.
Samen hadden ze nu gewandeld langs het
strand en Joseph las haar voor uit een werk
van Maurois, Ninon’s lievelingsschrijver.
„OnnatuurlUk als afwezig.” klonk zijn stem.
„Je bent er niet bU- Is het soms van vreugde,
dat je gauw weer in de vaart komt?” zei Ninon
plagend.
Ze lachte haar diepen sonoren lach.
,.Ik. ik heb je iets te zeggen. Het is mijn ge
woonte niet mU uit te drukken iu sierlijke
woordkeuze. Eén vraag slechts. Wil Je mijn
vrouw worden. Ninon?”
t Was alsof zyn hart stilstond. Iedere se
conde geleek een eeuwigheid, tot zjj sprak. Zou
Ninon haar kleine tengere handen in de zijne
leggen, hem haar jawoord schenken?
Doch verschrikt keken de diepblauwe oogen
hem aan.
„JU. je bent een held. Joseph en ik.... ik
deug niet voor de vrouw van een held!”
,4e wilt dus niet en ik dacht nog wel, dat Ja
bewondering en dankbaarheid, dat was tl"
Ninon's stem trilde.
JB het je laatste woord. Ninon?” Joaephte
stem klonk stroef. HU wrong als bet ware da
woorden zijn keel uit.
Het meisje knikte stil voor zich uit. Da stra
len der ondergaande zon bleven nog even
hangen in het golvende blonde haar.
Het te haar schuld niet; doch «U kan ndj
niet liefhebben. Joeeph sloot het boek met een
zucht. En het was hem of bet leven In hem
werd neergeslagen.
46
Pas op, sel hjj. Ik-heb u gezegd dat u
een leelUke vergissing begaat. Ik ben mr.
Jocelyn Chenery, een zoon van lord Hadmln-
Btowe....
U lijkt er wel opl grinnikte de inspecteur
met een blik op Jocelyn's bevuilde kleedlng,
handen en gelaat. U lijkt er precies op.
U kunt spotten zooals u wilt, maar Ik
»g de waarheid, beet Jocelyn terug. U zult
mün kaartje in mijn zak vinden als u de
moeite nemen wilt. En dit is mUn huisknecht
Jannaway, en deze heer is een bekend Ame-
rikaansch millionnair; u kunt u zelf slechts
last veroorzaken.
En wat hadden die edellieden en hun
knechts, alsmede Amerikaansche mlllionnalrs
allen gewapend, op dit uur van den nacht op
andersmans daken uit te voeren, vroeg de
Inspecteur met vernietigenden blik. Maak dat je
grootje wjjs, jongeman. Vooruit mannen, naar
beneden.
Jocelyn had een scherp antwoord op SU
tong maar Hadley keek hem kalmeerend aan
en schudde zijn hoofd en Jannaway viel met
effen, sussende stem In;
A T r* A D/^iKTK.T'Ó’Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen p 7^0 - levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door p 7^0 bij een ongeval met p OKA
/Al «I <r< /X FllJI V I V r*. o ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen UV»" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen 1 Uw»" doodeUjken afloop fciuU»”
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL'
Toen ze zoo gezellig aan tafel zaten, zag Tuimeltje eensklaps
een heel gekke kikvorsch, die als roover verkleed was en naast
dien kikvorsch liep er nog een met een aardig jurkje aan. Die
gingen naar het bal der kikkertjes. Tuimeltje wilde die kikkers
wel eens van nabij zien. HU sprong van zUn stoel en rende naar
het klkkermeisje. HU greep het luchtballonnetje, dat ze in
haar hand had en liet dat lustig heen en weer gaan tegen het
hoedje. En de roover deed net of hU kwaad werd en greep
naar zUn sabel. Oh, wat had Tuimeltje een pret.
leidende Ideeën van het Victoriaansche
tijdperk, vooral voor wat betreft de gods
dienstige opvatting over de roeping van het
British Empire In de beschaving der we
reld.
De „last van den blanke” werd door den
God der heirscharen op de schouders der
Engelschen gelegd. Dit is wel de grondge
dachte van Kiplings heele poëtische werk,
en de reden, waarom het zoo geweldig In
sloeg.
Maar de manier, waarop hjj deze gedach
te ultwerkte, vertoont een kracht en een
oorspronkelijkheid, die Inderdaad hem
recht geven op meer dan gewone waar-
deering van zijn dichterlijke begaafdheid.
HU wekt bU den lezer edele energieën en
dit vermogen, meegegeven aan zün werk,
sterft niet bU den dood van den maker.
Rouwt Engeland om een koning, die voor
al zal worden geprezen wegens de waardi
ge wijze, waarop hU de idee der constltu-
tloneele macht belichaamde, het verloor een
dichter, die gedurende de regeering van
IJ,- 7
Part
met
dende wolven stormden de watermassa's op de
ter hulp snellende „Paraat" toe.
De eerste stuurman en de zijnen hielden
stand. Tb midden der razende schuimkoppen,
welke zich hun prooi zagen ontgaan, werd het
werk volbracht, een menschenleven gered. Veel
later had hulp niet meer gebaat, want met
donderend gekraak brak het Jacht op de pier
te pletter. De „Paraat" keerde weer, mèt de
eigenares van de ongeluksboot.
Uitgeput lag de schlpbreukelinge in de Jas-
Juit”, onder de hoede van Joseph's moeder.
langzaam, heel langzaam scheen het leven
In haar terug te keeren.
„Waar ben ik, hoe is de naam van dit schip?”
vroeg het meisje verbaasd.
„Je bent vel-
lig aan wal, arm
kind. Mevrouw
Part bracht baar
voorzichtig
de hoogte.
■X* .Ninon”
vergaan?” Tra-
nen stonden in haar groote blauws oogen. Jta
ze te nog wel naar mU genoemd." voegde ae
er kinderlUk aam toe. „Aam wien heb ik mijn
redding te danken?”
„Het te de eigenaar van de „Paraat”. mUn
zoon.” zeide de oude dame, naar Joseph wij
zend.
„Uw zoon, mevrouw, is een held; ik zal hem
nooit vergeten. nooit!'Diep bewogen legden Ninon
haar kleine bleeke handen in die van Joseph.
HU schaamde zich bUna. zoo groot en ruw wa
ren de zUne, vergeleken bü die van haar.
De dagen, welke Ninon ten huize vam de
Part's verbleef, waren onvergeteUjk voor den
Jongen man.
,.Ls er iets heeriükers denkbaar dan haar
stem te mogen hooren.” dacht hU en bouwde
zich luchtkasteelen. „Hoe heerlUk moest dit ztin.
hU eerste stuurman en Ninon zün vrouwtje.”
Wanneer hu echter in haar nabUheid kwam,
gevoelde hU zich schuchter als een kind. Ninon
was een wonderlijke mengeling van schalksheid
en ernst.
De tüd verstreek en het meisje, nu geheel
hersteld, sou terugkeeren naar haar groot
ouders te Cherbourg, die vol ongeduld hun
kleindochter verbeidden.
Ninon wég, voor goed wég uit zün leven,
deze gedachte leek Joseph ondraaghjk. Had bet
k>t haar niet tot hem gevoerd? En gaf ze hem
geen hoop in den lach van haar oogen. sprak
ae van hem niet ate van haaw besten vriend?
anders van eenige beteelcenis aan 't licht dan
*n sigarettenkoker vam- aUumlnium en bU
Jocelyn een dito van goud. Hadley echter scheen
heel wat bU zich te hebben, afgezien nog vam
een belangrUk bedrag aan geld.
Ih wil u er even attent op maken, zei
hU droogweg, toen alles voor den inspecteur
op tafel lag. dat er zoowat tien k twaalfduizend
pond asm Engetoche bankbiljetten in die por
tefeuille zit; de nummers zUn in mUn boek
in Rita genoteerd. En zorg goed voor dien
diamant, hu vertegenwoordigt 'n fortuin.
De commissaris liet den Inspecteur alles
opbergen. Dan zei hU kort:
Doe de handboeien af, breng den knecht
in de cel en teat deze heeren op mUn kamer.
Dat gebeurt niet, zei Jocelyn met vaste
stem. Ik sta er op dat mUn knecht op dezelfde
wUse behandeld wordt als ik zelf. HU heeft
geen grooter misdaad begaan dam wU en als
hU niet behoorlUk behandeld wordt, aai ik
mUn beklag doen bU den Minister vam Bin-
nenlandsche Zaken.
De coanmtesawis deed of hu niets gehoord
had, maar hu sprak even met een hoofdagent.
Dam wees hU naar een geopende deur:
Gaat u Unnen, mr. Hadley en mr. Che
nery, zei hU- Uw knecht zal fatsoenUjk be
handeld worden, hU zal een stoel krijgen in de
wachtkauner.
Dan volgde hU hen In de kamer, sloot de
deur achter zich en ging voort: ik aai u houden
voor de personen die op uw kaartjes genoemd
staan, hoewel, daar ik u geen vam beiden ken.
u al die dingen van hun rechtanatiaen eiae-
Ik zou maar niets meer zeggen, mUnheer.
Die lui doen hun plicht. We kunnen oo het
bureau beter een verklaring geven van onze
bevreemdende positie.
Ha, hal Hier hebben we den wUzen Sa
lomon, lachte de inspecteur. Die wijsheid heb
Je bepaald op de beklaagdenbsmk opgedaan,
mUnheer de procureur-generaal. Een pracht-
knecht.
Jannaway vereerde den inspecteur met een
medelUdend lachje en stapte bedaard naar
beneden. Jocelyn volgde hem woedend. Toen
ze op den vloer van het atelier waren aange
komen keerde Hadley die
een leuke grap scheen te beschouwen
tot den
hield.
Ach, zei hU laconiek, in m’n rechterzak
zit een sigarenkoker. Wees zoo goed en haal
er een uit en steek hem in mUn mond en
houd er dan een vlammetje bU- Bedien u zelf
ook maar.
De inspecteur repte zich nUdig naderbU-
Houd je Amerikaansche snoeverU asje
blieft voor je, beval hU- En laat mUn mannen
me« rust. Vooruit.
Een der agenten opende een deur van het
atelier, waardoor men in den tuin kwam, de
processie trok af in den koelen nacht.
t Was gelukkig dat de zoo schrijnende
arrestatie plaats vond op zoo gevorderd uur,
anders zou de tocht van Joce'yn en zUn ge
zellen naar het politiebureau stellig de
nieuwsgierigheid van een min of meer beris-
pelUk publiek hebbpn opgewekt. Thans pas
ses Mary, spoedig terugtrok In den hulsellj-
ken kring. In de eerste jaren van zUn hu
welijk was hU zelfs gedwongen, zuinig te
leven, want het budget verdroeg, gezien de
hooge schulden, welke nog afgelost moes
ten worden, geen weelderige uitgaven.
In deze huteeUjke afzondering ontving
prins George, die zoolang zUn vader nog
Prins van Wales was, den titel droeg van
Hertog van York,, slechts weinige intieme
vrienden. Er waren geen kunstenaars on
der. Een uitzondering werd echter gemaakt
en die was voor den dichter Rudyard Kip
ling.
Van
dat zij aanvankeUjk heel veël voor Kipling
voelde, doch dat ze ernstig gechoqueerd
was door een gedicht „Recessional”, op
haar diamanten jubileum in „The Times”
gepubliceerd, hetwelk ze te stoutmoedig
vond. Kipling mocht dan al de grootste
dichter van Engeland wezen, dit nam niet
weg, dat hU den noodzakelUken afstand
moest bewaren. Om deze gewichtige reden
zou Rudyard Kipling nooit poet laureate
zUn geworden, indien men de faam mag
gelooven.
Eduard vn had zich van den dichter
weinig aangetrokken, misschien ook al, om
dat Kipling op het diamanten feest van ko
ningin Victoria, toen de Transvaalsche oor
log voorbereid werd, een duideUjke waar
schuwing tegen den overmoed van het En-
gelsche imperialisme gelanceerd had in het
laatste gedicht van zUn bundel „Service
Songs”, het bekende .Recessional". TUdens
den oortog was de dichter als dagblad
correspondent aan het front in Zuid-Afri-
ka; wat hU er zag, maakte een diepen in
naar gestoten zoudt kunnen hebben.. Wat ik
weten wü te wat u mannen van stand en van
fortuin had uit te richten vannacht op het dak
van dat laboratorium, nadat u in een belen
dend leegstaand huis hadt Ingebroken.
Jocelyn en Hadley keken elkaar eens aan.
Beiden waren ze er zich van bewust dat hun
geheim bewaard moest blUven. Een oogenbllk
sprak niemand.
U zult eenige aannemelUke reden hebben
op te geven heeren, zei de commisaris weer.
Al waart u hertogen of markiezen, dat te geen
verontschuldiging voor uw handelwUze. Da
politie heeft slechts haar plicht gedaan en
ais u eenig rechtsvaardlgheldsgevoel hebt zult
u toegeven dat zU zich wakker gedragen heeft.
Ik erken dat ons optreden inderdaad ver
dacht schijnt, zei Jocelyn.
De commissaris lachte.
Verdacht? Ik hoop dat u hr wij zen kunt
dat gU zUt voor wie gU u uitgeeft en dat u
een bevredigende verklaring voor uw op
treden geven kunt, merkte hU scherper
Anders hm. We hebben de laatste avonden
op dien knecht gelet van u. maar hU was oaa
te handig af. Vanavond echter hadden we onze
mannen al oo het terrein en w mgen u
binnengaan. Welnu, hoe luidt uw verklaring?
We bevinden ons in een benarde positie,
antwoordde Jocelyn. Maar kunt u zich voor
stellen dat een van ons beiden, mr. Hadley of
ik een verkeerd doel voor oogen had?
I> crsnmiwmrte haalde ongeduldig de Behou
ders op.
trigues, waarvan hU later de dupe
kunnen worden.
Van deze aangename opvoeding had
Eduard VU, die tot op hoogen leeftijd
kroonprins bleef, een dankbaar gebruik ge
maakt, als Prins van Wales had hU zjjn
naam wel eens hooren noemen in particu
liere schandalen, waarover hU ongetwUfeld
het zUne dacht, doch in de politiek had hU
met zorg de loffeUjke neutraliteit bewaard
waartoe hjj met zooveel overleg was opge
leid. HU las niet graag boeken. TerwUl Ko
ningin Victoria zich gaarne uit hare bi
bliotheek de nieuwste nieuwigheden
voorlezen, en ook de eerste werken
Kipling kende, voelde Eduard VII weinig
voor de fantasieën van dichters, maar het
gedicht, dat William Watson in 1903 bU
zUn kroning schreef, behaagde hem, en In
de poëzie van Kipling zag hjj wel iets.
Geen man van uitersten, was ook Geor
ge V niet voorbestemd om de dichtkunst
anders te beschouwen dan als een officieel
decorum van de Britsche wereldmacht
Maar hU hield van Ruyard Kipling.J
Hoe de kroonprins werd opgevoed,
haalt de bekende journalist Raymond Re-
eouly in het werk, dat ter gelegenheid van
bet kronlngsjubileum het vorig jaar ver
scheen „George V et son peuple” en dat
in menig opzicht geïnspireerd was door het
reeds aangehaalde „Edouard VII et son
t' temps”.
Als gouverneur kreeg de prins den eer
waarden heer John Dalton, vervolgens zou
hU volgens het verlangen van zUn regee-
u de wereldpubllcltelt het orgaan van
roem is geworden, treft den dichter
X’ een slecht lot. wiens dood door een
meer „actyeele” gebeurtenis uit de aan
dacht wordt verdrongen. Zoo verging het
den meest populalren letterkundige van En
geland, den zanger bU uitstek van het Brit-
che wereldrijk, Rudyard Kipling, toen en
kele dagen na zUn verscheiden de kolom
men, waarin over hem nog veel zou ge
schreven zUn, geheel in beslag werden ge
nomen door het sterfgeval van den Koning
van Engeland. Toch schuilt er een symbo
lische wUsheid in dezen loop van het lot.
Met Kiplings dood wordt in het Britsche
Rijk een regeering afgesloten, die in het
verleden verzinkt. Nergens groeit de ge
schiedenis zoo traag en zoo gelUkmatlg
als op het eiland in den Atlantischen
Oceaan, dat de zeven zeeën beheersclit,
maar ook daar vernieuwt zich de wereld,
en hoewel de overgangen van de eene his
torische periode naar de andere er veel
minder bruusk zUn dan elders, komen er
oogenblikken, waarop een zich bUna on
waarneembare verandering realiseert als
een feit.
De dichter, zoowel als de Koning van het
wereldrUk, waren conservatieve menschen.
die hun heele gedachtenleven en hun heele
gevoelsleven beschikbaar stelden aan de
idee der Engelsche wereldmacht, welke idee
zU echter Interpreteerden volgens een
humane, rustige, welwillende levensop
vatting. Belden afkeerig van het onbezon-
nene, het onverantwoordeUJke, verdedig
den zU door woord en voorbeeld de Engel
sche opvatting omtrent de verantwoorde
lijkheid.
In zUn levendig boek over Eduard vn
en zUn tUd, wUst de Fransche schrijver An
dré Maurois, die ook uitstekend over Kipling
heeft geschreven (n.l. in zUn boek „Magl-
ciens et Loglciens”) op de merkwaardige
traditie, waarin de toekomstige constitu-
tioneele vorsten worden opgevoed. Deze
traditie is gesticht door den Prins-gemaal
van koningin Victoria, prins Albert van
Saxen-Coburg. Ze bestond hierin, dat alle
leeraren van de toekomstige troonopvolgers
alles in het werk zouden stellen, In het ge
moed hunner pupillen den drang naar het
spontane en geestdriftige te verminderen.
In dit merkwaardige paedagogische systeem
speelt de afleiding een groote rol, en nie
mand stoort er zich aan, indien deze aflei
ding wel eens weinig overeenkomst schUnt
te vertoonen met den puriteinschen wezens
trek, die eigen is aan het Engelsche volk.
De jeugd van den Kroonprins wordt ver
ondersteld, lang te duren, en deze jeugd
wordt veraangenaamd door talrUke bezig
heden, welke den toekomstlgen vorst zoo-
seerde de optocht vrU rustig’ de verlaten straten
van St. John's Wood; maar toen de meer be
volkte verkeerswegen werden bereikt, werd hU
aangegaapt door heel wat late voetgangers,
lanterfanters en nachtvlinders en het speet
den drie samenzweerders al'ermlnst toen ze
eindeHJk de afstootende lucht van het voor
portaal van de rechtbank inademden. Uit de
straffe wUze waarop ze bewaakt werden kon
men opmaken, dat ze werden beschouwd als
Inbrekers van de gevaarlUkste soort en het
voorloopig verhoor vond dan ook plaats achter
gesloten deuren.
Wie zegt u dat u bent? vroeg de dienst-
commissarls, alle drie na een ge
fluisterd onderhoud met den Inspecteur ge
streng aanziend. En daar hü meer in het
bijeonder Jocelyn aankeek en deze minder
scheen te vertrouwen dan de belde anderen,
haastte deze zich te antwoorden met zooveel
waardigheid als bU zUn verwaarloosd ulterlUk
bestaanbaa? was.
Ik heb aan den Inspecteur mUn naam
en die van mUn vrienden reeds gezegd en....
Ieder antwoordt voor zichzelf, viel de
commissaris hem in de rede op een toon, die
geen tegenspraak duldde. U het eerst. En geen
onzin.
Wat bedoelt u met onzin? vroeg Jocelyn.
Indien ik geen handboeien aan had. dan zou
ik u mUn kaartje geven. Ik ben de Honourable
Jocelyn Spencer Chenery, zoon van graaf van
Hadminstowe. Tot voor twee weken, den dag
van zUn dood, was ik privé-secretaris van den
overleden Eerste Minister, mr. Pontifex. Ik
woon Down Street 520a, Piccadilly.
De commissaris die bU de verklaring van
Jocelyn van kleur verschoot, wendde zich tot
Hadley:
En u?
Ik heet John Hadley Stamford, ant
woordde deze met zUn kalmen glimlach. Ik
ben vrijgeboren Amerikaansch burger. Ik bezit
een huis in Philadelphia, en ook een te New
York, drie-en-twlntigste Avenue. MUn adres
in Londen is Hotel Rits. Piccadilly, waar ik
tegen hoogen prUs een aantal kamers heb
gehuurd. Er te hier in Londen ook een zaak
die aan mU toebehoort en die onder mUn naam
gedreven wordt, al doe ik zelf geen zak-n en
heb ik ook geen beroep. Ik ben ten slotte ook
millionnair, indien u daar belang in stelt.
En wie te die man met dien scherpen
neus? vroeg de commissaris die blUkbaar begon
te gelooven, dat men hem in het ootje wilde
nemen. Wellicht de Tsaar alter Russen?
MUn naam is Clarence Jannaway ant
woordde de onverstoorbare knecht. Ik ben in
dienst bU den Honourable mr. Chenery. Even
als mr. Chenery woon ik Down Street 520a
De commissaris keek van den een naar den
ander. Dan keerde hU rich naar den inspec
teur, knikte en zeide kort:
Keer hun zakken om.
Degenen die dichtbü konden komen, keken
hun oogen uit, toen verschillende artikelen en
uit de sakken der gevangenen te
kwamen. Wat Jannawav betreft,
bu hen bracht die serieuze fouillering niets
rende grootmoeder een der universlteits-
colleges, nL het Welllngton-coUege be
zoeken, maar Eduard VII zag hem lie
ver geplaatst op de zeevaartschool te Dar-
mouth en dit, ten paleize veelomstreden,
verlangen, won ten slotte de overhand. Hij
studeerde hier tezamen met zUn vroeg ge
storven ouderen broer, den hertog van Cla
rence tot 1879. Daarna maakten de belde
prinsen aan boord van de Bacchante een
wereldreis.
Over de ontvangst, die den prinsen
moest worden bereid in de vele landen,
welke zU bezochten, heerschte tusschen
Koningin Victoria en den toenmaligen Prins
van Wales wederom menig meeningsver
schil.
De koningin verlangde, dat haar klein
zoons zoo eenvoudig mogeUjk bejegend zou
den worden, de kroonprins daarentegen
hield vol, dat zUn zoons recht hadden
op het volledige ceremonieel, dat vooral in
Japan buitengewoon omvangrUk was. Ook
over de ontvangst in Egypte, volgens Vic
toria niet zonder gevaar wegens de aldaar
heerschende gebruiken, annex aan de gast-
vrUheid, heerschte oneenigheid ten hove,
maar Eduard wist rijn wil door te zetten
en de kleinzoon van de machtigste wedu
we ging overal een schitterend onthaal te
gemoet. Dit gaf hem het hooge idee van
rijn waardigheid, waardoor Eduard
▼eel mogelUk onttrekken aan politieke in- 21011 gekenmerkt had.
Het geval wilde echter, dat George, die
in Januari 1892 door het plotselinge over
lijden van rijn broer, den hertog van Cla
rence, kroonprins werd, geenszins gene
genheid voelde voor overdreven praalver
toon, maar zich, na zUn huweUjk met prin-
y-Moen Joseph Part ate eerste stuurman ont-
I stee kreeg, gevoelde hU zich diep onge-
-A lukklg- Geen wonder ook. Part bezat na-
melUk een groote verachting voor .landkrab
ben”. De gedachte alleen nu zelf een landkrab
te worden, pUnigde hem dag en nacht.
ZUn woonvertrek, met het ruim uitricht op
zee, richtte hU ate kajuit in; zoodoende bleef
Joeeph in de sfeer.
Drie jaren waren verstreken, de malstee hield
aan. weinig schepen kwamen in de vaart.
De oude mevrouw Part, sinds gerulmen tUd
weduwe en gepenrionneerd, woonde bU Joeeph
in. ZU kende zUn voorliefde voor „den grooten
plas” en hechtte haar goedkeuring aan zUn
daadwerkelUk steunen van het reddingswerk op
zee.
Paraat, dkt was de naam van Part’s boot.
Het gebeurde op een Vrijdagavond. Dreigend
zag de lucht vol onweerskoppen. Bezorgd
staarde de oude dame de patrijspoort uit.
„Storm op til, m’n Jongen." zeide se kort.
Het was haar gewoonte niet veel te spreken.
Ze had *n moeilUk teven achter zich.
„Storm op til. zóó te het, de zee te wonderlUk
wispelturig, ate *n vrouw, moeder." Joeeph
lachte.
,JEn ik
woorden.
Ze stond nu vóór hem met haar lief gericht
vol rimpels onder het grijze krulhaar. Vol toe
wijding zag ze hem aan.
^Behalve u. moeder, behalve u.” zeide Joeeph
teeder.
In alles betrekt zU richzelve. dacht hU en
glimlachte-
Loodzwaar drukte "h dlkbewoikte lucht op
het grauwe watervlak. Een onheilspellende rust
heerschte. Toen de storm opstak, de wind
loeide en floot, toen bliksemschichten het ruim
doorkliefden, klonk angstig het luiden der
noodklok, ‘n Jacht verkeerde in gevaar.
„Ze hebben mU noodlg. moeder.” Joeeph leek
forscher dan ooit met zUn hooge zeemanslaar
zen aan, in zUn zwartleeren kiel en met zün
zuidwester op.
„Oa met God. mUn jongen," zei het tengere
moedertje en kuste hem.
Aan het hoofd van ’n reddingsploeg streed
druk, welken men in zUn venen uit die
jaren tenigvindt.
Koning George echter, die zoomin als
zUn vader, een liefhebber van lectuur was,
waardeerde den dichter van de „Departe-
mantal Ditties”, „Te Barrack Room Bal
lads”, „The Seven Seas”, „The Five Na
tions”, „The Service Songs” en de talrUke
Engelsche liederen gedurende den grooten
wereldoorlog als een onderdeel van Enge-
lands imperiale grootheid. Bovendien was
hU, als leder rechtgeaard Engelschman,
gecharmeerd door de onweerstaanbare ver
telkunst van den grooten novellist.
Niettemin zou het onjuist zUn, Rudyard
Kipling te beschouwen als een typisch ver
tegenwoordiger van de Engelsche poëzie ten
tUde van koning George V. Naar Inhoud
en vorm behooren z|jn gedichten tot de
periode der „later Victorians”, waartoe de
dichter in de litteratuur-geschiedenis ge
rekend zal bUjven worden. De vernieuwing
der Engelsche poëzie onder Invloed van
Yeats, Rupert Brooke, Wilfried Owen, T. S.
Elliot is aan hem voorbUgegaan, zonder
eenigen invloed uit te oefenen op zUn
geest. Voor het werk der modernsten bleef
hU vrijwel gesloten.
Was zUn wereldpopulariteit als dichter
werkelUk evenredig aan rijn genie? Heeft
men hem niet overschat op grond van over
wegingen, die in wezen totaal niets, of al
thans heel weinig met de beoordeeling van
poëzie te maken hebben? Zal zUn roem
voortduren, en zal zün kunst de eeuwen
overleven? Of verzinkt met rijn persoon
ook zün grootheid?
Zeker is de inspiratie van Rudyard Kip
ling ten nauwste verbonden geweest aan de