van Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden 1? den day Engeland rouwt F 750.- deIosprijs Ninon VOOR LORDEN 4 ZATERDAG 25 JANUARI 1936 George V en Kipling '4 vn Geschriften van Leiiin 16 17 DOOR FLETCHER - W i. 4. OP dan?” *n BUI verwijt la* in haar die koningin Victoria wordt verteld, JT zou ▼er- doende AWtordt vervolgd) De apotheose van Koning Georges roem rijke regeering, die hij op 6 Mei J. nog mocht beleven. De terugkeer van den vorst op Buckingham Palace na den dienst in St. Paul’s-cathedral Toen weende |ala een kind. liet van Neen, Tuimeltje had nooit gedacht, dat kikvorschen boo’d mooie muziek konden maken. Alle muzikanten zaten op een versierde verhooging. Ze hadden zwarte broekjes en jasjes aan met mooie gesteven overhemdjes en kleine zwarte dasjes. De slagwerker sloeg voortdurend twee koperen deksels tegen el kaar. De cellist, die al oud scheen te zijn, bespeelde heel vaardig zjjn instrument en de twee andere leden van het muziekcorps toeterden er gezellig op los. Na Ninon’s vertrek scheen hU nog rwljgaa mer te worden. Gloeiend heet had de son ge brand en loodzwaar drukte da lucht op het grauwe watervlak. De oude dame staarde da patrijspoort uit naar de dreigende wolken, dia van alle kanten kwamen opeetten. „Storm op til. m’n jongen,” zeide sa, „Storm op til, zoo te het, de zee is wonderlijk wispelturig als een vrouw, moederl” HU zag haar Hef gezicht voi toewijding naar hém gekeerd. „Kn ik dan, m’n jongen?” ‘n Licht verwQb lag in haar stem. Zachtjes, heel zachtjes sloot ze het venster en ging voor hem staan. u, moeder, behalve u.” sel hjj kort. Joseph ztfn armen om haar been en papieren voorschijn het behoud van ’n leven, dat vocht meedoogenlooae golven. Als veralin- De werken van Lenin genieten een buitenge» wone belangstelling tn Sovjet-Rualand. m de 73 talen van bet land zijn 2380 werken van Lenin uitgegeven, met een totale oplaag van meer dan 84 millioen. Gedurende bet jaar IMS ztjn 140 werken van Lenin uitgegeven zoet een op laag van 8.137.000 exemplaren. Tuimeltje vergat heelemaal, dat de koning op hem zat te wachten en liep met de twee kikkers mee. Ze kwamen in de balzaal en daar was volop muziek. Alle kikkertjes waren ver kleed.' De een al gekker dan de ander. Ze huppelden op de maat van de muziek op en neer en maakten de gekste spron gen. Een heel dikke kikvorsch hield er de stemming in. HU laohte zoo lang en zoo hard, dat het boven de muziek uitklonk en Tuimeltje begon al direct mee te dansen. het heele geval als zich man, die hem bjj den rechteram bij verlies van een hand, een voet of een oog drie vorsten de gedachte van het Britsche I me_Meniad.’ keizerrijk in krachtige poëzie wist te beli chamen, en die, spijts het Ietwat grove en rhetorische karakter van veel zijner ge dichten, den zin en het wezen van de En gelsche wereldmacht in sterke poëtische formuleeringen heeft uitgedrukt. Prachtig ging de zon onder. de gouden stra len vulden de kajuit onder ‘n rossen gloed. Samen hadden ze nu gewandeld langs het strand en Joseph las haar voor uit een werk van Maurois, Ninon’s lievelingsschrijver. „OnnatuurlUk als afwezig.” klonk zijn stem. „Je bent er niet bU- Is het soms van vreugde, dat je gauw weer in de vaart komt?” zei Ninon plagend. Ze lachte haar diepen sonoren lach. ,.Ik. ik heb je iets te zeggen. Het is mijn ge woonte niet mU uit te drukken iu sierlijke woordkeuze. Eén vraag slechts. Wil Je mijn vrouw worden. Ninon?” t Was alsof zyn hart stilstond. Iedere se conde geleek een eeuwigheid, tot zjj sprak. Zou Ninon haar kleine tengere handen in de zijne leggen, hem haar jawoord schenken? Doch verschrikt keken de diepblauwe oogen hem aan. „JU. je bent een held. Joseph en ik.... ik deug niet voor de vrouw van een held!” ,4e wilt dus niet en ik dacht nog wel, dat Ja bewondering en dankbaarheid, dat was tl" Ninon's stem trilde. JB het je laatste woord. Ninon?” Joaephte stem klonk stroef. HU wrong als bet ware da woorden zijn keel uit. Het meisje knikte stil voor zich uit. Da stra len der ondergaande zon bleven nog even hangen in het golvende blonde haar. Het te haar schuld niet; doch «U kan ndj niet liefhebben. Joeeph sloot het boek met een zucht. En het was hem of bet leven In hem werd neergeslagen. 46 Pas op, sel hjj. Ik-heb u gezegd dat u een leelUke vergissing begaat. Ik ben mr. Jocelyn Chenery, een zoon van lord Hadmln- Btowe.... U lijkt er wel opl grinnikte de inspecteur met een blik op Jocelyn's bevuilde kleedlng, handen en gelaat. U lijkt er precies op. U kunt spotten zooals u wilt, maar Ik »g de waarheid, beet Jocelyn terug. U zult mün kaartje in mijn zak vinden als u de moeite nemen wilt. En dit is mUn huisknecht Jannaway, en deze heer is een bekend Ame- rikaansch millionnair; u kunt u zelf slechts last veroorzaken. En wat hadden die edellieden en hun knechts, alsmede Amerikaansche mlllionnalrs allen gewapend, op dit uur van den nacht op andersmans daken uit te voeren, vroeg de Inspecteur met vernietigenden blik. Maak dat je grootje wjjs, jongeman. Vooruit mannen, naar beneden. Jocelyn had een scherp antwoord op SU tong maar Hadley keek hem kalmeerend aan en schudde zijn hoofd en Jannaway viel met effen, sussende stem In; A T r* A D/^iKTK.T'Ó’Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen p 7^0 - levenslange geheels ongeschiktheid tot werken door p 7^0 bij een ongeval met p OKA /Al «I <r< /X FllJI V I V r*. o ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen UV»" verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen 1 Uw»" doodeUjken afloop fciuU»” AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL' Toen ze zoo gezellig aan tafel zaten, zag Tuimeltje eensklaps een heel gekke kikvorsch, die als roover verkleed was en naast dien kikvorsch liep er nog een met een aardig jurkje aan. Die gingen naar het bal der kikkertjes. Tuimeltje wilde die kikkers wel eens van nabij zien. HU sprong van zUn stoel en rende naar het klkkermeisje. HU greep het luchtballonnetje, dat ze in haar hand had en liet dat lustig heen en weer gaan tegen het hoedje. En de roover deed net of hU kwaad werd en greep naar zUn sabel. Oh, wat had Tuimeltje een pret. leidende Ideeën van het Victoriaansche tijdperk, vooral voor wat betreft de gods dienstige opvatting over de roeping van het British Empire In de beschaving der we reld. De „last van den blanke” werd door den God der heirscharen op de schouders der Engelschen gelegd. Dit is wel de grondge dachte van Kiplings heele poëtische werk, en de reden, waarom het zoo geweldig In sloeg. Maar de manier, waarop hjj deze gedach te ultwerkte, vertoont een kracht en een oorspronkelijkheid, die Inderdaad hem recht geven op meer dan gewone waar- deering van zijn dichterlijke begaafdheid. HU wekt bU den lezer edele energieën en dit vermogen, meegegeven aan zün werk, sterft niet bU den dood van den maker. Rouwt Engeland om een koning, die voor al zal worden geprezen wegens de waardi ge wijze, waarop hU de idee der constltu- tloneele macht belichaamde, het verloor een dichter, die gedurende de regeering van IJ,- 7 Part met dende wolven stormden de watermassa's op de ter hulp snellende „Paraat" toe. De eerste stuurman en de zijnen hielden stand. Tb midden der razende schuimkoppen, welke zich hun prooi zagen ontgaan, werd het werk volbracht, een menschenleven gered. Veel later had hulp niet meer gebaat, want met donderend gekraak brak het Jacht op de pier te pletter. De „Paraat" keerde weer, mèt de eigenares van de ongeluksboot. Uitgeput lag de schlpbreukelinge in de Jas- Juit”, onder de hoede van Joseph's moeder. langzaam, heel langzaam scheen het leven In haar terug te keeren. „Waar ben ik, hoe is de naam van dit schip?” vroeg het meisje verbaasd. „Je bent vel- lig aan wal, arm kind. Mevrouw Part bracht baar voorzichtig de hoogte. ■X* .Ninon” vergaan?” Tra- nen stonden in haar groote blauws oogen. Jta ze te nog wel naar mU genoemd." voegde ae er kinderlUk aam toe. „Aam wien heb ik mijn redding te danken?” „Het te de eigenaar van de „Paraat”. mUn zoon.” zeide de oude dame, naar Joseph wij zend. „Uw zoon, mevrouw, is een held; ik zal hem nooit vergeten. nooit!'Diep bewogen legden Ninon haar kleine bleeke handen in die van Joseph. HU schaamde zich bUna. zoo groot en ruw wa ren de zUne, vergeleken bü die van haar. De dagen, welke Ninon ten huize vam de Part's verbleef, waren onvergeteUjk voor den Jongen man. ,.Ls er iets heeriükers denkbaar dan haar stem te mogen hooren.” dacht hU en bouwde zich luchtkasteelen. „Hoe heerlUk moest dit ztin. hU eerste stuurman en Ninon zün vrouwtje.” Wanneer hu echter in haar nabUheid kwam, gevoelde hU zich schuchter als een kind. Ninon was een wonderlijke mengeling van schalksheid en ernst. De tüd verstreek en het meisje, nu geheel hersteld, sou terugkeeren naar haar groot ouders te Cherbourg, die vol ongeduld hun kleindochter verbeidden. Ninon wég, voor goed wég uit zün leven, deze gedachte leek Joseph ondraaghjk. Had bet k>t haar niet tot hem gevoerd? En gaf ze hem geen hoop in den lach van haar oogen. sprak ae van hem niet ate van haaw besten vriend? anders van eenige beteelcenis aan 't licht dan *n sigarettenkoker vam- aUumlnium en bU Jocelyn een dito van goud. Hadley echter scheen heel wat bU zich te hebben, afgezien nog vam een belangrUk bedrag aan geld. Ih wil u er even attent op maken, zei hU droogweg, toen alles voor den inspecteur op tafel lag. dat er zoowat tien k twaalfduizend pond asm Engetoche bankbiljetten in die por tefeuille zit; de nummers zUn in mUn boek in Rita genoteerd. En zorg goed voor dien diamant, hu vertegenwoordigt 'n fortuin. De commissaris liet den Inspecteur alles opbergen. Dan zei hU kort: Doe de handboeien af, breng den knecht in de cel en teat deze heeren op mUn kamer. Dat gebeurt niet, zei Jocelyn met vaste stem. Ik sta er op dat mUn knecht op dezelfde wUse behandeld wordt als ik zelf. HU heeft geen grooter misdaad begaan dam wU en als hU niet behoorlUk behandeld wordt, aai ik mUn beklag doen bU den Minister vam Bin- nenlandsche Zaken. De coanmtesawis deed of hu niets gehoord had, maar hu sprak even met een hoofdagent. Dam wees hU naar een geopende deur: Gaat u Unnen, mr. Hadley en mr. Che nery, zei hU- Uw knecht zal fatsoenUjk be handeld worden, hU zal een stoel krijgen in de wachtkauner. Dan volgde hU hen In de kamer, sloot de deur achter zich en ging voort: ik aai u houden voor de personen die op uw kaartjes genoemd staan, hoewel, daar ik u geen vam beiden ken. u al die dingen van hun rechtanatiaen eiae- Ik zou maar niets meer zeggen, mUnheer. Die lui doen hun plicht. We kunnen oo het bureau beter een verklaring geven van onze bevreemdende positie. Ha, hal Hier hebben we den wUzen Sa lomon, lachte de inspecteur. Die wijsheid heb Je bepaald op de beklaagdenbsmk opgedaan, mUnheer de procureur-generaal. Een pracht- knecht. Jannaway vereerde den inspecteur met een medelUdend lachje en stapte bedaard naar beneden. Jocelyn volgde hem woedend. Toen ze op den vloer van het atelier waren aange komen keerde Hadley die een leuke grap scheen te beschouwen tot den hield. Ach, zei hU laconiek, in m’n rechterzak zit een sigarenkoker. Wees zoo goed en haal er een uit en steek hem in mUn mond en houd er dan een vlammetje bU- Bedien u zelf ook maar. De inspecteur repte zich nUdig naderbU- Houd je Amerikaansche snoeverU asje blieft voor je, beval hU- En laat mUn mannen me« rust. Vooruit. Een der agenten opende een deur van het atelier, waardoor men in den tuin kwam, de processie trok af in den koelen nacht. t Was gelukkig dat de zoo schrijnende arrestatie plaats vond op zoo gevorderd uur, anders zou de tocht van Joce'yn en zUn ge zellen naar het politiebureau stellig de nieuwsgierigheid van een min of meer beris- pelUk publiek hebbpn opgewekt. Thans pas ses Mary, spoedig terugtrok In den hulsellj- ken kring. In de eerste jaren van zUn hu welijk was hU zelfs gedwongen, zuinig te leven, want het budget verdroeg, gezien de hooge schulden, welke nog afgelost moes ten worden, geen weelderige uitgaven. In deze huteeUjke afzondering ontving prins George, die zoolang zUn vader nog Prins van Wales was, den titel droeg van Hertog van York,, slechts weinige intieme vrienden. Er waren geen kunstenaars on der. Een uitzondering werd echter gemaakt en die was voor den dichter Rudyard Kip ling. Van dat zij aanvankeUjk heel veël voor Kipling voelde, doch dat ze ernstig gechoqueerd was door een gedicht „Recessional”, op haar diamanten jubileum in „The Times” gepubliceerd, hetwelk ze te stoutmoedig vond. Kipling mocht dan al de grootste dichter van Engeland wezen, dit nam niet weg, dat hU den noodzakelUken afstand moest bewaren. Om deze gewichtige reden zou Rudyard Kipling nooit poet laureate zUn geworden, indien men de faam mag gelooven. Eduard vn had zich van den dichter weinig aangetrokken, misschien ook al, om dat Kipling op het diamanten feest van ko ningin Victoria, toen de Transvaalsche oor log voorbereid werd, een duideUjke waar schuwing tegen den overmoed van het En- gelsche imperialisme gelanceerd had in het laatste gedicht van zUn bundel „Service Songs”, het bekende .Recessional". TUdens den oortog was de dichter als dagblad correspondent aan het front in Zuid-Afri- ka; wat hU er zag, maakte een diepen in naar gestoten zoudt kunnen hebben.. Wat ik weten wü te wat u mannen van stand en van fortuin had uit te richten vannacht op het dak van dat laboratorium, nadat u in een belen dend leegstaand huis hadt Ingebroken. Jocelyn en Hadley keken elkaar eens aan. Beiden waren ze er zich van bewust dat hun geheim bewaard moest blUven. Een oogenbllk sprak niemand. U zult eenige aannemelUke reden hebben op te geven heeren, zei de commisaris weer. Al waart u hertogen of markiezen, dat te geen verontschuldiging voor uw handelwUze. Da politie heeft slechts haar plicht gedaan en ais u eenig rechtsvaardlgheldsgevoel hebt zult u toegeven dat zU zich wakker gedragen heeft. Ik erken dat ons optreden inderdaad ver dacht schijnt, zei Jocelyn. De commissaris lachte. Verdacht? Ik hoop dat u hr wij zen kunt dat gU zUt voor wie gU u uitgeeft en dat u een bevredigende verklaring voor uw op treden geven kunt, merkte hU scherper Anders hm. We hebben de laatste avonden op dien knecht gelet van u. maar hU was oaa te handig af. Vanavond echter hadden we onze mannen al oo het terrein en w mgen u binnengaan. Welnu, hoe luidt uw verklaring? We bevinden ons in een benarde positie, antwoordde Jocelyn. Maar kunt u zich voor stellen dat een van ons beiden, mr. Hadley of ik een verkeerd doel voor oogen had? I> crsnmiwmrte haalde ongeduldig de Behou ders op. trigues, waarvan hU later de dupe kunnen worden. Van deze aangename opvoeding had Eduard VU, die tot op hoogen leeftijd kroonprins bleef, een dankbaar gebruik ge maakt, als Prins van Wales had hU zjjn naam wel eens hooren noemen in particu liere schandalen, waarover hU ongetwUfeld het zUne dacht, doch in de politiek had hU met zorg de loffeUjke neutraliteit bewaard waartoe hjj met zooveel overleg was opge leid. HU las niet graag boeken. TerwUl Ko ningin Victoria zich gaarne uit hare bi bliotheek de nieuwste nieuwigheden voorlezen, en ook de eerste werken Kipling kende, voelde Eduard VII weinig voor de fantasieën van dichters, maar het gedicht, dat William Watson in 1903 bU zUn kroning schreef, behaagde hem, en In de poëzie van Kipling zag hjj wel iets. Geen man van uitersten, was ook Geor ge V niet voorbestemd om de dichtkunst anders te beschouwen dan als een officieel decorum van de Britsche wereldmacht Maar hU hield van Ruyard Kipling.J Hoe de kroonprins werd opgevoed, haalt de bekende journalist Raymond Re- eouly in het werk, dat ter gelegenheid van bet kronlngsjubileum het vorig jaar ver scheen „George V et son peuple” en dat in menig opzicht geïnspireerd was door het reeds aangehaalde „Edouard VII et son t' temps”. Als gouverneur kreeg de prins den eer waarden heer John Dalton, vervolgens zou hU volgens het verlangen van zUn regee- u de wereldpubllcltelt het orgaan van roem is geworden, treft den dichter X’ een slecht lot. wiens dood door een meer „actyeele” gebeurtenis uit de aan dacht wordt verdrongen. Zoo verging het den meest populalren letterkundige van En geland, den zanger bU uitstek van het Brit- che wereldrijk, Rudyard Kipling, toen en kele dagen na zUn verscheiden de kolom men, waarin over hem nog veel zou ge schreven zUn, geheel in beslag werden ge nomen door het sterfgeval van den Koning van Engeland. Toch schuilt er een symbo lische wUsheid in dezen loop van het lot. Met Kiplings dood wordt in het Britsche Rijk een regeering afgesloten, die in het verleden verzinkt. Nergens groeit de ge schiedenis zoo traag en zoo gelUkmatlg als op het eiland in den Atlantischen Oceaan, dat de zeven zeeën beheersclit, maar ook daar vernieuwt zich de wereld, en hoewel de overgangen van de eene his torische periode naar de andere er veel minder bruusk zUn dan elders, komen er oogenblikken, waarop een zich bUna on waarneembare verandering realiseert als een feit. De dichter, zoowel als de Koning van het wereldrUk, waren conservatieve menschen. die hun heele gedachtenleven en hun heele gevoelsleven beschikbaar stelden aan de idee der Engelsche wereldmacht, welke idee zU echter Interpreteerden volgens een humane, rustige, welwillende levensop vatting. Belden afkeerig van het onbezon- nene, het onverantwoordeUJke, verdedig den zU door woord en voorbeeld de Engel sche opvatting omtrent de verantwoorde lijkheid. In zUn levendig boek over Eduard vn en zUn tUd, wUst de Fransche schrijver An dré Maurois, die ook uitstekend over Kipling heeft geschreven (n.l. in zUn boek „Magl- ciens et Loglciens”) op de merkwaardige traditie, waarin de toekomstige constitu- tioneele vorsten worden opgevoed. Deze traditie is gesticht door den Prins-gemaal van koningin Victoria, prins Albert van Saxen-Coburg. Ze bestond hierin, dat alle leeraren van de toekomstige troonopvolgers alles in het werk zouden stellen, In het ge moed hunner pupillen den drang naar het spontane en geestdriftige te verminderen. In dit merkwaardige paedagogische systeem speelt de afleiding een groote rol, en nie mand stoort er zich aan, indien deze aflei ding wel eens weinig overeenkomst schUnt te vertoonen met den puriteinschen wezens trek, die eigen is aan het Engelsche volk. De jeugd van den Kroonprins wordt ver ondersteld, lang te duren, en deze jeugd wordt veraangenaamd door talrUke bezig heden, welke den toekomstlgen vorst zoo- seerde de optocht vrU rustig’ de verlaten straten van St. John's Wood; maar toen de meer be volkte verkeerswegen werden bereikt, werd hU aangegaapt door heel wat late voetgangers, lanterfanters en nachtvlinders en het speet den drie samenzweerders al'ermlnst toen ze eindeHJk de afstootende lucht van het voor portaal van de rechtbank inademden. Uit de straffe wUze waarop ze bewaakt werden kon men opmaken, dat ze werden beschouwd als Inbrekers van de gevaarlUkste soort en het voorloopig verhoor vond dan ook plaats achter gesloten deuren. Wie zegt u dat u bent? vroeg de dienst- commissarls, alle drie na een ge fluisterd onderhoud met den Inspecteur ge streng aanziend. En daar hü meer in het bijeonder Jocelyn aankeek en deze minder scheen te vertrouwen dan de belde anderen, haastte deze zich te antwoorden met zooveel waardigheid als bU zUn verwaarloosd ulterlUk bestaanbaa? was. Ik heb aan den Inspecteur mUn naam en die van mUn vrienden reeds gezegd en.... Ieder antwoordt voor zichzelf, viel de commissaris hem in de rede op een toon, die geen tegenspraak duldde. U het eerst. En geen onzin. Wat bedoelt u met onzin? vroeg Jocelyn. Indien ik geen handboeien aan had. dan zou ik u mUn kaartje geven. Ik ben de Honourable Jocelyn Spencer Chenery, zoon van graaf van Hadminstowe. Tot voor twee weken, den dag van zUn dood, was ik privé-secretaris van den overleden Eerste Minister, mr. Pontifex. Ik woon Down Street 520a, Piccadilly. De commissaris die bU de verklaring van Jocelyn van kleur verschoot, wendde zich tot Hadley: En u? Ik heet John Hadley Stamford, ant woordde deze met zUn kalmen glimlach. Ik ben vrijgeboren Amerikaansch burger. Ik bezit een huis in Philadelphia, en ook een te New York, drie-en-twlntigste Avenue. MUn adres in Londen is Hotel Rits. Piccadilly, waar ik tegen hoogen prUs een aantal kamers heb gehuurd. Er te hier in Londen ook een zaak die aan mU toebehoort en die onder mUn naam gedreven wordt, al doe ik zelf geen zak-n en heb ik ook geen beroep. Ik ben ten slotte ook millionnair, indien u daar belang in stelt. En wie te die man met dien scherpen neus? vroeg de commissaris die blUkbaar begon te gelooven, dat men hem in het ootje wilde nemen. Wellicht de Tsaar alter Russen? MUn naam is Clarence Jannaway ant woordde de onverstoorbare knecht. Ik ben in dienst bU den Honourable mr. Chenery. Even als mr. Chenery woon ik Down Street 520a De commissaris keek van den een naar den ander. Dan keerde hU rich naar den inspec teur, knikte en zeide kort: Keer hun zakken om. Degenen die dichtbü konden komen, keken hun oogen uit, toen verschillende artikelen en uit de sakken der gevangenen te kwamen. Wat Jannawav betreft, bu hen bracht die serieuze fouillering niets rende grootmoeder een der universlteits- colleges, nL het Welllngton-coUege be zoeken, maar Eduard VII zag hem lie ver geplaatst op de zeevaartschool te Dar- mouth en dit, ten paleize veelomstreden, verlangen, won ten slotte de overhand. Hij studeerde hier tezamen met zUn vroeg ge storven ouderen broer, den hertog van Cla rence tot 1879. Daarna maakten de belde prinsen aan boord van de Bacchante een wereldreis. Over de ontvangst, die den prinsen moest worden bereid in de vele landen, welke zU bezochten, heerschte tusschen Koningin Victoria en den toenmaligen Prins van Wales wederom menig meeningsver schil. De koningin verlangde, dat haar klein zoons zoo eenvoudig mogeUjk bejegend zou den worden, de kroonprins daarentegen hield vol, dat zUn zoons recht hadden op het volledige ceremonieel, dat vooral in Japan buitengewoon omvangrUk was. Ook over de ontvangst in Egypte, volgens Vic toria niet zonder gevaar wegens de aldaar heerschende gebruiken, annex aan de gast- vrUheid, heerschte oneenigheid ten hove, maar Eduard wist rijn wil door te zetten en de kleinzoon van de machtigste wedu we ging overal een schitterend onthaal te gemoet. Dit gaf hem het hooge idee van rijn waardigheid, waardoor Eduard ▼eel mogelUk onttrekken aan politieke in- 21011 gekenmerkt had. Het geval wilde echter, dat George, die in Januari 1892 door het plotselinge over lijden van rijn broer, den hertog van Cla rence, kroonprins werd, geenszins gene genheid voelde voor overdreven praalver toon, maar zich, na zUn huweUjk met prin- y-Moen Joseph Part ate eerste stuurman ont- I stee kreeg, gevoelde hU zich diep onge- -A lukklg- Geen wonder ook. Part bezat na- melUk een groote verachting voor .landkrab ben”. De gedachte alleen nu zelf een landkrab te worden, pUnigde hem dag en nacht. ZUn woonvertrek, met het ruim uitricht op zee, richtte hU ate kajuit in; zoodoende bleef Joeeph in de sfeer. Drie jaren waren verstreken, de malstee hield aan. weinig schepen kwamen in de vaart. De oude mevrouw Part, sinds gerulmen tUd weduwe en gepenrionneerd, woonde bU Joeeph in. ZU kende zUn voorliefde voor „den grooten plas” en hechtte haar goedkeuring aan zUn daadwerkelUk steunen van het reddingswerk op zee. Paraat, dkt was de naam van Part’s boot. Het gebeurde op een Vrijdagavond. Dreigend zag de lucht vol onweerskoppen. Bezorgd staarde de oude dame de patrijspoort uit. „Storm op til, m’n Jongen." zeide se kort. Het was haar gewoonte niet veel te spreken. Ze had *n moeilUk teven achter zich. „Storm op til. zóó te het, de zee te wonderlUk wispelturig, ate *n vrouw, moeder." Joeeph lachte. ,JEn ik woorden. Ze stond nu vóór hem met haar lief gericht vol rimpels onder het grijze krulhaar. Vol toe wijding zag ze hem aan. ^Behalve u. moeder, behalve u.” zeide Joeeph teeder. In alles betrekt zU richzelve. dacht hU en glimlachte- Loodzwaar drukte "h dlkbewoikte lucht op het grauwe watervlak. Een onheilspellende rust heerschte. Toen de storm opstak, de wind loeide en floot, toen bliksemschichten het ruim doorkliefden, klonk angstig het luiden der noodklok, ‘n Jacht verkeerde in gevaar. „Ze hebben mU noodlg. moeder.” Joeeph leek forscher dan ooit met zUn hooge zeemanslaar zen aan, in zUn zwartleeren kiel en met zün zuidwester op. „Oa met God. mUn jongen," zei het tengere moedertje en kuste hem. Aan het hoofd van ’n reddingsploeg streed druk, welken men in zUn venen uit die jaren tenigvindt. Koning George echter, die zoomin als zUn vader, een liefhebber van lectuur was, waardeerde den dichter van de „Departe- mantal Ditties”, „Te Barrack Room Bal lads”, „The Seven Seas”, „The Five Na tions”, „The Service Songs” en de talrUke Engelsche liederen gedurende den grooten wereldoorlog als een onderdeel van Enge- lands imperiale grootheid. Bovendien was hU, als leder rechtgeaard Engelschman, gecharmeerd door de onweerstaanbare ver telkunst van den grooten novellist. Niettemin zou het onjuist zUn, Rudyard Kipling te beschouwen als een typisch ver tegenwoordiger van de Engelsche poëzie ten tUde van koning George V. Naar Inhoud en vorm behooren z|jn gedichten tot de periode der „later Victorians”, waartoe de dichter in de litteratuur-geschiedenis ge rekend zal bUjven worden. De vernieuwing der Engelsche poëzie onder Invloed van Yeats, Rupert Brooke, Wilfried Owen, T. S. Elliot is aan hem voorbUgegaan, zonder eenigen invloed uit te oefenen op zUn geest. Voor het werk der modernsten bleef hU vrijwel gesloten. Was zUn wereldpopulariteit als dichter werkelUk evenredig aan rijn genie? Heeft men hem niet overschat op grond van over wegingen, die in wezen totaal niets, of al thans heel weinig met de beoordeeling van poëzie te maken hebben? Zal zUn roem voortduren, en zal zün kunst de eeuwen overleven? Of verzinkt met rijn persoon ook zün grootheid? Zeker is de inspiratie van Rudyard Kip ling ten nauwste verbonden geweest aan de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 19