KEIZER FRANS JOSEPH I Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden de[osprijs VAN ZIJN TIJD EN DE STAA TSH00FDENI o 4X* h VOOR LONDEN DINSDAG 28 JANUARI 1936 c ABCOUDE 23 vierde hoofdstuk DOOR FLETCHER DE LANDBOUW EN DE MONE TAIRE POLITIEK IN BELGIË r* 7 m m Verbetering in het geheele econo mische bedrijfsleven van den Belgischen frank te ver- den ouden 2824 aan den koningsmoord op Alexander en Draga GOULMY. t •ji 47 7 vele De van =3 Gemeenteraad Donderdagmorgen aal de Gemeenteraad vergaderen. TN 1148 1682 1719 3442 1971 1725 >289 MÖ2 1678 1044 1511 1243 «20 454 De de 5 1 1 I I I l 1 I 1 I Toen (tonnen losprijs worden worden volgend hard oordeel het gesprek af: „Daar van komt niets! Wanneer een koning reeds op i en «54 315 784 330 013 322 715 319 325 739 663 208 M5 298 793 383 80 «7 00 97 59 84 26 31 04 00 92 17 11 36 39 38 )9 13 33 15 »8* 13c B 16 0 >7 19 10 0 3 5 0 7 8 4 4 4 5 I Toen de onderwUser weg was, greep kikker Karei een arm van Tuimeltje en sel: „WU je eens zien hoeveel inktpotten ik op elkaar kan dragen?" „Heel goed,” zei Tuimel, „ik zal ze wel aanreiken'' en ze stapelden wel zes inktpotten opeen. Tuimeltje vond het reusachtig en de twee ondeugden be merkten niet eens, dat de deur openging. Den volgenden dag moest Tuimeltje mee naar school om de kUtkertaal te leeren. Een heel wijze kikvorst zat voor de klas. Hij had een grooten bril op zijn neus staan en zag er allesbe halve gezellig uit. Tuimeltje scheen niet goed te kunnen lee ren. Hij moest geregeld lachen als de onderwijzer iets te gen hem zei en maakte hem geweldig kwaad, soodat de on derwijzer erg warm werd. Na een half uur ging hij eventjes weg om uit te blazen. voor Londen op het punt stond verbroken en het raadsel wellicht opgelost. er nog aan toe: „HU beschikte dan ook over ver-vooruitziende en bekwame medehelpers!” Hiermede gaf de oude keizer, zonder bet Uit te spreken, duidelijk te verstaan, wat hem ont brak. Hoewel persoonlijk hem onbekend, eerde de ste den ernst en de waardigheid, waarmede de I ftI« «U Hun pret sou niet lang meer duren. Plotseling ging de deur open en de onderwijzer stond naast kikker Karel, die van schrik al de inktpotten op den grond liet vallen. „Ach meester,” kermde kikker'Karei, ..Ik*kon er niets aan doen.” „Dat zal ik je wel leeren.” schreeuwde de orfderwUzer. en zich tot Tuimeltje en Karei wendend zei hü: .Jullie zullen alles netjes schoon moeten maken en dan direct naar bed worden gebracht.” Aziomatiseering der telefoon Het ligt In do bedoeling van den Rukstelefoondienst eer lang tot automatlseering van het telefoonver keer in deze gemeente over te gaan. Hier voor zal op het BkxnzWaard een kleine cen trale gebouwd worden. Men denkt het werk in den loop van 1937 gereed te hebben. anderen in Hotel Petronla hebben gedaan. Er op of er onder! zei Hadley binnen smonds. Ik reken er op. dat ik in dat huis kom voor de dag veel verder is Ik ga met u mee! riep Jocelyn, terwijl hij Hadley's hand drukte. De oudste der twee detectives keek den Minister aan en merkte op: We zouden er heen kunnen gaan mijn heer en het terrein eens verkennen. Het voor naamste is dat we alle achterdocht van de zijde der bewoners voorkomen Plotseling knipte de Minister vroolljk met de vingers Hij was blijkbaar in zijn element bij het maken van een nlan de campagne. Daar hij in «Un jonge laren een kranig soldaat was geweest en ook nu nog bjj het leger was gemoeid, was zulks niet andere dan patuurlijk en passend. Ik heb het! riep hij uit. Ik ken iemand, Bellingham, den romanschrijver die vlak bij die menschen woont. HU aal ons zijn huis afstaan als basia voor onze verdere operaties. Laat ons opstappen. Na eenig verder beraad werd besloten dat om alles te vermijden wat de aandacht op hen sou kunnen vestigen, rij zich zouden ver- deelen en dat zjj mr. Bellingham's huls op verschillende tijden van verschillende kanten zouden naderen. De Minister sou met Jocelyn en Hadley voorop gaan om den nietsvermoe- denden schrijver op de invasie in zijn gebied voor te bereiden. Hadley en Jocelyn dachten dat een ietsje van een ontbijt hun geen kwaad sou doen. biwlt de Minister yjtn Binnenlandscb# den. als stijging der rroothandelsprijzen. Het huldig prijsniveau is ongeveer dat van de Jaren 19321933, tot waar het diende op te klimmen om de nadeelige gevolgen van de de flatie weg te werken. De industrieels bedrijvig heid nam toe evenals de buitedlandsche han- del: het aantal werkloosen verminderde met circa 300.000 en de vooruitzichten zijn gunstig; de openbare financiën gaan In de richting van he^teL kolen- en «taalproductie stijgen, de handelsbalans daalde van 4.900 mlUioen frs. In 30 tot 900 mlllloen in 35 Het gemiddeld getal faillissementen daalde van 80 tn het le kwar taal tot 50. Gehoopt wordt op uitbreiding van deze ver betering De vooruitzichten zijn des te gunsti ger. omdat in de landen van het Sterllngblok en in Amerika de economische herleving met zekere stappen vooruitgaat. Hopen wij eveneens, dat de politieke moei- Hikheden die de Internationale atmosfeer drei gen te vertroebelen met succes kunnen worden afgeleid. Met optimisme is Belg» het nieuwe Jaar in gegaan. BU de hierna volgende discussie waarschuwde de heer Visscher voor de gedachte, dat nis devaluatie In België opleving bracht, dit ook In Nederland wel zoo sou zijn 8pr. vroeg daar over de meening van Ir Cools. Deze wee» er slechts op. dat zonder devaluatie de toestand in België nog slechter zou geweest zijn; reeds 47 landen hebben op ongeveer gelijke verhouding de muntdepreeiatie Ingevoerd gnSemattonale inuntstabllisatie acht spr wenschel|jk. Indivi dueel rijn de meesten voor devaluatie, maar en massa is men er nog tegen. Een positief ant woord op de vraag van den heer Visscher meen de spr. niet te mogen en kunnen geven (appl.i. De heer Visscher jneende. dat dit antwoord gewaardeerd mag worden en dat de rede van den heer Cools niet tot enthousiasme voor de valuatie zonder meer mag leiden. Voor spr. staat vast, dat op een devaluatie nog 'n tweede moet volgen. Op *n andere vraag betoogde ir. Cools nog. dat de loonen der werknemers met S pot. s|jn gestegen en een tweede verhooglng van 5 pet. in. het vooruitzicht is gesteld. Na een-dankwoord volgde sluiting. (Ongecorrigeerd.) Konlng George I van Griekenland genoot de vriendschap des keizers en zijn gewelddadige dood ging den monarch zeer aan het hart. Met konlng Konstantin stond keiaer Frans Joseph wèl in briefwisseling, maar een gele genheid om hem persoonlijk te leeren kennen, bood zich niet aan. In de vriendschap met Oscar H van Zweden kwam een groote verkoeling, toen deae vorst zich ponder meer bij de door Noorwegen geprocla meerde afscheiding nederlegde. De keizer, die het dualisme ook in zijn rijk had zien bin nendringen, was van meening, dat de Zweed- sche konlng het recht miste, om een deel van ,.,nlet weinig gestreeld Groot-Brittannl« ont moette de keizer slechts éénmaal en dan nog maar voor eenige minuten op het station van Innsbruck. Eduard VU bezocht den grijzen vorst herhaaldelijk en deed alle moeite om hem van Duitschland los te maken en in te lijven bjj de mogendheden, welke zich ten doel stelden om Duitschland geheel' te isoleeren, het. als t ware, met een ijzeren ring te rengeven. De keizer weigerde absoluut om aan het bondge nootschap met Duitschland ontrouw te worden, en. als de konlng bU elk bezoek dit thema aan roerde. dan gaf de monarch in 1909 hem zeer hoffelijk te kennen. ZUne Majesteit niet te kunnen ontvangen. Frans Joseph toch was den zielestrjjd moede, welken hem elk bezoek des konings opnieuw bracht. Desniettemin zagen vele staatslieden der monarchie het nut van een alliantie met Engeland in en niemand min der dan professor doctor Lammash zegt er van: „Dat de eenige alliantie, welie Ooatenrijk- Hongarjje in de toekomst mogelijkheden bieden kon, zoo ruet alle uitzichten op een verbond, die met Oroot-Britannlë was.” En als de konlng zelf den monarch voor zoo danige alliantie niet kon winnen, dan nam hU waarschijnlijk zijn toevlucht tot de gewezen keizerin der Franschen, Eugenie, die door den keizer met ridderlijke beminnenswaardigheden overladen werd. Of de physiek krachtige en goed ontwikkelde keizerin in hare private gesprekken net den monarch de Britsche plannen naar voren bracht, kan von Marguttl niet met ze kerheid zeggen. Evenwel durft hij veronderstel len, dat zulks wèl het geval was dat de keizerin met eenige hooge hoop Ischl verliet, daar anders konlng Eduard het volgende jaar I niet in de zomerverbljjfplaats des keizers zou I verschenen zijn. Met konlng George V en zijn gemalin maakte de keizer slechts als kroonprins en kroonprin ses kennis. Immers 'als konlng oogstte de mo narch. wat zijn vader gezaaid bad. Een bezoek aan Weenen was dan ook uitgesloten. Wat konlng Christiaan IX van Denemarken aangaat, waren de moeilijkheden tusschen beide souverelnen in 1864 al lang vergeten en hadden deze voor oprechte vriendschap plaats gemaakt. Deze hartelijke sympathie genoot ook zijn zoon eu opvolger Frederik vm. Konlng Christiaan Zaken was blijkbaar op het oorlogspad en hij had den kruitdamp In «Ti neua. Ze kit gen slechts gelegenheid om van de politie bun spullen weer in ontvangst te nemen en reden dan met hem In zjjn kolossalen auto weg. Mevr. Bellingham zal u wel een kop thee of koffie geven, zei hij. Later kunt u ont bijten. Ik heb zelf ook nog niet ontbeten. Zaken gaan voor. Denk eens aan, als wij die bende konden inrekenen en beslag leggen op onze tien mlllloen t merkte hij op. En tege HJkerttjd gaf hij den chauffeur order harder te rijden. Aan wisten dat baarheid zekeren. De gemiddelde daling van de landbouwpro ducten w*»40 pet. en die der niet-landboow- producten slechts 21 pet.; de daling der land bouwproducten van 40 pet. betref echter den handelaar: bij den boer was de daling zelfs 50 pet- waartegenover stond een verlaging der productiekosten van slechte-37 pet. Een duidelijk bewijs, dat de landbouw ruim schoots zijn deel heeft bijgedragen, om een politiek van goedkoop leven te doen gelukken. iJr werd teveel van de boeren gevraagd: bedrijven kwamen in een noodtoestand. deflattepoUtlek werd gevoerd op den rug de boeren. Belgit werd in zijn economisch bedrijfsleven ernstig bedreigd: het werd een noodtoestand voor de boeren, de banken en de Industrie. Belgische munt werd gevlucht; het good, securiteltobasis, vloeide weg. Na ontslag aan het ministerie- Theunis kwam de nieuwe Regeertng-Van Zeeland, die zich noemde die van de economische herleving. Einde Maart 1935 kwam de devaluatie met 28 pet als compensatie voor de dispariteit van de koopkracht van de nationale munt in binnen- en buitenland: contröle op crediet- en bank wezen: conversie van de renten; ruime en goedkoope credietverstrekking: verhooglng der groothandel.sprljzen en uitvoering van open bare werken. De devaluatie-periode. die nu intrad, werd door de landbouwers, wier geestesgeteldheid die der ontmoedigden was. niet betreurd. Weldra kwam er een verbetering in den toe stand en de Regeeiing toonde meer belang stelling voor den landbouw. De landbouwpoli tiek beoogde maatregelen tot verdediging van de blnnenlandsche markt en tot aanmoediging van de landbouweconomie. Aan de hand van grafieken en statistieken betoogde spr. voorts, dat sedert de devaluatie een aanzienlijke verbetering van den algemee- nen toestand van den landbouw te bespeuren viel, welke echter niet uitsluitend aan de waardevermindering van rte frae L« te danken; andere factoren als algemeene stij ging van zekere producten op de wereldmarkt, als granen (vooral tarwe', vleesch Cvarkens- vleesch vooral) hebben daartoe bijgedragen. Vergeleken met 1934 viel er in 1935 enkel stijging van de productenprijzen en daling van de productiekosten vast te stellen. Na dit voor de verschillende producten af- ronderlljk te hebben nagegaan, kwam spr. tot de vraag: ••Heeft de devaluatie ook verbetering gebracht in het geheele economische bedrijfsleven? De verhooglng der groot- en kleinhandels- - prijzen heeft de openbare meening ietwat ver ontrust; het was echter niets abnormaals, doch was als devaluatie-gevolg voorzien. Doch ook buiten de devaluatie deden zich factoren gel- - --- wisselkoers en Engeteche krep keizer kkinfcen on 's Bite van arètha, hem gunstig uitliet, omdat deze duidelijk liet blij ken. In die residentie niet georiënteerd te zijn, reide: „Aartshertog Leopold Salvator wil zich wel rustig houden en weten, dat ik in mijn lange regeerlngsperlode nimmer een diplomaat ontmoette, die wél goed geïnformeerd was." En hij liet nog volgen: „Door hen word ik immer op Ijs geleld; daartegen valt nu eenmaal niets te doen!" jget het Itallaansche koninghuis Frans Joseph I geen intieme betrel derhouden. Eerstens had hU de koning Humbert en koningin Margi te Weenen gebracht, om redenen aan de Ro- meinsche kwestie ontleend, te Rome niet kun nen beantwoorden; tweeden» was hem konlng Victor Emmanuel III persoonlijk onbekend, daar deze den monarch om de zooeven aange geven reden geen bezoek brengen kon. Het tragische eind van konlng Humbert ging I zijn rjjk zóó lichtvaakh^ ^’i)T ^ëv«n" v'óór den keizer zeer ter harte. „HU was een marte- ’Hes ontstemde het den monarch, dat Oscar n laar in den vollen zin des woords" hoorde von een precedent gesteld had, dat eenmaal ergens Marguttl den monarch zeggen. „De Italianen anders navolging vinden kon. Koning Gustaaf hebben alle reden om zijn nagedachtenis W V en koningin Victoria kwamen den ouden eere te houden, wijl hjj immer als waardig zoon keizer met zijn zestig-jarig regeerlngsjubilé van zijn grooten vader zich gedroeg, r1---- laatste was wel mijn politieke tegenstander, toch ben ik de eerste, om te erkennen, dat hU ook al» tegenstander mjj niet illoyaal behan- viel, hield hU er van, er bij te zijn, en het geijkte idee, dat *n Minister zooiets als een abstracte persoonlijkheid is, die aan een klein bureau dient te zitten in een soort van kazerne op Whitehall, vond geen genade in zijn oogen. Toen dan ook Jocelyn’s brief hem be reikte op een uur, dat den meeaten ongewoon vroeg sou hebben geleken, maar voor hem een uur wu als een ander, besefte hij onmlddellUk dat er een nieuwe phase in deae merkwaardige zaak was gekomen; en hij ontplooide terstond een energie welke aanstekelijk werkte. Vijf minuten na de ontvangst van het schrijven wu hjj op weg naar Scotland Yard; vijf minuten na zijn aankomst daar wu hij al weer vertrokken in gezelschap van twee hoog geplaatste detectieves op weg naar het poli tiebureau vanwaar de brief hem wu toege zonden. Hadley en Jocelyn hadden nauwelijks hun toilet beëindigd en bespraken een voorstel van Jannaway om voor hen een passend ont bijt te gaan halen uit de dlchtotbU gelepen lunchroom toen de energieke minister bij hen werd binnengeleid Natuurlijk gaan jullie hier ocgenbltk- keltjk vandaan, begon hij, beiden de hand drukkend. Dat zal gebeuren, zoo gauw u klaar bent. Maar zeg me eens, Cbenery, wat is dat. geheimzinnige nieuws, dat in uw boodschap verborgen ligt? Dit hier is hoofdinspecteur Folllngsbee en dit Inspecteur Sheringhatn, ik nam ze mee voor het geval deskundigen ge- wenscht konden zijn. Vertel dus eens wat er un de hand is. Nadat allen behalve de Minister, de beidë *k Mag hangen, als die knecht van u niet d» brutaalste en onheetln snMhte knaap K •aarvan ik ooit gehoerd heb! zei hij. Tsjleuw, diamanten! riep hij uit. duivels.... de losprijs werd gisterenavond be taald. En betaald in diamanten! keken allen elkander un en Be be- in te slen. dat het geheim van den te te detectlven, Hadley en Jannaway uit de kamer waren gestuurd, vertelde Jocelyn de gebeur tenissen van den vorlgen avond tot het oogen- bllk van zijn aanhouding en die van zijn gezellen. BU de vermelding van de diaman ten, die hU Vespuec! utt zijn zak had zien halen floot de minister tusschen zijn tanden. Alle pezsoonlljkt.” Gelijk in alles, aoo kwam ook bU ftet voeren van de buitenlandsche relaties 's keizers door niets te storen plichtsgevoel tot uidrukklng. Ook op dit terrein gaf hU zjjn heele persoonlijkheid, ten einde het welzijn en de veiligheid zijner volkeren te bevorderen. Maar het geluk heeft den keizer hierbij nooit gediend en het ont brak den monarch un goede medewerkers. Daarvan wu de keiaer ten zeerste overtuigd en als bewijs daarvoor kan dienen, dat hij tot aartshertog Leopold Salvator, die den vorst bij de lijkplechtigheden voor koning Christiaan IX te Kopenhagen vertegenwoordigd had en zich over den gezant der monarchie aldur zeer on en aoo had ik geen moeite toegang te krijgen tot uw kamer. Ik hoop, dat ik alles heb meege bracht wat u noodlg hebt, mijnheer. Nu, dat is een knap stuk werk! ze! Hadley. Ik wu er van overtuigd, mijnheer de com missaris, dat deze jongeman zou terugkomen en hier is hij. Je hebt wat opwinding veroor- zu! t Jannaway, met er zonder afscheid tuss<ri«nuit te knijpen. 3 Spijt me, als ik last veroorzaakt heb. merkte hjj op, mur dur ik niet slapen kon en dur ik wist, dat in den ochtend a'les zou terecht komen, dacht ik dat ik best schoon goed voor mijn meester en voor mr. Hadley kon gun halen. Ik mag wel zeggen dat ik geen rumoer maakte, toen ik hier wegging. De commissaris trok zijn wenkbrauwen op, als om te kennen te geven, dat een derge- HJke brutaliteit hem te boven ging. Ik heb uw brieven weggestuurd mr. Chenery en ik veronderstel dat er wel spoedig antwoord op zal komen, zei hij. Ik zal MU zijn, als ik u allen goeden dag kan zeggen; een stuk of wat gevallen als dit zou mijn buregu in qpspruk kunnen brengen. Het verlangen van den commissaris werd spoediger en meer ten volle verwezenlijkt, dan iemand die er onmlddellUk bij betrokken wu. verwacht had. In Diuto van een man op Jaren en een drogen jurist, die doodsbenauwd te voor elk precedent en angstvallig zich houdt aan de conventie, was de Minister van Binnenlandsche Zaken van die dagen een Jong en vurig poli ticus. werkzaam en actief en die zichzelf hseto- maal niét achterbakzch hield; als er leta te doen Fancy-fair Zondag werd in het RJC. Jeugdhuis een fancy-fair georganiseerd ten bate van de R.K. Jeugdbeweging en de Naai- vereeniging. Het wu den geheelen dag tot 's avonds laat een komen en gasrn van bezoe kers. Er waren vele gelegenheden ctn zijn geld kwijt te raken. vlucht te zoeken, dzn ia er van terugkeer geen sprake meer! De Portugeezen moesten het wel in het hoofd gekregen hebben, wanneer zij hem nog eens wilden onthalzen!” De éénige vorst, dien de keizer naast Wil helm II plutste, daar zijn trouw en aanhanke lijkheid die van den Dultschen keiaer even aarde, was koning Karel I van Roemenië. Ook diens gemalin, bekend als de kunstzinnige en dichterlijke Carmen Sylva, was eene begees terde voorvechtster van het vriendschapsver bond tusschen Roemenië «n den Habsburgschen staat, hetwelk op de hartelUke verstandhouding der beide heerschers zich grondvestte. Daarentegen genoot het kroonprlnselijk paar, de later regeerende koning Ferdinand I en ko ningin Marie, in geenen deele 's keizers sym pathie. Von Marguttl bemerkte zulk», toen in September 1901 de konlng, in die dagen nog kroonprins aan de groote manoeuvres deel nam. De keizer bekommerde rich weinig om zijn gast en behandelde hem met eene hof felijkheid, welke alle hartelijkheid miste. Toen dan ook bU *n veldmis, welke voor den keiaer en diens staf opgedragen werd, de kroonprins van Roemenië eerst veel te lut verscheen, liet de keizer na de godsdienstoefening deze opmer king hooren: „Onnauwkeurigheid is mU altijd een gruwel, maar bUzonder bjj leden van een heerschershute." Als prins Ferdinand in 1908 in naam van den konlng den keiaer met zUn jubilé kwam gelukwenschen, dan klaagde de monarch: „Jammer, werkelUk Jammer, dat ko nlng Karei niet zelf komen kan, dat had mU gelukkig gemaakt. Met de afvaardiging van zUn neef bereidt mU de goede konlng geen bijzon dere vreugde!” Hoe de verhouding was tot den vorst en Inte ren koning der Bulgaren Ferdinand I is heel moeilijk te zeggen. Zeker is het wel, dat de keiaer zijne werkelUk uitmuntende eigenschap pen, zjjn buitengewone bekwaamheden en zUne zeldzame geschiktheid voor het heerschersambt terecht hoogschatte, maar dat de monarch Bellingham's woning aangekomen. Hadley en Jocelyn deze te beduiden. zU vergingen van honger en oogenblik- kelUk werden ze aan de ontbijttafel gezet waar aan de leden van de familie gezeten waren, toen de Minister hen was komen overvallen. Wat dezen doortastenden man zelf betrof, hU kon niet worden overgehaald plaats te nemen om wat te eten, men gaf hevn een kop koffie en hU stapte er ongeduldig mee op en neer te* de detective in burger en Jannaway arri veerden, de eersten door de voordeur, de laatste door de zljingang. Toen riep hij een krijgsraad bijeen over wat thana te doen stond en ten slotte werd bepaald dat vooreerst Sheringhatn zich naar Villa Firensa begeven sou en sou trachten onder een of ander voor wendsel toegang te krijgen. Jannaway zou met hem meegaan en als Bheringham slaagde zou hU haastig terugkeeren en het hun laten weten, waarop dan verdere besluiten zouden worden genomen. (Wordt vervolgd). tronen ritten!" Ook van ko- rnlngin Elisabeth was de kel- hU alles deed om de welvaart van zijn volk te nlet er® 8*<Uend. HU vond het koningspaar bevorderen en niet op de laatste plaats het EQ”88**! beschaafd en duidde het spotten- voorbeeldlge familieleven van den monarch. Ook derwUze als een zuiver professorenpaar aan. zulks liever niet merken liet. Waarop dit laat- 1 „Wanneer men met hen spreekt” zoo be- klaagde zich de keizer bij graaf Para „moet men op zijn hoede zijn, ten einde zich niet bloot te geven. En dat vermoeit. Het zou ml; beter bevallen, wanneer de koning wat meer militair aangelegd was; dan pas zou er meer toenadering kamen. Dat hij zoo heelemaal geen soldaat is, stoot mjj eigenlijk van hem af.” Toen koningin Wilhelmina eenmaal te Weenen incognito vertoefde, bezocht de keiaer haai lang in haar hotel en kwam van dat bezoek zeer bevredigd terug. De gewezen regent Marla-Christina, schi Ministerie van België, een inleiding over bo vengenoemd onderwerp, waarvoor veel belang stelling bestond. Na vooraf de begrippen „inflatie. deflatie, devaluatie” enz. te hebben verduldehjkt, wees spr. op bet verloop van de muntdepreeiatie in België. De eerste inflatie van den Belgischen frank gebeurde door bet in omloop brengen van 6.109 milliard Duitsche marken (7t,y milliard Belg. frsJ; 1700 mlllloen mark werd terugbetaald in de periode, dat de mark in waarde daalde. In 1924—1925 daalde de Belgische frank, die men wilde stabiliseeren en onafhankelijk ma ken van den Franschen frank, die nog sneller daalde. In 1926 werd de stabilisatie doorge voerd aan een pond-sterilngwaarde van 173 Belg. frs. Voor landbouw, nijverheid en handel volg den jaren van ongekendzn bloei, toen in 1930 de depressie Intrad en op een deflatlepolltiek werd aangestuurd onder 3 motto: „de kostprij zen moeten verlaagd en de uitgaven vermin derd worden.” Andere landen namen hun toe vlucht tot de devaluatiepolltiek en Maart 1935 werd de Belg, franc met 28 pet. gedevalueerd. 8pr. gaf daarna de economische structuur aan van den Belgischen landbouw, die belang- rijker is dan de Belgische nijverheid; België werd ten onrechte als slechts een nUverheids- land aangezten en de Belgische handelspolitiek stond in dit treken. De rol van den landbouw was allereerst te zorgen, dat er veel en goed koop geproduceerd werd; dit moest aan het werkvolk toelaten met betrekkelijk lage loonen fatsoenlijk te bestaan en aldus de nUverheid In staat stellen ook goedkoop voort te brengen, opdat rij des te gemakkelijker zou kunnen mededingen op de buitenlandsche markten. Heel de sociale en economische politiek werd erdoor beheerscht. De grondslag van de han delspolitiek «ras de vrijhandel. -In feite was het een politiek, die voor de industrie uitgesproken protectionistisch en voor den landbouw vrij- handelsgezlnd was. Zoo kwamen In de 1216 ru brieken van het Belgische talstelsel 1200 nlj- verheidnartikelen en slechts een zestal land bouwproducten voor. In 30 kwamen de eerste moeilijkheden in land- en tuinbouw naar voren. De prijzen der producten daalden onrustbarend, de productie kosten bleven onveranderd. Eerst dienden heel wat vooroordeelen uit den weg geruimd te worden en de beteekenls van den landbouw in de economie van België dien de te worden aangegeven. De waarde der totale landbouwproductie is jaarlijks 14.700 mlllloen Belg. frs. De Belgische veeteelt alleen al te be- angrijker dan de opbrengst der kolenmijnen, die 2.892 mlllloen Belg. frs. bedraagt (veeteelt 6.500 mlllloen Belg. frs.). De landbouw omvat er 2 mlllloen HA. en 800.000 menschen staan aan het hoofd v«ri een landbouwbedrijf; de landbouwbevolking omvat 2 mlllloen inwoners van België of één kvrart van de heele bevolking. Na aan de hand van Index-cUfers nog ge wezen te hebben op den toestand van den Bel gischen landbouw, besprak tr. Cools de deflatie- perlode. Ds kostprijzen dienden verlaagd door de verlaging van de productiekosten en door sa- neering van een ongezond en te snel ontwik keld bedrijfsleven. Indien alle elementen, die den productieprijs beïnvloedden in eenzelfde verhouding als de 'landbouwproducten waren gedaald, dan sou mogelUk de deflatie voldoende uitslagen hebben opgeleverd. om de onaantast- beviel het den keizer zeer, dat Victor Emmanuel III rich geheel aan zjjn leger gaf en immer uniform droeg. Eindelijk kon de keizer niet ge noeg prijzen 's konings persoonlijke diep-rell- gieuze gezindheid, welke hem met zooveel takt over zUn uiterst moeilijke positie tegenover de PauselUke Curie heenbracht. Waar te Berlijn aan Italië als bondgenoot weinig waarde gehecht werd en men er haar niet immer als bondgenoot behandelde, was keizer Frans Joseph de meening toege daan: „ZUn wl) Italië’s bondgenoot of niet? Ik geloof, wü zijn het. Dan te het ook onze ïewezen regentes van E^ianje, koningin plicht van wellevendheid, om op het huidige ”Iarla'chri£tlna, schatte de keiaer bijzonder oogenblik” 't was in den Itallaansch-Turk- oor Ook de ener«teke en bemlnnenswaardige schen oorlog „Italië, zoo goed wU kunnen, 1111 ma,kt® hem 6811 op zijn minst diplomatiek te helpen.” Maar I ultste*enden indruk. met deze meening stond de grijze vorst In zUn Met 08 Portugeesche koninklUke familie had eigen landje alleen, zelfs graaf Aehrenthal, zjjn keizer bijna geen relatie. De wijze, waarop minister van Buitenlandsche Zaken, deelde Manuel II den troon verloor, mishaagde den deze niet. De keiaer voorzag van deze poli- I monarch zeer. Als de keiaer dan ook van tiek complicaties, „waarin wU zelf kunnen be- 11180 hertog van Vendóme vernam, dat de ex- trokken worden.” en de monarch heeft maar koning nog immer hoop had, naar Ltesabond als al te goed gezien. Aan den Tripolltaanacben heerschep weer te_ keeren, sneed de vont met oorlog hechtten zich twee Balkan-oorlogen en I de wereldoorlog. w Ook de Russische politiek van de oude mo- Pf1*ersJe B8rU8ht «oo schandelijk vertrekt narchle werd tegen den wil des vorsten ge-1slechts «taarop bedacht te, zijn heil in voerd. Voor Rusland toch koesterde de keiaer veel sympathie, hoewel hU niet alles, wat men te Petersburg deed, bewonderde en navolgens- waardlg vond. Die sympathie sproot voort uit zjjn conservatieven aard. Vanzelf kwam door een en ander de monarch weinig met den czaar in aanraking, maar wanneer die gelegen heid zich voordeed, putte hij zich uit in vrien delijkheden en attenties, waardoor de schuch tere en stille Nic en opgebeurd wei Koningin Victor ste steunde, was voor Marguttl niet recht dul delUk. Het is mogelijk dat de reden daarvan in het verleden lag. BU visites bleek ook, dat de keizer zich aan den koning niet gaf, gelijk men dat zou verwachten. Von Marguttl betreur de dat, daar hU meent, dat de keizer dienten gevolge veel goeden raad gemist heeft. Verder had zeker de overgang van prins Borts tot de Orthodoxe Staatskerk en het huwelijk met een evangelische vorstin tot een en ander bijge dragen. Konlng Nicolaas van Montenegro eerde de keizer om zUn buitengewoon scherp verstand en zUne vele buitengewone eigenschappen. Van den anderen kant vertrouwde de monarch hem toch niet geheel, wel wetende, dat de vorst met de politieke tegenstanders der monarchie le vendige betrekkingen onderhield en zich op het juiste oogenblik niet zou schamen zich aan de zUde der vijanden van OostenrUk-Hongarije te scharen. Toch beviel den keizer het rechtschapen optreden des konings en met ge noegen nam hU zUne betuigingen van vereering en aanhankelUkheid aan, te meer, omdat deae van een vorst van zUn leeftUd uitgingen, iets, wat bU keiaer Frans Joseph beduidend zwaar woog. Groot vertrouwen stelde de vorst in het Montenegrünsche kroonprlnaelUk paar. De sultans Abdul-Hamld en Mehmef V wa ren den keizer geheel onbekend, daar deze vorsten nimmer hunne residentie verlieten. Met koning Milan van Servië onderhield de keiaer de best denkbare relaties, iets, wat met zUn zoon Alexander niet zóó het geval was. Voonl diens huwelUk met Draga Masjin nam de keiaer den Jongen vorst zeer kwalijk. «Mrvan ik ooit gehoerd heb! zei hU. HU loopt er 'b nachts van door, ot dat niets te beteekenen heeft, en hjj komt morgen met het onnoozelste gezicht van de wereld terug. Dit te geen bijenkorf, jongeman! Jocelyn en Hadley sagen den onverstoor- baren Jannaway In de gang staan. Blijkbaar hzd hU van rijn slippertje partU getrokken om «Un tollet in orde te brengen. HU zag er onbe rispelijk uit; zUn peper- en zoutkleurig pak fertoonde geen smetje; een geur van schoon linnen hing om hem heen. In elke hand droeg hU een kleerenkoffer onder zUn rechterarm een «net zilver gemonteerde tolletdoos. onder zlln linker een dito, gemonteerd met goud. HU maakte rijn schoonste buiging en zei dan: Goeden morgen, mr. Chenery: goeden morgen mr. Hadley. Ik heb uw zaken meege bracht. mijnheer en daar ik er wel zeker van Vas, dat mr. Hadley prijs zou stellen op de «Une. ben Ut naar het Rltz-Hotel gegaan en at gehaald; ze hennen me daar, mijnheer tot den vrede” zoo sprak hU „zal tot schande worden, wanneer FrankrUk niet ein delijk ophoudt, Rusland met geld en al het mogelijke vol te stoppen. In Frankrijk moest men het schrikbeeld voor Europa’s rust zoe ken. En voor ons te het des te hachelijker, daar een daaruit voortgesproten oorlog met onzen volslagen ondergang kan eindigen.” üit de ver schillende uitlatingen des keizers kan men ook opmaken, dat de monarch noodgedwongen de overtuiging aanhing, dat de monarchie geen oorlog op meerdere fronten zou kunnen door staan. zonder uiteen te vallen. Met Zwitserland als grensland had men van zelf meer omgang. Slechts éénmaal kwam de keizer met de betreffende officieele persoonlUk- heden in onmlddelUJke aanraking en wel bij gelegenheid van zijn tosht op de Bodensee bij het stilhouden te Rorschach. Bij het heengaan seide de keiaer: „Een voortreffelijk volk, die Zwitsers; het doet mij waarachtig goed, éénmaal ook bU hen te zijn!" I De khedive van Egypte, Abbas n Hllml. kwam menigmaal te Weenen en was derhalve den keizer bekend. Ook de Sjach van Perrië, Moezaffer-ed-Dtn verscheen in Weenen en het viel den souvereln niet licht, dezen echt Azlatlschen potentaat met lieve attenties te behandelen. Ook de kroonprins, nu koning van Siam, kwam te Weenen en de keiaer zag met genoegen hoe deze prins zich aan de Eufopeesche toe standen aanpaste en van alles notitie nam. HU vond hem „hartelUk en behoorlijk hoffelUk.” Het militaire Japan trok den keizer aan en het viel hem niet moeilijk zich met de prinsen van het kelzerlUk huls in verbinding te stellen. Daar de keiaer de Engelsche taal niet kende, viel het moellUk met vertegenwoordigers der Unie in betrekking te komen, daar deze door gaans geen andere taal kennen. De oud-presl- dent Roosevelt, door den keizer ontvangen en met hem over zijn leeuwenjachten in Afrika sprekende, zelde: „Wat is dat alles vergeleken met den indruk, welken ik heden kreeg ter audiëntie bU uwen keizer! De herinneringen aan mUn leeuwenjachten geef ik zonder treu- Daar op konlng Peter de verdenking rustte, ren voor een audiëntie bU keizer Frans Joseph. Het gaat toch niet over zulke voorname eeuwen- ver- De Minister was de eerste die het stilzwijgen dat op deae woorden volgde, verbrak. Ziet eens hier, zei hU onstuimig, indien het geluk of het toeval of wat dan ook ons op den goeden weg gebracht heeft, dan dienen we te handelen. Die lui hebben tn geen enkel opzicht van het departement eenige belofte, dat sU vrijuit gaan. Als we ze kunnen arrsstee- ren, hebben we het recht om het te doen. Ik ben er voor ren terstond naar dat huis te gaan. Maar. HU hield een oogenblik op en keek naar de ernstige gezichten van die om hem heen ston den. Dan vervolgde hij: U «reet van de verschrikkelUke macht, die deae tnenachen hebben uitgeoefend. Ze zouden ons kunnen vernietigen, zooals rij die Voor de Ver. van oud-leerllngen van de RUkslandbouwwinterschool te Behagen hield Maandag Ir. U J. Cools, Rüksagronoom bU 3 niet yreemd te zijn, voelde Zich da keizer van oude overleveringen, als slechts bU in sich hem afgetrokken, iets, wat nog Toenam, toen de monarch ontwaarde, dat de koning met de idee van een Groot-Servlë rondliep, welk Groot-Servlë alleen ten koste der monarchie ken tot stand komen.Vandaar dat de konlng verschillende malen tevergeefs om een ge legenheid vroeg zich aan den keiaer te mogen voorstellen. En als deze het zou vergund heb ben, wilden het zijn ministers von Aehrenthal en Berchtold niet. Von Marguttl meent dat hier een politiek van speldeprlkken gevolgd werd, welke van veel de oorzaak geworden is. Van de Fransche presidenten ontmoette hU slechts éénmaal Felix Faure. Sympathie voor de republiek had de keizer niet. „Onze liefde Dese persoonlijk gelukwenschen. De houding van konlng Leopold n der Bel gen ten opzichte van zUne dochter, de gewezen vriendschappeUJk verkeer met den eerbied- «raardlgen keiaer ónmogelijk. Daarbij kwam nog, dat de monarch aangaande den koning dit oordeel toegedaan was: „Konlng Leopold is uitsluitend zakenman. Als zoodanig kan hfj ook °p zUne plaats zijn. Maar ik wil met zaken- keiaer in konlng Victor Emmanuel III ten zeer- I menschen niet veel te doen hebben, wel het J vorst zjjn plichten vervulde, den ijver waarmede n^n8 Albert en kolossaal beschaafd K--WT 1 VAN i «ÜKMRieLAND V- 5-3QQQQ—

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 3