HET VOLKSMISSAAL
en Tuimeltje beleefden
K i k k erK ar el
ucïfiaal wu\ den da^
B
ONZEN OMROEPER
hoort U met door de radio. Toch beeft de radio
zijn onverflauwde belangstelling. U wensch t 'n
radiotoestel te verhandelen? Span onzen Om
roeper er voorl Dagelijks bereikt hü 80.000 ge
zinnen. HU zal U dus zeker van dienst kunnen
Mln
ALLE ABONNÉ’S
DElOSPRIJS
t
votnrtffflDEN
DOOR FLETCHER
l
ZATERDAG 1 FEBRUARI 1936
I
t
I
ft
VERSPREIDING EN
GEBRUIK
De tweelingen
a
'OET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN RUITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
'v
I
I
r
1
v
I
nog
l
Pasch.
i
l
>b
4/
a
k
s
Jocelyn
•1
Waarde Mr. Chenery.
S
!1
SINDS
i
i
op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen
KAATHOVEN,
O. Praem.
monnik stond met s'n kap op den rug
J naar den rozentuin te kijken. Toen
mannen
krankzinnig
ook
ons
i
i
i
n
ter 1
loop
k’
ei
nam
wat
B
B
n
3
ij
ij
t-.
n
B.
n
n
HU
envelop
5 Cf
t
n
Ha. In de verte zag je een groote vlsch. Nou. dacht Tuimeltje.
als Ik. die vang, zullen ze in het paleis ópkijken. Maar Tul-
meltje zou die groote vlsch nooit vangen, want met «en reuze
vaart kwam het beest op Tuimeltje af en in plaats van In het
touwtje te buten, kwam hü recht op de baard van Tuimeltje
toe en beet die half af. Op hetzelfde oogenbllk greep er een
vlsch naar zün neus en voelde hü dat er iemand aan zün muts
zat te trekken.
Karei en Tuimeltje zochten onder het water een mooi plekje
op. waar de meeste visschen kwamen. Karei deed een stuk brood
aan een touwtje en gaf dat Tuimeltje in zün hand. Dat moet
je nou vasthouden, zei hü tegen Tuimeltje en dan zul je zien,
dat de visschen er van zelf aan komen hangen. Zoo gezegd,
zoo gedaan, Tuimeltje ging op een steen zitten en liet het
touwtje lustig heen en weer gaan.
Dien dag zorgden de kikkers en Tuimeltje er voor, dat se
niet ondeugend meer waren en den dag daarop kwam kikker
Karei bü Tuimeltje om te gaan visschen. Jonge, jonge. Karei,
wat heb jij een mooi jasje aan, zei Tuimeltje. Dat moet ik van
.den dokter, zei Karei, ik heb gisteren onder de pomp kou
gevat. Ga je mee visschen Tulm meltje? Best, zei Tuimeltje, ik
wil wel eens een groote snoek vangen.
Franciscaan, die
J>«ar uw deur gaat ik ken ze, ik heb ze
gezien, ze zullen hier
ik geloof niet
bij verlies van een hand,
een voet of een oog
Een juist gebruik
Naast een inleiding is ook de zorg voor
een juist en zinvol gebruik nöodzakelljk. Het
is er immers niet om te doen, dat allen
maar zoo mogelijk heel de serte van gebe
den en gezangen gaan zitten afdraaien, die
in het raam van een misplechtigheid hun
plaats hebben: van het openlngskrulstee-
ken tot en met het Deo Oratias na het
laatste Evangelie. Toch is dit een gebruik,
dat doqr heel veel mlssaal-bezltters schijn
baar op hoogen prijs gesteld wordt. Maar
die „volledigheid** is geenszins wverebcht:
integendeel! De Kerk heeft immers niet al
leen gebeden gemaakt, doch voor de vol
trekking van het heilig Offer een zeer
kunstvolle en dramatische plechtigheid, een
ritus, geschapen. Het is een handeling,
waaraan ieder deelneemt naargelang zijn
rang In de hiërarchie. De MIs-bij wonende
geloovige is niet met den Priester te ver
warren! Men diende zich Su het gebruik
van het misaal door de „rolverdeeling” der
Kerk te laten lelden. En dan komen voor
namelijk 5 series van gebeden in aanmer
king.
lie crisis ten spijt is het volksmissaal
A op het oogenbllk toch nog steeds een
fuik een onaanbevelende bijbeteekenls had,
zou men het een mo d e-artlkel kunnen noe
men.
Na den geweldigen aftrek, dien een mas
sa rommel (vergeef me het woord) in de
branche der kerkboeken heeft gehad, is het
een verblijdend teeken, dat nu dit authen
tieke boek der Kerk zulk een groeten ingang
vindt bij alle stonden van Katholieken.
Want Inderdaad: groot en klein, rijk en
arm, schooljongen en priestcrcandidaat
hebben heden bü de liturgische plechtighe
den dit tekstboek der Liturgie in handen.
Eenige jaren geleden moest men nog „naar
de stad”, zoo men zich als vooruitstrevende
ook van een missaal wilde voorzien; op
het oogenbllk wordt het den menschen heel
wat gemakkelijker gemaakt: elkedorps-ba-
zar is voorzien van een paar der talrijke
edities en levert ze u in goedkoope en luxe
Uitvoering. Bij dergelijke omstandigheden
kost het moeite, ons den toestand voor te
stellen van ruim een halve eeuw terug,
toen een pauselijk verbod de vertaling van
den Canon en a fortiori van de Consecratie
woorden nóg bleef verbieden (definitief op
geheven in 1897). De Kerk had dezen maat-
regel opgesteld als een beschermingsmuur
tegen kettersche eischen der Protestanten
en aanverwante stroomingen, en tot voor
kort bleef zU ontheiliging vreezen. Het volk
is echter in het heiligdom binhengedrongen
en de Kerk van haar kant heeft aan de
rechtmatige verlangens van den nieuwen de-
mocratischen geest dfc noodige en nuttige
concessies gedaan. De Kerk gaat in onze
dagen om zoo te zeggen offensief te werk:
heel haar innerlijken rijkdom en schoonheid
stelt ze ten toon, om op die wijze het vuur
van Christus in alle harten te ontsteken.
Dit alles heeft geleid tot wat men ge
rust een triomftocht van het missaal kan
noemen. Dqze is overal merkbaar geweest
en is nog lang niet ten einde.
Het zou eerst en vooral verkeerd zijn te
meenen, dat er genoeg gedaan is als er
maar heel veel missaais zijn verspreid en
in alle mogelijke vormen uitgegeven. Ook
de uitgave en verspreiding verdienen onte
genzeglijk allen lof (en heel bijzonder
geldt dit voor het prachtige werk der z.g.n.
misteksten, uitgegeven onder den suggestic-
van titel „Bron van chHstelüken Geest”); *t
is ook niet mijn bedoeling hier ook maar
iets van af te keuren.-Er moet echter
veel meer gedaan worden. In het tegen
woordige veelvuldige gebruik van het mis
saal schuilt zelfs een niet te onderschatten
gevaar, dat we zoo spoedig mogelijk moe
ten zien af te wenden.
en JU dat. Anny?"
„Ja, Erik." riep het meisje, dat opgebeld
werd, „wat iTjtr? Iets niet in orde?"
„Ik heb telegrafisch order gekregen, morgen
aan boord te zijn. We gaan du» van uit Ports
mouth onder stoom inplaats van de volgende
week."
..Wat een tegenvaller, aegl waar ga je
naar toe?”
„Naar de Japansche Zee.” ael ik ontstemd, .en
we blüven achttien maanden weg. Heb Je van
middag iets dringends te doen. Anny?"
„Laat ik eens kijken; neen, niets büaondera."
„Dan ben ik van plan je met een roeibootje
te komen afhalen. Het is vandaag m'n laatste
middag. Ik wil graag de rivier een beetje met
je op varen."
„En waarom?”
,Dat is weer net een vraag voor jou. Anny;
iemand met een vraag op den man af te over-»
rcmpelen; op een oogenbllk dat hij er In 1
geheel niet aan denkt, ik word altUd een beetje
in de war gebracht door jouw eigenaardige vrU‘
postlgheld. En ik dacht nog wel. dat ik dit keer
m’n plannetje sorgvuldig kon verborgen houden,
om je er mee te verrassen Nu.... enfin!....
Enkele Jaren geleden vertelde me Iemand een
voorval, waardoor deze overwinning van het mis
saal indirect doch sprekend wordt geïllustreerd.
Het gebeurde in een kloosterconvent, waar da
gelijks het koor werd gehouden en de Convent-
mis als middelpunt van de liturgische dagtaas
krachtens voorschrift gevierd werd. Eén der
oudere Priesters, die zich aan den geestelUken
"toestand van zün klooster veel liet gelegen lig
gen, bad de gewoonte van tüd tot tüd eens den
geestelUken boekenschat te controleeren, die
Priesters en priesterstudenten voor hun dage-
Ujksch gebruik in het koor paraat hielden. Een
25 jaar geleden huisden er in dat koor stapels
van kerk- en noveenboekjes ia stille samen
zwering tegenover het brevier, dat noodgedwon
gen ook aanwezigwas. Het aantal begon ech- "T T T T T* f W T F
hield de gewone inspectie. Het was hem nu
eindelük te machtig geworden; met lofüïaTÜig
goede bedoeling moest hü spontaan te midden
van zün confraters de bezorgdheid van zün
hart luchten: „Er is hier geen godsvrucht meer!
Waar zün toch al die kerkboeken gebleven? Ik
vind in het koor nog haast maar alleen brevier,
missaal en meditatleboek!”
Gelukkig ging deze conclusie de perken der
praemissen geheel te buiten en had de man
ondanks zün oprechtheid en eenvoud ongelük.
De reden voor het in zün oog zoozeer te laken
verschünsel was geenszins de vermindering van
godsvrucht. Men accentueerde de godsdienstbe
leving slechts wat anders, omdat men er zich
van bewust was geworden, dat een gelegenheid
om te bidden niet eerst na afloop der koortaak
geboden werd, doch dat de liturgische verrich
tingen zelf het gebed bij uitstek^, waren. Wat
hier in kloosterlijken kring gebeurde, heeft
plaats gehad in breede lagen van heel het ka
tholieke volk.
Ie. Die stukken, die bij de plechtige^ viering
der H. Mis door het volk moeten <of althans
moesten) gezongen worden: Kyrie. Gloria,
Sanctus en Agnus Dei. Hierbü kan men de stuk
ken voegen, waarin de Schola de taak van het
volk heeft overgenomen: Introïtus, Graduale-
Alleluia. Offertorium en Communlo.
2e. Op Collecte. Secrefa en Postcommuhio laat
ons de Kerk Amen zeggen:, ook deze kan men
dus met reden volgen. De lange rijen van Col
lecte etc. laat men echter het best achterwege
3e. Praefatie en Pater Nas ter: desé worden
eigenlük door den Priester in onzen naam ge
zongen: hü noodlgt ons in het begin tot ge
dachtendeelname uit; ook deze zouden we dus
moeten volgen. ik zal het Je dan maar zeggen. Ik dacht aoo,
♦e. Epistel en Evangelie zijn onmlddellUk aan -
ons gericht en het missaal moet ons den Latün-
schen Inhoud vertolken.
5e. a. De oude deelname aan de Offerande
door middel der Offer-prqcessle zou men door
het volgen van de voornaamste gebeden der
Offerande kunnen vervangen, b. De Canon is
eigenlük Priestergebed, doch de Liturgie noo
dlgt ons in de Praefatie tot deelname daaraan'
uit en laat ons op het einde Amen zeggen: dus
ook tyer zouden we de voornaamste ge
beden kunnen volgen, te meer daar er een groo
te opening ontstaat als het Sanctus niet door
bet volk wordt gezongen.
Als men deze deelen volgt, heeft men zün
taak ruim vervuld en men kan het doen
zonder te „sporten”. Er blijft plaats open
voor persoonlijk gebed, en men heeft den
tüd om de gebeden der Kerk in verstand
en wil te verwerken. Wat de korte groe
ten en uitnoodigingen van den Celebrant
betreft: men zou het zoo ver moeten bren
gen, dat de menschen daarop in iedere Mis
luid en gezamenlijk antwoorden: met de
passende houdingen en bewegingen maken
zij het minimum der uiterlijke deelname
uit. Een zinvol gebruik van het missaal
wijst echter sterk op een maximum
aan uiterlüke deelname: en dit doet
voelen, dat het missaal op slot van reke
ning slechts een tekstboek is bij een uit
voering, waarbij allen medespelenden be-
hooren te zijn. Voor het kennen en begrij-,
pen der Liturgie bewijst het missaal on
schatbare diensten; wat echter de deelna
me aan de plechtigheid betreft, vraagt het
een aanvulling. Mocht men juist door mid
del van de propaganda van het missaal, zün
verklaring en zin vol gebruik eens overal
weer tot een ideale Misviering komen.
dat je wel graag die gramofoonplaten zou wil
len hooren uit' dat nieuwe album; je weet wel.
die ik een paar dagen geleden gekocht heb. Het
zou jammer zün. die aardige stukje» binnens
hui» te spelen, vind je niet? Op 't water klinkt
het veel mooier."
„O. ja, dat zal heerlük zün!" riep Anny ver-
ijeugd. „Ik zal m'n draagbare gramofoon mee
brengen. dan zullen we ons bootje onder de wil
gen vastleggen en naar de muziek luisteren.
Jammer, dat ik zoo vroeg thuis moet zün; om
vüf uur al. Nu. over een half uur ben ik klaar."
„Prachtig!” zei ik, maar ik zei het met ge
mengde gevoelens.
Binnen 20 minuten roeide ik in de richting
goed idee, verkoop "se voor liefdadigheid. Stuur
dat arme meisje haar boodschap. Chenery
het komt me voor dat we dit hoofdstuk kunnen
afsluiten.
Jocelyn ging terug naar de blblotheek. De
geestelüke stond op en bleef In afwachtende
houding staan.
Zeg aan haar, die u gezonden heeft, zei
Jocelyn, dat haar wenschen letteriük zullen
worden vervuld.
De Franciscaan boog en bekaf rich zonder
een woord te zeggen met vluggen pas naar de
deur -
En zeg haar ook. voegde Jocelyn. die hem
volgde, eraan toe. dat ik hoop, dat zü in het
nieuwe leven waarvan zü soreekt, haar geluk
moge vinden.
De monnik keerde zich om.
S.— En vergetelheid. Mi hü- Dan maakte hfj
nogmaals een buiging en ging heen.
Jocelyn keerde naar Hadley terug Met de
handen in de zakken stond deze naar de zeem-
leeren zakje», te küken. Zonder Iets te zeggen,
deed Jocelyn het pakket weer dicht, zegeldé het
en plaatste het in een ttte Hü wierp de denr
met een smak dicht en het was Hadley of hü uit
een droom ontwaakte.
Ja, Chenery. zei hij dan, t hoofdstuk la,
geloof ik, afgesloten.
p 7^0 bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door, 7^0 bü een onBeval met p
ongevallen verzekerd voor een der voljjende uitkeeringen WVFw" verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen t-rVe doodelljken afloop fcsaJWe
het met rood lak verzegelde zakje bevindt,
merkte Hadley op.
Jocelyn Sheed het touw door en verbraT de
zegels, in bet cederhouten kistje, dat al deae
kostbaarheden omsloot, bevonden zich twee
zeemleeren zakjes. Jbcèlyn opende dat met het
roode zegel en schudde den schitterenden in-
houd uit. Hadley keek en keek en streek de
kostbare dingen ten slotte weer in bun be
waarplaats.
Er zullen wel een aantal van Roy's diaman
ten tusschen rijn, zei hü- Maar laat het ver
leden begraven zün. Ik heb thans volkomen
zekerheid wie hem beeft vermoord, we zullen
ik de tweelingen Lies en Mlee, kinderen van
9 Jaar, «taan, in gespannen verwachting zagen
se me landen.
„Lies heeft aan *t sleutelgat geluisterd," zei
Mies_aonder een zweem van schaamte. Je komt
oin Anny en de gramofoon te halen, maar die
ia stuk."
„Wat aeg je daar?"
„Ja. gisteren, in de muziekkamer. We draal
den haar op.’ totdat het heel langzaam ging en
toen draaiden we maar dooren met een
knal brak de veer. Nu, er la nlet jreel aan die
gramofoon verloren. We doen maar'net. alsof
er niets gebeurd was. Maar als Anny er achter
komt, dan rit er wat voor ons op."
Het onverwachte nieuws scheen me te mooi
om waar te zün.
„Wil je daarmee zeggen." vroeg ik haastig,
dat jullie haar gramofoon kapot hebben ge
maakt?"
Ik had de tweelingen wel willen omhelzen.
Door die gramofoon sou m'n heele namiddag
bedorven zün- Ik wist dat Anny, wanneer se
eenmaal met nieuwe gramofoonplaten bezig
was. van geen uitschelden wist en er weinig
kans zou zün een of ander ernstig onderwérp
ter sprake te brengen. Als zé mü een beetje tüd
had gelaten, om na te denken, dan zou ik niet
voorgesteld hebben haar de nieuwe platen te
laten hooren.
,4a,” zei Lies, .en weet je wat m laatst ael?"
„Dat se ons een flink pak slaag zou geven I"
ambt de groote kracht, de dragers der li
turgische beweging zün) onder het volk ge
bracht. Hoeveie missaais zün er door hen
b.v. al niet gegeven als prijs ot gedachte
nisgeschenk bü het verlaten van school of
catechismus! Doch deze propaganda is niet
terug, en in het dorp even voor het hek van
uw park heb ik een verfrisachlng gehad. Ik
zal blüven tot u den brief gelezen hebt en
het pakje hebt onderzocht.
Jocelyn nam brief en pakket, die op zoo
eigenaardige wijze aan hun adres waren ge
bracht, mee naar zün eigen kamer. HU sneed
de verzegelde envelop open en haalde er een
velletje dun briefpapier uit. HU herkende
Pepita's fün Itallaansch handschrift; hü had
het al eer gezien. Hü ging voor zün bureau
ritten en begon te lezen:
Men wil -niet meer in de H. Mis, doch
de H. Mis zelf bidden. Hiertoe heeft men
in het Miksaal een machtig hulpmiddel ge
zien en ervan gebruik gemaakt.
Als liturgisch handboek is het missaal
door de liturgisten gepropageerd en door
zeer veel zielzorgers (die krachtens hun
We willen afsien van het feit, dat menigeen
een missaal gebruikt, omdat het mode is ge
worden of ook omdat het wel .staat*, en dan
natuuriük liefst een in kostbaren band. Voor
dezen is het zeer te duchten, dat het missaal
hun een doofpot voor het laatste vonkje echte
godsvrucht wordt. Maar ook voor de gelukkige
overgroote meerderheid der andessn, die uit echt
kerkelüken zin tot het gebruik vth het missaal
besloten hebben, blüft er een gevaar van be-
treurenswaardig groote waarschünlükheid be
staan: dat se nJ. de teksten niet verstaan en
daardoor stilaan komen tot een mechanisch af
malen van het dagelüksch rantsoen. De kwaal
sou des te erger zün, omdat se het meest edel
deel van onsen godsdienst aantast. Werkelük:
voor heel velen is het missaal, wanneer het niet
uitgelegd wordt, als een schoolboek zonder on
derwijzer. en dat om verschillende redenen.^ die
gedeeltelük in het missaal zelf en gedeeltelik
in zün gebruiker liggen. Er zün inderdaad heele
gemeenschappen, die Jaar in jaar uit met
grooten en bewonderenswaardigen Uver het mis
saal hanteeren en die er toch zeer weinig van
verstaan, ofschoon hun Intellectueel bevoor
rechte positie een inleiding in de begrippen der
Liturgie relatief gemakkelük zou maken.
Dat is een treurig verschQnsel en de
klacht van den genoemden ouden Priester
dreigt hier in de toekomst waarheid te wor
den. En dat, terwül het missaal zulk een
schitterend middel tot verdieping en ver
nieuwing kon worden! Er moet hierin, kegt
wat *t kost, spoedig worden -vooralen, als
we met een verlevendiging van den cultus
tenminste ernst maken. Heel bijzonder heb
ik hier studenten, jeugdgroepen of op an
dere wijze in engere religieuze gemeen
schappen verbondenen op het oog. Het is
hoog tüd, dat er voor hen overal (er zün
gunstige uitzonderingen) het noodige ge
daan wordt, om hun den tekst van het mis
saal in groote lijnen te doen verstaan en
om de eigen gedachten der Liturgie onder
hen te doen leven. Een verklaring en uit
eenzetting van de beteekenis van het ge
wone zoowel ais van het veranderlijk ge
deelte van het missaal is broodnoodlg en
de eisch wordt dringender naarmate er
meer gebruikers van het missaal komen: en
hun aantal neemt nog dagelijks toe! Wie A
zegt, zegge ook B! Verspreidt men het mis
saal, dan moet men er ook een inleiding op
geven! Dat is een logische consequentie!
Denkt men er ook wel eens aan, dat een
aan het verstandelijk vermogen der kin
deren aangepaste inleiding in de Liturgie
een zeer dringende eisch geworden is voor
onze katholieke lagere scholen?
riep Mies klagend, „en morgen 1b er een groot
sportfee»t."
„Zoo." aei ik.
„Ja, en dan rijn ww bang, dat m oob niet
mee aal willen nemen. O, B 1* verschrikkelijk,
die Anny."
„Maar zeg me nu eens.” vroeg ik. „wat «ou
den jullie me
„Breng je p
l
aanvaar-
van dit
voorstel sou ech
ter m'n heelen
namiddag in bealag nemen, m'n laatste kans
in achttien maanden!
„Neen, ik weet iets beter." zei ik. „Zie
kinderen, weest nu braaf en gaat nu bedaard
heen."
Toen Anny tien minuten later in den tuin
kwam, was ik bezig met in de boot te morrelen.
„Zeg eens. Erik.” riep ze; Jioe staat het met
de gramofoonplaten?”
„Heel slecht. Toen ik m uit de boot wilde
halen. Het ik M uit dat verwenschte album
vallen."
.En natuuriük a»|P gruizelementen niet? O.
hoe jammer 1"
Ik zag toen paa, dat ze alleen een paar kuaeens
en een kleine opvouwbare tent bü rich had.
„Het spüt me vreeaelük. Erik.” set ze, „maar
de gramofoon 1» stuk.”
Ze stapte in de boot, over de stukken der ge
broken gramofoonplaten heen. .De veer schijnt
het niet langer te hebben kunnen uithouden.
Maar daarom kunnen we toch wel naar de wil
der ^iteTtón7.
dacht ik even na. Ik had
de tweelingen beloofd over hun misdrijf te
zwügen, en er daarbij niet aan gedacht, dat
Anny er nu reeds achter gekomen kon zün.
„t Is in orde 't zal gebeuren.” zei ik.
Toen we midden in de rivier waren, begon ik:
„Luister eens, Anny, ik zou toch niet te hard
voor ze zün."
„Wie bedoel je, Erik?"
„De tweelingen. Het groote sportfeest komt
maar eens in t jaar....”
„Wat bedoel -je toch?” vroeg ze ongeduldig.
.En ze deden het toch heusch maar bü on
geluk. zei Liee.”
„Wil je daarmee soms .zeggen, dat die twee
rakkers van melden weer in de muziekkamer op
m'n gramofoon gespeeld hebben nadat ik ze
zoo geducht onderhanden genomen heb? O. die
Ondeugende nesten!"
..Maar het was hun schuld niet Lies zet. dat
de veer brak..."
,De veer!" riep Annie opgewonden; „hebben
ze die gebroken?"
„Maar dat wist je toch, niet? Je wist toch,
dat de veer gebroken was?"
„Dat ia de tweede keer in één maand. Ik aal
het ze inpeperen.... ik zal rfS^ren in t ver
volg van m'n zaken af te blijven. Ik bad er geen
idee van...."
„Maar je hebt me aoo Juist gezegd....; maar
wist je dan niet, dat de gramofoon inderdaad
stuk was, toen Je het mjj vertelde? Heb je een
beetje gejokt?"
„Erik!...."
„Maar.... maar...." zoo begon ik weep te
vragen. „Waarom toch....?”
Een gloeiende blo» kleurde haar wanden.
„Ik vond het niet prettig den heelen middag
te besteden aan het luisteren naar die grarno-
foonmuziek, én dat wel nu je' naar de Japan-
sche Zee gaat en we elkaar in geen anderhalf
jaar zullen weerzien. Ik dacht Erik, dat je..
Ik üet haar niet uitapreken.
„Maar ik vond het absoluut niet noodlg. om
je die muziek te laten hooren. Anny. Daarom
liet ik met opzet de platen aan gruizelementen
vallen. Ik sleepte die dingen alleen maar mee,
in de eerste plaats, omdat je me vroeg, waar
om.... Het is, zooals je weet, m'n laatste kans
vandaag, en ik had niet den moed om je zon
der omwegen voor ik uit vaar, ten huwelük te
vragen.”
„Je wilt met me trouwen? O, Erik!"
Na nog een minuut of tien door het riet ge
roeid te hebben, stond ik op en zei:
„Maar hier moeten we niet blüven, lieveling.
De tüd is daarvoor te kort. We moeten direct
naar de stad en daar een ring uitaoeken. En
wat dunkt je: Zouden we meteen geen gramo
foon voor de tweelingen koopen?"
Anraden om te doen?”
’ten hier en speel m dan op de
groote gramofoon in t salon." antwoordde da-
delük de slimme Lies, „dan ontdekt ze er in elk
geval niets van voor morgen. Misschien riet >e
ook in geen da-
gen naar de kiel- f
ne gramofoon
om."
De
ding
Dit is de laatste verbinding die ik nog ooit
met de wereld hebben zal. Van morgen af zal ik
voor haar als dood zijn, want dan neem ik den
sluier aan.
Men heeft mü bevolen en het is ook
niet anders dan mijn wensch dat ik mede-
deeling zou doen van bepaalde dingen die ge
beurd zün en waarin ik op eenigerlei wüze
betrokken was, meer büzonden te Londen. O
wilt me wel toestaan dat ik die mededeeling
doe aan u.
Ik verzoek u in gedachte terug te gaan
naar den avond waarop Valentine Rederdale
stierf. Nadat u en de Amerikaan Hadley dien
avond 't huis hadden verlaten, kreeg ik bü toeval
kennis van het geheim van de drie mannen,
mün oom Pietri Vespucci, dr. Kressler en Max
van SchlelnMp. Dt kreeg er kennis van hoe zü
misbruik maakten van de vreeselUke ontdek
king die mün vader jaren tevoren gedaan had.
Ik ontdekte ook dat zü de moordenaars waren
van Valentine- Rederdale. op wiens dood zü
stonden uit vrees dat hü iets zou los laten over
het bestaan van den ring, dien hü uit Parijs
had meegebracht. Cr bestonden zooals ik later
te weten kwam, slechts vier van die ringen.
Ze zün hol. en elk ervan was te een of anderen
tüd geVtrtd geweest met den doodelljken ether,
welke de macht heeft binnen een bepaald
rayon onmiddellük alle leven te vernietigen.
U neemt mü wellicht niet kwalijk dat ik
u de Intieme gevoelen» yertel van tnün hart?
artikel, dat „gaat”. Al» het woord niet de totaal-oorzaak van den zegetocht der mis
saal». Er ligt in vele jonge menschen een
zekere drang heel dikwüls zonder dat
men er zichzelf rekenschap van geven kan
naar het bezit van het boek, dat ook de
Priester gebruikt bü de heilige Handelin
gen, waarbij men zich van harte wenscht
aan te sluiten. Onze tijd heeft bij zün ge
boorte om zoo te zeggen een afschuw voor
copie en Ersatz meegekregen. Hij wenscht
het origineel in al zijn echtheid en waar
heid. Is de uitgave der boeken van de Hei
lige Schrift hiervan ook niet een duldeUjk
en verheugend teekén? Men elscht de meest
Innerlijke en centrale wezenswaarden on
zer Kerk geheel en on vertroebeld op! En
deze drang naar het meest deugdelijke en
het origineel is voor de liturgische propa
ganda de gunstige bodem geweest voor
haar zaad: men was door dezen drang ook
tot het origineele kerkboek gepraedispo-
neerd.
En het verlangen is niet teleurgesteld! In
het missaal heeft de Kerk heel haar ziel
neergelegd: het is een kostbare schat, dien
we niet genoeg kunnen waardeeren; het
missaal is het gebed der Kerk en het ge
bed der eeówen. We zün bü een uitstekend
boek aangeland en de liturgische beweging
kan van de bestaande voorliefde voor het
missaal slechts een dankbaar gebruik ma
ken, om haar groote plannen van gods-
dienstbezinning en vernieuwing te verwer
kelijken. Het is genoegzaam bekend en ge
prezen, dat het missaal hiertoe uitnemende
eigenschappen bezit: daarover dus niet
verder. Slechts een paar opmerkingen over
de noodzakeUJkheid van Inleiding in en van
Ijver voor een goed gebruik van het mis
saal.
Ik Boqht inderdaad alles bü elkaar wat er
was aan kostbare steenen. De diamanten, door
uw regeering uitbetaald, droeg Vespucci bü
zich, vele andere en ook vele paarlen bevonden
zi^h in zün brandkast. Ik nam ze alle mee en
ontvluchtte zonder moeite in de kleedü van
eén zustfr. Ik kwam hier In Italië en depo
neerde de juweelen op een bank, waar ze tot
vandaag'bewaard zün. Ik weet niet wat ik van
plan was te doen, tftaar ik werd door Gods
baxn*artigheld door een zware riekte ge
troffen; ik heb de idlngen anders leeref» zien,
en nu ik weer geruimen tüd beter ben en mün
hart tot in zün diepste schuilhoeken heb onder-
zocht, nu heb ik met de wereld afgedaan; ik .de rest daarbij laten fusten. Ja, dat is een
verlang er niet meer naar terug.
Ik zend thans de juweelen. welke ik van
Londen meenam, naar u toe. Die welke door
uw regeering Btn Vespuccj werden uttbetaald,
bevinden zich in een afzonderlüke zeemleeren
zakje, verzegeld met zwart lak AHes la precies
zoals ik het op het lük vond. Die welke ik
in z<jn brandkast aantrof, bevinden rich in het
andere_zakje met rood lak Ik weet niet, hoe hü
In het bezit er van geraakt is Wat ik in ge
weten als mün eiri?ndom beschouwde, heb ik
afgestaan aan de«communauteit waartoe ik
voortaan zal bebooren.
Mün wensch is thans, dat u den loepctis.
welke van uw regeering "te af gepetst, aan
haar zu't teruggeven, en dat het overige zal
worden besteed voor - liefdadigheid Dit ia^e
laatste wensch van wie in de Wereld wasS»
PEPITA VESPUCCI
j
Jocelyn begaf zich met de tarief en met het
pakje naar Hadley en nam hAi mee naar een
kamer, waïr ze niet gestoord zouden worden.
Dan gaf hü den Amerikaan den brief in de
hand en liet hem lezen. En Hadley las en hl)
perzte de lipnen samen en zün gericht v^rd
strak. HU legde het schrijven neer zonder com
mentaar.
Hebt u het pakje geopend? vroeg hü.
Nog niet, antwoordde Jocelyn.
Jk zou wel eens willen zien, wat zich in
Jocelyn de kamer binnentrad en op hem toe-
m, keerde hü rich om en maakte een
itlge en vormelüke buiging,
k Mr. Chenery? zei hfl vragend,
nop zün beurt.
Wlen heb ik het genoegen? vroeg hü.
Am-, Franrtsraan mr. Chenery wiens
haam klooster niets ter zake doen,
antwoordde de geestelüke. Ik heb een opdracht
te vervullen; vergun mü me van mün taak te
kwüten en dan weder te vertrekken. Ik ben enkel
de brenger van een brief eb van een pakje,
dat .ik u persoonlük moest overhandigen. Mr.
Chenery. herinnert n rich iemand die in deze
wereld Pepita Vespucci was?
Het onverwachte van deze vraag deed Jocelyn
opechrikken. Hü keek in het zwaar gerimpelde
olüfkleurige gelaat van den monnik, in die
donkere oogen, die onderzoekend op hem
waren gericht
Pepita Vespucci wésf zei hü ten slotte.
Is de slgnorina dood?
Pepita Vespucci te dood voor de wereld,
mr. Chenery, antwoordde de monnik met zün
rustige stem. Ze heeft mü met deze zending
naar u belaft, het afgeven van desen brief en
van dit pakket.
haalde uit zün habüt een verzegelde
te voorschijn en een pakje, gewik
keld in linnen, en eveneens zwaar verzegeld.
Jocelyn nam ze onwillekeurig aan, zich af
vragend wat dit nieuwe bedrüf beteekenen
kon in zün overigens zoo kaflm verloopend
leven.
Ik zal wachten tot u den brief gelezen
hebt, mr. Chenery, om van u te vernemen of
u aan haar die Pepita Vespucci heette de
boodschap sturen wilt, die zü van u verlangt,
zei de, monnik.
Ik ga dadelük den brief lezen, ant
woordde Jocelyn. Intusschen mag ik u een ver-
frisschlng laten brengen en Ik reken er op dat
ik u vannacht gastvrijheid mag aanbieden.
Maar de geestelüke maakte efn afwüsend
gebaar.
Ik ben u zeer dankbaar, mr. Chenery.
m«ar ik moet met den avondtreln naar Londen
Op een prachtigen Beptemberavond toen
Jocelyn en Hadley van de patrijzenjacht,
waarmee se dien dag hadden doorgebracht,
naar de Huize terügkeerden zagen ze_ een
ongewone figuur uit de richting van de oprü-
l*»n op de hall toestappen. Hadley bleef even
8t»an en beschaduwde sün oogen mét de
hand.
A Hé. sei hü. dat te een
1--
*n het buitenland meer u
“i het land ook wel sün. maar
dat ze hier in hun pü loepen.
Gewoonlük niet, beaamde Jocelyn, over
dén tuin die tusschen hen en het landhuisje
Jag naar den geestelüke kükenjl. En in deze
buurt te geen klooster.
Oe figuur in het bruine habüt bereikte op
“t oogenbllk de halldeur. Blijkbaar werd hü
van binnen te woord gestaan, een oogenbllk
later was hü achter de deur verdwenen.
Lesbia wachtte ftaar echtgenoot in de hall op.
haar gelaat en haar oogen drukten een onge
wone verwondering uit.
Er zit een Italiaanaehe monnik op Je te
Wjchten, Jocelyn, zei se. HU’is heelemaal van
het uiterste puntje van Zuid-Itallë gekomen,
ëkpres om een onderhoud met Je te hebben. Hü
«preekt Engelsch.
Terwui se sprak wees ze op de deur van de
bibliotheek. Jocelyn liet haar en Hadley in de
hall staan en begaf zich naar de bibliotheek.
“«1 afvragend waarom een Franciscaan van
’er naar hem toekwam.
Ceduklig
Hoewel ik officieel met Kressler verloofd was,
was ik heel erg gehecht aan Valentine Reder
dale en op een woord van~ hem zou ik jaün
verloving verbroken hebben. Toen ik de bar
heid kende omtrent zün dood, had Ik nog
slechts één gedachte: wraak.
Ik zag kans om volledig met al het doen en
laten van het drietal op de hoogte te komen;
dat was gemakkelük want zü vermoedden
niets. Ik kwam er achter dat Vespucci een
dubbel leven leidde. Ik kwam achter hun
plannen. Ik was het die er zorg voor droeg
dat u niet naar Hotel Petronla ging. door u
zooals u weet een sterk verdoovingsmiddel te
zenden, waardoor u in slaap viel. De Hemel te
mün getuige dat ik mü gevoel ais een moor
denares, want ik zou het leven van die jonge-
hebben kunnen redden^maar Ik was
van woede in dien tüd en van
wraakzucht en alleen aan voldoening van die
zucht kon ik denken. Toch, dacht ik ook
aan u.^_
Het'was mün bedoeling persoonlük Vespucci,
Kressler en Von Schleinitz te dooden. Ik erken
dat.
De tüd dien ik daarvoor uitkooe was de
ochtend na den avond waarop aan Vespucci
de losprüs in diamanten was uitbetaald. De
twee anderen zouden dien avond heel laat
komen en* blüven ontbijten Ik weet veel van
krachtige vergiften af en dien avond maakte
ik er een klaar met de bedoeling het in hun
koffie ée doen Ze zouden het niej gemerkt
hebben; ze zouden binnen een paar minuten in
hevige pünen gestorven zün. maar met 't volle
bewug^jn en ik zou in de gelegenheid zün
geweest over hen te triomfeeren. Maar Ik heb
er aan te denken dat dergel^jke gedachten
voortaan verre van mü dienen te blüven.
De wraak was onnoodig. In de vroegte gingen
ze alle drie naar het laboratorium, ze jnoesten
nog ontbijten. Op mün eigen wijze wist ik het
laboratorium binnente komen Ze waren dodtT
Ik weet niet wat er gebeurd was. maar ik kan
t mü wel voorstellen Door eenig toeval moeten
ze een spatje van dien fataien ether hebben
laten ontsnappen en dat te hun dood geweest.
O’
o
o