HET VOLKSMISSAAL en Tuimeltje beleefden K i k k erK ar el ucïfiaal wu\ den da^ B ONZEN OMROEPER hoort U met door de radio. Toch beeft de radio zijn onverflauwde belangstelling. U wensch t 'n radiotoestel te verhandelen? Span onzen Om roeper er voorl Dagelijks bereikt hü 80.000 ge zinnen. HU zal U dus zeker van dienst kunnen Mln ALLE ABONNÉ’S DElOSPRIJS t votnrtffflDEN DOOR FLETCHER l ZATERDAG 1 FEBRUARI 1936 I t I ft VERSPREIDING EN GEBRUIK De tweelingen a 'OET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN RUITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 'v I I r 1 v I nog l Pasch. i l >b 4/ a k s Jocelyn •1 Waarde Mr. Chenery. S !1 SINDS i i op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen KAATHOVEN, O. Praem. monnik stond met s'n kap op den rug J naar den rozentuin te kijken. Toen mannen krankzinnig ook ons i i i n ter 1 loop k’ ei nam wat B B n 3 ij ij t-. n B. n n HU envelop 5 Cf t n Ha. In de verte zag je een groote vlsch. Nou. dacht Tuimeltje. als Ik. die vang, zullen ze in het paleis ópkijken. Maar Tul- meltje zou die groote vlsch nooit vangen, want met «en reuze vaart kwam het beest op Tuimeltje af en in plaats van In het touwtje te buten, kwam hü recht op de baard van Tuimeltje toe en beet die half af. Op hetzelfde oogenbllk greep er een vlsch naar zün neus en voelde hü dat er iemand aan zün muts zat te trekken. Karei en Tuimeltje zochten onder het water een mooi plekje op. waar de meeste visschen kwamen. Karei deed een stuk brood aan een touwtje en gaf dat Tuimeltje in zün hand. Dat moet je nou vasthouden, zei hü tegen Tuimeltje en dan zul je zien, dat de visschen er van zelf aan komen hangen. Zoo gezegd, zoo gedaan, Tuimeltje ging op een steen zitten en liet het touwtje lustig heen en weer gaan. Dien dag zorgden de kikkers en Tuimeltje er voor, dat se niet ondeugend meer waren en den dag daarop kwam kikker Karei bü Tuimeltje om te gaan visschen. Jonge, jonge. Karei, wat heb jij een mooi jasje aan, zei Tuimeltje. Dat moet ik van .den dokter, zei Karei, ik heb gisteren onder de pomp kou gevat. Ga je mee visschen Tulm meltje? Best, zei Tuimeltje, ik wil wel eens een groote snoek vangen. Franciscaan, die J>«ar uw deur gaat ik ken ze, ik heb ze gezien, ze zullen hier ik geloof niet bij verlies van een hand, een voet of een oog Een juist gebruik Naast een inleiding is ook de zorg voor een juist en zinvol gebruik nöodzakelljk. Het is er immers niet om te doen, dat allen maar zoo mogelijk heel de serte van gebe den en gezangen gaan zitten afdraaien, die in het raam van een misplechtigheid hun plaats hebben: van het openlngskrulstee- ken tot en met het Deo Oratias na het laatste Evangelie. Toch is dit een gebruik, dat doqr heel veel mlssaal-bezltters schijn baar op hoogen prijs gesteld wordt. Maar die „volledigheid** is geenszins wverebcht: integendeel! De Kerk heeft immers niet al leen gebeden gemaakt, doch voor de vol trekking van het heilig Offer een zeer kunstvolle en dramatische plechtigheid, een ritus, geschapen. Het is een handeling, waaraan ieder deelneemt naargelang zijn rang In de hiërarchie. De MIs-bij wonende geloovige is niet met den Priester te ver warren! Men diende zich Su het gebruik van het misaal door de „rolverdeeling” der Kerk te laten lelden. En dan komen voor namelijk 5 series van gebeden in aanmer king. lie crisis ten spijt is het volksmissaal A op het oogenbllk toch nog steeds een fuik een onaanbevelende bijbeteekenls had, zou men het een mo d e-artlkel kunnen noe men. Na den geweldigen aftrek, dien een mas sa rommel (vergeef me het woord) in de branche der kerkboeken heeft gehad, is het een verblijdend teeken, dat nu dit authen tieke boek der Kerk zulk een groeten ingang vindt bij alle stonden van Katholieken. Want Inderdaad: groot en klein, rijk en arm, schooljongen en priestcrcandidaat hebben heden bü de liturgische plechtighe den dit tekstboek der Liturgie in handen. Eenige jaren geleden moest men nog „naar de stad”, zoo men zich als vooruitstrevende ook van een missaal wilde voorzien; op het oogenbllk wordt het den menschen heel wat gemakkelijker gemaakt: elkedorps-ba- zar is voorzien van een paar der talrijke edities en levert ze u in goedkoope en luxe Uitvoering. Bij dergelijke omstandigheden kost het moeite, ons den toestand voor te stellen van ruim een halve eeuw terug, toen een pauselijk verbod de vertaling van den Canon en a fortiori van de Consecratie woorden nóg bleef verbieden (definitief op geheven in 1897). De Kerk had dezen maat- regel opgesteld als een beschermingsmuur tegen kettersche eischen der Protestanten en aanverwante stroomingen, en tot voor kort bleef zU ontheiliging vreezen. Het volk is echter in het heiligdom binhengedrongen en de Kerk van haar kant heeft aan de rechtmatige verlangens van den nieuwen de- mocratischen geest dfc noodige en nuttige concessies gedaan. De Kerk gaat in onze dagen om zoo te zeggen offensief te werk: heel haar innerlijken rijkdom en schoonheid stelt ze ten toon, om op die wijze het vuur van Christus in alle harten te ontsteken. Dit alles heeft geleid tot wat men ge rust een triomftocht van het missaal kan noemen. Dqze is overal merkbaar geweest en is nog lang niet ten einde. Het zou eerst en vooral verkeerd zijn te meenen, dat er genoeg gedaan is als er maar heel veel missaais zijn verspreid en in alle mogelijke vormen uitgegeven. Ook de uitgave en verspreiding verdienen onte genzeglijk allen lof (en heel bijzonder geldt dit voor het prachtige werk der z.g.n. misteksten, uitgegeven onder den suggestic- van titel „Bron van chHstelüken Geest”); *t is ook niet mijn bedoeling hier ook maar iets van af te keuren.-Er moet echter veel meer gedaan worden. In het tegen woordige veelvuldige gebruik van het mis saal schuilt zelfs een niet te onderschatten gevaar, dat we zoo spoedig mogelijk moe ten zien af te wenden. en JU dat. Anny?" „Ja, Erik." riep het meisje, dat opgebeld werd, „wat iTjtr? Iets niet in orde?" „Ik heb telegrafisch order gekregen, morgen aan boord te zijn. We gaan du» van uit Ports mouth onder stoom inplaats van de volgende week." ..Wat een tegenvaller, aegl waar ga je naar toe?” „Naar de Japansche Zee.” ael ik ontstemd, .en we blüven achttien maanden weg. Heb Je van middag iets dringends te doen. Anny?" „Laat ik eens kijken; neen, niets büaondera." „Dan ben ik van plan je met een roeibootje te komen afhalen. Het is vandaag m'n laatste middag. Ik wil graag de rivier een beetje met je op varen." „En waarom?” ,Dat is weer net een vraag voor jou. Anny; iemand met een vraag op den man af te over-» rcmpelen; op een oogenbllk dat hij er In 1 geheel niet aan denkt, ik word altUd een beetje in de war gebracht door jouw eigenaardige vrU‘ postlgheld. En ik dacht nog wel. dat ik dit keer m’n plannetje sorgvuldig kon verborgen houden, om je er mee te verrassen Nu.... enfin!.... Enkele Jaren geleden vertelde me Iemand een voorval, waardoor deze overwinning van het mis saal indirect doch sprekend wordt geïllustreerd. Het gebeurde in een kloosterconvent, waar da gelijks het koor werd gehouden en de Convent- mis als middelpunt van de liturgische dagtaas krachtens voorschrift gevierd werd. Eén der oudere Priesters, die zich aan den geestelUken "toestand van zün klooster veel liet gelegen lig gen, bad de gewoonte van tüd tot tüd eens den geestelUken boekenschat te controleeren, die Priesters en priesterstudenten voor hun dage- Ujksch gebruik in het koor paraat hielden. Een 25 jaar geleden huisden er in dat koor stapels van kerk- en noveenboekjes ia stille samen zwering tegenover het brevier, dat noodgedwon gen ook aanwezigwas. Het aantal begon ech- "T T T T T* f W T F hield de gewone inspectie. Het was hem nu eindelük te machtig geworden; met lofüïaTÜig goede bedoeling moest hü spontaan te midden van zün confraters de bezorgdheid van zün hart luchten: „Er is hier geen godsvrucht meer! Waar zün toch al die kerkboeken gebleven? Ik vind in het koor nog haast maar alleen brevier, missaal en meditatleboek!” Gelukkig ging deze conclusie de perken der praemissen geheel te buiten en had de man ondanks zün oprechtheid en eenvoud ongelük. De reden voor het in zün oog zoozeer te laken verschünsel was geenszins de vermindering van godsvrucht. Men accentueerde de godsdienstbe leving slechts wat anders, omdat men er zich van bewust was geworden, dat een gelegenheid om te bidden niet eerst na afloop der koortaak geboden werd, doch dat de liturgische verrich tingen zelf het gebed bij uitstek^, waren. Wat hier in kloosterlijken kring gebeurde, heeft plaats gehad in breede lagen van heel het ka tholieke volk. Ie. Die stukken, die bij de plechtige^ viering der H. Mis door het volk moeten <of althans moesten) gezongen worden: Kyrie. Gloria, Sanctus en Agnus Dei. Hierbü kan men de stuk ken voegen, waarin de Schola de taak van het volk heeft overgenomen: Introïtus, Graduale- Alleluia. Offertorium en Communlo. 2e. Op Collecte. Secrefa en Postcommuhio laat ons de Kerk Amen zeggen:, ook deze kan men dus met reden volgen. De lange rijen van Col lecte etc. laat men echter het best achterwege 3e. Praefatie en Pater Nas ter: desé worden eigenlük door den Priester in onzen naam ge zongen: hü noodlgt ons in het begin tot ge dachtendeelname uit; ook deze zouden we dus moeten volgen. ik zal het Je dan maar zeggen. Ik dacht aoo, ♦e. Epistel en Evangelie zijn onmlddellUk aan - ons gericht en het missaal moet ons den Latün- schen Inhoud vertolken. 5e. a. De oude deelname aan de Offerande door middel der Offer-prqcessle zou men door het volgen van de voornaamste gebeden der Offerande kunnen vervangen, b. De Canon is eigenlük Priestergebed, doch de Liturgie noo dlgt ons in de Praefatie tot deelname daaraan' uit en laat ons op het einde Amen zeggen: dus ook tyer zouden we de voornaamste ge beden kunnen volgen, te meer daar er een groo te opening ontstaat als het Sanctus niet door bet volk wordt gezongen. Als men deze deelen volgt, heeft men zün taak ruim vervuld en men kan het doen zonder te „sporten”. Er blijft plaats open voor persoonlijk gebed, en men heeft den tüd om de gebeden der Kerk in verstand en wil te verwerken. Wat de korte groe ten en uitnoodigingen van den Celebrant betreft: men zou het zoo ver moeten bren gen, dat de menschen daarop in iedere Mis luid en gezamenlijk antwoorden: met de passende houdingen en bewegingen maken zij het minimum der uiterlijke deelname uit. Een zinvol gebruik van het missaal wijst echter sterk op een maximum aan uiterlüke deelname: en dit doet voelen, dat het missaal op slot van reke ning slechts een tekstboek is bij een uit voering, waarbij allen medespelenden be- hooren te zijn. Voor het kennen en begrij-, pen der Liturgie bewijst het missaal on schatbare diensten; wat echter de deelna me aan de plechtigheid betreft, vraagt het een aanvulling. Mocht men juist door mid del van de propaganda van het missaal, zün verklaring en zin vol gebruik eens overal weer tot een ideale Misviering komen. dat je wel graag die gramofoonplaten zou wil len hooren uit' dat nieuwe album; je weet wel. die ik een paar dagen geleden gekocht heb. Het zou jammer zün. die aardige stukje» binnens hui» te spelen, vind je niet? Op 't water klinkt het veel mooier." „O. ja, dat zal heerlük zün!" riep Anny ver- ijeugd. „Ik zal m'n draagbare gramofoon mee brengen. dan zullen we ons bootje onder de wil gen vastleggen en naar de muziek luisteren. Jammer, dat ik zoo vroeg thuis moet zün; om vüf uur al. Nu. over een half uur ben ik klaar." „Prachtig!” zei ik, maar ik zei het met ge mengde gevoelens. Binnen 20 minuten roeide ik in de richting goed idee, verkoop "se voor liefdadigheid. Stuur dat arme meisje haar boodschap. Chenery het komt me voor dat we dit hoofdstuk kunnen afsluiten. Jocelyn ging terug naar de blblotheek. De geestelüke stond op en bleef In afwachtende houding staan. Zeg aan haar, die u gezonden heeft, zei Jocelyn, dat haar wenschen letteriük zullen worden vervuld. De Franciscaan boog en bekaf rich zonder een woord te zeggen met vluggen pas naar de deur - En zeg haar ook. voegde Jocelyn. die hem volgde, eraan toe. dat ik hoop, dat zü in het nieuwe leven waarvan zü soreekt, haar geluk moge vinden. De monnik keerde zich om. S.— En vergetelheid. Mi hü- Dan maakte hfj nogmaals een buiging en ging heen. Jocelyn keerde naar Hadley terug Met de handen in de zakken stond deze naar de zeem- leeren zakje», te küken. Zonder Iets te zeggen, deed Jocelyn het pakket weer dicht, zegeldé het en plaatste het in een ttte Hü wierp de denr met een smak dicht en het was Hadley of hü uit een droom ontwaakte. Ja, Chenery. zei hij dan, t hoofdstuk la, geloof ik, afgesloten. p 7^0 bü levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door, 7^0 bü een onBeval met p ongevallen verzekerd voor een der voljjende uitkeeringen WVFw" verlies van belde armen, beide beenen of beide oogen t-rVe doodelljken afloop fcsaJWe het met rood lak verzegelde zakje bevindt, merkte Hadley op. Jocelyn Sheed het touw door en verbraT de zegels, in bet cederhouten kistje, dat al deae kostbaarheden omsloot, bevonden zich twee zeemleeren zakjes. Jbcèlyn opende dat met het roode zegel en schudde den schitterenden in- houd uit. Hadley keek en keek en streek de kostbare dingen ten slotte weer in bun be waarplaats. Er zullen wel een aantal van Roy's diaman ten tusschen rijn, zei hü- Maar laat het ver leden begraven zün. Ik heb thans volkomen zekerheid wie hem beeft vermoord, we zullen ik de tweelingen Lies en Mlee, kinderen van 9 Jaar, «taan, in gespannen verwachting zagen se me landen. „Lies heeft aan *t sleutelgat geluisterd," zei Mies_aonder een zweem van schaamte. Je komt oin Anny en de gramofoon te halen, maar die ia stuk." „Wat aeg je daar?" „Ja. gisteren, in de muziekkamer. We draal den haar op.’ totdat het heel langzaam ging en toen draaiden we maar dooren met een knal brak de veer. Nu, er la nlet jreel aan die gramofoon verloren. We doen maar'net. alsof er niets gebeurd was. Maar als Anny er achter komt, dan rit er wat voor ons op." Het onverwachte nieuws scheen me te mooi om waar te zün. „Wil je daarmee zeggen." vroeg ik haastig, dat jullie haar gramofoon kapot hebben ge maakt?" Ik had de tweelingen wel willen omhelzen. Door die gramofoon sou m'n heele namiddag bedorven zün- Ik wist dat Anny, wanneer se eenmaal met nieuwe gramofoonplaten bezig was. van geen uitschelden wist en er weinig kans zou zün een of ander ernstig onderwérp ter sprake te brengen. Als zé mü een beetje tüd had gelaten, om na te denken, dan zou ik niet voorgesteld hebben haar de nieuwe platen te laten hooren. ,4a,” zei Lies, .en weet je wat m laatst ael?" „Dat se ons een flink pak slaag zou geven I" ambt de groote kracht, de dragers der li turgische beweging zün) onder het volk ge bracht. Hoeveie missaais zün er door hen b.v. al niet gegeven als prijs ot gedachte nisgeschenk bü het verlaten van school of catechismus! Doch deze propaganda is niet terug, en in het dorp even voor het hek van uw park heb ik een verfrisachlng gehad. Ik zal blüven tot u den brief gelezen hebt en het pakje hebt onderzocht. Jocelyn nam brief en pakket, die op zoo eigenaardige wijze aan hun adres waren ge bracht, mee naar zün eigen kamer. HU sneed de verzegelde envelop open en haalde er een velletje dun briefpapier uit. HU herkende Pepita's fün Itallaansch handschrift; hü had het al eer gezien. Hü ging voor zün bureau ritten en begon te lezen: Men wil -niet meer in de H. Mis, doch de H. Mis zelf bidden. Hiertoe heeft men in het Miksaal een machtig hulpmiddel ge zien en ervan gebruik gemaakt. Als liturgisch handboek is het missaal door de liturgisten gepropageerd en door zeer veel zielzorgers (die krachtens hun We willen afsien van het feit, dat menigeen een missaal gebruikt, omdat het mode is ge worden of ook omdat het wel .staat*, en dan natuuriük liefst een in kostbaren band. Voor dezen is het zeer te duchten, dat het missaal hun een doofpot voor het laatste vonkje echte godsvrucht wordt. Maar ook voor de gelukkige overgroote meerderheid der andessn, die uit echt kerkelüken zin tot het gebruik vth het missaal besloten hebben, blüft er een gevaar van be- treurenswaardig groote waarschünlükheid be staan: dat se nJ. de teksten niet verstaan en daardoor stilaan komen tot een mechanisch af malen van het dagelüksch rantsoen. De kwaal sou des te erger zün, omdat se het meest edel deel van onsen godsdienst aantast. Werkelük: voor heel velen is het missaal, wanneer het niet uitgelegd wordt, als een schoolboek zonder on derwijzer. en dat om verschillende redenen.^ die gedeeltelük in het missaal zelf en gedeeltelik in zün gebruiker liggen. Er zün inderdaad heele gemeenschappen, die Jaar in jaar uit met grooten en bewonderenswaardigen Uver het mis saal hanteeren en die er toch zeer weinig van verstaan, ofschoon hun Intellectueel bevoor rechte positie een inleiding in de begrippen der Liturgie relatief gemakkelük zou maken. Dat is een treurig verschQnsel en de klacht van den genoemden ouden Priester dreigt hier in de toekomst waarheid te wor den. En dat, terwül het missaal zulk een schitterend middel tot verdieping en ver nieuwing kon worden! Er moet hierin, kegt wat *t kost, spoedig worden -vooralen, als we met een verlevendiging van den cultus tenminste ernst maken. Heel bijzonder heb ik hier studenten, jeugdgroepen of op an dere wijze in engere religieuze gemeen schappen verbondenen op het oog. Het is hoog tüd, dat er voor hen overal (er zün gunstige uitzonderingen) het noodige ge daan wordt, om hun den tekst van het mis saal in groote lijnen te doen verstaan en om de eigen gedachten der Liturgie onder hen te doen leven. Een verklaring en uit eenzetting van de beteekenis van het ge wone zoowel ais van het veranderlijk ge deelte van het missaal is broodnoodlg en de eisch wordt dringender naarmate er meer gebruikers van het missaal komen: en hun aantal neemt nog dagelijks toe! Wie A zegt, zegge ook B! Verspreidt men het mis saal, dan moet men er ook een inleiding op geven! Dat is een logische consequentie! Denkt men er ook wel eens aan, dat een aan het verstandelijk vermogen der kin deren aangepaste inleiding in de Liturgie een zeer dringende eisch geworden is voor onze katholieke lagere scholen? riep Mies klagend, „en morgen 1b er een groot sportfee»t." „Zoo." aei ik. „Ja, en dan rijn ww bang, dat m oob niet mee aal willen nemen. O, B 1* verschrikkelijk, die Anny." „Maar zeg me nu eens.” vroeg ik. „wat «ou den jullie me „Breng je p l aanvaar- van dit voorstel sou ech ter m'n heelen namiddag in bealag nemen, m'n laatste kans in achttien maanden! „Neen, ik weet iets beter." zei ik. „Zie kinderen, weest nu braaf en gaat nu bedaard heen." Toen Anny tien minuten later in den tuin kwam, was ik bezig met in de boot te morrelen. „Zeg eens. Erik.” riep ze; Jioe staat het met de gramofoonplaten?” „Heel slecht. Toen ik m uit de boot wilde halen. Het ik M uit dat verwenschte album vallen." .En natuuriük a»|P gruizelementen niet? O. hoe jammer 1" Ik zag toen paa, dat ze alleen een paar kuaeens en een kleine opvouwbare tent bü rich had. „Het spüt me vreeaelük. Erik.” set ze, „maar de gramofoon 1» stuk.” Ze stapte in de boot, over de stukken der ge broken gramofoonplaten heen. .De veer schijnt het niet langer te hebben kunnen uithouden. Maar daarom kunnen we toch wel naar de wil der ^iteTtón7. dacht ik even na. Ik had de tweelingen beloofd over hun misdrijf te zwügen, en er daarbij niet aan gedacht, dat Anny er nu reeds achter gekomen kon zün. „t Is in orde 't zal gebeuren.” zei ik. Toen we midden in de rivier waren, begon ik: „Luister eens, Anny, ik zou toch niet te hard voor ze zün." „Wie bedoel je, Erik?" „De tweelingen. Het groote sportfeest komt maar eens in t jaar....” „Wat bedoel -je toch?” vroeg ze ongeduldig. .En ze deden het toch heusch maar bü on geluk. zei Liee.” „Wil je daarmee soms .zeggen, dat die twee rakkers van melden weer in de muziekkamer op m'n gramofoon gespeeld hebben nadat ik ze zoo geducht onderhanden genomen heb? O. die Ondeugende nesten!" ..Maar het was hun schuld niet Lies zet. dat de veer brak..." ,De veer!" riep Annie opgewonden; „hebben ze die gebroken?" „Maar dat wist je toch, niet? Je wist toch, dat de veer gebroken was?" „Dat ia de tweede keer in één maand. Ik aal het ze inpeperen.... ik zal rfS^ren in t ver volg van m'n zaken af te blijven. Ik bad er geen idee van...." „Maar je hebt me aoo Juist gezegd....; maar wist je dan niet, dat de gramofoon inderdaad stuk was, toen Je het mjj vertelde? Heb je een beetje gejokt?" „Erik!...." „Maar.... maar...." zoo begon ik weep te vragen. „Waarom toch....?” Een gloeiende blo» kleurde haar wanden. „Ik vond het niet prettig den heelen middag te besteden aan het luisteren naar die grarno- foonmuziek, én dat wel nu je' naar de Japan- sche Zee gaat en we elkaar in geen anderhalf jaar zullen weerzien. Ik dacht Erik, dat je.. Ik üet haar niet uitapreken. „Maar ik vond het absoluut niet noodlg. om je die muziek te laten hooren. Anny. Daarom liet ik met opzet de platen aan gruizelementen vallen. Ik sleepte die dingen alleen maar mee, in de eerste plaats, omdat je me vroeg, waar om.... Het is, zooals je weet, m'n laatste kans vandaag, en ik had niet den moed om je zon der omwegen voor ik uit vaar, ten huwelük te vragen.” „Je wilt met me trouwen? O, Erik!" Na nog een minuut of tien door het riet ge roeid te hebben, stond ik op en zei: „Maar hier moeten we niet blüven, lieveling. De tüd is daarvoor te kort. We moeten direct naar de stad en daar een ring uitaoeken. En wat dunkt je: Zouden we meteen geen gramo foon voor de tweelingen koopen?" Anraden om te doen?” ’ten hier en speel m dan op de groote gramofoon in t salon." antwoordde da- delük de slimme Lies, „dan ontdekt ze er in elk geval niets van voor morgen. Misschien riet >e ook in geen da- gen naar de kiel- f ne gramofoon om." De ding Dit is de laatste verbinding die ik nog ooit met de wereld hebben zal. Van morgen af zal ik voor haar als dood zijn, want dan neem ik den sluier aan. Men heeft mü bevolen en het is ook niet anders dan mijn wensch dat ik mede- deeling zou doen van bepaalde dingen die ge beurd zün en waarin ik op eenigerlei wüze betrokken was, meer büzonden te Londen. O wilt me wel toestaan dat ik die mededeeling doe aan u. Ik verzoek u in gedachte terug te gaan naar den avond waarop Valentine Rederdale stierf. Nadat u en de Amerikaan Hadley dien avond 't huis hadden verlaten, kreeg ik bü toeval kennis van het geheim van de drie mannen, mün oom Pietri Vespucci, dr. Kressler en Max van SchlelnMp. Dt kreeg er kennis van hoe zü misbruik maakten van de vreeselUke ontdek king die mün vader jaren tevoren gedaan had. Ik ontdekte ook dat zü de moordenaars waren van Valentine- Rederdale. op wiens dood zü stonden uit vrees dat hü iets zou los laten over het bestaan van den ring, dien hü uit Parijs had meegebracht. Cr bestonden zooals ik later te weten kwam, slechts vier van die ringen. Ze zün hol. en elk ervan was te een of anderen tüd geVtrtd geweest met den doodelljken ether, welke de macht heeft binnen een bepaald rayon onmiddellük alle leven te vernietigen. U neemt mü wellicht niet kwalijk dat ik u de Intieme gevoelen» yertel van tnün hart? artikel, dat „gaat”. Al» het woord niet de totaal-oorzaak van den zegetocht der mis saal». Er ligt in vele jonge menschen een zekere drang heel dikwüls zonder dat men er zichzelf rekenschap van geven kan naar het bezit van het boek, dat ook de Priester gebruikt bü de heilige Handelin gen, waarbij men zich van harte wenscht aan te sluiten. Onze tijd heeft bij zün ge boorte om zoo te zeggen een afschuw voor copie en Ersatz meegekregen. Hij wenscht het origineel in al zijn echtheid en waar heid. Is de uitgave der boeken van de Hei lige Schrift hiervan ook niet een duldeUjk en verheugend teekén? Men elscht de meest Innerlijke en centrale wezenswaarden on zer Kerk geheel en on vertroebeld op! En deze drang naar het meest deugdelijke en het origineel is voor de liturgische propa ganda de gunstige bodem geweest voor haar zaad: men was door dezen drang ook tot het origineele kerkboek gepraedispo- neerd. En het verlangen is niet teleurgesteld! In het missaal heeft de Kerk heel haar ziel neergelegd: het is een kostbare schat, dien we niet genoeg kunnen waardeeren; het missaal is het gebed der Kerk en het ge bed der eeówen. We zün bü een uitstekend boek aangeland en de liturgische beweging kan van de bestaande voorliefde voor het missaal slechts een dankbaar gebruik ma ken, om haar groote plannen van gods- dienstbezinning en vernieuwing te verwer kelijken. Het is genoegzaam bekend en ge prezen, dat het missaal hiertoe uitnemende eigenschappen bezit: daarover dus niet verder. Slechts een paar opmerkingen over de noodzakeUJkheid van Inleiding in en van Ijver voor een goed gebruik van het mis saal. Ik Boqht inderdaad alles bü elkaar wat er was aan kostbare steenen. De diamanten, door uw regeering uitbetaald, droeg Vespucci bü zich, vele andere en ook vele paarlen bevonden zi^h in zün brandkast. Ik nam ze alle mee en ontvluchtte zonder moeite in de kleedü van eén zustfr. Ik kwam hier In Italië en depo neerde de juweelen op een bank, waar ze tot vandaag'bewaard zün. Ik weet niet wat ik van plan was te doen, tftaar ik werd door Gods baxn*artigheld door een zware riekte ge troffen; ik heb de idlngen anders leeref» zien, en nu ik weer geruimen tüd beter ben en mün hart tot in zün diepste schuilhoeken heb onder- zocht, nu heb ik met de wereld afgedaan; ik .de rest daarbij laten fusten. Ja, dat is een verlang er niet meer naar terug. Ik zend thans de juweelen. welke ik van Londen meenam, naar u toe. Die welke door uw regeering Btn Vespuccj werden uttbetaald, bevinden zich in een afzonderlüke zeemleeren zakje, verzegeld met zwart lak AHes la precies zoals ik het op het lük vond. Die welke ik in z<jn brandkast aantrof, bevinden rich in het andere_zakje met rood lak Ik weet niet, hoe hü In het bezit er van geraakt is Wat ik in ge weten als mün eiri?ndom beschouwde, heb ik afgestaan aan de«communauteit waartoe ik voortaan zal bebooren. Mün wensch is thans, dat u den loepctis. welke van uw regeering "te af gepetst, aan haar zu't teruggeven, en dat het overige zal worden besteed voor - liefdadigheid Dit ia^e laatste wensch van wie in de Wereld wasS» PEPITA VESPUCCI j Jocelyn begaf zich met de tarief en met het pakje naar Hadley en nam hAi mee naar een kamer, waïr ze niet gestoord zouden worden. Dan gaf hü den Amerikaan den brief in de hand en liet hem lezen. En Hadley las en hl) perzte de lipnen samen en zün gericht v^rd strak. HU legde het schrijven neer zonder com mentaar. Hebt u het pakje geopend? vroeg hü. Nog niet, antwoordde Jocelyn. Jk zou wel eens willen zien, wat zich in Jocelyn de kamer binnentrad en op hem toe- m, keerde hü rich om en maakte een itlge en vormelüke buiging, k Mr. Chenery? zei hfl vragend, nop zün beurt. Wlen heb ik het genoegen? vroeg hü. Am-, Franrtsraan mr. Chenery wiens haam klooster niets ter zake doen, antwoordde de geestelüke. Ik heb een opdracht te vervullen; vergun mü me van mün taak te kwüten en dan weder te vertrekken. Ik ben enkel de brenger van een brief eb van een pakje, dat .ik u persoonlük moest overhandigen. Mr. Chenery. herinnert n rich iemand die in deze wereld Pepita Vespucci was? Het onverwachte van deze vraag deed Jocelyn opechrikken. Hü keek in het zwaar gerimpelde olüfkleurige gelaat van den monnik, in die donkere oogen, die onderzoekend op hem waren gericht Pepita Vespucci wésf zei hü ten slotte. Is de slgnorina dood? Pepita Vespucci te dood voor de wereld, mr. Chenery, antwoordde de monnik met zün rustige stem. Ze heeft mü met deze zending naar u belaft, het afgeven van desen brief en van dit pakket. haalde uit zün habüt een verzegelde te voorschijn en een pakje, gewik keld in linnen, en eveneens zwaar verzegeld. Jocelyn nam ze onwillekeurig aan, zich af vragend wat dit nieuwe bedrüf beteekenen kon in zün overigens zoo kaflm verloopend leven. Ik zal wachten tot u den brief gelezen hebt, mr. Chenery, om van u te vernemen of u aan haar die Pepita Vespucci heette de boodschap sturen wilt, die zü van u verlangt, zei de, monnik. Ik ga dadelük den brief lezen, ant woordde Jocelyn. Intusschen mag ik u een ver- frisschlng laten brengen en Ik reken er op dat ik u vannacht gastvrijheid mag aanbieden. Maar de geestelüke maakte efn afwüsend gebaar. Ik ben u zeer dankbaar, mr. Chenery. m«ar ik moet met den avondtreln naar Londen Op een prachtigen Beptemberavond toen Jocelyn en Hadley van de patrijzenjacht, waarmee se dien dag hadden doorgebracht, naar de Huize terügkeerden zagen ze_ een ongewone figuur uit de richting van de oprü- l*»n op de hall toestappen. Hadley bleef even 8t»an en beschaduwde sün oogen mét de hand. A Hé. sei hü. dat te een 1-- *n het buitenland meer u “i het land ook wel sün. maar dat ze hier in hun pü loepen. Gewoonlük niet, beaamde Jocelyn, over dén tuin die tusschen hen en het landhuisje Jag naar den geestelüke kükenjl. En in deze buurt te geen klooster. Oe figuur in het bruine habüt bereikte op “t oogenbllk de halldeur. Blijkbaar werd hü van binnen te woord gestaan, een oogenbllk later was hü achter de deur verdwenen. Lesbia wachtte ftaar echtgenoot in de hall op. haar gelaat en haar oogen drukten een onge wone verwondering uit. Er zit een Italiaanaehe monnik op Je te Wjchten, Jocelyn, zei se. HU’is heelemaal van het uiterste puntje van Zuid-Itallë gekomen, ëkpres om een onderhoud met Je te hebben. Hü «preekt Engelsch. Terwui se sprak wees ze op de deur van de bibliotheek. Jocelyn liet haar en Hadley in de hall staan en begaf zich naar de bibliotheek. “«1 afvragend waarom een Franciscaan van ’er naar hem toekwam. Ceduklig Hoewel ik officieel met Kressler verloofd was, was ik heel erg gehecht aan Valentine Reder dale en op een woord van~ hem zou ik jaün verloving verbroken hebben. Toen ik de bar heid kende omtrent zün dood, had Ik nog slechts één gedachte: wraak. Ik zag kans om volledig met al het doen en laten van het drietal op de hoogte te komen; dat was gemakkelük want zü vermoedden niets. Ik kwam er achter dat Vespucci een dubbel leven leidde. Ik kwam achter hun plannen. Ik was het die er zorg voor droeg dat u niet naar Hotel Petronla ging. door u zooals u weet een sterk verdoovingsmiddel te zenden, waardoor u in slaap viel. De Hemel te mün getuige dat ik mü gevoel ais een moor denares, want ik zou het leven van die jonge- hebben kunnen redden^maar Ik was van woede in dien tüd en van wraakzucht en alleen aan voldoening van die zucht kon ik denken. Toch, dacht ik ook aan u.^_ Het'was mün bedoeling persoonlük Vespucci, Kressler en Von Schleinitz te dooden. Ik erken dat. De tüd dien ik daarvoor uitkooe was de ochtend na den avond waarop aan Vespucci de losprüs in diamanten was uitbetaald. De twee anderen zouden dien avond heel laat komen en* blüven ontbijten Ik weet veel van krachtige vergiften af en dien avond maakte ik er een klaar met de bedoeling het in hun koffie ée doen Ze zouden het niej gemerkt hebben; ze zouden binnen een paar minuten in hevige pünen gestorven zün. maar met 't volle bewug^jn en ik zou in de gelegenheid zün geweest over hen te triomfeeren. Maar Ik heb er aan te denken dat dergel^jke gedachten voortaan verre van mü dienen te blüven. De wraak was onnoodig. In de vroegte gingen ze alle drie naar het laboratorium, ze jnoesten nog ontbijten. Op mün eigen wijze wist ik het laboratorium binnente komen Ze waren dodtT Ik weet niet wat er gebeurd was. maar ik kan t mü wel voorstellen Door eenig toeval moeten ze een spatje van dien fataien ether hebben laten ontsnappen en dat te hun dood geweest. O’ o o

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 17