JCctucïfiaal uan den Aag Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden Middeleeuwsche Kunst te New-York LIEFDE EN EER DINSDAG 11 FEBRUARI 1936 EEN SCHENKING VAN 1 I o WINTER |,||,''w,,"MNHMHHN :n ig- >P De transfusie R J A -'d - DOOR M. E. FRANCIS Shakespcare-ver- talingen I '-Yiii. v. ru,'l trouwen eener vrome ziel! >te bedrukt er man Johan groette •»r HERMAN KRAMtR ter-«>41« hij met Dtek gevochten,” nel ■J* in beetje bulten adem, went de et onder kreeg, ik wou nemen/ 1 Hl n- 1- n- m. .Laten we het vrooiyk opnemen”. was het Berate wat Karei act en Tulmeltje vond het ook de beate manier om ar doortwen te komen ..Het Is maar gelukkig, dat ik nog geen honger heb", art Tulmeltje. .Laten we maar vlug beginnen, des te eerder rtJn we er vae> aT' en bun mutsen stevig op hun hoofd drukkend, be gonnen re er op Iqs te slaan. ten ide zien branden, al zal deze romantische decora tie dan ook niet meer spreken van het stil ver - Dat was een leeljjke straf voor de ondeugden. Ze moesten aan tafel blijven tot de anderen gegeten hadden en zouden dan het tapijt moeten kloppen. Maar de twee bedrogen kikkers wil den nu ook eens genieten en vlug gingen ze met een stoffer en blik naar den schoorsteen en deden een heele hoop roet in een aak. TVen keken se rond of Tulmeltje en Karei er niets van hadden gemerkt en snelden naar buiten, met den vollen aak roet. Johan zich i, bedankte over kleinen Roger heb Je wel meer willen zien, beter ei itie- ond iet ur en y- en 9» 8* it- n- id it, *ir; Na een langdurige studiereis in Zuid-Prank- rtjk heeft Mr. Collens thans sfln plannen vol tooid en volgens wensch van den stichter aal ov- ras iw- 'an as- rereld business-leven te midden van sky- >r- Kle pe en la nd, or- rder be- sche gen oezo van haar roe- len- gan den, Iga- ontroering in de stem van zUn patroon te be speuren at ht f- t- a- je at a. r- It er »- er jn UJk de 4o- er- in re- »n- BT- m, it- sel an ?r- de en en en ia •rs in. ift n- li- te li n de <e ch ht ie. ch ed ’’t Anna trok een gvrtcht tegen baar Buiten gskorr.en kropen de tree kikkers onder het tapijt en schudden er den aak roet in leeg Natuurlijk allemaal netjes aan den binnenkant, anders zouden Tulmeltje en Karei het zien en sou de pret er af zijn. Toen dat gebeurd was gingen se voor hst keukenraam zitten en wachtten af tot de matten kloppets verschenen. Niet voldaan echter met wat hij deed, heelt sinds enkele jaren Mr. Rockefeller her"plan gekoesterd een geheel 'nieuw „Clolsters”-com- plex te bouwen. Toen hy in l»30 twee heuvels met prachtig uitzicht op de Hudson aan de stad New-York schonk om er het „Pon Tryon Park” te maken, reserveerde hij de mooiste dezer heuveltoppen voor het museumgebouw dat hij zich droomde en begiftigde met dit terrein het Metropolitan Museum. HU droeg in 1931 den architect Charles Collens op een ontwerp te maken voor een groot complex ge bouwen, dat de illusie moest opwekken van een enorm, in verschillende perioden tot stand gekomen middeleeuwse!) klooster. van zijn patroon, over wiens toestand juist door twee professoren consult was gehouden. „Hoe is het nu met hem?" vroeg Johan aan de verpleegster „Transfusie is hoogst noodaakeiyk en wol onmiddellijk Maar waar zoo gauw iemand ge vonden.'die zich daarvoor beschikbaar wil stel len? m een grootere stad is men daar beter op voorwen.” „Ik wil weV* zei Johan Bonder aarzelen, Jk ben kerngezond.” Dan ga ik het vlug aan de professoren seggen.” haastte se zich. De transfusie had plaats. Johan ondervond er geen nadeelige gevolgen van en het leven van meneer Raags werd er door gered. .Misschien krjjg je voor deze zelfopoffering nu wat meer salaris.” hoopte Lona. .Wie weet.” meende Johan, maar Inwendig betwijfelde hy bet voor deze daad, die niet tn verbond stond met zyn werk. Toen meneer Raapt varna voor de transfusie had \aang hU hem en voegde er bU:\. .Ik zou hetzelfde voor mjn hebben: dit als mijn plicht b „Dtt was ook met my het „maar tevens uit menschelljk „Wij begrijpen elkaar.” knikte de zfi’te was tot groote verbazing van Johan, i enna en Johan zaten aan den zoom van een bosch even uit te rusten van den fietstocht en bespraken het onderwerp dat al eenige maanden hun geest bezighield. „Als het zoo voortgaat," meende Joban, .dan kunnen wy nooit aan trouwen denken. Wat moeten wl) met zoo*n klein salaris beginnen?’ „Ik kan heel zuinig het huishouden bestie ren,” bracht Lona in. „Niet zóó zuinig' dat wjj er komen kunnen, kind. Denk eens aan: huishuur, belasting, le vensonderhoud.... Ut heb al wel tienmaal een berekening gemaakt, maar hoe ik ook cijfer en tel. ik kom er niet. Zie zelf maar.” Johan Harden nam een papier uit zyn bin nenzak en gaf het Lona. TerwiQ zy de uitgaven bestudeerde en vergeleek met hefgeen Johan maandelijks verdiende, nat hy met gezicht voor zich uit te staren. Stil schoof Lona hem zijn schema toe en zei zuchtend: ..Neen, het gaat niet. Maar wei kan Ik mijn plaats op kantoor aanhouden, en dan hebben wy voldoende om ons huishouden te bekostigen." „Daar komt niets van in, Lona. Je weet hoe ik het over het algemeen apprecieer dat vrou wen in haar eigen levensonderhoud willen voor zien. maar eenmaal getrouwd, moet dit een einde nemen. Hoe anderen hierover denken, laat me onverschillig, maar ,4k” vind, dat als een vrouw voor, na en tusschen haar kantoor uren zich moet afslaven, om thuis alles aan kant te hebben, dat dit geen leven voor haar is. Neen, melske, op dergelijke basis ga ik geen huwelijk aan, hoezeer ik er ook naar verlang. Was meneer Raags maar niet «oo'n vrek, zoo’n uitzuiger!” viel Johan uit. „Als de tijden niet soo slecht waren, dan bleef ik niet bij hem in betrekking. Maar /waar vind ik nü een anderen baas?" „Nergens,” beweerde Lona op overtuigenden toon. Laten we in ’s hemelsnaam houden het geen we hebben.” .Jilj kkn meer betalen," ging de Jongeman woedend voort. „De zaken gaan steeds nog uit stekend. Maar hy is een vrek, zooals ik sei. En alles is by hem plicht, doch zélf vergeet hij de zijnen en laat my voor een hongerloon werken. Hij weet maar al te goed, hoevelen er klaar staan, om ais ik weg sou gaan, in mUn plaats te komen en misschien nog wel voor minder salaris..Bk) als hij nu sen gesin had, maar hjj heeft niet eens een vrouw.” „Hoe is hst met hem? Gaat hy nog niet vooruit?" .Keen, nog niets. HU schijnt erg zwak te zijn.” „Hoelang te hy nu ia het ziekenhuis?" „Vier weken. Ik behartig s|jn zaak, of ss ds myne is. „PUcht" sou hy zoggen, „niet anders dan plietrtTT*.Maar kom, we moeten opstap pen. Het wordt tijd en ik moet nog even naar hem toe. om over de zaak te spreken, anders slaapt hU niet rustig.” Een uur later stond Johan by het ziekbed kleine Jongen het bosch uitrennen. Zijn gertoht was rood en gekneusd en ondsr het loepen streek hy ongeduldig met den rug van zyn hand langs zijn neus, die flink gebloed had. „Hallo,” zei de leeraar. „Vechten? KUk, het te Beek.” „Dan heeft Lady Anna. De hijgende Roger was nu vlak by hen, maar zonder naar hen op te zien, greep hy een van de petten en doopte die tn het water. ..Book,” riep de teerear streng. .Wat be- teekent dat?’ JMck heeft tech bsaeerd,” riep Lady Anna Homock. „Zijn neus alleen maar," riep Roger. myne hield op." Met sUn pet vol water begon hU terug te loopen naar het booch, toen de groote man xyn hand op zUn schouder legde. .Wie won?" vroeg hjj met lachende oogen. „Verleden September ging ik onder en met Paschen ook, maar nu hU.” antwoordde Roger. „Waarom vechten jullie soo?" vroeg Lady Anna „O, om niks,” sei Roger, terwijl hij soo vlug als zyn natte last hem toellet. wegliep. .Ik vond tejn hoed gek en hy aai, dak ik niet kon tellen.’ ..En waarom vochten jullie nu dan weer?” vroeg Lady Anna «en Roger liep soo vlug. „O, omdat hy mij quitte zUn." De leeraar hield tech op den achtergrond, want Men kan er zich over verwonderen, dat een plan als dit tn onzen tyd in Amerika tot uit voering komt, terwijl men in Europa by bouw „Beschouw het niet als bemoeizucht van ma, maar sinds ik je myn leven te danken heb, maakte ik een plan op, dat ik nu uitgewerkt heb Maar daar zullen wy het later over heb ben. Heb je een meisje?" Hy heeft gelukkig niets gehoord, dacht Johan. Ua. meneer. We sUn al een jaar verloofd, zy is op kantoor by Steiman.” „Zool Een yverige by dus?” ,Aer yverig, meneer. goed...." mooi.... er bestaat geen liever kind, dan sy, niet wztar?" glimlachte Raags. Nog meer verwonderd keek Johan zyn pa troon aan. Kende hy Lona? Bn had hy theh Iets opgevangen? RUksminister dr. Ooebbels heeft aan een aantal bekende persoonlijkheden In de Duit- sche tooneelwereld en literatuurwetenschap de vraag gesteld wat hun standpunt is in de den laatsten tijd zoo op den voorgrond ge treden kwestie van ds ShakespaarevertaHngen van Bchlegel-Tieek aan den oenen en Rothe aan den anderen kant. Gn eter te heeft gich voorbehouden na ontvangst van de antwoor den een regeling te treffen voor de Duitache schouwburgen, waarby bepaald zal worden welke van de beide vertalingen in het vervolg toonaangevend geacht zaL moeten worden voor de tegenwoordige Duitache nin imrliigni Daar bij zal vermeden worden rmdeetegs gevolgen van deae literaire kwestie voor de ontwikkeling van het Duitache tooneel te doste ontstaan. Ds inhoud van het museum zal in hoofdzaak bestaan uit meer monumentale voorwerpen. De voorhanden kunstwerken vormen by elk deel van den bouw het uitgangspunt; het getouw zal slechts dienen ter beschutting en als ach tergrond voor die kunstwerken. Tallooze mid deleeuwsche beeldhouwwerken in steen, nu voor een deel in depöt bewaard, zullen in den bouw worden Ingemetseld op met zorg uitge zóchte plaatsen; de zullen der kloosterhoven zullen de gebeeldhouwde kapiteelen dragen, die in de 13e14e eeuw In Frankrük ontstonden, oude altaren en retabels met schilderingen en houtaculpturen zullen er de kapellen sieren; op d» groote bronzen en smeedUzeren lesse naars zullen de enorme middeleeuwsche gra dualen liggen, die uit ItallS en Spanje kwa men; de graftomben der ridders en bisschop pen van het middeleeuwsch Europa zullen hier, na de reis over den oceaan, rust vinden; de oude Madonna’s van het He-de-France en uit Lotharingen zullen er met hun weemoedlgen glimlach neerzien op de bezoekers en.... aoo- als thans reeds in de tydehjke kloostergebou wen. zal elke heilige er wel weer zyn keerske .Dat komt nog rfjk man kan ook „Ja, Ja. Anna, we moeten hem laten vosten, dat hy ook nog plichten heeft. Hy is niet irf het begin van 1938 zal het geheel voltooid zyn en hoopt men de nieuwe „Cloisters” te kunnen openstellen voor het publiek. Het tegenwoordige museum, in provisorische gebou wen ondergebracht en ongunstig gelegen, trok het laatste Jaar by na 50.900 bezoekers; het nieuwe mag zeker het dubbele aantel verwach ten. Uitwendig zal het hoofdaccent der nleuww gebouwen gevormd worden door een zwaren, massieven toren In Romaanschen styi, die een getrouwe cople zal zyn van den in vervallen toestand nog bestaanden toren van het oude St. Mlchaëlsklooster te Cuxa by Prades in Zuld-Frankrijk. Het is de kloostergang van ditzelfde klooster met zyn roodmarmeren zullen en ryk met flguraal beeldhouwwerk versierde kapiteelen niet een copie, maar de eehte die een der belangrykste bezittingen vormt van het oude „cloisters" museum; deze klooster hof werd steen voor steen uit 3uid-Frankryk naar New-York overgebracht en daar weer opgebouwd en zal nu In het nieuwe gebouw aansluiten by den imposanten toren van Cuxa.- Rondom den toren en de kloostergang van Cuxa, die het centrum vormen, zyn groepen van zalen en galeryen geprojecteerd met elk weer eigen binnenhoven, zuilengangen en ka- pellen; iedere groep zal een verschillenden styl der middeleeuwen van vroep-Romaahsch tot de flamboyante Gothlek toe in beeld bren gen. Een zich om den heuvel slingerende weg. die over borstweringen van verweerde steen vergezichten op de „Hudsonrlvler” te genieten zal geven, zal naar den top leiden, waar een groots kloosterpoort toegang verleent tot de gebouwen, nadat men zyn komst met dan zwaren deurklopper zal hebben kenbaar ge maakt. „Zie,” hernam Raags ernstig, „wat myn ptaa is. Ondanks je friach bloed, waarmee jy me ge red hebt, voel ik me niet zooals vroeger en wilde Ut graag een directeur voor mijn zaak hebben. Bn ik heb me voorgenomen. Jou dere betrekking aan te bieden met voorloopig je sa laris verdubbeld en aandeel In de winst.” .Me.... my?" stotterde Johan. ,4a. Jou .Maar dan «ouden we kunnen trouwen!” riep ds Jonge man bulten zichzelf van vreugde. „Dat is mUn zaak niet.” Hy wees naar de telefoon. .JUs je het je meisje, heet ss. niet Lona? eve« wilt meedeelen?" Met een juichkreet vloog Joban op en drukte de hand van zUn patroon, of hy die breken wilde KaUo? baltol’ gilde Joban aan de tetefewi. .JBen Jö het. Lona?” Oerard Raags stond met een opgewekt ge licht naast hem en fluisterde: „Vergeet ook niet dat ik haar vanavond bier verwacht." „O1 liefste, wat een geluk!” Jubelde Joban. .Begryp je net wel goed, Lona? Dringt het wel tot Je door?” ..Eu zeg baar,” klonk bet aacbt na set hem. „dat er al sinds myn komst uit het stehenhtete by een notaris een testament gedeponeerd ia, waar alleen jóuw naam In voorkomt.” Toen hing Joban van alteratie den haak op, hoewel hy Lona niet eens de gelegenheid ge geven had, een woord te zeggen. De telefoon rinkelde, rinkelde, maar Lona kreeg geen ge hoor. want Johan scheen tech af te vragen. Of hy waakte, of droomde. Toen schudde hy den ouden schouders en zal diep ontroerd: „Als u weer teek wordt.als u weer nieuwe kracht mocht noodig hebben....” „Kom. nu gauw aan bet werk,” art Haags, zyn aandoening beheerschend. Jfr ngt veel te wachten. Als je verloofde hier la, praten we verder. alleen voor de pret op de wereld.' Lady - (Wordt vervolgd.) culturen zyn overal de brokken mlddeleeuw- willen wy hier middeleeuwsche kloosters en abdijen alen, dan zyn er in ons land en zeker in de na burige landen tal van prachtige oude com plexen. die ons mln of meer in de sfeer van vroeger tyden kunnen teru^brengen. De Ame rikanen bezitten evenwel niets van dien aard. Er is wel een oude „American Art” die by hen In hoog aanzien staat en men is ei trotsch op een oud voorwerp als „American School” te kunnen betitelen zooals ook van de Duitache, Fremche, Vlaamsche school gespro ken wordt. Maar.... die kunst gaat niet ver der terug dan de 18e, hoogstens de 17e eeuw en bij nader onderzoek is het meestal met anders dan het werk van een Europeesch vak man, een meubelmaker, een silversmid, die met zyn werkplaats den oceaan overstak; het zun meest bescheiden, eenvoudige voorwerpen vim handwerkskunst. Maar een ensemble, uit de middeleeuwen, waarin de cultuur en de sfeer der middeleeuwen aanschouweiyk wordt, is voor den Amerikaan natuuriyk iets geheel on gekends, tenzy hy behoort tot de betrekkeiyk heel weinigen, die zich nu en dan hun „trip to Europe” kunnen veroorloven. Voor de groote massa, die mets anders kent van de V< dan het eigen land, de eigen stad met jachtend scrapers en woonkazernes, zyn de serene rust en de geesteiyke verheffing, die uitgaan van een oud kloostercomplex. Iets waarvan zy zich geen denkbeeld kan vormen. Den New-Yorkers daarvan dicht by huls zulk een indruk te ge ven, al is het dan niet in een eéht klooster, maar in een kloostermuseum, dat zooveel mo-, gelijk uit oude oorspronkeiyke onderdeden ie samengesteld, is daarom het begrypelyk doel van Rockefeller, dat in de pegeven omstandig heden niet onsympathiek aandoet, ook al houdt dit mooie plan In z*n opzet als Imitatie, als „would-be” een sterk Amerikaanse!) by- smaakje. Holland, dat met zooveel moeite en Jaren lang geduld een Kgmotxi tracht te doen her leven. zou zeggen: waarom niet dezelfde mll- lloenen besteed aan den bouw van echte kloosters In dit jonge land, dat deze zeker ook wel kan gebruiken en waarvan nog heel wat meer geestesverryking en cultuurverheffiny zou uitgaan dan van een museum, zelfs al Is dit nóg zoo grootsch opgezet en al lykt het nóg zoo bedriegiyk op een eeuwenoude abdy? Het wezeniyke, het leven zal Rockefeller’s stichting missen; dit mnseumklooeter zal van begin af sen doodgeboren kind zyn en biyven, omdat bet klooster leven er zal worden voorgesteld als een sprookje uit lang vervlogen tijden inplaats van ook daar te zyn een levend cultuurelement van onzen tyd, waarvoor UI onzen tyd plaats is en waaraan onze tyd, ook in Amerika, waariyk wel behoefte heeft. Maar.... dat zal mr. John D. Jr. wellicht niet weten of niet Inzien I Het gewone leven op kantoor werd na eenige maanden hervat, alleen met dit verschil, dat meneer Raags nu wat later verscheen, waardoor Johan in de gelegenheid was met Lona gauw even telefonisch eenige woorden te wisselen. En aldus betrapte Oerard Raags hem op een morgen en hoorde hy Johan vertellen: .Meneer test er weer best uit. Gelukkig maar voor den man. Maar ik had gedacht, nu ik by zn ziekte zooveel werk heb gehad, reker wel wat meer salaris te krijgen, maar niets, boor! Nog niet eens een bedankje. Hy weet reker niet, of hy heeft er geen besef van, hoeveel avonden ik hier heb zitten werken, doch ik zeg hem er niets van. zooals ik je vroeger zei. want dut ligt niet in myn aard. Maar het viel me toch geweldig tegen gisteravond, toen hy mij betaalde. Ik had er zoon beetje op gehoopt. En wat nu het ergste Is: nu zullen we dus voor eerst ook niet kunnen trouwen, liefste Je weet, hoe me dit spyt voor ons belden. Ik verlang er zoo naar Je ge lukkig te sten. Wanneer zal die tyd komen? Nu dag. sahatl La ten we den moed maar niet ver liezen Er is toch niets aan te verhelpen. Lona.’ Het gesprek was ten einde. Toen Oerard Raags het kantoor binnenkwam zat Johan over zijn werk gebogen. Even rustte de blik van den ouden man op den jongen -klerk en een goed opmerker aou er een bijna vaderiyke tesderheld in ontdekt hebben. „Goeden morgen,” zet hy. ^Goeden morgen, meneer.” Raags onende enkele brieven «n schraapte zich daarna de keel, alsof hy een speech moest afsteken. „Zeg, Harden.” begon hy. spelend met een potlood, Je hebt my nooit eens iets over je persooniyke aangelegenheden verteld.” Johan staarde hem verbluft aan. Had hy tets van zyn gesprek met Lona gehoord? Hos kwam hy er anders toe. hierover zoo opeens te be ginnen? Raags vervolgde Zal de winter tóch nog komen Met zijn gruwelijke kou, Met gebrek en met ellende Met «V» leed en met zijn rouw? Zal de winter tóch weer komen Met de armoe en de pijn, Die, wanneer de vorst in *f land is, Altijd begeleiders «<jn» Zullen zij, die dan genieten Van gezonde wintersport, Hen gedenken, in wier huizen Dan zoo erg geleden wordt? Nu moesten jullie elkssr maar de hand geven." „Dat hebben we al gedaan.” riep Roger, ter- wyi hy een bruine knuist uitstek. Na die ceremonie zei Lady Anna een beetje ernstig: „Jullie moesten gosde maatjes zijn. Weet je wel. dat Jullie neven--zyn?’’ De Jongens keken elkaar aan, lachten en Roger schudde van neen. „Ik denk toch van niet,” zei Roger. „Grootma segt, er is niemand meer van de familie. Ze zegt, dat ik de laatste Beek ben.’ „Maar je hebt toch een moeder gehad, beste Jongen.” zei Lady Anna. „Heeft niemand Je daar ooit iets van verteld?' „wy hebben haar portret thuis,” antwoordde Roger. „Grootma segt. dat aw stierf na myn vader." .Je lykt op haar." sei mynheer Homock Dick keek zyn vrtendjo leuk aan. „Ik vind het gek, dat we naven zyn.” zeide hy. Ku." rei zyn vader, .als jy moe gaat, mooet Roger ook maar mee gaan.” Roger kreeg een kleur tot onder zyn blonde baren. ..Ik niet,” re! htj „Ik heb grootma beloofd, dat ik ntet met vreemden uit aou gaan.' .Maar dit te wat andere. Beek.' kwam de leeraar haaatlg tusschenbelde Je grootmoeder wist niet, dat Je hier een neef had. die wel eens nader met je sou wtflan kennis makate.’ „Och, kom man. Roeer." riep Dtek. .Jet is vreeeeiyk leuk en we sullen bet er sens van tot haar man, die plotseling ernstig was ge worden. .Laat eens kUkenrei hy. .De arme Mary te al tien jaar dood. Hu moet oud genoeg zyn. Een aardig ventje, rei u?" „Ja, een flinke kerel, al leert hU niet te vlug. Maar dat komt misschien nog wel." ,JEn hy te een vriendje van Dick," zet Lady Anna. „Vreemd, M Ban? Weten re, dat ze naven zyn?” Keven?” riep de geestelijke uit. „Natuur- lUk, daar dacht ik niet aan, mijnheer Hor- nook.” „Z|jn moeder was mUn volle nicht.” rei mijn heer Homock. „Arme ziel, haar vader was te streng voor haar. Onterfde haar omdat zy katholiek ward. Dat sou mUn vader met my misschien ook gedaan hebben, Anna, als hU nog In leven was geweest,” zei hy zacht tot zyn vrouw. „Nu," antwoordde Lady Anna op denrelfden toon, „dan sou ik net soo gedaan hebben, ala Mary Beck, me er niets van aan getrokken hebben en toch met jou getrouwd zyn.' Het diep doorploegde gelaat van den man. want al was hy ryk. toch droeg «Un gezicht het stempel van harden arbeid, verzachtte zich en hy fluisterde: .Dst geloof ik ook, kind.’ zy waren nu bU de bocht van de rivier en hun gids stond ineens stil. Daar naast slkaar lagen twee bengels, twee Jasjes «n petten, maar ds jongens waren nergens te zien Ja rtjn er toch niet ingevallen?” schrok Lady Anna. Bijna voor ze uitgesproken bad, kwam een .JNeen.' hield Roger woL Jk beb test grootma beloofd.” Hy draaide rteh om, stak zyn handen diep In zyn zakteen met een vaatbretoten air sn de leeraar legde Lady Anna en mynheer Homock uit, dat Lady Beek er erg op gestaan had. zoowel tegen Roger, als tegenover de directie van de school. ,4k denk.' reide hy. .dat zy een bepaald iemand op het oog bad. wiens ontmoeting met Roger zy niet wenschte.’ Er werd verder niets meer over bet onder werp geaagd, maar tewn dten avond BAmuel Homock tegenover rtjn vrouw te dan spoorweg- ooups «at, begon hy ar over. ,JDat kereltje heeft onsen Dick enorm veel goed gedaan.” sei hy. ,Ky ia tweemaal soo flink als eerst. Ik was maar bang, dat hy te slap «ou worden, maar daar past Roger wel voor op.” .Dick was altijd stil.' sei zyn moeder. „Maar over kleinen Roger beb Ja geiyk. Ik sou hem .Juist," sei 8am. „De kerel sêgt. dat hy in de vaeantle werkt. Werk is prachtig, ik wou. dat Dick het wat maar deed.” wet” rei Lady Anna. JBen •cn tsMtebosl wwrtc vindon een gewoon partijtje vechten werd oogluikend toegelaten en op een vacantledag vond hy het maar beter niet te veel te hoonen m te sten. Jawel, maar hy kreeg jou er tweemaal onder, je bent dus nog niet quitte,” rel myn heer Homock. „Toch wel,” ging Roger voort. „Hy te tvree jaar ouder, jawel het te nu goed," Daar zagen zy Dtek. die aonder resultaat het bloed met moe trachtte te stelpen, tegen een boom geleund zitten. Hy sprong op toen hy zUn ouders mg en keek een beetje betreuterd. „Het was allemaal om dien mteseiyken hoed, moeder, maar nu te het weer goed.” Roger baalde sen ver van schoonen zakdoek uit rtjn aak en begon met water den neus van zyn tegenstander te betten. „Houd je hoofd achterover.' Horny. Je moest eigeniyk plat gaan liggen: als ja een sleutel had. ging het beter. MUn grootma deed het altyd met den deursteutel." vertelde hy, terwUl hU op stjn hurken mt. „Ate Tom te hard ge raakt had. Tom te onze knecht, hy leerde me boksen.' Glimlachend haalde mynheer Hornock zyn bes sleutels uit den aak en al waren ae geen van alle aoo groot als de deursleutels van Lady Beek, treemen mat ds waterbehandeling hielpen atl Dtek weer gauw opknappen en kon digde hU dan ook spoedig zyn algeheel herstel Je ziet er nog al netjes uit, om ergene heen te gaan. Maar we sullen in het hotel wel een stukje rauwe biefstuk kunnen krUgen. dan word je tenminste ntet beelemaaj groen en blauw.] In het Oildeboek (aft 4 van den 18en Jaar gang) vertelt Jan Eloy Brom over het museum van oude middeleeuwsche kunst te New-York, dat als zelfstandig onderdeel van het groote „Metropolitan Museum of Art” gevestigd te in „The Cloisters”, Forth Wasington Avenue. Dit museum, waarvan de bouw en inrichting op 3>4 mlllloen dollars worden geschat, is het bijzonder troetelkind van Mr. John D. Rocke feller Jr., die in 1925 den aankoop van den toen- maügen eigenaar-verzamelaar, den beeldhou wer George Grey Barnard, door het Metro politan Museum mogeiyk maakte en er daar na talryke kunstwerken uit zUn eigen verza meling door schenking' aan toevoegde. patrobn gedaan ahouwdX ral.” rel Jphan. Zal de winter tóch nog komen Met zUn frissche kou, zijn vorst? Met zUn ijs en met zijn stamppot, Met zijn erwtensoep en worst? Zullen wfj tóen profiteeren, Als het schaatsenrijden wordt, Van de snelheid van de ijzers Van de vreugde van de sport? Zullen wü tóch weer genieten Van de stemming op de baan. Waar de menschen, frisch en monter, Warm-gekleed weer schaatsen gaan? heb ik de kans niet meer. Je moet me de kans gunnen. Kom mee, in het bosch is een fUn stukje gras.’ Horney stond tegen zyn zin op. Op dat oogenbllk hleW by de brug over de rivier een auto stil, waar een heer en dame uitstapten, die ontvangen werden door den leeraar, belast met het toezicht op de pret- mokertjes, ..Ik had glad vergeten, dat het vandaag vacantte was,” riep de beer met lulde, vrooiyke stem. Jk moest toch In Preston rtin en daarom kwamen Lady Anna en ik eens even naar Dick kUken Waar si de Jongen?” „Hy was aoo juist aan het vteachen by de bocht," zei de leeraar. „Hy en kleine Roger Beek gingen er samen op uit," „Roger Beek," aaide rtJ. Jfoor je. Ban... ..Kleine Roger Beck van Beckford.” ging leeraar verder. .Onze baron op school. aardig kereltje' Jk wist niet, dat bet kind al oud genoeg, was am naar school te gaan." zei de dame peinzend en inrichting van nieuwere musea zich Juist jncer en meer afkeert van de vroegere opvat ting. dat een oud voorwerp moet geëxposeerd worden in een ruimte, die er In styi mln of «neer mee overeenkomt. Musea als het „Ger- manteche Museum" In Neurenberg of als ons Ryksmuseum, met zalen die in Romaanschen, Gothlschen en Renaissance-styi ontworpen zyn. worden in ons werelddeel niet meer ge bouwd. Integendeel gaat de tendens hoe lan ger hoe meer naar een aoo neutraal mogeiyke omgeving, waar het oude kunstwerk geheel voor zich zelf spreekt en de omgeving slechts een zoo weinig mogelUk opvallenden, neutra len achtergrond er voor vormt. Het nieuw» Museum Boymana, waarin het type van zeer eenvoudige, lichte witte zalen Is volgehouden voorde kunstwerken van alle tyden en stylen. toont overtuigend hoeseer deze opvatting het kunstwerk op zich ten goede komt. Het ge bouw moet zoo weinig mogeiyk aandacht voor zich vragen, maar slechts dienen om alle aan dacht op de kunstwerken te conoentreeren. Men kent natuuriyk ook in New-York heel goed deze nieuwere opvattingen omtrent mu- seumbouw en men brengt ze er in het „Me tropolitan Museum" ook zelf op voortreffeiykc wyze in toepassing. Waarom dan nog dit groot- sche plan voor een super-museum In den ouden trant In 1 land van den vooruitgang? Men moet Amerika bezocht hebben om het zich te kunnen verklaren! In Europa met zyn oude “he “ch^tuur voor ’t grypen;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 7