JCctucïfiaal
uan
den Aag
Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden
Middeleeuwsche Kunst te New-York
LIEFDE
EN EER
DINSDAG 11 FEBRUARI 1936
EEN SCHENKING VAN
1
I
o
WINTER |,||,''w,,"MNHMHHN
:n
ig-
>P
De transfusie
R
J
A
-'d
-
DOOR M. E. FRANCIS
Shakespcare-ver-
talingen
I
'-Yiii. v. ru,'l
trouwen eener vrome ziel!
>te
bedrukt
er
man
Johan
groette
•»r
HERMAN KRAMtR
ter-«>41«
hij met Dtek gevochten,” nel
■J*
in
beetje bulten adem, went
de
et onder kreeg, ik wou
nemen/
1
Hl
n-
1-
n-
m.
.Laten we het vrooiyk opnemen”. was het Berate wat Karei act
en Tulmeltje vond het ook de beate manier om ar doortwen te
komen ..Het Is maar gelukkig, dat ik nog geen honger heb", art
Tulmeltje. .Laten we maar vlug beginnen, des te eerder rtJn we
er vae> aT' en bun mutsen stevig op hun hoofd drukkend, be
gonnen re er op Iqs te slaan.
ten
ide
zien branden, al zal deze romantische decora
tie dan ook niet meer spreken van het stil ver -
Dat was een leeljjke straf voor de ondeugden. Ze moesten
aan tafel blijven tot de anderen gegeten hadden en zouden dan
het tapijt moeten kloppen. Maar de twee bedrogen kikkers wil
den nu ook eens genieten en vlug gingen ze met een stoffer
en blik naar den schoorsteen en deden een heele hoop roet in
een aak. TVen keken se rond of Tulmeltje en Karei er niets
van hadden gemerkt en snelden naar buiten, met den vollen
aak roet.
Johan zich
i, bedankte
over kleinen Roger heb Je
wel meer willen zien, beter
ei
itie-
ond
iet
ur
en
y-
en
9»
8*
it-
n-
id
it,
*ir;
Na een langdurige studiereis in Zuid-Prank-
rtjk heeft Mr. Collens thans sfln plannen vol
tooid en volgens wensch van den stichter aal
ov-
ras
iw-
'an
as-
rereld
business-leven te midden van sky-
>r-
Kle
pe
en
la
nd,
or-
rder
be-
sche
gen
oezo
van
haar
roe-
len-
gan
den,
Iga-
ontroering in de stem van zUn patroon te be
speuren
at
ht
f-
t-
a-
je
at
a.
r-
It
er
»-
er
jn
UJk
de
4o-
er-
in
re-
»n-
BT-
m,
it-
sel
an
?r-
de
en
en
en
ia
•rs
in.
ift
n-
li-
te
li
n
de
<e
ch
ht
ie.
ch
ed
’’t
Anna trok een gvrtcht tegen baar
Buiten gskorr.en kropen de tree kikkers onder het tapijt en
schudden er den aak roet in leeg Natuurlijk allemaal netjes
aan den binnenkant, anders zouden Tulmeltje en Karei het
zien en sou de pret er af zijn. Toen dat gebeurd was gingen
se voor hst keukenraam zitten en wachtten af tot de matten
kloppets verschenen.
Niet voldaan echter met wat hij deed, heelt
sinds enkele jaren Mr. Rockefeller her"plan
gekoesterd een geheel 'nieuw „Clolsters”-com-
plex te bouwen. Toen hy in l»30 twee heuvels
met prachtig uitzicht op de Hudson aan de
stad New-York schonk om er het „Pon Tryon
Park” te maken, reserveerde hij de mooiste
dezer heuveltoppen voor het museumgebouw
dat hij zich droomde en begiftigde met dit
terrein het Metropolitan Museum. HU droeg
in 1931 den architect Charles Collens op een
ontwerp te maken voor een groot complex ge
bouwen, dat de illusie moest opwekken van
een enorm, in verschillende perioden tot stand
gekomen middeleeuwse!) klooster.
van zijn patroon, over wiens toestand juist door
twee professoren consult was gehouden.
„Hoe is het nu met hem?" vroeg Johan aan
de verpleegster
„Transfusie is hoogst noodaakeiyk en wol
onmiddellijk Maar waar zoo gauw iemand ge
vonden.'die zich daarvoor beschikbaar wil stel
len? m een grootere stad is men daar beter
op voorwen.”
„Ik wil weV* zei Johan Bonder aarzelen, Jk
ben kerngezond.”
Dan ga ik het vlug aan de professoren
seggen.” haastte se zich.
De transfusie had plaats. Johan ondervond er
geen nadeelige gevolgen van en het leven van
meneer Raags werd er door gered.
.Misschien krjjg je voor deze zelfopoffering
nu wat meer salaris.” hoopte Lona.
.Wie weet.” meende Johan, maar Inwendig
betwijfelde hy bet voor deze daad, die niet tn
verbond stond met zyn werk.
Toen meneer Raapt varna
voor de transfusie had \aang
hU hem en voegde er bU:\.
.Ik zou hetzelfde voor mjn
hebben: dit als mijn plicht b
„Dtt was ook met my het
„maar tevens uit menschelljk
„Wij begrijpen elkaar.” knikte de zfi’te
was tot groote verbazing van Johan,
i
enna en Johan zaten aan den zoom van
een bosch even uit te rusten van den
fietstocht en bespraken het onderwerp
dat al eenige maanden hun geest bezighield.
„Als het zoo voortgaat," meende Joban, .dan
kunnen wy nooit aan trouwen denken. Wat
moeten wl) met zoo*n klein salaris beginnen?’
„Ik kan heel zuinig het huishouden bestie
ren,” bracht Lona in.
„Niet zóó zuinig' dat wjj er komen kunnen,
kind. Denk eens aan: huishuur, belasting, le
vensonderhoud.... Ut heb al wel tienmaal een
berekening gemaakt, maar hoe ik ook cijfer
en tel. ik kom er niet. Zie zelf maar.”
Johan Harden nam een papier uit zyn bin
nenzak en gaf het Lona. TerwiQ zy de uitgaven
bestudeerde en vergeleek met hefgeen Johan
maandelijks verdiende, nat hy met
gezicht voor zich uit te staren.
Stil schoof Lona hem zijn schema toe en zei
zuchtend: ..Neen, het gaat niet. Maar wei kan
Ik mijn plaats op kantoor aanhouden, en dan
hebben wy voldoende om ons huishouden te
bekostigen."
„Daar komt niets van in, Lona. Je weet hoe
ik het over het algemeen apprecieer dat vrou
wen in haar eigen levensonderhoud willen voor
zien. maar eenmaal getrouwd, moet dit een
einde nemen. Hoe anderen hierover denken,
laat me onverschillig, maar ,4k” vind, dat als
een vrouw voor, na en tusschen haar kantoor
uren zich moet afslaven, om thuis alles aan
kant te hebben, dat dit geen leven voor haar is.
Neen, melske, op dergelijke basis ga ik geen
huwelijk aan, hoezeer ik er ook naar verlang.
Was meneer Raags maar niet «oo'n vrek, zoo’n
uitzuiger!” viel Johan uit. „Als de tijden niet
soo slecht waren, dan bleef ik niet bij hem in
betrekking. Maar /waar vind ik nü een anderen
baas?"
„Nergens,” beweerde Lona op overtuigenden
toon. Laten we in ’s hemelsnaam houden het
geen we hebben.”
.Jilj kkn meer betalen," ging de Jongeman
woedend voort. „De zaken gaan steeds nog uit
stekend. Maar hy is een vrek, zooals ik sei. En
alles is by hem plicht, doch zélf vergeet hij
de zijnen en laat my voor een hongerloon
werken. Hij weet maar al te goed, hoevelen er
klaar staan, om ais ik weg sou gaan, in mUn
plaats te komen en misschien nog wel voor
minder salaris..Bk) als hij nu sen gesin
had, maar hjj heeft niet eens een vrouw.”
„Hoe is hst met hem? Gaat hy nog niet
vooruit?"
.Keen, nog niets. HU schijnt erg zwak te zijn.”
„Hoelang te hy nu ia het ziekenhuis?"
„Vier weken. Ik behartig s|jn zaak, of ss ds
myne is. „PUcht" sou hy zoggen, „niet anders
dan plietrtTT*.Maar kom, we moeten opstap
pen. Het wordt tijd en ik moet nog even naar
hem toe. om over de zaak te spreken, anders
slaapt hU niet rustig.”
Een uur later stond Johan by het ziekbed
kleine Jongen het bosch uitrennen. Zijn gertoht
was rood en gekneusd en ondsr het loepen
streek hy ongeduldig met den rug van zyn
hand langs zijn neus, die flink gebloed had.
„Hallo,” zei de leeraar. „Vechten? KUk, het
te Beek.”
„Dan heeft
Lady Anna.
De hijgende Roger was nu vlak by hen, maar
zonder naar hen op te zien, greep hy een van
de petten en doopte die tn het water.
..Book,” riep de teerear streng. .Wat be-
teekent dat?’
JMck heeft tech bsaeerd,” riep Lady Anna
Homock.
„Zijn neus alleen maar," riep Roger.
myne hield op."
Met sUn pet vol water begon hU terug te
loopen naar het booch, toen de groote man
xyn hand op zUn schouder legde.
.Wie won?" vroeg hjj met lachende oogen.
„Verleden September ging ik onder en met
Paschen ook, maar nu hU.” antwoordde Roger.
„Waarom vechten jullie soo?" vroeg Lady
Anna
„O, om niks,” sei Roger, terwijl hij soo vlug
als zyn natte last hem toellet. wegliep. .Ik
vond tejn hoed gek en hy aai, dak ik niet kon
tellen.’
..En waarom vochten jullie nu dan weer?”
vroeg Lady Anna «en
Roger liep soo vlug.
„O, omdat hy mij
quitte zUn."
De leeraar hield tech op den achtergrond, want
Men kan er zich over verwonderen, dat een
plan als dit tn onzen tyd in Amerika tot uit
voering komt, terwijl men in Europa by bouw
„Beschouw het niet als bemoeizucht van ma,
maar sinds ik je myn leven te danken heb,
maakte ik een plan op, dat ik nu uitgewerkt
heb Maar daar zullen wy het later over heb
ben. Heb je een meisje?"
Hy heeft gelukkig niets gehoord, dacht
Johan.
Ua. meneer. We sUn al een jaar verloofd, zy
is op kantoor by Steiman.”
„Zool Een yverige by dus?”
,Aer yverig, meneer. goed...."
mooi.... er bestaat geen liever kind,
dan sy, niet wztar?" glimlachte Raags.
Nog meer verwonderd keek Johan zyn pa
troon aan. Kende hy Lona? Bn had hy theh
Iets opgevangen?
RUksminister dr. Ooebbels heeft aan een
aantal bekende persoonlijkheden In de Duit-
sche tooneelwereld en literatuurwetenschap
de vraag gesteld wat hun standpunt is in de
den laatsten tijd zoo op den voorgrond ge
treden kwestie van ds ShakespaarevertaHngen
van Bchlegel-Tieek aan den oenen en Rothe
aan den anderen kant. Gn eter te heeft gich
voorbehouden na ontvangst van de antwoor
den een regeling te treffen voor de Duitache
schouwburgen, waarby bepaald zal worden
welke van de beide vertalingen in het vervolg
toonaangevend geacht zaL moeten worden voor
de tegenwoordige Duitache nin imrliigni Daar
bij zal vermeden worden rmdeetegs gevolgen
van deae literaire kwestie voor de ontwikkeling
van het Duitache tooneel te doste ontstaan.
Ds inhoud van het museum zal in hoofdzaak
bestaan uit meer monumentale voorwerpen. De
voorhanden kunstwerken vormen by elk deel
van den bouw het uitgangspunt; het getouw
zal slechts dienen ter beschutting en als ach
tergrond voor die kunstwerken. Tallooze mid
deleeuwsche beeldhouwwerken in steen, nu
voor een deel in depöt bewaard, zullen in den
bouw worden Ingemetseld op met zorg uitge
zóchte plaatsen; de zullen der kloosterhoven
zullen de gebeeldhouwde kapiteelen dragen, die
in de 13e14e eeuw In Frankrük ontstonden,
oude altaren en retabels met schilderingen en
houtaculpturen zullen er de kapellen sieren;
op d» groote bronzen en smeedUzeren lesse
naars zullen de enorme middeleeuwsche gra
dualen liggen, die uit ItallS en Spanje kwa
men; de graftomben der ridders en bisschop
pen van het middeleeuwsch Europa zullen
hier, na de reis over den oceaan, rust vinden; de
oude Madonna’s van het He-de-France en uit
Lotharingen zullen er met hun weemoedlgen
glimlach neerzien op de bezoekers en.... aoo-
als thans reeds in de tydehjke kloostergebou
wen. zal elke heilige er wel weer zyn keerske
.Dat komt nog
rfjk man kan ook
„Ja, Ja. Anna, we moeten hem laten vosten,
dat hy ook nog plichten heeft. Hy is niet
irf het begin van 1938 zal het geheel voltooid
zyn en hoopt men de nieuwe „Cloisters” te
kunnen openstellen voor het publiek. Het
tegenwoordige museum, in provisorische gebou
wen ondergebracht en ongunstig gelegen, trok
het laatste Jaar by na 50.900 bezoekers; het
nieuwe mag zeker het dubbele aantel verwach
ten. Uitwendig zal het hoofdaccent der nleuww
gebouwen gevormd worden door een zwaren,
massieven toren In Romaanschen styi, die een
getrouwe cople zal zyn van den in vervallen
toestand nog bestaanden toren van het oude
St. Mlchaëlsklooster te Cuxa by Prades in
Zuld-Frankrijk. Het is de kloostergang van
ditzelfde klooster met zyn roodmarmeren zullen
en ryk met flguraal beeldhouwwerk versierde
kapiteelen niet een copie, maar de eehte
die een der belangrykste bezittingen vormt van
het oude „cloisters" museum; deze klooster
hof werd steen voor steen uit 3uid-Frankryk
naar New-York overgebracht en daar weer
opgebouwd en zal nu In het nieuwe gebouw
aansluiten by den imposanten toren van Cuxa.-
Rondom den toren en de kloostergang van
Cuxa, die het centrum vormen, zyn groepen
van zalen en galeryen geprojecteerd met elk
weer eigen binnenhoven, zuilengangen en ka-
pellen; iedere groep zal een verschillenden
styl der middeleeuwen van vroep-Romaahsch
tot de flamboyante Gothlek toe in beeld bren
gen. Een zich om den heuvel slingerende weg.
die over borstweringen van verweerde steen
vergezichten op de „Hudsonrlvler” te genieten
zal geven, zal naar den top leiden, waar een
groots kloosterpoort toegang verleent tot de
gebouwen, nadat men zyn komst met dan
zwaren deurklopper zal hebben kenbaar ge
maakt.
„Zie,” hernam Raags ernstig, „wat myn ptaa
is. Ondanks je friach bloed, waarmee jy me ge
red hebt, voel ik me niet zooals vroeger en
wilde Ut graag een directeur voor mijn zaak
hebben. Bn ik heb me voorgenomen. Jou dere
betrekking aan te bieden met voorloopig je sa
laris verdubbeld en aandeel In de winst.”
.Me.... my?" stotterde Johan.
,4a. Jou
.Maar dan «ouden we kunnen trouwen!”
riep ds Jonge man bulten zichzelf van vreugde.
„Dat is mUn zaak niet.” Hy wees naar de
telefoon. .JUs je het je meisje, heet ss. niet
Lona? eve« wilt meedeelen?"
Met een juichkreet vloog Joban op en drukte
de hand van zUn patroon, of hy die breken
wilde
KaUo? baltol’ gilde Joban aan de tetefewi.
.JBen Jö het. Lona?”
Oerard Raags stond met een opgewekt ge
licht naast hem en fluisterde:
„Vergeet ook niet dat ik haar vanavond bier
verwacht."
„O1 liefste, wat een geluk!” Jubelde Joban.
.Begryp je net wel goed, Lona? Dringt het wel
tot Je door?”
..Eu zeg baar,” klonk bet aacbt na set hem.
„dat er al sinds myn komst uit het stehenhtete
by een notaris een testament gedeponeerd ia,
waar alleen jóuw naam In voorkomt.”
Toen hing Joban van alteratie den haak op,
hoewel hy Lona niet eens de gelegenheid ge
geven had, een woord te zeggen. De telefoon
rinkelde, rinkelde, maar Lona kreeg geen ge
hoor. want Johan scheen tech af te vragen. Of
hy waakte, of droomde.
Toen schudde hy den ouden
schouders en zal diep ontroerd:
„Als u weer teek wordt.als u weer nieuwe
kracht mocht noodig hebben....”
„Kom. nu gauw aan bet werk,” art Haags,
zyn aandoening beheerschend. Jfr ngt veel te
wachten. Als je verloofde hier la, praten we
verder.
alleen voor de pret op de wereld.'
Lady -
(Wordt vervolgd.)
culturen zyn overal de brokken mlddeleeuw-
willen wy
hier middeleeuwsche kloosters en abdijen alen,
dan zyn er in ons land en zeker in de na
burige landen tal van prachtige oude com
plexen. die ons mln of meer in de sfeer van
vroeger tyden kunnen teru^brengen. De Ame
rikanen bezitten evenwel niets van dien aard.
Er is wel een oude „American Art” die by
hen In hoog aanzien staat en men is ei
trotsch op een oud voorwerp als „American
School” te kunnen betitelen zooals ook van de
Duitache, Fremche, Vlaamsche school gespro
ken wordt. Maar.... die kunst gaat niet ver
der terug dan de 18e, hoogstens de 17e eeuw
en bij nader onderzoek is het meestal met
anders dan het werk van een Europeesch vak
man, een meubelmaker, een silversmid, die met
zyn werkplaats den oceaan overstak; het zun
meest bescheiden, eenvoudige voorwerpen vim
handwerkskunst. Maar een ensemble, uit de
middeleeuwen, waarin de cultuur en de sfeer
der middeleeuwen aanschouweiyk wordt, is
voor den Amerikaan natuuriyk iets geheel on
gekends, tenzy hy behoort tot de betrekkeiyk
heel weinigen, die zich nu en dan hun „trip to
Europe” kunnen veroorloven. Voor de groote
massa, die mets anders kent van de V<
dan het eigen land, de eigen stad met
jachtend
scrapers en woonkazernes, zyn de serene rust
en de geesteiyke verheffing, die uitgaan van
een oud kloostercomplex. Iets waarvan zy zich
geen denkbeeld kan vormen. Den New-Yorkers
daarvan dicht by huls zulk een indruk te ge
ven, al is het dan niet in een eéht klooster,
maar in een kloostermuseum, dat zooveel mo-,
gelijk uit oude oorspronkeiyke onderdeden ie
samengesteld, is daarom het begrypelyk doel
van Rockefeller, dat in de pegeven omstandig
heden niet onsympathiek aandoet, ook al houdt
dit mooie plan In z*n opzet als Imitatie, als
„would-be” een sterk Amerikaanse!) by-
smaakje.
Holland, dat met zooveel moeite en Jaren
lang geduld een Kgmotxi tracht te doen her
leven. zou zeggen: waarom niet dezelfde mll-
lloenen besteed aan den bouw van echte
kloosters In dit jonge land, dat deze zeker ook
wel kan gebruiken en waarvan nog heel wat
meer geestesverryking en cultuurverheffiny zou
uitgaan dan van een museum, zelfs al Is dit
nóg zoo grootsch opgezet en al lykt het nóg
zoo bedriegiyk op een eeuwenoude abdy?
Het wezeniyke, het leven zal Rockefeller’s
stichting missen; dit mnseumklooeter zal van
begin af sen doodgeboren kind zyn en biyven,
omdat bet klooster leven er zal worden
voorgesteld als een sprookje uit lang vervlogen
tijden inplaats van ook daar te zyn een levend
cultuurelement van onzen tyd, waarvoor UI
onzen tyd plaats is en waaraan onze tyd, ook
in Amerika, waariyk wel behoefte heeft.
Maar.... dat zal mr. John D. Jr. wellicht niet
weten of niet Inzien I
Het gewone leven op kantoor werd na eenige
maanden hervat, alleen met dit verschil, dat
meneer Raags nu wat later verscheen, waardoor
Johan in de gelegenheid was met Lona gauw
even telefonisch eenige woorden te wisselen.
En aldus betrapte Oerard Raags hem op een
morgen en hoorde hy Johan vertellen:
.Meneer test er weer best uit. Gelukkig maar
voor den man. Maar ik had gedacht, nu ik by
zn ziekte zooveel werk heb gehad, reker wel
wat meer salaris te krijgen, maar niets, boor!
Nog niet eens een bedankje. Hy weet reker
niet, of hy heeft er geen besef van, hoeveel
avonden ik hier heb zitten werken, doch ik zeg
hem er niets van. zooals ik je vroeger zei. want
dut ligt niet in myn aard. Maar het viel me
toch geweldig tegen gisteravond, toen hy mij
betaalde. Ik had er zoon beetje op gehoopt. En
wat nu het ergste Is: nu zullen we dus voor
eerst ook niet kunnen trouwen, liefste Je weet,
hoe me dit spyt voor ons belden. Ik verlang er
zoo naar Je ge
lukkig te sten.
Wanneer zal die
tyd komen? Nu
dag. sahatl La
ten we den moed
maar niet ver
liezen Er is toch
niets aan te verhelpen. Lona.’
Het gesprek was ten einde.
Toen Oerard Raags het kantoor binnenkwam
zat Johan over zijn werk gebogen. Even rustte
de blik van den ouden man op den jongen
-klerk en een goed opmerker aou er een bijna
vaderiyke tesderheld in ontdekt hebben.
„Goeden morgen,” zet hy.
^Goeden morgen, meneer.”
Raags onende enkele brieven «n schraapte
zich daarna de keel, alsof hy een speech moest
afsteken.
„Zeg, Harden.” begon hy. spelend met een
potlood, Je hebt my nooit eens iets over je
persooniyke aangelegenheden verteld.”
Johan staarde hem verbluft aan. Had hy tets
van zyn gesprek met Lona gehoord? Hos kwam
hy er anders toe. hierover zoo opeens te be
ginnen?
Raags vervolgde
Zal de winter tóch nog komen
Met zijn gruwelijke kou,
Met gebrek en met ellende
Met «V» leed en met zijn rouw?
Zal de winter tóch weer komen
Met de armoe en de pijn,
Die, wanneer de vorst in *f land is,
Altijd begeleiders «<jn»
Zullen zij, die dan genieten
Van gezonde wintersport,
Hen gedenken, in wier huizen
Dan zoo erg geleden wordt?
Nu moesten jullie elkssr maar de hand geven."
„Dat hebben we al gedaan.” riep Roger, ter-
wyi hy een bruine knuist uitstek.
Na die ceremonie zei Lady Anna een beetje
ernstig:
„Jullie moesten gosde maatjes zijn. Weet je
wel. dat Jullie neven--zyn?’’
De Jongens keken elkaar aan, lachten en
Roger schudde van neen.
„Ik denk toch van niet,” zei Roger. „Grootma
segt, er is niemand meer van de familie. Ze
zegt, dat ik de laatste Beek ben.’
„Maar je hebt toch een moeder gehad,
beste Jongen.” zei Lady Anna. „Heeft niemand
Je daar ooit iets van verteld?'
„wy hebben haar portret thuis,” antwoordde
Roger. „Grootma segt. dat aw stierf na myn
vader."
.Je lykt op haar." sei mynheer Homock
Dick keek zyn vrtendjo leuk aan.
„Ik vind het gek, dat we naven zyn.” zeide
hy.
Ku." rei zyn vader, .als jy moe gaat, mooet
Roger ook maar mee gaan.”
Roger kreeg een kleur tot onder zyn blonde
baren.
..Ik niet,” re! htj „Ik heb grootma beloofd, dat
ik ntet met vreemden uit aou gaan.'
.Maar dit te wat andere. Beek.' kwam de
leeraar haaatlg tusschenbelde Je grootmoeder
wist niet, dat Je hier een neef had. die wel
eens nader met je sou wtflan kennis makate.’
„Och, kom man. Roeer." riep Dtek. .Jet is
vreeeeiyk leuk en we sullen bet er sens van
tot haar man, die plotseling ernstig was ge
worden.
.Laat eens kUkenrei hy. .De arme Mary
te al tien jaar dood. Hu moet oud genoeg zyn.
Een aardig ventje, rei u?"
„Ja, een flinke kerel, al leert hU niet te
vlug. Maar dat komt misschien nog wel."
,JEn hy te een vriendje van Dick," zet Lady
Anna. „Vreemd, M Ban? Weten re, dat ze
naven zyn?”
Keven?” riep de geestelijke uit. „Natuur-
lUk, daar dacht ik niet aan, mijnheer Hor-
nook.”
„Z|jn moeder was mUn volle nicht.” rei mijn
heer Homock. „Arme ziel, haar vader was te
streng voor haar. Onterfde haar omdat zy
katholiek ward. Dat sou mUn vader met my
misschien ook gedaan hebben, Anna, als hU
nog In leven was geweest,” zei hy zacht tot
zyn vrouw.
„Nu," antwoordde Lady Anna op denrelfden
toon, „dan sou ik net soo gedaan hebben, ala
Mary Beck, me er niets van aan getrokken
hebben en toch met jou getrouwd zyn.'
Het diep doorploegde gelaat van den man.
want al was hy ryk. toch droeg «Un gezicht
het stempel van harden arbeid, verzachtte zich
en hy fluisterde: .Dst geloof ik ook, kind.’
zy waren nu bU de bocht van de rivier en
hun gids stond ineens stil. Daar naast slkaar
lagen twee bengels, twee Jasjes «n petten, maar
ds jongens waren nergens te zien
Ja rtjn er toch niet ingevallen?” schrok
Lady Anna.
Bijna voor ze uitgesproken bad, kwam een
.JNeen.' hield Roger woL Jk beb test grootma
beloofd.”
Hy draaide rteh om, stak zyn handen diep
In zyn zakteen met een vaatbretoten air sn de
leeraar legde Lady Anna en mynheer Homock
uit, dat Lady Beek er erg op gestaan had. zoowel
tegen Roger, als tegenover de directie van de
school.
,4k denk.' reide hy. .dat zy een bepaald
iemand op het oog bad. wiens ontmoeting met
Roger zy niet wenschte.’
Er werd verder niets meer over bet onder
werp geaagd, maar tewn dten avond BAmuel
Homock tegenover rtjn vrouw te dan spoorweg-
ooups «at, begon hy ar over.
,JDat kereltje heeft onsen Dick enorm veel
goed gedaan.” sei hy. ,Ky ia tweemaal soo
flink als eerst. Ik was maar bang, dat hy te
slap «ou worden, maar daar past Roger wel
voor op.”
.Dick was altijd stil.' sei zyn moeder. „Maar
over kleinen Roger beb Ja geiyk. Ik sou hem
.Juist," sei 8am. „De kerel sêgt. dat hy in
de vaeantle werkt. Werk is prachtig, ik wou.
dat Dick het wat maar deed.”
wet” rei Lady Anna. JBen
•cn tsMtebosl wwrtc vindon
een gewoon partijtje vechten werd oogluikend
toegelaten en op een vacantledag vond hy het
maar beter niet te veel te hoonen m te sten.
Jawel, maar hy kreeg jou er tweemaal
onder, je bent dus nog niet quitte,” rel myn
heer Homock.
„Toch wel,” ging Roger voort. „Hy te tvree
jaar ouder, jawel het te nu goed,"
Daar zagen zy Dtek. die aonder resultaat het
bloed met moe trachtte te stelpen, tegen een
boom geleund zitten. Hy sprong op toen hy zUn
ouders mg en keek een beetje betreuterd.
„Het was allemaal om dien mteseiyken hoed,
moeder, maar nu te het weer goed.”
Roger baalde sen ver van schoonen zakdoek
uit rtjn aak en begon met water den neus van
zyn tegenstander te betten.
„Houd je hoofd achterover.' Horny. Je moest
eigeniyk plat gaan liggen: als ja een sleutel
had. ging het beter. MUn grootma deed het
altyd met den deursteutel." vertelde hy, terwUl
hU op stjn hurken mt. „Ate Tom te hard ge
raakt had. Tom te onze knecht, hy leerde me
boksen.'
Glimlachend haalde mynheer Hornock zyn
bes sleutels uit den aak en al waren ae geen
van alle aoo groot als de deursleutels van
Lady Beek, treemen mat ds waterbehandeling
hielpen atl Dtek weer gauw opknappen en kon
digde hU dan ook spoedig zyn algeheel herstel
Je ziet er nog al netjes uit, om ergene heen
te gaan. Maar we sullen in het hotel wel een
stukje rauwe biefstuk kunnen krUgen. dan word
je tenminste ntet beelemaaj groen en blauw.]
In het Oildeboek (aft 4 van den 18en Jaar
gang) vertelt Jan Eloy Brom over het museum
van oude middeleeuwsche kunst te New-York,
dat als zelfstandig onderdeel van het groote
„Metropolitan Museum of Art” gevestigd te in
„The Cloisters”, Forth Wasington Avenue.
Dit museum, waarvan de bouw en inrichting
op 3>4 mlllloen dollars worden geschat, is het
bijzonder troetelkind van Mr. John D. Rocke
feller Jr., die in 1925 den aankoop van den toen-
maügen eigenaar-verzamelaar, den beeldhou
wer George Grey Barnard, door het Metro
politan Museum mogeiyk maakte en er daar
na talryke kunstwerken uit zUn eigen verza
meling door schenking' aan toevoegde.
patrobn gedaan
ahouwdX
ral.” rel Jphan.
Zal de winter tóch nog komen
Met zUn frissche kou, zijn vorst?
Met zUn ijs en met zijn stamppot,
Met zijn erwtensoep en worst?
Zullen wfj tóen profiteeren,
Als het schaatsenrijden wordt,
Van de snelheid van de ijzers
Van de vreugde van de sport?
Zullen wü tóch weer genieten
Van de stemming op de baan.
Waar de menschen, frisch en monter,
Warm-gekleed weer schaatsen gaan?
heb ik de kans niet meer. Je moet me de kans
gunnen. Kom mee, in het bosch is een fUn
stukje gras.’
Horney stond tegen zyn zin op.
Op dat oogenbllk hleW by de brug over de
rivier een auto stil, waar een heer en dame
uitstapten, die ontvangen werden door den
leeraar, belast met het toezicht op de pret-
mokertjes,
..Ik had glad vergeten, dat het vandaag
vacantte was,” riep de beer met lulde, vrooiyke
stem. Jk moest toch In Preston rtin en
daarom kwamen Lady Anna en ik eens even
naar Dick kUken Waar si de Jongen?”
„Hy was aoo juist aan het vteachen by de
bocht," zei de leeraar. „Hy en kleine Roger Beek
gingen er samen op uit,"
„Roger Beek," aaide rtJ. Jfoor je. Ban...
..Kleine Roger Beck van Beckford.” ging
leeraar verder. .Onze baron op school.
aardig kereltje'
Jk wist niet, dat bet kind al oud genoeg, was
am naar school te gaan." zei de dame peinzend
en inrichting van nieuwere musea zich Juist
jncer en meer afkeert van de vroegere opvat
ting. dat een oud voorwerp moet geëxposeerd
worden in een ruimte, die er In styi mln of
«neer mee overeenkomt. Musea als het „Ger-
manteche Museum" In Neurenberg of als ons
Ryksmuseum, met zalen die in Romaanschen,
Gothlschen en Renaissance-styi ontworpen
zyn. worden in ons werelddeel niet meer ge
bouwd. Integendeel gaat de tendens hoe lan
ger hoe meer naar een aoo neutraal mogeiyke
omgeving, waar het oude kunstwerk geheel
voor zich zelf spreekt en de omgeving slechts
een zoo weinig mogelUk opvallenden, neutra
len achtergrond er voor vormt. Het nieuw»
Museum Boymana, waarin het type van zeer
eenvoudige, lichte witte zalen Is volgehouden
voorde kunstwerken van alle tyden en stylen.
toont overtuigend hoeseer deze opvatting het
kunstwerk op zich ten goede komt. Het ge
bouw moet zoo weinig mogeiyk aandacht voor
zich vragen, maar slechts dienen om alle aan
dacht op de kunstwerken te conoentreeren.
Men kent natuuriyk ook in New-York heel
goed deze nieuwere opvattingen omtrent mu-
seumbouw en men brengt ze er in het „Me
tropolitan Museum" ook zelf op voortreffeiykc
wyze in toepassing. Waarom dan nog dit groot-
sche plan voor een super-museum In den
ouden trant In 1 land van den vooruitgang? Men
moet Amerika bezocht hebben om het zich te
kunnen verklaren! In Europa met zyn oude
“he “ch^tuur voor ’t grypen;