WUl Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden den day De kerkvervolging I F 750.- Parijsche sloppen verdwijnen I Liszt’s vader LIEFDE EN EER DONDERDAG 20 FEBRUARI 1936 In het Derde Rijk Het geheitn van den Boeddha Een zeer oud ambt Het woord woningen is hier misleidend kit EN DOOR M. E. FRANCIS Benauwde buurten met vervallen haarkcaernee, welker over bevolking door vuil ongedierte werd AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL (dag Een verforen geraakt genie uit van je 91 l vol overtuiging, en haar oogen rièp ia stond f (Wordt hui inigrt’) li re- •y. i- i i i kreeg 40 cent |na het ge- »gen... er 18. moest aün teven verplng en nade le x> )O ie O Eindelijk waren de vazen vol water gedaan en Tuimeltje kreeg het verschrikkelijk benauwd. Hij snakte naar lucht en ten einde raad besloot hij uit de vaas te klauteren. „Karei", riep hjj tegen den kikker, „ik kan het niet meer uithouden. Ik ril van de kou." Doch voor kikker Karei kon antwoorden, kwamen er bedienden, die bloemen In de vazen zetten en toen werden deze naar de troonzaal gebracht, waar de konlng met twee secretarissen een bespreking had. re 30 0, 0, De an- aro- eeds ver bs- aro- e in 90, om. ■lln «el ISO 50, aa- iki. lu lt, per 1.00 n- we kg. en 00 tg. de 8 t- 8 a 8 en -i»; too de >d „Jawel." duidelijk." Ze zaten nu samen voor den haard. „Praat er eerst eens met vader over," smeekte Betty. „Nee,” zei Roger. „Ik zie heel goed In, wat Ik moet doen. Oma’s dood heeft het een beetje vervroegd. Ik meende niet, dat het al zoo gauw sou zijn, ik moet gaan.... Ik moet het aan pakken. Mijn oude nicht is hulpeloos, weet niet, wat zij moet doen. Mijn grootmoeder bestuurde «les.” „En sul jij dan weten hoe alles moet?” vroeg Betty twijfelend. „Dat aal wel los loepen," meende hij. .En wat Ik niet weet, dat zoek ik wel uit. Ik vind het leven op de boerderij heerlijk, zie je, het la alleen, dat Ik oma zoo mis." Na een oogenblik hernam Betty: „Ik zou toch liever hebben, dat je Je nog tens goed bedacht, voor je een beslissing nam. Later riep mijnheer Homock ongeduldig uit. „wat is nou Beckford. Een paar honderd bunder land en een oud vervallen boerderijtje. Daar kun je in je' vrijen tijd voor zorgen, mijn als je absoluut een stokpaardje wilt 1.00 13, >ch 10, kg. per os. vie Tuimeltje piepte en kreunde en de konlng werd er zelfs bang van. Tot overmaat van ramp gingen de bloemen heftig heen en weer en besloot de konlng weg te gaan. Nauwelijks had hü het vertrek verlaten of Tuimeltje klemde zich aan den rand van de vaas vast en wilde er uitspringen. doch de pot viel om en alles lag midden in de zaal. De aanwezige bedienden wilden zoo gauw mogelijk weg zien te komen, doch toen ze Tuimeltje perkenden, moesten ze toch lachen en gingen hem vlug helpen. bij verlies van een hand, een voet of een oog n den loop van het eeuwfeest van den groot meester der Hongaarsche muziek, Franz Liszt, worden de verschillende détails uit dit alleszins kunstzinnig en menschelük, roman tisch leven naar voren gehaald. Franz begon zijn carrière als wonderkind, en dat het hiertoe geraken kon. dankte het kind alleen aan zijn vader. Deze was als goederen beambte werkzaam te Doborjan in het gebied van den vorst Esterhazy. Adam Llszt zoo heet de vader gold al gemeen als een barzche, ontoegeeflijke man en de buren beklaagden dikwijls het arme kind, den zoon, die van zijn vader lederen dag zes uur lang op t klavier moest oefenen, daarbif er voor zorgend, dat het schoolwerk niet ver waarloosd werd. Franz zat echter gaarne voor de piano en studeerde met ware voorliefde, alleen had hij van den dwang van het voorgeschreven oefenen een afkeer, daar hjj op het Instrument eigenlijk liever ..spelen” wilde. Eindelijk stond zijn vader hem toe, dat hij zich lederen dag één uur op de plano mocht amuaeeren, een bezigheid, die met zich bracht, dat het kind een uur lang op zijn gevoel af wat phantaseerde, dat wil zeggen: com poneerde Oorspronkelijk wilde vader Liszt zelf ook mu sicus worden en had daartoe ook het noodige talent. Zijn afbeelding uit het jaar 1819 in het Hongaarsch Nationaal Museum stelt héz» Ita» pok toot, zittende aan e^i zoogenaamd spinet. Ongelukkig genoeg, lier zijn verdere levens loop hem niet toe zijn muzikaal talent te ont wikkelen en zijn hartewensch te volvoeren. HU moest zijn brood verdienen en had daardoor geen vrijen tijd om zich op het klavier te oefe nen. Zoo werd hij dan goederenbeambte bij vorst Esterhazy. HU had hier een heel eenvoudige en Jongen, hebben.” Roger bloosde. „Mijn grootvader en mjjn voorvaderen gaven zich heelemaal aan Beckford." zei hü „Ik heb oma beloofd, dat ik het ook zou doen. Ik zou mijn woord tegenover haar niet kunnen breken, al wilde ik het ook.” Sam floot en nam zün pijp uit den mond. Dan leunde hü voorover en keek Roger ernstig aan. „Bedenk je wel, Roger. Het Is heel goed mogeljjk je belofte tegenover Je grootmoeder te houden, in den geest, wel te verstaan, zon der dat je het andere weg gooit. En dit is een schitterende toekomst Weet je wel. wat een deelgenoot in de firma per jaar verdient? De omzet loopt over de honderd duizend, het kapitaal in de mlllloenen, er is bUna geen grens aan wat zoo*n huls kan doen. De beste eh verstandigste vrouwen weten toch nog maar weinig van zaken af. Denk goed na. voor je mün voorstel afketst.' daarvan moeten slijten, Is wel te begrijpen Misdaad en prostitutie hebben er hun beste schuilhoeken, en het zal in het geheel geen verlies zijn voor de Parijsche volksgezondheid, noch voor de zeden, wanneer deze nesten van elk denkbaar vuil worden uitgvroeld. Bovendien hebben de „Vrienden van het Oude Parijs" er zich van kunnen overtuigen, dat de straten, die thans gesloopt worden (er zUn er nog meer dan de Rue Qulncampolx, die overigens niet eens geheel zal verdwUnen) hoegenaamd geen waarde bezitten wat hun gebouwen betreft. Er is geen enkel geveltje te vinden, dat de moeite van het sparen waard ware. Een eigenaardig verschijnsel is dat wel en het wUst misschien op den weinigen zin voor blijvende schoonheid, die de kapitalisten uit den grooten tijd der Rue Qulncampolx be zaten. Ditmaal is het een heel middeleeuwsch kwar tier, dat gaat verdwijnen, de buurt nJ. die gelegen is terzijde van den boulevard Sebas topol, rondom de Rue Beaubourg. En wel be vindt zich onder de straten, die daar ten doode staan opgeschreven, niets minder dan de be roemde en beruchte Rue Qulncampolx! Het is geen wonder, dat na de bekendmaking der sloopingsplannen de vrienden van het „Oude Parijs" zich lieten hooren. Ja, die Rue Qulncampolx heeft in de zeven eeuwen van haar bestaan al een en ander gezien van het Parijsche rollen en zeilen, en niet eens het onbelangrijkste part. Van bet einde der Middeleeuwen af was hier het kwar tier, waar geldzaken behandeld werden. De wisselaars en bankiers woonden in de smal- gevensterde huisjes, en wanneer men den kro niekschrijver gelooven moet, dan was het er een tamelük deftige stand; de straat wordt als .teer zlndelük en aangenaam" beschreven. Nu, dan is ze sindsdien toch wel eenlgszins veranderd) In het begin van de achttiende eeuw beleef de de Rue Qulncampolx haar grooten tijd. De bankiers, die steeds stoutmoediger werden in hun zaken en het publiek, in den roes van het geld verdienen, vulden haar met hun dageljjk- sche drukte. Hier was ook het middelpunt van den handel in bankpapieren, welke laatste im mers in het leven werden geroepen om de oor logen te betalen tUdens de minderjarigheid van Lode Wijk XV. Maar den hoogsten glans ver leende toch eerst de Banque Générale aan de Rue Qulncampolx, toen zU zich hier kwam vestigen, en In de dagen dat John Law, de Schotsche bankier, er zün avontuurluke zaken deed, was deze straat waarHJk het middelpunt van Parijs. De Mlssisslppi-compagnie, eveneens hier ge vestigd. zag haar aandeelen stijgen tot 3000 het was geen wonder-, dat dtr Rue Ook kikker Karei kwam toen te voorschün en Tuimeltje smeekte op zijn knieën om toch niets aan den konlng” te ver tellen. .Als Je ons vanmiddag gezellig vermaakt", antwoordden de bedienden, „dan zullen we allee opruimen en niemand zal ooit weten, dat JU in die vaas zat.” „Koen maar mee", zei Tuimeltje en in stilte dacht hü er over, wat hü nu eens zou uithalen. Om *s hemels wil Pauline! Die kostbare vaas, die je hebt laten vallen te....t Ik moet je daarvoor vjjf gulden loon afhouden. En toen U die vaas cadeau zei U: „Die rommel te geen waard!!! tempel was doorgedrongen, genoten zü beiden van de daar tentoongestelde pracht en praal, van de glinstering en het geschitter van dia manten. robijnen en topazen en stonden ver steld van het groote Boeddha-beeld. dat zich als een donkere silhouet aftestende tegen een wonderlijken, bronsgroenen achtergrond, die het geheel in een sfeer van mystiek en era waas van geheimzinnigheid hulde.... „O. natuurlijk wel," haastte Roger zich te zeggen. „Maar ik ben hier niet thuis. Het is zoo raar, dat er niemand op me wacht thuis. En ik moet er toch weer heen." „Wat bedoel je?” vroeg Betty en ging weer zitten. „Ga je dan niet terug naar Oxford? De vasantie Is bUna uit." „Neen, dat gaat nu niet. Ik zal naar den deken van de faculteit moeten schrijven en hem uitleggen waarom ik nu niet kan blijven om doctoraal te doen.' .Roger, dat meen Je niet!" riep Betty uit» ,4e moet toch je graad haten. Je kunt het toch zoo maar niet half weg laten zitten." antwoordde Roger. „Mijn plicht is ondergeschikte betrekking I lang aan groote heerra on< rigfaeld betuigen. Deze deemoedige dienstbaar heid van den vader, waarvan de zoon steeds weer getuige moest zün, beteekende voor den knaap een geestelijk drama, dat hem er later toe bracht, zich zooveel mogelük in aristocrati sche kringen te bewegen, om in de hem uit deze magnatenkringen toestroomende eerbetui gingen in zekeren zin een late genoegdoening te aten voor de vemaderingra van zijn vader. Adam Liszt was van het talent van zün soon ten volte overtuigd en trachtte in de resultaten van dra knaap era voldoening te vinden voor rijn eigen verloren kunst. Daarom dwong hü zün zlekelüken zoon, die in zUn kinderjaren lUdend was aan vallende ziekte ra malaria, tot de studie, zoodat de zorg voor het kind werd omgezet in een dwangarbeid van zes zeven uren pianostudie; daarom be stormde hü alle poorten om voor zUn jongen de noodige protectie te krijgen; daarom ook cor respondeerde hü met alle kunstenaars van naam, wier Invloed hü meende te kunnen aan wenden voor zün zoon. De eerste zege van dezen manmoedigen ra verwoeden strijd voor de er kenning van zijn zoon bestrad hierin, dat het wonderkind voor het eerst mocht optreden in het Presburgerpalete van vorst Bsterhasy. Dit, uit aristocraten bestaand auditorium was van af het eerste oogenblik door het fUnzinnlg spel van den knaap verbluft. Men beloofde hem verdere ondersteuning en protectie. Helaas, deze schoone beloften waren en bleven slechts bloote woor den. En weer was daar de volhardende kracht van den vader noodlg om de carrière van den kleinen Franz omhoog te stuwen. Adam Llszt was in waarheid een straatarm man. die met veel zorgen te kampen had. Terwllle van de kunstenaars-loopbaan van zijn zoon besloot Adam, ondanks de zware ver- antwoordelUkheld, zUn vaste betrekking te ver laten. Alles wat hü bezat verkocht hü en trok toen naar Weenen, waar Frans bü de beste mu- ztekleeraars kon doorstudeeren. Hier, in Wee nen. beleefden zU kommervolle dagen en gingen gebukt onder kwellende armoede. Doch reeds na het eerste openbaar optreden van dra knaap verbeterde hun toestand aanmerkelUk. Het won derkind werd overal gevraagd om te komen spelen. De voornaamste kringen trokken zich het lot van Frans aan en de honoraria stegen in korten tUd tot een som. waaruit zU hun levens onderhoud bekostigen konden. Van nu af aan hield Adam Llszt zich bezig met de voltooiing van de loopbaan van zijn zoon. HU streed met de vroegere kracht en taai heid voor de waardeering van den virtuoos in de wereld. Velen menachen scheen hü een hartelooee en op geld azende vader toe. doch hU handelde zoo enkel en alleen In 1 belang van zün zoon Franz. Tot aan zün laatsten ademtocht stond hU alleen in dienst van het genie, dat hü in zün zoon vroegtüdlg ontdekt had. Het was ook de aan zün geboortegrond ver bonden geest van zün vader, die in den genlalen kunstenaar Franz Llszt tot zün recht kwam, toen deze zich altüd weer tot era trouw zora van zün Hongaarsch vaderland verklaarde. Y'S r zün in ons land, zoo lezen wü In hst be- kende apologetische maandblad „Het Schild” van deze maand, maar al te veel menachen, die meenra. dat er van een kerkver volging in Duitschland niet gesproken kan wor den. althans, dat ze niet zooveel te beteekenra heeft en dat 1 enkel de lagere Instanties zün die nu en dan zich aan plagerijen van bedienaars van den godsdienst schuldig maken. Die meenlng kan alleen heerschen bü hen, die niet op de hoogte zün van wat er in het „Derde Rük” ge beurt. Wü achten die meenlng gevaarlük en ver- derfelUk. De kerkvervolging in Duitschland te era principieele en algemeene, uitgaande van de hoogste instanties. Het is niet moeUUk dit aan te toonen san de hand van de vele uitin gen van hen, die een leidende rol in Dultsch- land spelen. Het is een vervolging uitgaande van de regeering zelf, en die de lagere instanties niet zouden durven beoefenen, als ze niet dach ten een wit voetje bü de regeering er door te verkrijgen. Alweer een der „Hots insalubres” (ongezonde eilanden) dat gaat verdwUnen.... De bevol king van Parijs aal er dankbaar om aün, lang genoeg al hebben deze overleefde, benauwde buurten met hun vervallen huurkazernes, waar in era gevaariüke overbevolking door vuil en ongedierte werd geplaagd, era gevaar voor de volksgezondheid beteekend. En werkelijk geen denkbeeldig de feiten hebben het bewezen. In de bewuste sloppen was en is het sterfte cijfer tweemaal zoo hoog als In het overige deel van Parijs en in een der vuilste buurten brak in 1933 de pest uit, aoodat men tot on- middellüke «looping van het besmette blok buizen over moest gaan. Louis had zich Juist van era kostbaren edel steen afgewend ra wilde Ellen attent maken op zün buitenge woon fraaie lichteffecten, toen hU haar echter niet meer in zün na bü held bemerkte. Mo geUjk was zü reeds verderop gewandeld, maar toen hü haar ook niet In het vertrek, rechts van het Boed dha-beeld ontdekte, snelde hü onmiddeUük terug en riep angstig haar naamEllen..”. Het geluld werd uit alle richtingen weerkaatst en de echo’s hadden een somberen naklank. maar dan was het weer doodstil. Hü liep naar bulten, sag echter niemand en begon opnieuw een speurtocht door den tem pel, waarbü een angstig voorgevoel zich van hem meester maakte. HU onderzocht ieder vertrek, klopte tegen de wanden, luisterde en liep weer door, totdat hü. peinzend wat hem thans te doen stond, voor het Boeddha-beeld bleef staan alsof hü het om raad vroeg.... Maar wat was datHad hü goed gezien. langzaam hadden zich de oogra van Boeddha bewogen....In era fractie van een seconde flitste het door hem heen, dat zooiets practiach onmogelük was en toch Plotseling groep hü zün browning, richtte met vaste hand en trok otimiddellük af Met donderend geweld viel het grootsche beeld in stukken, terwijl era schrille schreeuw het ge luid der vallende scherven overstemde en in akellgen weerklank plots verstilde.... Louis stormde oogenblikkelük op de ruïne af, stapte over het geheel ontzielde lichaam van den priester beendrong tot achter de nis door, waar hü tot zün groote vreugde Klten ontwaarde, weliswaar aan handen ra voeten gr bonden met een prop in haar mond, maar gelukkig zonder eenlg letsel Zü hadden zich gehaast den terugtocht te aanvaarden en op den grooten weg naar haar woning gekomen, vertelde Ellen, nog geheel co der den Indruk van bet gebeurde, zich te her inneren dat haar vader haar vroeger wel eens had r.i ede gedeeld dat zich in Voor-Indië nog tempels van Radjah’s bevonden, waar elk Jaar era vrouw werd geofferd.... ZU keken elkaar aan, maar zelden niets. het was thans niet het goede moment oen over iets anders dan tempels en zoo te praten.... Maanden later liepen Leute en Ellen langs de wondere palmenlaan achter het woonhuis,... „Als ik je eens ten huwelük vroeg.aai Louis voorzichtig. „Zou je dan toestemmen.. Ellen lachte.... .Als ik je eens tel dat ik^je wel wil trouwen, sou je me dan vragen....?" ZU liepen door tot aan het einde der laan. Er stond era bank ra bet was er heel stil.... Ziehier eenlge uitingen als bewüs. Benige uitlatingen van Hitler zUn; „Ik begrüp niet veel van dogma’s, maar wee wanneer de Kerk zich tegen mU keert.” „Wee. wanneer „die Pfaffen” den preekstoel misbruiken tot politieke propaganda, het voorlezen van herderlUke brie ven en verordeningen tot het houden van z.g. rellgieuB-wetenachappetüke voordrachten”. „Ik zal er voor zorgen dat de confessioneele ver een igingen verdwUnen". Goebbels, propaganda-minister, zeide op den gouwdag te Berlün: „Wü willen niet dat rij, dL priester en dominé’s, het Christendom propa- geeren”. ,J!Ü moeten het dienen voor hunnen God en zullen zorgen dat ze spoedig een einde maken aan hun organisaties, anders zullen wü een beetje hripen". In Baden verklaarde de gouwleider Wagner: .Ret einddoel is de natio naal-socialistische volksschool, d.w.z. er moet era eind komen aan eiken godsdienstigen Invloed op de school”. Men zou die gezegden nog met vele, ja met ontelbare kunnen vermeerderen. Neen, het is niet enkel het rapaille dat zich te buiten gaat, niet enkel de lagere Instanties maar ook de hoogere en hoogste wedUveron met elkaar In hatelUkheid en minachting voor eiken gods dienst en zün bedienaren. Wat geeft men dan nog om een verklaring van Hitler, dat Katholi cisme en Protestantisme de grondslag van den Duitqchen Staat moeten blüven, als men alles doet en toelaat om belde uit te roeien? Neen, de vervolging te er: algemeen, princi pieel van de hoogste instanties en met alle mo- gelüke energie. Tenslotte heeft nu ook de Paus gesproken van een gedeeltelüke vervolging in Duitschland, n.l. In het consistorie van 16 De cember IX Men denke eens aan de antl-christelüke wet ten, aan de leer van ras en bloed, de leer van de totaliteit en superioriteit van den Staat, de confiscatie van de goederen der vereenlglngen. de belemmeringen der katholieke en christelijke jeugdorganisaties, de onchristelüke. wreede jo denvervolging. de concentratiekampen, waar honderden priesters men zegt nog 300 in ritten, de scherpe contróle op preeken; zelfs moeten mèn zou het niét gelooven de pree ken tevoren Ingeleverd worden door de priesters, die over de grens oefeningen gaan houden. Het zou, aldus de medewerker aan „Het Schild” een o.l. betreurenswaardige dwaling zün wanneer ook hier in ons land de meenlng Ingang vond, dat er In Duitschland geen officleele kerk vervolging Keerschta of wel dat ze zoo erg niet’ te of -wel dat ze enkel van de lagere instanties uitging. Het te de N.S.B. dié, georiënteerd op het Duitsche Natlonaal-Socialisme. deze meenlng Ingang tracht te doen vinden. En het is waarlük niet vermetel te voorspellen, dat, zou hier de N SB. ooit aan het bewind komen, ons hetzelfde te wachten staat. GelUke oorzaken hebben ge lijke gevolgen. nog dwars, dat mün Hnderen zooveel krijgen door een onrechtvaardige daad, te meer, omdat ik. toen ik Anna trouwde, hetzelfde heb gedaan, als waarvoor Jouw moeder onterfd werdt. Nou Roger, als je firmant wilt worden, komt alles terecht." .Maar ik moet voor Beckford aorgen." Roger uit. „Hemel.” ■w ouis Bondan stapte in den „Rivièra-Ex- I press”, die zich onmiddellUk daarna in be- -1-* weging zette en het Gare de Lyra uit gleed.... Bedaard zocht de onbertepelUk gekleede ra gedistingeerd uitziende Jongeman den coupé op. waarin voor hem era boekplaats was gereser veerd, vergewiste er rich van of zün, door dra kruier in den trein geplaatste bagage compleet was ra vlüde zich daarna bü het raampje neder, waar hü een sigaret opstak.... De trein raasde voort langs akkers, waar zich aan den horizon, als era schril contrast, de profielen der blauwende bergen afteekenden. langs glooiende hellingen.... tusachen steile heuvelreeksen en dan weer over vlotte rivieren, die schuimend en klaterend over oneffen kleael- beddlngra haar weg zochten.... Rustig in zün boekplaats gezeten, had Louis alle gelegenheid over de laatste gebeurtenissen na te denken. Louis Bondan. thans dertig Jaar, in de kracht van zün leven dus. voorheen kassier van United States Press Corporation op het hoofdkantoor voor Europa te Parijs, had, nu precies twee maanden geleden, in verband met een fusie van deze maatschappü met era concern van de eerste Franache pers, zün werkzaamheden moe ten eindigen. Hü werd evenals heele personeel van U.8.P C. onl Hoewel aanvankelük ontmoedigd door dezen tegenslag, had hü onmiddeUük getracht een. hem passende positie te verkrijgen, maar dit was hem. ook na era maand, niet gelukt. Dan had hü een nieuw idee gekregen, een idee zoowel origineel als interessant, boeiend ra pakkendZün vader had destüds een ken nis. HU had hem een en ander gevraagd En dan. op zün advies had hu naar die oude relatie in Voor-Indië geschreven en na weken van groote spanning was tenslotte het bericht gekomen onmiddeUük naar Voor-Indië te ver trekken.... Er was daar werk voor hem! En nu voelde hü zich zoo heerlük gestemd, sedert hü de muffe kantoorsfeer konxverlatra. Wilde, alvorens Parijs en daarmede Europa te verlaten deJRivjèra bezoeken.Monte-Carlo. cn dan naar Voor-Indië.- In het achterhuis van het riant gelegen land huisje dicht bü de plantage, zat Ellen Raid worth in haar eigen, van rotan gevlochten stoeltje en dronk het laatste slokje uit het kleine Chinéesche kopje. Zü zuchtte diep ra keek dan peinzend op de groote klok aan den wand. Het werd al donker in de fraaie, in Euro- peeschen stül gemeubileerde achterkamer, waar een rust en stille Intimiteit heerschte, slechts onderbroken door het zachte getik van de hangklok. Plotseling drongen er, van buiten, stemmen tot haar door. Zü stond op. In haar sympa thieke blauwe oogen kwam een vroolüke tinte ling, die husnor en gespannen verwachting te gelijkertijd verraadde De stemmen kwam steeds dichterbü en dan hoorde zü haar vader binnen komen, die haar onmiddeUük daarna zün nieuwen medewerker Louis Bondan voorstelde. Zü keek den jongen, donkeren man aan en moest onwillekeurig vaststellen dat hü haar be viel. Zü vond hem charmant, intelligent en vooral zün aardige, kostelüke manier van ver tellen, de interessante mededeeUngen over zün groote reis, deden haar aanstonds besluiten hem voor een uitstapje in de omgeving uit te noodigen. En zoo trokken zü. eenlge dagen later, met medeneming van proviand, er samen te paard op uit. met het doel den tempel van Boeddha te bezichtigen. Lange majestueuze palmen en donkere oerwouden kwamen zü tenslotte bü het fraaie gebouw aan. waarvan zü het uitwendige beeldhouwwerk bewonderden en na verkregen toestemming van den priester, die onder de in landers als een hooge persoonlükheid gekit, het grootsche bouwerk ook van binnen mochten bezichtigen. Eerbiedig traden zü binnen en daar ook El len nog niet eer tot het inwendige van den begrafenis en Roger schrok er van. Die arme oma lag net in het graf en de toekomst was nog heel somber, ondanks zün grootsche plannen. Hü stond op en ging zonder een woord te spreken langs zün nichtje de kamer -uit. „Arme kerel.” zei münheer Homock. „Heb TJ hem niet een beetje getroost, vrouwtje?” „Neen,” zei Betty, „we hebben gekibbeld Och, paps, laat hü toch eens met u praten. HIJ Ml naar mü niet luisteren. Hü heeft mü te verstaan gegeven, dat Ik me met mün eigen zaken moest bemoeien.” Zü floot haar hond. „Kom, Mickle, Je moet naar bed." En zonder haar vader aan te zien, verdween zü. Sam stond alleen voor den haard en peinsde. Den -volgenden morgen waren zü samen aan het ontbüt en Sam deed een voorstel, waar hü al lang over gedacht had. „Roger, jongen, zou je niet graag Jongste firmant worden in de firma?' Roger keek op, te verwonderd om te ant- woordra en Sam dacht, dat hü niet spreken kon van dankbaarheid. „Ik heb er al lang over gedacht," ging hü voort, „sinds den eersten dag, dat ik je ont moette, ben ik nooit er gerust geweest over je toekomst. Kük eens, als je moeder gehad had, wat haar toekwam, dan was Jü nu rijk. Mün grootvader, die de firma heeft opgericht, had drie kinderen, mün vader, jouw moeders vader en de oude Martha. Toen Je moeder met een katholiek trouwde, onterfde hü haar en Ik kreeg het leeuwenaandeel. Nu rit het me altüd pot, Qulncampolx het tooneel van een drilenüteind- bandel werd; van *s morgens zeven uur tot middernacht ging het er onafgebroken leven dig toe; de drukte was van dien aard, dat de straat voor voertuigen gesloten moest worden. In dien tüd, toen men storm liep om papieren geld te bemachtigen, brachten de huizen van de straat, die de Beurs van Parijs beteeken de, hun huurprijzen in goud op. Alle particu liere woningen waren bezet door handelaars, die er bureaux van maakten. Men kent het catastrophale verloop dezer geschiedenis. Tegen het schandaal van de Rue Qulncampolx is menig schandaal uit lateren tüd maar een kleinigheid. Duizenden Fran- schen, die er hun goede goudgeld hadden heen- gedragen. hebben met de vuist gedreigd naar de onzalige straat, die hun vermogen zoo snel en onherstelbaar had opgeslokt. En thans? De beursmenschen, die vandaag door era toeval in deze straat terechtkomen, welke eens voor hun voorgangers het centrum was van het handelsleven, moeten wel het hoofd schudden, wanneer zü deze vuile huizen en bouwvallige muren zien. Toch te het ulter- Ujk nop niet eens het ergste. Wie zich in deze huizen naar binnen waagt, gelooft zün oogen niet en begrijpt niet, dat er in de Lichtstad dergelüke woningen zün geduld tot heden toe. Woningen te een misleidend woord, cloaken ware beter. Er zün hier aan het eind van scheefgetrokken trappen zonder leuning kamer tjes, waarvan de deuren tot brandhout ver stookt werden, en waar arme drommels in de meest walglijke vervuiling tezamen leven. De stank te er onbeschrüfelük. Het volkje, dat hier op de een of andere wüze zün leven rekt, bestaat grootendeels uit zoogenaamde Clo chards, het trieste menschenalag, dat leeft van den afval van anderen. Hier zün de „hotels,” die enkele sous per nacht kosten, en daarvoor een naakten reep plankenvloer bie den, rük voorzien van ongedierte en vuil. Wat men te verwachten heeft van de stakkers, die hier hun leven of tenminste een groot deel AT T U A °P dit blad zUn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 - b« levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7^0 bü een ongeval met 17 OEJA /Al sl Ti /A rit JI W I W r« o ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen VPKJa" verlies van belde armen, belde beenen of beide'oogen Uv«“ doodelüken afloop é&OVFe" Een commissie, waarvan Lord Wright voor zitter te. Jieeft bü den Minister van Btnnra- landsche Zaken rapport uitgebracht over het onderzoek, dat zü Ingesteld heeft naar al wat verband houdt met het ambt van „Coroner". Verschillende hervormingen worden voorge steld, maar de commissie te toch tot de con clusie gekomen dat de Coroners in geen geval „afgeschaft” mogen worden. En hiermede stemt de overgroote meerder heid van het Engelsche volk waarschünlük in. Het ambt van Coroner is reeds zeer oud; bet werd ingesteld In HM, toen den rechters op gedragen werd ervoor te zorgen dat in ieder graafschap drie ridders en een griffier benoemd werden, die zouden hebben te waken over de nakoming van de door de Kroon gegeven be loften. Naar de Kroon werden zü dus „coro- naril" genoemd, waarvan „coroners” een niet al te slechte verbastering te, ofschoon men ook bet woord „crowners" zou kunnen gebruiken. Tot de uitvaardiging van de Magna Charta toe waren de coronarii zeer voorname en machti ge leden der magistratuur; daarna werden hun bevoegdheden zeer aanmerkelUk beperkt, maar zü bleven toch wat zü steeds geweest waren, en ook heden nog zün: de overheden die een openbaar onderzoek moeten instellen naar da oorzaak van eiken onnatuurlüken dood. Nog in 1887 zün de bevoegdheden der Coroners gekortwiekt, en het te waar schünlük. dat zü. in verbemd met bet thans uitgebrachte rapport, opnieuw zullen worden beknopt, opdat deze overheidspersonen voortaan uitsluitend een onderzoekende functie zullen hebben, en niet meer zekere rechterlüke be voegdheden uitoefenen. Coroners en de juries, waarmee zü zitting houden, behooren tot de. waarborgen van de vrüheden en rechten van het Engelsche volk. Zü waren dit in de dertiende eeuw; zü aün het heden nog. In landen waar een tiranniek bewind heerscht, is het vaak in bet belang der regeerders, moorden in den doofpot te stóppen., Zü stellen het dan voor alsof zelfmoord ge pleegd is. Zoolang er In Engeland zelfstan dige en onafhankelüke Coroners zün. die naar eiken onnatuurlüken dood een onderzoek in stellen te dit onmogelük. Roger stelde zich in de stilte die hierop volgde voor, wat dan zün leven sou zün. s Morgens met den auto naar de stad, na een stevig ontbüt uren in een rük ra duur gemeu bileerd kantoor, met dubbele ramen, die het lawaai van de straat buiten sloten, maar tegelük de frtssche lucht, als je tenminste nog fan frissche lucht kon spreken tusachen die vuile stadsgeuren. Tellen en rekenen en lange stukken ^nawien en orders uitgeven en brieven dlcteeren, dan gaan lunchen, een zware maaltüd, met andere geld-schrapende heeren. Als hü dan even tüd zou vinden om met de hoogste snelheid waartoe zün auto in staat was, naar Beckford te rennen, dan zou hü daar alles in het honderd vinden, knechts die niet wisten wat te doen, verwaar- loozing. ergernis. Hoe kon hü Beckford besturen In zün vrijén tüd. Zün hart ging uit naar Beckfbrd. Terwijl hü op Hawkhurst zat. verlangde zün hart naar zün akkers en weilanden, naar het beuken- woud en de gele korenvelden, de velden, die hü had helpen zaaien en die hü zou maaien en oogsten. .Je kunt Beckford voor de aardigheid aan houden." zei 8am, die Roger’s zwügra voor toestemming aanzag. .Je zult geld In overvloed hebben en je zult naar hartelust kunnen ver anderen en verbeteren heb je er misschien spüt van. Je kunt nu wel zeggen, dat Je het buitenleven heerlük vindt, maar je weet toch wel, dat Je rüet heelemaal in de schoenen van je grootvader past. Je moet met je tüd mee en daar ben je al mee be gonnen." Zü sprak schitterden.. „JU kunt ‘niet meer het leven leiden van een gewonen daglooner en daar komt het toch op neer. Je zult geen tüd hebben om era boek open te doen, je zult je nooit met de wereld kunnen bemoeien, omdat er altüd iets te doen is. hooien of maaien, of zaaien, of zooiets. Je wordt duf en klein en ik voel, dat ik dat niet zal kunnen verdragen.” „Wel, wat kan jou dat schelen, Betty?" vroeg Roger verbaasd over haar heftigheid. Betty stond haastig op. „Ik zal het voor Jöu niet kunnen verdragen." probeerde zü uit te leggen. „Ik zou het vreeee- lük vinden, ata Dick zich zoo levend moest begraven.” „Wat draaf Je door,” riep Roger uit. „Dat ben ik ook heelemaal niet van plan. Maar ik wil me op de boerderij toeleggen. Ik heb aller lei plannen. Ik droom er van om het land terug te koopen. Ik zou van Beckford weer willen maken, wat het vroeger was. Ik ben jong en sterk. Mün leven ligt voor me. Waarom zou ik er niet komen?" „O. goed.” zei Betty gepikeerd. „Gaan jullie Je niet verkleeden?” vroeg mün- heer Hornock in de open deur. Hü droeg ook nog de zwarte kJeeren van dg Ladey Anna was füngevoelig genoeg omniette veel te vragen, maar hü voelde dankbaar mee leven. En kort voor het eten, kwam Betty bü hem toen hü alleen in de rookkamer zat en hü zag, dat haar oogen vol tranen stonden. „Het spüt me zoo voor Je, Roger," zeide zü- „Goed hoor," antwoordde Roger op school jonge nsmanier. Betty zei niets meer, maar knielde op het haardkleedje neer en begon den hond te Plagen en te streelen. Maar Roger zag. dat haar oogwimpers nog glinsterden van tranen en dat haar borst onrustig op en neer ging, wenschte, dat hü een beetje vriendelüker »as geweest. Betty,” zei hü eensklaps, ,roo bedoel ik het niet.” ••Dat weet ik wel," fluisterde Betty. „Ik had ie niet lastig moeten vallen.” Maar zü keek ham niet aan. Jk sta nu heelemaal alleen op de wereld.” •hig hü voort. .Dat geeft mü een raar gevoel.' aBeteekenra wj| dan niets?" vroeg Betty.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 3