WUl
Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden
den day
De kerkvervolging
I
F 750.-
Parijsche sloppen
verdwijnen
I
Liszt’s vader
LIEFDE
EN EER
DONDERDAG 20 FEBRUARI 1936
In het Derde Rijk
Het geheitn van
den Boeddha
Een zeer oud ambt
Het woord woningen is
hier misleidend
kit
EN
DOOR M. E. FRANCIS
Benauwde buurten met vervallen
haarkcaernee, welker over
bevolking door vuil
ongedierte werd
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
(dag
Een verforen geraakt genie
uit
van je
91
l
vol overtuiging, en haar oogen
rièp
ia
stond
f
(Wordt hui inigrt’)
li
re-
•y.
i-
i
i
i
kreeg
40 cent
|na het ge-
»gen...
er
18.
moest aün teven
verplng en nade
le
x>
)O
ie
O
Eindelijk waren de vazen vol water gedaan en Tuimeltje kreeg
het verschrikkelijk benauwd. Hij snakte naar lucht en ten einde
raad besloot hij uit de vaas te klauteren. „Karei", riep hjj tegen
den kikker, „ik kan het niet meer uithouden. Ik ril van de kou."
Doch voor kikker Karei kon antwoorden, kwamen er bedienden,
die bloemen In de vazen zetten en toen werden deze naar de
troonzaal gebracht, waar de konlng met twee secretarissen een
bespreking had.
re
30
0,
0,
De
an-
aro-
eeds
ver
bs-
aro-
e in
90,
om.
■lln
«el
ISO
50,
aa-
iki.
lu
lt,
per
1.00
n-
we
kg.
en
00
tg.
de
8
t-
8
a
8
en
-i»;
too
de
>d
„Jawel."
duidelijk."
Ze zaten nu samen voor den haard.
„Praat er eerst eens met vader over," smeekte
Betty.
„Nee,” zei Roger. „Ik zie heel goed In, wat
Ik moet doen. Oma’s dood heeft het een beetje
vervroegd. Ik meende niet, dat het al zoo gauw
sou zijn, ik moet gaan.... Ik moet het aan
pakken. Mijn oude nicht is hulpeloos, weet niet,
wat zij moet doen. Mijn grootmoeder bestuurde
«les.”
„En sul jij dan weten hoe alles moet?” vroeg
Betty twijfelend.
„Dat aal wel los loepen," meende hij. .En
wat Ik niet weet, dat zoek ik wel uit. Ik vind
het leven op de boerderij heerlijk, zie je, het la
alleen, dat Ik oma zoo mis."
Na een oogenblik hernam Betty:
„Ik zou toch liever hebben, dat je Je nog tens
goed bedacht, voor je een beslissing nam. Later
riep mijnheer Homock ongeduldig
uit. „wat is nou Beckford. Een paar honderd
bunder land en een oud vervallen boerderijtje.
Daar kun je in je' vrijen tijd voor zorgen, mijn
als je absoluut een stokpaardje wilt
1.00
13,
>ch
10,
kg.
per
os.
vie
Tuimeltje piepte en kreunde en de konlng werd er zelfs bang
van. Tot overmaat van ramp gingen de bloemen heftig heen en
weer en besloot de konlng weg te gaan. Nauwelijks had hü
het vertrek verlaten of Tuimeltje klemde zich aan den rand
van de vaas vast en wilde er uitspringen. doch de pot viel om
en alles lag midden in de zaal. De aanwezige bedienden wilden
zoo gauw mogelijk weg zien te komen, doch toen ze Tuimeltje
perkenden, moesten ze toch lachen en gingen hem vlug helpen.
bij verlies van een hand,
een voet of een oog
n den loop van het eeuwfeest van den groot
meester der Hongaarsche muziek, Franz
Liszt, worden de verschillende détails uit
dit alleszins kunstzinnig en menschelük, roman
tisch leven naar voren gehaald.
Franz begon zijn carrière als wonderkind, en
dat het hiertoe geraken kon. dankte het kind
alleen aan zijn vader. Deze was als goederen
beambte werkzaam te Doborjan in het gebied
van den vorst Esterhazy.
Adam Llszt zoo heet de vader gold al
gemeen als een barzche, ontoegeeflijke man en
de buren beklaagden dikwijls het arme kind,
den zoon, die van zijn vader lederen dag zes
uur lang op t klavier moest oefenen, daarbif
er voor zorgend, dat het schoolwerk niet ver
waarloosd werd.
Franz zat echter gaarne voor de piano en
studeerde met ware voorliefde, alleen had hij
van den dwang van het voorgeschreven oefenen
een afkeer, daar hjj op het Instrument eigenlijk
liever ..spelen” wilde. Eindelijk stond zijn vader
hem toe, dat hij zich lederen dag één uur op de
plano mocht amuaeeren, een bezigheid, die met
zich bracht, dat het kind een uur lang op zijn
gevoel af wat phantaseerde, dat wil zeggen: com
poneerde
Oorspronkelijk wilde vader Liszt zelf ook mu
sicus worden en had daartoe ook het noodige
talent. Zijn afbeelding uit het jaar 1819 in het
Hongaarsch Nationaal Museum stelt héz» Ita»
pok toot, zittende aan e^i zoogenaamd spinet.
Ongelukkig genoeg, lier zijn verdere levens
loop hem niet toe zijn muzikaal talent te ont
wikkelen en zijn hartewensch te volvoeren. HU
moest zijn brood verdienen en had daardoor
geen vrijen tijd om zich op het klavier te oefe
nen. Zoo werd hij dan goederenbeambte bij vorst
Esterhazy. HU had hier een heel eenvoudige en
Jongen,
hebben.”
Roger bloosde.
„Mijn grootvader en mjjn voorvaderen gaven
zich heelemaal aan Beckford." zei hü „Ik heb
oma beloofd, dat ik het ook zou doen. Ik zou
mijn woord tegenover haar niet kunnen breken,
al wilde ik het ook.”
Sam floot en nam zün pijp uit den mond.
Dan leunde hü voorover en keek Roger ernstig
aan.
„Bedenk je wel, Roger. Het Is heel goed
mogeljjk je belofte tegenover Je grootmoeder
te houden, in den geest, wel te verstaan, zon
der dat je het andere weg gooit. En dit is een
schitterende toekomst Weet je wel. wat een
deelgenoot in de firma per jaar verdient? De
omzet loopt over de honderd duizend, het
kapitaal in de mlllloenen, er is bUna geen grens
aan wat zoo*n huls kan doen. De beste eh
verstandigste vrouwen weten toch nog maar
weinig van zaken af. Denk goed na. voor je mün
voorstel afketst.'
daarvan moeten slijten, Is wel te begrijpen
Misdaad en prostitutie hebben er hun beste
schuilhoeken, en het zal in het geheel geen
verlies zijn voor de Parijsche volksgezondheid,
noch voor de zeden, wanneer deze nesten van
elk denkbaar vuil worden uitgvroeld.
Bovendien hebben de „Vrienden van het
Oude Parijs" er zich van kunnen overtuigen,
dat de straten, die thans gesloopt worden (er
zUn er nog meer dan de Rue Qulncampolx, die
overigens niet eens geheel zal verdwUnen)
hoegenaamd geen waarde bezitten wat hun
gebouwen betreft. Er is geen enkel geveltje te
vinden, dat de moeite van het sparen waard
ware. Een eigenaardig verschijnsel is dat wel
en het wUst misschien op den weinigen zin
voor blijvende schoonheid, die de kapitalisten
uit den grooten tijd der Rue Qulncampolx be
zaten.
Ditmaal is het een heel middeleeuwsch kwar
tier, dat gaat verdwijnen, de buurt nJ. die
gelegen is terzijde van den boulevard Sebas
topol, rondom de Rue Beaubourg. En wel be
vindt zich onder de straten, die daar ten doode
staan opgeschreven, niets minder dan de be
roemde en beruchte Rue Qulncampolx! Het is
geen wonder, dat na de bekendmaking der
sloopingsplannen de vrienden van het „Oude
Parijs" zich lieten hooren.
Ja, die Rue Qulncampolx heeft in de zeven
eeuwen van haar bestaan al een en ander
gezien van het Parijsche rollen en zeilen, en
niet eens het onbelangrijkste part. Van bet
einde der Middeleeuwen af was hier het kwar
tier, waar geldzaken behandeld werden. De
wisselaars en bankiers woonden in de smal-
gevensterde huisjes, en wanneer men den kro
niekschrijver gelooven moet, dan was het er
een tamelük deftige stand; de straat wordt
als .teer zlndelük en aangenaam" beschreven.
Nu, dan is ze sindsdien toch wel eenlgszins
veranderd)
In het begin van de achttiende eeuw beleef
de de Rue Qulncampolx haar grooten tijd. De
bankiers, die steeds stoutmoediger werden in
hun zaken en het publiek, in den roes van het
geld verdienen, vulden haar met hun dageljjk-
sche drukte. Hier was ook het middelpunt van
den handel in bankpapieren, welke laatste im
mers in het leven werden geroepen om de oor
logen te betalen tUdens de minderjarigheid van
Lode Wijk XV. Maar den hoogsten glans ver
leende toch eerst de Banque Générale aan de
Rue Qulncampolx, toen zU zich hier kwam
vestigen, en In de dagen dat John Law, de
Schotsche bankier, er zün avontuurluke zaken
deed, was deze straat waarHJk het middelpunt
van Parijs.
De Mlssisslppi-compagnie, eveneens hier ge
vestigd. zag haar aandeelen stijgen tot 3000
het was geen wonder-, dat dtr Rue
Ook kikker Karei kwam toen te voorschün en Tuimeltje
smeekte op zijn knieën om toch niets aan den konlng” te ver
tellen. .Als Je ons vanmiddag gezellig vermaakt", antwoordden
de bedienden, „dan zullen we allee opruimen en niemand zal
ooit weten, dat JU in die vaas zat.” „Koen maar mee", zei
Tuimeltje en in stilte dacht hü er over, wat hü nu eens zou
uithalen.
Om *s hemels wil Pauline! Die kostbare
vaas, die je hebt laten vallen te....t
Ik moet je daarvoor vjjf gulden
loon afhouden.
En toen U die vaas cadeau
zei U: „Die rommel te geen
waard!!!
tempel was doorgedrongen, genoten zü beiden
van de daar tentoongestelde pracht en praal,
van de glinstering en het geschitter van dia
manten. robijnen en topazen en stonden ver
steld van het groote Boeddha-beeld. dat zich
als een donkere silhouet aftestende tegen een
wonderlijken, bronsgroenen achtergrond, die het
geheel in een sfeer van mystiek en era waas
van geheimzinnigheid hulde....
„O. natuurlijk wel," haastte Roger zich te
zeggen. „Maar ik ben hier niet thuis. Het is
zoo raar, dat er niemand op me wacht thuis.
En ik moet er toch weer heen."
„Wat bedoel je?” vroeg Betty en ging weer
zitten. „Ga je dan niet terug naar Oxford?
De vasantie Is bUna uit."
„Neen, dat gaat nu niet. Ik zal naar den
deken van de faculteit moeten schrijven en hem
uitleggen waarom ik nu niet kan blijven om
doctoraal te doen.'
.Roger, dat meen Je niet!" riep Betty uit»
,4e moet toch je graad haten. Je kunt het
toch zoo maar niet half weg laten zitten."
antwoordde Roger. „Mijn plicht is
ondergeschikte betrekking I
lang aan groote heerra on<
rigfaeld betuigen. Deze deemoedige dienstbaar
heid van den vader, waarvan de zoon steeds
weer getuige moest zün, beteekende voor den
knaap een geestelijk drama, dat hem er later
toe bracht, zich zooveel mogelük in aristocrati
sche kringen te bewegen, om in de hem uit
deze magnatenkringen toestroomende eerbetui
gingen in zekeren zin een late genoegdoening te
aten voor de vemaderingra van zijn vader.
Adam Liszt was van het talent van zün soon
ten volte overtuigd en trachtte in de resultaten
van dra knaap era voldoening te vinden voor
rijn eigen verloren kunst.
Daarom dwong hü zün zlekelüken zoon, die
in zUn kinderjaren lUdend was aan vallende
ziekte ra malaria, tot de studie, zoodat de zorg
voor het kind werd omgezet in een dwangarbeid
van zes zeven uren pianostudie; daarom be
stormde hü alle poorten om voor zUn jongen
de noodige protectie te krijgen; daarom ook cor
respondeerde hü met alle kunstenaars van
naam, wier Invloed hü meende te kunnen aan
wenden voor zün zoon. De eerste zege van dezen
manmoedigen ra verwoeden strijd voor de er
kenning van zijn zoon bestrad hierin, dat het
wonderkind voor het eerst mocht optreden in het
Presburgerpalete van vorst Bsterhasy. Dit, uit
aristocraten bestaand auditorium was van af
het eerste oogenblik door het fUnzinnlg spel van
den knaap verbluft. Men beloofde hem verdere
ondersteuning en protectie. Helaas, deze schoone
beloften waren en bleven slechts bloote woor
den. En weer was daar de volhardende kracht
van den vader noodlg om de carrière van den
kleinen Franz omhoog te stuwen.
Adam Llszt was in waarheid een straatarm
man. die met veel zorgen te kampen had.
Terwllle van de kunstenaars-loopbaan van
zijn zoon besloot Adam, ondanks de zware ver-
antwoordelUkheld, zUn vaste betrekking te ver
laten. Alles wat hü bezat verkocht hü en trok
toen naar Weenen, waar Frans bü de beste mu-
ztekleeraars kon doorstudeeren. Hier, in Wee
nen. beleefden zU kommervolle dagen en gingen
gebukt onder kwellende armoede. Doch reeds
na het eerste openbaar optreden van dra knaap
verbeterde hun toestand aanmerkelUk. Het won
derkind werd overal gevraagd om te komen
spelen. De voornaamste kringen trokken zich
het lot van Frans aan en de honoraria stegen in
korten tUd tot een som. waaruit zU hun levens
onderhoud bekostigen konden.
Van nu af aan hield Adam Llszt zich bezig
met de voltooiing van de loopbaan van zijn zoon.
HU streed met de vroegere kracht en taai
heid voor de waardeering van den virtuoos in de
wereld.
Velen menachen scheen hü een hartelooee en
op geld azende vader toe. doch hU handelde
zoo enkel en alleen In 1 belang van zün zoon
Franz. Tot aan zün laatsten ademtocht stond
hU alleen in dienst van het genie, dat hü in zün
zoon vroegtüdlg ontdekt had.
Het was ook de aan zün geboortegrond ver
bonden geest van zün vader, die in den genlalen
kunstenaar Franz Llszt tot zün recht kwam, toen
deze zich altüd weer tot era trouw zora van
zün Hongaarsch vaderland verklaarde.
Y'S r zün in ons land, zoo lezen wü In hst be-
kende apologetische maandblad „Het
Schild” van deze maand, maar al te veel
menachen, die meenra. dat er van een kerkver
volging in Duitschland niet gesproken kan wor
den. althans, dat ze niet zooveel te beteekenra
heeft en dat 1 enkel de lagere Instanties zün die
nu en dan zich aan plagerijen van bedienaars
van den godsdienst schuldig maken. Die meenlng
kan alleen heerschen bü hen, die niet op de
hoogte zün van wat er in het „Derde Rük” ge
beurt. Wü achten die meenlng gevaarlük en ver-
derfelUk. De kerkvervolging in Duitschland te
era principieele en algemeene, uitgaande van
de hoogste instanties. Het is niet moeUUk dit
aan te toonen san de hand van de vele uitin
gen van hen, die een leidende rol in Dultsch-
land spelen. Het is een vervolging uitgaande van
de regeering zelf, en die de lagere instanties
niet zouden durven beoefenen, als ze niet dach
ten een wit voetje bü de regeering er door te
verkrijgen.
Alweer een der „Hots insalubres” (ongezonde
eilanden) dat gaat verdwUnen.... De bevol
king van Parijs aal er dankbaar om aün, lang
genoeg al hebben deze overleefde, benauwde
buurten met hun vervallen huurkazernes, waar
in era gevaariüke overbevolking door vuil en
ongedierte werd geplaagd, era gevaar voor de
volksgezondheid beteekend. En werkelijk geen
denkbeeldig de feiten hebben het bewezen.
In de bewuste sloppen was en is het sterfte
cijfer tweemaal zoo hoog als In het overige
deel van Parijs en in een der vuilste buurten
brak in 1933 de pest uit, aoodat men tot on-
middellüke «looping van het besmette blok
buizen over moest gaan.
Louis had zich Juist van era kostbaren edel
steen afgewend ra wilde Ellen attent maken op
zün buitenge
woon fraaie
lichteffecten,
toen hU haar
echter niet meer
in zün na bü held
bemerkte. Mo
geUjk was zü
reeds verderop gewandeld, maar toen hü haar
ook niet In het vertrek, rechts van het Boed
dha-beeld ontdekte, snelde hü onmiddeUük
terug en riep angstig haar naamEllen..”.
Het geluld werd uit alle richtingen weerkaatst
en de echo’s hadden een somberen naklank.
maar dan was het weer doodstil.
Hü liep naar bulten, sag echter niemand en
begon opnieuw een speurtocht door den tem
pel, waarbü een angstig voorgevoel zich van hem
meester maakte.
HU onderzocht ieder vertrek, klopte tegen de
wanden, luisterde en liep weer door, totdat hü.
peinzend wat hem thans te doen stond, voor
het Boeddha-beeld bleef staan alsof hü het
om raad vroeg....
Maar wat was datHad hü goed gezien.
langzaam hadden zich de oogra van Boeddha
bewogen....In era fractie van een seconde
flitste het door hem heen, dat zooiets practiach
onmogelük was en toch
Plotseling groep hü zün browning, richtte met
vaste hand en trok otimiddellük af
Met donderend geweld viel het grootsche beeld
in stukken, terwijl era schrille schreeuw het ge
luid der vallende scherven overstemde en in
akellgen weerklank plots verstilde....
Louis stormde oogenblikkelük op de ruïne af,
stapte over het geheel ontzielde lichaam van
den priester beendrong tot achter de nis
door, waar hü tot zün groote vreugde Klten
ontwaarde, weliswaar aan handen ra voeten
gr bonden met een prop in haar mond, maar
gelukkig zonder eenlg letsel
Zü hadden zich gehaast den terugtocht te
aanvaarden en op den grooten weg naar haar
woning gekomen, vertelde Ellen, nog geheel co
der den Indruk van bet gebeurde, zich te her
inneren dat haar vader haar vroeger wel eens
had r.i ede gedeeld dat zich in Voor-Indië nog
tempels van Radjah’s bevonden, waar elk Jaar
era vrouw werd geofferd....
ZU keken elkaar aan, maar zelden niets.
het was thans niet het goede moment oen over
iets anders dan tempels en zoo te praten....
Maanden later liepen Leute en Ellen langs de
wondere palmenlaan achter het woonhuis,...
„Als ik je eens ten huwelük vroeg.aai
Louis voorzichtig. „Zou je dan toestemmen..
Ellen lachte.... .Als ik je eens tel dat ik^je
wel wil trouwen, sou je me dan vragen....?"
ZU liepen door tot aan het einde der laan.
Er stond era bank ra bet was er heel stil....
Ziehier eenlge uitingen als bewüs.
Benige uitlatingen van Hitler zUn; „Ik begrüp
niet veel van dogma’s, maar wee wanneer de
Kerk zich tegen mU keert.” „Wee. wanneer „die
Pfaffen” den preekstoel misbruiken tot politieke
propaganda, het voorlezen van herderlUke brie
ven en verordeningen tot het houden van z.g.
rellgieuB-wetenachappetüke voordrachten”. „Ik
zal er voor zorgen dat de confessioneele ver
een igingen verdwUnen".
Goebbels, propaganda-minister, zeide op den
gouwdag te Berlün: „Wü willen niet dat rij, dL
priester en dominé’s, het Christendom propa-
geeren”. ,J!Ü moeten het dienen voor hunnen
God en zullen zorgen dat ze spoedig een einde
maken aan hun organisaties, anders zullen wü
een beetje hripen". In Baden verklaarde de
gouwleider Wagner: .Ret einddoel is de natio
naal-socialistische volksschool, d.w.z. er moet
era eind komen aan eiken godsdienstigen Invloed
op de school”. Men zou die gezegden nog met
vele, ja met ontelbare kunnen vermeerderen.
Neen, het is niet enkel het rapaille dat zich te
buiten gaat, niet enkel de lagere Instanties maar
ook de hoogere en hoogste wedUveron met elkaar
In hatelUkheid en minachting voor eiken gods
dienst en zün bedienaren. Wat geeft men dan
nog om een verklaring van Hitler, dat Katholi
cisme en Protestantisme de grondslag van den
Duitqchen Staat moeten blüven, als men alles
doet en toelaat om belde uit te roeien?
Neen, de vervolging te er: algemeen, princi
pieel van de hoogste instanties en met alle mo-
gelüke energie. Tenslotte heeft nu ook de Paus
gesproken van een gedeeltelüke vervolging in
Duitschland, n.l. In het consistorie van 16 De
cember IX
Men denke eens aan de antl-christelüke wet
ten, aan de leer van ras en bloed, de leer van
de totaliteit en superioriteit van den Staat, de
confiscatie van de goederen der vereenlglngen. de
belemmeringen der katholieke en christelijke
jeugdorganisaties, de onchristelüke. wreede jo
denvervolging. de concentratiekampen, waar
honderden priesters men zegt nog 300 in
ritten, de scherpe contróle op preeken; zelfs
moeten mèn zou het niét gelooven de pree
ken tevoren Ingeleverd worden door de priesters,
die over de grens oefeningen gaan houden.
Het zou, aldus de medewerker aan „Het
Schild” een o.l. betreurenswaardige dwaling zün
wanneer ook hier in ons land de meenlng Ingang
vond, dat er In Duitschland geen officleele kerk
vervolging Keerschta of wel dat ze zoo erg niet’
te of -wel dat ze enkel van de lagere instanties
uitging. Het te de N.S.B. dié, georiënteerd op het
Duitsche Natlonaal-Socialisme. deze meenlng
Ingang tracht te doen vinden. En het is waarlük
niet vermetel te voorspellen, dat, zou hier de
N SB. ooit aan het bewind komen, ons hetzelfde
te wachten staat. GelUke oorzaken hebben ge
lijke gevolgen.
nog dwars, dat mün Hnderen zooveel krijgen
door een onrechtvaardige daad, te meer, omdat
ik. toen ik Anna trouwde, hetzelfde heb gedaan,
als waarvoor Jouw moeder onterfd werdt. Nou
Roger, als je firmant wilt worden, komt alles
terecht."
.Maar ik moet voor Beckford aorgen."
Roger uit.
„Hemel.”
■w ouis Bondan stapte in den „Rivièra-Ex-
I press”, die zich onmiddellUk daarna in be-
-1-* weging zette en het Gare de Lyra uit
gleed....
Bedaard zocht de onbertepelUk gekleede ra
gedistingeerd uitziende Jongeman den coupé op.
waarin voor hem era boekplaats was gereser
veerd, vergewiste er rich van of zün, door dra
kruier in den trein geplaatste bagage compleet
was ra vlüde zich daarna bü het raampje
neder, waar hü een sigaret opstak....
De trein raasde voort langs akkers, waar zich
aan den horizon, als era schril contrast, de
profielen der blauwende bergen afteekenden.
langs glooiende hellingen.... tusachen steile
heuvelreeksen en dan weer over vlotte rivieren,
die schuimend en klaterend over oneffen kleael-
beddlngra haar weg zochten....
Rustig in zün boekplaats gezeten, had Louis
alle gelegenheid over de laatste gebeurtenissen
na te denken.
Louis Bondan. thans dertig Jaar, in de kracht
van zün leven dus. voorheen kassier van United
States Press Corporation op het hoofdkantoor
voor Europa te Parijs, had, nu precies twee
maanden geleden, in verband met een fusie van
deze maatschappü met era concern van de
eerste Franache pers, zün werkzaamheden moe
ten eindigen. Hü werd evenals
heele personeel van U.8.P C. onl
Hoewel aanvankelük ontmoedigd door dezen
tegenslag, had hü onmiddeUük getracht een.
hem passende positie te verkrijgen, maar dit
was hem. ook na era maand, niet gelukt.
Dan had hü een nieuw idee gekregen, een
idee zoowel origineel als interessant, boeiend ra
pakkendZün vader had destüds een ken
nis. HU had hem een en ander gevraagd
En dan. op zün advies had hu naar die oude
relatie in Voor-Indië geschreven en na weken
van groote spanning was tenslotte het bericht
gekomen onmiddeUük naar Voor-Indië te ver
trekken.... Er was daar werk voor hem!
En nu voelde hü zich zoo heerlük gestemd,
sedert hü de muffe kantoorsfeer konxverlatra.
Wilde, alvorens Parijs en daarmede Europa te
verlaten deJRivjèra bezoeken.Monte-Carlo.
cn dan naar Voor-Indië.-
In het achterhuis van het riant gelegen land
huisje dicht bü de plantage, zat Ellen Raid
worth in haar eigen, van rotan gevlochten
stoeltje en dronk het laatste slokje uit het
kleine Chinéesche kopje.
Zü zuchtte diep ra keek dan peinzend op de
groote klok aan den wand.
Het werd al donker in de fraaie, in Euro-
peeschen stül gemeubileerde achterkamer, waar
een rust en stille Intimiteit heerschte, slechts
onderbroken door het zachte getik van de
hangklok.
Plotseling drongen er, van buiten, stemmen
tot haar door. Zü stond op. In haar sympa
thieke blauwe oogen kwam een vroolüke tinte
ling, die husnor en gespannen verwachting te
gelijkertijd verraadde
De stemmen kwam steeds dichterbü en dan
hoorde zü haar vader binnen komen, die haar
onmiddeUük daarna zün nieuwen medewerker
Louis Bondan voorstelde.
Zü keek den jongen, donkeren man aan en
moest onwillekeurig vaststellen dat hü haar be
viel. Zü vond hem charmant, intelligent en
vooral zün aardige, kostelüke manier van ver
tellen, de interessante mededeeUngen over zün
groote reis, deden haar aanstonds besluiten hem
voor een uitstapje in de omgeving uit te
noodigen.
En zoo trokken zü. eenlge dagen later, met
medeneming van proviand, er samen te paard
op uit. met het doel den tempel van Boeddha
te bezichtigen. Lange majestueuze palmen en
donkere oerwouden kwamen zü tenslotte bü het
fraaie gebouw aan. waarvan zü het uitwendige
beeldhouwwerk bewonderden en na verkregen
toestemming van den priester, die onder de in
landers als een hooge persoonlükheid gekit, het
grootsche bouwerk ook van binnen mochten
bezichtigen.
Eerbiedig traden zü binnen en daar ook El
len nog niet eer tot het inwendige van den
begrafenis en Roger schrok er van. Die arme
oma lag net in het graf en de toekomst was
nog heel somber, ondanks zün grootsche
plannen. Hü stond op en ging zonder een woord
te spreken langs zün nichtje de kamer -uit.
„Arme kerel.” zei münheer Homock. „Heb TJ
hem niet een beetje getroost, vrouwtje?”
„Neen,” zei Betty, „we hebben gekibbeld
Och, paps, laat hü toch eens met u praten.
HIJ Ml naar mü niet luisteren. Hü heeft mü
te verstaan gegeven, dat Ik me met mün eigen
zaken moest bemoeien.”
Zü floot haar hond.
„Kom, Mickle, Je moet naar bed."
En zonder haar vader aan te zien, verdween
zü. Sam stond alleen voor den haard en
peinsde.
Den -volgenden morgen waren zü samen aan
het ontbüt en Sam deed een voorstel, waar
hü al lang over gedacht had.
„Roger, jongen, zou je niet graag Jongste
firmant worden in de firma?'
Roger keek op, te verwonderd om te ant-
woordra en Sam dacht, dat hü niet spreken
kon van dankbaarheid.
„Ik heb er al lang over gedacht," ging hü
voort, „sinds den eersten dag, dat ik je ont
moette, ben ik nooit er gerust geweest over
je toekomst. Kük eens, als je moeder gehad
had, wat haar toekwam, dan was Jü nu rijk.
Mün grootvader, die de firma heeft opgericht,
had drie kinderen, mün vader, jouw moeders
vader en de oude Martha. Toen Je moeder met
een katholiek trouwde, onterfde hü haar en Ik
kreeg het leeuwenaandeel. Nu rit het me altüd
pot,
Qulncampolx het tooneel van een drilenüteind-
bandel werd; van *s morgens zeven uur tot
middernacht ging het er onafgebroken leven
dig toe; de drukte was van dien aard, dat de
straat voor voertuigen gesloten moest worden.
In dien tüd, toen men storm liep om papieren
geld te bemachtigen, brachten de huizen van
de straat, die de Beurs van Parijs beteeken
de, hun huurprijzen in goud op. Alle particu
liere woningen waren bezet door handelaars,
die er bureaux van maakten.
Men kent het catastrophale verloop dezer
geschiedenis. Tegen het schandaal van de Rue
Qulncampolx is menig schandaal uit lateren
tüd maar een kleinigheid. Duizenden Fran-
schen, die er hun goede goudgeld hadden heen-
gedragen. hebben met de vuist gedreigd naar
de onzalige straat, die hun vermogen zoo snel
en onherstelbaar had opgeslokt.
En thans? De beursmenschen, die vandaag
door era toeval in deze straat terechtkomen,
welke eens voor hun voorgangers het centrum
was van het handelsleven, moeten wel het
hoofd schudden, wanneer zü deze vuile huizen
en bouwvallige muren zien. Toch te het ulter-
Ujk nop niet eens het ergste. Wie zich in deze
huizen naar binnen waagt, gelooft zün oogen
niet en begrijpt niet, dat er in de Lichtstad
dergelüke woningen zün geduld tot heden toe.
Woningen te een misleidend woord, cloaken
ware beter. Er zün hier aan het eind van
scheefgetrokken trappen zonder leuning kamer
tjes, waarvan de deuren tot brandhout ver
stookt werden, en waar arme drommels in de
meest walglijke vervuiling tezamen leven. De
stank te er onbeschrüfelük. Het volkje, dat
hier op de een of andere wüze zün leven rekt,
bestaat grootendeels uit zoogenaamde Clo
chards, het trieste menschenalag, dat leeft
van den afval van anderen. Hier zün de
„hotels,” die enkele sous per nacht kosten, en
daarvoor een naakten reep plankenvloer bie
den, rük voorzien van ongedierte en vuil. Wat
men te verwachten heeft van de stakkers, die
hier hun leven of tenminste een groot deel
AT T U A °P dit blad zUn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 - b« levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 7^0 bü een ongeval met 17 OEJA
/Al sl Ti /A rit JI W I W r« o ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen VPKJa" verlies van belde armen, belde beenen of beide'oogen Uv«“ doodelüken afloop é&OVFe"
Een commissie, waarvan Lord Wright voor
zitter te. Jieeft bü den Minister van Btnnra-
landsche Zaken rapport uitgebracht over het
onderzoek, dat zü Ingesteld heeft naar al wat
verband houdt met het ambt van „Coroner".
Verschillende hervormingen worden voorge
steld, maar de commissie te toch tot de con
clusie gekomen dat de Coroners in geen geval
„afgeschaft” mogen worden.
En hiermede stemt de overgroote meerder
heid van het Engelsche volk waarschünlük in.
Het ambt van Coroner is reeds zeer oud; bet
werd ingesteld In HM, toen den rechters op
gedragen werd ervoor te zorgen dat in ieder
graafschap drie ridders en een griffier benoemd
werden, die zouden hebben te waken over de
nakoming van de door de Kroon gegeven be
loften. Naar de Kroon werden zü dus „coro-
naril" genoemd, waarvan „coroners” een niet
al te slechte verbastering te, ofschoon men ook
bet woord „crowners" zou kunnen gebruiken.
Tot de uitvaardiging van de Magna Charta
toe waren de coronarii zeer voorname en machti
ge leden der magistratuur; daarna werden hun
bevoegdheden zeer aanmerkelUk beperkt, maar
zü bleven toch wat zü steeds geweest waren,
en ook heden nog zün: de overheden die een
openbaar onderzoek moeten instellen naar da
oorzaak van eiken onnatuurlüken dood.
Nog in 1887 zün de bevoegdheden der
Coroners gekortwiekt, en het te waar
schünlük. dat zü. in verbemd met bet thans
uitgebrachte rapport, opnieuw zullen worden
beknopt, opdat deze overheidspersonen voortaan
uitsluitend een onderzoekende functie zullen
hebben, en niet meer zekere rechterlüke be
voegdheden uitoefenen.
Coroners en de juries, waarmee zü zitting
houden, behooren tot de. waarborgen van de
vrüheden en rechten van het Engelsche volk.
Zü waren dit in de dertiende eeuw; zü aün
het heden nog. In landen waar een tiranniek
bewind heerscht, is het vaak in bet belang der
regeerders, moorden in den doofpot te stóppen.,
Zü stellen het dan voor alsof zelfmoord ge
pleegd is. Zoolang er In Engeland zelfstan
dige en onafhankelüke Coroners zün. die naar
eiken onnatuurlüken dood een onderzoek in
stellen te dit onmogelük.
Roger stelde zich in de stilte die hierop
volgde voor, wat dan zün leven sou zün.
s Morgens met den auto naar de stad, na een
stevig ontbüt uren in een rük ra duur gemeu
bileerd kantoor, met dubbele ramen, die het
lawaai van de straat buiten sloten, maar tegelük
de frtssche lucht, als je tenminste nog fan
frissche lucht kon spreken tusachen die vuile
stadsgeuren.
Tellen en rekenen en lange stukken ^nawien
en orders uitgeven en brieven dlcteeren, dan
gaan lunchen, een zware maaltüd, met andere
geld-schrapende heeren. Als hü dan even tüd
zou vinden om met de hoogste snelheid waartoe
zün auto in staat was, naar Beckford te rennen,
dan zou hü daar alles in het honderd vinden,
knechts die niet wisten wat te doen, verwaar-
loozing. ergernis.
Hoe kon hü Beckford besturen In zün vrijén
tüd. Zün hart ging uit naar Beckfbrd. Terwijl
hü op Hawkhurst zat. verlangde zün hart naar
zün akkers en weilanden, naar het beuken-
woud en de gele korenvelden, de velden, die
hü had helpen zaaien en die hü zou maaien en
oogsten.
.Je kunt Beckford voor de aardigheid aan
houden." zei 8am, die Roger’s zwügra voor
toestemming aanzag. .Je zult geld In overvloed
hebben en je zult naar hartelust kunnen ver
anderen en verbeteren
heb je er misschien spüt van. Je kunt nu wel
zeggen, dat Je het buitenleven heerlük vindt,
maar je weet toch wel, dat Je rüet heelemaal
in de schoenen van je grootvader past. Je moet
met je tüd mee en daar ben je al mee be
gonnen."
Zü sprak
schitterden..
„JU kunt ‘niet meer het leven leiden van een
gewonen daglooner en daar komt het toch op
neer. Je zult geen tüd hebben om era boek
open te doen, je zult je nooit met de wereld
kunnen bemoeien, omdat er altüd iets te doen
is. hooien of maaien, of zaaien, of zooiets. Je
wordt duf en klein en ik voel, dat ik dat niet
zal kunnen verdragen.”
„Wel, wat kan jou dat schelen, Betty?" vroeg
Roger verbaasd over haar heftigheid.
Betty stond haastig op.
„Ik zal het voor Jöu niet kunnen verdragen."
probeerde zü uit te leggen. „Ik zou het vreeee-
lük vinden, ata Dick zich zoo levend moest
begraven.”
„Wat draaf Je door,” riep Roger uit. „Dat
ben ik ook heelemaal niet van plan. Maar ik
wil me op de boerderij toeleggen. Ik heb aller
lei plannen. Ik droom er van om het land terug
te koopen. Ik zou van Beckford weer willen
maken, wat het vroeger was. Ik ben jong en
sterk. Mün leven ligt voor me. Waarom zou ik
er niet komen?"
„O. goed.” zei Betty gepikeerd.
„Gaan jullie Je niet verkleeden?” vroeg mün-
heer Hornock in de open deur.
Hü droeg ook nog de zwarte kJeeren van dg
Ladey Anna was füngevoelig genoeg omniette
veel te vragen, maar hü voelde dankbaar mee
leven. En kort voor het eten, kwam Betty bü
hem toen hü alleen in de rookkamer zat en
hü zag, dat haar oogen vol tranen stonden.
„Het spüt me zoo voor Je, Roger," zeide zü-
„Goed hoor," antwoordde Roger op school
jonge nsmanier.
Betty zei niets meer, maar knielde op het
haardkleedje neer en begon den hond te
Plagen en te streelen. Maar Roger zag. dat
haar oogwimpers nog glinsterden van tranen
en dat haar borst onrustig op en neer ging,
wenschte, dat hü een beetje vriendelüker
»as geweest.
Betty,” zei hü eensklaps, ,roo bedoel ik
het niet.”
••Dat weet ik wel," fluisterde Betty. „Ik had
ie niet lastig moeten vallen.” Maar zü keek
ham niet aan.
Jk sta nu heelemaal alleen op de wereld.”
•hig hü voort. .Dat geeft mü een raar gevoel.'
aBeteekenra wj| dan niets?" vroeg Betty.