I
H
Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden
WUl
H
op
nn
t
Azië, het meest
onzen tijd
van
HET LICHTEN DER ZEE
LIEFDE
EN EER
□OOR M. E. FRANCIS
fek'
I
t
i Het hellend
vlak I
EK
1E-
«U
GEWELDIG GEVAAR
DREIGT
r
AR
^Het blanke rag voert een struis
vogelpolitiek, steekt den kop in
het zand, om niets te zien"
„Wij zijn de meesters
van morgen**
Dan vlogen rijn gedachten naar Hawkhurst
ATT T? A O/^XTATE* °p dit blad zyn Ingevolge de'verzekeringzvoorwaarden tegen p 7^0 levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door p 7^0 Mn ongeval met p OtXD
I .F*, rSt. JlNJ I w r, o ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen OVe verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen A^VFe doodeiyken afloop fcévWe
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN ÜITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
ZATERDAG 22 FEBRUARI 1936
'1
W
ir'
•ff
V
O
om niets te zien.
notaris.
en
op dit blad kjjn Ingevolge de- veraekerlngsvoorwaarden tegen
Kto
nbt
ook nog ren boel nieuwe," riep
een
een
deze
voorko
ok was voor de eerste maal dat Steven
Weven aan rijn rijken oom om geld
vroeg. Duizend gulden.
or-
ikt.
L
r
af en die lange
i bU de slaap-
Maar de deur ging open en Tuimeltje, die niet op een overval
voorbereid was, kwam in zUn angst midden in den soepketel
terecht.- Toen hy op de been geholpen werd, ontdekte hij dat
het kikker Karel was. die hem was Kaan zoeken. Vlug raapten
se de went en kluifjes on en deden die weer in de pan. waarna
ze verdwenen, bang als ae waren door den opperkok gezien te
worden.
door
i of
■de
ia
van
•M.)
van
niet
roo-
•tamboom
•ehaamte
Om kwart voor elf, nadat oom Henry bijna
een uur lang te kampen had gehad met een
ditmaal ernstige benauwdheid, was hy uit het
bed gekropen en had verademing gezocht in
het prieel van zijn tuin.
Een klein uur later gevoelde hy zich wat be
ter en besloot rijn slaapkamer wederom op
te zoeken.
Toen hU de serredeur geopend had en in huis
trad, bemerkte hjj een sterke gaslucht Hij liep
terug en riep om hulp bij de buren. Men draai
de de hoofdkraan dicht en opende alle vensters.
In de slaapkamer vond men Steven Wevers.,
het was nog niet te laat
Wat moest Tuimeltje beginnen? Hij raapte al de zeep op en
stopte ri)n zakken vol. Toen slenterde hij naar de keuken, waar
hjj een grooten soepketel zag staan, gevuld met groenten en
vleeech. „Als ik de seep daar eens Ingooide", zeide hjj tot zich
zelf, „dan was ik er meteen Vanaf”, en sender zich verder te
bedenken stopte hjj al de stukken zeep in den pot. Tuimeltje
vond het een reuze uitkomst
den
ot
den
Igd.
yk-
g«l
nr.
Mn
tea
San
van
ge
had
Daar lagen ze nu met zijn allen op den grond. Hun hoofden,
armen en beenen deden erge pijn. En het ergste was nog, dat
de huishoudster hen gezien had. ,4U moet het maar opknappen”,
zelden se tegen Tuimeltje en zoo vlug mogeiyk deden ze de
blokjes zeep onder hun schoenen vandaan en liepen toen
hard weg.
v
y
bij verlies van een hand,
een voet of een oog
vorm van Vdeurwaarders-exploiten en eere-
schulden aangenomen hadden....
Mag
ter
iep
P
Om elf uur verhief Steven zich van zijn stoel
aan de speeltafel van rijn dub'en zei in een
restaurant iets te gaan eten. Na een half uur
zou hl) terugkomen.
Om vjjf over elf stond hjj in den kelder van
oom Henry's woning en draalde de hoofdlei
ding van de gaskraan dicht.
Dan liep hy geruischlooa naar boven en luis
terde gespannen aan de deur van de slaap
kamer. Niet het geringste geluid was waarneem
baar. Oom Henry sliep dus. Op den tast sloop
Steven nu terug naar den kelder en opende de
gaskraan. Daar wachtte hjj volle tien minuten.
Toen liep hy naar de keuken, bond zich een
natten doek voor neus en mond en schuifelde
weer naar de slaapkamer. Hjj opende de deur
en vond na eenlg zoeken over een stoelleuning
het colbert, waarin de portefeuille van oom
Henry. Hi) nam de geteekende kwitantie er uit
en stak die by zich. Steven was erop bedacht
geweest dat die kwitantie immers een aanwij
zing tegen hem zou kunnen zyn. Steven was
op Alles bedacht geweest.
Het werk was nu voor Steven Wevers ge
daan. HU kon nu gaan. Doch er was een drang
in hem, sterker dan zijn wil, die zUn schreden
richtte naar het bed van zijn oom. Den doek
vast tegen neus en mond aandrukkend, schui
felde hy naar het bed. Hy bevoelde voorzich
tig de lakens en dekens, het hoofdkussen....
niemand.... niets....
In rijn verbazing vergat hy een oogenblik het
doel van zijn komst. Steven Wevers boog zich,
greep, graaide met beide handen tuschen bet
beddegoed, woelde onder de dekens. De doek
gleed omlaag. De kracht van Steven's armen
verlamdeDAn verloor hy het bewustzyn en
viel bezinningloos op het bed van zyn oom.
Het was de eerste maal, dat Steven Wevers
aan zyn rijken oom Henry om geld vroeg.
Duizend gulden.
En omdat bet de eerste maal was, maakte
oom Henry geen bezwaar, doch liet neef Steven
een kwitantie teekenen. Zooals dat dan ook
behoort.
En hiermede was de zaak gedaan.
Had oom Henry, instede van onmiddeliyk
daarop een breedvoerige uiteenzetting te be
ginnen over de eerste verschijnselen van nier
steenvorming, zyn
neef om een ver
klaring van zyn
gvld-tekort
vraagd, en
Steven dan eer
lijk opgebiecht en
na een ernstige
vermaning het spel voorgoed den rug toege
keerd wellicht was er in werkelijkheid de
zaak mee gedaan geweest.
Nu echter stak Steven met een luchtig ge
baar het bankbiljet in zyn portefeuille, borg
deze in zyn binnenzak, luisterde vol aandacht
naar oom Henry's citaat uit de medische en
cyclopedie en antwoordde op de onvermydelyke
jammerklacht van den goedigen erfoom:
Kom. kom. oompje, niet zoo somber.
zyn zoon van de deur had weggejaagd.
HU ging dien dag naar den Noord-Heuvel,
al lag zyn werk niet in die richting en keek
-K0k eens hier.'' fluisterde ze, „dit lag in het' naar het prachtige stuk land, dat uit de banden
van de Becks was geraakt.
„Ik zal het wel terugkrUgen over een poosje,"
dacht hy, maar toen hy weer naar huis liep,
wist hy nog geen middel om het weer in handen
te krUgen.
„Over een poosje,” zei hy. Maar al was hU
koortsachtig werkzaam in de eene richting, op
ander gebied bleef hy werkeloos.
Hy had tegen Betty gezegd, dat hy nog wat
wachten wilde met trouwen. En over een poosje
zou de romantiek ook in zyn leven wel haar
Intrede doen. Ondertusschen nam zyn werk hem
meer en meer in beslag. Zooals hU ook tegen
Betty had gezegd, hU hield van het boeren
werk. HU vond het heeriyk om den nieuwen
dag tegemoet te gaan, vol levenslust en kracht,
Molly te hooren zingen onder het melken en
Tom fluitend, met rinkelend tuig, de paarden
te hooren Inspannen. En soms keek hy naar
zijn vereelte handen en verbaasde zich er over,
dat zyn lompe voeten dezelfde waren, die met
Betty hadden gedanst.
Steven Wevers was acht-en-twintig Jaar oud.
Zjjn oom Henry was een alleenstaand man.
zeer goed gesitueerd, leefde hoogst eenvoudig.
hield er ouderwetsche begrippen op na en had
slechts één kwaal.
Die eene kwaal was felteiyk niets anders dan
een onafgebroken reeks van allerlei kleine
kwaaltjes, die voer het grootste gedeelte slechts
in zijn verbeelding bestonden. Nu eens was het
asthma, dat hem slapelooze nachten bezorgde,
dan weer aderverkalking, darmverstopping of
verschillende soorten lever- en galziekten, die
hem het leven ondraaglyk maakten en die hem
meer dan eens de klaaglyke verzuchting ont
lokten: Och. was bet nu toch maar met me
gedaan I
In werkelijkheid echter mankeerde oom
Henry niets anders dan dat hy op negen-en-
zestigjarigen leeftijd nog zoo gezond als een
viach was. daarby niets te doen en niets te
laten had en met zyn leegen tyd geen raad
wist. Hoogstens leed hy als gevolg van levens
lange zorgeloosheid aan wat de Engelschman
het .spleen" noemt, en zyn eenlge bezigheid
bestond in het naslaan en bestudeeren van de
medische encyclopedie, waarin hy tevergeefs
oorzaak en genezing van zyn Ingebeelde kwa
len trachtte te vinden.
Steven Wevers was de eenlge die reeds jaren
lang met eindeloos geduld de ongemotiveerde
jammerklachten van oom Henry met een ge
willig oor opving
En op de telkens weer terugkeerende ver
zuchting van oom Henry„of het nu toch maar
gedaan eras-” was neef Steven's stereotiepe, be
moedigend antwoord steeds weer
Kom. kom, oompje, niet zoo somber.
Het laat zich raden, dat neef Steven de toe
komstige erfgenaam van oom Henry was. Even
eens is het begrijpelijk. dat neef Steven, ge-
ruggesteund door wat hy zUn .achterdeurtje"
placht te noemen, zich weinig zorg over rijn
toekomst maakte Een gevolg van dit achter
deurtje was tevens, dat Steven Wevers, even
eens vrijgezel, rijn carrière grootendeels ver
waarloosd had en dat „wdricen" een begrip was.
dat in zyn kraam niet te pas kwam.
Erger was. dat neef Steven rich in den loop
der jaren van een weliswaar weinig arbeid
zaam. doch niettemin zich fatsoenlUk gedra
gend heertje in den aanvang tot een matig,
doch allengs tot een verwoed, hartatochteiyk
speler ontwikkeld had. waarvan de gevolgen
niet alleen in onbetaalde kleermakersrekenin
gen en achterstallige huurbetalingen kenbaar
werden, doch die inmiddels den dreigenden
bureau van je oma. Ik was het aan 't schoon
maken, nam alle papieren er uit, stofte ze af en
[®tde «e dan weer terug. Maar dit 1» de stam
boom, ik moest er even naar kUken. En kUk
*ns hier."
Zy wees met een bevenden vinger naar een
®»*m, heel laag op de rol, die uitgekrast was.
-Daar is een naam dogrgehaald, precies daar
boven is Jacob Beck, die de vader was van
Willem. En hier is de tak van je oma en daar is
teen Willem, zy hebben zyn naam doorge
haald."
Roger rolde zwygend het perkament weer op
.Je moest mV de sleutels maar geven, nicht
•ene en niet verder aan die papieren ritten.
I* zal ae wel eens doorzién.”
__Hy ging naar de voorkamer en sloot den
weg, met gloeiende wangen, vol
en ontevredenheid. Dat een stuk
het goed opgeofferd was en dat zUn lieve
Wootouders hun leven lang armoede en z waren
“beid hadden gekend, was erg genoeg, maar
*“t een Beck rich zoo had kunnen verlagen.
la 4<-«„ eeB volko
men onschuldig boek,
maar *t moet me tóeh
hartkloppingen kunnen
veroorzaken, dun van
utterly k maar véél pagi
na’s, interessant voor
m’n kinderen, m’n va
der en mUn grootvader.
En geen overtogen
woord er in.
Mag ik a dan een
Spoorboekje aanbevo
len. mevrouw?
(D 420).
passend," ging zy peinzend verder. ..niet al te
dure gordynen, een simpele kleur, oranje bU
voorbeeld
„Zou dat niet een beetje te opzichtig zyn?”
aarzelde Roger.
„O, JU puritein," lachte Lady Anna. ..Nou,
dan groen, een fyne, zachte tint groen. Don sou
het een schitterende kamer zyn. Met nieuwe
kussens in de vensterbanken en wat van dat
porcelein dat zoo op elkaar gegroept staat in dat
kastje op den schoorsteen. O, Roger, en dan
moet die stolp nog weg van die klok."
„We moeten wel een sto’p hebben," legde nicht
Jane uit. „anders gaat de klok misschien kapot
Lady Anna keek haar aarzelend aan en zei
by zichzelf, dat ook nicht Jane opgeruimd moest
worden, vóór het huis van Roger aesthctisch
volmaakt sou zyn.
.De trap is prachtig zooals ze is. En als je
nieuwe gebloemde gordynen hebt voor de
slsapkamers en van die kleine kamer aan het
etnd van de gang een eetkamertje maakt, dan
heb je een allerliefst huls. Roger.”
Reger glimlachte weer, en sei niets, maar,
toen zUn oogen een beetje later die van Betty
ontmoetten, voelde hy hoe zy begreep, dat het
huis zóó als het was, voor hem iets heiligs be-
teekende en dat haar moeder dat niet had
kunnen vatten.
Toen Lady Anna zich later met nicht Jane,
die sU als type interessant vond, onderhield, zou
Roger Betty de tuinen en de verwaarloosde
omgeving laten zien.
Maar eerst gingen zy naar een klein
en ieder volk heeft een natuuriyk recht om zUn
Uchameiyke en geesteiyke krachten te ontwik
kelen. In Azië slaan de vlammen uit den grond
op, die heel de wereld in brandenden gloed kun
nen zetten.
China heeft zich eeuwenlang met groote
angstvalligheid verweerd tegen vreemde invloe
den. De Chlneesche Muur is daarvoor het zin
nebeeld. Het contact van Europa met China
staat schande genoeg tn het teeken van
den opiumoorlog. China zou zich wel tegen den
invoer van opium en maanzaad willen veraet-
ten, maar dan zouden de Engelsche kapitalis
ten hun geldbronnen die thans rijkeiyk vloeien
zien drooggelegd.'
Zal een volk van 480 mlllioen zielen rich
steeds door Europa laten dwingen? Hoe zal de
toestand morgen zUn? Thans telt het blanke
ras in Europa 220 mlllioen zielen. Volgens sta
tistische berekeningen zal het gekleurde ras na
verloop van twee menschengeslachten geen 480
miUioen zielen tellen, maar bUna 1000 mulioen.
terwijl het aantal Indiërs van 300 mlllioen tot
660 mlllioen gestegel» zal zyn, en het aantal
negers van 220 mlllioen tot 440 mlllioen rel zyn
vermeerderd.
Wat dan? In het Verre Oosten dreigt
geweldig gevaar en het blanke ras voert
struisvogelpolitiek, steekt den kop in het mmd
aanbreng, het l%og zoo kort geleden sinds oma
stierf.”
„Wat ben je tochi een gekke vent.” riep
Betty tusschen huilen en lachen. .En onder
tusschen eten jU en nicht Jane in de keuken.
Heb je nog niets met haar afgesproken over een
gesticht?"
„Neen." zei Roger. „Zy zorgt nu heel goed
voor mU. Ook daarom verander ik niets, dat
brengt haar maar van de wjjs. Ik denk, dat ik
ntets, doe, voofdat hier een jonge meesteles
komt.”
„Dat is allemaal goed en wel.” zei Bëtty
nuchter, ..maar je zult je vrouw toch het hot
moeten maken. En dan zal ze willen zien, hoe
je woont. En je moet een, dame trouwen,
Roger,” ging zy ernstiger voort. .Moeder zei. dat
Lady Beek een echte dame was. al sprak zy
plat.”
.Dat was zy," zei Roger zacht. „En ik zou
niet graag iemand in haar plaats stellen, die
haars gelijke niet was."
Het was die eenvoudige ernst van hem. dien
Betty zoo heeriyk vond en welke haar trof
als iets moois.
.«Uk eens hier, Roger,** ging zy rustig verder,
„als je eet in de keuken en ntets aan bet huls
laat doen, zou je een verkeerden indruk kun
nen wekken.”
Roger overdacht dat even.
„Oma heeft me vyt honderd pond nage
laten om het huls te laten opknappen Zou het
zooveel kosten, a's we het lieten doen, zooals
Lady Anna het voorslelde?"
Het-
glim-
wormen en vele andere kevers, zooals de vuur-
dragers uit tropisch Amerika. Deze laatste zen
den zoowel blauwgroen als oranje licht uit.
Enkele natuurkundige gegevens over het uit
gestraalde licht dienen hier ook te worden ver
meld. Wy wezen er reeds op dat de kleur
meestal geel, groen, blauw of violet is; het zyn
dus vooral kortgolvige straten. De sterkte is
slechts gering; bU den Cucujokever bedraagt
deze 0.045 Lumen per vierkanten centimeter by
een temperatuur van 20 Celsius. Er is vrijwel
géén warmte-ontwlkkellng; het nuttig effect
bedraagt 8092 pet. der by de oxydatle vrijko
mende energie. Dit wyst op een zeer voordee-
lige omzetting van chemische energie in llcht-
energie zooals die door de techniek by lange na
niet bereikt wordt. Een gloeilamp heeft slechts
een rendement van ongeveer 4 pet!
De biologische beteekenis der lichtorganen
.zal wel in hoofdzaak hierin bestaan dat de
iren in een donkere omgeving elkaar kunnen
herkeiyten, terwyi het lichtende slUm van
diepzeedieren, zooals reeds werd gezegd, ter af
schrikking van vyanden dient. BU planten,
inclusief de bacteriën die vry in de natuur voor
komen is het wel zeer moeiiyk om aan het
lichten een biologische beteekenis toe te ken
nen, zoodat men hier beter van een nevenver
schijnsel der stofwisseling kan spreken. M. B.
uit de diepzee. Zooals een gewone sepia uit de
Noordzee rich door het ultstooten van een don
kere wolk, dus door een soort .rookgordyn". aan
het oog der vervolgers onttrekt, doen de ge
noemde diepzeedieren dit door het ultstooten
van een lichtende wolk die den achtervolger
verblindt.
BU andere kreeften en Inktvisschen uit de
diepzee, evenals by vele visschen uit dezelfde
omgeving, vindt men echte lichtorganen. Deze
geiyken door hun bouw op een oog; zy dienen
echter uit den aard der zaak niet om licht op
te vangen, maar om het uit te straten. De licht
gevende cellen liggen voor een reflecteerende
laag die het meest naar binnen wordt gevon
den; vaak is ook een lens aanwezig die het licht
in een broeden bundel naar bulten werpt. De
lichtorganen kunnen worden verdonkerd i
tusschenschuiven van een plgmentgordUn
doordat het geheel opzy Wordt gedraald.
De prachtigste kleuren worden door i
lichtorganen uitgestraald. De meest
mende kleuren zyn geel, groen, blauw of violet.
De lichtgevende organen zyn vaak gesteeld,
waardoor zy nog meer het uiteriyk van een
lantaarn verkrygen. Vooral dlepzeevisschen
krUgen daardoor vaak een fantastisch aanzien.
In de laatstgenoemde gevallen biyft de licht
gevende stof, binnen het dier. Meestal wordt zy
afgescheiden door de boven reeds vermelde
bacteriën die met het dier samenleven,
zelfde geldt voor de lichtorganen van
die opgestapeld stonden tegen den muur.
,J3at zyn mUn boeken uit Oxford." sei hU.
,Jk heb nog geen tyd gehad om re uit te pok
ken."
„En er zyn
Betty.
.Daar zul je ntets om geven.” veronderstelde
hy. .Dot gaat allemaal over landbouwkundige
onderwerpen. Maar troost je, die zet ik oo een
plank apart. Over een poosje maak ik van dit
kamertje een studeerhokje. Ik wil van den
winter veel lezen Ik vind het gek. om een
kamer open te houden alleen om er In te eten.
Nicht Jane en ik eten altijd in de keuken."
Hy ging haar voor het huis uit. De rozen
bloeiden weelderig, maar waren niet fUn ge
snoeid. Jane had hier en daar plekjes reseda
gezaaid en de lavendel geurde Groote bossen
phlox vochten om plaats met winde en distels
en de bessen zaten vol vruchten, al waren re
nog niet rUp. Het geheel was rijk aan kleur,
sprak van overvloed, maar ook van verwaar-
loozing.
„Ik vind dit een heeriyk hulst” riep Betty.
.En wak een talige ouderwetsche dingen. Het
kon met een beetje kosten qn moeite volmaakt
worden."
„Ik ben biy, dat je dat segt." antwoordde
Roger ,Jk aai Jullie om advies vragen, als ik
het ga opknappen. Ik geloof niet, dat Ik alles
kan onthouden, wat Lady Anna gezegd heeft.”
„Wacht je, met het op te knappen tot je
trouwt?” vroeg het meisje na een korte stilte.
.Dat weet ik nog niet.” antwoo-ddr hit
v t oor de Volksuniversiteit in Weenen hield
\I Prol. Dr. Pater Thaeren S.V.D. een lezing
v over de politieke, economische en gods
dienstige verhoudingen in het Verre Oosten,
waar de geleerde spreker zelf jarenlang ver
toefde en groote reizen maakte.
Deze inleiding, die op de toehoorders een
diepen indruk maakte geven wy hier in be-
knopten vorm weer.
Azië vormt het meest brandende probleem
van onzen tyd. De volken in Europa hebben in
de laatste 100 jaar steeds in de overtuiging ge
leefd, dat zy alleen de heeren der schepping
zyn, en dat de rest van de wereld voor hen als
bet ware niet bestaat. Op* de Middelbare Scho
ten wordt de voornaamste aandacht geconcen
treerd op de geschiedenis van Europa, maar
wat er zich in den loop der honderden en dui
zenden Jaren in het Verre Oosten heeft afge-
romien terrein ge-
e Oosten spelen zich
beslissend zyn voor
heeft biykbaar nog
1 een
ge-
dat rijn naam van den stamboom verwijderd
moest worden, dat was onvergeefiyk. Oma had
van den donkeren vreemdeling gezegd, dat het
baar eigen vleesch en bloed was, dat zou dan
de zoon van Willem hebben moeten zyn. HU
had gezegd, dat zyn vader dood was. Het was
maar goed, want hy had oneer over de familie
gebracht, maar het was nog beter, dat oma
De duizend gulden verdween als sneeuw in
de zon
Een tweede maal dorst Steven niet vragen.
Oom Henry zou nu tekst en uitleg verlangen.
Oom Henry zou nu ongetwyfeld informaties
doen nemen omtrent de levenswyze van Steven
Wevers, zyn eenlgen erfgenaamEn de "gevol
gen waren niet te overzien.
En de korte weg van de lichtzinnigheid naar
de misdaad vereischt slechts weinige stappen..
Toen zocht Steven Wevers naar een uitweg.
Die uitweg leek hem zoo glad en zoo effen,
zoo voor de hand-liggend en vanzelfsprekend.
Ieder toch, die met oom Henry in fanraking
kwam, het personeel, de dokter,
zy allen hadden immers herhaaldelyk zyn
jammerklachten en onophoudelyke verzuchting
gehoord:
Och, was het toch maar met me gedaan!
Wat tag. nu meer voor de hand dan dat oom
Henry door een samenloop van omstandigheden
een mengsel van onachtzaamheid en levens
moeheid zelf zyn eigen woorden en wenschen
tot waarheid ging maken?
En de korte weg van het plan tot de uitvoe
ring vereischte slechts enkele stappen....
Oom Henry ging lederen avond om negen
uur naar bed.
Hy leefde sober en hield er ouderwetsche
begrippen op na. ZUn woning was ntet voorzien
van modern comfort, van badkamers, radio
of electriciteit. Zóó als zUn vader geleefd
was het hem meer dan voldoende.
In zyn slaapkamer brandde een gaslamp, den
geheeten nacht door. De ramen bleven geslo
ten, den geheelen nacht door. Een en ander
ter vermijding van tocht en tot gemak by het
zoeken naar medlcUnfleschjes by tnogelUk in
den nacht zich voordoende kwalen.
et vermogen om licht uit te stralen is een
der merkwaardigste verschynselen uit
de planten- en dierenwereld. In ons tand
zyn de bedoelde verschynselen niet zoo alge
meen als byvoorbeeld in Zuid-Amerika, waar
onder andere vele soorten glimwormen worden
gevondeó. Verder vindt men vele lichtgevende
dieren in de diepzee; uit den aard der zaak laten
deze zich in hun omgeving moeiiyk bestudee
ren. wy komen hieronder op de diepzeefauna
terug, en zullen eerst de bekendste verschyn
selen uit eigen omgeving bespreken.
Het meest imposante daarvan is wel het
lichten der zee, dat vele lezers op een mooien
zomeravond wel eens zullen hebben waargeno
men. Men ziet dan hoe elke beroering in het
water een zachten, blauwachtigen glans aan de
oppervlakte doet optreden. Dit levert een
schouwspel op waarvan men de bekooriykheid
niet licht vergeet. In verband met het boven
staande laat het zich begrijpen dat het lichten
vooral waar te nemen is daar, waar de golven
uitrollen over het strand, of wanneer het plas
sen der riemen van een roeiboot de oppervlakte
beweegt. Ook ziet men duideiyk de voetstappen
oplichten van wandelaars die dicht langs de
wateriyn loopen.
Verschillende organismen werken er aan mee
om dit verschynsel te doen ontstaan. Het be
kendste is wel de zeevonk (Noctlluca mlllaris),
een eencellig dier dat met een enkel zweephaar
in het water rondzwemt. Onder het microscoop
kan men waarnemen dat de geheele cel met
fUne lichtende puntjes is bezet. Aangezien de
dieren elk ongeveer een millimeter groot zyn,
kan men bU goed toezien elke zeevonk als een
lichtend puntje onderscheiden.
Andere organismen die by het lichten der
zee een rol spelen zyn bacteriën, die aan de
oppervlakte een phosphorachtig licht doen ont
staan. Verder spelen groene algen daarby
meestal ook een rol. Ook by deze organis
men is het lichten vooral waar te nemen als de
oppervlakte van het water in beroering wordt
gebracht
Men kan zich afvragen hoe dit laatste ver
schynsel te verklaren is. Het wordt begrypelyk
als men let op de chemische processen die het
lichten doen ontstaan. In de lichtgevende cel
len is een stof aanwezig, de luclferine, welke
zich met zuurstof verbinden kan; by deze oxy
datle wordt licht ultgeaonden. Aangezien nu
het water aan de oppervlakte der zee de meeste
zuurstof bevat, en er nog weer nieuwe zuurstof
wordt toegevoerd als het in beroering komt,
laat zich gemakkeiyk begrUpen dat het lichten
vooral op de beschreven wijze optreedt.
Dese bacteriën zyn het ook die met zeevlsch
het tand blnnendrlngen en op allerlei voedsel-
resten in de keuken worden gevonden. Vlsch-
graten, beenderen, worst, vleesch en aardappels
ziet men soms des avonds een blauwgroen licht
uitstralen. Het best gedUen deze bacteriën in
een omgeving met een zeker zoutgehalte; van
daar dat gezouten voedingsstoffen het lichten
het sterkst vertoonen.
Men kan ze ook kweeken In voedlngsoplofe-
slngen van bepaalde samenstelling, zooals
vlschbouillon; deze moet dan echter steeds en
kele procenten keukenzout bevatten. Schudt
men een kolf met zulk een bacteriëncultuur,
dan ziet men dadeiyk in het donker het lich
ten optreden. Men kan vlak by dit licht de
krant lezen of op het horloge zien; zelfs groeien
Jriemplantjes met de toppen naar den bouil
lon toe.
Deze bacteriesoort groeit het best by lagere
temperaturen; zelfs In ys kan zy nog licht
geven. Andere soorten uit de tropen verlangen
hoogere temperaturen. In zoetwater ontbreken
lichtgevende bacteriën, evenals op het land.
Het oplichten van rottende boomstronken,
waardoor zooveel spookverhalen in de wereld
zyn gekomen, wordt veroorzaakt door padden-
stoel-mycelia. Hieronder verstaat men het net
werk van bleekgrijze draden, dat de eigeniyke
plant vormt der paddenstoelsoorten, terwyi de
hoed dient tot vorming en verbreiding der
sporen. In ons tand is het vooral de honing-
zwam waaryan het mycelium aan rottend hout
een lichtglans kan verleenen. Op Java komt eêh
kleine paddenstoel voor waarvan de hoed des
nachts als een gloeilampje tusschen de bam
boestengels zyn licht uitstraalt.
Lichtgevende bacteriën spelen ook een rol by
het lichten van vele dieren, waarvan de lich
tende deelen dan d^ze bacteriën met zich mee
dragen. wy hebben dan hier te doen met een
geval van symbiose waarby de bacteriën leven
van voedingsstoffen uit het dier, en van hun
kant lichten veroorzaken dat in het leven van
den gastheer vaak een zekere beteekenta hoeft-
Het zou te ver voeren om hier ook maat een diei
beknopt overzicht te geven van de verschillende her
vormen der lichtgevende organen by dieren.
Wel wijzen wy er op dat by vele zeedieren een
lichtend slUm wordt gevormd, dat ultgestooten
wordt en aldus het dier met een lichtende laag
bedekt of zich als een lichtende wolk In het
Water verspreidt. Men vindt het laatste ver
schynsel vooral by Inktvisschen en kreeften
of Oxford en het schoot hem te binnen, dat
hy beloofd had, niet heelemaal te verboerschen.
Morgen zou hy die boeken eens uitpakken. Dan
zat hy Ineens recht; had hy Tom wel gezegd,
de bruin te laten beslaan? Het voorste User
zat los.
Toen Lady Anna en Betty eens per auto
kwamen kyken, nadat hy een maand of twee
op Beckford had gewoond, was hy er t'rotsch
op hun het huls, dat na nicht Jane's Uver dan
ook blonk en glansde, te laten zien, zy vonden
de oude en vreemde charme die er aan alle lang
gebruikte dingen kleeft, verrukkelUk. Nog nooit
hadden zy het zoo precies mogen zien, Lady
Beek hield niet van neuzen.
„We hebben de Slaapkamers nog nooit gezien
en al die leuke trapjes op en af
gangen door. Er is een kamertje
kamer om pruiken te poeieren en wat een heer-
lyke boogvensters,” riep Betty.
„Roger," zei Lady Anna, „wat kon je met een
beetje geld hier een schitterend huis van
maken.”
Roger lachte, maar rij ging ernstig voort:
.Dent, beste kerel, moet je die vreeeelllke
verf van dat eikenhout af laten krabben. En
dan die vloerzeilen laten opnemen, hier heb je
toch heusch geen zeil noodig."
.Dat weet ik nog niet,” peinsde Roger, „we
sjouwen er altyd maar in en uit met modder-
„Dan moet je leeren je voeten vegen," zei
Lady Anna. „Er ligt een prach*ige eiken vloer
onder. Als je dien laat aóvnen. dan een klein
Perzisch kleedje in het midden
speeld, is een haast onontgr
bleven. En toch in het Verre
gebeurtenissen af, die ook L
bet lot van Europa. Europa I
■iet begrepen dat de geheele menschheid
groote gemeenschap vormt, die naar een
meenschappeiyk doel streeft. Toen dr. Seipel
eens uit Genève terugkeerde, waar juist de toe
lating van Dultschland tot den Volkenbond be
sproken was. vertelde hy, hoe de afgevaardig
de van China opgestaan was en had uitgeroe
pen: „Hier Wordt alleen maar over Europa ge
sproken! Is Europa dan heel de wereld?” Uit
de verontwaardiging van dezen Chlneeschen
afgevaardigde sprak dezelfde geesk als uit de
woorden van een hooggeplaatst officier uit
Achter-Indië die verklaarde: „WU rijn de
meesters van morgen!" Het Verre Oosten staat
thans niet meer zoo ver van ons af: vyftien
luchtiynen hebben een snelle verbinding tot
stand gebracht, de radio dringt door over af
standen van duizenden kilometers, en toch, on
danks dat is er nog een groote klove tusschen
E»»opa en het Verre Oosten. Het woord van
dro onlangs overleden schrijver Kipling: „Oost
Is Oost, en West is West: beide zullen elkaar
nooit ontmoeten!" zal beslissend zyn voor het
Jot van Europa.
De Japanner blUft niet langer in zyn tuin
wandelen. De moderne techniek heeft daar
haar intrede gedaan. In 50 jaar tyd is het aan
tal fabrieken gestegen van 21 op 21.000, en meer
dan de helft van de Japansche bevolking is
door de industrie opgezogen. Waar vroeger
kleine huisjes stonden, zyn thans paleizen ver
rezen en rooken de fabrieksschoorsteenen. Het
station in Tokij alleen reeds geeft een overwel
digenden indruk van het moderne Japan. De
industrie van Japan is voor Europa noodlottig
geworden, want iedere schoorsteen die in Japan
verrijst, dooft tegelUkertyd een der fabrieksvu-
ren in Europa.
De Japansche textielindustrie heeft een heelen
ommekeer gebracht. Duizenden en duizenden
meisjes en vrouwen zyn van het platteland
naar de fabriek getrokken, en zitten daar in
lange rijen aan de weefgetouwen. Wetteiyke
regeling van den arbeidsduur, sociale verzekerin
gen voor de arbeiders, zUn begrippen, die daar
nog slechts op papier bestaan. De zuigelingen
worden mee naar de fabriek gebracht en het
stof der fabriek en het snorren der motoren
wordt als het ware hun dageiyksch voedsel.
Voor Japan is het een ramp, dat er van de
duizend meisjes, die door hun ouders aan die
fabrikanten worden uitgeleverd. 689 tubercu-
loos naar huls terugkeeren. En van deze 689
sterven er 370 alvorens hun dienstverband be
ëindigd is. De meisjes zyn in kazernes onder
gebracht, soms 550 in één gebouw en van dit
groote aantal meisjes zyn er slechts 35 die een
bed voor zich alleen hebben. De meesten sla
pen met tweeën of drieën, ja soms met achten
in één bed. Het zedeiyke peil is hier ontstellend
laag gezonken, en als men de statistieken hier
omtrent nagaat, dan heeft men in één oogop
slag gezien dat Japan dezen modernen geest
duur genoeg gekocht heeft.
Ofschoon het nationaal vermogen van Japan
door deze industrialisatie geweldig gestegen is
en Japan op de wereldmarxt een groote con
current geworden is, gaat toch het. spook der
werkloosheid rond over het eilandenrijk. Van
uit Wladiwostok is het wachtwoord uit Moskou
aan de Japansche arbeidersmassa doorgegeven.
De vlag met de Sovjetster wappert boven de
duizendkoppige menigte, die op 1 Mei haar
vuisten balt, bezield met een vurigen haat te
gen de kapitalistische Inrichting der maat-
■chappy.
In de laatste eeuwen is de bevolking van Ja
pan van 38 milliaen tbt 67 mlllioen zielen ge
stegen, en ieder jaar neemt de bevolking met
meer dan 1 mlllioen toe. Waar moet al dat
volk heen? Noord-Amerika heeft zUn grenzen
gesloten, de weg naar Zuid-Amerika is te duur
Mandsjoerye en China moeten door Japan bezet
worden, De aarde biedt plaats aan iedereen
Prins Carnaval houdt dezer dagen in vele steden zijn feestelijken intocht