Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden
L
'IKdwkfaaL aan den da$
B
Vreemde figuren
I
F 750.-
F 250.-
r
Willem de Zwijger
te Berlijn
H
er wel op.
AT .T ,F. ABONNÉ’S F 750.- verlies van belde armen, bel
r.
LIEFDE
EN EER
r>OOR M. E. FRANCIS
-'x-
I
DINSDAG 25 FEBRUARI 1936
ilm
nr
ma
rut
Zwervers door Parijs
n
Het meisje
van de ijsclub
Oud-cavalerie-officier
de eigenaar
N+E^NAA&FE-teKAAR
'4
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
t
andere belangrijke dln-
Alle
heer Lehrmann hier af, zonder te beoordeelen
IBM
•*r
(Bijzondere correepondentle uit Parijs)
H*n
UN
De weter-
:hte
IV.
aan ge-
SS
I
HOOFDSTUK XII
4
/jen particulier miniatuur-enueeum
bestaande uit één kamer, doch
de moeite waard te bezien
Telkens pruttelde Tuimeltje tegen en de poll Ue-agent had
de grootste moeite om hem naar het polltie-bureau te brengen.
Ben heele hoop straatbengels met geruite petjes op liep achter
hen aan en die hielden Tuimeltje voor den gek. Tuimeltje be
greep wei. dat hij erg gestraft sou worden en hij schaamde zich
zoo door de heele stad te worden rondgeleid.
-U-
Overal haalden ze centen op. Van alle kanten kwamen de
kikkers uit het raam hangen en er waren er bü, die lustig op
straat dansten. Kikker Karei, die langs de huizen ging met
zijn muts, zag cg> den hoek van de straat een poiltie-agent
aankomen en vlug liep hij naar Tuimeltje om hem te waar
schuwen. Voor hij echter bjj Tuimeltje was, kwam de agent
al op hen af.
gui
Cul
«eschiktheld tot werken door
tide beenen of belde oogen
reek
rge-
wed.
is.
rstel
i en
3
Maar Max, je hebt je sokken
houden II
Eerst heb ik 't zónder geprobeerd, Ar
thur maar het water was heuach te
koud!
Uitent hinderlijk ea vol ge
varen is het, wanneer meer
dan twee fletser* naast elkaar
rijden. (Op smalle wegen
en paden Is zeNi twee nog
te veel?
nad.
sdag
!r*a-
*na-
>Hjk
van
leek
on-
Hü werkte zich op tot hl) een eigen kleine
firma had en toen In 1907 een wereldcrisis uit
brak, die den parelhandel stillegde, kreeg Ro
senthal de geniale Idee, die zfjn levenslot be
sliste.
veel
isa-
5 50
het
voe-
.93*.
ring
vat.
aan
lee
kten
ge-
■ug-
ïen,
sche
ipa-
rige
den
ak-
I 4
oo-
per
ni-
iter
ook
ak-
M3.
!A.
m-
d«-
af-
rer
V*
M-
i n.
11.10.
.20-
.06—
.20—
ao-
05—
■i
Toen Netta Lindsey uit den tuin door de
openslaande deuren de studeerkamer binnen
tred. vond zü een forscben jongeman voor den
haard staan.
De andere kikkers vluchtten allemaal weg en Tuimeltje, die
nog niets in de gaten had, lachte hartelük tegen den agent.
.•Hé, wat slet U er leuk uit zei Tuimeltje tegen den agent,
maar dese vroeg norach om de muziekvergunnlng en toen hij
boorde, dat Tuimeltje er geen had. greep hü hem bij sün kraag
en daar'ging Tuimeltje met den agent mee....
bij verltee van een hand,
een voet of een oog
L
Betty, wat zeg je daar toch allemaal?"
ly Anna verschrikt uit.
ging Betty onverstoorbaar verder,
duizend pond.... dat wil zeggen, het
andersom, zjj brengt dat mee. Linda
zuster van de eerstgenoemde, grooter
forscher, geen kortademigheid of spatten,
Engeland bezat toentertijd het monopolie van
den parelhandel, maar kon door financleele
moeilijkheden geen credleten meer geven, en
elschte van de Indische en Arabische parel-
vlsschers in de Perzische zee de voorschotten
terug. Leonhard zocht en vond een Fransche
bank, die hem vertrouwde en met wiens hulp
hij In Perzlë de parels direct kocht en niet
zooals tot dan toe door Engelsche tusschenhan-
delaars. De inboorlingen wantrouwden hem wel
iswaar, maar ook hierop wist zijn slimme geest
iets te vinden. HU Het groote kisten met rijftlg-
centlmestukken komen. Toen die kisten ge
opend werden, geloofden de Inboorlingen, dat
Leonhard wel een Croesus moest zün en verlo
ren allen achterdocht.
Op deze wUze kreeg Rosenthal het monopolie
van den parelhandel en verzekerde het aan
Frankrijk. Geen enkele groote aankoop van
paarlen kan bulten hem om geschieden. HU is
genaturaliseerd, Ridder van het Legioen van
Eer, en eigenaar van groote stukken grond In
Parijs.
kwam en nu millloenen bezit!
Maar er sün nog meer groote onbekenden,
die wü kunnen ontmoeten in een reeks staats-
en stedelUke beambten, met welke de Parijsche
burgers over belasting- en andere aangelegen
heden onderhandelen. Zü weten niet, dat zU
soms voor bekende en heel dikwUls beroemde
dichters en schrijver* staan, dis, niet aeker van
erHJn bezit niet alleen een standbeeld van
len Vader des Vaderlands «waarmee de
serie der standbeelden der vijf eerste Ne-
derlandsche Oranjes In den „Lustgarten" wordt
geopend), maar het 1* ook een Willem de
ZwUger-Museum rijk. De dultsche hoofdstad is
groot en vele Nederlanders aldaar hebben het
standbeeld van den Vader des Vaderlands eerst
ontdekt, toen er ter gelegenheid van de plech
tige herdenking van den «Osten geboortedag
van Prins Willem kransen werden neergelegd en
de heele Nederlanctoche Kolonie zich voor het
standbeeld verzamelde. Het bestaan van een
Willem de ZwUger-Museum Is echter nagenoeg
allen onbekend. Zelfs het offlcleele BerHjnache
bureau voor vreemdelingenverkeer is van het
bestaan van dit museum niet op de hoogte.
Het Is een particulier museum, waar echter
alle ernstige belangstellenden welkom zUn Groot
is het niet bepaald. Het bevindt zich op den
Wlnterfeldtplatz, Goltzstrasse 27, in het hartje
van de stad. Het bestaat uit.één kamer.
Het te een miniatuur museum. Maar wat er te
zien is, Is de moeite waard, soo meldt men ons
uit Berlijn.
hU om twee uur nachts In de Seine sprang
om zUn hond te redden, ale In een ankerket
ting verward was geraakt. Verder, omdat hü
het opzienbarende nieuws verspreidde, elnde-
lük het document te hebben gevonden, waar
mee *Un recht op den Bosnlschen troon on
weerlegbaar bewezen werd. Het is in het LatUn
opgesteld en de Zuld-slavLche regeering moet
zooals Mlloch zegt, zeer verontrust *ün, daar
s *U een nieuwe staatsactie van haar onver-
zoenlUken tegenstander vreest. Groots gebeur
tenissen staan ons dus te wachten.
Men denkt ook niet direct aan millloenen en
avonturen als men een anderen heer, reeds op
leeftUd en kort van stuk, uit het portaal ziet
komen van een villa, die onder de o langs
het Parc Monceau niet bijzonder opvalt. En
toch is het Leonhard Rosenthal, de koning der
parels. Een goede veertig jaar geleden was hü
een kleine jongen in het Russische stadje, waar
zUn vader een winkel in aardewerk en porcelelii
had. Eens werd hu tUdens een hongersnood
door de regeering met het opkoopen van graan
belast. De jonge Leonhard toonde daarbij reeds
zUn ongewonen aanleg voor handelszaken.
Met weinig contanten k am hü later in
Parijs, werd verkooper In een porcelelnaaak,
commlsslonnair. antiquiteitenhandelaar en ten
ds Inkomsten van hun penne vruchten, als be
ambte hun bestaan trachten te verzekeren.
In bet Parüscfie stadhuis b.v. woonde Jean
Martet, de ook In Holland bekende auteur van
verschillende romans; in den verkiezingstijd
heeft hU vooral voor de oontröle van de stem
ming te zorgen. Op het ministerie van bulten-
landscbe zaken werkt nog steeds Jean CH-
raudoux, schrijver van den Polncaré-roman
„Bella" en van het drama „Siegfried" om
slechts eenlge van zün zeer bekende werken te
noemen. Vroeger leidde hü de Persafdeellng, nu
zit hu In een commissie, die zich bezighoudt
met de schulden van Turkije. De dichter Dérë-
me werkt op het Ministerie van Landbouw. En
dit zün nog maar eenlge voorbeelden uit de
lange reeks!
Het Ministerie van Blnnenlandsche Zaken
heeft reeds sedert de dagen van Stendhal, dte,
sooals bekend. Consul van Cltavecchla was
door een rijkdom van schrijvers uitgeblonken.
'Ook Paul Morand hoorde daartoe, vóór hü
met zUn boeken dat groote succes had.
Óp het Ministerie van Financiën werkte tot
onlangs de nu bekend geworden Paul Haurlgot.
Eens kreeg hü opdracht, de uitgaven van een
beambte in Lunevllle te contfoleeren, die naar
het scheen, een kapitaal aan potlooden en
gtnnml had zoekgebracht. Het bericht van Hau
rlgot verklaarde den beambte voor schuldig en
juist zou het vonnis uitgesproken worden, toen
men ontdekte, dat de betrokkene voor zeven
tien jaar geleden gestorven was.... Sedertdien
schrijft Haurlgot romans en beeft het Ministe
rie een beambte verloren!
riep Lac
,J»rüs,;
„vUftienf
is juis^
Lefroy,v
en --
etc. Rite de la Rlva, halfbloed,-tamelijk flink,
stamboom onbekend, volmaakt koetspaardje,
prijs kolossaal. Ik zal haar midden op de lijst
zetten, dan denkt Roger er niets van."
„Lieve Betty schei toch uit met dien raren
nonsens,” zei Lady Anna een tikje ontstemd
,4e wilt dus vier meisjes vragen en nu de
heeren."
„Heeren," peinsde Betty hardop. „Dlck en
Roger om te beginnen en natuurlUk Cuthbert
Birkinshaw, omdat hU altUd verwacht overal
gevraagd te worden, waar Nette heen gaat, dat
is dus drie. En Piers Montagu, dat Is zoo n
lollige kerel. En Herben Chamberlain, die
zingt zoo goed. En dan die goede oude Joe, ik
heb hem in geen eeuwen gezien.’’
„Nu, dat vind ik nu juist niet allemaal
heeren." weerde Lady Anna af. „Cuthbert telt
niet mee, die bengelt naar Netta en de anderen
zUn maar jongens, behalve Joe en Joe te een
oud man.”
.Maar moeder, hoe kunt u Joe een oud man
noemen?” riep Betty verontwaardigd uit.
.Heelemaal niet”
„O, niet? En h|j was met je vader op school.”
„Dat te jutet soo leuk van hem." zei Betty.
„Leuk?” stoof Lady Anna op. *HU ssgt nooit
Iets anders dan:
Ai tUdens de onderhandellngen over het ver
drag van Versailles Het hU zijn aanspraak op
den Bosnlschen troon hooren, en men heeft
hier niet te doen met een bedrieger of fan
tast. De voorvaders van Mlloch de Zelles be
vonden zich onder voogdijschap van den Paus
en in zUn eigen mUltalren pas stond, dat indien
hU mocht sneuvelen. Z. H. Paus Benedlctus XV
moest worden gewaarschuwd.
Eens klaagde Mlloch een Parijsche journa
liste aan wegens beleediging, omdat zU in een
artikel had geschreven, dat ,xle BorHsAa troon -
op denzelfden voet van ooflog stond als met
de Fransche taal”. Miloeh had haar namelijk
in een persgesprek vanaf zUn stoel geantwoord
en zUn baret opgehouden, ongetwijfeld omdat
hU zich als hertog en van koninklijken bloede
voelde!
Nog zeer onlangs heeft Mlloch de Zeliez weer
sens van zich doen spreken. Allereerst omdat
stead?”
.Neen," zei de man, ..Ik ben Roger Back.
Maar majoor Rickstead te met denzelfden tretn
gekomen als Ik.”
„O, dat te in orde,” aei Nette. ,MU te een
goede vriend van mU
ZU «in* op de sofa zitten en wierp een ult-
noodlgende blik op de p’aats naast haar, maar
Roger nam plaats op een stoel.
„O, ja” en lacht even.”
,Mav jutet de manier waarop hU: „O, ja”
zegt en lacht, maakt hem soo leuk,” zei Betty.
„HU te de beste mensch, dien Ik ken," voegde
zU er ernstig aan toe.
„Maar hU Is niet amusant.” wierp Lady Anna
tegen. „Geen een van die lui te leuk voor jou.”
„O, ja. toch wel," lachte Betty. „Met den
ouden Joe op den achtergrond en de opwlndlr^
van Roger verUefd te zien worden, zal het een
volmaakt week-end partijtje worden.”
Lady Anna schreef een< of twee briefjes en
Betty schikte zwUgend wat bloemen in een
vaas.
.Moeten we nu heuach Cuthbert vragen?"
vroeg Lady Anna. „Dlck heeft een zwak voor
Netta.... dat te misschien een tegengift voor
het geverfde kind met de glazen oorbellen."
.Jutet ate Cuthbert er te, zal Dlck komen om
hem een beentje te lichten, zoo te Dlck nu een
maal,” zei Betty.
„U moest mU maar aan Roger laten achrUven.
moeder. Ik weet beter hoe Ik hem moet aan
pakken. Als hU denkt, dat het een groot ge
zelschap wordt, krijgt hü den schrik beet en
blUft weg. En hu moest nu toch eens uit zUn
schulp krulpen.”
„Goed, hoor,” vond haar moeder, inwendig
verbaasd.
T Een week later strompelde Gerrit in bet Me-
kenhute met behulp van de verpleegster vwn
zün bed naar den fauteuil voor bet venster.
Zün linkerhand steunde zwaar op een wandel
stok. zün rechterarm was in een zwart-züden
doek gewikkeld, en het grootste gedeelte van
zijn hoofd ging schuil onder een dikke laag
zwachtels.
Nadat de verpleegster hem In den fauteuil
geholpen had, zei ze glimlachend:
Br zün twee danvee, een heer, een meisje,
een bejaarde dienstbode, een journalist en een
rechercheur, die u heenrken willen. Dien jour
nalist en den rechercheur beb ik afgepoettord
Dat heeft geen haast. Maar dia dames en den
beer moest ik maar binnenlaten, vindt u niet?
Ik denk, dat zü u komen bedanken.
Bedanken? Waarvoor?
Waarvoor? U hebt een gevaarlijk, lang ge-
socht Inbreker onschadelük gemaakt! U hebt
de brandweer gealarmeerd! u hebt een oude
vrouw uit een brandend huis gered! Bi wet dat
meisje betreft....
Zü stak veelbeteekenend den wijsvinger om
hoog:
Ik geloof, dat u nog meer hebt uitgericht!
bU een ongeval met
doodeHjken afloop
den omtrek, die meer voor hun eigen plezier
waren gevraagd. Roger ging naast den majoor
’taan en trachtte de grappen te volgen die
heen en weer vlqgen, maar waarvan hü als regel
de aardigheid niet begreep. Toch gliTMterdrn
zün blauwe oogen van prat, toen Betty het
groepje kwam venneerderan.
.Jtn. Roger,” vroeg ZU. „welke van de jonge
maagden wil je aan tafel geleiden?”
(Wordt vervolad)
Twloope vroeg *U haar moeder aan de lunch,
**t er besloten was omtrent Juffrouw de la
Rlva.
-Och. Ik heb maar aan tante Jo geschreven,"
Lady Anna aarzelend. .Maar Ik wou wel
*os met Jou praten over de anderen. Het wordt
“n de partü van juffrouw de la Rlva, niet?"
""J*®’ we zullen het Roger’s partü noemen,
!Sv°?rdd* vroolük. „Ik heb al een paar
w bedacht. Laten we de meisjes Lefroy vragen,
“•zün heel aardig en het meisje Lindsey."
JJou, dan te het wel echt Roger’s partü.
14 «e kinderen hebben veel geld.”
Hoger heeft veel geld noodlg.” hernam
y’ -Ze zün allemaal geknipt voor hem. Wat
Uulzena*r Roger opküken.”
“*et' dBt we Ro«ler moeten zeggen,
r^lc te? moet 10011 aIIe om"
tefT*"000® kenhen van het meisje, waarmee
^n!L?anr*klng wordt gebracht.”
hOQr’” Betty toe, „Ik zal er een
j root net a,s op ®®n Paardenmarkt,
s hu» ^etroy’ •f11nk groot, bruine oogen, mak in
®et goeden stamboom...."
hun leeftUd op de hoogte zün. Dit euvel wordt
door deze lijst verholpen."
.Jtr zouden nog allerlei andere belangrijke din
gen op te teekenen zijn, maar mün tUd te be
perkt, zoo zei de heer Lehrmann. Het werk moet
ik ten slotte alleen doen. Ook ondervind Ik niet
«teeds de medewerking, die Ik noodlg heb en die
Ik meende te mogen verwachten. In verband met
mün verzameling heb Ik uit den aard der zaak
vaakmpt musea briefwisseling te voeren. De
Engë&chs mueeunfbestuurders zün steeds zeer
voorkomsnd. Oct de Vlamingen geven in het
algemeen blük van belangstelling voor het werk,
dat Ik verricht. Helaas, kan dit niet van alle Ne
derlandsche museumdirecties en archivarissen
worden gezegd. Elgenlük moest Jutet bU dese
Nederlanders de bqjangstelllng voor münt werk
het grootst zün. Het kan wezen, dat mün oor
deel onjuist te, maar eerlük geragd denk ik soms
wel eens, dat de ware geestdrift voor den Groo-
ten Zwüger althans bü een aantal der Neder-
landsche museumdirecteuren en archivarissen
ontbreekt. En wat te een museumdirecteur en
een archivaris sender geestdrift!"
WU drukken die laatste meenlngen van den
heer Lehrmann hier af, sonder te beoordeelen
of «Un klacht Inderdaad jutet te.
Den volgenden dag belde Gerrlt aan. Jeanne
deed open. Gerrit nam zUn hoed in de
hand en sei hoffelük:
Mhg ik mu «ven aan u voorstellen, dame,
Gerrlt de Vries, en u mUn excuses aanbieden
voor wat er gisteren is voorgevallen. Het was
een ongelukje.
NatuurlUk was het een ongelukje. Niemand
doet soo tets met oprat. Maar u had beter op
die scheur moeten letten.
Het kwam doordat ik meer naar u keek.
Dat is geen excuus, had geen reden
om naar mu te kUken. Wilt u mü tenslotte
nog de schuld geven?
Ja.... neen....
Br werd een stem waarneembaar vanuit l*i
eind van den corridor, een stem van middel
baren leeftUd.
Jeanne, wie te daar aan de voordeur?
Niemand, tante.een jongeman, tante.
het te de jongeman van gisteren.
De middelbare stem klonk nader.
—Jeanne, hoe kun je in hemelsnaam af-
Het zou nog wel een paar minuten duren
vóór de etensgong zou lulden en zü was binnen
gekomen om Cuthbert een paar woordjes te
ion. Zü was nog wel niet vast van plan,
ibert te trouwen en elgenlük had de jonge
man haar ook nog niet met evenveel woorden
gevraagd, maar het scheen zoo mln of meer
vanzelfsprekend en iedereen rekende er op.
Netta was groot, flink, met een weelde van
rood-blond haar en groote grijze oogen. Er
waren lieden, die zich den tijd nog konden
herinneren, dat haar oogen niet zoo donker
leken en ook, dat haar gelaatskleur heel wat
gezonder was.
.Maar het verbergt haar sproeten." zeiden
zü en Netta hield altüd vol. dat zü nooit en
nimmer iets aan haar gezicht deed.
Zü trad de kamer, waar bet al donker begon
te worden, binnen en zei een beetje snibbig:
..Kyk eens hier, als je me wat te zeggen
hadt, waarom kwam Je dan niet In den tuin?"
Toen merkte zü met schrik, dat het Cuthbert
niet was, deze man was veel langer.
„Dat moet Sir Roger Beck sün," dacht zü
en zei met een geforceerd lachje:
„O, ik vergis me zeker, u te majoor Rick-
De heer Johannes Lehrmann, oud-cavalerle-
offieier, thans uitgever, had van de dagen van
zijn gymnasium af *n groote vereering voor den
Zwüger. De geschiedenis van de Nederlanden,
In de eerste plaats de opstand' tegen Philips,
had op Lehrmann geweldigen Indruk gemaakt.
Als Nederduitecher voelde hü de geschiedenis
der Nederlanden als de geschiedenis van zün
eigen volk.
Reeds als gymnasiast begon hü te verzame
len. Eerst boeken, die betrekking hadden op het
leven van den Prins. Toen platen. Sindelük ook
uitknipsels uit de dagbladen en tüdschrlften,
waarin van den grooten Oranje sprake te.
Deze liefhebberij heeft hü steeds voortgezet,
zelfs In den oorlogstüd, toen hü op t Westelijk
front streed en vier jaren in de ZuideiUke Ne
derlanden vertoefde. BU menig handelaar in
oude boeken te Brussel, Antwerpen, Gent, Leuven
en Brugge wist de heer LehrmaAn toen zeldzaam
materiaal te ontdekken, dat nog niet in zün
bezit was.
WU zün dezer dagen het museum eens gaan
bezichtigen. De heer Lehrmann leidde ons rond.
Het museum te tevens zün werkkamer, het te de
ruime voorkamer op de tweede etage. De muren
lijn vol gehangen met gravures, schilderijen en
foto's van schilderijen ven den Zwüger. In het
geheel telt de verzameHng omstreeks 80 gravu
res. WU zien den Vader des Vaderlands als jon
geling, als jongeman, als man van rijpere er
varing. Ook prenten van tüdgenooten van den
Prins zün aanwezig. Enkele platen van geschied
kundige gebeurtenissen uit de eerste jaren van
het verzet tegen Spanje worden hier eveneens
bewaard.
„Groote historische waarde”, zei de heer Lehr
mann, „hebben deze gravures waarschünlük niet.
Ik meen, dat er ook elders van alles, wat ik be
dt, nog wel exemplaren te vinden zün. Ik ben
ook nlst gaan verzamelen, om een archief van
wldzaamheden bü elkaar te krijgen. Ik verza
melde slechte uit liefde, uit vereering voor Wil
lem den Zwüger.”
„Van meer beteekente dan deze gravures,” al
dus de heer Lehrmann ...te mün verzameling uit
knipsels en, naar mün bescheiden meaning, mün
twee kaartsystemen. Zü zün nog niet geheel vol
ledig. Ik werk er nog dagelüks aan."
„Het eerste kaartsysteem Is een opteeker.lng
van alle gebeurtenissen uit het leven van den
Prins in de volgorde des tüds. Het begint met
den dag van zün geboorte. De eerste jaren ver-
loopen dan vlug. Maar als de Prins de leider van
de onafhankelijkheidsbeweging der Nederlanden
geworden te, gaat er haast geen dag voorbü, of
Oranje blükt Iets voor Nederland te hebben ge
daan. Dat is door mü dus aHes opgeschreven.
Waar was de Prins op, zeggen wü, 1 Juli 1672?
Het kaartsysteem geeft er antwoord op. Als de
Prins een reis maakt, ik zie het in mün kaart
systeem. Als de Prins den een of anderen afge
vaardigde ontvangt, ik weet het. Nu zün mün
bronnen beperkt. Toch tracht Ik steeds nieuwe
gegevens te ontdekken. Het papier te geduldig,
op de meeste kaarten te nog ruimte over. En te
«en kaart volgeschreven, dan te nog altüd een
tweede kaart aan de eerste toe te voegen. Weet
Ut niets, dan schrijf ik op de kaart enkel de da
tums en bUJft deze voorlooplg leeg. Ik geloof, dat
Ik hiermee een nuttig werk verricht. Ik geloof
ook, dat er geen tweede dergelük kaartsysteem
•»sar ook ter wereld aanwezig is.
Mün tweede kaartsysteem is een alphabettech
register van alle personen, die de Prins In zün
K leven ontmoet heeft, ook op zün poUtieken weg.
Br noteer hier dus büzonderheden uit het leven
**n dese menskien en bepaal mü verder tot het
opschrijven van de data, wasuw een ontmoe
ting met den Prins plaats vond, met opgaaf
van hetgeen, waarover werd gesproken.”
,Jk heb voorts de belangrijkste tüdgenooten
van den Prins op een alphabetische HJst geschre
ven met opgaaf van hun leeftüdsverschil met
den Prins. Wü stellen ons de geschiedkundige
Personen vaak onjuist voor, omdat wü niet van
spraakjee hebben met onbekende jongelui aan
de voordeur?!
Het is geen afspraakje, tante.
Jongeman, ik verzoek u dringend mün
nichtje met rust te laten. Zü te v*n uw OW-
drlngerigheid niet gediend. Ik heb van u «•-
hoord! Mün tuster ligt te bed met een gezwol
len elleboog. Indien u het nog éénmaal waagt,
hier MU» te belten, sal ik de pobtte waarschu
wen. Jeónnel Naar binnen!
Dit was dus de tweede tante.
Den daaropvolgenden dag sag Gerrlt de twee
tantes tezamen met een heer van middelbaren
leeftUd voor bet raam in een tearoom sttten.
«Mi^trScht Gerrlt. Ben prachtkans,
haar alléén thuis te treffen!
Schoorvoetend naderde hü bet heerenhute in
de deftige, afgelegen woonbuurt. Nog vóór hij
bü de voordeur
aangekomen was,
werd dese schie
lijk opengetrok-
en een opgewon
den. zwaarlijvige
dlcnstbodo v*d
rrvMM* d&n mM*
delmatigen leeftUd waggelde naar botten.
Hebt u verstand van stofzuigers, assneer?
vroeg zü hügend, hem angstig efl hulpsmeekenri
sanstarend. -
Hoesoo van stofzuigers? Wat te sr aan de
hand? Is Jeanne thuis?
Neen! Niemand! En het nieuwe twsede-
meteje te óók al weer weggeloopen.
Zü trok hem naar binnen, duwde hem de
gang door, een trap op. en wees hem in de
slaapkamer op een stofzuiger, waaruit een vlam
omhoog laaide.
Waar te de keuken? riep Gerrlt haastig
uit. Een emmer water!
We hebban geen wpseri
leiding te bevroren!
Een emmer! Geef opi Tweel
Gerrlt vloog de trappen af. de emmers in de
handen, de straat op. stormde een huis verder
de voordeur binnen, die openstond.
Water! Water! brulde hü als een zinne-
looee.
Toen sprong er een kerel op hem af, een in
breker, dte op klaarlichten <tag in bet woon
huis tUdens de afwezigheid der bewoners sün
slag dacht te slaan, en zich nu ontdekt waande.
Een geweldige vuistslag tegen Gerrtt’s km deed
hem achterover tuimelen, de emmers vlogen
tegen de straatsteenen.... één seconde was
Gerrlt versuft, dAn wist hü den inbreker in den
nek. om het middel te grijpen. Er «ontstond een
worsteling, ruw en vwrtsten, «te vuistslagen
volgden elkander op. hard en meedoogentooe.
Een menschenmenigte stroomde toe, wild-door-
c enschreeuwende mannen en vrouwien en kin
deren. politie.
Uit bet stukgeslsgen voorkamerraamvan
Jeanne's slaapkamer perste een roetewarte
rookwolk naar bulten, giasscherven en bran
dende kosUnposten stortten omlaag, een gil
lende vrouw riep om hulp, de gedaante van een
man werd zichtbaar, vaag sich afteekenend in
een gloed van vlammen om sich been, tn sün
armen knelde hü met vlammende kteeran «en
zwaarlüvige vrouw....
Een oorverdoovend gelui van «te rinkelende
brandweerbel, het jammerend geloei van de
klagende sirene....
Jeanne’s oom en tantes visten bü den aan
blik in onmacht.
..O. niet?” zei hü met oen beteekentevollen
bilk. Dick kon heel beteekentevol küken als
hü wou.
De onschuldige Roger sat zich te verbazen
over de manieren van de jonge lui. Daar
kym een jong meisje de kamer binnen met oen
ultnoodiging voor «en jongen man op de lip
pen, vana welken jongeman zü een paar minu
ten later aei, dat hü elgenlük niet meetelde.
En nu flirtte zü alweer soo hard kou met
Dick, die een paar weken geleden Roger erg
tegen zün zin uit «ten slaap had gehouden met
ellenlange verhaten over sün vlam uit Oxford.
Toen verscheen Cuthbert ten tooneele. laat en
uit zün humeur, met een nog half bloedende
snee over zün kin.
Roger stond onmlddellük op maar behalve
dat zü hem een üskottden blik toewierp, nam
Netta geen notitie van den nieuwaangekomene.
Langzamerhand voraamelden zich de gasten,
zooveel, dat Roger sr den schrik voor gekregen
zou hebben, ate zü niet allemaal soo jong
waren geweest en soo buitengewoon gemakke-
lük in den omgang. De eenlge. die wat ouder
was, was majoor Rlckstead en «en paar lui uit
„Waarom vroeg u dan, of ik majoor Rlck
stead was?” begon hü.
..Ondat het soo gek te om te zeggen: Is u
Sir Roger Beck. NatuurlUk begreep Ik. dat u
het was. Betty heeft ms verteld, dat zü u ver
wachtten.’’
.Ja u dan juffrouw de la Rlva?” vroeg hü met
een glimlach, die zün witte tanden deed uit
komen.
.Neen, ik ben Netta Lindsey
..Dan meende u aeker, dat ik Cuthbert
Birkinshaw was," zei Roger en zü trok een Up.
Netty heeft over me gebabbeld.”
,Nu, zü moest me toch inlichten," legde
Roger uit'.
„Dat vind ik flauw." ging Nette door.
Roger vond haar klnderachtlg en dacht ook.
dat hü dat vleze witte goedje op haar gezicht
niet aardig vond. Jutet op dat moment kwam
Dick binnen, heel vroolük en joviaal, hü draafde
de kamer door en viel neer naast juffrouw
Lindesy.
„Dus Jü bent ook uit je hol gekropen. Roger?”
viel hü uit en ging onmlddellük door: .Netta.
wat een mop. Ik boorde Cuthbert vreeselü*
vloeken, toen ik zün kamer voorbt) ging O,
laten we in den tuin gaan
.Niet netjes.” sei Juffrouw Lindsey statig.
..Het zou niet beleefd sün, Sir Roger hier op
sün eentje te laten sltten, bovendien moet ik
hem nog uitleggen, waarom ik Betty bemoei
ziek vind. Je weet toch wol, dat Cuthbert
elgenlük niet meetelt.”
Dlck antwoordde haar dadeHJk als iemand,
dte volkomen op de hoogte te.
n Parijs weet men sekten wie men elgenlük
voor heeft en of de heer, die in metro of
café naast ons zit, een gewezen minister, ‘n
beroemde oplichter, een mllUonnair of een ge
woon mensch te. In andere Europeesche hoofd
steden namelük ontmoet men het geld, de po
litiek en den roem niet te voet en hoogstens in
geruischloos voorbürollende auto's. Maar In
Parijs kan men hen lederen dag op de boule
vards of een wUlekeurig punt in de stad tegen
komen.
Wie sou b.v. in dien kleinen. Ietwat gezet-
ten heer met sün geelachtig gezicht en sün
niet mew heel-nleuwe garderobe den troon- employé <uwe“*r-
uw. ui™ uwuwo exunuuc, ucu jjj, werkte zich on tot hli
pretendent van Bosnië zien? Deze hertog In
levenden Hjve te Mlloch de ZeHez, spruit van
het Bosnische vorstenhuis, Doorluchtigheid, en
omdat men sün brood nu eenmaal verdienen
moet bovendien advocaat in Parijs. Men kan
hem In het groote Paleis van Justitie dlkwüte
heen en weer zien wandelen en hem even
vaak de processen van collega’s zien büwonen
ate zelf In functie beleven. Iedereen kent hem,
want tot de bestanddeelen van sün roem boort
o.m. een eigenzinnig gecomponeerd Fransch
en het onwankelbare geloof, dat hü eens den
troon van zün vader zal bestügen.
et begon op de ijsclub. Br te wel eens
meer feta begonnen ’op de Ijsclub Ook «wel
eens ntet op de jjeelub. Maar dit begon
WW* u»*.
Gerrlt kon er niet veel van. niet veel van
schaatsenrijdenen ook van de meisjes, die
op het üs redsn. kende hü «r ntet veel. Ten
minste niet van naam Bi dat ééns meisje had
hü «r setts tevoren nog nooit gezien En toch,
dat esne meisje och kom. laten we er ntet
langer omheen draaien, hü niet dn het meteje
on wü ntet om het begin.
Gerrlt schoot er dus op af. Tenminste «lat
wilde hü Maar ik heb u al geaegd. dat hü het
ntet al te best kon. en soo kwam het. dat hü
in' sün haastlg-gebakerdheld meer naar bet
meteje dan naar de scheuren in het üs kükend.
onverwacht een buiteling maakte en na eenlge
bokkesprongen terecht kwam op het grasveld
naast het üs.
Het minder Joyeuse van dit begin wend nog
onfortutolüker, doordat J>ü tUdens zün val tegen
een dame van middelbaren leeftUd aanbonsde,
die langs de ijsbaan op bet grasveld Uep te
wandelen en dte sich. bü wat nu volgde, ont
popte als de chaperonneerende tante van het
eene meteje. waarop Gerrlt sün zinnen geest
had.
U is een ongemanierd jongmensch riep
de dame verontwaardigd uit, terwül zü «en
denkbeeldige deuk uit haar elleboog trachtte
te wrijven. Ongemanierd en lo«np!
Ik veraoek u mü te willen verontschuldi
gen. sei Gerrlt haastig, terwül hü overeind
krabbelde, in een oogenbllk van onbedacht
zaamheid heb ik tot mün spüt geen acht ge
geven op die scheur daar. Ik deed het niet met
opeet, dame. Ik vraag wel excuus.
Indien u ntet rijden kunt, moet u bet eerst
leerenl snauwde de dasne hem toe. Bi sü weee
op.de krobbelbaan.
Doch nu achtte het eene meteje t oogenblik
gekomen ota sich in bet debat in wording te
Dit moet u niet neggen, tante! bracht zü
Ijverig naar voren. De beste rijders vallen nog
wel eens. U kunt het niet helpen, münheer)
Jeanne, het is hoogst onbetamelük het
woord te richten tot een jongen man. aan wlen
je ntet voorgesteld bent!
Dera jongedame heeft er in leder geval
geen schuld aan. eet Gerrlt. Bi hü dacht bü
sichself: .Xigenlük wél!"
Ik vraag u niet naar uw oordeel, jonge
man. Jeanne, we gaan!
Dit was het begin. Gerrit wendde sich tot
een vriend, die „de beweging” gezien had. Dese
kende het meteje, naam en toenaam, straat en
hutenumsner. Veel meer nog wist hü van het
meteje.
Twee tantes en een oom, sei hü hoofd
schuddend. Een barrière, metera-dlk, ondoor
dringbaar!
95