Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden L 'IKdwkfaaL aan den da$ B Vreemde figuren I F 750.- F 250.- r Willem de Zwijger te Berlijn H er wel op. AT .T ,F. ABONNÉ’S F 750.- verlies van belde armen, bel r. LIEFDE EN EER r>OOR M. E. FRANCIS -'x- I DINSDAG 25 FEBRUARI 1936 ilm nr ma rut Zwervers door Parijs n Het meisje van de ijsclub Oud-cavalerie-officier de eigenaar N+E^NAA&FE-teKAAR '4 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL t andere belangrijke dln- Alle heer Lehrmann hier af, zonder te beoordeelen IBM •*r (Bijzondere correepondentle uit Parijs) H*n UN De weter- :hte IV. aan ge- SS I HOOFDSTUK XII 4 /jen particulier miniatuur-enueeum bestaande uit één kamer, doch de moeite waard te bezien Telkens pruttelde Tuimeltje tegen en de poll Ue-agent had de grootste moeite om hem naar het polltie-bureau te brengen. Ben heele hoop straatbengels met geruite petjes op liep achter hen aan en die hielden Tuimeltje voor den gek. Tuimeltje be greep wei. dat hij erg gestraft sou worden en hij schaamde zich zoo door de heele stad te worden rondgeleid. -U- Overal haalden ze centen op. Van alle kanten kwamen de kikkers uit het raam hangen en er waren er bü, die lustig op straat dansten. Kikker Karei, die langs de huizen ging met zijn muts, zag cg> den hoek van de straat een poiltie-agent aankomen en vlug liep hij naar Tuimeltje om hem te waar schuwen. Voor hij echter bjj Tuimeltje was, kwam de agent al op hen af. gui Cul «eschiktheld tot werken door tide beenen of belde oogen reek rge- wed. is. rstel i en 3 Maar Max, je hebt je sokken houden II Eerst heb ik 't zónder geprobeerd, Ar thur maar het water was heuach te koud! Uitent hinderlijk ea vol ge varen is het, wanneer meer dan twee fletser* naast elkaar rijden. (Op smalle wegen en paden Is zeNi twee nog te veel? nad. sdag !r*a- *na- >Hjk van leek on- Hü werkte zich op tot hl) een eigen kleine firma had en toen In 1907 een wereldcrisis uit brak, die den parelhandel stillegde, kreeg Ro senthal de geniale Idee, die zfjn levenslot be sliste. veel isa- 5 50 het voe- .93*. ring vat. aan lee kten ge- ■ug- ïen, sche ipa- rige den ak- I 4 oo- per ni- iter ook ak- M3. !A. m- d«- af- rer V* M- i n. 11.10. .20- .06— .20— ao- 05— ■i Toen Netta Lindsey uit den tuin door de openslaande deuren de studeerkamer binnen tred. vond zü een forscben jongeman voor den haard staan. De andere kikkers vluchtten allemaal weg en Tuimeltje, die nog niets in de gaten had, lachte hartelük tegen den agent. .•Hé, wat slet U er leuk uit zei Tuimeltje tegen den agent, maar dese vroeg norach om de muziekvergunnlng en toen hij boorde, dat Tuimeltje er geen had. greep hü hem bij sün kraag en daar'ging Tuimeltje met den agent mee.... bij verltee van een hand, een voet of een oog L Betty, wat zeg je daar toch allemaal?" ly Anna verschrikt uit. ging Betty onverstoorbaar verder, duizend pond.... dat wil zeggen, het andersom, zjj brengt dat mee. Linda zuster van de eerstgenoemde, grooter forscher, geen kortademigheid of spatten, Engeland bezat toentertijd het monopolie van den parelhandel, maar kon door financleele moeilijkheden geen credleten meer geven, en elschte van de Indische en Arabische parel- vlsschers in de Perzische zee de voorschotten terug. Leonhard zocht en vond een Fransche bank, die hem vertrouwde en met wiens hulp hij In Perzlë de parels direct kocht en niet zooals tot dan toe door Engelsche tusschenhan- delaars. De inboorlingen wantrouwden hem wel iswaar, maar ook hierop wist zijn slimme geest iets te vinden. HU Het groote kisten met rijftlg- centlmestukken komen. Toen die kisten ge opend werden, geloofden de Inboorlingen, dat Leonhard wel een Croesus moest zün en verlo ren allen achterdocht. Op deze wUze kreeg Rosenthal het monopolie van den parelhandel en verzekerde het aan Frankrijk. Geen enkele groote aankoop van paarlen kan bulten hem om geschieden. HU is genaturaliseerd, Ridder van het Legioen van Eer, en eigenaar van groote stukken grond In Parijs. kwam en nu millloenen bezit! Maar er sün nog meer groote onbekenden, die wü kunnen ontmoeten in een reeks staats- en stedelUke beambten, met welke de Parijsche burgers over belasting- en andere aangelegen heden onderhandelen. Zü weten niet, dat zU soms voor bekende en heel dikwUls beroemde dichters en schrijver* staan, dis, niet aeker van erHJn bezit niet alleen een standbeeld van len Vader des Vaderlands «waarmee de serie der standbeelden der vijf eerste Ne- derlandsche Oranjes In den „Lustgarten" wordt geopend), maar het 1* ook een Willem de ZwUger-Museum rijk. De dultsche hoofdstad is groot en vele Nederlanders aldaar hebben het standbeeld van den Vader des Vaderlands eerst ontdekt, toen er ter gelegenheid van de plech tige herdenking van den «Osten geboortedag van Prins Willem kransen werden neergelegd en de heele Nederlanctoche Kolonie zich voor het standbeeld verzamelde. Het bestaan van een Willem de ZwUger-Museum Is echter nagenoeg allen onbekend. Zelfs het offlcleele BerHjnache bureau voor vreemdelingenverkeer is van het bestaan van dit museum niet op de hoogte. Het Is een particulier museum, waar echter alle ernstige belangstellenden welkom zUn Groot is het niet bepaald. Het bevindt zich op den Wlnterfeldtplatz, Goltzstrasse 27, in het hartje van de stad. Het bestaat uit.één kamer. Het te een miniatuur museum. Maar wat er te zien is, Is de moeite waard, soo meldt men ons uit Berlijn. hU om twee uur nachts In de Seine sprang om zUn hond te redden, ale In een ankerket ting verward was geraakt. Verder, omdat hü het opzienbarende nieuws verspreidde, elnde- lük het document te hebben gevonden, waar mee *Un recht op den Bosnlschen troon on weerlegbaar bewezen werd. Het is in het LatUn opgesteld en de Zuld-slavLche regeering moet zooals Mlloch zegt, zeer verontrust *ün, daar s *U een nieuwe staatsactie van haar onver- zoenlUken tegenstander vreest. Groots gebeur tenissen staan ons dus te wachten. Men denkt ook niet direct aan millloenen en avonturen als men een anderen heer, reeds op leeftUd en kort van stuk, uit het portaal ziet komen van een villa, die onder de o langs het Parc Monceau niet bijzonder opvalt. En toch is het Leonhard Rosenthal, de koning der parels. Een goede veertig jaar geleden was hü een kleine jongen in het Russische stadje, waar zUn vader een winkel in aardewerk en porcelelii had. Eens werd hu tUdens een hongersnood door de regeering met het opkoopen van graan belast. De jonge Leonhard toonde daarbij reeds zUn ongewonen aanleg voor handelszaken. Met weinig contanten k am hü later in Parijs, werd verkooper In een porcelelnaaak, commlsslonnair. antiquiteitenhandelaar en ten ds Inkomsten van hun penne vruchten, als be ambte hun bestaan trachten te verzekeren. In bet Parüscfie stadhuis b.v. woonde Jean Martet, de ook In Holland bekende auteur van verschillende romans; in den verkiezingstijd heeft hU vooral voor de oontröle van de stem ming te zorgen. Op het ministerie van bulten- landscbe zaken werkt nog steeds Jean CH- raudoux, schrijver van den Polncaré-roman „Bella" en van het drama „Siegfried" om slechts eenlge van zün zeer bekende werken te noemen. Vroeger leidde hü de Persafdeellng, nu zit hu In een commissie, die zich bezighoudt met de schulden van Turkije. De dichter Dérë- me werkt op het Ministerie van Landbouw. En dit zün nog maar eenlge voorbeelden uit de lange reeks! Het Ministerie van Blnnenlandsche Zaken heeft reeds sedert de dagen van Stendhal, dte, sooals bekend. Consul van Cltavecchla was door een rijkdom van schrijvers uitgeblonken. 'Ook Paul Morand hoorde daartoe, vóór hü met zUn boeken dat groote succes had. Óp het Ministerie van Financiën werkte tot onlangs de nu bekend geworden Paul Haurlgot. Eens kreeg hü opdracht, de uitgaven van een beambte in Lunevllle te contfoleeren, die naar het scheen, een kapitaal aan potlooden en gtnnml had zoekgebracht. Het bericht van Hau rlgot verklaarde den beambte voor schuldig en juist zou het vonnis uitgesproken worden, toen men ontdekte, dat de betrokkene voor zeven tien jaar geleden gestorven was.... Sedertdien schrijft Haurlgot romans en beeft het Ministe rie een beambte verloren! riep Lac ,J»rüs,; „vUftienf is juis^ Lefroy,v en -- etc. Rite de la Rlva, halfbloed,-tamelijk flink, stamboom onbekend, volmaakt koetspaardje, prijs kolossaal. Ik zal haar midden op de lijst zetten, dan denkt Roger er niets van." „Lieve Betty schei toch uit met dien raren nonsens,” zei Lady Anna een tikje ontstemd ,4e wilt dus vier meisjes vragen en nu de heeren." „Heeren," peinsde Betty hardop. „Dlck en Roger om te beginnen en natuurlUk Cuthbert Birkinshaw, omdat hU altUd verwacht overal gevraagd te worden, waar Nette heen gaat, dat is dus drie. En Piers Montagu, dat Is zoo n lollige kerel. En Herben Chamberlain, die zingt zoo goed. En dan die goede oude Joe, ik heb hem in geen eeuwen gezien.’’ „Nu, dat vind ik nu juist niet allemaal heeren." weerde Lady Anna af. „Cuthbert telt niet mee, die bengelt naar Netta en de anderen zUn maar jongens, behalve Joe en Joe te een oud man.” .Maar moeder, hoe kunt u Joe een oud man noemen?” riep Betty verontwaardigd uit. .Heelemaal niet” „O, niet? En h|j was met je vader op school.” „Dat te jutet soo leuk van hem." zei Betty. „Leuk?” stoof Lady Anna op. *HU ssgt nooit Iets anders dan: Ai tUdens de onderhandellngen over het ver drag van Versailles Het hU zijn aanspraak op den Bosnlschen troon hooren, en men heeft hier niet te doen met een bedrieger of fan tast. De voorvaders van Mlloch de Zelles be vonden zich onder voogdijschap van den Paus en in zUn eigen mUltalren pas stond, dat indien hU mocht sneuvelen. Z. H. Paus Benedlctus XV moest worden gewaarschuwd. Eens klaagde Mlloch een Parijsche journa liste aan wegens beleediging, omdat zU in een artikel had geschreven, dat ,xle BorHsAa troon - op denzelfden voet van ooflog stond als met de Fransche taal”. Miloeh had haar namelijk in een persgesprek vanaf zUn stoel geantwoord en zUn baret opgehouden, ongetwijfeld omdat hU zich als hertog en van koninklijken bloede voelde! Nog zeer onlangs heeft Mlloch de Zeliez weer sens van zich doen spreken. Allereerst omdat stead?” .Neen," zei de man, ..Ik ben Roger Back. Maar majoor Rickstead te met denzelfden tretn gekomen als Ik.” „O, dat te in orde,” aei Nette. ,MU te een goede vriend van mU ZU «in* op de sofa zitten en wierp een ult- noodlgende blik op de p’aats naast haar, maar Roger nam plaats op een stoel. „O, ja” en lacht even.” ,Mav jutet de manier waarop hU: „O, ja” zegt en lacht, maakt hem soo leuk,” zei Betty. „HU te de beste mensch, dien Ik ken," voegde zU er ernstig aan toe. „Maar hU Is niet amusant.” wierp Lady Anna tegen. „Geen een van die lui te leuk voor jou.” „O, ja. toch wel," lachte Betty. „Met den ouden Joe op den achtergrond en de opwlndlr^ van Roger verUefd te zien worden, zal het een volmaakt week-end partijtje worden.” Lady Anna schreef een< of twee briefjes en Betty schikte zwUgend wat bloemen in een vaas. .Moeten we nu heuach Cuthbert vragen?" vroeg Lady Anna. „Dlck heeft een zwak voor Netta.... dat te misschien een tegengift voor het geverfde kind met de glazen oorbellen." .Jutet ate Cuthbert er te, zal Dlck komen om hem een beentje te lichten, zoo te Dlck nu een maal,” zei Betty. „U moest mU maar aan Roger laten achrUven. moeder. Ik weet beter hoe Ik hem moet aan pakken. Als hU denkt, dat het een groot ge zelschap wordt, krijgt hü den schrik beet en blUft weg. En hu moest nu toch eens uit zUn schulp krulpen.” „Goed, hoor,” vond haar moeder, inwendig verbaasd. T Een week later strompelde Gerrit in bet Me- kenhute met behulp van de verpleegster vwn zün bed naar den fauteuil voor bet venster. Zün linkerhand steunde zwaar op een wandel stok. zün rechterarm was in een zwart-züden doek gewikkeld, en het grootste gedeelte van zijn hoofd ging schuil onder een dikke laag zwachtels. Nadat de verpleegster hem In den fauteuil geholpen had, zei ze glimlachend: Br zün twee danvee, een heer, een meisje, een bejaarde dienstbode, een journalist en een rechercheur, die u heenrken willen. Dien jour nalist en den rechercheur beb ik afgepoettord Dat heeft geen haast. Maar dia dames en den beer moest ik maar binnenlaten, vindt u niet? Ik denk, dat zü u komen bedanken. Bedanken? Waarvoor? Waarvoor? U hebt een gevaarlijk, lang ge- socht Inbreker onschadelük gemaakt! U hebt de brandweer gealarmeerd! u hebt een oude vrouw uit een brandend huis gered! Bi wet dat meisje betreft.... Zü stak veelbeteekenend den wijsvinger om hoog: Ik geloof, dat u nog meer hebt uitgericht! bU een ongeval met doodeHjken afloop den omtrek, die meer voor hun eigen plezier waren gevraagd. Roger ging naast den majoor ’taan en trachtte de grappen te volgen die heen en weer vlqgen, maar waarvan hü als regel de aardigheid niet begreep. Toch gliTMterdrn zün blauwe oogen van prat, toen Betty het groepje kwam venneerderan. .Jtn. Roger,” vroeg ZU. „welke van de jonge maagden wil je aan tafel geleiden?” (Wordt vervolad) Twloope vroeg *U haar moeder aan de lunch, **t er besloten was omtrent Juffrouw de la Rlva. -Och. Ik heb maar aan tante Jo geschreven," Lady Anna aarzelend. .Maar Ik wou wel *os met Jou praten over de anderen. Het wordt “n de partü van juffrouw de la Rlva, niet?" ""J*®’ we zullen het Roger’s partü noemen, !Sv°?rdd* vroolük. „Ik heb al een paar w bedacht. Laten we de meisjes Lefroy vragen, “•zün heel aardig en het meisje Lindsey." JJou, dan te het wel echt Roger’s partü. 14 «e kinderen hebben veel geld.” Hoger heeft veel geld noodlg.” hernam y’ -Ze zün allemaal geknipt voor hem. Wat Uulzena*r Roger opküken.” “*et' dBt we Ro«ler moeten zeggen, r^lc te? moet 10011 aIIe om" tefT*"000® kenhen van het meisje, waarmee ^n!L?anr*klng wordt gebracht.” hOQr’” Betty toe, „Ik zal er een j root net a,s op ®®n Paardenmarkt, s hu» ^etroy’ •f11nk groot, bruine oogen, mak in ®et goeden stamboom...." hun leeftUd op de hoogte zün. Dit euvel wordt door deze lijst verholpen." .Jtr zouden nog allerlei andere belangrijke din gen op te teekenen zijn, maar mün tUd te be perkt, zoo zei de heer Lehrmann. Het werk moet ik ten slotte alleen doen. Ook ondervind Ik niet «teeds de medewerking, die Ik noodlg heb en die Ik meende te mogen verwachten. In verband met mün verzameling heb Ik uit den aard der zaak vaakmpt musea briefwisseling te voeren. De Engë&chs mueeunfbestuurders zün steeds zeer voorkomsnd. Oct de Vlamingen geven in het algemeen blük van belangstelling voor het werk, dat Ik verricht. Helaas, kan dit niet van alle Ne derlandsche museumdirecties en archivarissen worden gezegd. Elgenlük moest Jutet bU dese Nederlanders de bqjangstelllng voor münt werk het grootst zün. Het kan wezen, dat mün oor deel onjuist te, maar eerlük geragd denk ik soms wel eens, dat de ware geestdrift voor den Groo- ten Zwüger althans bü een aantal der Neder- landsche museumdirecteuren en archivarissen ontbreekt. En wat te een museumdirecteur en een archivaris sender geestdrift!" WU drukken die laatste meenlngen van den heer Lehrmann hier af, sonder te beoordeelen of «Un klacht Inderdaad jutet te. Den volgenden dag belde Gerrlt aan. Jeanne deed open. Gerrit nam zUn hoed in de hand en sei hoffelük: Mhg ik mu «ven aan u voorstellen, dame, Gerrlt de Vries, en u mUn excuses aanbieden voor wat er gisteren is voorgevallen. Het was een ongelukje. NatuurlUk was het een ongelukje. Niemand doet soo tets met oprat. Maar u had beter op die scheur moeten letten. Het kwam doordat ik meer naar u keek. Dat is geen excuus, had geen reden om naar mu te kUken. Wilt u mü tenslotte nog de schuld geven? Ja.... neen.... Br werd een stem waarneembaar vanuit l*i eind van den corridor, een stem van middel baren leeftUd. Jeanne, wie te daar aan de voordeur? Niemand, tante.een jongeman, tante. het te de jongeman van gisteren. De middelbare stem klonk nader. —Jeanne, hoe kun je in hemelsnaam af- Het zou nog wel een paar minuten duren vóór de etensgong zou lulden en zü was binnen gekomen om Cuthbert een paar woordjes te ion. Zü was nog wel niet vast van plan, ibert te trouwen en elgenlük had de jonge man haar ook nog niet met evenveel woorden gevraagd, maar het scheen zoo mln of meer vanzelfsprekend en iedereen rekende er op. Netta was groot, flink, met een weelde van rood-blond haar en groote grijze oogen. Er waren lieden, die zich den tijd nog konden herinneren, dat haar oogen niet zoo donker leken en ook, dat haar gelaatskleur heel wat gezonder was. .Maar het verbergt haar sproeten." zeiden zü en Netta hield altüd vol. dat zü nooit en nimmer iets aan haar gezicht deed. Zü trad de kamer, waar bet al donker begon te worden, binnen en zei een beetje snibbig: ..Kyk eens hier, als je me wat te zeggen hadt, waarom kwam Je dan niet In den tuin?" Toen merkte zü met schrik, dat het Cuthbert niet was, deze man was veel langer. „Dat moet Sir Roger Beck sün," dacht zü en zei met een geforceerd lachje: „O, ik vergis me zeker, u te majoor Rick- De heer Johannes Lehrmann, oud-cavalerle- offieier, thans uitgever, had van de dagen van zijn gymnasium af *n groote vereering voor den Zwüger. De geschiedenis van de Nederlanden, In de eerste plaats de opstand' tegen Philips, had op Lehrmann geweldigen Indruk gemaakt. Als Nederduitecher voelde hü de geschiedenis der Nederlanden als de geschiedenis van zün eigen volk. Reeds als gymnasiast begon hü te verzame len. Eerst boeken, die betrekking hadden op het leven van den Prins. Toen platen. Sindelük ook uitknipsels uit de dagbladen en tüdschrlften, waarin van den grooten Oranje sprake te. Deze liefhebberij heeft hü steeds voortgezet, zelfs In den oorlogstüd, toen hü op t Westelijk front streed en vier jaren in de ZuideiUke Ne derlanden vertoefde. BU menig handelaar in oude boeken te Brussel, Antwerpen, Gent, Leuven en Brugge wist de heer LehrmaAn toen zeldzaam materiaal te ontdekken, dat nog niet in zün bezit was. WU zün dezer dagen het museum eens gaan bezichtigen. De heer Lehrmann leidde ons rond. Het museum te tevens zün werkkamer, het te de ruime voorkamer op de tweede etage. De muren lijn vol gehangen met gravures, schilderijen en foto's van schilderijen ven den Zwüger. In het geheel telt de verzameHng omstreeks 80 gravu res. WU zien den Vader des Vaderlands als jon geling, als jongeman, als man van rijpere er varing. Ook prenten van tüdgenooten van den Prins zün aanwezig. Enkele platen van geschied kundige gebeurtenissen uit de eerste jaren van het verzet tegen Spanje worden hier eveneens bewaard. „Groote historische waarde”, zei de heer Lehr mann, „hebben deze gravures waarschünlük niet. Ik meen, dat er ook elders van alles, wat ik be dt, nog wel exemplaren te vinden zün. Ik ben ook nlst gaan verzamelen, om een archief van wldzaamheden bü elkaar te krijgen. Ik verza melde slechte uit liefde, uit vereering voor Wil lem den Zwüger.” „Van meer beteekente dan deze gravures,” al dus de heer Lehrmann ...te mün verzameling uit knipsels en, naar mün bescheiden meaning, mün twee kaartsystemen. Zü zün nog niet geheel vol ledig. Ik werk er nog dagelüks aan." „Het eerste kaartsysteem Is een opteeker.lng van alle gebeurtenissen uit het leven van den Prins in de volgorde des tüds. Het begint met den dag van zün geboorte. De eerste jaren ver- loopen dan vlug. Maar als de Prins de leider van de onafhankelijkheidsbeweging der Nederlanden geworden te, gaat er haast geen dag voorbü, of Oranje blükt Iets voor Nederland te hebben ge daan. Dat is door mü dus aHes opgeschreven. Waar was de Prins op, zeggen wü, 1 Juli 1672? Het kaartsysteem geeft er antwoord op. Als de Prins een reis maakt, ik zie het in mün kaart systeem. Als de Prins den een of anderen afge vaardigde ontvangt, ik weet het. Nu zün mün bronnen beperkt. Toch tracht Ik steeds nieuwe gegevens te ontdekken. Het papier te geduldig, op de meeste kaarten te nog ruimte over. En te «en kaart volgeschreven, dan te nog altüd een tweede kaart aan de eerste toe te voegen. Weet Ut niets, dan schrijf ik op de kaart enkel de da tums en bUJft deze voorlooplg leeg. Ik geloof, dat Ik hiermee een nuttig werk verricht. Ik geloof ook, dat er geen tweede dergelük kaartsysteem •»sar ook ter wereld aanwezig is. Mün tweede kaartsysteem is een alphabettech register van alle personen, die de Prins In zün K leven ontmoet heeft, ook op zün poUtieken weg. Br noteer hier dus büzonderheden uit het leven **n dese menskien en bepaal mü verder tot het opschrijven van de data, wasuw een ontmoe ting met den Prins plaats vond, met opgaaf van hetgeen, waarover werd gesproken.” ,Jk heb voorts de belangrijkste tüdgenooten van den Prins op een alphabetische HJst geschre ven met opgaaf van hun leeftüdsverschil met den Prins. Wü stellen ons de geschiedkundige Personen vaak onjuist voor, omdat wü niet van spraakjee hebben met onbekende jongelui aan de voordeur?! Het is geen afspraakje, tante. Jongeman, ik verzoek u dringend mün nichtje met rust te laten. Zü te v*n uw OW- drlngerigheid niet gediend. Ik heb van u «•- hoord! Mün tuster ligt te bed met een gezwol len elleboog. Indien u het nog éénmaal waagt, hier MU» te belten, sal ik de pobtte waarschu wen. Jeónnel Naar binnen! Dit was dus de tweede tante. Den daaropvolgenden dag sag Gerrlt de twee tantes tezamen met een heer van middelbaren leeftUd voor bet raam in een tearoom sttten. «Mi^trScht Gerrlt. Ben prachtkans, haar alléén thuis te treffen! Schoorvoetend naderde hü bet heerenhute in de deftige, afgelegen woonbuurt. Nog vóór hij bü de voordeur aangekomen was, werd dese schie lijk opengetrok- en een opgewon den. zwaarlijvige dlcnstbodo v*d rrvMM* d&n mM* delmatigen leeftUd waggelde naar botten. Hebt u verstand van stofzuigers, assneer? vroeg zü hügend, hem angstig efl hulpsmeekenri sanstarend. - Hoesoo van stofzuigers? Wat te sr aan de hand? Is Jeanne thuis? Neen! Niemand! En het nieuwe twsede- meteje te óók al weer weggeloopen. Zü trok hem naar binnen, duwde hem de gang door, een trap op. en wees hem in de slaapkamer op een stofzuiger, waaruit een vlam omhoog laaide. Waar te de keuken? riep Gerrlt haastig uit. Een emmer water! We hebban geen wpseri leiding te bevroren! Een emmer! Geef opi Tweel Gerrlt vloog de trappen af. de emmers in de handen, de straat op. stormde een huis verder de voordeur binnen, die openstond. Water! Water! brulde hü als een zinne- looee. Toen sprong er een kerel op hem af, een in breker, dte op klaarlichten <tag in bet woon huis tUdens de afwezigheid der bewoners sün slag dacht te slaan, en zich nu ontdekt waande. Een geweldige vuistslag tegen Gerrtt’s km deed hem achterover tuimelen, de emmers vlogen tegen de straatsteenen.... één seconde was Gerrlt versuft, dAn wist hü den inbreker in den nek. om het middel te grijpen. Er «ontstond een worsteling, ruw en vwrtsten, «te vuistslagen volgden elkander op. hard en meedoogentooe. Een menschenmenigte stroomde toe, wild-door- c enschreeuwende mannen en vrouwien en kin deren. politie. Uit bet stukgeslsgen voorkamerraamvan Jeanne's slaapkamer perste een roetewarte rookwolk naar bulten, giasscherven en bran dende kosUnposten stortten omlaag, een gil lende vrouw riep om hulp, de gedaante van een man werd zichtbaar, vaag sich afteekenend in een gloed van vlammen om sich been, tn sün armen knelde hü met vlammende kteeran «en zwaarlüvige vrouw.... Een oorverdoovend gelui van «te rinkelende brandweerbel, het jammerend geloei van de klagende sirene.... Jeanne’s oom en tantes visten bü den aan blik in onmacht. ..O. niet?” zei hü met oen beteekentevollen bilk. Dick kon heel beteekentevol küken als hü wou. De onschuldige Roger sat zich te verbazen over de manieren van de jonge lui. Daar kym een jong meisje de kamer binnen met oen ultnoodiging voor «en jongen man op de lip pen, vana welken jongeman zü een paar minu ten later aei, dat hü elgenlük niet meetelde. En nu flirtte zü alweer soo hard kou met Dick, die een paar weken geleden Roger erg tegen zün zin uit «ten slaap had gehouden met ellenlange verhaten over sün vlam uit Oxford. Toen verscheen Cuthbert ten tooneele. laat en uit zün humeur, met een nog half bloedende snee over zün kin. Roger stond onmlddellük op maar behalve dat zü hem een üskottden blik toewierp, nam Netta geen notitie van den nieuwaangekomene. Langzamerhand voraamelden zich de gasten, zooveel, dat Roger sr den schrik voor gekregen zou hebben, ate zü niet allemaal soo jong waren geweest en soo buitengewoon gemakke- lük in den omgang. De eenlge. die wat ouder was, was majoor Rlckstead en «en paar lui uit „Waarom vroeg u dan, of ik majoor Rlck stead was?” begon hü. ..Ondat het soo gek te om te zeggen: Is u Sir Roger Beck. NatuurlUk begreep Ik. dat u het was. Betty heeft ms verteld, dat zü u ver wachtten.’’ .Ja u dan juffrouw de la Rlva?” vroeg hü met een glimlach, die zün witte tanden deed uit komen. .Neen, ik ben Netta Lindsey ..Dan meende u aeker, dat ik Cuthbert Birkinshaw was," zei Roger en zü trok een Up. Netty heeft over me gebabbeld.” ,Nu, zü moest me toch inlichten," legde Roger uit'. „Dat vind ik flauw." ging Nette door. Roger vond haar klnderachtlg en dacht ook. dat hü dat vleze witte goedje op haar gezicht niet aardig vond. Jutet op dat moment kwam Dick binnen, heel vroolük en joviaal, hü draafde de kamer door en viel neer naast juffrouw Lindesy. „Dus Jü bent ook uit je hol gekropen. Roger?” viel hü uit en ging onmlddellük door: .Netta. wat een mop. Ik boorde Cuthbert vreeselü* vloeken, toen ik zün kamer voorbt) ging O, laten we in den tuin gaan .Niet netjes.” sei Juffrouw Lindsey statig. ..Het zou niet beleefd sün, Sir Roger hier op sün eentje te laten sltten, bovendien moet ik hem nog uitleggen, waarom ik Betty bemoei ziek vind. Je weet toch wol, dat Cuthbert elgenlük niet meetelt.” Dlck antwoordde haar dadeHJk als iemand, dte volkomen op de hoogte te. n Parijs weet men sekten wie men elgenlük voor heeft en of de heer, die in metro of café naast ons zit, een gewezen minister, ‘n beroemde oplichter, een mllUonnair of een ge woon mensch te. In andere Europeesche hoofd steden namelük ontmoet men het geld, de po litiek en den roem niet te voet en hoogstens in geruischloos voorbürollende auto's. Maar In Parijs kan men hen lederen dag op de boule vards of een wUlekeurig punt in de stad tegen komen. Wie sou b.v. in dien kleinen. Ietwat gezet- ten heer met sün geelachtig gezicht en sün niet mew heel-nleuwe garderobe den troon- employé <uwe“*r- uw. ui™ uwuwo exunuuc, ucu jjj, werkte zich on tot hli pretendent van Bosnië zien? Deze hertog In levenden Hjve te Mlloch de ZeHez, spruit van het Bosnische vorstenhuis, Doorluchtigheid, en omdat men sün brood nu eenmaal verdienen moet bovendien advocaat in Parijs. Men kan hem In het groote Paleis van Justitie dlkwüte heen en weer zien wandelen en hem even vaak de processen van collega’s zien büwonen ate zelf In functie beleven. Iedereen kent hem, want tot de bestanddeelen van sün roem boort o.m. een eigenzinnig gecomponeerd Fransch en het onwankelbare geloof, dat hü eens den troon van zün vader zal bestügen. et begon op de ijsclub. Br te wel eens meer feta begonnen ’op de Ijsclub Ook «wel eens ntet op de jjeelub. Maar dit begon WW* u»*. Gerrlt kon er niet veel van. niet veel van schaatsenrijdenen ook van de meisjes, die op het üs redsn. kende hü «r ntet veel. Ten minste niet van naam Bi dat ééns meisje had hü «r setts tevoren nog nooit gezien En toch, dat esne meisje och kom. laten we er ntet langer omheen draaien, hü niet dn het meteje on wü ntet om het begin. Gerrlt schoot er dus op af. Tenminste «lat wilde hü Maar ik heb u al geaegd. dat hü het ntet al te best kon. en soo kwam het. dat hü in' sün haastlg-gebakerdheld meer naar bet meteje dan naar de scheuren in het üs kükend. onverwacht een buiteling maakte en na eenlge bokkesprongen terecht kwam op het grasveld naast het üs. Het minder Joyeuse van dit begin wend nog onfortutolüker, doordat J>ü tUdens zün val tegen een dame van middelbaren leeftUd aanbonsde, die langs de ijsbaan op bet grasveld Uep te wandelen en dte sich. bü wat nu volgde, ont popte als de chaperonneerende tante van het eene meteje. waarop Gerrlt sün zinnen geest had. U is een ongemanierd jongmensch riep de dame verontwaardigd uit, terwül zü «en denkbeeldige deuk uit haar elleboog trachtte te wrijven. Ongemanierd en lo«np! Ik veraoek u mü te willen verontschuldi gen. sei Gerrlt haastig, terwül hü overeind krabbelde, in een oogenbllk van onbedacht zaamheid heb ik tot mün spüt geen acht ge geven op die scheur daar. Ik deed het niet met opeet, dame. Ik vraag wel excuus. Indien u ntet rijden kunt, moet u bet eerst leerenl snauwde de dasne hem toe. Bi sü weee op.de krobbelbaan. Doch nu achtte het eene meteje t oogenblik gekomen ota sich in bet debat in wording te Dit moet u niet neggen, tante! bracht zü Ijverig naar voren. De beste rijders vallen nog wel eens. U kunt het niet helpen, münheer) Jeanne, het is hoogst onbetamelük het woord te richten tot een jongen man. aan wlen je ntet voorgesteld bent! Dera jongedame heeft er in leder geval geen schuld aan. eet Gerrlt. Bi hü dacht bü sichself: .Xigenlük wél!" Ik vraag u niet naar uw oordeel, jonge man. Jeanne, we gaan! Dit was het begin. Gerrit wendde sich tot een vriend, die „de beweging” gezien had. Dese kende het meteje, naam en toenaam, straat en hutenumsner. Veel meer nog wist hü van het meteje. Twee tantes en een oom, sei hü hoofd schuddend. Een barrière, metera-dlk, ondoor dringbaar! 95

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 11