Kloosters
Duitschland
WUl
Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden
den daj
F 750.-
F 750.-
in
I LIEFDE I
EN EER I
□OOR M. E.’ FRANCIS
GEEN SPRAKE VAN!
I
i
Het graf van J. P. Coen
Gaan zakarhaid te oer&rvren
DE SANEERING
De nieuwe
inwoner
De Biennale te Venetië
Boekenweek 1936
VRIJDAG 6 MAART 1936
SKfes-SMBsaaMmm..aB«9Hn
waar allesbehalve een hechte steunpilaar vor-
J. P. Coen
B
e
i. De konlng voelde
I
wel.
I
en
keet nistic
bedoel
Wordt vervolgd)
4
ÜJT-
i
i
K
De faming, die op zijn praalbed lag te slapen, voelde dat er
iets zwaars op zijn 'hoofd neerkwam. En was was dat? De appel
die door bet dak van het paleis was gevallen, kwam precies in
de mooiste kamer terecht. De faming deed zijn oogen open en
durfde zich niet te bewegen en hij riep luidkeels cm hulp.
De Dultache orden en congregaties twij
felen er niet aan of zjj hebben van niemand
iets te verwachten dan van haar moeder-
huizen en zusterinstellingen in het buiten
land. Baar verwachtingen in deae mogen
geenszins te rooskleurig worden genoemd,
daar aanbiedingen tot hulpverleenlng reeds
in overvloed werden gedaan.
Aldus de voornaamste inhoud der Ideeën waar
mee men het Dultsche klooster uit zijn nood
toestand hoopt te verlossen. WU zeggen opzet
telijk ideeën, omdat het nog wat voorbarig lijkt
reeds nu over scherp omUJnde plannen te
spreken. Intusschen hebben deze ideeën echter
wel een zoodanlgen vorm aangenomen, dat men
bet in regeeringskringen nuttig achtte ze aan
een voorlooplg onderzoek te onderwerpen.
in Duitschland over het algemeen niet helpen
kunnen door schenkingen k fonds perdu en dat
zji de bedragen welke zjj bereid zijn voor een
Ten eerste zal, naar men aanneemt, de Dult
sche regeering voor eventueel ter beschikking
gestelde Sperrmarken een compensatie vragen
In valuta.
Tm tweede, houdt men er rekening mee dat
Berlijn zekere waarborgen aal eischen in dien
zin: dat het vrijgeven van een aanvullend be
drag aan Sperrmarken zonder tegenprestatie in
vreemde valuta verantwoord moet kunnen wor
den tegenover de huidige, zeer moeilijke positie
der Dultsche oeconomie.
Ten derde, gaat men uit van de veronderstel
lingen dat de buitenlandsche orden en congre
gaties haar moederhuizen en zusterinstellingen
ontvangen, minstens voor het grootste deel en
binnen afzlenboren tijd.
nu allemaal
hier nog te
Dat was iets wat Karei en Tuimeltje direct wilden doen. Nu
hadden se tenminste weer kans in de gunst van den konlng te
geraken; ook de twee torretjes kropen op het bed om te helpen.
Kikker Karei probeerde met zijn rug den appel op te lichten en
Tuimeltje zette zijn voet tegen den appel
overal pijn, maar toen de appel op den grond viel, vond hU dezen
zoo mooi, dat hij hem direct wikte houden en tegen zijn redden
was hij erg vriendelijk.
als een leege zak.
at Jan met hem alleen was,
MMo-fleochje met jenever
Zooals wij boven reeds betoogden kunnen de
«den en congregaties in den huldigen tijd, nu
NI zelve niet weten aan welke beproevingen
baar bezit nog kan worden bloot gesteld, ook
ai beschikken ze over ruime middelen, haar
kapitaal niet A fonds perdu doen overvloeien
naar haar nederzettingen in Duitschland. De
steun welken zjj zoo overvloedig aanbieden,
draagt dan ook in den regel bet stempel eener
belegging op langen termijn en tegen makkelijke
voorwaarden in objecten als instellingen van
onderwijs, ziekenhuizen, noodlijdende instituten
voor kerkelijk crediet en dergeljjke, die voor den
gemiddelden belegger weinig aantrekkingskracht
hebben daar ae in een moeilijke situatie ver-
keeren en voorlooplg geen uitzicht bieden op
eenlge winst, maar die met wijs beleid en mits
ae door bun oogenbUkkeljjke moeilijkheden heen
geholpen worden, toch voldoende waarborgen
Meden voor de mogelijkheid eener algeheele
aaneering.
Dultache kloosters en daarmee samenhangen
de instellingen op paedagoglsch, oeconomtech
on charitatief gebied welke op deze manier bin
nen afzlenbaren tijd weer gezond gemaakt zou
den kunnen worden en wel zoo gezond dat ze
„O, natuurlijk,
Betty. .Je moet
passen."
„Wat
zijn naar bet oordeel dergenen die zich met het
vraagstuk van den huldigen noodtoestand bezig
houden, hoegenaamd geen uitzonderingen. In
tegendeel is het zeer goed mogelijk het Dultache
klooster In den ruimsten zin des woprds te se
nsoren. De instellingen waarover het vonnis
-oecooomlach niet te verantwoorden" moet wor-
e den uitgesproken, zijn er zonder eenlgen twijfel,
doch bet percentage er van is op bet geheel
gering.
Intusschen heeft de hulp welke vanuit het
buitenland den Dultachen orden en congregaties
aangeboden wordt, dit bezwaar dat men er in
bat algemeen zeer weinig voor voelt om de toe-
De deviezenverordenlngen hebben tenge
volge gehad dat alle financieels banden tus-
eeben het Dultache klooster en zjjn moeder
huizen en zusterinstellingen in het buiten
land verbroken werden. Dit was in de verste
verte niet de bedoeling van den wetgever,
toen hij de deviezenverordenlngen ontwierp.
Integendeel. Hjj zocht alleen maar het zoo
sterk Ineengeschrompelde Dultsche volks-
vermogen voor verdere afvloeiing te be
schermen en hoopte zelfs op een grooteren
toevloed van vreemde valuta.
bij verilM van een hand,
een voet at «en oog
o< de wetgever het echter soo bedoeld heeft
Sf niet, het feit doet zich voor dat het finan-
dsel verkeer tuascben de Dultsche en de an
dere provincies der orden en congregaties welke
er ten allen tijde wel is waar een eigen boek
houding op na hielden, maar die zich niettemin
pooit als scherp gescheiden oeconomlsche een
heden. doch steeds als leden eener groote familie
beschouwden, plotseling geblokkeerd werd op een
oogenblik dat de Dultache provincies alles kon
den verhopen van een ondersteunlngsactle zoo
als zij zelve meermalen ten gunste van hun
broeders en zusters in den vreemde ondernamen.
Ongelooflijk Anna,
wat voor een leven weer
maakt
Wat een wonder. Pro
beert n dan eens, zoo’s
groote vans geruischloos
te breken.
(Lachende Welt).
Naar wij vernemen zal de Nederlandsche Boe
kenweek voor het Jaar 1936 gehouden worden
van 38 Maart tot 4 April; wederom zal in den
boekhandel een speciaal voor deze gelegenheid
vervaardigd boekwerk als „Geschenk” worden
aangeboden aan degenen, die gedurende deze
week voor een bepaald bedrag koopen. De re
dactie van dit geschenkboek is opgedragen aan
mr. Rooi Houwink.
Men versta ons goed: Wanneer de Dultsche
huizen eener wereldwijd verspreide orde of con
gregatie noodlijdend zjjn, dan verhindert niets
en niemand de provincies dier orde of congre
gatie, bij voorbeeld in Nederland. Frankrijk,
Polen en Amerika, om zooveel guldens, franken,
zloty en dollars naar Duitschland te zenden als
se maar willen. Doch tot dergelijke grootscheep-
ache schenkingen sullen in dezen tijd van crisis
slechts in enkele uitzonderingsgevallen bul’.en-
landsche kloosters in staat zijn. Dat het Dult
sche klooster in het algemeen op die manier itt
sjjn noodtoestand bevrijd zou kunnen worden,
js beslist buitengesloten.
Hetzelfde geldt voor het verstrekken van
nieuwe buitenlandsche leenlngen aan Dultsche
kloosters. De orden en congregaties welke bet
dringendst behoefte hebben aan crediet, zjjn in
den regel zoo zwaar belast dat zjj tegen redelijke
voorwaarden geen geld meer kunnen krijgen. De
Dultsche oeconomie voorts ligt zoo geketend in
haar ontelbare buitenlandsche verplichtingen,
dat zjj zich onmogelijk nog meer binden kan.
Tenslotte ware het bovendien een dwaasheid
in de gegeven omstandigheden te verwachten
dat er voldoende particulier geld van particu
lieren ter beschikking zou worden gesteld om
middels nieuwe leenlngen een saneering van het
Dultsche klooster door te voeren.
A T W T"» A °P dlt blad ^gevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 17 tevenslange geheels ongeschiktheid tot werken door 17 bij een ongeval met 17 O EA
Al 4| A tSt JlM I w r*. Jj ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen *JVe verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen Uwe doodelljken afloop •dÖ-Ve"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Intusschen waren Tuimeltje en de kikker het paleis binnen
gehold en doorzochten alle vertrekken, want de appel moest
toch ergens gebleven zijn. Eindelijk kwamen ae in bet slaap
vertrek van den konlng en daar zagen ae hun vorst liggen met
den appel traven op zijn kroon. De punten zaten er diep inge
drukt en de konlng smeekte kikker Karel, hem van dien
zwaren last te bevrijden.
w--. e oudjes in het Armhuis zorgden bijtijds
I 1 in de eetzaal te zijn, want Nol Stoof»
die alles wist wat er in het buis gebeurde
(niemand kon begrijpen boe hjj aan de nieuw
tjes kwam), had verteld dat bet aantal in
woners met Mn vermeerderd waa Iedereen «tal
men der Dultsche oeconomie, maar welke in het
Dultsche oeconomlsche leven toch een zoodanige
rol spelen dat men se niet meer mtewm Hn
Aan den anderen kant evenwel speelt ook
het Dultsche klooster een rol en selfs een zeer
gewichtige rol in het Dultsche oeconomlsche
leven en de staat kan niet onverschillig staan
tegenover het feit dat een te lange aarzeling
om in te grijpen zou kunnen lelden tot een zoo
geweldige kapitaalvernietiging als een bankroet
van het Dultsche klooster zou beteekenen.
Uitgaande van de veronderstelling dat er ook
den staat veel aan gelegen is den bestaanden
noodtoestand van het Dultsche klooster te be
ëindigen en tevens aannemende dat een onbe
perkte beschikbaarstelling van Sperrmarken
zonder eenlge tegenprestatie op zeer groote en
misschien wel onoverwinnelijke moeilijkheden
stuiten zou, won onder de bestuurders van orden
en congregaties geleidelijk de overtuiging meer
en meer veld dat hier alleen over een gulden
middenweg iets te bereiken viel. Zonder Sperr
marken viel er aan een ondersteunlngsactle
welke uitzicht bood op succes, nauwelijks te
denken. Aan den anderen kant leek bet ge-
wenscht, zoo niet noodzakelijk, den staat een
zekere compensatie in buitenlandsche valuta
aan te bieden voor de vrijgegeven Sperrmarken.
Is dit mogelijk? In kringen die het vraagstuk
van het noodlijdende Dultsche klooster aan een
diepgaand onderzoek onderwierpen, gelooft men
van wel, ook al verheelt men zich geenszins de
moeilijkheden welke overwonnen moeten worden
soo men het gestelde doel wil bereiken. Deze
moeilijkheden zijn drie in getal.
I. Tta rechte heeft Mr. Bloys van Treslong
Prins volgehouden, dat de graven van het mld-
denvierkant der oude HOUandache kerk nog
aanwezig moesten zijn,
3. De plaatsbepaling van bet mlddenvlerkant
door Mr. Prins wordt echter door de commis
sie niet juist geacht.
3. Evenmin kan zij zich vereentgen met de
door ZWEG. verrichte locallseering van Jan
Pieterszoon Coen’s graf in dit middenvierkant.
4. De beide bovengenoemde onjuistheden heb
ben elkander niet opgeheven, zoodat net uitge
stoten moet worden geacht, dat de door Mr.
Prins geopende grafkelder het stoffelijk over
schot van Ooen zou hebben bevat.
6. Door het van commlsslewege Ingestelde
terreinonderzoek is de situatie van het mtd-
denvlerkant in het terrein met zekerheid ko
men vast te staan.
6. De plaats van Coen's graf in het mldden
vlerkant is met behulp der historische gecevens
met groote waarschijnlijkheid bepaald kunnen
worden, naar het oordeel der commissie moet
één der belde ten Noorden en ten Zuiden van
bet midden graf gelegen kelders zeer waar
schijnlijk het stoffelijk overschot van J. P. Coen
bevat hebben.
7. In alle onderzochte graven van het mld
denvlerkant zijn beenderen aangetroffen Som
mige van die graven bevatten uitsluitend of
bijna uitsluitend de resten van den persoon of
de personen die er oorspronkelijk in zijn otfge-
zet. Andere zijn gebruikt om erin te deponee-
ren beenderen uit elders opgeruimde graven. In
zulk een verzamelgraf kunnen de skeletten van
de personen, die oorspronkelijk In dat graf zijn
bijgezet, niet teruggevonden worden
8. Het door Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins
geconstrueerde „skelet van J. P. Coen" is af
komstig uit zulk een verzamelgraf. In over
eenstemming met zijn herkomst is bet een
verzameling van beenderen, die aan verschil
lende personen behoord hebben. Het is niet
aannemelijk dat de langste eerie beenderen,
afkomstig van één persoon, die uit de deden
van dit .skelet" kan worden samengesteld een
deel van Coen's gebeente sou kunnen vormen.
9. Alle onderzochte graven, ook degene, die
niet als verzamelgraf zjjn gebruikt, bleken reeds
vroeger geopend en vermoedelijk doorzocht,
waarbij de normale ligging der skeletdeelen mln
of meer ernstig is gestoord.
10. In alle graven vertoonen de meeste been
deren oude breuken. Deze breuken kunnen ont
staan zijn bij het volstorten van de graven met
aarde en puin, wat eertijds is geschied. In
overeenstemming hiermede werd van de sche
dels geen enkele in onbeschadlgden toestand
teruggevonden. Bij de reconstructie van sche
dels uit gevonden fragmenten gelukte het
slechts éénmaal ook het aangezichtsdeel van
den schedel vrij volledig te herstellen. Deze
schedel is zeker niet die van J. P. Ooen.
II. Voor het Identiflceeren van een skelet is
bet vergelijken van den vorm van het aange-
zlchtedeel van den schedel met de portretten
van den overledene het vrijwel eenlge positieve
middel (in negatieven zin konden ook andere
kenmerken gebruikt worden).
Gezien den toestand, waarin de schedels In
alle onderzochte graven verkeerden, kan wor
den verklaard, dat in geval J. P. Ooen in een
ander graf dan het onderzochte zou zijn bij
gezet, of indien skeletdeelen van hem later in
een nog niet onderzocht graf zouden zjjn ver
plaatst, het uitermate onwaarschijnlijk moet
worden geacht, dat sfjn schedel voldoende vol
ledig zou rijn bewaard om identificatie moge
lijk te maken.
Ken advertentie behoeft geen kapitalen* ta
tosten Plaats maar sens een Omroeperl Rubri-
oeenng en geWkvonntae eecwtjaa. BUUjk te»-
ieletarief
Wat een bof, dat Ik je ontmoette, ik zou een
figuur geslagen hebben. Ik had geen flauw idee,
dat het zooveel zou kosten. Ik had voor dat geld
een goed paard kunnen koopen."
,JUta zal je nog heel wat moeten leeren,”
glimlachte Betty.
Maar inwendig lachte stj niet, het beele ge
val was pijnlijk geweest, vooral omdat zij be
grepen had, dat- de winkelier eerst meende,
dat de ring voor haar was. Zij had zich goed
gehouden, maar die laatste woorden van Roger
deden haar bet dwaze van bet heele geval
je daar mee?” vroeg hij en
leunde over de tafel naar haar toe. Er vonkte
iets in zijn oogen.
,Jk bedoel, dat je jezelf moet blijven. Geen
vrouw mag jon om haar vinger winden."
Roger's trots, de trots van een jongmaan.
waadadoWk in het hamaa.
gezegde marken in goud te betalen. Van alle
■m ~.rtreeft men BaMr deel der
miUiarden ingevroren Sperrmarken die gemid
deld slechts een derde kosten van den prijs der
gouden mark, te mobillseeren om bet Dultache
klooster te bevrijden uit den noodtoestand waar
in bet zich bevindt.
Dit gaat echter niet zoo eenvoudig. Dultach-
land denkt er niet aan om zoo maar voetstoots
Het spreekt vanzelf dat bet probleem eener
aaneering van het Dultsche klooster staat of
valt met de oplossing der twee laatste van de
drie genoemde moeilijkheden. Men vertrouwt er
op deze oplossing te kunnen vinden in een groo-
tere afname van Dultsche waren door die bui
tenlandsche orden en congregaties welke haar
moederhuizen en zusterinstellingen In Duitsch
land willen helpen. Een dergelijke grootere af
name van Dultsche waren toch brengt werk
verschaffing en toename van den uitvoer met
zich mede, waardoor de beschikbaarstelling van
een bepaald bedrag aan Sperrmarken oecono-
misch in alle opzichten te verantwoorden valt.
Betalen de buitenlandsche kloosters een deel der
afgenomen Dultsche waren in valuta, dan be-
teekent dit een directe winst voor de Dultsche
schatkist, welke winst zonder eenig bezwaar kan
worden overgemaakt aan de noodlijdende Dult
sche kloosters. Het geld dat dezen op die ma
nier toevloeit, dient echter alleen maar voor
hun saneering en blijft eigendom dergenen die
het hun langs den boven geschetsten omweg
deden toevloeien.
Over de eerstvolgende internationale twee-
jaarlijksche tentoonstelling te Veneti* kan het
volgende worden gemeld:
De tentoonstel hng zal den laten Juni worden
geopend en zoowel voor de Itallaansche In
zendingen als voor die deV andere landen,
welke hun eigen paviljoens bezitten, blijven de
tot dusverre georulkelijke maatregelen van
kracht. De cinematografische afdeeling zal dit
jaar aanzienlijk worden uitgebreid. De musiek-
en tooneelsecties worden met bijzondere zorg
voorbereid en er zullen verscheidene buiten
landsche ensembles optreden.
tie, maar Nol had verder niets te berichten.
Nu zaten ae allen in afwachting met bun
gezicht naar de deur, waar de overste met den
nieuweling zou binnenkomen en tem hun voor
stellen en een plaats wijzen aan de gemeen
schappelijke tafel. Ze fluisterden enkele woor
den tot elkaar, als vóór een plechtige gebeur
tenis, blij om elke afleiding, en alsof door een
luid gesprek tet grootache van het oogenblik
geschonden zou worden. Nol Stoots stond als
een hoofdman vooraan. Voor Nol hadden ze
allemaal respect, want die had veel van de
wereld gezien en nu beschouwden zij tem als
hun meerdere.
„Stil!" gebood Nol. „Daar komt hij.”
„Hij is al bar oud,” vond Pietje Kuip, die
zelf de tachtig nabij was. „Hjj aal wel den heè-
len dag in een hoekje zitten suffen.”
Maar hierin vergiste men rich.
Jan Botarmans, zooals de overste den nieu
wen gast voorstelde, was zeer spraakzaam en
aan de alles-in-zich-opnemende oogen zag men,
dat hU nog heel goed bij was. Al gauw werd hi)
de goede kameraad van allen, want Jan Boter-
mans scheen familie te hebben, die hem nog al
geld in de hand stopte, waarvan hjj den oudjes
gul meedeelde. Eén was er echter, die niet te
beïnvloeden was. En als Jan moeite deed om
ook dezen in hun gezelschap op te nemen, of
in hun gesprek te betrekken, dan zei Nol Stoots:
.Jteat dien kniesoor maar aan zijn lot over.
W|j kunnen tem best missen."
En op een middag, toen hij en Jan samen in
den tuin kuierden, vertelde hjj onder de groot
ste geheimhouding:
„Het bestuur heeft ons verzocht er onder
elkaar niet over te spreken, maar Dirk Wansus
is verdacht geweest van moord. Hij werkte als
duivelstoejager in een magazijn en op een avond
lag de patroon daar vermoord in zijn kantoor.
Je hebt het misschien wel gelezen. Er was een
boekhouder nog laat aan het werk geweest:
een zekere Marius Verdam, en deae werd later,
omdat hjj schulden scheen te hebben en dief
stal de drijfveer moest zijn geweest, voor den
dader gehouden. HU kreeg twintig Jaar. Dit
is nu aoowat twee maanden geleden. De zaak
werd verkocht en Dirk Wansus kwam hier zijn
tenten opslaan.”
„Het schijnt hem te drukken, dat men hem
als den schuldige beschouwd heeft," meende
Jan Botermans. „HU zit maar steeds in elkaar
gedoken als een teel oude man."
„HU kan hier niet wennen," beweerde Nol.
„HU schUnt ook altijd nog al bar veel gedron
ken te hebben en hier mist hU natuurlUk zUn
hassebasje. WU kijken niet meer naar hem om.
Als wU hem iets zeggen, dan snauwt hU: ,Xaat
me gerust!"
„Dan zal ik mijn beat nog eens doen,” zei
Jan. „Het zal den man zUn dood wezen, als hU
maar steeds aan zichzelf overgelaten wordt.”
„HU wil niet anders."
haar het dwaze van tet heele geval
inzien. Tachtig pond was heel wat voor Roger
en het zou een kleinigheid zUn voor Rita.
De auto zette hen af aan een hotel
spoedig zaten zij rustig aan een tafeltje in de
eetzaal.
Roger keek Betty aan en zU
naar Roger.
,Jk geloof niet, dat ik het je
kan zeggen," begon hij, „er rijn
veel menschen, begrijp Je.”
„O, Ja," zei Betty, maar zU kon nauwelUks
haar tranen inhouden. ZU stond er dus bulten,
rij had geen toegang tot Roger's ge’uk.
.Ja. Ik begrijp het,” zei ae echter even later
met vaste stem. „We hoeven elkaar niets te
zeggen, ben je echt gelukkig?"
Roger glimlachte zonder woorden. Ook dit
sneed Betty door het hart, hU was zoo zeker
van hun vriendschap.
„Wees daar maar gerust op,” zei htf, Je bent
Rita."
Voor Ditty's «eest verscheen tet teeH vaa
„Geen kwestie van,” beet hU dadelUk af.
„Ik wil Je niet kwetsen," zei zU. „Ik geloof
dat «U van je houdt om wat je bent.
Nou, dan moet je dat ook blUven. Nu meet
ik heusch weg. moeder dacht, dat ik al vóór
de lunch terug zou rijn. Mag ik bet thuis
vertellen?"
„Doe het maar," sei Roger. Jk ga zelf naar
neef 8am."
Toen Betty thuiskwam, was Lady Anna uit.
een zieke bezoeken in het dorp, zooals haar
gezegd werd. Dick en majoor Rlckstead waren
uit jagen, dus ging Betty naar haar kamer,
w*rp haar hoed af en ging zitten.
Haar hoofd voelde heet en zU moest op haar
lippen buten om haar tranen terug te dringen.
Hoe kon Roger zoo dom zUn? Bijna moest zU
lachen om de ironie van die ontmoeting. Dat
zU Juist den ring voor Rita moest he’pen uit
zoeken. Het was waar, zU had geholpen om
die twee samen te brengen en zU had tet
kunnen verwachten. Maar waarom deed tet
dan nu zoo*n pijn? En zU kon zich niet eens
troosten met de gedachte, dat Roger gelukkig
zou worden. HU blUft niet eens de Roger waar
ik zoo trotach op was. Toen begonnen de tranen
te val’en.
Teen rij opeag stond tot haar grooten schrik
majoor Rlckstead in de open tuindeur. Met
een snik list sfj haar hoofd in haar handen
zinken.
Ja, ik begrijp t," zei Betty. „Alleen
maarals ae maar niet gauw genoeg krijgt
van Beckford.”
„Ik hoop van niet," zei Roger met donkeren
blik.
„Dat ia tet eenlge waar ik bang voor ben. ZU
vindt het een gat. Ik aal me een beetje moeten
aanpaseen.”
..Pas Je niet te veel aan,” zei Betty vlug.
Er viel een ietwat pUnlUke stilte, dan vroeg
hU:
„Heb je iets tegen haar gezegd over gods
dienst?"
.Heen, hoe kon ik dat nou?” vroeg hU vinnig.
„Ze -te- katholiek, tenminste ze was het op
Hawkhurst.”
..Hm," zei Betty. Je weet, hoe we daarover
dachten toentertijd. Je moet het zeker weten.
Roger. Ik zou niet graag een halve katholiek
op Beckford zien. Luister naar mU. Maak het
haar dade'Uk duidelUk. wat Je van haar ver
wacht. dat Je verwacht, dat zU haar plichten
goed waarneemt."
JZoo moet Je het niet zeggen, Betty," sri
Roger kort. „Laat dat maar aan m|j over.”
het gast me niet aan,' zei
je alleen niet te veel aan-
Rlta. Zou zU hem werkelUk gelukkig maken? Lag
er diepte in die donkere cogen?
„Het is wel erg gauw gegaan,” merkte zU
even later op.
Jk wist bet dadelUk," zei Roger. .Maar ik
dacht, dat ik meer moeite zou moeten doen, om
haar te winnen."
.Maar waar heb je haar dan weer ontmoet?
ZU zUn van ons weggegaan met den auto, om
naar de meren te rijden."
„De auto werd defect vlak bU ons in ae
buurt," legde Roger uit. „En zU lunchte bU ons,
met haar vader. En dan. Ja, toen, ik weet tet
niet precies, Betty....”
„Wel.” sei Betty, ,Je weet, dat ik Je tet
allerbeste wenbeh.”
De komst van den kellner was een welkome
afleiding en verder praatte Roger over niets
dan over zUn plannen. Toen hU na den maal
tijd een sigaret rookte, merkte hU. hoe ernstig
Betty’s gezicht stond en toen betrok ook tet
«Une.
„Vind je al die veranderingen niet goed?”
vroeg hij.
Jk heb niets goed te vinden,” antwoordde
zü. Jk denk er alleen maar over. Ik vind tet
vreemd, dat ja al die veranderingen zoo maar
Ineens toestaat. Niets voor jou.”
,A sta over mezelf verbaasd," zet Roger
peinzend. .Maar kijk eens, ik kon toch ook niet
weigeren. Rite moet toch hebben, wat aQ ge
wend ie. Ik geloof, dat haar huwelUk met mQ
een offer voor haar is. Ik bedoel, ik ben toch
niet soo’n precht-portU. we'? Ik moet dat een
beetje goed maten, begrijp Ja-"
Ben seoonde aarzelde Betty, dan zei ze:
„Vooruit maar, maar je moet den ring zelf
Utaoeken. Ik weet niet waa> Rita van houdt.”
Jk ook niet," lachte hU. is allemaal
*>o gauw gegaan.... en tet is zoo heerlUk,
Betty. Je moet me nog eens helpen, ik weet
•tets van steenen af.”
-Boe veel dacht je te besteden?” vroeg «U-
Jk heb er geen idee van. Ik heb tien pond
■teegebracht”
„Tien pond," riep Betty uit „Voor een ver-
lovtngzrtng?"
ZU begon te lachen op die "Teemde manier,
van den laatsten tUd, treurig bn toch vol goed
heid.
J» tet niet genoeg?” vroeg hU vlug.
-Nee°. niet genoeg voor een meisje als Rita
■•la Riva, ik geloof tenm'nste niet dat je
te» echt fijns kunt krijgen onder vijf maal
tet bedrag
«eter stond paf.
-Ik wou, dat ik meer ted meegebracht,"
te hfl. JHet- kan me niet schelen wat het
Maar Jan Botermans zette door. Mi nu hU
gehoord had, dat Dirk van een borrel hield, zou
hU hem wel wetan over te halen, daar uit dat
hoekje te komen, waar hij usen in elkaar ge
doken zat, hangend C-
Op een middag, oat Ji
hield hjj hem eenkjtl^
voor.
.Buik eens, Wansus."
.Xaat me gerust” snauwde hU-
Doch Jan herhaalde:
„Ruik eens. Wansus..., Jenever, man....
een peketanteje voor jou; als je met mU ean
wandeling in den tuin gaat maken. Achter een
struik kun je
er een slok van
nemen en mor
gen weer een.”
Ds doffe oogen
win Wanlus
leefden 00. HU
kwam overeind.
Even keek htf Jan wantrouwend aan en toen
viel hij weer in zijn vroegere houding van in
dolentie terug.
„Ga weg.” knorde hU- „Ga wegl"
Maar na eenig aanhouden van Jan werd
Dirk de verleiding te sterk. HU stond op en
volgde Jan naar den uitgang.
Even later zaten zU op een bank verscholen
tusschen het groen en nam Dirk een fllnken
slok uit het fleechje, dat Jan daarna haastig
in zijn ask stopte, met de woerden: ,JDe rest
morgen.”
En zoo werden Jan en Dirk kameraden en
dikwijls zag men hen samen een wandeling
maken.
Doch over het verleden van Dirk kwam Jan
Botermans weinig te weten. Vooral over den
moord, waarvoor hU onder beschuldiging had
gestaan, sprak Dirk geen woord. Evenmin over
zijn laatstebetrekking. Efa Jan wilde niet
rechtstreeks over die zaak beginnen, omdat Nol
Stoofs tet tem als een geheim verteld had. HU
was echter van het gansete proces op de
hoogte, want de veroordeelde was zUn eigen
soon. En daar hU overtuigd was van diens on
schuld. hoewel de bewUzen tegen Marius waren,
trachtte hU onder vermomming en door een
tijdelUk verbluf in het Armhuis, dit met goed
vinden van het bestuur. Dirk Wansus op een
of andere manier tot een bekentenis te dwingen.
Misschien, als hU zijn vertrouwen wiet te
winnen....
HU kwam echter geen stap verder. Toen1 be
gon hu over een vonnis, dat die dagen ieder*
aandacht trok en veel overeenkomst had met
dat van zUn zoon. HU las tet verslag en de
veroordeeling aan Dirk voor en besloot:
•Met is treurig als je onschuldig tent, zooals
deze man bezweert en volhoudt en je wordt
dan toch veroordeeld en je krijgt levenslang.
Het moet vreeeelUk zijn aoo'n vonnis over Je
te hoeren uitspreken. MU dunkt, ik zou krank
zinnig worden. En neem nu eens aan. dat die
man werkelUk onschuldig is, zou degene, die de
misdaad bedreven heeft, dan geen wroeging
krUgen, om een onschuldige voor tem te laten
boeten? HU moet, veronderstel Ik, geen minuut
rust meer hebben in zijn leven. En rijdens zU»
slaap zullen hem wel onaangename droomen
kwellen, die hem den angst op tet MJf jagen.
Ik wed, dat zoo iemand dien armen onschuldig
veroordeelde steeds voor oogen heeft; dat s«n
beeld hem dag en nacht vervolgt. En dan zUn
geweten. Iedereen heeft toch een geweten, niet
waar, Wansus? Zou JU «on rustig oogenblik
kunnen hebben, als JU zoo iets op je geweten
had? En zoo iemand moet ook aan den dood
denken. Eens heeft hU zich voor God te ver
antwoorden, niet waar?”
Dirk Wansus zat met gshngest hoofd. HB
keek niet op, maar bromde:
„Geef me nog een slok, Botermansl”
,Bn je hebt de helft van tet fleechje al op,”
verweet Jan. „Moeder Overste aal merken, dat
Je naar drank ruikt, kerel en dan moet je de
laan uit en.... Ik ook, omdat ik hier Jenever
binnengesmokkeld heb.”
„Geef maar op," zet Dirk. JDe Overste kan
voor mUn port naar den duivel loopen."
Mé! hé! niet zoo onverschillig; man! Waar
moeten we teen, als hier de deur voor ons ge
sloten wordt?”
„Laat hen ze sluiten," gromde Dtrk, en klok
te het gansete fleaehje leeg. „Nu ajuus," aei hl).
„Ik ga.... even.... een pakje tabak koopen."
Jan Verdam, alias Jan Botermans, volgde
tem ongemerkt. Dirk Wansus stevende recht
streeks op s(jn doel af en ging zich aan tet
commissariaat van politie als de dader vin
den moord op zUn oud patroon aanmelden.
De vader van den onschuldig veroordeelde
kon zUn ongeduld niet bedwingen en trad
eveneens bet kantoor in, waar de dienstdoende
agent hem verzocht even geduld te hebben,
daar de commissaris belet had....
Dien avond telde tet Armhuis twee Inwoners
minder: Jan Verdam, die in den gezelllgen
kring van zUn famlHe zat, waar, voor tet eerst
sinds maanden weer een opgeruimd gezicht te
zien was en men overlegde op welke monter
men Marius, na de herziening van tet proces,
tet feesteUJkst kon onthalen.
De tweede was Dirk Wansus. HU «at in esn
cel, maar in rijn hart was nu de vrede, dien hjj
al die maanden nergens had kunnen vinden.
En bUna was hu Jan Botermans dankbaar voor
dit geluk.
e commissie Inzake het graf van Jan
J Pieterszoon Coen deelt mede, dat zU uit
de combinatie van het onderzoek der
historische gegevens, van ds ontgraving en
van tet anatomisch ondersoek tot de volgende
conclusies gekomen is;
^e kunt een ring uitzoeken en later een
chèque sturen,” zei Betty rustig. „Dat gaat
hier in elk geval wel, rij kennen me hier.”
De winkelbediende herkende juffrouw Hor-
nock en zUn glimlach was niet alleen ge
dienstig maar bijna guit g, toen hU een keuze
ringen voor hen neerzette
Roger, die ineens verlegen was geworden,
liet het meeste aan Betty over. hU tet haar
maar praten en teen er ten slotte gekozen
moest worden, liet hU ook dat aan hAar over.
,Jk zou u aanraden den saffier te nemen,
juffrouw Hornock,” zei de winkelier, toen zU
aarzelde.
,Ma*r ik denk, dat Rits den opaal het mooiste
zal vinden," zei Betty tegen Roger met veel
nadruk. „Het is een prachtige steen en de
diamanten er omheen geven een mooi contrast."
„Het is een vuur-opaal," bracht de winke
lier in het midden. .En daarom beschouwt men
hem niet als ongeluk brengend.”
,Jk geloof niet, dat «U bUgeloovig Is." zei
Roger, die zich zeer ongelukkig voe'de op tet
hooge wlnkelstoeltje. „Hoeveel kost hU?"
..Tachtis nond.”
„Goed,” sei Roger. „Zoodrs u mijn chèque
krijgt, kunt u hem sturen, maar u moet den
ring kleiner maken, zU heeft zulke dunne
vingertjes."
„Het te al een kleine ring,” zei de be
diende. J»ast u eens. Juffrouw Hornock."
„O. maar Rita’s handjes zUn veel kleiner,”
zei Roger openhartig. zal haar vragen een
ring te sturen voor de miat. Kom mee, Betty,
je riet «r uit, at ja noodig iets gebruiken moet.