Kloosters Duitschland WUl Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden den daj F 750.- F 750.- in I LIEFDE I EN EER I □OOR M. E.’ FRANCIS GEEN SPRAKE VAN! I i Het graf van J. P. Coen Gaan zakarhaid te oer&rvren DE SANEERING De nieuwe inwoner De Biennale te Venetië Boekenweek 1936 VRIJDAG 6 MAART 1936 SKfes-SMBsaaMmm..aB«9Hn waar allesbehalve een hechte steunpilaar vor- J. P. Coen B e i. De konlng voelde I wel. I en keet nistic bedoel Wordt vervolgd) 4 ÜJT- i i K De faming, die op zijn praalbed lag te slapen, voelde dat er iets zwaars op zijn 'hoofd neerkwam. En was was dat? De appel die door bet dak van het paleis was gevallen, kwam precies in de mooiste kamer terecht. De faming deed zijn oogen open en durfde zich niet te bewegen en hij riep luidkeels cm hulp. De Dultache orden en congregaties twij felen er niet aan of zjj hebben van niemand iets te verwachten dan van haar moeder- huizen en zusterinstellingen in het buiten land. Baar verwachtingen in deae mogen geenszins te rooskleurig worden genoemd, daar aanbiedingen tot hulpverleenlng reeds in overvloed werden gedaan. Aldus de voornaamste inhoud der Ideeën waar mee men het Dultsche klooster uit zijn nood toestand hoopt te verlossen. WU zeggen opzet telijk ideeën, omdat het nog wat voorbarig lijkt reeds nu over scherp omUJnde plannen te spreken. Intusschen hebben deze ideeën echter wel een zoodanlgen vorm aangenomen, dat men bet in regeeringskringen nuttig achtte ze aan een voorlooplg onderzoek te onderwerpen. in Duitschland over het algemeen niet helpen kunnen door schenkingen k fonds perdu en dat zji de bedragen welke zjj bereid zijn voor een Ten eerste zal, naar men aanneemt, de Dult sche regeering voor eventueel ter beschikking gestelde Sperrmarken een compensatie vragen In valuta. Tm tweede, houdt men er rekening mee dat Berlijn zekere waarborgen aal eischen in dien zin: dat het vrijgeven van een aanvullend be drag aan Sperrmarken zonder tegenprestatie in vreemde valuta verantwoord moet kunnen wor den tegenover de huidige, zeer moeilijke positie der Dultsche oeconomie. Ten derde, gaat men uit van de veronderstel lingen dat de buitenlandsche orden en congre gaties haar moederhuizen en zusterinstellingen ontvangen, minstens voor het grootste deel en binnen afzlenboren tijd. nu allemaal hier nog te Dat was iets wat Karei en Tuimeltje direct wilden doen. Nu hadden se tenminste weer kans in de gunst van den konlng te geraken; ook de twee torretjes kropen op het bed om te helpen. Kikker Karei probeerde met zijn rug den appel op te lichten en Tuimeltje zette zijn voet tegen den appel overal pijn, maar toen de appel op den grond viel, vond hU dezen zoo mooi, dat hij hem direct wikte houden en tegen zijn redden was hij erg vriendelijk. als een leege zak. at Jan met hem alleen was, MMo-fleochje met jenever Zooals wij boven reeds betoogden kunnen de «den en congregaties in den huldigen tijd, nu NI zelve niet weten aan welke beproevingen baar bezit nog kan worden bloot gesteld, ook ai beschikken ze over ruime middelen, haar kapitaal niet A fonds perdu doen overvloeien naar haar nederzettingen in Duitschland. De steun welken zjj zoo overvloedig aanbieden, draagt dan ook in den regel bet stempel eener belegging op langen termijn en tegen makkelijke voorwaarden in objecten als instellingen van onderwijs, ziekenhuizen, noodlijdende instituten voor kerkelijk crediet en dergeljjke, die voor den gemiddelden belegger weinig aantrekkingskracht hebben daar ae in een moeilijke situatie ver- keeren en voorlooplg geen uitzicht bieden op eenlge winst, maar die met wijs beleid en mits ae door bun oogenbUkkeljjke moeilijkheden heen geholpen worden, toch voldoende waarborgen Meden voor de mogelijkheid eener algeheele aaneering. Dultache kloosters en daarmee samenhangen de instellingen op paedagoglsch, oeconomtech on charitatief gebied welke op deze manier bin nen afzlenbaren tijd weer gezond gemaakt zou den kunnen worden en wel zoo gezond dat ze „O, natuurlijk, Betty. .Je moet passen." „Wat zijn naar bet oordeel dergenen die zich met het vraagstuk van den huldigen noodtoestand bezig houden, hoegenaamd geen uitzonderingen. In tegendeel is het zeer goed mogelijk het Dultache klooster In den ruimsten zin des woprds te se nsoren. De instellingen waarover het vonnis -oecooomlach niet te verantwoorden" moet wor- e den uitgesproken, zijn er zonder eenlgen twijfel, doch bet percentage er van is op bet geheel gering. Intusschen heeft de hulp welke vanuit het buitenland den Dultachen orden en congregaties aangeboden wordt, dit bezwaar dat men er in bat algemeen zeer weinig voor voelt om de toe- De deviezenverordenlngen hebben tenge volge gehad dat alle financieels banden tus- eeben het Dultache klooster en zjjn moeder huizen en zusterinstellingen in het buiten land verbroken werden. Dit was in de verste verte niet de bedoeling van den wetgever, toen hij de deviezenverordenlngen ontwierp. Integendeel. Hjj zocht alleen maar het zoo sterk Ineengeschrompelde Dultsche volks- vermogen voor verdere afvloeiing te be schermen en hoopte zelfs op een grooteren toevloed van vreemde valuta. bij verilM van een hand, een voet at «en oog o< de wetgever het echter soo bedoeld heeft Sf niet, het feit doet zich voor dat het finan- dsel verkeer tuascben de Dultsche en de an dere provincies der orden en congregaties welke er ten allen tijde wel is waar een eigen boek houding op na hielden, maar die zich niettemin pooit als scherp gescheiden oeconomlsche een heden. doch steeds als leden eener groote familie beschouwden, plotseling geblokkeerd werd op een oogenblik dat de Dultache provincies alles kon den verhopen van een ondersteunlngsactle zoo als zij zelve meermalen ten gunste van hun broeders en zusters in den vreemde ondernamen. Ongelooflijk Anna, wat voor een leven weer maakt Wat een wonder. Pro beert n dan eens, zoo’s groote vans geruischloos te breken. (Lachende Welt). Naar wij vernemen zal de Nederlandsche Boe kenweek voor het Jaar 1936 gehouden worden van 38 Maart tot 4 April; wederom zal in den boekhandel een speciaal voor deze gelegenheid vervaardigd boekwerk als „Geschenk” worden aangeboden aan degenen, die gedurende deze week voor een bepaald bedrag koopen. De re dactie van dit geschenkboek is opgedragen aan mr. Rooi Houwink. Men versta ons goed: Wanneer de Dultsche huizen eener wereldwijd verspreide orde of con gregatie noodlijdend zjjn, dan verhindert niets en niemand de provincies dier orde of congre gatie, bij voorbeeld in Nederland. Frankrijk, Polen en Amerika, om zooveel guldens, franken, zloty en dollars naar Duitschland te zenden als se maar willen. Doch tot dergelijke grootscheep- ache schenkingen sullen in dezen tijd van crisis slechts in enkele uitzonderingsgevallen bul’.en- landsche kloosters in staat zijn. Dat het Dult sche klooster in het algemeen op die manier itt sjjn noodtoestand bevrijd zou kunnen worden, js beslist buitengesloten. Hetzelfde geldt voor het verstrekken van nieuwe buitenlandsche leenlngen aan Dultsche kloosters. De orden en congregaties welke bet dringendst behoefte hebben aan crediet, zjjn in den regel zoo zwaar belast dat zjj tegen redelijke voorwaarden geen geld meer kunnen krijgen. De Dultsche oeconomie voorts ligt zoo geketend in haar ontelbare buitenlandsche verplichtingen, dat zjj zich onmogelijk nog meer binden kan. Tenslotte ware het bovendien een dwaasheid in de gegeven omstandigheden te verwachten dat er voldoende particulier geld van particu lieren ter beschikking zou worden gesteld om middels nieuwe leenlngen een saneering van het Dultsche klooster door te voeren. A T W T"» A °P dlt blad ^gevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 17 tevenslange geheels ongeschiktheid tot werken door 17 bij een ongeval met 17 O EA Al 4| A tSt JlM I w r*. Jj ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen *JVe verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen Uwe doodelljken afloop •dÖ-Ve" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERUES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Intusschen waren Tuimeltje en de kikker het paleis binnen gehold en doorzochten alle vertrekken, want de appel moest toch ergens gebleven zijn. Eindelijk kwamen ae in bet slaap vertrek van den konlng en daar zagen ae hun vorst liggen met den appel traven op zijn kroon. De punten zaten er diep inge drukt en de konlng smeekte kikker Karel, hem van dien zwaren last te bevrijden. w--. e oudjes in het Armhuis zorgden bijtijds I 1 in de eetzaal te zijn, want Nol Stoof» die alles wist wat er in het buis gebeurde (niemand kon begrijpen boe hjj aan de nieuw tjes kwam), had verteld dat bet aantal in woners met Mn vermeerderd waa Iedereen «tal men der Dultsche oeconomie, maar welke in het Dultsche oeconomlsche leven toch een zoodanige rol spelen dat men se niet meer mtewm Hn Aan den anderen kant evenwel speelt ook het Dultsche klooster een rol en selfs een zeer gewichtige rol in het Dultsche oeconomlsche leven en de staat kan niet onverschillig staan tegenover het feit dat een te lange aarzeling om in te grijpen zou kunnen lelden tot een zoo geweldige kapitaalvernietiging als een bankroet van het Dultsche klooster zou beteekenen. Uitgaande van de veronderstelling dat er ook den staat veel aan gelegen is den bestaanden noodtoestand van het Dultsche klooster te be ëindigen en tevens aannemende dat een onbe perkte beschikbaarstelling van Sperrmarken zonder eenlge tegenprestatie op zeer groote en misschien wel onoverwinnelijke moeilijkheden stuiten zou, won onder de bestuurders van orden en congregaties geleidelijk de overtuiging meer en meer veld dat hier alleen over een gulden middenweg iets te bereiken viel. Zonder Sperr marken viel er aan een ondersteunlngsactle welke uitzicht bood op succes, nauwelijks te denken. Aan den anderen kant leek bet ge- wenscht, zoo niet noodzakelijk, den staat een zekere compensatie in buitenlandsche valuta aan te bieden voor de vrijgegeven Sperrmarken. Is dit mogelijk? In kringen die het vraagstuk van het noodlijdende Dultsche klooster aan een diepgaand onderzoek onderwierpen, gelooft men van wel, ook al verheelt men zich geenszins de moeilijkheden welke overwonnen moeten worden soo men het gestelde doel wil bereiken. Deze moeilijkheden zijn drie in getal. I. Tta rechte heeft Mr. Bloys van Treslong Prins volgehouden, dat de graven van het mld- denvierkant der oude HOUandache kerk nog aanwezig moesten zijn, 3. De plaatsbepaling van bet mlddenvlerkant door Mr. Prins wordt echter door de commis sie niet juist geacht. 3. Evenmin kan zij zich vereentgen met de door ZWEG. verrichte locallseering van Jan Pieterszoon Coen’s graf in dit middenvierkant. 4. De beide bovengenoemde onjuistheden heb ben elkander niet opgeheven, zoodat net uitge stoten moet worden geacht, dat de door Mr. Prins geopende grafkelder het stoffelijk over schot van Ooen zou hebben bevat. 6. Door het van commlsslewege Ingestelde terreinonderzoek is de situatie van het mtd- denvlerkant in het terrein met zekerheid ko men vast te staan. 6. De plaats van Coen's graf in het mldden vlerkant is met behulp der historische gecevens met groote waarschijnlijkheid bepaald kunnen worden, naar het oordeel der commissie moet één der belde ten Noorden en ten Zuiden van bet midden graf gelegen kelders zeer waar schijnlijk het stoffelijk overschot van J. P. Coen bevat hebben. 7. In alle onderzochte graven van het mld denvlerkant zijn beenderen aangetroffen Som mige van die graven bevatten uitsluitend of bijna uitsluitend de resten van den persoon of de personen die er oorspronkelijk in zijn otfge- zet. Andere zijn gebruikt om erin te deponee- ren beenderen uit elders opgeruimde graven. In zulk een verzamelgraf kunnen de skeletten van de personen, die oorspronkelijk In dat graf zijn bijgezet, niet teruggevonden worden 8. Het door Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins geconstrueerde „skelet van J. P. Coen" is af komstig uit zulk een verzamelgraf. In over eenstemming met zijn herkomst is bet een verzameling van beenderen, die aan verschil lende personen behoord hebben. Het is niet aannemelijk dat de langste eerie beenderen, afkomstig van één persoon, die uit de deden van dit .skelet" kan worden samengesteld een deel van Coen's gebeente sou kunnen vormen. 9. Alle onderzochte graven, ook degene, die niet als verzamelgraf zjjn gebruikt, bleken reeds vroeger geopend en vermoedelijk doorzocht, waarbij de normale ligging der skeletdeelen mln of meer ernstig is gestoord. 10. In alle graven vertoonen de meeste been deren oude breuken. Deze breuken kunnen ont staan zijn bij het volstorten van de graven met aarde en puin, wat eertijds is geschied. In overeenstemming hiermede werd van de sche dels geen enkele in onbeschadlgden toestand teruggevonden. Bij de reconstructie van sche dels uit gevonden fragmenten gelukte het slechts éénmaal ook het aangezichtsdeel van den schedel vrij volledig te herstellen. Deze schedel is zeker niet die van J. P. Ooen. II. Voor het Identiflceeren van een skelet is bet vergelijken van den vorm van het aange- zlchtedeel van den schedel met de portretten van den overledene het vrijwel eenlge positieve middel (in negatieven zin konden ook andere kenmerken gebruikt worden). Gezien den toestand, waarin de schedels In alle onderzochte graven verkeerden, kan wor den verklaard, dat in geval J. P. Ooen in een ander graf dan het onderzochte zou zijn bij gezet, of indien skeletdeelen van hem later in een nog niet onderzocht graf zouden zjjn ver plaatst, het uitermate onwaarschijnlijk moet worden geacht, dat sfjn schedel voldoende vol ledig zou rijn bewaard om identificatie moge lijk te maken. Ken advertentie behoeft geen kapitalen* ta tosten Plaats maar sens een Omroeperl Rubri- oeenng en geWkvonntae eecwtjaa. BUUjk te»- ieletarief Wat een bof, dat Ik je ontmoette, ik zou een figuur geslagen hebben. Ik had geen flauw idee, dat het zooveel zou kosten. Ik had voor dat geld een goed paard kunnen koopen." ,JUta zal je nog heel wat moeten leeren,” glimlachte Betty. Maar inwendig lachte stj niet, het beele ge val was pijnlijk geweest, vooral omdat zij be grepen had, dat- de winkelier eerst meende, dat de ring voor haar was. Zij had zich goed gehouden, maar die laatste woorden van Roger deden haar bet dwaze van bet heele geval je daar mee?” vroeg hij en leunde over de tafel naar haar toe. Er vonkte iets in zijn oogen. ,Jk bedoel, dat je jezelf moet blijven. Geen vrouw mag jon om haar vinger winden." Roger's trots, de trots van een jongmaan. waadadoWk in het hamaa. gezegde marken in goud te betalen. Van alle ■m ~.rtreeft men BaMr deel der miUiarden ingevroren Sperrmarken die gemid deld slechts een derde kosten van den prijs der gouden mark, te mobillseeren om bet Dultache klooster te bevrijden uit den noodtoestand waar in bet zich bevindt. Dit gaat echter niet zoo eenvoudig. Dultach- land denkt er niet aan om zoo maar voetstoots Het spreekt vanzelf dat bet probleem eener aaneering van het Dultsche klooster staat of valt met de oplossing der twee laatste van de drie genoemde moeilijkheden. Men vertrouwt er op deze oplossing te kunnen vinden in een groo- tere afname van Dultsche waren door die bui tenlandsche orden en congregaties welke haar moederhuizen en zusterinstellingen In Duitsch land willen helpen. Een dergelijke grootere af name van Dultsche waren toch brengt werk verschaffing en toename van den uitvoer met zich mede, waardoor de beschikbaarstelling van een bepaald bedrag aan Sperrmarken oecono- misch in alle opzichten te verantwoorden valt. Betalen de buitenlandsche kloosters een deel der afgenomen Dultsche waren in valuta, dan be- teekent dit een directe winst voor de Dultsche schatkist, welke winst zonder eenig bezwaar kan worden overgemaakt aan de noodlijdende Dult sche kloosters. Het geld dat dezen op die ma nier toevloeit, dient echter alleen maar voor hun saneering en blijft eigendom dergenen die het hun langs den boven geschetsten omweg deden toevloeien. Over de eerstvolgende internationale twee- jaarlijksche tentoonstelling te Veneti* kan het volgende worden gemeld: De tentoonstel hng zal den laten Juni worden geopend en zoowel voor de Itallaansche In zendingen als voor die deV andere landen, welke hun eigen paviljoens bezitten, blijven de tot dusverre georulkelijke maatregelen van kracht. De cinematografische afdeeling zal dit jaar aanzienlijk worden uitgebreid. De musiek- en tooneelsecties worden met bijzondere zorg voorbereid en er zullen verscheidene buiten landsche ensembles optreden. tie, maar Nol had verder niets te berichten. Nu zaten ae allen in afwachting met bun gezicht naar de deur, waar de overste met den nieuweling zou binnenkomen en tem hun voor stellen en een plaats wijzen aan de gemeen schappelijke tafel. Ze fluisterden enkele woor den tot elkaar, als vóór een plechtige gebeur tenis, blij om elke afleiding, en alsof door een luid gesprek tet grootache van het oogenblik geschonden zou worden. Nol Stoots stond als een hoofdman vooraan. Voor Nol hadden ze allemaal respect, want die had veel van de wereld gezien en nu beschouwden zij tem als hun meerdere. „Stil!" gebood Nol. „Daar komt hij.” „Hij is al bar oud,” vond Pietje Kuip, die zelf de tachtig nabij was. „Hjj aal wel den heè- len dag in een hoekje zitten suffen.” Maar hierin vergiste men rich. Jan Botarmans, zooals de overste den nieu wen gast voorstelde, was zeer spraakzaam en aan de alles-in-zich-opnemende oogen zag men, dat hU nog heel goed bij was. Al gauw werd hi) de goede kameraad van allen, want Jan Boter- mans scheen familie te hebben, die hem nog al geld in de hand stopte, waarvan hjj den oudjes gul meedeelde. Eén was er echter, die niet te beïnvloeden was. En als Jan moeite deed om ook dezen in hun gezelschap op te nemen, of in hun gesprek te betrekken, dan zei Nol Stoots: .Jteat dien kniesoor maar aan zijn lot over. W|j kunnen tem best missen." En op een middag, toen hij en Jan samen in den tuin kuierden, vertelde hjj onder de groot ste geheimhouding: „Het bestuur heeft ons verzocht er onder elkaar niet over te spreken, maar Dirk Wansus is verdacht geweest van moord. Hij werkte als duivelstoejager in een magazijn en op een avond lag de patroon daar vermoord in zijn kantoor. Je hebt het misschien wel gelezen. Er was een boekhouder nog laat aan het werk geweest: een zekere Marius Verdam, en deae werd later, omdat hjj schulden scheen te hebben en dief stal de drijfveer moest zijn geweest, voor den dader gehouden. HU kreeg twintig Jaar. Dit is nu aoowat twee maanden geleden. De zaak werd verkocht en Dirk Wansus kwam hier zijn tenten opslaan.” „Het schijnt hem te drukken, dat men hem als den schuldige beschouwd heeft," meende Jan Botermans. „HU zit maar steeds in elkaar gedoken als een teel oude man." „HU kan hier niet wennen," beweerde Nol. „HU schUnt ook altijd nog al bar veel gedron ken te hebben en hier mist hU natuurlUk zUn hassebasje. WU kijken niet meer naar hem om. Als wU hem iets zeggen, dan snauwt hU: ,Xaat me gerust!" „Dan zal ik mijn beat nog eens doen,” zei Jan. „Het zal den man zUn dood wezen, als hU maar steeds aan zichzelf overgelaten wordt.” „HU wil niet anders." haar het dwaze van tet heele geval inzien. Tachtig pond was heel wat voor Roger en het zou een kleinigheid zUn voor Rita. De auto zette hen af aan een hotel spoedig zaten zij rustig aan een tafeltje in de eetzaal. Roger keek Betty aan en zU naar Roger. ,Jk geloof niet, dat ik het je kan zeggen," begon hij, „er rijn veel menschen, begrijp Je.” „O, Ja," zei Betty, maar zU kon nauwelUks haar tranen inhouden. ZU stond er dus bulten, rij had geen toegang tot Roger's ge’uk. .Ja. Ik begrijp het,” zei ae echter even later met vaste stem. „We hoeven elkaar niets te zeggen, ben je echt gelukkig?" Roger glimlachte zonder woorden. Ook dit sneed Betty door het hart, hU was zoo zeker van hun vriendschap. „Wees daar maar gerust op,” zei htf, Je bent Rita." Voor Ditty's «eest verscheen tet teeH vaa „Geen kwestie van,” beet hU dadelUk af. „Ik wil Je niet kwetsen," zei zU. „Ik geloof dat «U van je houdt om wat je bent. Nou, dan moet je dat ook blUven. Nu meet ik heusch weg. moeder dacht, dat ik al vóór de lunch terug zou rijn. Mag ik bet thuis vertellen?" „Doe het maar," sei Roger. Jk ga zelf naar neef 8am." Toen Betty thuiskwam, was Lady Anna uit. een zieke bezoeken in het dorp, zooals haar gezegd werd. Dick en majoor Rlckstead waren uit jagen, dus ging Betty naar haar kamer, w*rp haar hoed af en ging zitten. Haar hoofd voelde heet en zU moest op haar lippen buten om haar tranen terug te dringen. Hoe kon Roger zoo dom zUn? Bijna moest zU lachen om de ironie van die ontmoeting. Dat zU Juist den ring voor Rita moest he’pen uit zoeken. Het was waar, zU had geholpen om die twee samen te brengen en zU had tet kunnen verwachten. Maar waarom deed tet dan nu zoo*n pijn? En zU kon zich niet eens troosten met de gedachte, dat Roger gelukkig zou worden. HU blUft niet eens de Roger waar ik zoo trotach op was. Toen begonnen de tranen te val’en. Teen rij opeag stond tot haar grooten schrik majoor Rlckstead in de open tuindeur. Met een snik list sfj haar hoofd in haar handen zinken. Ja, ik begrijp t," zei Betty. „Alleen maarals ae maar niet gauw genoeg krijgt van Beckford.” „Ik hoop van niet," zei Roger met donkeren blik. „Dat ia tet eenlge waar ik bang voor ben. ZU vindt het een gat. Ik aal me een beetje moeten aanpaseen.” ..Pas Je niet te veel aan,” zei Betty vlug. Er viel een ietwat pUnlUke stilte, dan vroeg hU: „Heb je iets tegen haar gezegd over gods dienst?" .Heen, hoe kon ik dat nou?” vroeg hU vinnig. „Ze -te- katholiek, tenminste ze was het op Hawkhurst.” ..Hm," zei Betty. Je weet, hoe we daarover dachten toentertijd. Je moet het zeker weten. Roger. Ik zou niet graag een halve katholiek op Beckford zien. Luister naar mU. Maak het haar dade'Uk duidelUk. wat Je van haar ver wacht. dat Je verwacht, dat zU haar plichten goed waarneemt." JZoo moet Je het niet zeggen, Betty," sri Roger kort. „Laat dat maar aan m|j over.” het gast me niet aan,' zei je alleen niet te veel aan- Rlta. Zou zU hem werkelUk gelukkig maken? Lag er diepte in die donkere cogen? „Het is wel erg gauw gegaan,” merkte zU even later op. Jk wist bet dadelUk," zei Roger. .Maar ik dacht, dat ik meer moeite zou moeten doen, om haar te winnen." .Maar waar heb je haar dan weer ontmoet? ZU zUn van ons weggegaan met den auto, om naar de meren te rijden." „De auto werd defect vlak bU ons in ae buurt," legde Roger uit. „En zU lunchte bU ons, met haar vader. En dan. Ja, toen, ik weet tet niet precies, Betty....” „Wel.” sei Betty, ,Je weet, dat ik Je tet allerbeste wenbeh.” De komst van den kellner was een welkome afleiding en verder praatte Roger over niets dan over zUn plannen. Toen hU na den maal tijd een sigaret rookte, merkte hU. hoe ernstig Betty’s gezicht stond en toen betrok ook tet «Une. „Vind je al die veranderingen niet goed?” vroeg hij. Jk heb niets goed te vinden,” antwoordde zü. Jk denk er alleen maar over. Ik vind tet vreemd, dat ja al die veranderingen zoo maar Ineens toestaat. Niets voor jou.” ,A sta over mezelf verbaasd," zet Roger peinzend. .Maar kijk eens, ik kon toch ook niet weigeren. Rite moet toch hebben, wat aQ ge wend ie. Ik geloof, dat haar huwelUk met mQ een offer voor haar is. Ik bedoel, ik ben toch niet soo’n precht-portU. we'? Ik moet dat een beetje goed maten, begrijp Ja-" Ben seoonde aarzelde Betty, dan zei ze: „Vooruit maar, maar je moet den ring zelf Utaoeken. Ik weet niet waa> Rita van houdt.” Jk ook niet," lachte hU. is allemaal *>o gauw gegaan.... en tet is zoo heerlUk, Betty. Je moet me nog eens helpen, ik weet •tets van steenen af.” -Boe veel dacht je te besteden?” vroeg «U- Jk heb er geen idee van. Ik heb tien pond ■teegebracht” „Tien pond," riep Betty uit „Voor een ver- lovtngzrtng?" ZU begon te lachen op die "Teemde manier, van den laatsten tUd, treurig bn toch vol goed heid. J» tet niet genoeg?” vroeg hU vlug. -Nee°. niet genoeg voor een meisje als Rita ■•la Riva, ik geloof tenm'nste niet dat je te» echt fijns kunt krijgen onder vijf maal tet bedrag «eter stond paf. -Ik wou, dat ik meer ted meegebracht," te hfl. JHet- kan me niet schelen wat het Maar Jan Botermans zette door. Mi nu hU gehoord had, dat Dirk van een borrel hield, zou hU hem wel wetan over te halen, daar uit dat hoekje te komen, waar hij usen in elkaar ge doken zat, hangend C- Op een middag, oat Ji hield hjj hem eenkjtl^ voor. .Buik eens, Wansus." .Xaat me gerust” snauwde hU- Doch Jan herhaalde: „Ruik eens. Wansus..., Jenever, man.... een peketanteje voor jou; als je met mU ean wandeling in den tuin gaat maken. Achter een struik kun je er een slok van nemen en mor gen weer een.” Ds doffe oogen win Wanlus leefden 00. HU kwam overeind. Even keek htf Jan wantrouwend aan en toen viel hij weer in zijn vroegere houding van in dolentie terug. „Ga weg.” knorde hU- „Ga wegl" Maar na eenig aanhouden van Jan werd Dirk de verleiding te sterk. HU stond op en volgde Jan naar den uitgang. Even later zaten zU op een bank verscholen tusschen het groen en nam Dirk een fllnken slok uit het fleechje, dat Jan daarna haastig in zijn ask stopte, met de woerden: ,JDe rest morgen.” En zoo werden Jan en Dirk kameraden en dikwijls zag men hen samen een wandeling maken. Doch over het verleden van Dirk kwam Jan Botermans weinig te weten. Vooral over den moord, waarvoor hU onder beschuldiging had gestaan, sprak Dirk geen woord. Evenmin over zijn laatstebetrekking. Efa Jan wilde niet rechtstreeks over die zaak beginnen, omdat Nol Stoofs tet tem als een geheim verteld had. HU was echter van het gansete proces op de hoogte, want de veroordeelde was zUn eigen soon. En daar hU overtuigd was van diens on schuld. hoewel de bewUzen tegen Marius waren, trachtte hU onder vermomming en door een tijdelUk verbluf in het Armhuis, dit met goed vinden van het bestuur. Dirk Wansus op een of andere manier tot een bekentenis te dwingen. Misschien, als hU zijn vertrouwen wiet te winnen.... HU kwam echter geen stap verder. Toen1 be gon hu over een vonnis, dat die dagen ieder* aandacht trok en veel overeenkomst had met dat van zUn zoon. HU las tet verslag en de veroordeeling aan Dirk voor en besloot: •Met is treurig als je onschuldig tent, zooals deze man bezweert en volhoudt en je wordt dan toch veroordeeld en je krijgt levenslang. Het moet vreeeelUk zijn aoo'n vonnis over Je te hoeren uitspreken. MU dunkt, ik zou krank zinnig worden. En neem nu eens aan. dat die man werkelUk onschuldig is, zou degene, die de misdaad bedreven heeft, dan geen wroeging krUgen, om een onschuldige voor tem te laten boeten? HU moet, veronderstel Ik, geen minuut rust meer hebben in zijn leven. En rijdens zU» slaap zullen hem wel onaangename droomen kwellen, die hem den angst op tet MJf jagen. Ik wed, dat zoo iemand dien armen onschuldig veroordeelde steeds voor oogen heeft; dat s«n beeld hem dag en nacht vervolgt. En dan zUn geweten. Iedereen heeft toch een geweten, niet waar, Wansus? Zou JU «on rustig oogenblik kunnen hebben, als JU zoo iets op je geweten had? En zoo iemand moet ook aan den dood denken. Eens heeft hU zich voor God te ver antwoorden, niet waar?” Dirk Wansus zat met gshngest hoofd. HB keek niet op, maar bromde: „Geef me nog een slok, Botermansl” ,Bn je hebt de helft van tet fleechje al op,” verweet Jan. „Moeder Overste aal merken, dat Je naar drank ruikt, kerel en dan moet je de laan uit en.... Ik ook, omdat ik hier Jenever binnengesmokkeld heb.” „Geef maar op," zet Dirk. JDe Overste kan voor mUn port naar den duivel loopen." Mé! hé! niet zoo onverschillig; man! Waar moeten we teen, als hier de deur voor ons ge sloten wordt?” „Laat hen ze sluiten," gromde Dtrk, en klok te het gansete fleaehje leeg. „Nu ajuus," aei hl). „Ik ga.... even.... een pakje tabak koopen." Jan Verdam, alias Jan Botermans, volgde tem ongemerkt. Dirk Wansus stevende recht streeks op s(jn doel af en ging zich aan tet commissariaat van politie als de dader vin den moord op zUn oud patroon aanmelden. De vader van den onschuldig veroordeelde kon zUn ongeduld niet bedwingen en trad eveneens bet kantoor in, waar de dienstdoende agent hem verzocht even geduld te hebben, daar de commissaris belet had.... Dien avond telde tet Armhuis twee Inwoners minder: Jan Verdam, die in den gezelllgen kring van zUn famlHe zat, waar, voor tet eerst sinds maanden weer een opgeruimd gezicht te zien was en men overlegde op welke monter men Marius, na de herziening van tet proces, tet feesteUJkst kon onthalen. De tweede was Dirk Wansus. HU «at in esn cel, maar in rijn hart was nu de vrede, dien hjj al die maanden nergens had kunnen vinden. En bUna was hu Jan Botermans dankbaar voor dit geluk. e commissie Inzake het graf van Jan J Pieterszoon Coen deelt mede, dat zU uit de combinatie van het onderzoek der historische gegevens, van ds ontgraving en van tet anatomisch ondersoek tot de volgende conclusies gekomen is; ^e kunt een ring uitzoeken en later een chèque sturen,” zei Betty rustig. „Dat gaat hier in elk geval wel, rij kennen me hier.” De winkelbediende herkende juffrouw Hor- nock en zUn glimlach was niet alleen ge dienstig maar bijna guit g, toen hU een keuze ringen voor hen neerzette Roger, die ineens verlegen was geworden, liet het meeste aan Betty over. hU tet haar maar praten en teen er ten slotte gekozen moest worden, liet hU ook dat aan hAar over. ,Jk zou u aanraden den saffier te nemen, juffrouw Hornock,” zei de winkelier, toen zU aarzelde. ,Ma*r ik denk, dat Rits den opaal het mooiste zal vinden," zei Betty tegen Roger met veel nadruk. „Het is een prachtige steen en de diamanten er omheen geven een mooi contrast." „Het is een vuur-opaal," bracht de winke lier in het midden. .En daarom beschouwt men hem niet als ongeluk brengend.” ,Jk geloof niet, dat «U bUgeloovig Is." zei Roger, die zich zeer ongelukkig voe'de op tet hooge wlnkelstoeltje. „Hoeveel kost hU?" ..Tachtis nond.” „Goed,” sei Roger. „Zoodrs u mijn chèque krijgt, kunt u hem sturen, maar u moet den ring kleiner maken, zU heeft zulke dunne vingertjes." „Het te al een kleine ring,” zei de be diende. J»ast u eens. Juffrouw Hornock." „O. maar Rita’s handjes zUn veel kleiner,” zei Roger openhartig. zal haar vragen een ring te sturen voor de miat. Kom mee, Betty, je riet «r uit, at ja noodig iets gebruiken moet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 9