Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden F 750.- I LIEFDE I EN EER I Eindhoven garni zoen» tad? „HUWELIJK VAN STAAr’ WILDE MEN NIET I ZATERDAG 7 MAART 1936 If en Een mysterie HooroenruK xvn 'i i Een ontmoeting zonder complimenten Plicht en hart goed Inch M en zün geliefkoosde: heeft het meisje van zün DOOR M. E. FRANCIS Maar zooals altüd, Tuimeltje moest weer ondeugend zün. HU vond het aoo gezellig zoo hoog te kunnen wippen, dat hü niet ophield voor al «*e veeren van de divan stuk waren en er uit staken. Toen hU tenslotte midden door een gat op den grond terecht kwam, begon hü weer iets anders te verzinnen. Als belooning kregen Tuimeltje, Kikker Karei en de nieuw aangekomen torretjes een kamer, die heelemaal voor hen alleen was ingericht, dat was fün: kük eens hoe leuk Tuimeltje op den divan heen en weer springt, kikker Karei zette de gramo- phoon aan en de twee torretjes dansten lustig heen en weer. Ze konden nu eindelijk eens uitrusten van de reis. De Duitsche ski-kampioen Frans Pfnür stond tijdens de Olympische winterspelen in het centrum der belangstelling van zijn landgenoot en. Thans is hij weer, als Co riolanus, naar zijn eenvoudig handwerk teruggekeerd. Pfnür is meubelmaker in de werkplaats van zijn vader te Schellenberg, niet ver van Garmisch-Partenkirchen voor den fietser is t fietspad Pt VEILIGE WEGI ,JMt pUpje aan den wand” begon Tuimeltje, .daar wil ik iets mee doen.” En terwUl hü het in zün vingers nam en het zandachtig bekeek, kwam er een aardig plannetje bü hem op. „Jongens”, zei hü tegen zün kamergenootjes, „we gaan fün zeepbellen blazen.” HU ging naar de keuken, waar de kok blU was hem weer terug tezlen en kreeg een kommetje fün zeep water mee. Toen begon het lieve leventje. Ook kikker Karei deed zün best, alsmede de twee kleine torretjes. klein. be- het Een SÏ egd. hoe- Want het ook spoor, Londen. Bezoek van Gravin de Rethy „mynheer Philippe” aan een omgeving van kalm geluk Als had bezeten, sou hü gedaan nebben or niets zag en zich haastig teruggetrokken heb- de dochters van Prins Karei van Zweden, meer 1 nizoenstad alle kans geven. Men denkt hierbU o.m. aan het goed-geoutllleerde Elndhovensche vliegveld, waarbu verleden week nog zulke be langwekkende proefvluchten werden gehouden met den Fokkerjager D 31. En voorts aan de omstandigheid, dat, terwUl vier voorname ste den van Noord-Brabant 's Hertogenbosch, Til burg, Breda en Bergen-op-Zoom) garnizoenen bezitten, de grootste Brabantsche stad een gar nizoen mist. Naast deze argumenten, die voor een Eind- hovensch ‘garnizoen mogen geacht worden te pleiten, zal echter het politieke argument niet uit het oog worden verloren, In de binnenland- sche en niet minder in de buitenlandsche mili taire literatuur der laatste jaren is herhaalde- MJ verüee van een hand, een voet of een oo» Doorvoor krijgen zij o.m. hun veilige rijwielpaden - speciaal voor hen aangelegd. Maar_ waarom gebruiken zij ze dan niet? leder op zijn eigen weg! Men schrUft ons uit Eindhoven: Tk T sar men ons bericht, loonen in Eindhoven IX geruchten, als zou deze stad binnen af- x zienbaren tüd een garnizoen krUgen. Men zou reeds een bepaald terrein voor den bouw eener kazerne op het oog hebben. Het is ons niet bekend in hoeverre deze ge ruchten een reeds gevallen beslissing tot grond slag hebben, doch om verschillende redenen lUkt het ons niet onwaarachUnlUk, dat inder daad Eindhoven voor het vestigen van een gar nizoen zal in aanmerking komen. Deze aangelegenheid is in zooverre niet nieuw, dat reeds vru geruimen tüd geleden, toen In het Zuiden de actie voor versterking der Nederlandsche weermacht aan het op komen was, door het hoofd der gemeente Eind hoven, burgemeester VerdUk, het leggen van een garnizoen in zün stad is bepleit. Sindsdien won deze kwestie zeer aan actu aliteit. De versterking onzer weermacht Is niet alleen meer een voorwerp van actie, doch daar- den. Het defenslefonds, de bouw van kaze matten. enz. zUn daarvan de symptomen. Met de kwestie der contlngentsverhooglng komt ook die van nieuwe garnizoenen de aandacht vra gen. Verwezen zij o.a. naar de opmerking van .sommige leden” in het Voorlooplg Verslag der Eerste Kamer over het ontwerp Defensiebe- grooting, waarbij wordt aangedrongen ..op ver sterking van de in de Zuidelijke en de Ooste- Ijjke provinciën liggende garnizoenen en vesti ging aldaar van nieuwe garnizoenen”. In de recente ontwikkeling van het militaire vraagstuk ten onzent zijn stellig aanduidingen te vinden, die Eindhoven als toekomstige gar- „Ooed, maar als hij nu van haar houdt,” meende Betty. „Dat is toch bet voornaamste. Als hjj van haar houdt en zij van hem. Waarom zouden zü dan niet gelukkig zijn?" „Daar Betty ze samen gebracht heeft,” zei Dick, „voelt zü er natuurlijk meer voor dan een antBr.” „Hoe bedoel Je dat?” vroeg Lady Anna een beetje vinnig, want Betty vertoonde teekenen van verwardheid „Dat weet u ook wel,” zei Dick, die nooit ongeluk wou hebben. „Heeft zfj Rita niet hier gevraagd, om te beginnen?” „Neen, Dick,” zei Betty, die zichzelf weer meester was.” „Tante Jean wist geen raad met haar en moeder zei, we konden het niet goed weigeren. Maar ik heb wel die week-end partij in elkaar gezet voor Roger.” .Moot aoo,” plaagde Dick, ,4e hebt het gewone zootje gevraagd. Ik had Rita zelf wel willen hebben, als hU me haar maar met voor den neus weg gekaapt had. En JU hebt de bezie zaak toch verder bedisseld, Betty.” zei Betty. „Ik heb hem gewaarschuwd niet te hart' van stapel te loopen. En we waren toch dikke vrienden? HU was veel aardiger voor me, dan JU, mijnheer Dick.” „Ik ben altüd aardig geweest. Vader, ik vind het prachtig, een roman soo vlak onder Je neus in je eigen familie. Ik zie Rita al op Beck ford.” ,Jk denk niet, dat er lang zal zitten." zet mUnheer Hornock. „Zü aal Roger wel de halve wereld over sieepen.” onze aardworm Roger.” -Roger blijft geen aardworm,” zei Lady Anna een beetje scherp. „HU mikt hoog.” MUnheer Hornock dronk zün thee met een ontevreden gezicht. „Ik vind het een dwaas plan,” meende hU. „Als Roger een gewone kerel was, die graag zUn geld uitgeeft, dan zou ik het beet vinden Maar nu hU met hart en ziel hangt aan die oude boerderij en niets om de wereld geeft....” ..En een meisje, dat niet bü hem past,” voegde Lady Anna er bit één van de vele zal dan ook nog dienen te be antwoorden aan den harte-roep van Prins Leopold. Koning Albert en Koningin Elisabeth winnen inlichtingen in, stellen vragen, kUken goed uit hun oogen. Er wordt hun gewezen op bepaald op de jongste, die juist twintig I nlet °P, om je op deze manier bëlachelUk is geworden. Ze willen de jongelui wel eens samenbrengen. Eens zien of ze elkaar begrijpen en waardeeren kunnen bü nadere kennisma king. De tijden zün voorbij, dat vorsten beslls- hun zoon, met geen "portret, zonder er 1”herinnering aan de koningin der Bei- 1 gen. die zoo tragisch om het leven kwam is nog lang niet verflauwd. Het volk hoort graag over haar spreken en zal ook graag over haar lezen. BU de firma Karei Beyaert te Brugge, en tegelijk bü de R K. Boekcentrale te Amster dam, is een Nederlandsche bewerking versche nen, gemaakt door Marie Koenen, van het werkje «Jat Joseph Conrardy over haar schreef. Aardig is de wijze «Uarop hierin verteld wordt van het „aankomen” der verloving van prinses Astrid met prins Leopold, den huldigen Belgischen koning. Men wilde aan het Belgische hof geen „hu welijk van staat”, want daar was reeds te veel ellende uit voortgekomen. Koning Albert en Koningin Elisabeth wen- schen bovenal, dat hun zoon echt liefde zal voelen voor de vrouw van z'n keuze. Ze willen voor hem, kortom, een huwelijk zooals hun eigen huwelijk. Maar wter een vorstenkind te vinden, dat moreel en physiek beantwoordt aan alle wenschen zoowel voor de dynastie als voor den Prins zelf? Er zün in Europa zeker wel prinsessen genoeg, en ook prinsessen met ge- acque Joffre Robert Russell, negentien jaar oud, was provtsieknecht in het Washington Hotel aan Curzonstreet, in het Londen- sche West End. ZUn ouders woonden te Lo westoft, en hU had dus te Londen een kleine goedkoope kamer gehuurd. 's Avonds, zoodra zijn werk geëindigd was, spoedde hü zich naar dit armelUke vertrek, dat voor hem een heiligdom was. Want daar bracht hU zün vrUe uren door met etsen en al etsend droomde hU van de toe komst. waarin hü een beroemd kunstenaar zou zün. HU bezocht ook een kunstschool. Wat hU van zün loon spaarde, werd uitgegeven aan leergeld. Vaak dwaalde hü door de zalen der National Gallery, de grootmeesters als leeraren kiezend. HU werkte hard en hü was vol zelfvertrou wen. De kring sjjner bewonderaars was nog maar klein en strekte zich niet ver buiten het hotelpersoneel uit. maar hü vond etndelooze voldoening en aanmoediging in de wetenschap dat zjjn werk beter werd met den dag. Op een ochtend van de vorige week, alvorens zich naar het hotel te begeven, legde hü de laatste hand aan een ets alweer een schrede op den langen weg die hem tot kunstenaars- roem zou voeren. En kort daarop lag hU. half verpletterd, op straat. Niemand weet precies wat er gebeurd is. Maar hü was uit een ven ster van de zesde verdieping gevallen een val van twintig meter. ZUn dappere, eenzame strUd om kunstfaam eindigde enkele uren later in het St. George’s Hospitaal. Jk heb er nu genoeg van,” prevelde hü. en stierf. werk. Een goede vrouw kan naar hart niet thuis houden, niet bulten spel laten. En van een slechte vrouw kun je in geen enkel op zicht iets goeds verwachten. Het Is mogehjk. dat u gelijk hebt, chef. Ik zal het je bewijzen. Ééns In mijn twin tigjarige praktijk heb Ik het meegemaakt, en dat is een les voor mün leven geweest. Luister: Harry was toen nog in den buitendienst. Je kent hem wel. Een knaap als een boom, met een boratwUdte van zevenenveertig Inch en armen als van staal! En een patente kerel ook! We waren toen Big Jlm op het brutaalste heerschap van heel snaak, die, als het in zijn kraam te pas kwam, er geen gat in zag. om den eerste den beste, die hem in den weg liep, z’n lichtje uit te blazen! Harry is nu getrouwd. Ik heb hem later een „O, ja?” zei majoor Rickstead. Na enkele stappen wendde zU zich weer tot hem: „Zijn mijn oogen erg rood?” „Rosé,” gaf hU toe. „Dan gaan we nog niet terug. Zeg t me, als ze weer gewoon zijn." ZU liepen nog één poosje en toen zU weer in het volle zonlicht kwamen, keek majoor Rickstead haar aan. „Ze zün goed," zei hü. Langzaam liepen zü terug en Betty sprak niet meer, totdat zü het huis bereikt hadden. Dan wendde zU zich met een beverlgen glim lach tot haar gezel: „U is vreeselUk lief,” zei ze. Majoor Rickstead ging stil naar zUn kamer en toen hü voor de thee naar beneden kwam, was de heele familie bezig het groote nieuws te bespreken. ..Denk eens, Roger en Rita verloofd.” kreet Dick. „Denk eens aan, de doilar-prinoes en lUk gewezen op den mogeluken opmarsch van vüandelUke legers door Zuid-Oost-Nederland. waarbu dan werd gedacht aan de streek onge veer tusschen 's Hertogenbosch en Roermond. Die opmarsch zou, daarover zün onze deskun digen het wel eens, én van Zuid én van Oost kunnen komen. Een garnizoen te Eindhoven nu zou duidelUk genoeg demonstreeren, dat de Nederlandsche strategie niet nalaat ook de mogelUkheld van een opmarsch uit ZuldelUke richting onder het oog te zien. Eindhoven garnizoen zou in de huidige phase van gespannen internationale toestande^Bmee; dan ooit een krachtige onderstreping zUn van onzen vasten wil om naar alle gUden onze beproefde neutraliteit hoog te houden. had voor haar vriend gedaan, wat atj kdn. ten koste van haar eigen verlangens. „Wel.” zei majoor Rickstead bU zichzelf, „dat kan ik ook. Als ik jou ooit helpen kan. reken dan maar op me.” Waaruit blUkL dat majoor Rickstead zUn gedachten beter formuleeren kon voor zichzelf, dan voor anderen. geweest was. Tot zoover was alles goed ge- gaan, wantoden volgenden dag had Carry in de foto met absolute zekerheid haar weldoe ner herkend, waardoor wu dus een grooten stap verder in de goede richting kwamen. Maar toen Is Harry in zUn onnoozelheid bul ten zUn boekje gegaan, en heeft met zUn ver liefden kop aan Carry verteld, wie was. En nóg had het goed kunnen want betrouwbaar bleek dat meisje sindsdien voor het buitenwerk niet meer heb ben wou. Maar toén was hU nog vrUgezel, en natuur- Ujk had hU een meisje. Carry heette ae. ZU was werkzaam in een luchroom. waar zoo’n beetje van alles kwam. Ze had een popperig kindergezichtje, vlug, handig, ieefd. kortom geknipt voor haar werk. Het was een aardig gezicht, die twee bU el kaar te zien! Harry een kerel als een boom, zwaar en breed en bruingebrand, en daarnaast dat teere poppetje als van porselein, dat nog niet tot zUn schouders reikte! Maar enfin, ik had dit wel in de gaten, dat Harry het ter dege te pakken had. Het was maar van Carry voor én van Carry na. en zUn vrUen tUd bracht hU voor een groot gedeelte in die lunchroom door. Tegen dit laatste had ik, eerlUk g< genaamd geen beswaar. Integendeel, was mU bekend, dat er nu en dan ook wel .zware jongens” in die zaak kwamen, en je kon nooit weten, of dat contact tusschen Harry en Carry vroeg of laat nog eens goede resultaten kon opleveren. En dat bleek ook soo slecht niet gezien, om den dooien dood niet. Als die Harry maar beter op sjjn tellen gepast had! Op een goeden dag komt Harry na afloop van zUn dienst weer aan zUn gewone tafeltje zitten. Carry brengt hem zUn glas bier, en. tusschen het bedienen van de gasten door, ver telt zU hem bU stukjes en beetjes, wat er dien morgen gebeurd was. Beladen met een heelen berg afgewasschen borden was se uit de keuken naar het buffet‘geloopen, was uitgegleden en liet maar eventjes zestien borden aan scherven vallen. De chef had haar een geweldigen uit brander gegeven, met ontslag bedreigd, en bo vendien gezegd de schade voor haar rekening te zullen noteeren. Toen, plotseling, was er van een tafeltje voor bet raam een man opgestaan. HU was naar het buffet geloopen, had den chef een pondbiljet toegesmeten, en gezegd: .Eén bier heb ik gedronken! De rest is voor dat meisje!” Daarop was hU de deur uitgeloopen. De chef had zUn berekening gemaakt, en tegen Carry gezegd: majoor Rickstead tact of wUsheld bezeten, sou hU gedaan hebben of hU De dagen die nu volgden waren bUsonder zwaar voor Betty. Wat haar het meest irri teerde. kon zU self niet zeggen, of het Dick was met sUn luchthartig gebabbel óver .Mie stlekume Roger”, of „die betooverende kleine heks Rita”, ofwel de overduldelUke tact van haar moeder waarom moest moeder soo tactvol doen, er was toch geen enkele reden voor dacht Betty. Of haar Vader’s sombere voorspellingen omtqent Roger en het schuchter aanbieden van wat Betty „troostpruzen” noemde, in den vorm van chocolade ea klei nigheden. „Ik wou. dat ae het maar niet deden* klaagde Betty bU slchself. .Ik begrUp maar niet wat »r aan de hand Is. Als majoor Rickstead er niet was, werd ik gek.” Haar hart zonk dan ook in haar schoe toen hU op zekeren morgen verkondigde. hU wegging. „Dat ^>Ut nm.” rieo sU u!t. .Jk aal a er» missen." tWtedt vervolgd) Big Jlm afloopen. wel. ZU wist'Harry te bepraten, het aan haar over te laten om uit te vlsschen, waar Big Jlm verblüf hield. „Zeker zal hü hier terugkomen!” had zU gezegd. ,Jten man, die zooveel geld voor Je uit geeft, voelt méér voor je dan zoo maar een w -- .«www—. .ww ww. plotselinge opwelling van medelUden. Vast en baantje bU het archief gegeven, omdat ik hem teker zal hU terugkomen, en probeeren n«der met me kennis te maken! Toe, Harry! Laat mU Je helpen! Ik zal voor den schUn een beetje toeschietelUk zUn, ik zal hem ulthooren- on dan zal JU de man zUn, die Big Jlm arresteert!" Het is best mogelUk. dat zU het oorspronke lijk goed bedoelde. Ik ben daar selfs nu nog van overtuigd. Want een feit is. dat zU twee dagen daarna het bureau opbelde, en Harry te spreken vroeg. ZU vertelde hem. vlug en sa- kelUk dat Big Jlm met vrU groote zekerheid dien avond gearresteerd kon worden in den kelder van een leegstaand huis in de binnen stad. waar hU een soort van opslagplaats had van gestolen goed. Maar hU moest alléén ko men. en in burger, had zU eraan toegevoegd. Vanzelfsprekend moest hU zorgen gewapend te zUn, maar bU de 'minste aanwUzlng van ge vaar zou Big Jlm gewaarschuwd worden, en zeker langs een geheimen nood-ultgang weten te ontvluchten. Terwille van de eerlUkheld, waarmede HaiW me alles opgebiecht heeft, heb ik hem, zooals ik Je zei, bU het archief nog in dienst ge houden, en sUn verslag herinner ik me nog woordelUk: „Zóó is het gegaan, mr. Barling,” zei hU- „Om bü half negen kwam ik in burger, mijn revolver in den rechter Jaszak. mUn zaklan taarn en de boeien In den linker, onopvallend op den kelder toeloopen. Toen ik er nog een paar passen van verwUderd waa ging de kel derdeur open en kwam Carry eruit te voor- sdUfn.** „Is hU binnen?" fluisterde ik. ,4a” fluisterde zU terug. .HU is binnen. Het zal Je niet moellUk vallen hem te arresteeren. En ik weet, dat het je plicht is. Harry!" Toen zag ik, ondanks de bUna volslagen duis ternis, groote. glinsterende tranen in haar oogen. Plotseling viel se voor me op haar knieën, sloeg haar armen om mUn beenen. en met een door tranen verstikte stem smeekte ze me: „Toe, HarryI Terwille van mU! Geef hem de kans te vluchten! ZUn meisje is bU hem. Harry! En Ik heb het gezienzU heeft hem soo lief! HU heeft haar beloofd, zUn leven te beteren. Samen willen se een nieuw teven be ginnen! Ver, in Amerika, wil hU een eerUJk man worden, en werken wil hU er.werken voor zUn vrouw en voor zUn gesin. Toe, Harry! Terwille van mU. terwille van onze Uefde! Geef hem de kans!” En ik kon niet anders, mr. Barling. Ik heb hem sUn kans gegeven.” ten over het huwelUk van andere gegevens dan een zich over te bekommeren of de toekomstige echtgenooten elkaar zouden aanstaan. Hier echter worden in de verste verte geen besluiten genomen. Om elk vermoeden af te lel den, onderneemt Koningin Elisabeth, vergezeld door haar oudsten zoon, een reis naar Scan dinavië, waar ze ook een bezoek zal afleggen 'bU de koningsfamllies. Als Gravin de Rethy logeert ze In Kopenhagen, en reist vandaar naar Stockholm incognito. Ze komen ook bU Prins Karei aan huis. Deze is verwittigd van bun komst en ontvangt moeder en zoon met onderscheiding. Wie de nleuwgekotnenen eigen lijk zUn, weet niemand Prins Leopold verschuilt zich achter den voornaam Philippe. Trouwens, er wordt gewoonweg „niet thuis” gegeven: Zelfs de beste vrienden van de familie worden geweerd. Het interieur Is alleraardigst. De ouders zUn hartelijk, de dochters mooi. Alles ademt geluk in deze omgeving zonder eenlge aanmatiging een kalm geluk, dat geest en hart weldoet. Er is iets beminnenswaardigs in deze ont moeting zonder complimenten, zoo heel gewton burgerUjk. Doodeenvoudig komt men bU elkaar op bezoek de ouders weten waarom, de jongelui raden het wel. Ze kUken elkaar eens aan. Ze lachen. Zoo is de Jeugd nu eenmaai. De Jongeman ziet twee mooie meisjes, en denkt zoo: „Nou hoor! Twee tegelUk! Dat wordt In gewikkeld. Wie te kiezen van zoo’n aardig stel? Verduiveld allebei zUn ze even lief en vol leven. Allebei bevallen ze me. Liever maar eens afwachten. Misschien zal het hart wel gaan spreken”.... De dagen vliegen om. Het Jongvolk kakelt en snatert in t Engelsch. Want de prinsessen spre ken geen Fransch, en prins Leopold par don! mUnheer Philippe spreekt zoo vlot En gelsch alsof hU, liefst, in het hart van de City geboren Is. Ze plagen elkaar, tennissen, spelen dit en dat. Af en toe is mUnheer Phi lippe opeens er van door. Eigenhandig gaat hU z’n brieven posten in de buurt. Van zelf dat mUnheer Philippe, mooi en hupsch als hU is, de buitengesloten kennissen en ook de buren opvalt. Wie zUn die geheimzinnige dame en haar zoon? Iedereen begint zich af te vragen, wat er toch gaande is bU Prins Karei. „Wat er omgaat, onnoozele burgers?” zou Alfred de Musset antwoorden. „Iets heerlUks en toch alledaagsch, iets heel gewoons en toch al tijd weer ongehoord. Liefdes ontwaken!” Is dit dan niet gemakkelUk te raden voor wie mijnheer Philippe daar zoo licht en blU zien voorbUstappen? Staat dit dan niet weerspiegeld op z’n stralend gezicht? Toch Is alles nog maar heel even, zoo teer als een rozeknop in het prille groen van April! Al blUkt mUnheer Philippe dan vooral gevoe lig voor de bekoorlUkheden van de jongste der dochters van Prins Karei. HU praat met haar bewondert haar bescheidenheid zoowel als haar lichtenden glimlach, begint tegelUkertUd te begrUpen, hoe ongerept haar ziel is. HU AT 17 A nAKTME19C* op «Ut blad Zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen p 7^0 Ml levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 Mj een ongeval met I? OR A I >1 .r1. /X Fit JI W I w r*> O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen O^We verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen wUe“ doodelljken afloop 4teOVe" AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Bg—I l I «I R— - Wat een verrukking, twee jonge harten die elkaar gevonden hebben. We weten wel dat bU- voorbeeld oude heeren met een bril en grUze haren zoolets belacheUjk vinden. Houdt vooral r tg maken, jonge menschen. De liefde op haar beurt vindt die gebrilde aftandsche oude heeren belachelijk! Wie ooit echt hebben liefgehad, t 9 t voeten bü uw geluk een diepe ontroering, al- /^Ikkelhig ^nde realiteit gewor- leen reeds omdat het hun herinnert aan de 41 liefste uren van hun leven. Ze komen nooit meer terug, deze uren van jonge lentefrlsscbe zleleweelde, van argelooee overgave, flie hun voor eeuwig een eigen glans en kleur geven. ..Daar zou Ik ook wel wat voor voeten,” aai Dick. .Dat geloof ik,” antwoordde sUn vader. „JU laat het geld graag ‘rollen, trouw ook maar een Amerlkaansche.” „O, neen, Bam,” riep Lady Anna. JJick trouwt een goed Engelsch meisje, waar we alles van weten.” ,j9aaL" zei Dick. ^oe," tegen majoor Rickstead. ,ga je mee vlsschen?" „Goed,” zei majoor Rickstead. Maar hU was een lusteloos sportman dien avond. HU zei niets op de uitvallen van den Jongeman en bleef teruggetrokken en diep in gedachten. „Ik geloof, dat je jaloersch bent op Roger," ricD Dick ten laatste Misschien wel,” set mUnheer Rickstead. Dick brulde van hst lachen. „JU ook al slaaf van die donkere oogen?” ..Donkere oogen bevallen me niet.” En tot zichzelf zei hü: „Maar Roger hart." En terwUl hU naar sUn dobber tuurde, was sUn hart vol van een diep medelUden. ver mengd met verbasing, als hü overdacht, hoe Betty tegenover Roger stond en hoe zu rich- self dien middag tegenover hem verraden had. Dan kwam bewondering boven. Wat een moedig meisje. Wat had >U steh goed gehouden bU de thee, niemand had ge merkt, hoe die opmerking van Dick haar ge troffen had. „Roger waa mUn vriend.” En zü ,4s Dick in de buurt?” vroeg zU. ,Jk zou niet graag hebben, dat hü mU zoo zag.” „Neen," zei hü. „Ik ben eerder thuisgekomen. Ik heb nieuwe schoenen aan en die zün een beetje nauw.” .Moeder mag me ook niet zien,” zelde zU- ,Kom dan mee naar den doolhof, daar vindt geen mensch ons." „Goed.” ZU liepen zwügend den tuin in, maar in den doolhof begon Betty: „Moet u geen andere schoenen aandoen?” .Neen, Betty, ae zitten goed. Of wil je me weg hebben?” „Neen, ga maar mee.” ZU liepen zonder spreken tot in het midden. Majoor Rickstead keek niet op. maar toen Betty naar hem keek, zag zü. dat zün gezicht rorg- lük stond. Toen zei hü plotseling: „Wilt u niet weten, waarom ik huilde?” „Nu," begon hU. na een tusschenpoos: .Muil niet meer.” .Neen, ik ben klaar." sei Betty. u moet er niet meer aan denken. Ik behoef u niet te vragen er niet over te praten, want ik weet, dat u dat toch niet soudt doen:" „Neen," stemde hü toe. „Ik geloof niet, dat ik het u k«n zeggen," ging zü voort, .jk kan het meeelf niet eens duldelUk maken, begrüpt u?" ^a," zei hü vlug. Verwonderd keek Betty hem aan, terwUl hü naast haar voort hinkte en hoewel zün gezicht van haar was afgewend, zag zü. dat ztln mond zenuwacbt'g trok. „U beeft me beerlUk geholpen," guebtte «U- weeg M pond voer een dubbel tje, wat zou ik wegen voor een kwartje? (Lidovj Novinyf “»ar n oogen verraden hem van zelf Prinses Astrid zou geen vrouw zün, zonder te ontwaren, dat de beminnelUke bezoeker vooral aan haar z’n aandacht w\jdt. ZU, ze vindt hem zoo kwaad nog niet, heel sympathiek zelfs. Veel zou er niet toe noodig zün, of ae gaat echt van hem houden. Een woord, een teeken. en als de heldin van Racine zou se antwoorden: „In stilte zegt mün hart mü, dat het in stemt met uw vraag.” ><sar droomt ae niet een dwazen droom? Omdat ze verstandig is, jaagt ae den droom van zich af. Ze bepaalt er zich toe, niet anders te zijn, dan ze is, en is dus van zelf gewoon en gracieus en natuurlük. De stille getuigen, de ouders, hebben nu wel genoeg gezien van het verrukkelüke onschuldige minnespel. Trouwens, het logeeren in Stockholm kan niet blUven duren. Op een morgen hebber de geheimzinnige gasten het huis van den Zweedschen Prins verlaten. Geen woord wordt cr daar meer over hen gerept. Dadelük na de terugkomst te Brussel brengt mUnheer Philippe, nu opnieuw Prins Leopold geworden, z’n vader den Koning, op de hoogte van de feiten. Hü spreekt hem van z’n liefde voor Prinses Astrld. Koningin Elisabeth kan niet anders, dan erkennen, dat ze haar echt hoogschat, dit jonge meisje. Koning Albert glimlacht achter z’n brilleglazen. „Wel! da: staat me aan!” is z’n antwoord. „Als JU van Prinses Astrid houdt, dan is er, dunkt me, niets dat je belet haar te trouwen. Alleen zou 'k m’n waarschünlük toekomstige schoondochter zelf ook alleens graag leeren kennen”. Er wordt besloten, dat de konlnklUke familie eenlge weken op Ciergnon zal gaan dborbren- gen. Prinses Ingeborg wordt er met haar doch ter Astrld te logeeren gevraagd. De twee no- *ïele vreemdelingen komen. De jongeman en noeg van de geufenschte eigenschappen, maar’ het Jongemeisje zien elkaar terug. De zon wekt bodschap overal en de liefde doet de rest. tan. Maar hü had noch tact noch wüsheid. Daarom zette hü zün geweer tegen den muur en kwam naar haar toe, als een onhandige, groote, trouwe hond. Hü ging rechtuit naar het meisje toe •wde zün hand op haar blonde haren. -Betty,” zei hü en toen het meisje door bleef snikken, voegde hü er zün geliefkoosde: -Ah zoo,” aan toe. -Ik ben een idioot," zei Betty ten laatste. Zü taf de hand een tikje, zooals ze bU tand gedaan zou hebben en keek door haar tranen heen glimlachend naar hem op. Dan ®et een blik op haar natten zakdoek: „Ik moet een schoone gaan halen.” J* mijne is heel schoon,” zei majoor Rickstead en haalde een grooten lap uit zün tak, nog netjes in de plooi, maar vreeselUk talkend naar tabak. Betty veegde haar oogen J*. terwUl de majoor ernstig naar baar stood W kijken. Meer dan f7500.000.— be talen Neërlands fietsers ellt In dien kelder, besloot de recherche-chqf Barling, hebben we veel van bet geroofde te ruggevonden. Maar van Big Jlm hebben we nooit meer een spoor ontdekt. En daarom wil ik geen vrouwen in dienst bebben. ■W Y een. ast de recherche-chef Barling tot [XI een van zün recbercheun. Bü mü is voor die dame geen emplooi. Voor eens en voor altüd, neen. En ik geef je dringend in overweging, ook nimmer vrouwelük personeel in dienst te nemen. Hierdoor kun je je menige teleurstelling besparen. Ik wist niet, chef, dat u een vrouwenhater was, opperde de ander. terwUl hü eenlgen twüfel in zün stem legde. Ben ik ook niet! Ik heb een heel lieve vrouw Thuis. Drie schatten van kindertjes. Thuis. Voor niets ter wereld zou ik se willen missen. Thuis. Maar in mün werk moet ik dat goedje niet om me been hebben. Voor eens en voor altüd, neen. Minder prettige ervaringen mee opgedaan, chef? Ze zUn niet geschikt voor recherche-werk. Ze kunnen het niet laten, haar hart een woord je te laten meespreken. Een rechercheur moet een hart van steen hebben, tenminste in zün „Veeg die scherven maar op! Het B in orde zoo. Er blüft nog wat voor je over. Die meneer heeft alles betaald.” Harry had, niet zonder eenlg opkomend ge voel van jaloerschheid, naar het verhaal van zün meisje geluisterd, maar zün jaloezie maak te spoedig plaats voor dlenstüver, toen hü uit de beschrüvlng, die Carry hem van den jne- neer" gaf, vrüwel zeker het signalement van Big Jlm meende te herkennen. Harry was zoo verstandig, over het geval heen te praten. Om geen argwaan te wekken, bleef hü nog een tüdje aan z’n tafeltje zitten, en kwam toen met opgestreken zeil recht streeks naar mün bureau geloopen. Daar werk ten wü samen een plannetje uit. Harry stak een foto van Big Jim bü zich, en sou den volgenden dag terloops aan Carry vragen, of dit soms die royale meneer

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 19