Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden
F 750.-
I LIEFDE I
EN EER I
Eindhoven garni
zoen» tad?
„HUWELIJK VAN STAAr’
WILDE MEN NIET
I
ZATERDAG 7 MAART 1936
If
en
Een mysterie
HooroenruK xvn
'i
i
Een ontmoeting zonder
complimenten
Plicht en hart
goed
Inch
M
en
zün geliefkoosde:
heeft
het meisje van zün
DOOR M. E. FRANCIS
Maar zooals altüd, Tuimeltje moest weer ondeugend zün. HU
vond het aoo gezellig zoo hoog te kunnen wippen, dat hü niet
ophield voor al «*e veeren van de divan stuk waren en er uit
staken. Toen hU tenslotte midden door een gat op den grond
terecht kwam, begon hü weer iets anders te verzinnen.
Als belooning kregen Tuimeltje, Kikker Karei en de nieuw
aangekomen torretjes een kamer, die heelemaal voor hen alleen
was ingericht, dat was fün: kük eens hoe leuk Tuimeltje op
den divan heen en weer springt, kikker Karei zette de gramo-
phoon aan en de twee torretjes dansten lustig heen en weer.
Ze konden nu eindelijk eens uitrusten van de reis.
De Duitsche ski-kampioen Frans Pfnür stond tijdens de Olympische winterspelen in
het centrum der belangstelling van zijn landgenoot en. Thans is hij weer, als Co
riolanus, naar zijn eenvoudig handwerk teruggekeerd. Pfnür is meubelmaker in de
werkplaats van zijn vader te Schellenberg, niet ver van Garmisch-Partenkirchen
voor den fietser is t fietspad
Pt VEILIGE WEGI
,JMt pUpje aan den wand” begon Tuimeltje, .daar wil ik
iets mee doen.” En terwUl hü het in zün vingers nam en het
zandachtig bekeek, kwam er een aardig plannetje bü hem op.
„Jongens”, zei hü tegen zün kamergenootjes, „we gaan fün
zeepbellen blazen.” HU ging naar de keuken, waar de kok blU
was hem weer terug tezlen en kreeg een kommetje fün zeep
water mee. Toen begon het lieve leventje. Ook kikker Karei
deed zün best, alsmede de twee kleine torretjes.
klein.
be-
het
Een
SÏ
egd. hoe-
Want het
ook
spoor,
Londen.
Bezoek van Gravin de Rethy
„mynheer Philippe” aan een
omgeving van kalm geluk
Als
had bezeten, sou hü gedaan nebben or
niets zag en zich haastig teruggetrokken heb-
de dochters van Prins Karei van Zweden,
meer 1
nizoenstad alle kans geven. Men denkt hierbU
o.m. aan het goed-geoutllleerde Elndhovensche
vliegveld, waarbu verleden week nog zulke be
langwekkende proefvluchten werden gehouden
met den Fokkerjager D 31. En voorts aan de
omstandigheid, dat, terwUl vier voorname ste
den van Noord-Brabant 's Hertogenbosch, Til
burg, Breda en Bergen-op-Zoom) garnizoenen
bezitten, de grootste Brabantsche stad een gar
nizoen mist.
Naast deze argumenten, die voor een Eind-
hovensch ‘garnizoen mogen geacht worden te
pleiten, zal echter het politieke argument niet
uit het oog worden verloren, In de binnenland-
sche en niet minder in de buitenlandsche mili
taire literatuur der laatste jaren is herhaalde-
MJ verüee van een hand,
een voet of een oo»
Doorvoor krijgen zij o.m. hun
veilige rijwielpaden - speciaal
voor hen aangelegd. Maar_
waarom gebruiken zij ze dan
niet? leder op zijn eigen weg!
Men schrUft ons uit Eindhoven:
Tk T sar men ons bericht, loonen in Eindhoven
IX geruchten, als zou deze stad binnen af-
x zienbaren tüd een garnizoen krUgen. Men
zou reeds een bepaald terrein voor den bouw
eener kazerne op het oog hebben.
Het is ons niet bekend in hoeverre deze ge
ruchten een reeds gevallen beslissing tot grond
slag hebben, doch om verschillende redenen
lUkt het ons niet onwaarachUnlUk, dat inder
daad Eindhoven voor het vestigen van een gar
nizoen zal in aanmerking komen.
Deze aangelegenheid is in zooverre niet
nieuw, dat reeds vru geruimen tüd geleden,
toen In het Zuiden de actie voor versterking
der Nederlandsche weermacht aan het op
komen was, door het hoofd der gemeente Eind
hoven, burgemeester VerdUk, het leggen van
een garnizoen in zün stad is bepleit.
Sindsdien won deze kwestie zeer aan actu
aliteit. De versterking onzer weermacht Is niet
alleen meer een voorwerp van actie, doch daar-
den. Het defenslefonds, de bouw van kaze
matten. enz. zUn daarvan de symptomen. Met
de kwestie der contlngentsverhooglng komt ook
die van nieuwe garnizoenen de aandacht vra
gen. Verwezen zij o.a. naar de opmerking van
.sommige leden” in het Voorlooplg Verslag der
Eerste Kamer over het ontwerp Defensiebe-
grooting, waarbij wordt aangedrongen ..op ver
sterking van de in de Zuidelijke en de Ooste-
Ijjke provinciën liggende garnizoenen en vesti
ging aldaar van nieuwe garnizoenen”.
In de recente ontwikkeling van het militaire
vraagstuk ten onzent zijn stellig aanduidingen
te vinden, die Eindhoven als toekomstige gar-
„Ooed, maar als hij nu van haar houdt,”
meende Betty. „Dat is toch bet voornaamste.
Als hjj van haar houdt en zij van hem.
Waarom zouden zü dan niet gelukkig zijn?"
„Daar Betty ze samen gebracht heeft,” zei
Dick, „voelt zü er natuurlijk meer voor dan een
antBr.”
„Hoe bedoel Je dat?” vroeg Lady Anna een
beetje vinnig, want Betty vertoonde teekenen
van verwardheid
„Dat weet u ook wel,” zei Dick, die nooit
ongeluk wou hebben. „Heeft zfj Rita niet hier
gevraagd, om te beginnen?”
„Neen, Dick,” zei Betty, die zichzelf weer
meester was.” „Tante Jean wist geen raad met
haar en moeder zei, we konden het niet goed
weigeren. Maar ik heb wel die week-end partij
in elkaar gezet voor Roger.”
.Moot aoo,” plaagde Dick, ,4e hebt het
gewone zootje gevraagd. Ik had Rita zelf wel
willen hebben, als hU me haar maar met voor
den neus weg gekaapt had. En JU hebt de bezie
zaak toch verder bedisseld, Betty.”
zei Betty. „Ik heb hem gewaarschuwd
niet te hart' van stapel te loopen. En we waren
toch dikke vrienden? HU was veel aardiger
voor me, dan JU, mijnheer Dick.”
„Ik ben altüd aardig geweest. Vader, ik vind
het prachtig, een roman soo vlak onder Je neus
in je eigen familie. Ik zie Rita al op Beck
ford.”
,Jk denk niet, dat er lang zal zitten."
zet mUnheer Hornock. „Zü aal Roger wel de
halve wereld over sieepen.”
onze aardworm Roger.”
-Roger blijft geen aardworm,” zei Lady
Anna een beetje scherp. „HU mikt hoog.”
MUnheer Hornock dronk zün thee met een
ontevreden gezicht.
„Ik vind het een dwaas plan,” meende hU.
„Als Roger een gewone kerel was, die graag
zUn geld uitgeeft, dan zou ik het beet vinden
Maar nu hU met hart en ziel hangt aan die
oude boerderij en niets om de wereld
geeft....”
..En een meisje, dat niet bü hem past,”
voegde Lady Anna er bit
één van de vele zal dan ook nog dienen te be
antwoorden aan den harte-roep van Prins
Leopold. Koning Albert en Koningin Elisabeth
winnen inlichtingen in, stellen vragen, kUken
goed uit hun oogen. Er wordt hun gewezen op
bepaald op de jongste, die juist twintig I nlet °P, om je op deze manier bëlachelUk
is geworden. Ze willen de jongelui wel eens
samenbrengen. Eens zien of ze elkaar begrijpen
en waardeeren kunnen bü nadere kennisma
king. De tijden zün voorbij, dat vorsten beslls-
hun zoon, met geen
"portret, zonder er
1”herinnering aan de koningin der Bei-
1 gen. die zoo tragisch om het leven kwam
is nog lang niet verflauwd. Het volk
hoort graag over haar spreken en zal ook graag
over haar lezen.
BU de firma Karei Beyaert te Brugge, en
tegelijk bü de R K. Boekcentrale te Amster
dam, is een Nederlandsche bewerking versche
nen, gemaakt door Marie Koenen, van het
werkje «Jat Joseph Conrardy over haar schreef.
Aardig is de wijze «Uarop hierin verteld
wordt van het „aankomen” der verloving van
prinses Astrid met prins Leopold, den huldigen
Belgischen koning.
Men wilde aan het Belgische hof geen „hu
welijk van staat”, want daar was reeds te veel
ellende uit voortgekomen.
Koning Albert en Koningin Elisabeth wen-
schen bovenal, dat hun zoon echt liefde zal
voelen voor de vrouw van z'n keuze. Ze willen
voor hem, kortom, een huwelijk zooals hun
eigen huwelijk. Maar wter een vorstenkind te
vinden, dat moreel en physiek beantwoordt aan
alle wenschen zoowel voor de dynastie als voor
den Prins zelf? Er zün in Europa zeker wel
prinsessen genoeg, en ook prinsessen met ge-
acque Joffre Robert Russell, negentien jaar
oud, was provtsieknecht in het Washington
Hotel aan Curzonstreet, in het Londen-
sche West End. ZUn ouders woonden te Lo
westoft, en hU had dus te Londen een kleine
goedkoope kamer gehuurd.
's Avonds, zoodra zijn werk geëindigd was,
spoedde hü zich naar dit armelUke vertrek, dat
voor hem een heiligdom was.
Want daar bracht hU zün vrUe uren door met
etsen en al etsend droomde hU van de toe
komst. waarin hü een beroemd kunstenaar zou
zün.
HU bezocht ook een kunstschool. Wat hU
van zün loon spaarde, werd uitgegeven aan
leergeld.
Vaak dwaalde hü door de zalen der National
Gallery, de grootmeesters als leeraren kiezend.
HU werkte hard en hü was vol zelfvertrou
wen. De kring sjjner bewonderaars was nog
maar klein en strekte zich niet ver buiten
het hotelpersoneel uit. maar hü vond etndelooze
voldoening en aanmoediging in de wetenschap
dat zjjn werk beter werd met den dag.
Op een ochtend van de vorige week, alvorens
zich naar het hotel te begeven, legde hü de
laatste hand aan een ets alweer een schrede
op den langen weg die hem tot kunstenaars-
roem zou voeren. En kort daarop lag hU. half
verpletterd, op straat. Niemand weet precies
wat er gebeurd is. Maar hü was uit een ven
ster van de zesde verdieping gevallen een
val van twintig meter.
ZUn dappere, eenzame strUd om kunstfaam
eindigde enkele uren later in het St. George’s
Hospitaal.
Jk heb er nu genoeg van,” prevelde hü. en
stierf.
werk. Een goede vrouw kan naar hart niet
thuis houden, niet bulten spel laten. En van
een slechte vrouw kun je in geen enkel op
zicht iets goeds verwachten.
Het Is mogehjk. dat u gelijk hebt, chef.
Ik zal het je bewijzen. Ééns In mijn twin
tigjarige praktijk heb Ik het meegemaakt, en
dat is een les voor mün leven geweest. Luister:
Harry was toen nog in den buitendienst. Je
kent hem wel. Een knaap als een boom, met
een boratwUdte van zevenenveertig Inch en
armen als van staal! En een patente kerel ook!
We waren toen Big Jlm op het
brutaalste heerschap van heel
snaak, die, als het in zijn kraam te pas kwam,
er geen gat in zag. om den eerste den beste,
die hem in den weg liep, z’n lichtje uit te
blazen!
Harry is nu getrouwd. Ik heb hem later een
„O, ja?” zei majoor Rickstead.
Na enkele stappen wendde zU zich weer tot
hem:
„Zijn mijn oogen erg rood?”
„Rosé,” gaf hU toe.
„Dan gaan we nog niet terug. Zeg t me,
als ze weer gewoon zijn."
ZU liepen nog één poosje en toen zU weer
in het volle zonlicht kwamen, keek majoor
Rickstead haar aan.
„Ze zün goed," zei hü.
Langzaam liepen zü terug en Betty sprak
niet meer, totdat zü het huis bereikt hadden.
Dan wendde zU zich met een beverlgen glim
lach tot haar gezel:
„U is vreeselUk lief,” zei ze.
Majoor Rickstead ging stil naar zUn kamer
en toen hü voor de thee naar beneden kwam,
was de heele familie bezig het groote nieuws
te bespreken.
..Denk eens, Roger en Rita verloofd.” kreet
Dick. „Denk eens aan, de doilar-prinoes en
lUk gewezen op den mogeluken opmarsch van
vüandelUke legers door Zuid-Oost-Nederland.
waarbu dan werd gedacht aan de streek onge
veer tusschen 's Hertogenbosch en Roermond.
Die opmarsch zou, daarover zün onze deskun
digen het wel eens, én van Zuid én van Oost
kunnen komen. Een garnizoen te Eindhoven nu
zou duidelUk genoeg demonstreeren, dat de
Nederlandsche strategie niet nalaat ook de
mogelUkheld van een opmarsch uit ZuldelUke
richting onder het oog te zien.
Eindhoven garnizoen zou in de huidige phase
van gespannen internationale toestande^Bmee;
dan ooit een krachtige onderstreping zUn van
onzen vasten wil om naar alle gUden onze
beproefde neutraliteit hoog te houden.
had voor haar vriend gedaan, wat atj kdn. ten
koste van haar eigen verlangens.
„Wel.” zei majoor Rickstead bU zichzelf, „dat
kan ik ook. Als ik jou ooit helpen kan. reken
dan maar op me.”
Waaruit blUkL dat majoor Rickstead zUn
gedachten beter formuleeren kon voor zichzelf,
dan voor anderen.
geweest was.
Tot zoover was
alles goed ge-
gaan, wantoden volgenden dag had Carry in
de foto met absolute zekerheid haar weldoe
ner herkend, waardoor wu dus een grooten
stap verder in de goede richting kwamen.
Maar toen Is Harry in zUn onnoozelheid bul
ten zUn boekje gegaan, en heeft met zUn ver
liefden kop aan Carry verteld, wie
was. En nóg had het goed kunnen
want betrouwbaar bleek dat meisje
sindsdien voor het buitenwerk niet meer heb
ben wou.
Maar toén was hU nog vrUgezel, en natuur-
Ujk had hU een meisje. Carry heette ae. ZU
was werkzaam in een luchroom. waar zoo’n
beetje van alles kwam. Ze had een
popperig kindergezichtje, vlug, handig,
ieefd. kortom geknipt voor haar werk.
Het was een aardig gezicht, die twee bU el
kaar te zien! Harry een kerel als een boom,
zwaar en breed en bruingebrand, en daarnaast
dat teere poppetje als van porselein, dat nog
niet tot zUn schouders reikte! Maar enfin, ik
had dit wel in de gaten, dat Harry het ter
dege te pakken had. Het was maar van Carry
voor én van Carry na. en zUn vrUen tUd bracht
hU voor een groot gedeelte in die lunchroom
door.
Tegen dit laatste had ik, eerlUk g<
genaamd geen beswaar. Integendeel,
was mU bekend, dat er nu en dan ook wel
.zware jongens” in die zaak kwamen, en je kon
nooit weten, of dat contact tusschen Harry en
Carry vroeg of laat nog eens goede resultaten
kon opleveren. En dat bleek ook soo slecht niet
gezien, om den dooien dood niet. Als die Harry
maar beter op sjjn tellen gepast had!
Op een goeden dag komt Harry na afloop
van zUn dienst weer aan zUn gewone tafeltje
zitten. Carry brengt hem zUn glas bier, en.
tusschen het bedienen van de gasten door, ver
telt zU hem bU stukjes en beetjes, wat er dien
morgen gebeurd was. Beladen met een heelen
berg afgewasschen borden was se uit de keuken
naar het buffet‘geloopen, was uitgegleden en
liet maar eventjes zestien borden aan scherven
vallen. De chef had haar een geweldigen uit
brander gegeven, met ontslag bedreigd, en bo
vendien gezegd de schade voor haar rekening
te zullen noteeren. Toen, plotseling, was er van
een tafeltje voor bet raam een man opgestaan.
HU was naar het buffet geloopen, had den
chef een pondbiljet toegesmeten, en gezegd:
.Eén bier heb ik gedronken! De rest is voor
dat meisje!”
Daarop was hU de deur uitgeloopen. De chef
had zUn berekening gemaakt, en tegen Carry
gezegd:
majoor Rickstead tact of wUsheld
bezeten, sou hU gedaan hebben of hU
De dagen die nu volgden waren bUsonder
zwaar voor Betty. Wat haar het meest irri
teerde. kon zU self niet zeggen, of het Dick
was met sUn luchthartig gebabbel óver .Mie
stlekume Roger”, of „die betooverende kleine
heks Rita”, ofwel de overduldelUke tact van
haar moeder waarom moest moeder soo
tactvol doen, er was toch geen enkele reden
voor dacht Betty. Of haar Vader’s sombere
voorspellingen omtqent Roger en het schuchter
aanbieden van wat Betty „troostpruzen”
noemde, in den vorm van chocolade ea klei
nigheden.
„Ik wou. dat ae het maar niet deden*
klaagde Betty bU slchself. .Ik begrUp maar
niet wat »r aan de hand Is. Als majoor
Rickstead er niet was, werd ik gek.”
Haar hart zonk dan ook in haar schoe
toen hU op zekeren morgen verkondigde.
hU wegging.
„Dat ^>Ut nm.” rieo sU u!t. .Jk aal a er»
missen."
tWtedt vervolgd)
Big Jlm
afloopen.
wel. ZU
wist'Harry te bepraten, het aan haar over te
laten om uit te vlsschen, waar Big Jlm verblüf
hield.
„Zeker zal hü hier terugkomen!” had zU
gezegd. ,Jten man, die zooveel geld voor Je uit
geeft, voelt méér voor je dan zoo maar een
w -- .«www—. .ww ww. plotselinge opwelling van medelUden. Vast en
baantje bU het archief gegeven, omdat ik hem teker zal hU terugkomen, en probeeren n«der
met me kennis te maken! Toe, Harry! Laat mU
Je helpen! Ik zal voor den schUn een beetje
toeschietelUk zUn, ik zal hem ulthooren- on
dan zal JU de man zUn, die Big Jlm arresteert!"
Het is best mogelUk. dat zU het oorspronke
lijk goed bedoelde. Ik ben daar selfs nu nog
van overtuigd. Want een feit is. dat zU twee
dagen daarna het bureau opbelde, en Harry te
spreken vroeg. ZU vertelde hem. vlug en sa-
kelUk dat Big Jlm met vrU groote zekerheid
dien avond gearresteerd kon worden in den
kelder van een leegstaand huis in de binnen
stad. waar hU een soort van opslagplaats had
van gestolen goed. Maar hU moest alléén ko
men. en in burger, had zU eraan toegevoegd.
Vanzelfsprekend moest hU zorgen gewapend te
zUn, maar bU de 'minste aanwUzlng van ge
vaar zou Big Jlm gewaarschuwd worden, en
zeker langs een geheimen nood-ultgang weten
te ontvluchten.
Terwille van de eerlUkheld, waarmede HaiW
me alles opgebiecht heeft, heb ik hem, zooals
ik Je zei, bU het archief nog in dienst ge
houden, en sUn verslag herinner ik me nog
woordelUk:
„Zóó is het gegaan, mr. Barling,” zei hU-
„Om bü half negen kwam ik in burger, mijn
revolver in den rechter Jaszak. mUn zaklan
taarn en de boeien In den linker, onopvallend
op den kelder toeloopen. Toen ik er nog een
paar passen van verwUderd waa ging de kel
derdeur open en kwam Carry eruit te voor-
sdUfn.**
„Is hU binnen?" fluisterde ik.
,4a” fluisterde zU terug. .HU is binnen. Het
zal Je niet moellUk vallen hem te arresteeren.
En ik weet, dat het je plicht is. Harry!"
Toen zag ik, ondanks de bUna volslagen duis
ternis, groote. glinsterende tranen in haar
oogen. Plotseling viel se voor me op haar
knieën, sloeg haar armen om mUn beenen. en
met een door tranen verstikte stem smeekte
ze me:
„Toe, HarryI Terwille van mU! Geef hem
de kans te vluchten! ZUn meisje is bU hem.
Harry! En Ik heb het gezienzU heeft hem
soo lief! HU heeft haar beloofd, zUn leven te
beteren. Samen willen se een nieuw teven be
ginnen! Ver, in Amerika, wil hU een eerUJk
man worden, en werken wil hU er.werken
voor zUn vrouw en voor zUn gesin. Toe, Harry!
Terwille van mU. terwille van onze Uefde! Geef
hem de kans!”
En ik kon niet anders, mr. Barling. Ik heb
hem sUn kans gegeven.”
ten over het huwelUk van
andere gegevens dan een
zich over te bekommeren of de toekomstige
echtgenooten elkaar zouden aanstaan.
Hier echter worden in de verste verte geen
besluiten genomen. Om elk vermoeden af te lel
den, onderneemt Koningin Elisabeth, vergezeld
door haar oudsten zoon, een reis naar Scan
dinavië, waar ze ook een bezoek zal afleggen
'bU de koningsfamllies. Als Gravin de Rethy
logeert ze In Kopenhagen, en reist vandaar
naar Stockholm incognito. Ze komen ook bU
Prins Karei aan huis. Deze is verwittigd van
bun komst en ontvangt moeder en zoon met
onderscheiding. Wie de nleuwgekotnenen eigen
lijk zUn, weet niemand Prins Leopold verschuilt
zich achter den voornaam Philippe. Trouwens,
er wordt gewoonweg „niet thuis” gegeven:
Zelfs de beste vrienden van de familie worden
geweerd. Het interieur Is alleraardigst. De
ouders zUn hartelijk, de dochters mooi. Alles
ademt geluk in deze omgeving zonder eenlge
aanmatiging een kalm geluk, dat geest en
hart weldoet.
Er is iets beminnenswaardigs in deze ont
moeting zonder complimenten, zoo heel gewton
burgerUjk. Doodeenvoudig komt men bU elkaar
op bezoek de ouders weten waarom, de
jongelui raden het wel. Ze kUken elkaar eens
aan. Ze lachen. Zoo is de Jeugd nu eenmaai.
De Jongeman ziet twee mooie meisjes, en denkt
zoo: „Nou hoor! Twee tegelUk! Dat wordt In
gewikkeld. Wie te kiezen van zoo’n aardig stel?
Verduiveld allebei zUn ze even lief en vol
leven. Allebei bevallen ze me. Liever maar eens
afwachten. Misschien zal het hart wel gaan
spreken”....
De dagen vliegen om. Het Jongvolk kakelt en
snatert in t Engelsch. Want de prinsessen spre
ken geen Fransch, en prins Leopold par
don! mUnheer Philippe spreekt zoo vlot En
gelsch alsof hU, liefst, in het hart van de
City geboren Is. Ze plagen elkaar, tennissen,
spelen dit en dat. Af en toe is mUnheer Phi
lippe opeens er van door. Eigenhandig gaat hU
z’n brieven posten in de buurt.
Van zelf dat mUnheer Philippe, mooi en
hupsch als hU is, de buitengesloten kennissen en
ook de buren opvalt. Wie zUn die geheimzinnige
dame en haar zoon? Iedereen begint zich af
te vragen, wat er toch gaande is bU Prins
Karei.
„Wat er omgaat, onnoozele burgers?” zou
Alfred de Musset antwoorden. „Iets heerlUks en
toch alledaagsch, iets heel gewoons en toch al
tijd weer ongehoord. Liefdes ontwaken!” Is
dit dan niet gemakkelUk te raden voor wie
mijnheer Philippe daar zoo licht en blU zien
voorbUstappen? Staat dit dan niet weerspiegeld
op z’n stralend gezicht?
Toch Is alles nog maar heel even, zoo teer
als een rozeknop in het prille groen van April!
Al blUkt mUnheer Philippe dan vooral gevoe
lig voor de bekoorlUkheden van de jongste der
dochters van Prins Karei. HU praat met haar
bewondert haar bescheidenheid zoowel als
haar lichtenden glimlach, begint tegelUkertUd
te begrUpen, hoe ongerept haar ziel is. HU
AT 17 A nAKTME19C* op «Ut blad Zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen p 7^0 Ml levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 17 Mj een ongeval met I? OR A
I >1 .r1. /X Fit JI W I w r*> O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen O^We verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen wUe“ doodelljken afloop 4teOVe"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Bg—I l I «I R— -
Wat een verrukking, twee jonge harten die
elkaar gevonden hebben. We weten wel dat bU-
voorbeeld oude heeren met een bril en grUze
haren zoolets belacheUjk vinden. Houdt vooral
r tg
maken, jonge menschen. De liefde op haar
beurt vindt die gebrilde aftandsche oude heeren
belachelijk! Wie ooit echt hebben liefgehad, t 9 t
voeten bü uw geluk een diepe ontroering, al- /^Ikkelhig ^nde realiteit gewor-
leen reeds omdat het hun herinnert aan de 41
liefste uren van hun leven. Ze komen nooit
meer terug, deze uren van jonge lentefrlsscbe
zleleweelde, van argelooee overgave, flie hun
voor eeuwig een eigen glans en kleur geven.
..Daar zou Ik ook wel wat voor voeten,” aai
Dick.
.Dat geloof ik,” antwoordde sUn vader. „JU
laat het geld graag ‘rollen, trouw ook maar een
Amerlkaansche.”
„O, neen, Bam,” riep Lady Anna. JJick
trouwt een goed Engelsch meisje, waar we alles
van weten.”
,j9aaL" zei Dick. ^oe," tegen majoor
Rickstead. ,ga je mee vlsschen?"
„Goed,” zei majoor Rickstead.
Maar hU was een lusteloos sportman dien
avond. HU zei niets op de uitvallen van den
Jongeman en bleef teruggetrokken en diep in
gedachten.
„Ik geloof, dat je jaloersch bent op Roger,"
ricD Dick ten laatste
Misschien wel,” set mUnheer Rickstead.
Dick brulde van hst lachen.
„JU ook al slaaf van die donkere oogen?”
..Donkere oogen bevallen me niet.” En tot
zichzelf zei hü:
„Maar Roger
hart."
En terwUl hU naar sUn dobber tuurde, was
sUn hart vol van een diep medelUden. ver
mengd met verbasing, als hü overdacht, hoe
Betty tegenover Roger stond en hoe zu rich-
self dien middag tegenover hem verraden had.
Dan kwam bewondering boven.
Wat een moedig meisje. Wat had >U steh
goed gehouden bU de thee, niemand had ge
merkt, hoe die opmerking van Dick haar ge
troffen had. „Roger waa mUn vriend.” En zü
,4s Dick in de buurt?” vroeg zU. ,Jk zou
niet graag hebben, dat hü mU zoo zag.”
„Neen," zei hü. „Ik ben eerder thuisgekomen.
Ik heb nieuwe schoenen aan en die zün een
beetje nauw.”
.Moeder mag me ook niet zien,” zelde zU-
,Kom dan mee naar den doolhof, daar vindt
geen mensch ons."
„Goed.”
ZU liepen zwügend den tuin in, maar in den
doolhof begon Betty:
„Moet u geen andere schoenen aandoen?”
.Neen, Betty, ae zitten goed. Of wil je me
weg hebben?”
„Neen, ga maar mee.”
ZU liepen zonder spreken tot in het midden.
Majoor Rickstead keek niet op. maar toen Betty
naar hem keek, zag zü. dat zün gezicht rorg-
lük stond. Toen zei hü plotseling:
„Wilt u niet weten, waarom ik huilde?”
„Nu," begon hU. na een tusschenpoos:
.Muil niet meer.”
.Neen, ik ben klaar." sei Betty. u moet
er niet meer aan denken. Ik behoef u niet te
vragen er niet over te praten, want ik weet,
dat u dat toch niet soudt doen:"
„Neen," stemde hü toe.
„Ik geloof niet, dat ik het u k«n zeggen,"
ging zü voort, .jk kan het meeelf niet eens
duldelUk maken, begrüpt u?"
^a," zei hü vlug. Verwonderd keek Betty
hem aan, terwUl hü naast haar voort hinkte
en hoewel zün gezicht van haar was afgewend,
zag zü. dat ztln mond zenuwacbt'g trok.
„U beeft me beerlUk geholpen," guebtte «U-
weeg M pond
voer een dubbel
tje, wat zou ik
wegen voor een
kwartje?
(Lidovj
Novinyf
“»ar n oogen verraden hem van zelf
Prinses Astrid zou geen vrouw zün, zonder te
ontwaren, dat de beminnelUke bezoeker vooral
aan haar z’n aandacht w\jdt. ZU, ze vindt hem
zoo kwaad nog niet, heel sympathiek zelfs. Veel
zou er niet toe noodig zün, of ae gaat echt
van hem houden. Een woord, een teeken. en als
de heldin van Racine zou se antwoorden:
„In stilte zegt mün hart mü, dat het in
stemt met uw vraag.”
><sar droomt ae niet een dwazen droom?
Omdat ze verstandig is, jaagt ae den droom
van zich af. Ze bepaalt er zich toe, niet anders
te zijn, dan ze is, en is dus van zelf gewoon
en gracieus en natuurlük.
De stille getuigen, de ouders, hebben nu wel
genoeg gezien van het verrukkelüke onschuldige
minnespel. Trouwens, het logeeren in Stockholm
kan niet blUven duren. Op een morgen hebber
de geheimzinnige gasten het huis van den
Zweedschen Prins verlaten. Geen woord wordt
cr daar meer over hen gerept.
Dadelük na de terugkomst te Brussel brengt
mUnheer Philippe, nu opnieuw Prins Leopold
geworden, z’n vader den Koning, op de hoogte
van de feiten. Hü spreekt hem van z’n liefde
voor Prinses Astrld. Koningin Elisabeth kan
niet anders, dan erkennen, dat ze haar echt
hoogschat, dit jonge meisje. Koning Albert
glimlacht achter z’n brilleglazen. „Wel! da:
staat me aan!” is z’n antwoord. „Als JU van
Prinses Astrid houdt, dan is er, dunkt me, niets
dat je belet haar te trouwen. Alleen zou 'k m’n
waarschünlük toekomstige schoondochter zelf
ook alleens graag leeren kennen”.
Er wordt besloten, dat de konlnklUke familie
eenlge weken op Ciergnon zal gaan dborbren-
gen. Prinses Ingeborg wordt er met haar doch
ter Astrld te logeeren gevraagd. De twee no-
*ïele vreemdelingen komen. De jongeman en
noeg van de geufenschte eigenschappen, maar’ het Jongemeisje zien elkaar terug. De zon wekt
bodschap overal en de liefde doet de rest.
tan. Maar hü had noch tact noch wüsheid.
Daarom zette hü zün geweer tegen den muur en
kwam naar haar toe, als een onhandige, groote,
trouwe hond.
Hü ging rechtuit naar het meisje toe
•wde zün hand op haar blonde haren.
-Betty,” zei hü en toen het meisje door
bleef snikken, voegde hü er zün geliefkoosde:
-Ah zoo,” aan toe.
-Ik ben een idioot," zei Betty ten laatste.
Zü taf de hand een tikje, zooals ze bU
tand gedaan zou hebben en keek door haar
tranen heen glimlachend naar hem op. Dan
®et een blik op haar natten zakdoek: „Ik
moet een schoone gaan halen.”
J* mijne is heel schoon,” zei majoor
Rickstead en haalde een grooten lap uit zün
tak, nog netjes in de plooi, maar vreeselUk
talkend naar tabak. Betty veegde haar oogen
J*. terwUl de majoor ernstig naar baar stood
W kijken.
Meer dan f7500.000.— be
talen Neërlands fietsers ellt
In dien kelder, besloot de recherche-chqf
Barling, hebben we veel van bet geroofde te
ruggevonden. Maar van Big Jlm hebben we
nooit meer een spoor ontdekt. En daarom wil
ik geen vrouwen in dienst bebben.
■W Y een. ast de recherche-chef Barling tot
[XI een van zün recbercheun. Bü mü is voor
die dame geen emplooi. Voor eens en
voor altüd, neen. En ik geef je dringend in
overweging, ook nimmer vrouwelük personeel
in dienst te nemen. Hierdoor kun je je menige
teleurstelling besparen.
Ik wist niet, chef, dat u een vrouwenhater
was, opperde de ander. terwUl hü eenlgen twüfel
in zün stem legde.
Ben ik ook niet! Ik heb een heel lieve
vrouw Thuis. Drie schatten van kindertjes.
Thuis. Voor niets ter wereld zou ik se willen
missen. Thuis. Maar in mün werk moet ik dat
goedje niet om me been hebben. Voor eens en
voor altüd, neen.
Minder prettige ervaringen mee opgedaan,
chef?
Ze zUn niet geschikt voor recherche-werk.
Ze kunnen het niet laten, haar hart een woord
je te laten meespreken. Een rechercheur moet
een hart van steen hebben, tenminste in zün
„Veeg die scherven maar op! Het B in orde
zoo. Er blüft nog wat voor je over. Die meneer
heeft alles betaald.”
Harry had, niet zonder eenlg opkomend ge
voel van jaloerschheid, naar het verhaal van
zün meisje geluisterd, maar zün jaloezie maak
te spoedig plaats voor dlenstüver, toen hü uit
de beschrüvlng, die Carry hem van den jne-
neer" gaf, vrüwel zeker het signalement van
Big Jlm meende te herkennen.
Harry was zoo verstandig, over het geval
heen te praten. Om geen argwaan te wekken,
bleef hü nog een tüdje aan z’n tafeltje zitten,
en kwam toen met opgestreken zeil recht
streeks naar mün bureau geloopen. Daar werk
ten wü samen een plannetje uit. Harry stak
een foto van Big Jim bü zich, en sou den
volgenden dag
terloops aan
Carry vragen, of
dit soms die
royale meneer