den dag
%tu&Aaal
van
Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefde
X
1
F 250.
F 750.-
Het hedendaagse!)
Turkije
ALLE ABONNÊ’S ongevallen1 verzeïerd toot een der vagende ultkeeringen F 750.- verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen F 750.- doodelljken afloop
Verkeersprobleem
te Londen
I LIEFDE I
EN EER I
MAANDAG 23 MAART 1936
De positie der vrouw
Pater Caliewaert
V»
V*
Bi
**r- --
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
DOOR M. E. FRANCIS
Amerikaansch
binnenhuisje
Het
„Ik ben blü. dat je er bent, Clive.” zuchtte
i'
In de provincie
liet zich
33U
l?"
Janzen noemde. Bent V mün-
tweewlellge
Cllve
BlomfleM.
zpU....
ten
Ewald
s*n
Society
bij levenslange geheele
en
Zij bedoelde
„Kippenvoer klaar
I
nicht Jane.
(Wordt vervolgd)
A
I
Vijftig jaar geleden waren de stra
ten er niet minder vol dan
thane
Al gauw kwamen ze in de keuken en daar zagen ze, dat de
kok naar de kast ging. Hü had een blad op zijn hand, «aar
een heerlijk stuk gebak op lag. .Daat niet merken, dat je hem
gezien hebt”, fluisterde Tuimeltje. „Straks gaan we er stilletjes
naar toe.” Eki op hun teentjes liepen as verder, alsof ae niets
in het schild voerden.
In den overgangstijd-. Geëmancipeerde
Turksche in gesprek met een gesluierde
landgenoote
■den
lA
Vs
50
0
0
Meiden
alende.
■Dan. als het karndag was, ging a|j rechtuit
aid
Us.
88.
125
„Heeft een jong meisje, vooral In de provin
cie, thuis nog moeilijkheden en *vooroordeelen
te overwlnneh, als zjj een beroep kiest?”
„Nu niet meer. Natuurlijk, voor ongeveer tien
jaar was dat idee nog nieuw en men moest
daar eerst aan wennen. Het kwam langzaam.
Een paar meisjes zijn begonnen, ae werden
kantoorbedienden, onderwijzeressen of arbeid
sters. Toen do ouders echter zagen, dat dit ex
periment'zender gevaren Was, ja, dat hun
MJ verlies van een hand,
een voet of een oog
•*A
2Vs
9
0
7V,
5
6‘A
eel
>n-
•fc.J
l’tirt
ter
'tt koorde,_dat aten U
■„rw_
heer Jansen uit Amsterdam?
Ja.
Met dén s.
Ja.
Eindeltfk gevonden. Dan
staat U in mijn boeken nog
enen voor f 8,50.
de
en
n-
ek
en
nt
ne
lee
an
Ier
>or
ird
er gelegenheid van zijn vijftigsten verjaar
dag zal de eerw. pater L. J. Caliewaert
O. P. op 29 April gehuldigd worden
te Gent. Het ligt In de bedoeling van een spe
ciaal hiertoe In het leven geroepen comité, den
jarige een bronzen gedenkplaat aan te bieden,
vervaardigd door den beeldhouwer O. van der
Meerache. Tevens zal een Gedenkboek worden
samengesteld en in den handel gebracht. Voor
nadere gegevens kan men zich wenden tot den
secretaris van genoemd comité, den heer Th.
Braens, Brandstraat 48, te Gent.
buffelkazren, die van de markt terugvaren
naar bet dorp. D» boerinnen loopen er naast
en mannen met een langen, sterken stok.
Zoo ook vervoerden zij. In den grooten Tvrk-
schen vrijheidsoorlog de kleine kinderen op
den rug. dagenlang door zonnehitte en stof,
modder en regen, zonder rust, zonder slaap
de munitie en proviand naar hun mannen aan
het front, droegen de zware projectielen op de
schouders in de loopgraven. Zoo hebben zij.
deze eenvoudige Aziatische boerinnen, gewerkt
aan den weg, waarlangs hun dochters, hun zus
ters, Turkije voerden naar een steeds ruimere
en steeds lichtere toekomst.
Hoe het vroeger was
Rea* moeder, die ons gezelschap houdt, ver
telt, hoe zü. toen zij zoo oud was als nu haar
dochter, uitgehuwelijkt werd, zonder haar toe-
komstlgen man te kennen, zonder ook maar één
woord met hem gesproken te hebben. Dit schre
ven de toenmalige zeden zoo voor. De jongelui
hadden geen gelegenheid elkaar te leeren ken
nen, iets van elkaar te weten. ZIJ kende haar
bruidegom slechts van *n foto en kon hem van
achter haar getralied venster gadeslaan, wan
neer hij voorbij hun huis ging, zo&der echter
door hem gezien te worden.
Zij laat mij een foto zien als jonge vrouw
met den slulerachtigen, zwarten doek, on
geveer In de dracht van onze kloosterzusters,
die het haar bedekt en langs het gezicht over
de schouders valt. Daarbij de gezichtssluier, die
in het openbaar het gezicht voor vreemde
blikken moest verbergen. Een stoffige herinne
ring uit net verleden
er in, kwam toen terug en wees op een blad
zijde. waar een krantenknipsel was opgeplakt,
een voet balverslag, met foto van het winnende
elftal En Cllve las:
Ewald Harting,
Petra en Elly kwamen de kamer in cm te zien
wat er te doen was.
„We zijn oude vrienden!” riep
vrouw toe: „alles is In orde!”
„Allee la niet in orde!" riep Petra.
Kijk eens. wat ik in je overjas gevonden heb,
Ewald Harting!” Ze wuifde met een bosje brie
ven. „De invitaties! Je hebt vergeten ze te pos
ten, slimmerik!”
Cllve sloeg Ewald lachend op den schouder;
„t Is maar goed dat je t vergeten hebt. Niets
van aantrekken, mevrouw Harting! Jongelui
komen toch niet graag bij getrouwde* menschen.
Kom. laten we vriendschap sluiten! Elly's zus
ter komt ook met d*r man; allemaal getrouwde
lui behalve Charley!”
..Hé ja. dan sullen we eens een prachtfuU
hebben!” riep Petra.
.Maar we kunnen t nooit zoo erg laat ma
ken." zuchtte de vrouw van den gespierden man,
„want.
„Want?” herhaalde Evrald.
„Nu, Ik aal het nu maar bekennen.” verklaar
de Cllve Blomfield.,Jk ben niet echt b(j de
politie.... Ik ben opzichter bij een bouwonder
neming en heb om de week nachtdienst."
hebben. Stel je voor....”
^Ja, ja, ga nu maar, dan draai Ik het licht
uit.”
Toen ze boven waren, ging Petra met bet
naar het melkhuis. Dat is Dinsdag en Donder
dag.”
„Dinsdag en Donderdag kamen,” schreef
Betty. „Dan moet ik 's avonds maar In het
bad.”
„lederen morgen moet er gemolken worden,"
en
„Zeg. hou je me niet voor den gek?” vroeg
Blomfield.
„Geen kwestie van. Dus je bent tegenwoor
dig bij de politie? Ja. t kan raar loopen in de
wereld.”
helft der vorige eeuw aangelegd; bet eerste
traject werd in 1883 zeven jaren vóór dien
thans bijna pre-historisch üjkenden
Fransch-Dultschen oorlog! voor den dienst
opengesteld. Heel dat uitgebeelde net der Dis
trict Railway en de Inner Circle, dat nog steeds
zulk een belangrijke rol speelt in het Londen-
sche verkeer, bestond lang vóór den aanvang
onzer eeuw. De treinen liepen en loopen ook
thans niet door stalen buizen of „tubes”, doch
door tunnels van baksteen, op geringe diepte
beneden den grond, en voorzien van openlngen
voor de ventilatie. Het was door deze openln
gen, dat de stoom der locomotieven zich -en
uitweg baande, want het spreekt vanzelf, dat
de treinen niet door middel van electriciteu
voortbewogen werden.
Het ondergrondach reizen moet In die dagen
een beproeving geweest zijn, maar zelfs toen
was Londen reeds uitgestrekter en volkrijker
dan thans eenlge andere stad ter wereld, met
uitzondering van New-York, en het zou onbe
woonbaar geweest zijn. Indien door middel van
ondergrondsche verbindingen de afstanden niet
verkort, en het geweldige verkeer boven den
grond niet ontlast geworden was. Want de stra
ten van Londen waren vijftig jaar geleden niet
minder vol dan thans. Het aantal vervoermid
delen was veel geringer, maar door paarden
getrokken voertuigen nemen veel meer ruimte
In beslag dan automobielen.
En In verband met hetgeen ik hier boven
opmerkte, mag misschien beweerd worden, dat
het wonder der eerste electrlsche „tuberailway”
en der eerste door stoom gedreven ondergrond
sche spoorwegen, nog overtroffen wordt door
dat van het Londensche verkeer omstreeks net
midden der vorige eeuw,., toen de eerste tunnel
nog moest worden aangelegd. Stel u een stad
voor viermaal zoo volkrijk als thans Amster
dam is. en wellicht zesmaal zoo uitgestrekt
maar met geen andere openbare vervoermid
delen dan een zeer beperkt aantal paarden-
bussen en slechts voor welgestelde burgers be
taalbare ..hackney cabs”. Rijwielen bestonden
er niet. Wat sou Amsterdam beginnen zonder
trams en fietsen en zonder snelle en goedkoope
auto’s! Het Landen uit den tijd onzer groot- en
overgrootouders, veel grooter reeds dan het he-
dendaagsche Amsterdam, had minder verkeers-
facllitelten dan thans een achterhoeksch pro
vincienest. En dit lijkt mij wel het allergrootste
„verkeerswonder”.
„Ons huls. Roger en Ik."
Jane was in de wolken over haar praktl-
schen kijk op de dingen.
„O, Roger,” fluisterde zij, terwijl Betty in
een diepe oude kast stond de neuzen, „nu
heb je een goede keus gemaakt. Betty 'meent
het echt en zal een pracht huisvrouw worden.
Je moet zijn linnenkast eens zien, Betty.”
„O, is er een linnenkast? Wat fijn,” riep
Betty, „Je moet me precies zeggen, boe J"
alles doet.”
Jane ontsloot de groote kast boven de keuken
en toonde haar schatten met trots.
„Dit is elgengesponnen, je oma zei, dat het
goud waard is* Er Is nog bij, wat zij zelf ge
sponnen heeft, maar het meeste is van de vrouw
van Sir Roger. Prachtig fijn, vind je niet?”
Betty probeerde alle raadgevingen In haar
hoofd te prenten om oma zoo goed mogelijk na
te volgen.
Toen zij beneden thee dronken, vertelde nicht
Jane haarfijn, hoe Lady Beek haar dag ver
deeld had.
„Eerst wekte «j mij en Molly,” begon Jan»
„Ik slaap zoo vreeselijk vast.”
„De meiden hebben nu toch een wekker,"
viel Roger haar in de rede.
„Heelemaal niet," antwoordde
„En die hooren ae toch niet.”
Betty had een aanteekenboekje genomen en
krabbelde neer:
roepen. En dan?" vroeg zü op-
hulshpuden konden bijdragen, Ja, toen waren
zij spoedig met het nieuwe Idee verzoend.”
Nu is het iets van zelf sprekends, dat een
jong meisje een beroep kiest. Het liefst ziet
men ze echter als onderwijzeres.
Door de straten dokkeren de
Ze kwam niet verder, want de deur werd als
door een wervelwind open geworpen en een ge
spierde jonge man sprong, meer dan hij liep,
het vertrek binnen.
„Is m n vrouw hier?" vroeg h(j met een van
opwinding bevende stem. Op dit oogenbllk zag
Mijn geleidster, een afgevaardigde, «ooals bU
ons een Kamerlid, leidt mij door het parlement,
door de groote zittingszaal, door de biblio
theek. Wij staan voor ’t meer dan levens-
groote beeld van den president der republiek,
Ataturk (voorheen: Kemal Pasha).
„Hem alléén hebben wij het te danken, dat
w(j hier nu mogen medewerken."
Den vijfden December vieren de Turksche
vrouwen als den geboortedag van hun politieke
rechten. Door eeuwenoude traditie afgesloten,
tot na den wereldoorlog nog ver verwijderd van
het openbare leven, hebben de Turksche vrou
wen alle phases van gelijkstelling zooals de
Europeesche vrouwen die te doorworstelen had
den in één sprong overvlogen en kwamen
zij Ineens in het volle bezit van hun rechten.
„Onze wetten waren, zooals u weet,” aldus
verklaarde mijn gezellin, „door het mohamme-
daansch recht geregeld en eerst de republiek
heeft het Zwitserzch burgerlijk wetboek tot
voorbeeld genomen.”
„Voor zoover het 't besturen van ons vermo
gen betreft," vertelde een andere vrouwelijke
afgevaardigde een juriste die aan onze
tafel plaats nam. „waren wij er van tevoren al
beter aan toe, dan bij u In denzelfden tijd,
beter nog dan tegenwoordig de Fransche vrou
wen; wij konden altijd volkomen vrij over ons
vermogen beschikken.”
„Wat waren eigenlijk de schaduwzijden van
de rechtspositie der vrouw?”
„O, zeer vele! Bijvoorbeeld de echtscheiding.
Niets was voor den man gemakkeliJker, dan
zich, op de onbenulllgste gronden, te laten
schelden. Niets moellüker voor de vrouw dan
zich daartegen te verzetten. Ze stond plotse
ling, onverwachts, alleen, zonder kans om den
man te dwingen voor haar onderhoud te be
talen. Ik ken zooveel van die gevallen!”
kind op de knieén, zacht neuriënd, zitten en
toen de kleibe sliep, legde ae het in dY eigen
bed.
Eerst kwam Kikker Karei aan de beurt en toen Tuimeltje.
Ze vielen allebei achterover en de worm was verdwenen in het
gat. In de verte hoorden ze de worm hard lachen. ,Dte heeft
ons fijn beetgenomen”, zei Tuimeltje. „We zullen hem krijgen”,
zei Kikker Karei. Maar hoe ze ook tegen den muur klopten, de
worm verscheen niet meer en toen besloten ze maar naar het
paleis terug te gaan. „Ik heb reuze honger", begon Tuimeltje
te klagen. „Het eerste wat Ik doe Is naar den opperkok rennen.”
hij de gezochte: „Wat la er Ina?”
„Ik ben blij, dat je er bent. Cllve.” zuchtte
z-n vrouw verlicht. .Mn zuster Elly belde me op
bU den kruidenier en ik ben er even heenge
gaan. Toen ik terug kwam was Charley weg.
Elly komt hier wonen met dY man, en ze wil
len b(j ons logeeren, tot ze een huis hebben. Ik
heb Charley hier gevonden, ae hadden hem mee
a"wa.t°Mln *datvoor malligheden?” riep de
gespierde man. blijkbaar hevig ontstemd. „Het
Hikt wel een verhaal uit de krant. Hoe komt u
aan dat kind, mijnheer?"
Ewald begon te vertellen en Petra vertelde
ook; Charley's moeder slaakte uitroepen en
Charley iyiilde.
„Allemaal smoesjes!’ riep de gespierde man
weer. „Wie zegt me dat u het kind niet stelen
wou? Dat is zeker zoo uw manier van werken."
„Wat zegt u daar?' riep Ewald, „dat moesten
we nog net hebben van avond. Hoor eens man.”
zei h|j barsch tot Charley’s vader. „JU gaat
maar uit en Je vrouw ook en je laat je kind al
leen. Als 't zich een ongeluk ligt te schreeuwen,
helpen wij en dan krijg je zóó Iets voor dank!
Je zult je beleedigingen moeten Intrekken, als
Je geen pak slaag wilt hebben.”
„Wat zegt u? Een pak slaag? Dat moet u
maar eens probeeren! AU u even zien wilt.
HU sloeg z'n colbertjas open en toonde een pen
ning, die aan den binnenkant stak. „Ga je
gang mhar! Nu ik je goed aankük. komt je ge
zicht me bekend voor. Ik heb zeker je portret
gezien op 1 bureau. Hoe is uw naam?”
„Gaat Je niets aan. Hoe is uw naam?”
„Hoor eens,” riep de vader van Charley, „dat
zal op een arrestatie moeten uitdraaien."
„Je kunt ze niet arresteeren. Clive,” liet zich
nu de moeder van Charley hoeren.
„Dat zullen we eens zien; poging tot kinder
roof....” Dit zeggend, greep hij Ewald bü z*n
jasje, maar deze rukte zich los. Toen legde de
vrouw van den politieman haar baby neer en
nam haar men t>U den aim. f
.Doe nu niet zoo gek.” beval as; .Je weet heel
goed, dat je geen recht hebt, Cllve Blomfield.''
Ewald keek den man aan. „Cllve Blomfield?
moppelde hij. Tangraam verbreedde zich s’n
tnond iot een lach. Toen keerde hu dch vlug
om en verliet de kamer.
„Hei daar!” riep Cllve gebiedend. Maar In 1
naaste vertrek woelde Ewald In een la van de
kast. HU haalde er een dik cahier uit. bladerde
In de gang kwamen ze nog een kikker tegen, die ook wat
eten zocht. „Kom maar met ons mee”, zei Tuimeltje. ,Je zult
eens zien wat je dan kunt smullen.” Daar voelde de kikker veel
voor. Heel voorzichtig slopen ze de keuken binnen en toen
wenkte Tuimeltje hen in de richting van de kast, waar de kok
de lekkere taart had neergezet. De deur piepte gelukkig niet
hard en spoedig had Tuimeltje han open, maar toen wilden
ze alle drie van schrik wegloopen.
I
PA
l’/s,
PA*
,.En het gezelschapsleven?”....
„Ach! Wij legden bezoeken af en wij ontvin-
(Speclale correspondentie)
•F t nu werkelUk whar, dat de Turksche
I vrouwen vrU en ongesluierd door de straten
gaan? En Is ’t waar, dat zU tegenwoordig
studeeren en verschillende betrekkingen be-
.kleeden, zooals bU ons? Ja, natuurlUk. en niet
alleen dat zU zich vrij en met groote zekerheid
overal kunnen bewegen, maar zU zijn heden ten
dage evenmin uit het openbare leven weg te
denken als bU ons of waar ook. De moeders
evengoed als de schoolgaande meisjes in hun
grauwe uniformen met witte kragen en blauwe
kappen, die met de tasch onder den arm naar
lyceum of handelsschool gaan de dokter
evengoed als de "bankbediende de afgevaar
digde zoowel als de kinderjuffrouw de onder
wijzeres zoowel als de verkoopster.
Ik vroeg aan een moderne Turksche studen
te: „Hoe is u op bet idee gekomen om juist in
de rechten te gaan studeeren?”
„Wel, omdat deze studie mU in de eer
ste plaats de gelegenheid biedt, later op de
meest uiteenloopende gebieden werkzaam te
zijn. En er valt In ons land nog zooveel te
doen. In de dorpen, bijvoorbeeld. bU de boeren:
consultatie-bureaux, populaire cursussea, enz.,
ach, er is voor ons nog werk genoeg!”
En vol vreugde vertelt z(j, hoe zU, met eenlge
andere jonge vrouwen, mede-studenten, in een
dorp een „voorlichtingsdienst” begonnen is.
Eerst waren ze nog schuchter en nog niet zoo
héél zeker. Maar zjj werden door deze eerste
poging aangethoedigd, toen zU het vertrouwen
der eenvoudige boerinnen In hen. Jonge stu
denten, zagen. ZU vertelt hoe die eenvoudige
menschen vragen stelden, om raad kwa
men vragen en zich ook raden lieten.
Ik twUfel er een weinig aan, of dit vlugge,
elegante, jonge meisje, dat met de zekerheid
van „la grande dame” mij de thee aanreikt, in
de begeestering van haar negentien Jaren toch
niet de schaduwtijden over het hoofd ziet, die
zulk een arbeid op het land ongetwUfeld met
zich meebrengt. ZU schUnt mUn gedachten te
raden en voorkomt mUn vragen, met:
„NatuurlUk weten wU, dat dit geen gemakke-
lUk werk is, dat men met vele ongemakken re
kening moet houden. Ja, zelfs met ontberin
gen. Maar dat geeft allemaal niets, wU zUn niet
bang; wU weten, dat wU iets nuttigs kunnen tot
stand brengen en dat wU succes sullen heb
ben."
y^-xnlangs beatond datgene, wat de Londe-
I naar „Bakerloo-llne” noemt, dertig jaar.
Ieder, die ook maar oppervlakkig bekend
is met de Engeische hoofdstad, weet, dat
„Bakerloo" een saamgetrokken combinatie ia
van Bakerstreet en Waterloo, de belde stations
welke aanvankelijk door dezen befaamden onder-
grondschen spoorweg (die in latere jaren mU-
len ver verlengd werd) onderling verbonden
la 1906 was de iun 2K mUl. thans is zU
bUna 21 mUl lang. Het gemiddelde dagelUk-
sche vervoer is gestegen van 25.000 tot 170.000.
Dertig Jaren geleden Hepen er op de drukste
uren 20 treinen van 3, thans 40 treinen van
8 wagens. In den loop dier jaren zUn zoowel
op deze als op de andere ondergrondsche
UJnen van Duteen zulke verbeteringen inge
voerd, dat waWtoenmaals als een wonder van
moderne vervolmaking gold, ons thans waar-
schUnlUk zeer ouderwetsch zou toeschUnen.
Toch dateeren de meeste vernieuwingen, of de
algemeene invoering daarvan, eerst van de laat
ste tien of twaalf jaren, ofschoon In 1911 één
ondergrondsch station nJ. dat van Earls
Court, nabU het toenmaals zeer druk bezochte
tentoonstellingsterrein reeds van „escala
tors” of rollende trappen voorzien was, in
plaats van groote liften, welke Zelfs thans nog
aan verscheidene oudere stations in gebruik
zUn.
De deuren der wagens werden nog met
automatisch gesloten; de inrichting der treinen
was veel primitiever dan thans, maar toch was
datgene, waarop het aankwam, niet minder won
derlijk en volmaakt dan heden. De electrlsche
treinen reden met bUna even groote snelheid
door de geweldige stalen buizen, tien, twintig
dertig meters beneden den beganen grond; de
diensten waren even regelmatig; de veiligheid
was even volmaakt.
Een veel belangrUker feit dan dat de Baker-
loo-llne pas dertig jaar bestaat, Is dat elec-
trlsche ondergrondsche spoorwegen op groote
diepte In Londen geopend werden twaalf jaren
vóór Amsterdam zün eerste electrlsche tram
(van de Mandxstraat naar de Haarlemmer
poort, zoo ik mU niet vergis) kreeg. In 1890
immers werd de City South London lün in
dienst gesteld; hierop volgden de Waterloo tc
City lUn (1898), de Central London (J900), de
Great Northern City (1904). Het is begrUpe-
lUk, dat London tegen het einde der vorige eeuw
als een veel grooter „wonder" gold dan thans:
honderdduizenden bezoekers uit de provincie en
uit belangrUke continentale hoofdsteden, die
no&juxjUj.-een eiectrirohp tram gezien hadden,
aanschouwden hier het wonder van een elec-
dochters door hun arbeid in de kosten van het trtech terkeersnet, diep onder den beganen
grond.
Maar zelfs toen waren de Londenaars er
reeds een generatie lang aan gewend onder den
grond te reizen, zU het dan ook onder niet zeer
aantrekkelUke omstandigheden. De Metropoli
tan Railway werd in het begin van de tweede
wees Jane haar terecht. „Maar Dinsdags
Donderdags extra ^roeg.”
„Melken," corrigeerde Betty. .Dinsdags
Donderdags karnen. En andere dagen?”
„TerwUl Je wacht, dat Molly en de knechts
de melk brengen, kun je die van den vorlgen
avond roosnen. Nicht Sophie deed dat. terwU>
ik het ontbut klaar zette.”
Roger wilde hier al verandering In brengen.
hU schrok er een beetje voor terug, alz hU
Betty’s tenger figuurtje zag, dat zU al dat
zware werk sou moeten doen.
„En liet huiswerk dan?” vroeg Betty. „Wie
maakt het vuur aan en doet de kamers?
Moet dat niet voor het ontbijt?”
Jane verschoot.
„Ja, kUk, wU aten In de keuken. Ik veegde
de keuken. terwUl nicht Sophie in het melk
huis was.”
.Dan moeten de meiden vroeger ópstaan,"
besloot Roger.
„Luister eens,” zei Jane vol Uver om Betty
alles duldelük te maken. „We gebruikten dit
kamertje nooit. Je grootvader had het voor
kantoortje en hU had nooit een kachel noodig
En niemand mocht aan zUn papieren zitten.
Molly schrobde er wel eens. En het melken
neemt veel tUd en het roemen en zoeven
en nameten en de keuken la groot au de tweede
meid heeft ook haar handen vol en.,..”
„Ik zie het al, we moeten in de keuken ont-
buten. Wel warm en gezellig in den winter.
En dan na het ontbut gaat het huiswerk
vanzelf."
.Maar dan moet Je kippenvoer klaar maken,”
gihg Jane waarschuwend voort. „Als ik jou
was. Betty, dan deed Ik dat zelf. Die melden
o, die verknoeien zooveel.”
„Precies,” zei Betty.
maken.”
Jane slurpte haar thee met peinzende oogen.
„KUk. Roger er staat zooveel in de krantjez
over kippen en ras, dat ik niet meer alles doos
elkaar laat loopen, maar ik heb drie kippen
te broeden gezet, een Plymouth, een leghorn en
een witte Orpington en ze leggen veel beter.”
„Twee soorten is genoeg,” zei Roger. JBsn
zwaar en een licht."
.Misschien wel.” ging Jane langzaam verder.
„Nou, welke? De witte Orpington en de Rocks
dan maar."
„Dan moet Betty maar ulunaken. wie hel
beste legt.” zet Roger. „Nu hebben we genoeg
zaken behandeld, vandaag. Betty's thee wordt
koud, Jane.”
Maar Jane stak een waarschuwenden vinger
omhoog.
„Ik heb gehoord, dat je er een meid bij
neemt. Denk er dan aan, dat je er een krUgt,
dje wasechen kan. We wasachen 's Maandags
en als de twee meiden flink dóórzetten, dan is
het Y avonds klaar. Dan hebben we koud
vleeech B middags en moet je alleen maar
,w*ki vond 1 leven vervelend. Alle dagen
H hetzelfde. Naar den trein hollen, saai kan-
^toorwerk, met 1 treintje terug en dan weer
naar s’n bovenhuis, 3e verdieping. Toen hU
thuis kwam, was *t eten niet klaar. Ook Petra,
z’n vrouw, zat in de keuken te peinzen over de
eentonigheid van ’t leven In Amerika.
„Toen we nog in New-York woonden." zei
Ewald. terwUl ze samen aan t koken gingen,
..hadden we ten minste nog kennissen.”
„En af en toe een fuifje,” herinnerde Petra,
„zouden we niet eens een fuifje kunnen geven?”
te veel.”
.Dat hoeft niet. Ik maak wat sandwiches; we
rollen 't kleed om en versleren met slingers..
t Idee werd druk besproken. Ze konden wat
nieuwe platen op de gramofoon voor een prijs
je koópsn. Ze zouden een man of tien vragen.
Dienselfden avond werden de ultnoodlglnger.
geschreven.
..'t Zal kolossaal worden," meende Petra, weer
heelemaal opgewekt.
De volgende dagen waren veel minder saai.
Ze oefenden zich al vast weer vrat In ’t dansen.
Maar toen de Zaterdag kwam, hadden ae van
niemand nog wat gehoord. Ewald keek bezorgd.
,Ae komen wel,” monterde Petra op. .Daten
we ons al vaat maar gaan verkleeden. Ik heb ae
allemaal geschreven, ot ae tusschen half acht
en acht uur willen komen.”
Om half acht zagen ae er allebei feestelUk uit.
„Over een paar minuten la t hier propvol met
Jongelui!" riep Petra vol geestdrift.
Maar om acht uur was er niemand. Om half
negen ook niet. Belden keken strak, om negen
uur liep Ewald heen en weer door de kamer en
zat Petra In een hoek. Om half tien waren ze
nog alleen en werd de stilte onverdraaglUk.
Toen het tien uur sloeg, viel Petra op den di
van en snikte, greep Ewald een gramofoon-
plaat, wierp die op den vloer aan scherven en
riep woedend: „Begin nu nog eens over fuifjes!”
Daarna liep hU de kamer uit.
In 't portaal stond hu even stil. Wat zou hij
doen? Een eindje gaan wandelen Dat zou hem
kalmeeren. Dat vervelend geschreeuw van dat
kind, twee hoog! Het irriteerde hem. HU daalde
een paar schreden van de trap, maar een her
nieuwd geschreeuw van de baby hield hem
staande. HU keek om. Petra stond in 't portaal
en luisterde.
„Waarom probeer je t niet stil te krUgen?"
vroeg ae.
„Hoe kan ik dat nou? foeterde hU- .De ouders
zün zeker naar de bioscoop of aoolets.... In
elk geval, 't gaat ons niets aan.”
Petra luisterde aan de deur. „Misschien prikt
een speld hem.” opperde ae. „Arm schaap! Ik
ga kUken. of er iemand thuis is.”
Ze belde en wachtte. Er kwam geen antwoord.
„Probeer eens of de deur los is!” riep Ewald.
..Hoe zou JU t vtnden als je een speld In Je
rug had?"
De deur was stevig op slot. Het kind schreide
ontzettend.
„Zeg Ewald, als je nu eens langs de brand
ladder naar hun veranda klom.... dan kon je
er door 't raam in...."
De jonge man mopperde geducht, maar be
gon toch de expeditie. Die viel mee. Het raam
stond half open. De kamer was donker. Ewald
hoopte maar dat er geen menschen waren, en
hU onverwachts een man, in pyama, met een
revolver, voor zich zou zien. De schakelaar!....
Daar stond een wieg en de baby lag er niet in.
maar er onder. Die was stil geworden, toen
Ewald-binnenkwam.
Ewald liet z’n vrouw binnen. „*t Ligt onder
de wieg," berichtte hü-
Petra nam het kind op. „Arm engeltje,” suste
1MJ- er niémand in hi
JJfeet Ik het? .Zie JU L
,Jk neem hem natuurlijk Mie naar boven, tot
z'n moeder thuis komt," verklaarde Petra. „Som
mige menschen verdienen niet dat ae kinderen
„Nu, het is goed voor mUn gevoel van eigen
waarde, te weten, dat Ik mU niet in de kaart
heb laten küken,” zei ze. „Al was je soms wel
«ena een beetje hard van begrip, büvoorbeeld.
toen je mü den ring van Rita liet uitzoeken."
Roger sloeg zich tegen het voorhoofd en
■tok dan zün arm door dien van Betty.
-.Maar hoe kon Ik het weten,” zei hü.
hebt ons eigenlük met elkaar in kennis ge
bracht."
•Dat hoorde er b(j,” zei Betty. „Van ringen
gesproken. «1 je mü dien kleinen blauwen
rtag van J» moeder geven. Dien zou ik het liefst
hebban”
Juist toen Roger hem aan haar vinger stak,
vloog de deur open en kwam nicht Jane
binnen.
.Jk dacht niet, dat je al zoo vroeg zou
komen. Ga zitten, juffrouw Hornock Kom bU
bet vuur. En wil je een kop thee?"
„Nog niet,” sei Roger voor haar. „We gaan
«eret het huis rond. Nicht Jane. Ik heb groot
hleuws. Betty wordt mUn vrouw."
gen bezoeken, maar alleen vrouwen onder el
kaar en mannen ondereen, nooit gemeenschap-
pelük; na bet invallen van de schemering
mochten wU ons niet meer In de straten ver-
toonen."
„En theater, concert?...."
„Niets! Eerst gedurende den wereldoorlog
zün er speciale namlddagvoorstellingen voor
vrouwen Ingevoerd. Éénmaal In de week, dat
was alles!”....
Voor de vensters van de moderne volks
school te Bamsum, die geheel uit glas en beton
schünt samengesteld en die vanachter den pal-
menaanleg vooruit springt, trekt onder gepraat
en gelach een schaar jonge arbeidsters van een
slgarettenfabriek voorbü. Het is hun uur van
middagrust.
De jonge onderwUzeres op de volksschool
bood ons een plaats aan. BU haar schrijftafel
staat een kleine Jongen, die juist werd „Inge
schreven" en nu verwonderd het groote. zwarte
bord bekükt. ZUn moeder een boerin met
grooten omslagdoek en broA zooals alle boe
rinnen dragen kükt even verbaasd hoe de
onderwUzeres In haar groot boek schrijft. Naast
haar schünt het jonge meisje in haar helkleurig
japonnetje nog teederder en jonger. Onwille
keurig dringt zich de vraag op, of zü ook het
noodlge gezag bü ouders en kinderen kan
handhaven. -J-
„Integendeel," meent ae, „men heeft hier
juist graag onderwUzeressen. Er zün hier haast
evenveel onderwUzeressen als onderwUaers.”
Eensklaps werd er op de deur gebonsd. Ewald
deed vlug open. Een jonge vrouw met fladde
rende haren en wilde oogen stormde binnen en
riep: .Mn kind! M'n kind! Ze hebben m*n kind
gestolen!”
,JBlüft u maar bedaard." zei Petra, „uw kind
je Is hier; het slaapt....* Ze wees naar de
slaapkamer. De vrouw liep er heen en drukte
de kleine tegen zich asm.
„Het schreeuwde zoo," begon Ewald uit te
leggen, „en er
was niemand
thuis en toen..”
„Uw raam
stond open.” vul
de Petra aan,
,.m'n man is er
door geklommen.
De kleine was uit z'n wiegje gevallen en toen
hebben we hem maar hier gebracht.
spüt me....”
aardappels koken...." Zü keek Betty vragend
aan.
..Betty kookt geen aardappels," zei Roger. „We
doen de wasch buitenshuis.”
,De wasch....” riep Jane verschrikt. JDal
hebben we nooit gedaan, Roger. En de wasch
van de knechts en de zware hulswasch, dat
zou je oma nooit goed gevonden hebben. Het
kost een schat geld.”
.NatuurlUk wasachen we thuis,” zei Betty
hulselUk. .Misschien nemen we Y Maandagr
een waschvrouw er Mj.”
„Juist,” sei Jane verlicht. „Dat deden we
ook, toen JU nog klein was, Roger. De meiden
kunnen dan mangelen. Nicht Sophie deed altijd
zelf de füne dingen."
^etty gaat niet wasachen en niet strijken
en niet mangelen en niet sloven." zei Roger
vastberaden. ,Bn Jane, heb je nog kerzenjam?"
jDat is heel wat anders.” zei Jane. Jsa
nuken."
ZU haalde een pot, maar op hun ernstig
verzoek hield zü op met instructies, want
Betty's hoofdje liep om.
Roger ael: „Je moet niet te veel mjjn groot
moeder willen navolgen, dat kun je niet. Zü
was het van kinds af gewend.”
.Maar toen zU stierf, was zü een oude
vrouw.” weersprak Betty hem. .Jbi ik ben jong
en sterk. Waarom zou ik het niet kunnen
leeren?”
Jane ging weg om de sieraden van Lady
Beek te halen en kwam terug met een enorm
horloge
„O, lieve!” sel Jan» en begon te schreien van
blUdschap. ,Dat is me zooiets. O, Roger, wat
vind ik dit prachtig. Wat zou je oma dat
heerUjk gevonden hebben. Ik geloof heusch.
dat zü haar voor Je uitgezócht zou hebben
Ze was altijd zoo op juffrouw Hornock."
,^Je moet du Betty zeggen,” zei het meisje.
,Nou, dan Betty, al is het nog een beetje
raar voor me. Oma sel altijd: Dat Ja een flink
meisje, al is het een Hornock.
daar niets kwaads mee, hoor.”
„Ja. ik geloof, dat oma het goed gevonden zou
hebben." zei Roger peinzend.
Tk aal probeeren net soo te worden als
zü." sei Betty. ,Je moet me alles vertellen,
nicht Jane."
Jane wreef zich de handen en grinnikte van
plezier, dan werd ze ernstig.
.Maar sul Je het allemaal wel kunnen?”
,4k kan het aanleeren," sel Betty.
ZU stak haar hand met het blauwe ringetje
er a&n omhoog.
„KUk," riep zü uit. „Het past precies
„Och heere," sel nicht Jane. ,De ring van
die arme Mary. Er zün nog een paar sieraden
Zal ik ze halen. Roger?”
Jfeen," sel Roger. „We gaan eerst het huls
rond. Nu. van deze kamer weten we het al
zoowat en de kamer hier tegenover wordt
eetkamer. Ik aal voor mezelf een soort kan
toortje maken in de groote schuur. Wat sou Je
aan de eetkamer gedaan willen hebben?”
Zü doorliepen het huls van kelder tot zol
der en praatten honderd uit, terwUl al dien
tijd in haar hart het lied aong;
t
L
i,
L
t.
a
a
a
n
6.
ig
rs
fr
et