Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden I JCct wbAaal aan den dag M F 250.- F 750.- >3i geschoren egel” in Yoego-Slavië De smalle weg DICTATUUR VERDRAAGT DIT SPOTBLAD I LIEFDE EN EER DONDERDAG 26 MAART 1936 Elmar's avontuur Naar St. Petra» I V» V. 4 4 □OOR M. E. FRANCIS y* ft v. Resten van Romeinsche begraafplaats Ml vota van mb hand, een voet of een oog De machthebber» hebben er de on- tchatbare waarde van een poli tiek ventiel in ontdekt „Het licht al aan?" riep rij uit, toen stf 2*f *8ns duw-namw Stille medewerker een de staatseenheid AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERUJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL 179 Iff 173 van a*n i. te- D het was zonder twijfel een (Wordt vervolgd) t t r de nabijheid Romeinse he vondst vaaen, mozaïeken en munten. t portier open, mlng. Stap uit!” i l len in n* n. P* et en sel on na en ch *T- denk je dan te doen?” vroeg Rite ..Dick zeggen, dat Ik met je geflirt heb?” Roger zweeg. L_j moeilijk geval. Wat zou simpeler zijn, dan het bruggetje verbreeden! Zoo meent bet raadslid Dumoulin, dat niet ver van het bruggetje woont en den toestand uit ervaring kent. HU stelde er vra gen over aan B. en W., die het roerend met hem eens waren. De toestand ter plaatse is hun bekend en verbetering is hoogst gewenscht. Maar St. Petrus wil niet wijken; hij wil geen toestemming geven het smalle en moeilijke pad te verbreeden. En zonder hem kunnen B. en W. ook niets doen, wamt de financiën van de ge meente laten een radicale oplossing niet toe. St. Petrus,-die-oan de hemelpoort staat, weet vai geen wijken en wil niet transigeeren. Zijn bélchermelingen in Eindhoven volgen zijn Te Petovia hebben boeren bü hun arbeid in van een kasteel resten van een begraafplaats gevonden. De bestaat uit deelen van altaren, urnen. —w- ---- bélchermelingen in Eindhoven voorbeeld. Waar St. Petrus den toestand be- heerscht, wordt de smalle weg niet verbreed en worden de doorns van het doornige pad niet weggehakt. kamer verlaten hadden, hief bij «Un glas op en keek de tafel rond. „Anna, lieveling,” sel hij. „Ik hoop, dat X ook wat port genomen hebt? Goed zoo. Nu laat ons drinken op de gezondheid van de twee jonge paren. Rita en Roger, ik heet jullie belden welkom in de familie.” „U hoeft mi) niet te verwelkomen!” riep Rita heftig uit. „Want ik kom er niet ln.” ZU trok haar ring van den vinger en wierp hem over de tafel. „Hier Betty, voor je museum." ..Rita,” riep Dick verbleekend uit en greep haar hand. „Dat is geen aardige grap.” „Heelemaal geen grap.' zei Rita. ,Jk meen het. Ik zal me door paps terug laten brengen naar Amerika. Ik heb meer dan genoeg van jullie allemaal. Er is geen enkele kerel onder jullie. Jullie maakt me ziek.” ..Rits,” riep Dick weer. ..Wat heb ik gedaan? Wat bedoel je toch?” .Je hebt niets gedaan en je zult ook nooit iets doen,” beet Rita hem toe. „Ik heb genoeg van jullie allemaal. Kom paps, laat den wagen voorkomen, onderhand pak ik mijn rommel in.” ZU was opgestaan. Dick wilde zijn arm om haar middel slaan, maar zü weerde af. Mijn heer de la Riva, die heel bleek In zijn stoel geleund sat, st^nd nu met tegenzin op. ..Zoo laat. Rita.” stribbelde hij tegen. ..Dit is dwaasheid. Wat beteekent het allemaal?” De taxi reed verschillende straten door. ■- mar lag nog steeds achterover in z’n boek en staarde onafgewend naar den gestolen hand, koffer. Maar z’n gedachten waren bij het bleeke. vermagerde gezicht van z’n vrouw. sel z’n metgezel onverwachts, „je hebt natuurlijk de gebruikelijke zieke vrouw, he. en. .Ja, dat heb ik!" riep Smar wanhopig uit. „en ze heeft versterkend voedsel noodig; ze moet in de frissche buitenlucht, en dat kan ik haar niet geven. Ik heb alles gedaan wat Ik maar kon. En nu.... nu ben ik een dief.... en als ze hoort dat ik tot gevangenisstraf ver oordeeld ben, als ae dkt boort, dan.... o, ik mag er niet aan denken." De ongelukkige man verborg z’n gelaat in z’n handen en brak in senuwachtig snikken utt^’ ,Jk moet eerlijk bekennen.” hernam de in de puntjes gekleede beer tegenover hem. .Je speelt je rol aóó natuurlijk, dat 1 k selfs er bijna sou inloopen „Laat me er uit!” riep Bmar, Jaat me gaan, en ik zweer....” .Dat X in t vervolg beter je-maatregelen zult nemen, als je weer van plan bent om X slag te slaan,” viel de andere hem langzaam, op ijskouden toon in de rede. Z Nu wierp de tot bet uiterste bedreven Elmar een blik van haat op z’n metgesel en hield hem z’n gebeide vuist voor. .Als ik de man was van vroeger en niet door honger en ontbering uitgeput, dan sou ik X tegen den grond slagn.” riep bij. .Dat wil ik graag gelooven,” grijnslachte de andere, altijd even bedaard, jnaer gelukkig voor mij ben X slok; misschien ga X wel gauw dood.” Nauwelijks luid hij dit geaegd, of hu boog zich voorover en drukte Elmar iets in de hand, dat een krakend geluld gaf. Verbaasd en ont steld keek deze naar z’n geopende band, waarin twee ineengefrommelde bankbilXttenvan vfjf pond lagen. Alsof hy een geest voor zich sag. zoo staarde hjj verschrikt en met wijd geopende oogeu z’n metgezel aan. „Wie bent u?” stamelde hü. .M’n naam is op ’t oogenbllk William Buck ner." Tegelijkertijd maakte „Hier is de plaats van je best Elmar volgde dit bevel en keerde rich om. om z’n weldoener te bedanken, maar werd door de voorbijgangers, die daar zeer talrijk waren op zy en vooruit geduwd. Dé taxi met mijn heer William Buckner was verdwenen en stom van verbazing stond Elmar op t trottoir. Hij bleef er maar één oogenbllk staan. Daar na liep hij zoo hard hU kon naar huis met de twee reddende bankbiljetten in z’n zak. Inmiddels reed de taxi met mijnheer William Buckner, In dierenkringen en bij de politie be kend als de meest doortrapte treindief van t Vereenlgde Koninkrijk, langzaam op een een. samen binnenweg. Hjj haalde een sierlijk, vlijmscherp zakmes uit z’n vestzak en sprak tot zich zelf, terwijl hjj een begeerigen blik op den, blijkbaar goed gevulden handkoffer sloeg: ..Komaan, laten we nu eens zien, wat die arme kerel hier heeft achter gelaten.” waar X op X gemak X leugenachtig verhaal kunt opdisschen. Hallo, een taxi!' Een deser voertuigen, die al geruimen tijd op passagiers had staan wachten, kwam vlug aangereden, en terwijl de lange jongeman den chauffeur iets in t oor fluisterde, maakte de zwaarlijvige politie-agent beleefd het portier open. Elmar sprong er met z’n handkoffer in. ging meer dood dan levend ritten en leunde met gesloten oogen achterover, vol diep berouw over z’n diefstal. HU hoorde het portier van de taxi dichtslaan, werd gewaar dat bet voertuig zich in beweging zette, sloeg z’n oogen op en zag den man, die hem als t ware gearesteerd had. tegenover hem zitten en met belangstelling naar hem kijken. Deae laatste verbrak bet eerst het stilzwijgen. „Volgens jou IS dit dus X eerste diefstal, niet?” Jutst. en X hebt X ■oo’n sluwe, «oo’n behendige manier van iemand an ders eigendom meester gemaakt, dat ik je “eerst voor het opper hoofd der bende aanzag. Je kent hem natuurlijk; X bent zeker een handlangers?" „Neen.” „Nu, dan kent hy jou toch’ „Ook niet.” ..Bah! hernam de andere, haaide z’n schou ders op en stak een sigaret aan. „Cta X waarheid te zeggen en dit aal X ook wel weten de man. dien ik bedoel, is de meest doortrapte treindief van het geheele Vereenlgde Koninkrijk. Heel den dag hadden TuimeltX en kikker Karei gezocht en tegen den avond zagen ze in de verte een groot nest op een paal staan. Even bleven ze verbaasd staan kijken, want de ooievaar kwam nu ook te voorschijn. De vogel deed of hl) niets merkte van de aanwezigheid van de twee vrienden en vloog toen in een reuze vaartje wel driehonderd meter hoog, naar een anderen boom. „Niet waar.” zei Rite en haar oogen blik semden door haar tranen heen. „Eerst was ik een kind, maar nu niet meer, Roger, ik kan het niet verdragen. Je moet me vergeven. Je moet me terugnemenX hield van mij het eerste Ik geloof, dat X n(* VKn houdt." ..Praat niet zoo grit.” zei Roger. „Denk aan Dick.” „O. Dick,” riep Rite uit en stampte met haar voet. „Ik geef geen zier om Dick, Roger ten woord en ik laat hem loopen Roger keek haar aan met iets van afschuw maar zy ging smeekend verder: „Toe nu toe nu maar. Ik zal komen zonder een oent, als X wilt. Ik.... ik X bent van mij, Roger. je kunt zeggen, wat X wüt, X bent van mU- Ik zal Dick laten loopen.’’ „Ik geloof, dat X hem in elk geval maar moest laten gaan." zei Roger tangraam. HU wilde verder gaan, maar Rita klapte Ln haar handen. .Doe x het. Roger? Doe X bet? Je houdt van mij bet meeste." te MMMrmangeraakk. Duizenden, «n-weg-.«kogen.-Bt... Petrus, waarmede duftWMWR WUn in Jsnbari naar het Kan- eena kennis -hebben germrak Petrus eh 8t. Jozef, beiden vertegenwoordigers van een mêlkinricflting, kwestie hadden met St. Nicolaas van Tolentljn, als vertegenwoordi ger van de particuliere melkslijters, welke kwestie ging over het melksljjten op den Zon dag. Deze St. Petrus nu is eigenaar althans ge- -j-, hnar was door en door koud en aoo hul- verlg als iemand slechts kan zijn, wan- neer hjj honger lijdt HU had den heelen langen dag op straat rondgezworven en geen werk gevonden. Nu was de avond gevallen, de winkels en kantoren waren gesloten; bet werd tyd om naar huis te gaan, waar sb vrouw in spanning op hem sat te wachten, in de hoop dat hjj vandaag wat verdiend had- „Dat bleeke, geduldige gezicht van haar." dacht hü „En ze zal aoob honger hebben." Hjj klemde s’n tanden op elkaar. Maar htf zag geen uitweg. Het groote spoorwegstation was vol met men- seben, die naar huis gingen. HU had in de nabUheid van die menigte, maar buiten het drukke gewoel, op een bank plaats genomen en sag al dat gedoe wanhopig aan. Geld! Dat moest hU nu hebben, dat verdrong bd hem al dagen lang alle gedachten. Geld! Wanhopig stak hy beide handen in sb leegt sakken. Zonder geld sou sb vrouw van hon ger en ellende sterven! Zoo sat Elmar daar, het hoofd voorover ge bogen, als een beeld van ellende, met het som bere vooruitricht dat aan sb hopekxwen* toe stand voorloopig geen einde sou komen. Eensklaps zag hü uit de dichte menigte, vlak bU hem, iemand op hem afkomen. Het was een gezet, flink gebouwd heer, keurig gekleed, die in opgewonden toestand scheen te verkeeren: hu kwam htigend aangeloopen en veegde z’n glimmend, rood gezicht met een hagelwltten zakdoek af. Toen deze man Elmar tot op een paar stappen genaderd was, keek hU hem aan, mompelde tets onverstaanbaars tusachen de tanden, zette den vry grooten handkoffer, dien hU droeg, op de ledige plaats naast Elmar en was In een oogwenk tusschen de menigte ver dwenen. Elmar keek hem even aan. slaakte een diepen zucht, stond op. nam den handkoffer en zette het op een loopen. Ook hU was weldra onvind baar tusachen de menschenmassa. De hand koffer was zwaar. HU liep hard, angstig luiste rend naar voetstappen achter hem. en het ver wonderde hem dat bet verschrikkeUjke: houd den dief- nog niet in z’n ooren klonk. Binnen vUf minuten sou hy in Barky-street en dan betrekkelUk in veiligheid zUn. By den naasten uitgang van *t station stond een zwaarlijvig politie-agent. Zonder aarzelen liep hü hem voorbü- Daar tikte hem iemana op den schouder. Het scheelde niet veel of hü bad den handkoffer van schrik laten vallen Een lange, onberispelük gekleede jongeman keek hem met één oog strak mui. terwül het andere oog met een monocle gewapend was. Je maakt X zeker met X buit uit de voeten? Of wil X er soms om vechten?" De jongeman stelde deae vragen zacht en vlug, maar voor Elmar duldelUk verstaanbaar en sloeg met z’n fraaien wandelstok een paar keer op den handkoffer. De ongelukkige liet een half onderdrukten kreet van schrik hoeren. Jk heb toevallig goed op X gelet,” hernam het lange jongmensch. ,Ja, u hebt me gesnapt," stamelde George op een toon om medelüden mee te krijgen, „en daar ginds staat ook al een agent." .Dat zie ik. Loop door, maar langzaam; aoo is t goed.” .Mijnheer," sel Elmar, „misschien kan het zün nut hebben, als ik u vertel dat het de eerste keer is dat ik....” ,JO ja,” dat kennen we.” klonk het onver schillig; „X bent ziek, «onder werk, X hebt een vrouw en een hoop kinderen, die om brood schrrieij. Ja. het.is hefc gjprone liedX- Vooruit, niet stil staan, een beetX vlugger.” „Wilt u me aan de pjlltte overleveren?” vroeg Elmar, bevend van angst toen ze steeds dich. ter in de nabUheid van den agent kwamen. „Ik denk het wel.” mompelde de andere, ter wül hy Elmar bü den arm greep, „maar niet Op straat in tegenwoordigheid van al dat ge peupel. Neen, we gaan naar een politiebureau. en schrijft ons uit Eindhoven: Het zou Inderdaad iets- ongehoords zUn, als St. Hfetrus. de trouwe wachter by de hemeldeur, die niets anders te doer, heeft dan na te zien of wy de geboden goed hebben onderhouden en de deugden beoefend; dus na te zien, of wü getrouw den smaUen en doomigen weg hebben bewandeld, die naar hem voert; het zou iets ongehoords zyn als dese 8t. Petrus eigenmachtig de geboden sou vergemakkelijken en den smallen weg verbree den. Evenmin kan men van hem verwachten, dat anderen de doornen langs den weg naar hem wegkappen en van het smalle pad een autostrada maken. HU heeft zün Instructies van de allerhoogste macht gekregen en hoewel llefdevol is hü streng en onverzettelük. sooals het een trouw dienaar betaamt. Ook de volgelingen van den heilige en zü, die hem gekozen hebben tot hun patroon, wy- ken niet van hun standpunt en zUn onver- zettelük. Dit kan een mooie eigenschap zyn, maar op het oogenbllk is het zoo, dat een groot deel van Eindhoven onder dese vasthoudend heid te lyden heeft en dat B. en W van dese gemeente, die toch zorgen moeten voor het welzUn van hun burgen, dese sorg kunnen nen uitoefenen. Midden in de stad toch ligt een zandpad, dat een korte verbinding vormt tusschen'twee wU- ken, en midden door dit pad stroomt een rl- vlertX „De Gender", dat honderd meter verder verdwünt om norit meer en nergens meer voor den dag te komen. Even geheimzinnig als weleer de Styx, waarover vroeger de zielen der Grieken werden overgezet. Bü dit rivlertX H«t een melkinrichting, welke als patroon heeft we, vroeger al Toen ze weer opgeknapt waren, begonnen ze plannen te beramen om den ooievaar te vangen. In de verte hoorden ze het heele dorp huilen. De torenwachter blies op zün trom pet ten teeken dat er onheil in het land was gekomen en dat gaf Tuimeltje en kikker Karei des te meer reden, maar direct op zoek te gaan naar den ooievaar. .Dat niet." sel hü. .Maar ik ben vast be sloten. dat huwelük te verhinderen. Dwing me niet tot onaangenaamheden." Betty’s voetstap we*rklonk in de gang. doorhakte. Ja, En meteen l ■laan: te orga vooreerst: hoe ,De Egel!" riep een enthousiast. ..Dat sal me een fraaie egel worden,” mees muilde een pessimist. „Een egel onder de dicta tuur! Die zal wel keurig worden gekortwiekt.... .Dierkunde: onvoldoende, beneden peil. Egels worden niet gekortwiekt, maar op zün hoogst geschoren,” meende nummer één. deskundig. En de voorzitter riep uit: „We zün er! De Gescho ren Egel! Voilé!" Twee maanden duurden de voorbereidingen en het opzetten van een verkoopsorganisatie, welke zich gedeeltelUk bU die van de Politlka aansloot. Doch Inmiddels was ook de jxilltieke wind eenlgszins gedraaid. De heeren van de inte grale dictatuur, merk Ooezoenowitsj. hadden het afgelegd, en Jeftitsj had de teugels van het be wind overgenomen. Toen eindelük het eerste nummer van de Jezj verscheen het was juist vóó^ het Grieksch-orthodoxe Kerstfeest zag deze er dan ook niet het minste bezwaar in. dat zUn voorganger Oezoenowitsj daarbij geducht op den hak werd genomen. Ja, hü verknuffelde zich daar zóó in, dat hü heelemaal niet bemerk te, dat een deel van den inhoud ook tegen zün dictatuur was gericht. Laten wü royaal zeggen, dat dit eerste num mer zwak was. Maar in de atmosfeer van drak en pers-kneveling was het een sensatie. Reuter en Havas namen er in hun berichten aan de wereldpers nota van! Havas stelde zelfs de vraag, at dit nieuwe geluld misschien op het Inslaan van nieuwe wegen door de nieuwe re- geering wees. Een vraag die. geiyk weldra bleek, ontkennend moest worden beantwoord. Aan het karakter der dictatuur was niets ver anderd. de pers bleef gemuilband als voorheen doch in de Jezj ontdekten de machthebbers de onschatbare waarde van een politiek ventiel. De moedigste optimisten hadden voor dat eerste nummer op een oplage van ten hoogste 20.000 exemplaren gerekend. Doch een uur nadat de eerste exemplaren van de vlakke pers waren ge komen, bleek het al. dat deze de zaak niet meer „Is dat jw- verlovingsring, met dat kleine blauwe steentX?” .Ja,” sel Betty blosend. ..Niet half zoo mooi als dien hü mü gaf,” antwoordde Rita. „Wat heb je daarmee gedaan Roger? Dien had x Betty moeten geven." „Ik heb hem aan Betty gegeven," zei Rogei bedaard. „Waarom draag X hem dan niet?" bitste Rita. „Ik zou zoon schunnig ringetX niet wilten dragen.” „Ik vind het een lieve ring,” set Betty en keerde zich tot münheer de la Riva, met wien zü in gesprek was geweest. .Betty vindt het niet leuk, de tweede vlooi te spelen." sei Rita tegen Dick. .De tweede liefde is dikwüls de beste." citeerde de verbaasde Dick. „Voor jou en mü in ieder geval.” Zü keek hem aan met een spottend lachje en hu ging haastig verder: ,Je bent plagerig vanavond, maar ik büt niet.” „Niet?" zei Rita. „Ik zal X dadelük eens wat laten beleven.” „Neem een zoute amandel,” zei Dick, e» hield haar een schaaltx voor. „O, wat een groote oogen. Ik word er bang van." Rita keek een anderen kant uit en duwde het schaaltx weg. 8am hoorde «niet wat zü zeiden, maar merkte wel, hoe treurig Dick keek en hoe boos Rits was. Hü socht een middel om de goede ver standhouding weer te hersteUev. Toen het dessert op tafel stond en de bedienden de Elke nadere toelichting was overbodig. Men verstond elkaar. Voor niemand der collage’s kon dit Egel-mueeum iets anders zün dan een ten toonstelling van plastische politieke satyre. En evenals een jaar geleden met het blaadje, bleken ook nu de Agels” den spijker op den kop te hebben geslagen, of zoo men wil, de gevoelige snaar van het onder de dictatuur levend pu- mgetrokken; er waren gezantachagipen van groote mogenheden, die er hun legatie- secretarissen heen delegeerden, die er aantee- keningen van te maken en er uitvoerig over te berichten. De toeloop overtrof alle verwachting en weldra was het besluit genomen: de Ge schoren Egel gaat met zün museum op reis! dat. Het kén^soo niet doorgaan.... X moet er een eind aan maken voor ik hier morgen wegga.” „Wat Van die gelegenheid profiteerde Tuimeltje direct. HU haal de een grooten muizenval uit zün zak te voorschün en deed er een stukje vleesch aan. Toen liep hU voorzichtig tot dicht bü het nest en zette het valletje tusschen het gras. Als hü daar van durft te eten, zei Tuimeltje tegen kikker Karei, dan kan het niet anders of wü hebben hem gevangen en vlug ren den ze nu weg en gingen zitten waken of de ooievaar ’t stukje vleesch weg zou nemen. „Ik houd van Betty met heel ndjn hart,’ zei’ Roger. .Juist om haar sta ik er op. dat X Dick los laat.” Rita veegde haar tranen weg en barstte in Ischen uit. „KUk, kük, kluizenaar, wat ben X er in ge- loópen. En zoo gemakkelUk. Zou ik mUn Heven Dick zoo maar laten loopen, omdat JU het zegt? Nee, dank X- Al 'hnd je mü niet goed genoeg als schoonzus...." „Je bent geen vrouw voor den broer van Betty,” sel Roger. „Als JU hem niet laat gaan moet hü het afmaken." .Je stelt je aan,” sei Rita. Toen hü haar ernstig bleef aanzien, ver anderde rij van takttek. Haar gezichtje ver trok rich van woede, sooals op den dag, dat zü hem haar ring had toegesmeten „Ik vind Je gemeen." riep ril uit- Ik heb nog norit gezien, dat een man een meisX «x> leelUk behandelde." „Ik wil niet, dat Dick zün leven verknoeit Als JU hem trouwt zonder liefde, dan gebeurt X 7 <^?*fLdeJ^tatuur *n hum<*. de sneer '?nd? 0Me dood-ernstlge x -< °“^rturtn in geen geval. De ,J3impll- 18 een Urn gewerten roJm- ^dTRük“temd tegenover lelden’ v»n bet In Yoego-Slavlé is men toch wat soepeler, ?l,aL<het *chUnt- wordt de spot geduld. G?eti» w^rti “n Iünl,ch »o«**ün toovert. TT1?." de -»esj” gelezen, een to het Nederland«ch ,De Geschoren tgei neet. een jaar geleden was de censuur in het land oppermachtig. Onder Oezoenowitsj werd de koninklüke dictatuur nog radicaler uitgeoefend, dan zelfs koning Alexander het ooit had ge droomd. De kranten waren onleesbaar: berichten van polltieken aard, die maar even naar een eigen meening zweemden, werden geweerd, en het eene blad was een copie van het andere. En juist in dezen tüd dook het denkbeeld op. zoo schrüft de Balkan-correspondent van de N. R. ct„ of het niet mogelük zou zün een politiek humoristisch weekblad in het teven te roepen •- een weekblad dat den Journalistenbond te vens aan fondsen zou kunnen helpen ten behoeve van oude en zieke collega’s en tot steun van werklooze vakgenooten. In de redactie van de Politlka, waar het geboren werd, werkte men het idee verder uit. Eerst werd het terrein ver kend onder de collega’s, onder de teekenaars en karikaturisten: op de vraag of zü Iets voor het plan voelden, en of zü ook wilden meedoen luid de het antwoord eenstemmig: ja!! Doch toen men in het stadium van comité-besprekingen geraakte, waren er veten, die bedenkelük het hoofd schudden. Een dergelüke onderneming in een tüd, waarin bet eene heilige hulsX naast het andere werd opgetrokken! De debatten, waaraan een dertigtal afgevaardigden uit het heele land deelnam, en die eerst gehouden wer den in de stations-wachtkamer, verliepen aan- vankelük geanimeerd, toen heftig, en eindelük fel. Pessimisten en optimisten wogen ongeveer tegen elkaar op. Hoofdargument van de eersten natuurlük: de algemeene toestand, de kneveling van de pers, de censuur der integrale dictatuur. Tegenwerpingen van de laatsten: juist daarom heeft het publiek behoefte aan wat wy thans wilten; als niet dageiyks verschünend orgaan zullen wü niet onderworpen zün aan de censuur van- den eersten graad, gelük die wordt uitge oefend door het onder den minister-president staande Centrale Persbureau, maar slechts aan die van den tweeden graad, dat wil zeggen aan het toezicht van den officier van justitie. Ten slotte werd er gestemd tot tweemaal toe viel het oprichtlngsontwerp onder tafel. Toen staak ten de stemmen, en eindelük was het de voor zitter die met een beslissend: ja! den knoop jum kon: <fe krantenjongens belegerden het ge bouw En reeds het derde nummer moest op de rotatle-pers, met een oplage van 73.000 exem plaren. Op dese hoogte bleef de oplage tot dus- 'rer behalve dat zü, wanneer er regeenngs- wlssellngen voor de deur staan of voltrokken zün, nog met 3 tot 4000 stügt. Zoodat de éénmaal per week met acht kleine pagina’s yprschünende Egel onmiddellük komt achter Zuld-Slavte’s meest gelezen dagblad, de Politlka. Met werke- Hjke virtuositeit trotseert hy elke kabinetswisse ling: geen mensch die zün verslagen tegenstan der niet gaarne tets gunt en die dan zelf in zün overwinning-stemmlng niet genadlglük ook een paar grappen ten koste van eigen persoon over zün kant laat gaan.Maar onder het verzwe gen motto: doe een goed werk en laat twee te genstanders lachen over eenzelfde zaak, bouwt de Jezj ook stilletjes mede aan de staatseenheid. Op den grondslag van gemeenschappelüke crltiek, gezamenlUken spot en aan beide kanten gevoelde zwakheden, brengt hü Serviërs en Kroaten na der tot elkaar. Want de Jezj, ofschoon met Cy rillische tetterteekens gedrukt, wordt even goed ln de streken met Latünsch alphabet gelezen sooals bekend, het eenlge, wat bet Servisch van het Kroattech onderscheidt. Men voele den die pen zin van het volgende gesprek tusschen twee Kroaten: .Dat verduivelde Cyrillisch! Vanochtend heb Ik weer soo’n Servtechen brief gekregen. Heb ik fün teruggestuurd en er op geschreven, dat ik dat gekrabbel niet lezen kan!” JXt je niet lezen kunt? Wat doe je dan met dien Osjlsjani Jezj daar in je zak?” ,Ja, wanneer ik die lees, dan vergeet ik, dat bet Cyrillisch is!” - Ofschoon het politieke leven in 1935 niet bü- zonder bewogen was. wisten de verzorgers van den Egel er voor te waken, dat hü nooit in herhalingen trad, dat hü steeds weer nieuwe krachten uit het politieke bedrijf haalde, die zün positie van week tot week sterker maakten. Na een jaar stuurt het redactle-comité den Egel op audiëntie bü minister-president Stoja- dinowitsj. Hü verschUnt er. zooals dit in Bel grado des journalisten pUcht is: met zwaluw staart en hoogen hoed. Zün boekje en vulpen te voorschün hatende, stelt hü den premier de vraag, of hü het niet erg vindt, dat hy van tüd tot tüd eens te grazen wordt genomen8to- jadlnowitsj «reet niet goed, wat hü antwoorden moet, doch dan vindt hü de wüsgeerige oplos sing: „Och. beter dat Jullie nu over me lachen, --- - ----- dan dat jullie later misschien heelemaal over hü toestemming zou geven, me zulten zwügen...,” -- Maar ln zün behoefte om steeds wat nieuws te geven, kwam de Egel desen herfst op het denkbeeld, tets te ondernemen bulten de krant om. Het was op een avond in het redactie- bureau ja, tot een eigen bureau had men het inmiddels gebracht! dat een der teekenaars op het denkbeeld kwam, een tentoonstelling te arrangeeren van alle karikatuuren en teeke- ningen, die de Egel sinds zyn bestaan had voortgebracht. Afgezaagd, meende een ander. Dat brengt geen geld ln het laatje voor onze zieken en werkloozen. Wü moeten lete origi neels hebben, natuurlük weer ln Egelstül. Geen tentoonstelling, maarik heb til het mu seum van den Geschoren Egel! binnenkwam. „Wat zal vader zeggen? Het spüt me, dat ik zoo laat ben, Roger. O. ben jy er aL Rite?” Rlta antwoordde niet en Betty zag. dat haar gelaat rood was. Ook Roger’s opwinding ont ging haar niet en na een korte stilte kwam zü naast hem staan. „Wat is er?” vroeg zü- „Hü beeft geprobeerd me te dwingen mün verloving met Dick te verbreken.” riep Rite woest uit. „Ik vind het schandeiyk. In Dick’s eigen huls en hü is verloofd met jou.” Roger was absoluut verstomd door dien plotsellngen ommekeer. Het duurde even, voor hü begreep, dat Rita van plan was, hem vóór te zün en hem van ontrouw te betichten. Maar Betty beantwoordde zün verschrikten blik met rustige oogen en Rita knarste met haar kleine wttte tandjes van razemü. .Misschien,” riep zy uit, met bevende stem „ben X hem even graag kwyt als ik. Ik wist, dat hy gek was, maar ik wist niet, dat hü laag waa. Toen hü me zoo Juist hier alleen vond, kwam hü met de armen uitgestrekt naar mij toe en noemde me schat." Betty lachte.' „Dat was vóór je het licht aandraaide, niet Roger? Roger heeft gelük, als hy zegt, dat X het uit moet maken,” ging zü ernstig voort. „Daar moet Dick over oordeelen,” snoof Rite. ,Je moest hem maar niet op de proef stel ten.” zei Betty waarschuwend. „Misschien vertrouwt hy me «rel even bard als JU, Roger,” spotte Rlta weez. Roger en Betty wisselden een blik van ver standhouding en toen sei Betty: „Neem nu maar een besluit, Rlta, het is beter, dat Jü het doet." Haar houding wilde zeggen: „Roger en ik zulten dat zaakX wel opknappen." Zonder spreken duwde Rita hen opsü. om zooals zü dachten, de kamer te verlaten, maai tot hun verwondering bleef zü voor den spiegel staan en begon met schokkende schouders haai neus te poederen. Even later was zü «eer rustig en toen de gong luidde, stond zü doodkalm bü den haard. Het diner was ongezellig, niemand wist waai die spanning vandaan kwam. Rita’s barometer was erg gedaald. Haar Ueve zachte hutneui van dien morgen was veranderd ln sombei stllzvrügen, alleen zoo nu en dan verbroken door schampere opmerkingen, die Sam Hor- nock inwendig deden koken. Hü was er juist büna ln geslaagd het huvrelük van Dick tegen over zichzelf goed te praten en had een tamelük bevredigend gesprek met den ouden heer de la Rtva gehad Het was voor Sam een op luchting geweest, te hooren, dat münheer d» la Rlva niet van plan was. bet jonge paai geheel onafhankelijk te maken. „Zü is dol op hem." had hy gedacht. Maar nu sat die kleine kat daar Dick te sarren sprak hem botweg tegen en antwoordde on een manier, die hü niet anders dan brutaal kon noemen. 9 Het toppunt werd wel bereikt, toen zü tegen het einde van het diner ineens over de tafel heen tegen Betty rietv a w w w-v a op dit blad rijn Ingevolge de verwekeringsvoorwaarden tegen p 7^0 bU levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door K" 7SCI 511 ongeval met I sl /Y KC Jiw N r*« O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerlngen v>Ve verlies van beide armen, belde beenen of belde oogen </We doodelüken afloop deelteiyk van bedoeld zandpad en van een bruggetX over genoemde rivier. Dese rivier 13 niet breeder dan een funks sprong, maar sinds we meer doen aan küken naar sport dan aan sport self, springen we niet meer over een rivier, maar nemen we een bruggetX- ilet bruggetX over De Gender echter is slechts een éénpersoons; het is zelfs zoo smal, dat men er met de fiets aan de hand nauwelijks over kan. En toch, op bepaalde uren van den dag willen honderden en honderden menschen, waarvan de meesten per fiets, dit bruggetje passeeren; en wel vooral om twaalf uur en om ■es uur, als we uitgeput en vermoeid van het werk, met felle leege magen naar huis gaan. Ais alten denzelfden kant uitwilden, dan was bet nog niet zoo erg, maar van weerskanten stor men dan honderden in spannende race op het bruggetje af om de eerste te zün, die er over mag. Wee u, zoo gü tot de party behoort, die niet het eerste aankomt. Gü moet wachten een kwartier of langer. En dat met een leege maag Dat verdraagt niemand. Er wordt dan ook fel gevochten van tüd tot tüd, als sommigen vergeten dat twee dingen niet tegeiykertüd op dezelfde plaats kunnen zün en probeeren tege- lük van weerskanten over een één-persoons bruggetX te gaan. Er wordt een homerische strijd gestreden hier, maar gü moogt niet ver geten. dat hier gestreden wordt om de bereiking van het dageiyksch brood. JeuffdvermaaR

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1936 | | pagina 11